Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen"

Transcriptie

1 Literatuur Aanen, D.K., De zorgbrede governancecode. Zorg & Financiering (3), Beerepoot, C.C., De Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag. Bohn Stafleu van Loghum, College bouw zorginstellingen, Bouwen onder de WTZi-cure. Cahier College bouw zorginstellingen, Huisvesting voor AWBZ-zorg. Cahier2006. Hermans, H.E.G.M., Windhorst, C.J., Tekst en toelichting Wet toelating zorginstellingen. Sdu uitgevers, Hubben, J.H., Zenderen, L.A.M. van (red.), Het stelsel voorbij. Vermande, Linders, J.J.M., Hekesen-Van Bruggen, G. van, Juridische aspecten van DBC s. TvGR, p , Linders, J.J.M., Winst in de zorg. TvGR, p. 80 e.v., Sijmons, J.G., Aanbodregulering en de Wet toelating zorginstellingen, Sdu, Scheerder, R.L.J.M., Integrale tarieven en kapitaallasten. Zorg & Financiering (4), Scheerder, R.L.J.M., Bouwen in de zorg, tussen sturen en loslaten. Zorg & Financiering (8), 2004.

2 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen Wet van 20 oktober 2005 tot vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het ter bevordering van de overgang van een centraal aanbod gestuurd naar een decentraal vraaggericht zorgstelsel wenselijk is de regels inzake de toelating van zorginstellingen en die inzake de bouwprocedure te vereenvoudigen en samen te voegen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; b College bouw: het College bouw zorginstellingen, genoemd in artikel 19; c College sanering: het College sanering zorginstellingen, genoemd in artikel 32; d College zorgverzekeringen: het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet; e Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten: het fonds, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering sociale verzekeringen; f instelling: een organisatorisch verband dat een toelating heeft als bedoeld in artikel 5, eerste lid; g exploitatie van een instelling: het in bedrijf hebben van een instelling.

3 78 Wet toelating zorginstellingen 2 Bij algemene maatregel van bestuur kan met betrekking tot daarbij aan te wijzen categorieën van instellingen worden bepaald dat delen van deze wet op die instellingen of een deel daarvan niet van toepassing zijn. 3 Bij algemene maatregel van bestuur kan met betrekking tot daarbij aan te wijzen categorieën van instellingen worden bepaald dat zij, al dan niet onder voorwaarden of beperkingen, voor de toepassing van artikel 5, eerste lid, worden aangemerkt als in het bezit van een toelating. Artikel 2 1 Met het oog op de totstandkoming van een beleidsregel van de Nederlandse Zorgautoriteit op grond van artikel 57 van de Wet marktordening gezondheidszorg, kan bij ministeriële regeling met betrekking tot de instelling of instellingen waarvoor die beleidsregel geldt, worden bepaald dat delen van deze wet op die instellingen of een deel daarvan niet van toepassing zijn voor de duur van het in die beleidsregel bedoelde experiment. 2 Alvorens overeenkomstig het eerste lid een ministeriële regeling wordt vastgesteld, wordt het ontwerp daarvan schriftelijk meegedeeld aan de beide kamers der Staten-Generaal. De regeling wordt niet eerder vastgesteld dan nadat tien dagen zijn verstreken na die mededeling. 3 De regeling vervalt op het tijdstip waarop ingevolge de beleidsregel het experiment is geëindigd. 4 Onze Minister evalueert de toepassing van dit artikel tijdig en tijdens de uitvoering van het experiment. Hoofdstuk II. Visie en beleidsregels Artikel 3 1 Onze Minister maakt, gelet op de ontwikkelingen in de gezondheidszorg, ten minste eenmaal in de vier jaar zijn visie op een kwalitatief goed, doelmatig, evenwichtig en voor eenieder toegankelijk stelsel van gezondheidszorg bekend. In deze visie is tevens opgenomen hoe de bereikbaarheid van de acute zorg, daaronder begrepen de daaraan verbonden basiszorg, en van andere vormen van zorg ten aanzien waarvan aan de bereikbaarheid een bijzonder belang wordt gehecht, is gewaarborgd. Deze visie bevat tevens het financieel kader dat beschikbaar is voor de kosten voortvloeiend uit toelatingen die Onze Minister verleent met toepassing van artikel 7. 2 Onze Minister zendt een afschrift van zijn visie aan beide kamers der Staten-Generaal en aan het College bouw.

4 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 79 Artikel 4 Onze Minister stelt, gezien zijn visie, bedoeld in artikel 3, beleidsregels vast omtrent de beoordeling van aanvragen om toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid. Deze beleidsregels bevatten in ieder geval criteria omtrent de spreiding van de in artikel 3 bedoelde vormen van zorg ten aanzien waarvan aan de bereikbaarheid een bijzonder belang wordt gehecht. In de beleidsregels stelt Onze Minister voorts criteria vast voor het bepalen van de prioriteit van aanvragen om een toelating waarop Onze Minister beslist met toepassing van artikel 7; deze criteria hebben in ieder geval betrekking op de bouwkundige en functionele staat van de instellingen. Hoofdstuk III. Toelating en bouwprocedure Artikel 5 1 Een organisatorisch verband dat behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie van instellingen die zorg verlenen waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet, moet voor het verlenen van die zorg een toelating hebben van Onze Minister. 2 Een toelating kan aan instellingen met een winstoogmerk slechts worden verleend indien die instelling behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie. Artikel 6 Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld: a de wijze waarop een aanvraag om een toelating bij Onze Minister wordt ingediend; b welke gegevens bij de aanvraag worden overgelegd; c met betrekking tot aanvragen waarop Onze Minister beslist met toepassing van artikel 7: de termijn na de aanvang van een periode van telkens twee jaar, waarbinnen aanvragen in behandeling worden genomen met het oog op het toepassen van de beleidsregels, bedoeld in artikel 4. De eerste periode van twee jaar vangt aan op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet dan wel, indien dat tijdstip niet 1 januari van enig jaar is, op 1 januari van het jaar, volgend op dat waarin deze wet in werking treedt. Artikel 7 1 Indien een organisatorisch verband, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie, een toelating vraagt voor het verlenen van zorg ten behoeve waarvan een bij die maatregel aangewezen

5 80 Wet toelating zorginstellingen vorm van bouw plaatsvindt, beslist Onze Minister vóór het eind van de tweejaarlijkse periode, bedoeld in artikel 6, onder c, waarin de aanvraag in behandeling is genomen. Onze Minister stelt de zorgverzekeraars in de zin van artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet gezamenlijk in de gelegenheid hun zienswijze kenbaar te maken. 2 Onze Minister wint over een aanvraag om een toelating als bedoeld in het eerste lid het advies in van het College bouw. Het College bouw beziet de aanvraag onder meer in het licht van de eisen, bedoeld in artikel Onze Minister verleent een toelating indien: a de exploitatie past in de beleidsregels, bedoeld in artikel 4; b na toepassing van de beleidsregels, bedoeld in artikel 4, het verlenen van een toelating niet zou leiden tot overschrijding van het financieel kader dat blijkens artikel 3, eerste lid, daarvoor beschikbaar is; en c het organisatorisch verband voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen omtrent de bestuursstructuur, alsmede omtrent waarborgen voor een ordelijke en controleerbare bedrijfsvoering. 4 Van de verleende toelatingen doet Onze Minister mededeling in de Staatscourant. Artikel 8 Indien het verlenen van een toelating niet mogelijk is op grond van artikel 7, derde lid, onderdeel b, houdt Onze Minister op verzoek van de aanvrager van de toelating de beslissing op diens aanvraag aan tot de eerstvolgende keer dat op grond van artikel 7 over aanvragen moet worden beslist. Artikel 9 1 Onze Minister verleent een toelating waarop hij niet beslist met toepassing van artikel 7, indien: a de exploitatie past in de beleidsregels, bedoeld in artikel 4; b het organisatorisch verband voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen omtrent de bestuursstructuur, alsmede omtrent waarborgen voor een ordelijke en controleerbare bedrijfsvoering. 2 Van de verleende toelatingen doet Onze Minister mededeling in de Staatscourant en aan de beheerder van het register van zorgaanbieders, bedoeld in artikel 14 van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Artikel 10 1 Het College bouw stelt op verzoek van Onze Minister prestatie-eisen vast die bij bouw in acht moeten worden genomen. De eisen behoeven de goedkeuring van Onze Minister. 2 Onze Minister weigert goedkeuring indien de prestatie-eisen niet passen in een doelmatig, voor eenieder toegankelijk en evenwichtig stelsel van gezondheidszorg.

6 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 81 3 Het besluit omtrent goedkeuring wordt binnen acht weken na verzending bekendgemaakt. Het nemen van een besluit omtrent goedkeuring kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. 4 Indien binnen de in het derde lid genoemde termijn geen besluit tot goedkeuring of verdaging, dan wel binnen de termijn waarvoor het besluit is verdaagd, geen besluit omtrent goedkeuring is genomen, wordt een besluit tot goedkeuring geacht te zijn genomen. 5 De prestatie-eisen liggen voor een ieder bij het College bouw ter inzage. Het College bouw doet van de goedkeuring en de terinzagelegging mededeling in de Staatscourant en in één of meer dag- of nieuwsbladen die landelijk worden verspreid. Artikel 11 1 Voor bouw waarvoor Onze Minister met toepassing van artikel 7 toelating heeft verleend, is een vergunning vereist van het College bouw. 2 Het College bouw verleent de vergunning voor zover de beoogde bouw: a overeenkomt met hetgeen waarvoor de toelating, bedoeld in artikel 7, is verleend; en b voldoet aan de prestatie-eisen. 3 Het College bouw bepaalt welke gegevens ten behoeve van zijn beslissing moeten worden ingediend. 4 Het College bouw kan aan de vergunning voorschriften verbinden met het oog op een goed verloop van de bouw. Artikel 12 In de beslissing tot toelating met toepassing van artikel 7 of in de vergunning op grond van artikel 11 kan Onze Minister onderscheidenlijk het College bouw opnemen dat voor de eindverantwoording van bouw goedkeuring is vereist van het College bouw. Het College bouw toetst daarbij aan hetgeen waarvoor het vergunning heeft verleend dan wel, indien een vergunning niet was vereist, aan hetgeen waarvoor Onze Minister een toelating heeft verleend. Het College bouw zendt afschrift van zijn beschikkingen aan Onze Minister en van zijn beschikkingen die betrekking hebben op academische ziekenhuizen als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, een afschrift aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hoofdstuk IV. Exploitatie Artikel 13 1 Een instelling voldoet, voorzover van toepassing, aan de eisen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en in artikel 7, derde lid, onder c, onderscheidenlijk artikel 9, eerste lid, onder b. Onze Minister kan aan een toelating andere

7 82 Wet toelating zorginstellingen voorschriften verbinden. De voorschriften kunnen worden gewijzigd of ingetrokken en nieuwe voorschriften kunnen worden gesteld. 2 Onze Minister kan de toelating intrekken indien niet wordt voldaan aan de voorschriften, gesteld bij of krachtens het eerste lid. Artikel 14 1 Onze Minister kan op grond van de beleidsregels, bedoeld in artikel 4: a een toelating onder beperkingen verlenen; b aan een verleende toelating alsnog beperkingen stellen; c beperkingen wijzigen of intrekken; d een toelating intrekken. 2 Alvorens over te gaan tot een maatregel als bedoeld in het eerste lid, onder b of d, stelt Onze Minister de zorgverzekeraars in de zin van artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet, waarmee de instelling een overeenkomst heeft gesloten, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de instelling zich bevindt, en het bestuur en medewerkers van de betrokken instelling de gelegenheid om binnen een door Onze Minister te bepalen termijn hun opmerkingen omtrent dit voornemen aan hem kenbaar te maken. 3 Onze Minister doet van een beslissing tot beperking of intrekking van een toelating op grond van het eerste lid, onder b of d, mededeling in de Staatscourant en zendt een afschrift van deze beschikking aan het College sanering en aan de beheerder van het register van zorgaanbieders, bedoeld in artikel 14 van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Artikel 15 Het bestuur van een instelling stelt overeenkomstig door Onze Minister, voor zoveel nodig in overeenstemming met Onze Ministers die het mede aangaat, te stellen regelen de begroting, de balans en de resultatenrekening alsmede de daarbij behorende toelichting met betrekking tot de instelling vast en legt volledige afschriften daarvan ter inzage voor een ieder ter plaatse, door Onze Minister te bepalen. Artikel 16 Het bestuur van een instelling, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie, verstrekt aan Onze Minister of aan een bij die maatregel aangewezen bestuursorgaan de bij of krachtens die maatregel omschreven gegevens betreffende de exploitatie van de instelling.

8 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 83 Hoofdstuk V. Sanering Artikel 17 1 Het bestuur van een instelling wendt zich tot het College sanering binnen zes weken na bekendmaking van een beslissing tot: a beperking of intrekking van een toelating op grond van artikel 14, eerste lid, onder b of d; b beëindiging van de uitvoering van bijzondere medische verrichtingen of beëindiging van het gebruik van apparatuur op grond van artikel 6, vijfde lid, van de Wet op bijzondere medische verrichtingen. 2 Het College sanering stelt de financiële gevolgen van sanering vast ter zake van een beslissing als bedoeld in het eerste lid, alsmede ter uitvoering van een beslissing als bedoeld in artikel De in het tweede lid bedoelde vaststelling kan inhouden dat het College sanering subsidie verstrekt ter voorziening in de financiële gevolgen van de sanering. 4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot: a hetgeen onder financiële gevolgen van sanering moet worden verstaan; b de hoogte, de opbouw en wijze van berekening van de subsidie; c de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover; d de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend; e de verplichtingen van de subsidie-ontvanger; f de vaststelling van de subsidie; g de betaling en terugvordering van de subsidie en het verlenen van voorschotten. 5 In de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vierde lid, kan worden bepaald dat het College sanering nadere regels stelt over daarbij aangewezen onderwerpen. De door het College sanering gestelde regels behoeven de goedkeuring van Onze Minister. 6 Een beschikking tot subsidievaststelling wordt niet genomen dan nadat het College zorgverzekeringen hieromtrent is gehoord. 7 De betaling van de subsidie of het voorschot geschiedt door het College zorgverzekeringen ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. Onze Minister kan hieromtrent nadere regelen stellen. 8 Indien het College sanering vaststelt dat de financiële gevolgen van de sanering een positief saldo voor de betrokken instelling inhouden, kan het College sanering bepalen dat het saldo wordt gestort in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vierde lid, kunnen hieromtrent regels worden gesteld. 9 Van besluiten als bedoeld in het tweede lid doet het College sanering mededeling aan Onze Minister. 10 Onze Minister doet jaarlijks verslag aan de Staten-Generaal omtrent de door het College sanering ingevolge het tweede lid genomen besluiten.

9 84 Wet toelating zorginstellingen 11 Het College sanering is tevens belast met het toezicht op de sanering. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vierde lid, kunnen hieromtrent regels worden gesteld. Artikel 18 1 Het bestuur van een instelling, met uitzondering van een academisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, dat voornemens is om gebouwen of terreinen, of delen daarvan, blijvend niet meer voor de instelling te gebruiken, doet hiervan onverwijld mededeling aan het College sanering. 2 Het College sanering beslist binnen acht weken na ontvangst van de mededeling of het bestuur van de instelling de gebouwen of terreinen kan verhuren, vervreemden of aan enig beperkt recht kan onderwerpen zonder zijn goedkeuring. Bij de goedkeuring kan het College sanering bepalen dat bij verkoop een meeropbrengst ten opzichte van de boekwaarde wordt gestort in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. 3 Een rechtshandeling die is verricht in strijd met dit artikel, is vernietigbaar. De vernietigbaarheid kan worden ingeroepen door het College sanering. Hoofdstuk VI. Zelfstandige bestuursorganen Paragraaf 1. College bouw zorginstellingen Artikel 19 1 Er is een College bouw zorginstellingen, dat rechtspersoonlijkheid bezit. Het College bouw is gevestigd in een door Onze Minister te bepalen plaats. 2 Het College bouw is belast met de taken die hem bij of krachtens de wet zijn opgedragen. 3 Het College bouw wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter. Artikel 20 1 Het College bouw bestaat uit ten hoogste drie leden, onder wie de voorzitter. 2 Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter en de overige leden. Benoeming vindt op persoonlijke titel plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van het College bouw alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. Van een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

10 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 85 3 Bij ministeriële regeling kunnen functies of werkzaamheden worden aangewezen, die niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap van het College bouw. 4 De leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar. Herbenoeming kan twee maal en telkens voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden. 5 Het lidmaatschap eindigt tussentijds door overlijden, ontslag op eigen verzoek of ontslag om zwaarwichtige redenen door Onze Minister. 6 Onze Minister stelt de bezoldiging en de regels ten aanzien van de rechtspositie van de leden van het College bouw vast. Artikel 21 1 Het College bouw stelt een bestuursreglement vast. 2 Vergaderingen van het College bouw zijn niet openbaar, behoudens voor zover in het bestuursreglement anders is bepaald. 3 In het bestuursreglement legt het College bouw in ieder geval vast hoe hij voldoet aan de verplichting ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. 4 Het bestuursreglement behoeft de goedkeuring van Onze Minister. De goedkeuring kan worden onthouden indien het doelmatig en doeltreffend functioneren van het College bouw onvoldoende wordt gewaarborgd. Artikel 22 1 Het College bouw benoemt, schorst en ontslaat het personeel. 2 Op de rechtspositie van het personeel van het College bouw zijn de regels die gelden voor ambtenaren die zijn aangesteld bij ministeries van toepassing, met dien verstande dat waar in deze regels een bevoegdheid is toegekend aan een andere minister dan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, deze bevoegdheid wordt uitgeoefend door het College bouw. 3 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden afgeweken van de in het tweede lid bedoelde regels. Artikel 23 1 Het College bouw zendt jaarlijks voor 1 oktober aan Onze Minister een jaarplan voor het volgende kalenderjaar. 2 Het jaarplan omvat: a een werkprogramma met een beschrijving van de activiteiten die het College bouw voornemens is ter uitvoering van zijn taken te verrichten, b een begroting van de beheerskosten voor de uitvoering van de voorgenomen activiteiten, en c een meerjarenraming voor de vier kalenderjaren volgend op het begrotingsjaar.

11 86 Wet toelating zorginstellingen Artikel 24 1 Onze Minister stelt jaarlijks voor 1 december het budget voor de beheerskosten van het College bouw voor het volgende kalenderjaar vast. 2 Onze Minister kan besluiten het budget voor de beheerskosten van het College bouw te wijzigen. 3 Indien gedurende het jaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke en de begrote baten en lasten, doet het College bouw daarvan onverwijld mededeling aan Onze Minister, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen. 4 Het College bouw gaat met betrekking tot de beheerskosten geen verplichtingen aan en doet geen uitgaven die leiden tot overschrijding van het vastgestelde budget voor de beheerskosten. 5 Indien het budget voor de beheerskosten niet is vastgesteld voor 1 januari van het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, is het College bouw bevoegd, teneinde zijn activiteiten gaande te houden, te beschikken over ten hoogste een derde gedeelte van het budget dat laatstelijk voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld. 6 Onze Minister kan besluiten dat het College bouw in een geval als bedoeld in het vijfde lid, kan beschikken over meer dan een derde gedeelte van het budget dat laatstelijk voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld. 7 Het door Onze Minister vastgestelde budget voor de beheerskosten van het College bouw wordt gedekt uit s Rijks kas. Artikel 25 1 Het College bouw zendt jaarlijks voor 15 maart aan Onze Minister een jaarverantwoording over het afgelopen kalenderjaar, alsmede het verslag van bevindingen, bedoeld in het zesde lid. 2 De jaarverantwoording omvat: a een jaarrekening, en b een jaarverslag omtrent het door het College bouw gevoerde beleid, de doeltreffendheid van dat beleid, de bedrijfsvoering en de uitvoering van het werkprogramma in het afgelopen kalenderjaar. 3 Het College bouw legt in zijn jaarrekening, die zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt ingericht, rekening en verantwoording af over zijn beheerskosten en over de rechtmatigheid en doelmatigheid van het beheer in het afgelopen kalenderjaar. 4 De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die bereid is Onze Minister desgevraagd inzicht te geven in zijn controlewerkzaamheden. 5 De verklaring heeft mede betrekking op de rechtmatige verkrijging en besteding van de middelen door het College bouw.

12 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 87 6 De accountant voegt bij de verklaring een verslag van zijn bevindingen over de vraag of het beheer en de organisatie voldoen aan eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid, controleerbaarheid en doelmatigheid. Artikel 26 1 De onderdelen «werkprogramma» en «begroting» van het jaarplan, bedoeld in artikel 23, en het onderdeel «jaarrekening» van de jaarverantwoording, bedoeld in artikel 25, behoeven de goedkeuring van Onze Minister. 2 Het eerste lid geldt niet voor wijzigingen in een goedgekeurde begroting, mits: a de totale omvang van de begroting geen wijziging ondergaat, en b de wijziging per groep van kostensoorten en baten, gerekend over het desbetreffende begrotingsjaar, een bedrag van 5 procent van het in artikel 24 bedoelde budget niet te boven gaat. 3Bijministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de inhoud en de inrichting van: a het jaarplan, bedoeld in artikel 23; b de jaarverantwoording, bedoeld in artikel 25; c de verklaring, bedoeld in artikel 25, vierde lid, en het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 25, zesde lid, alsmede het aan die verklaring en dat verslag ten grondslag liggende onderzoek. 4 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het budget, bedoeld in artikel 24, wordt vastgesteld. Artikel 27 1 Na de goedkeuring, bedoeld in artikel 26, eerste lid, stelt het College bouw het jaarplan en de jaarverantwoording algemeen verkrijgbaar. 2 Onze Minister brengt zijn oordeel over het functioneren van het College bouw ter kennis van beide Kamers der Staten-Generaal. Artikel 28 [Vervallen per ] Artikel 29 Onze Minister kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de werkwijze en de uitoefening van de taken van het College bouw. Artikel 30 1 Een besluit van het College bouw kan bij koninklijk besluit worden vernietigd. 2 Van een besluit tot vernietiging wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

13 88 Wet toelating zorginstellingen Artikel 31 1 Het College bouw: a rapporteert desgevraagd aan Onze Minister omtrent de uitvoerbaarheid en doelmatigheid van voorgenomen beleid met betrekking tot instellingen; b geeft aan Onze Minister inlichtingen met betrekking tot de bouwkundige en functionele staat van de instellingen; c geeft aan Onze Minister desgevraagd advies over beslissingen op aanvragen om toelating als bedoeld in artikel 7; d geeft voorlichting omtrent het beleid op het terrein van de bouw van instellingen. 2 Het College bouw signaleert gevraagd en ongevraagd aan Onze Minister feitelijke ontwikkelingen op het terrein van de infrastructuur van de gezondheidszorg. Paragraaf 2. College sanering zorginstellingen Artikel 32 1 Er is een College sanering zorginstellingen, dat rechtspersoonlijkheid bezit. Het College sanering is gevestigd in een door Onze Minister te bepalen plaats. 2 Het College sanering is belast met de taken die hem bij of krachtens de wet zijn opgedragen. 3 De artikelen 19, derde lid, en 20 tot en met 30 zijn ten aanzien van het College sanering van overeenkomstige toepassing. Paragraaf 3. Inlichtingen Artikel 33 Het College bouw en het College sanering verstrekken desgevraagd aan elkaar, aan de Nederlandse Zorgautoriteit, bedoeld in de Wet marktordening gezondheidszorg, de voor de uitoefening van hun taak benodigde inlichtingen. De genoemde colleges kunnen inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de invulling van hun taak redelijkerwijs nodig is. Artikel 34 Het College bouw en het College sanering verstrekken desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen en gegevens. Zij verlenen aan door Onze Minister aangewezen personen toegang tot en inzage in alle gegevens die Onze Minister nodig acht voor de uitoefening van zijn taak.

14 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 89 Hoofdstuk VII. Toezicht Artikel 35 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid alsmede de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen. Artikel 36 De in artikel 35 bedoelde personen beschikken niet over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht. Hoofdstuk VIII. Sancties Artikel 37 Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van artikel 5, eerste lid, van de bij of krachtens artikel 13 aan een toelating verbonden voorschriften, alsmede van de artikelen 15 en 16. Het College bouw is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 11 en 12. Het College sanering is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, eerste en achtste lid, en 18, eerste en tweede lid. Hoofdstuk IX. Rechtsbescherming Artikel 38 Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hoofdstuk X. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 39 [Wijzigt de Ziekenfondswet.] Artikel 40 [Wijzigt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.]

15 90 Wet toelating zorginstellingen Artikel 41 1 Een toelating, verleend krachtens artikel 8a van de Ziekenfondswet of artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, zoals die artikelen luidden tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt gelijkgesteld met een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid. 2 Een aanvraag om een toelating, waarop op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog niet is beslist, wordt gelijkgesteld met een aanvraag om een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid. Artikel 42 De Wet ziekenhuisvoorzieningen wordt ingetrokken. Artikel 43 Een vergunning, verleend op grond van artikel 6 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt gelijkgesteld met een toelating als bedoeld in artikel 5. De aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen gelden als voorschriften en beperkingen op grond van de artikelen 13 onderscheidenlijk 14. Artikel 44 Het voorschrift, opgenomen in artikel 13, eerste lid, eerste volzin, geldt ten aanzien van instellingen die worden geëxploiteerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel, eerst een jaar na dat tijdstip. Artikel 45 1 Bouw waarvoor vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een verklaring is afgegeven als bedoeld in artikel 7 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot bedoeld tijdstip, bij welke verklaring op grond van artikel 10, vijfde lid, van die wet is bepaald dat een aanvraag om goedkeuring van stukken als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b of c, van die wet of om een vergunning als bedoeld in artikel 6 van die wet, binnen een daarbij aangegeven termijn niet in behandeling wordt genomen, welke termijn op bovenbedoeld tijdstip nog niet is verstreken, wordt gelijkgesteld met bouw waarvoor een aanvraag om een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze wet is ingediend. Het bepaalde krachtens artikel 7, derde lid, onder a, is op die aanvraag niet van toepassing. 2 Een verklaring ter zake van bouw als bedoeld in artikel 7 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, waarbij niet een bepaling is opgenomen als bedoeld in het eerste lid of waarbij de daarbedoelde termijn reeds is ver-

16 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 91 streken, en die nog niet is gevolgd door een vergunning als bedoeld in artikel 6 van die wet, wordt gelijkgesteld met een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze wet. De artikelen 11 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing. 3 Een aanvraag om een verklaring, waarop op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog niet is beslist, wordt gelijkgesteld met een aanvraag om een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid. Artikel 46 Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de regels, vastgesteld krachtens de artikelen 2a, zevende lid, 18b, vierde lid, 22 en 23 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet tot die inwerkingtreding luidde, achtereenvolgens op de artikelen 20, zevende lid, 17, vierde lid, 16 en 15 van deze wet. Artikel 47 Afwikkeling van de maatregelen, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals dat lid luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, met inbegrip van daartegen ingesteld beroep, vindt plaats met inachtneming van de daarop betrekking hebbende bepalingen van die wet zoals die luidden tot bedoeld tijdstip. Artikel 48 Het College bouw ziekenhuisvoorzieningen, bedoeld in artikel 2 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt als rechtspersoon gehandhaafd en is het College bouw zorginstellingen. Artikel 49 Het College sanering ziekenhuisvoorzieningen, bedoeld in artikel 2m van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, zoals die wet luidde tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt als rechtspersoon gehandhaafd en is het College sanering zorginstellingen. Artikel 50 De Overgangswet verzorgingshuizen wordt ingetrokken, met dien verstande dat: a in wettelijke procedures en rechtsgedingen tegen besluiten die op grond van die wet zijn genomen, dan wel op tegen die besluiten in te stellen of ingestelde beroepen, zowel in eerste aanleg als in verdere instantie, de regels van toepassing blijven die golden voor 1 januari 2001;

17 92 Wet toelating zorginstellingen b die wet van toepassing blijft op de financiële verantwoording, vaststelling en uitbetaling van op grond van die wet verleende subsidies en uitkeringen. Artikel 51 [Wijzigt de Wet ambulancevervoer.] Artikel 52 [Wijzigt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.] Artikel 53 De Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening wordt ingetrokken. Artikel 54 [Wijzigt de Woningwet.] Artikel 55 [Wijzigt de Ambtenarenwet.] Artikel 56 [Vervallen per ] Artikel 57 [Wijzigt de Wet tarieven gezondheidszorg.] Artikel 58 [Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.] Artikel 59 [Wijzigt de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.] Artikel 60 [Wijzigt de Wijzigingswet Ziekenfondswet en de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (invoeren van de aanspraak op medisch-specialistische zorg, verleend door of vanwege een ziekenhuis).]

18 Bijlage 1 Wet toelating zorginstellingen 93 Artikel 61 [Wijzigt de Provinciewet.] Artikel 62 [Wijzigt de Wet op de economische delicten.] Artikel 63 De vaststelling van de algemene maatregelen van bestuur, bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid, de visie en het daarin opgenomen financieel kader, bedoeld in artikel 3, eerste lid, het geven van beschikkingen door Onze Minister als bedoeld in de artikelen 7, 13 en 14, alsmede de goedkeuring van de prestatie-eisen, bedoeld in artikel 10, een en ander voor zover zij betrekking hebben op academische ziekenhuizen als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, vinden plaats in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Artikel 64 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, zo nodig in afwijking van deze wet, tijdelijke voorzieningen worden getroffen voor het geval het College bouw of het College sanering zijn uit de wet voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren nakomt. Artikel 65 Een krachtens deze wet vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Zij treedt in werking op een tijdstip dat nadat dertig dagen na de overlegging zijn verstreken, bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in de algemene maatregel geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en wordt de algemene maatregel ingetrokken. Artikel 66 1 Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. 2 Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van het College bouw en het College sanering.

19 94 Wet toelating zorginstellingen Artikel 67 De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel 68 Deze wet wordt aangehaald als: Wet toelating zorginstellingen. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te s-gravenhage, 20 oktober 2005 Beatrix De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J. F. Hoogervorst De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. I. J. M. Ross-van Dorp Uitgegeven de tweeëntwintigste november 2005 De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

20 Bijlage 2 Uitvoeringsbesluit WTZi Besluit van 3 november 2005, houdende uitvoering van enige bepalingen van de Wet toelating zorginstellingen (Uitvoeringsbesluit WTZi) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 september 2004, kenmerk Z/PB ; Gelet op de artikelen 1, tweede en derde lid, 5, eerste, tweede en derde lid, 6, 7, derde lid, onder c, 9, eerste lid, onder b, 16 en 17, vierde lid, van de Wet toelating zorginstellingen; De Raad van State gehoord (advies van 23 november 2004, nr. W / III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 oktober 2005, kenmerk MC/MO ; Hebben goedgevonden en verstaan: Hoofdstuk I. Aanwijzing instellingen Artikel 1.1 In dit besluit wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder: a de wet: de Wet toelating zorginstellingen; b AWBZ-verblijf: het verblijf, omschreven in artikel 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ; c Zvw-verblijf: het verblijf, omschreven in artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering.

21 96 Wet toelating zorginstellingen Artikel 1.2 Voor de toepassing van artikel 5, eerste lid, van de wet worden de volgende categorieën van instellingen aangewezen: 1 instellingen voor medisch-specialistische zorg; 2 audiologische centra; 3 trombosediensten; alsmede instellingen voor: 4 [vervallen;] 5 huisartsenzorg; 6 verloskundige zorg; 7 kraamzorg; 8 mondzorg; 9 paramedische zorg; 10 het verstrekken van hulpmiddelen; 11 het verlenen van farmaceutische zorg; 12 ziekenvervoer; 13 erfelijkheidsadvisering; 14 behandeling van gedragswetenschappelijke aard in verband met een psychiatrische aandoening; 15 [vervallen;] 16 [vervallen;] 17 persoonlijke verzorging; 18 verpleging; 19 ondersteunende begeleiding; 20 activerende begeleiding; 21 behandeling, anders dan bedoeld onder nummer 14; 22 [vervallen;] 23 prenatale zorg; 24 de uitleen van verpleegartikelen. Hoofdstuk II. Uitzonderingen Artikel Niet tot de in artikel 1.2 genoemde instellingen behoren militaire instellingen als ziekenboegen, gezondheidscentra en operationeel geneeskundige instellingen. 2 Op de instellingen, genoemd in artikel 1.2, onder nummer 1, voor zover het betreft militaire ziekenhuizen en militaire revalidatiecentra, zijn de artikelen 7, derde lid, onder c, 9, eerste lid, onder b, en 13, eerste lid, eerste volzin, van de wet niet van toepassing. 3 Op de instellingen, genoemd in artikel 1.2, onder nummer 1, voor zover het betreft academische ziekenhuizen, zijn de artikelen 6.1 en 6.2 van dit besluit niet van toepassing.

22 Bijlage 2 Uitvoeringsbesluit WTZi 97 4 Artikel 6.1 is uitsluitend van toepassing op: a de instellingen, bedoeld in het vijfde lid, met uitzondering van academische ziekenhuizen, en b op overige instellingen wanneer daarop artikel 2, eerste lid, van de Wet op de ondernemingsraden van toepassing is. 5 De artikelen 15 en 16 van de wet zijn uitsluitend van toepassing op de instellingen, bedoeld in artikel 1.2, onder de nummers 1 en 17 tot en met Artikel 17 van de wet is uitsluitend van toepassing op de instellingen, bedoeld in artikel 5.2, met uitzondering van de kleinschalige woonvoorzieningen, bedoeld in artikel Artikel 18 van de wet is uitsluitend van toepassing op: a de instellingen, bedoeld in artikel 1.2, nummer 1, die zorg verlenen in combinatie met Zvw-verblijf; voor welke zorg op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg een tarief is vastgesteld; en welke zorg behoort tot de ingevolge de Zorgverzekeringswet te verzekeren prestaties, b een en ander met uitzondering van militaire instellingen; c de instellingen, bedoeld in artikel 5.2, onder b en c, met uitzondering van de kleinschalige woonvoorzieningen, bedoeld in artikel 5.4. Artikel 2.2 De instellingen, genoemd in artikel 1.2, onder de nummers 5 tot en met 14, 23 en 24 worden voor de toepassing van artikel 5, eerste lid, van de wet aangemerkt als in het bezit van een toelating. Hoofdstuk III. Winstoogmerk Artikel 3.1 Als instellingen waarvoor winstoogmerk is toegestaan, worden aangewezen: a de instellingen, behorend tot de categorie, genoemd in artikel 1.2, onder nummer 1, die uitsluitend de daar genoemde zorg verlenen in verband met een psychiatrische aandoening, niet in combinatie met Zvw-verblijf; b de instellingen, behorend tot de categorieën, genoemd in artikel 1.2, onder de nummers 2, 3, 5 tot en met 12, 14, 23 en 24; c de instellingen, behorend tot de categorieën, genoemd in artikel 1.2, onder de nummers 17 tot en met 21, voor zover de desbetreffende zorg niet wordt verleend in combinatie met AWBZ-verblijf; d de instellingen, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid.

23 98 Wet toelating zorginstellingen Hoofdstuk IV. Aanvraag toelating Artikel 4.1 De aanvraag aan Onze Minister om een toelating wordt ingediend onder gebruikmaking van een door Onze Minister beschikbaar te stellen formulier. Artikel Een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet, waarop Onze Minister beslist met toepassing van artikel 7 van de wet, wordt, om in behandeling te worden genomen met het oog op het toepassen van de beleidsregels op grond van artikel 4 van de wet, ingediend binnen zestien maanden na de aanvang van de in artikel 6, onder c, van de wet bedoelde periode van twee jaar. 2 Een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet, waarop Onze Minister beslist met toepassing van artikel 9 van de wet, gaat vergezeld van de zienswijze van de zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, voor zover deze verplicht zijn met de desbetreffende instelling een overeenkomst te sluiten. Hoofdstuk V. Bouw Artikel In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a het bouwen of de bouw: het ten behoeve van een instelling plaatsen, aanbrengen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vergroten, vernieuwen of veranderen van een bouwwerk, het aanleggen of veranderen van tot een instelling behorende terreinen, alsmede het treffen van alle voorbereidingen daartoe, daaronder niet begrepen die voorbereidingen die noodzakelijk zijn om voor dat doel te voldoen aan het bepaalde bij of krachtens de wet. Voorts zijn onder bouw niet begrepen de werkzaamheden die worden verricht ten behoeve van het onderhoud, zijnde het handhaven van een gebouw en het daartoe behorende terrein in een redelijke staat, alsmede het voorkomen van het ontstaan van schade daaraan, een en ander voor zover dit geen bouwkundige ingrepen omvat. b licht verblijf: woningen met lichte aanpassing ten opzichte van reguliere woningbouw; c zwaar verblijf: woningen met ingrijpende aanpassing ten opzichte van reguliere woningbouw. 2 Onder bouw wordt mede verstaan het in gebruik nemen van een ruimte.

24 Bijlage 2 Uitvoeringsbesluit WTZi 99 Artikel 5.2 Als categorieën van organisatorische verbanden, over de toelating waarvan Onze Minister beslist met toepassing van artikel 7 van de wet in geval van een bij artikel 5.3 aangewezen vorm van bouw, worden aangewezen: a instellingen als bedoeld in artikel 1.2, onder nummer 1, die de daar genoemde zorg verlenen in combinatie met Zvw-verblijf, uitsluitend in verband met een psychiatrische aandoening, met uitzondering van militaire instellingen; b AWBZ-instellingen die een of meer vormen van zorg verlenen als bedoeld in artikel 1.2, nummers 17 tot en met 21, in combinatie met AWBZ-verblijf, in verband met: 18. een somatische aandoening of beperking; 28. een psychogeriatrische aandoening of beperking; 38. een verstandelijke handicap; 48. een lichamelijke handicap; 58. een zintuiglijke handicap; of 68. een psychosociaal probleem; c AWBZ-instellingen die zorg verlenen als bedoeld in artikel 1.2, nummer 17 of 19, in combinatie met AWBZ-verblijf, in verband met een psychiatrische aandoening; d kinderdagcentra, zijnde AWBZ-instellingen die zorg verlenen als bedoeld in artikel 1.2, nummers 17 tot en met 20, niet in combinatie met verblijf, aan kinderen in verband met een verstandelijke en een lichamelijke of zintuiglijke handicap. Artikel 5.3 Als vormen van bouw ten behoeve van de instellingen, genoemd in artikel 5.2, worden aangewezen: a bouw, gericht op de oprichting van een nieuwe instelling; b vervangende nieuwbouw; c bouw, gericht op uitbreiding van het aantal vierkante meters, voor zover de kosten hoger zijn dan het bedrag dat voor de betrokken instelling beschikbaar is ingevolge de op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg vastgestelde beleidsregel inzake instandhoudingsinvesteringen; d bouw, gericht op de uitbreiding van het aantal bedden of plaatsen van een bestaande instelling; e bouw, gericht op instandhouding van het gebouw van een instelling als bedoeld in artikel 5.2, onder b, die zorg verleent als bedoeld in artikel 1.2, onder nummer 17, 18 of 19, ten behoeve van de doelgroepen, genoemd in de punten 18,28 en 68, voor zover de kosten hoger zijn dan het bedrag dat voor de betrokken instelling beschikbaar is ingevolge de op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg vastgestelde beleidsregel inzake instandhoudingsinvesteringen; f bouw, gericht op instandhouding van het gebouw van een academisch ziekenhuis, voor zover de kosten meer bedragen dan voor het desbetref-

25 100 Wet toelating zorginstellingen fende ziekenhuis voor instandhoudingsinvesteringen beschikbaar is op grond van een besluit krachtens artikel 2.25, zesde lid, van het Bekostigingsbesluit WHW; g bouw ten behoeve van kinderdagcentra. Artikel Artikel 5.3 is niet van toepassing voor zover het betreft bouw ten behoeve van kleinschalige woonvoorzieningen, zijnde instellingen of delen daarvan waar de desbetreffende zorg wordt verleend: a uitsluitend aan personen in verband met een psychiatrische aandoening of een psychosociaal probleem, gepaard gaande met een beschermende woonomgeving, en die bestaan uit zelfstandige woningen, dat wil zeggen woningen die naast één of meer privé-vertrekken een eigen voordeur, een eigen keuken, een eigen toilet en een eigen badkamer hebben, die een beperkte omvang hebben, dat wil zeggen dat zij huisvesting bieden aan ten hoogste acht personen, die samen met andere zodanige woonvoorzieningen in een gebied met dezelfde postcode of in de directe omgeving in een gebied met een andere postcode aan niet meer dan 35 personen huisvesting bieden; b aan een of meer van de overige categorieën van doelgroepen, al dan niet in combinatie met de onder a van dit lid genoemde doelgroepen, en die bestaan uit zelfstandige woningen, dat wil zeggen woningen die naast één of meer privé-vertrekken een eigen voordeur, een eigen keuken, een eigen toilet en een eigen badkamer hebben, die een beperkte omvang hebben, dat wil zeggen dat zij huisvesting bieden aan ten hoogste zes personen, met voor zover het gaat om zwaar verblijf ten hoogste 24 personen per postcode en voor zover het gaat om licht verblijf ten hoogste 50 personen per postcode, dat wil zeggen dat zij samen met andere zodanige woonvoorzieningen in een gebied met dezelfde postcode of in de directe omgeving in een gebied met een andere postcode aan niet meer dan 24 onderscheidenlijk 50 personen huisvesting bieden, met dien verstande dat het totaal van licht en zwaar verblijf tezamen per postcode of in de directe omgeving van elkaar in een gebied met verschillende postcodes ten hoogste 50 personen bedraagt; en die niet zijn gelegen op het terrein van een andere niet-kleinschalige instelling. 2 Onder postcode als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt verstaan de combinatie van vier cijfers en twee letters. 3 Artikel 5.3, onder a tot en met f, is voorts niet van toepassing voor zover het betreft bouw ten behoeve van het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 5.2, onder b of c, aan personen aan wie niet AWBZ-verblijf wordt geleverd. 4 Artikel 5.3, onder a tot en met d, en f, is voorts niet van toepassing voor zover het betreft bouw van instellingen als bedoeld in artikel 1.2, nummer

26 Bijlage 2 Uitvoeringsbesluit WTZi 101 1, ten behoeve van het verlenen van zorg in verband met een psychiatrische aandoening aan personen die niet in een instelling verblijven. Hoofdstuk VI. Transparantie-eisen 1. Bestuursstructuur Artikel Met betrekking tot de bestuursstructuur van instellingen gelden de volgende eisen: a er is een orgaan dat toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en deze met raad ter zijde staat; geen persoon kan tegelijk deel uitmaken van het toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding; b het toezichthoudend orgaan is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de dagelijkse en algemene leiding van de instelling en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren; c de instelling legt inzichtelijk de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding vast, alsmede de wijze waarop interne conflicten tussen beide organen worden geregeld. 2 Instellingen die rechtspersoon zijn, met uitzondering van kerkgenootschappen, leggen het in het eerste lid bepaalde vast in de statuten; de overige instellingen leggen dat anderszins schriftelijk vast. Artikel 6.2 Indien de instelling de rechtsvorm van stichting of vereniging als bedoeld in artikel 344 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek heeft, kent zij in de statuten aan een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt, de in artikel 346, onder c, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde bevoegdheid toe tot het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 345 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De instelling kan die bevoegdheid daarnaast ook aan anderen toekennen. 2. Bedrijfsvoering Artikel 6.3 De instelling heeft schriftelijk vastgelegd welk orgaan of welke organen van de instelling welke bevoegdheden heeft onderscheidenlijk hebben ten aanzien van welk onderdeel of aspect van de bedrijfsvoering.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 561 Wet van 7 november 2011 tot wijziging van de lgemene Wet ijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten, in verband met de instelling van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 380 Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 219 Wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-12-2014) Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 509 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet van houdende wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 863 Regeling van een onafhankelijke uitoefening van risicobeoordeling door de Voedsel en Waren Autoriteit (Wet onafhankelijke risicobeoordeling

Nadere informatie

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen (Tekst geldend op: 23-02-2007) Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 08-06-2005) Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (Wet toezicht collectieve beheersorganisaties

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 164 Wet van 10 april 2008, houdende regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg)

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico's voor de continuïteit van zorg alsmede in verband

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 19 Besluit van 28 november 2008, houdende derde wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 127 27 253 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van het gebruik van het sociaal-fiscaalnummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 201 26 238 Wijziging van enkele wetten in verband met invoering van het regresrecht in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en versterking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 411 Bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Wet van 29 december 2008 tot regeling van een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten)wij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 48 Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 436 Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand en de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 556 Wet van 13 oktober 2004, houdende bepalingen in verband met de fusie van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 918 Wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten met het oog op het verzwaren van het premie-incassoregime en andere maatregelen om

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 25 oktober 2002, houdende hernieuwde vaststelling van de aard, inhoud en omvang van de zorg waarop aanspraak bestaat ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en wijziging van andere

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 312 Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 393 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 31 926 Uitvoering van verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juli 2006 betreffende een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 885 Voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham betreffende het houden van een raadplegend referendum over het grondwettelijk

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nadere informatie

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van t/m heden

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van t/m heden Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van 01-01-2018 t/m heden Wet van 10 april 2008, houdende regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 123 Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 229 Regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 991 Wijziging van de Mediawet in verband met het bevorderen van een gezamenlijke strategie en duidelijke regie met betrekking tot de programmering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 453 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en enige andere wetten in verband met het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 418 Wet van 7 september 2006, houdende regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 30-10-2012) Wet van 29 februari 1996, houdende regels ter bevordering van de medezeggenschap van de cliënten van uit collectieve middelen gefinancierde zorgaanbieders op het terrein

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 386 Wet van 16 juli 2001 tot wijziging van de Ziekenfondswet in verband met samentelling van uitkeringstijdvakken ingevolge de Werkloosheidswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 607 Wet van 2 november 1995 tot intrekking van de Vestigingswet detailhandel en wijziging van de Drank- en Horecawet en van de Vestigingswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 16 Wet van 17 december 2003 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 695 Wet van 20 december 2001, houdende wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband

Nadere informatie

wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES

wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES VOORSTEL VAN WET (ambtelijk concept 4 juli 2018) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 150 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 476 Wet van 6 september 2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 159 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Huisvestingswet (voorziening in de huisvesting van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 553 Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand naar aanleiding van de evaluatie van de Wet op de rechtsbijstand alsmede aanpassing van de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 193 Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 182 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 376 Wet van 5 oktober 2016, houdende wijziging van de Wet wegvervoer goederen in verband met omvorming van de Stichting NIWO tot publiekrechtelijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 635 esluit van 28 november 2006, houdende wijziging van een aantal besluiten in verband met de invoering van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 994 Wijziging van de Ziekenfondswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten, in verband met herziening van het overeenkomstenstelsel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 384 Wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 947 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep in verband met het versterken van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 612 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 935 Tijdelijke bepalingen in verband met de instelling van een deelfonds sociaal domein (Tijdelijke wet deelfonds sociaal domein) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

(Besluit zorgaanspraken AWBZ [Versie geldig vanaf: ])

(Besluit zorgaanspraken AWBZ [Versie geldig vanaf: ]) Staatsblad 25-10-2002, 527. Besluit van 25 oktober 2002, houdende hernieuwde vaststelling van de aard, inhoud en omvang van de zorg waarop aanspraak bestaat ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 466 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 497 Vaststelling van bedragen in verband met uitkeringen uit het Provinciefonds voor de uitkeringsjaren 1992 en 1993 alsmede wijziging van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 165 Wet van 19 maart 2009, houdende tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 999 Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en enige andere wetten in verband met de aanpassing van de in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 14 Wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer vereenvoudiging van de bekostigingsbepalingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 490 Wet van 15 november 2007, houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag houdende vervanging van de no-claimteruggave

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 32 Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99)

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie