Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Organisatie van het toezicht op het effectenverkeer Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 30 augustus 1996 Naar aanleiding van de brief van de vaste commissie voor Financiën van 26 juni 1996 met een notitie over de organisatie van het toezicht op het effectenverkeer doe ik u bijgaand mijn reactie daarop toekomen. De aan u toegezegde notitie over de samenhang en de verschillen tussen de financiële toezichtswetten wordt u bij afzonderlijk schrijven aan de Tweede Kamer toegezonden. De Minister van Financiën, G. Zalm S AFE 6K2607 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1996 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 1

2 ORGANISATIE TOEZICHT EFFECTENVERKEER 1. Inleiding In uw notitie over de organisatie van het toezicht op het effectenverkeer wordt een reactie gevraagd op de daarin opgenomen aanbevelingen. Centraal in deze aanbevelingen staat de organisatie van het toezicht. In uw notitie wordt gesteld «dat het toezicht op het effectenverkeer analoog aan het toezicht van De Nederlandsche Bank en het verscherpt toezicht van de Verzekeringskamer kan worden vormgegeven, waarbij alle wettelijke toezichtstaken dienen te worden toebedeeld aan de Stichting Toezicht Effectenverkeer. Doel hiervan is een verdere invulling van het principe van functiescheiding tussen toezichthouder en ondertoezichtgestelden». In uw notitie wordt daarbij aangetekend dat de zelfregulering van de beurs gehandhaafd dient te blijven ten aanzien van producten van de beurs en de handel daarin, mits de beoogde structuurverandering op de beurs uitzicht biedt op een adequate functiescheiding. Daarnaast wordt in uw notitie de aandacht gevestigd op een aantal onderwerpen dat betrekking heeft op de herstructurering van de beurzen, de deskundigheid van bij het toezicht betrokken personen, het Openbaar Ministerie, de Klachtencommissie Effectenbedrijf en de Wet economische mededinging. De opzet van mijn reactie is als volgt. Allereerst zal ik in hoofdstuk 2 ingaan op de rol van de diverse actoren in het effectenverkeer. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de ontwikkeling van de organisatie van het toezicht op het effectenverkeer tot nu toe. In hoofdstuk 4 zal worden ingegaan op de mogelijkheden tot versterking van de positie van de STE als toezichthouder. Aangezien dit per onderdeel van het toezicht kan verschillen, wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen vier toezichtsgebieden, te weten effectenuitgevende instellingen, beursleden, handelsregels en misbruik van voorwetenschap. In hoofdstuk 5 wordt stil gestaan bij de eerdergenoemde overige onderwerpen. Afgesloten wordt met een concluderend hoofdstuk Rol van diverse actoren in het effectenverkeer 1 Bij misbruik van voorwetenschapzaken is hiervan bij wet afgeweken; de vervolging en berechtingvan deze zaken is geconcentreerdop één plaats, te weten bij hetopenbaar Ministerie en de rechtbank in Amsterdam. Naar aanleiding van uw notitie heb ik allereerst de behoefte om kort de rol te schetsen die de diverse actoren in het effectenverkeer vervullen. Uit hoofde van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) is het wettelijk toezicht op het effectenverkeer, zowel op de beurs als daarbuiten, overgedragen aan de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE). Een andere wettelijke toezichthouder dan de STE kent de Wte niet. Wanneer de STE op grond van de haar ter beschikking staande gegevens een vermoeden heeft dat in strijd met de wet wordt gehandeld, doet de STE hiervan, behoudens voor zo ver een administratiefrechtelijke afhandeling mogelijk en meer op haar plaats is, aangifte bij de Economische Controledienst (ECD) die vervolgens een onderzoek kan starten. Behalve een aangifte door de STE kunnen ook inlichtingen van buitenlandse instanties en andere opsporingsinstanties en aangiften van derden voor de ECD aanleiding vormen om zelf een onderzoek te starten. Het proces-verbaal waarmee het ECD-onderzoek wordt afgerond, wordt overhandigd aan de officier van justitie in wiens relatieve competentiegebied de zaak valt 1. Deze kan besluiten de zaak voor de rechter te brengen. De onder toezicht van de STE gestelde instellingen omvatten de effecteninstellingen, de effectenuitgevende instellingen en de beurzen. De beurzen hebben klachtencommissies in het leven geroepen waar cliënten die menen dat zij door het handelen of nalaten van een beurslid in hun belang zijn getroffen een klacht kunnen indienen (zie hoofdstuk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 2

3 5.4). Over een dergelijke klacht doet de Klachtencommissie een voor partijen bindende uitspraak. Het bovenstaande is hieronder schematisch weergegeven. Daarbij is tevens de situatie weergegeven zoals die met betrekking tot kredietinstellingen en verzekeraars bestaat. Onderwerp Wte 1995 Wtk 1992 Wtv 1993 Wettelijke toezichthouder STE DNB VK Onder toezicht staande instellingen effecteninstellingen effectenuitgevende instellingen beurzen kredietinstellingen schadeverzekeraars levensverzekeraars Opsporings- en vervolgingsinstantie ECD/OM ECD/OM ECD/OM Klachtencommissie Aanwezig Aanwezig Aanwezig Uit het schema komt naar voren dat de rolverdeling tussen de verschillende actoren in de effectensector, de bankensector en de verzekeringssector vergelijkbaar is. Alle wettelijke toezichtstaken uit hoofde van de Wte 1995 zijn thans reeds aan de STE overgedragen. De rol van DNB ten opzichte van kredietinstellingen en de rol van de Verzekeringskamer ten opzichte van verzekeringsinstellingen valt hierbij te vergelijken met de rol van de STE ten opzichte van effecteninstellingen. Hiernaast heeft de STE een functie ten opzichte van beurzen en de uitgifte van effecten door ondernemingen. Het toezicht van de STE op effecteninstellingen die geen lid zijn van de beurs is, afgezien van sectorspecifieke verschillen, vergelijkbaar met het toezicht van DNB en de VK. Met betrekking tot effecteninstellingen die wel lid zijn van de beurs maakt de STE bij haar toezicht in belangrijke mate gebruik van de diensten van de (controlebureaus van de) beurzen waarbij deze instellingen zijn aangesloten 1, terwijl DNB en de VK bij de uitoefening van hun toezicht in voorkomende gevallen mede gebruik maken van het werk van de interne controleafdelingen van de onder toezicht staande instellingen zelf. Ook bij het toezicht op de beurzen en de uitgifte van effecten door op de beurs genoteerde ondernemingen, steunt de STE op de (controlebureaus van de) beurzen. De beurzen hebben de ruimte om, met inachtneming van zekere randvoorwaarden, eigen regels op te stellen; deze dienen evenwel vooraf aan de toezichthouder te worden voorgelegd. Deze vormgeving van het toezicht is gebaseerd op de Wte Ontwikkeling organisatie toezicht effectenverkeer tot nu toe 1 De beurzen voeren privaatrechtelijk controle uit op de beurslid-maatschapsvereisten; deze eisenzijn gelijkwaardig of verderreikend dan de wettelijke eisen. Wettelijk toezicht op het effectenverkeer werd voor het eerst in Nederland ingevoerd in 1914 met de totstandbrenging van de Beurswet. Deze wet beperkte zich tot het toezicht op de beurshandel en liet hierbij veel ruimte aan de beurzen om eigen regels op te stellen en de naleving daarvan te controleren. De Beurswet liet de buitenbeurshandel vrij. Excessen in de buitenbeurshandel leidde in de jaren tachtig tot regulering van deze handel door middel van de Wet effectenhandel: effectenbemiddeling in de buitenbeurshandel werd aan een vergunningsplicht onderworpen en de uitgifte van effecten aan een prospectusplicht. Met de Wet toezicht effectenverkeer 1992 (Wte 1992) werd het toezicht op de beurzen en op de buitenbeurshandel in één wet geïntegreerd. Verder werden de in de Wte 1992 beschreven taken en bevoegdheden overgedragen aan één onafhankelijke toezichthouder, te weten de STE. Met de Wte 1992 werd het toezicht op de beurzen versterkt. Zo voorzag de Wte in een aanwijzingsbevoegdheid van de toezichthouder die ertoe strekte dat de beurshouder bij overtreding van de beursregels passende maatregelen diende te nemen ten aanzien van het betrokken beurslid. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 3

4 Verder kon de toezichthouder op grond van de Wte een onderzoek instellen bij onder meer beursleden. Ook konden voorschriften worden gegeven aan effectenbeurzen ter uitvoering van een EU-regelgeving. Bovendien werd een erkenningsplicht voor beurzen ingevoerd. Het streven van de Europese Unie om de effectenwetgeving in de verschillende lidstaten te harmoniseren resulteerde in de Wte In deze wet waarin de EU-richtlijnen beleggingsdiensten en kapitaaltoereikendheid zijn geïmplementeerd, is het toezicht op het effectenverkeer verder versterkt. Wat betreft de beursleden geldt hierbij dat zij onder de Wte 1995 niet langer zijn vrijgesteld van een vergunningsplicht; ook zij moeten over een door de toezichthouder verstrekte vergunning beschikken. Aldus draagt de STE de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het verlenen respectievelijk intrekken van vergunningen van beursleden. Verder is de aanwijzingsbevoegdheid van de toezichthouder uitgebreid. Hij kan nu ten aanzien van alle instellingen en leden die onder de Wte 1995 vallen een aanwijzing geven. Met de invoering van de Wte 1995 is de STE ertoe overgegaan een eigen controle-afdeling in te stellen; daarvoor maakte de STE bij haar toezicht gebruik van de diensten van de controlebureaus van de beurzen. De eigen controle-afdeling van de STE beoordeelt met betrekking tot de beurzen de kwaliteit van de controles van deze beurzen en stelt zo nodig eigen onderzoeken in. Parallel aan de versterking van het toezicht is onder invloed van de Europese regelgeving, de wettelijke regels voor de buitenbeurshandel en de regels op het gebied van misbruik van voorwetenschap, de mogelijkheid voor beurzen om zelf regels op te stellen in de loop van de tijd ook beperkt; immers de hiervoor genoemde regels fungeren voor de beurzen als een ondergrens. De voortschrijdende internationalisering en de daarmee samenhangende toenemende mogelijkheden tot criminele praktijken en de verharding van de handel zijn de directe aanleiding geweest om de bakens van het toezicht geleidelijk te verzetten. De formele mogelijkheden van de beurzen om de betrouwbaarheid van de effecteninstellingen te toetsen zijn nu eenmaal minder dan de mogelijkheden die een wettelijk toezichthouder heeft. Verder reiken de bevoegdheden van de beurzen niet verder dan haar leden en zullen beurzen veelal niet in de positie zijn om informatie te ontvangen van wettelijke toezichthouders. Gelet op het belang van een adequaat functioneren van de kapitaalmarkten en de positie van de belegger daarop is daarom het toezicht versterkt. Aan de andere kant is steeds zoveel als mogelijk rekening gehouden met de voordelen die aan zelfregulering zijn verbonden. Met name biedt zelfregulering grotere mogelijkheden om slagvaardig in te springen op veranderende marktomstandigheden. Een afweging van voor- en nadelen, is daarbij te meer van belang in een sfeer van toenemende concurrentie Toezichtsgebieden In dit hoofdstuk zal worden nagegaan hoe, met inachtneming van de voordelen die zijn verbonden aan een zekere mate van zelfregulering van de beurzen, verder invulling kan worden gegeven aan het in hoofdstuk 3 beschreven beleid van versterking van het toezicht. Per toezichtsgebied zal hierbij worden aangegeven wat de consequenties zijn Effectenuitgevende instellingen 1 Zie notitie inzake de positie van de Amsterdamse Effectenbeurs, Kamerstukken II 1995/96, , nr. 11. Effectenuitgevende instellingen die genoteerd zijn aan de beurs moeten voldoen aan prospectus- en periodieke informatieverplichtingen. Bij haar toezicht op de naleving van deze regels, laat de STE veel ruimte aan de beurzen; zo is de Vereniging voor de Effectenhandel (VvdE) verantwoor- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 4

5 delijk voor het beoordelen van noteringsaanvragen alsmede voor de naleving van de regels na het opnemen van een fonds in de notering. De STE onderwerpt de controle-programma s van de beurs op basis waarvan noteringsaanvragen worden beoordeeld, éénmaal per jaar aan een eigen beoordeling; deze beoordeling zal ook gelden bij eventuele tussentijdse wijzigingen van controle-programma s. De uitvoering van controle-programma s wordt door de STE gevolgd aan de hand van de periodieke controlerapportage van de beurs alsmede signalen uit andere bronnen. De STE beschikt op grond van de Wte 1995 over de bevoegdheid door middel van aanwijzingen het beleid van de beurs ter zake te corrigeren. Vooralsnog zie ik geen aanleiding de wijze van toezicht op dit gebied te wijzigen. Deze conclusie strookt met de opmerking in uw notitie dat «de zelfregulering van de beurs dient gehandhaafd te blijven ten aanzien van de producten van de beurs». Handhaving van dit toezichtsysteem vergt wel dat de beurs ervoor zorgdraagt dat het met de aanwijzing beoogde resultaat ook daadwerkelijk wordt bereikt; met andere woorden dat wettelijke regels en bevoegdheden effectief doorwerken naar de ter beurze genoteerde effectenuitgevende instellingen. Deze kwestie vormt een aandachtspunt bij de voorgenomen herstructurering van de Amsterdamse Effectenbeurs Handelsregels In de reglementering van de beurzen zijn regels opgenomen ten aanzien van de handel op de beurs. De beurzen controleren zelf de naleving van deze regels. Bij haar toezicht hierop, maakt de STE gebruik van de bevindingen van de controlebureaus van de beurzen. Wanneer het controlebureau van een beurs een onderzoek uitvoert naar het functioneren van een handelssysteem, neemt de STE hiervan kennis door middel van controlerapportages. In geval deze controlerapportages of andere signalen daartoe aanleiding geven, vraagt de STE opheldering bij de leiding van de desbetreffende beurs over eventuele gebreken in de controle op de naleving van de regels die gelden voor het ordelijk verloop van de handel. Mocht deze opheldering naar het oordeel van de STE onvoldoende zijn, dan stelt de STE zelfstandig met haar controle-afdeling een wettelijk onderzoek in. Verder vormt de STE zich een oordeel over de geautomatiseerde systemen van de beurzen. Daartoe beoordeelt de STE jaarlijks een door de beurzen uit te voeren «EDP-audit». Eenzelfde procedure geldt ten aanzien van de clearingsystemen van de beurzen. Aangezien bij handelsregels bij uitstek de behoefte bestaat deze voortdurend te evalueren en zo nodig aan te passen aan gewijzigde marktomstandigheden, gaat mijn voorkeur ernaar uit de ruimte die op dit toezichtsgebied aan de beurzen wordt gelaten te handhaven. Deze voorkeur komt overeen met de opmerking in uw notitie dat «de zelfregulering van de beurs dient gehandhaafd te blijven ten aanzien van de producten van de beurs en de handel daarin» en sluit aan bij wat internationaal in het algemeen gebruikelijk is op dit terrein Effecteninstellingen Het toezicht van de STE met betrekking tot leden van de beurzen gebeurt thans door middel van beoordeling van de maandelijkse rapportages van de controlebureaus van de beurzen en de door de beurzen opgestelde controleprogramma s per leden-categorie. In dit kader is afgesproken dat de uitvoering van deze programma s zal worden gecontroleerd door steekproefsgewijze periodieke beoordelingen van individuele controle-dossiers. De beoordeling van de controleprogramma s geschiedt eenmaal per jaar naast die van eventuele tussentijdse wijzigingen van deze programma s. Wanneer daartoe Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 5

6 aanleiding bestaat, kan de STE zelf op grond van haar wettelijke bevoegdheden een onderzoek instellen bij de beurs en/of het desbetreffende lid. Gelet op de eindverantwoordelijkheid die de toezichthouder draagt voor het verlenen en intrekken van vergunningen, heeft de STE mij meegedeeld dat zij haar toezicht op het gebied van de beursleden binnen het bestaande kader van de Wte 1995 verder wil versterken. Deze versterking houdt in dat de STE in algemene zin bepaalt op welke wijze de controlebureaus van de beurzen invulling dienen te geven aan controles. Tevens bepaalt de STE de inhoud en frequentie van de aan haar gerapporteerde controlebevindingen van de controlebureaus. De STE zal door middel van reviews van de werkzaamheden van de controlebureaus erop toezien dat hieraan in de praktijk ook een efficiënte en effectieve invulling wordt gegeven. Wanneer de STE signalen ontvangt uit hoofde van controlerapportages van de beurzen of uit andere bronnen dat er bij een beurslidvergunninghouder sprake is van een (dreigende) overtreding van de wettelijke toezichtregels, zal de STE bepalen welke specifieke maatregelen met betrekking tot dat beurslid genomen dienen te worden. Dit voornemen van de STE past in mijn beleid om het toezicht geleidelijk en verder te versterken en heeft dan ook mijn instemming. De STE zal na overleg met de betrokkenen, mede ter vermijding van doublures, een kader vaststellen waarin de heroriëntatie van het toezicht gestalte zal krijgen. De verwachting is dat deze heroriëntatie personele consequenties zal hebben voor de STE Misbruik van voorwetenschap Onderzoeken naar overtredingen van de wettelijke regels op het gebied van misbruik van voorwetenschap vinden thans al volledig door de STE zelf plaats. Aan deze onderzoeken gaat als regel een signaleringsfase vooraf, waarin op basis van signalen door de STE wordt besloten of aanleiding bestaat tot het instellen van een onderzoek. Deze onderzoeken zijn administratiefrechtelijk van aard. Wanneer de aanwijzingen betrekking hebben op een overtreding van de wet, stelt de STE met haar eigen controle-afdeling een onderzoek in. Bij de uitvoering van deze onderzoeken krijgt zij om efficiency-redenen waar mogelijk ondersteuning van medewerkers van de beurzen. Wanneer uit het onderzoek van de STE mocht blijken dat de Modelcode ter voorkoming van misbruik van voorwetenschap van de VvdE (Modelcode) of andere regels van de beurzen zijn overtreden, stelt de STE de desbetreffende beurs hiervan als regel zo spoedig mogelijk in kennis. Tijdens het STE-onderzoek verkregen informatie, die duidt op mogelijke overtreding(en) van de Modelcode of andere beursreglementering, wordt door de STE als regel zo spoedig mogelijk aan de betrokken beurs verschaft. Wanneer de aanwijzing uitsluitend betrekking heeft op een overtreding van de Modelcode of andere beursreglementen, wordt het onderzoek verder uitgevoerd door de desbetreffende beurs. Voor een strafrechtelijk onderzoek wordt de ECD ingeschakeld. De werkafspraken tussen de STE en de ECD zijn neergelegd in een convenant waarover in uw notitie met instemming wordt gesproken. Verder is, zoals uw commissie bekend is, onlangs de capaciteit bij de STE, ECD en OM ten behoeve van misbruik voorwetenschapzaken uitgebreid. Een wetsvoorstel ter versterking van de bestrijding van misbruik van voorwetenschap ligt tenslotte thans voor advies bij de Raad van State. Het wetsvoorstel houdt een aanscherping van het beleid in, in die zin dat ieder handelen met voorwetenschap strafbaar zal zijn, ongeacht of hiermee voordeel kan worden behaald. Bovendien wordt de reikwijdte van de strafbepaling uitgebreid tot de zogenaamde «as if and when issued»-handel en tot de niet-beursgenoteerde afgeleide instrumenten als de voorwetenschap betrekking heeft op de onderliggende Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 6

7 beursgenoteerde effecten. Verder voorziet het wetsvoorstel in een verplichting voor (onder andere) bestuurders en commissarissen van effectenuitgevende instellingen om transacties in effecten van de eigen instelling te melden aan de STE. Hiermee wordt beoogd de controle op de naleving van de strafbepaling te vergemakkelijken. Bovendien zal van de voorgestelde meldingsplicht naar verwachting een preventieve werking uitgaan. Gelet op het feit dat de op dit toezichtsgebied genomen maatregelen convenant STE/ECD, capaciteitsuitbreiding, aanscherping wetgeving relatief kort geleden zijn ingevoerd, ligt het mijns inziens voor de hand eerst de ervaringen hiermee af te wachten alvorens te bezien of er behoefte bestaat om de organisatie van dit toezichtsgebied te wijzigen. 5. Overige onderwerpen De overige onderwerpen die door uw commissie worden aangesneden betreffen de herstructurering van de Amsterdamse Effectenbeurs, het vermijden van iedere schijn van belangenverstrengeling bij de bezetting van functies binnen de effectenwereld, de deskundigheid van bij het toezicht betrokken personen, het Openbaar Ministerie, de Klachtencommissie Effectenbedrijf en de Wet Economische Mededinging. Hieronder wordt op deze onderwerpen ingegaan Herstructurering Amsterdamse Effectenbeurs (AEB)/VvdE Thans worden door de betrokken beurzen voorstellen voorbereid ter herstructurering van de AEB/VvdE. In het kader van de benodigde beurserkenning op grond van artikel 22 van de Wte 1995 zullen deze voorstellen door mij worden bezien. Zij zullen uiteraard moeten passen binnen de wet en een adequaat toezicht mogelijk moeten maken. Opgemerkt wordt dat de beoogde ontkoppeling van de beurshouder en de VvdE weliswaar een bijdrage kan leveren aan de vermindering van de kans op belangenverstrengeling. Belangrijker in dit verband is het functioneren van één wettelijke toezichthouder Deskundigheid van bij toezicht betrokken personen Met uw commissie ben ik het eens dat de deskundigheid van de diverse actoren in het effectenverkeer van groot belang is. Het streven is er dan ook steeds op gericht personen aan te stellen die berekend zijn op hun taak. Dit beleid zal ook in de toekomst worden voortgezet Openbaar Ministerie (OM) In uw notitie wordt aangegeven dat grote waarde wordt gehecht aan het plan twee vaste Officieren van Justitie voor minimaal drie jaar te belasten met de portefeuille financiële fraudezaken. Dezerzijds wordt opgemerkt dat het aanstellen van twee Officieren van Justitie bij het Openbaar Ministerie in Amsterdam die beursfraude, waaronder ook misbruik van voorwetenschapzaken valt, in hun portefeuille hebben geen plan betreft, maar al praktijk is. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in de op 16 februari 1996 toegezonden notitie inzake de handhaving van de integriteit van het effectenwezen. Ik heb van het OM begrepen dat ervoor gewaakt zal worden dat tenminste één van deze twee Officieren van Justitie ervaren is Klachtencommissie Effectenbedrijf (KCE) Alvorens in te gaan op uw aanbevelingen over de KCE, wordt benadrukt Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 7

8 dat de tuchtrechtelijke controle die de VvdE zelf op de leden uitoefent, moet worden onderscheiden van de functie van de onafhankelijke KCE. De tuchtrechtelijke controle houdt kortgezegd in dat leden die de Statuten of andere reglementen van de VvdE hebben overtreden voor de Commissie van Orde of de Commissie van Beroep ter verantwoording kunnen worden geroepen. Van een andere orde is de KCE die in het leven is geroepen ten behoeve van de cliënten van leden. De KCE is ingesteld om een ieder, die meent dat hij door een handelen of nalaten van een bedrijfslid, een beurslid of een remisier in zijn belang is getroffen, de mogelijkheid te geven terzake schriftelijk een klacht in te dienen bij de KCE. De (plaatsvervangend) voorzitter en de leden van de KCE worden benoemd door de president van de arrondissementsrechtbank in Amsterdam op voordracht van het bestuur van de VvdE. In uw notitie worden drie aanbevelingen gedaan met betrekking tot de KCE. Ten eerste zou de KCE meer bekendheid moeten krijgen. Ten tweede wordt gepleit voor het vervangen van het bindend advies van de KCE door een bindende uitspraak. Ten derde wordt de VvdE in overweging gegeven een maximale termijn voor de behandeling van een klacht door de KCE, van bijvoorbeeld een jaar, in haar reglement op te nemen. Met betrekking tot de eerste aanbeveling wordt opgemerkt dat de VvdE kennis heeft genomen van de wens van uw commissie om de bekendheid van de KCE te vergroten. De VvdE zal in overleg met de voorzitter van de KCE bezien op welke wijze dit kan worden gerealiseerd. In de tweede aanbeveling van uw commissie wordt reeds voorzien. Uitspraken van de KCE hebben de vorm van een bindend advies. Beide partijen zijn aan dat advies gebonden; de klager door een verklaring bij indiening van de klacht, en het bedrijfslid, beurslid of de remisier krachtens statutaire en reglementaire bepalingen van de VvdE. Het is derhalve een voor beide partijen bindende uitspraak. Overigens is de gang voor beleggers naar de KCE facultatief. Een belegger die in zijn belang is getroffen, kan ook een civiele procedure tot schadevergoeding aanspannen bij de burgerlijke rechter. De procedure bij de KCE heeft echter als voordeel dat daar inmiddels een grote deskundigheid is opgebouwd op het terrein van het effectenbedrijf. Verder zijn de kosten verbonden aan deze relatief snelle procedure laag; de KCE brengt voor haar werkzaamheden geen kosten in rekening bij de klager. Over de derde aanbeveling van uw commissie het invoeren van een maximale termijn voor het afhandelen van klachten heeft de KCE mij meegedeeld dat de uitspraken van de KCE meestal ruimschoots binnen een jaar na ontvangst van de klacht volgen, tenzij zich complicaties voordoen die een nader onderzoek vergen of de klager zelf om uitstel verzoekt omdat hij nog in onderhandeling is met de wederpartij. Het lijkt derhalve niet gewenst een maximale termijn voor de behandeling van een klacht in het reglement op te nemen, aangezien dit in het nadeel van de klager zou kunnen werken Wet economische mededinging (Wem) In uw notitie wordt gevraagd naar de gevolgen van de Wem voor het toezicht op het effectenverkeer. Aangenomen wordt dat hier gedoeld wordt op de toelaatbaarheid van de beursregels van de VvdE onder de gewijzigde Wem. De gewijzigde Wem die thans voor behandeling bij de Tweede Kamer ligt, gaat mededingingsregels in beginsel verbieden. Er zal echter een vrijstelling van dit verbod worden opgenomen, wanneer uit anderen hoofde al wettelijk toezicht bestaat. Hiervan is sprake bij de beursregels van de VvdE; op deze regels wordt ingevolge de Wte 1995 toezicht gehouden door de STE. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 8

9 6. Conclusies Het toezicht op het effectenverkeer, zowel op de beurzen als daarbuiten, is overgedragen aan één wettelijke toezichthouder, te weten de STE. Onder invloed van de internationalisering van de effectenhandel en de daarmee samenhangende toenemende mogelijkheden tot criminele praktijken en de verharding van de handel, is de rol van de STE geleidelijk versterkt. Nagegaan is op welke toezichtsgebieden, met inachtneming van de voordelen die zijn verbonden aan het laten van een zekere mate van zelfregulering van de beurzen, verder invulling kan worden gegeven aan dit beleid van geleidelijke en verdere versterking van de STE. Geconcludeerd wordt dat ten aanzien van het toezicht op effecteninstellingen de rol van de STE verder kan worden vergroot. Op korte termijn zal daartoe de controle van de beursleden door de controlebureaus van de beurzen gaan worden aangestuurd door de STE. Dit betekent dat de STE in algemene zin bepaalt op welke wijze de controlebureaus van de beurzen invulling dienen te geven aan controles. Tevens bepaalt de STE de inhoud en frequentie van de aan haar gerapporteerde controlebevindingen van de controlebureaus. De STE zal door middel van reviews van de werkzaamheden van de controlebureaus erop toezien dat hieraan in de praktijk ook een efficiënte en effectieve invulling wordt gegeven. Wanneer de STE signalen ontvangt uit hoofde van controle-rapportages van de beurzen of uit andere bronnen dat er bij een beurslid-vergunninghouder sprake is van een (dreigende) overtreding van de wettelijke toezichtregels, zal de STE bepalen welke specifieke maatregelen met betrekking tot dat beurslid genomen dienen te worden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 1 9

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 724 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het kunnen vaststellen van tijdelijke voorschriften ter bevordering van ordelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

Integriteitscode Roelof van Echten College

Integriteitscode Roelof van Echten College Integriteitscode Roelof van Echten College Het bestuur van de Stichting Roelof van Echten besluit gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 tot vaststelling van de onderstaande

Nadere informatie

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o Integriteitscode Het college van bestuur van Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o. besluit gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 tot vaststelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 400 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1996 Nr. 18 BRIEF

Nadere informatie

Integriteitscode. Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci;

Integriteitscode. Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci; Integriteitscode Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci Het college van bestuur van Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci besluit d.d. 19 mei 2016 gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol

Samenwerkingsprotocol Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum Betreft Raad van Toezicht Autoriteit Financiële Markten

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum Betreft Raad van Toezicht Autoriteit Financiële Markten > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V.

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. De Raad van Commissarissen heeft in overleg met de Raad van Bestuur het volgende Reglement vastgesteld I INLEIDING 1.1 Dit reglement

Nadere informatie

STAFBUREAU INTEGRITEITSCODE CSG HET NOORDIK

STAFBUREAU INTEGRITEITSCODE CSG HET NOORDIK STAFBUREAU INTEGRITEITSCODE CSG HET NOORDIK Kenmerk: SB/HND/KCH/2016/001008 Vastgesteld door het bestuur d.d. 11 april 2017 Voorwoord De integriteitscode is onderdeel van het veiligheidsbeleid van CSG

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement intern toezicht In werking 01-01-2019 Artikel 1. Begripsbepalingen: De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Klachtenregeling Kelderwerk

Klachtenregeling Kelderwerk Klachtenregeling Kelderwerk (Seksuele) intimidatie, agressie, geweld, discriminatie en/of onbehoorlijk gedrag Advies Platformoverleg d.d. 6 februari 2008 Vastgesteld d.d. 28 februari 2008 Op grond van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Ik heb een klacht. Alescon T.a.v. de Klachtencoördinator Postbus 990 9400 AZ Assen

Ik heb een klacht. Alescon T.a.v. de Klachtencoördinator Postbus 990 9400 AZ Assen Ik heb een klacht U werkt, u volgt een reïntegratietraject of u staat op de wachtlijst bij Alescon. Wij doen ons best om u altijd zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het gebeuren dat u niet tevreden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

B 11 Buitenlandse werknemers 8

B 11 Buitenlandse werknemers 8 B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet

Nadere informatie

2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 februari 2016, houdende nadere wijziging van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (S.B. 2002 no. 65, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.

Nadere informatie

Integriteitscode 1. Er is een aparte integriteitscode externe relaties (zie ook de website).

Integriteitscode 1. Er is een aparte integriteitscode externe relaties (zie ook de website). Integriteitscode 1 Het College van Bestuur van de Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Zuidoost Friesland (CSG Liudger) te Drachten, Burgum en Waskemeer besluit - gelet op richtlijn 9 van de

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 095 Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 teneinde de effectiviteit van deze wet op het gebied van het bestrijden van gebruik van

Nadere informatie

Klachtenregeling NPO. conform Hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht

Klachtenregeling NPO. conform Hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht Klachtenregeling NPO conform Hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht 1 Klachtenregeling Nederlandse Publieke Omroep, als bedoeld in Hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht De Raad van Bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Klachtenreglement voor klanten Super Sociaal

Klachtenreglement voor klanten Super Sociaal Omschrijving: reglement m.b.t. het behandelen van klachten van klanten door een onafhankelijke commissie. Inhoud 1. begripsomschrijvingen 2. samenstelling klachtencommissie 3. indiening van de klacht 4.

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Klachtenreglement CIZ. Klachtenreglement CIZ - vastgesteld 31 december 2014 1

Klachtenreglement CIZ. Klachtenreglement CIZ - vastgesteld 31 december 2014 1 Klachtenreglement CIZ 2015 Klachtenreglement CIZ - vastgesteld 31 december 2014 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Definities Artikel 2 Klachtrecht Artikel 3 Behoorlijke behandeling Hoofdstuk

Nadere informatie

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving De Wet op het voortgezet onderwijs.

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving De Wet op het voortgezet onderwijs. Definitieve versie, 7-11-2017 De raad van bestuur van Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving besluit gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO tot vaststelling

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directie Woningmarkt Turfmarkt

Nadere informatie

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST

OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST NIBE-SVV 1. Een beleggingsonderneming overtreedt meerdere regels uit de Wet op het financieel toezicht (Wft). Hieronder volgen twee beweringen over

Nadere informatie

Klachtenreglement. Claims Settlement. Claims Settlement gaat verder... Inwerkingtreding: 1-1-2012 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Klachtenreglement. Claims Settlement. Claims Settlement gaat verder... Inwerkingtreding: 1-1-2012 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Claims Settlement grensoverschrijdende letselschade experts Klaas Swaagweg 3 Barsingerhorn e Netherlands PO Box / Postbus 53 1740 AB Schagen e Netherlands +31 (0) 224 540489 www.claimssettlement.nl letsel@claimssettlement.nl

Nadere informatie

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2000 (17.04) (OR. en) 7316/00 LIMITE EUROPOL 4 NOTA van: Europol aan: de Groep Europol nr. vorig doc.: 5845/00 EUROPOL 1 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3 Betreft: Artikel

Nadere informatie

Afspraken tripartiet overleg financiële onderneming, externe accountant, De Nederlandsche Bank

Afspraken tripartiet overleg financiële onderneming, externe accountant, De Nederlandsche Bank Afspraken tripartiet overleg financiële onderneming, externe accountant, De Nederlandsche Bank Wft: Wet op het financieel toezicht Bpr: Besluit prudentiële regels Wft Wta: Wet toezicht accountantsorganisaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarkbeleid Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

BNG Regeling melding (vermeende) misstand

BNG Regeling melding (vermeende) misstand Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 0703750750 www.bngbank.nl BNG Regeling melding (vermeende) misstand BNG Bank is een handelsnaam van N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, statutair gevestigd te Den Haag,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 131 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de uitvoering van Richtlijn nr. 2005/68/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 463 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 20 december 2002 Rapportnummer: 2002/388

Rapport. Datum: 20 december 2002 Rapportnummer: 2002/388 Rapport Datum: 20 december 2002 Rapportnummer: 2002/388 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de secretaris van de klachtencommissie AWB van de provincie Utrecht zich in zijn brief van 15 februari 2001

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 24 september 2015 Betreft Nader rapport

Nadere informatie

Klachtenreglement AZOMA (Ambulante Zorg Op Maat Amsterdam)

Klachtenreglement AZOMA (Ambulante Zorg Op Maat Amsterdam) Klachtenreglement AZOMA (Ambulante Zorg Op Maat Amsterdam) Klachtenreglement in de zin van artikel 2 Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector van de vennootschap onder firma AZOMA, kantoorhoudende te Amsterdam

Nadere informatie

Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG)

Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG) Integriteitscode Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG) Colofon: Uitgave: S.I.V.O.G. Vastgesteld door Bestuur: d.d. 18 november 2016 Instemming GMR: d.d. 28 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 100 Wijziging van de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II en de Implementatiewet richtlijn financiële conglomeraten I ter implementatie

Nadere informatie

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. en de Pensioen- & Verzekeringskamer ingevolge

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING Reglement van orde van de landelijke Klachtencommissie Reclassering (Definitief vastgesteld op 20 december 2012) De Klachtencommissie Reclassering, gelet op hoofdstuk 5 van

Nadere informatie

Klachtenreglement. Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen. Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder:

Klachtenreglement. Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen. Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Klachtenreglement Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. Cereo BV: het adviesbureau van arbeids-, reïntegratiedeskundigen en bedrijfsadviseurs gevestigd

Nadere informatie

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS Begripsomschrijving Artikel 1 Beroepscode Commissie Consument Erkend Hypotheekadviseur Geschillencommissie Hypothecaire

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 15 637 Casinospelen Nr. 2 Het vroegere stuk is gedrukt in de zitting 1978-1979 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de heer Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 696 Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 teneinde richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Fondsdocumenten SNPF. Reglement Raad van toezicht

Fondsdocumenten SNPF. Reglement Raad van toezicht Fondsdocumenten SNPF Reglement Raad van toezicht Reglement raad van toezicht Artikel 1. Samenstelling, benoeming en ontslag 1. De raad van toezicht bestaat uit drie onafhankelijke deskundige personen die

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming

Nadere informatie

Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN

Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN Dit reglement is op grond van artikel 8.3 het reglement van de Raad van Commissarissen vastgesteld door middel van een besluit van de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

HOOFSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 1

HOOFSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 1 WET van 21 juni 1968 houdende algemene regelen betreffende het Toezicht op het Bank- en Kredietwezen (G.B. 1968 no. 63), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1986 no. 82. HOOFSTUK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 670 Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 met het oog op de ontwikkelingen in de organisatie van het toezicht op het effectenverkeer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 463 Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet) Nr. 95 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 april 2000 Het voorstel van wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 973 Wijziging van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (verhoging maximaal bedrag tuchtrechtelijke boete en wijziging samenstellingseisen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 27 789 Modernisering Successiewetgeving Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 232 Wijziging van de Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet ter implementatie van verordening (EG) nr. 2111/2005 inzake de vaststelling van een

Nadere informatie

Aan de Koning. 1. Geschiktheidstoets

Aan de Koning. 1. Geschiktheidstoets > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 14 februari 2017 Betreft Nader

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 670 Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 met het oog op de ontwikkelingen in de organisatie van het toezicht op het effectenverkeer

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Klachtenregeling Klachtenportaal Zorg voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vallend onder de Jeugdwet Artikel 1 Begripsbepalingen

Klachtenregeling Klachtenportaal Zorg voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vallend onder de Jeugdwet Artikel 1 Begripsbepalingen Klachtenregeling Klachtenportaal Zorg voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vallend onder de Jeugdwet De onafhankelijke klachtenregeling van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen

Nadere informatie

Reglement Klachtencommissie Cliënten Mentaal Beter

Reglement Klachtencommissie Cliënten Mentaal Beter Reglement Klachtencommissie Cliënten Mentaal Beter INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Begrippen Blz. 03 Artikel 2 Uitgangspunten Blz. 04 Artikel 3 De Klachtencommissie Blz. 05 Artikel 4 De werkwijze van de commissie

Nadere informatie

Klachtenregeling VeWeVe

Klachtenregeling VeWeVe Klachtenregeling VeWeVe Artikel 1. Definities Aangeklaagde: Auditbureau: Beroep: Bestuur: Cliënt: Klacht: Klachtencommissie: Klager: Kwaliteitsprotocol: Lid: Secretaris: de natuurlijke of rechtspersoon

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. http://wetten.overheid.nl/bwbr00069/07-06-7/0/afdrukken De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet toezicht financiële verslaggeving Geldend van 7-06-07 t/m heden Wet van 8 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 302 Personeelsoptieregelingen en gebruik van voorwetenschap Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen

Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen Reglement verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen 9 september 2014 Reglement verantwoordingsorgaan SPD 1 van 7 Artikel 1. Definities Bestuur: Deelnemer: Pensioengerechtigde: Intern

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

KLACHTENREGELING KLACHTENREGELING

KLACHTENREGELING KLACHTENREGELING 1 INHOUD Inleiding 3 Aanhef 3 Begripsbepalingen 4 Artikel 1 4 Behandeling van de klachten 4 Paragraaf 1: De contactpersoon 4 Artikel 2: Aanstelling en taak contactpersoon 4 Paragraaf 2: De vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in toezichtwetgeving en het handhavingsbeleid van de CBA

Recente ontwikkelingen in toezichtwetgeving en het handhavingsbeleid van de CBA Recente ontwikkelingen in toezichtwetgeving en het handhavingsbeleid van de CBA mr. R.A. (Anthony) Vleeming Senior Policy Advisor Prudential Supervision Department 28 oktober 2016 1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

Reglement Tuchtcommissie

Reglement Tuchtcommissie Reglement Tuchtcommissie 1 mei 2016 Artikel 1 De in dit Reglement Tuchtcommissie voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en voorts de navolgende:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 827 Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van Strafvordering ter implementatie

Nadere informatie

Reglement. Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB)

Reglement. Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB) Reglement Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB) Reglement SNTB - 2007 1 Reglement Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB) ingevolge artikel 3 lid 4 van deze CAO en artikel

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Gelet op artikel 26 van de statuten en artikel 17 van het reglement van orde van De Nederlandsche Bank NV;

Gelet op artikel 26 van de statuten en artikel 17 van het reglement van orde van De Nederlandsche Bank NV; DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Regeling onverenigbare functies en werkzaamheden directieleden en commissarissen De raad van commissarissen, Gelet op artikel 26 van de statuten en artikel 17 van het reglement

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,

Nadere informatie

REGLEMENT PRIVE-BELEGGINGEN VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN EN RAAD VAN BESTUUR VAN MACINTOSH RETAIL GROUP NV

REGLEMENT PRIVE-BELEGGINGEN VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN EN RAAD VAN BESTUUR VAN MACINTOSH RETAIL GROUP NV REGLEMENT PRIVE-BELEGGINGEN VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN EN RAAD VAN BESTUUR VAN MACINTOSH RETAIL GROUP NV Vastgesteld en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen op 15 december 2004 Definities:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur Turfmarkt

Nadere informatie

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES November 2006 1 GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES PRINCIPES I. Naleving en handhaving van de code Het bestuur 1 en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant.

als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant. stichting Thuiszorg West-Brabant. als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant. 1. Doel, reikwijdte en vaststelling reglement 1.1 Door middel van dit reglement

Nadere informatie

Deze regeling geeft uitvoering aan de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ)

Deze regeling geeft uitvoering aan de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) KLACHTENREGELING cliënten Klas op Wielen Deze regeling geeft uitvoering aan de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) De klachtenbehandeling is enerzijds een vorm van serviceverlening. Anderzijds is

Nadere informatie

Integriteitscode Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs

Integriteitscode Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs Integriteitscode Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs Het College van Bestuur van de Stichting Limburgs Voortegzet Onderwijs besluit gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4

Nadere informatie

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen Agendapunt 7 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering d.d. 20 februari 2015 KLACHTENREGELING VRG Dit document betreft een regeling voor extern ingediende klachten over gedragingen van (een)

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor 1. Inleiding De Wet lokaal spoor (Wls) treedt in werking op 1 december 20015. Deze wet beoogt de wetgeving inzake de lokale spoorwegen te moderniseren en zorgt ervoor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 466 Institutionele vormgeving van het toezicht op de financiële marktsector Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

3 Benoeming en ontslag van de externe klachtenfunctionaris

3 Benoeming en ontslag van de externe klachtenfunctionaris Klachtenreglement Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid Versie 1 12 10 2007 Reglement goedgekeurd door Bestuur, van kracht per 1 11 2007 Versie 2 02 06 2014 Wijziging goedgekeurd door Bestuur,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 050 Wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen

Nadere informatie