Programma Binnenstad. BW mei 2009 (inspraak verwerkt) B1 / 88

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Programma Binnenstad. BW.090490 12 mei 2009 (inspraak verwerkt) B1 / 88"

Transcriptie

1 Programma Binnenstad BW mei 2009 (inspraak verwerkt) B1 / 88

2 Voorwoord In het coalitieakkoord heeft de Leidse binnenstad een prominente plek gekregen. De aanleiding hiervoor waren gesprekken in 2007 tussen het College van B&W van de gemeente Leiden en het Centrummanagement over de ontwikkeling van de binnenstad. Hieraan vooraf gingen afspraken om te komen tot verbetering van de bereikbaarheid van de binnenstad en verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. De ontstane situatie rond bereikbaarheid maakte de gesprekken wenselijk. De kwaliteit van de binnenstad is een van de ambities van het stadsbestuur, die is vastgelegd in het coalitieakkoord. Een paar citaten: Wellicht de grootste kans voor Leiden is de kwaliteit van haar historische binnenstad. De historische binnenstad is een sterk onderscheidende kwaliteit van Leiden ten opzichte van andere gemeenten. De combinatie met kenniseconomie biedt Leiden veel kansen. ( ) Voor de centrumpositie van Leiden is het eveneens cruciaal dat de bezoekersfunctie wordt versterkt. ( ) Wij zetten in op een aantrekkelijker winkel- en verblijfsgebied ( ). De inrichting van de openbare ruimte verdient verbetering. Prioriteit daarbij heeft de entree van de stad vanaf het station tot het historische centrum. Dit heeft ertoe geleid, dat de tijd rijp is voor een integraal programma binnenstad. Hierin moet een lange termijn beeld zijn opgenomen, die op draagvlak kan rekenen bij het centrummanagement, bij de bewoners en de politiek. Het programma moet gericht zijn op verbetering van de kracht en de kwaliteit van de gehele binnenstad volgens de principes: langdurig, integraal, duurzaam. Met dit vertrekpunt heeft in februari 2008 de gemeenteraad van Leiden het college van B&W opdracht gegeven een meerjarig en integraal programma Binnenstad op te stellen, waarbij externe partijen nadrukkelijk worden betrokken. Het programma geeft invulling aan de thema s kennis en kwaliteit uit de toekomstvisie Leiden Stad van Ontdekkingen. Partners leveren niet alleen een bijdrage aan het ontstaan van een sterke binnenstad. Zij plukken er ook de vruchten van. Zo vormt de sterke historische binnenstad voor de kennisinstelling Universiteit van Leiden een unique selling point in haar (internationale) concurrentie positie. Nu, januari 2009, kunnen wij met trots het resultaat van deze opdracht aanbieden. Trots, omdat er een compleet en volwaardig programma ligt. En niet alleen zijn de partners van de stad betrokken in het wordingsproces, maar ook zullen zij bijdragen leveren aan het bereiken van de doelen van het programma. Het programma vertrekt vanuit een integrale visie En dat is nodig! Leiden is niet alleen een woonstad ; Leiden is niet alleen een werkstad ; Leiden is een complete stad, waar veel te ontdekken valt. Om de doelen te bereiken is een visie op de ontwikkeling van de binnenstad nodig. De visie schrijft voor op welke manier de betrokken partijen (partners in de stad, ontwikkelaars / beleggers en de gemeente Leiden) samen werken aan de ontwikkeling van de stad. Een visie schets enerzijds een eindplaatje van de binnenstad en anderzijds de weg waarlangs deze bereikt moet worden. Overigens is de binnenstad nooit af De opstellers van de visie zijn een ontdekkingsreis begonnen door van buiten naar binnen te kijken. Op die reis hebben zij de ruimte genomen voor benchmarks met andere steden; voor top-down analyses, gecontroleerd met bottom-up realisme; en heel belangrijk: specifieke marktexpertise toegevoegd op gebied van retail en binnenstadeconomie. En tot slot hebben marktpartijen hun feedback gegeven op de ontwikkelde visie, met een positief resultaat. De visie op de binnenstad van Leiden geeft hiermee een meerjarig, langdurig kader voor de ontwikkeling van de aantrekkelijke, complete binnenstad, die meer bezoekers trekt, meer bestedingen genereert en die hoog wordt gewaardeerd. Het programma is compleet B2 / 88

3 Het economische gehalte van het programma Binnenstad (doelen: meer bezoekers en meer bestedingen) maakt dat de het zwaartepunt van de visie gericht is op het economisch functioneren van de binnenstad. Een aantrekkelijke binnenstad bestaat echter niet alleen maar uit winkels, terrasjes en parkeergarages. De Leidse binnenstad is pas aantrekkelijk wanneer: een breed publiek (gezinnen met kinderen, ouderen, toeristen en zakelijke bezoekers) wat van hun gading kan vinden en er met plezier komt; het voorzieningenaanbod van goede kwaliteit en diversiteit is; er speciale attracties en evenementen zijn, die maakt dat mensen naar de binnenstad komen; de historische binnenstad ook echt het unique selling point vormt; inwoners in de binnenstad er graag wonen en daarmee de stad levendig en sociaal veilig karakter geven; de openbare ruimte (groen, bestrating, straatmeubilair, bewegwijzering, etc.) aantrekkelijk is; en natuurlijk de bereikbaarheid en het parkeren van auto en fiets goed geregeld zijn. Het programma voorziet met alle inspanningen in het bereiken van die aantrekkelijke Leidse binnenstad. Het programma is realistisch Het bestuur van Leiden zet vol in op het vergroten van de bereikbaarheid van de stad: een structuur van ringwegen, hoogwaardig openbaar vervoer en parkeervoorzieningen. Dit betekent ook dat daar veel financiële middelen voor nodig zijn. Zo veel zelfs, dat vele andere gewenste ontwikkelingen niet zo maar door de lokale overheid kunnen worden gefinancierd. Dat betekent ook dat partners in de stad, belanghebbenden als corporaties, beleggers / ontwikkelaars worden uitgenodigd om aan de aantrekkelijkheid van de stad bij te dragen. De lokale overheid biedt ruimte aan deze partijen en beperkt zich tot het stellen van de maatschappelijk gewenste kaders en de uitoefening van de publieke rol. Deze rolverdeling is opgenomen in het programma Binnenstad. Dit sluit aan bij de aanbevelingen zoals gedaan in de rapportage van de onderzoekscommissie Overschrijding Grote Projecten Het programma inspireert, motiveert en vergt een lange adem Het samenstellen van het programma heeft ruim negen maanden geduurd. Met de geboorte van dit programma hoopt het bestuur van Leiden de ontwikkeling van de binnenstad op een natuurlijke manier te laten verlopen. Stap voor stap groeien en leren; een manier die motiveert omdat het boeken van resultaten door partners en gemeente samen de beste inspiratie vormt om door te gaan en door te ontwikkelen. De negen maanden zijn nodig geweest. Ook voor het ambtelijk apparaat van de gemeente. Ook daar is een grote stap gezet in het verbinden van doelen en vele verschillende inspanningen. Het nu voorliggende programma is niet af. Het vormt het vertrekpunt van een lange weg, maar eentje die uitdagend genoeg is en perspectief biedt voor een ieder die de Leidse binnenstad een mooie toekomst gunt januari 2009, Het college van Burgemeester en Wethouders B3 / 88

4 B4 / 88

5 Inhoudsopgave DEEL I Het programma Binnenstad inhoudelijk 1. Introductie programma Binnenstad Procesverantwoording Het programma Binnenstad inhoudelijk Bezoekers en bezoeksmotief Wonen in het programma Binnenstad Gegevens Analyse Leiden in de regionale context De binnenstad van Leiden als geheel Analyse op de acht ambities Doelen De hoofddoelen en subdoelen Visie Strategieën voor succesvolle steden De visie op de ontwikkeling van de binnenstad van Leiden De ontwikkellocaties Wensbeelden en globale inspanningen Betere kwaliteit van de openbare ruimte Beter beheer van de openbare ruimte Betere kwaliteit van de gebouwde omgeving Betere bereikbaarheid Meer en betere parkeermogelijkheden Meer en betere winkel- en horecavoorzieningen Meer en beter aanbod van culturele activiteiten en evenementen Meer en betere promotie DEEL II De organisatie van het programma Binnenstad 7. De uitvoeringsstrategie Partners dragen vanuit hun belang bij aan het programma Partnerbetrokkenheid maximaal De visie als instrument Een locatiegerichte aanpak Co-financiering Toepassen Programmasturing Een dubbele aanpak: 8 ambitielijnen en 18 ontwikkellocaties De programmasturing Inrichting van de programmasturing Betrokkenheid en uitvoering Het uitvoeringsprogramma Risicobeheersing De communicatie-aanpak Communicatiedoelen en doelgroepen De communicatiestrategie Organisatie van de communicatie De financiële strategie De monitoring en evaluatie Kwantificering van ambities Monitoring van ambities DEEL III De uitvoering van programma Binnenstad in Uitvoeringsprogramma Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Gegevens Een aantrekkelijke binnenstad (Ecorys) Een Inspanningenoverzicht 2010 en verder De ontwikkellocaties B5 / 88

6 Introductie programma Binnenstad Procesverantwoording Hoe is het programma tot stand gekomen? Het vertrekpunt is het coalitieakkoord van het college van Burgemeester en Wethouders dat in 2007 is geformeerd. Hierin is opgenomen: Wellicht de grootste kans voor Leiden is de kwaliteit van haar historische binnenstad. De historische binnenstad is een sterk onderscheidende kwaliteit van Leiden ten opzichte van andere gemeenten. De combinatie met kenniseconomie biedt Leiden veel kansen. ( ) Voor de centrumpositie van Leiden is het eveneens cruciaal dat de bezoekersfunctie wordt versterkt. ( ) Wij zetten in op een aantrekkelijker winkel- en verblijfsgebied ( ). De inrichting van de openbare ruimte verdient verbetering. Prioriteit daarbij heeft de entree van de stad vanaf het station tot het historische centrum. In februari 2008 is het Stardocument Programma Binnenstad door het College vastgesteld en openbaar gemaakt en op basis daarvan zijn twee kwartiermakers aangesteld die de opdracht hebben gekregen om een programma binnenstad vorm te geven. De raad heeft dit stardocument in mei jl bekrachtigd waarbij een motie is aangenomen om wonen boven winkels in het programma op te nemen. Allereerst is er intern binnen de gemeente gewerkt aan draagvlak voor het programma en inzicht in de taken van de verschillende afdelingen en teams. Door Anders Werken was op dat moment nog niet duidelijk waar welke taken waren belegd. Vervolgens zijn veel partners in de stad die een rol spelen in de aantrekkelijkheid van de binnenstad voor bezoekers geïnterviewd. Aan hen is gevraagd wat zij vinden van de ambitielijnen, maar ook welke rol zij zelf kunnen spelen bij de verbetering van de kwaliteit en het aantrekken van bezoekers. De volgende partners zijn allemaal geïnterviewd: ROC, Universiteit, organisatoren Filmfestival, Leidse schouwburg, Museumgroep Leiden, Pieterskerk, Bomenbond, t Gilde, Centrummanagement, Leiden marketing, Kamer van Koophandel, Vecovab (Leidse vastgoedeigenaren van de binnenstad), SLS, Koninklijke Nederlandse Horecabond, Jeroen Maters (eigenaar idee Quartier Leyden), Fons Verheijen (Leidse architect), bewonervertegenwoordigers die zitting hebben in de twee districtsraden van de binnenstad. Daarnaast zijn er een aantal onderzoeken uitgevoerd. Onder meer is een onderzoek uitgevoerd naar de detailhandel van Leidse binnenstad. Hoe zit het Leidse winkelaanbod in elkaar, welke tekortkomingen kent het en wat moet er gebeuren om het winkelen aantrekkelijker te maken. Tevens is als gevolg van de keuze om de Rijn Gouwe lijn niet door de Breestraat te laten lopen maar door de hooigracht lange gracht een onderzoek uitgevoerd naar de ruimtelijk economische potenties van de binnenstad en hoe de mogelijke effecten van de gevolgen van de keuze van de RGL-tracé positief kan worden beïnvloedt zodanig dat er sprak is van een versterking van de economische functie van de binnenstad. Tot slot is een onderzoek uitgevoerd tijdens de monumentendagen van 2008 onder bezoekers van de stad en is een Leiden panel raadpleging over de binnenstad afgenomen. Dit is een digitaal onderzoek onder vaste panelleden, een steekproef van bewoners uit Leiden. Met leden van de Kamer van Koophandel en centrummanagement en ambtenaren van de gemeente Leiden zijn bezoeken afgelegd aan diverse steden,: Amersfoort, Delft, Haarlem, Den Bosch en Maastricht en zijn in het kader van het retailonderzoek de steden Tilburg, Nijmegen, Arnhem en Breda bezocht. B6 / 88

7 Verder is een conferentie georganiseerd voor ontwikkelaars, beleggers en vastgoedeigenaren voor de binnenstad waarin de voorlopige visie is neergelegd en de reactie van de markt is gepeild op de plannen. Op 21 november 2008 is een raadsbezoek afgelegd aan Maastricht waarin onderwerpen als fietsparkeren, wonen boven winkels, herbestemming van monumenten, centrummanagement, realisatie van twee grote binnenstedelijke winkelprojecten en parkeergarages aan bod zijn gekomen. Bij dit raadsbezoek zijn bewonersvertegenwoordigers van de districtsraden, centrummanagement, Vecovab, de raad van Nederlandse detailhandel, stichting Aalmarkt, vereniging oud leiden en winkeliersverenigingen en ambtenaren mee gegaan. Het bezoek had niet alleen een inhoudelijk doel maar heeft ook tot doel gehad een gezamenlijke mindsetting te bereiken, vanwaar we uiteindelijk met elkaar in de Leidse binnenstad naar streven. Met de geïnterviewde partners wordt nog gestreefd naar het opstellen van het gezamenlijke convenant dat bij de uiteindelijke vaststelling van het programma door de gemeenteraad kan worden bekrachtigd en dat de gezamenlijke ambities voor de komende jaren vastlegt. Het programma Binnenstad inhoudelijk In de aanpak van het programma wordt onderscheid gemaakt tussen gegevens, analyse en visie. De gegevens staan voor de objectieve weergave van bezoekersgedrag, aan- / afwezigheid van voorzieningen en vele andere feitelijke aspecten. De analyse is de interpretatie van die gegevens: Wat is de betekenis van de feiten? Welke interpretatie wordt gegeven aan die feiten? En waar leidt die interpretatie toe? Maar voordat er kwantitatieve doelen en inspanningen (activiteiten) kunnen worden geformuleerd, is het noodzakelijk om een visie te formuleren. Een visie is dan geen doel op zich, maar eigenlijk een instrument om het handelen te richten. En dat richten is noodzakelijk! Het werken vanuit een gedeelde visie is een absolute noodzaak om een programma succesvol te kunnen laten zijn. Een visie geeft een eindplaatje weer, niet in detail, maar op hoofdlijnen. En als er overeenstemming is over dat nog vage eindplaatje, dan kunnen met behulp van de programmatechniek doelen concreet worden gemaakt en inspanningen worden gedefinieerd. Die inspanningen bestaan uit resultaat gerichte projecten, (lijn-) activiteiten en maatregelen. In overzicht voor het programma Binnenstad: Gegevens: Analyse: Visie: Doelen: Inspanningen: Projecten, activiteiten en maatregelen: Feiten over regionale positie; economische factoren als retail, winkelunits, koopkracht, werkgelegenheid; bereikbaarheid en parkeren; waardering. Sterkte Zwakte analyse; Ontwikkeling van de binnenstad van Leiden a.h.v. retail, bronpunten, gebied- / projectontwikkeling, inrichting openbare ruimte. Meer bezoekers, meer bestedingen, hogere waardering. Verdeeld over 8 ambitielijnen. Uitvoeringsprogramma 2009 en Inspanningenoverzicht MT, LT. Het economisch gehalte van het programma Binnenstad De aanleiding van het programma Binnenstad is economisch van aard. Dat wordt onderbouwd in de eerste hoofdstukken over feiten, analyse en visie. Maar in de aanpak is het programma gericht op alle functies van en in de binnenstad. Juist de investering in de kwaliteit van de binnenstad zal een positieve uitwerking hebben op de leefomgeving van B7 / 88

8 bewoners, de beleving van de bezoekers en het ondernemersklimaat voor binnenstad ondernemers. De acht ambitielijnen reflecteren deze brede aanpak. De inventarisatie van de vele inspanningen op deze ambitielijnen maken het ook mogelijk dat deze aanpak in praktijk wordt gebracht en niet alleen een mooie zin in een programmaplan is. Bezoekers en bezoeksmotief Het voeren van een academische discussie over de definitie van een bezoeker leidt alleen maar af van de feiten: bezoekers komen in de binnenstad van Leiden, omdat ze een bezoekmotief hebben, of misschien wel meerdere (vb: museumbezoek en een terrasje pakken). Voor de detaillist (bezoekmotief: winkelen) maakt het niet uit of de bezoeker uit Leiden komt of elders vandaan. Voor het museum, dat een nationaal gerichte tentoonstelling heeft gecreëerd, maakt het wel uit waar de bezoeker vandaan komt. Is de landelijk gerichte promotie geslaagd? En als Leiden de centrumfunctie wil terugwinnen, dan maakt het ook uit dat de regiobewoners de weg naar Leiden weer weten te vinden. En als Leiden Marketing zich onder andere richt op internationale promotie van Leiden. City of Discoveries dan is het wenselijk dat de internationale toerist Leiden bezoekt. Kortom, de bezoeker staat voor: De bewoners van de binnenstad De Leidenaar De regio-inwoner De landelijke bezoeker De internationale bezoeker De bezoekmotieven zijn divers; vele bezoekers zullen er meerdere hebben en in sommige gevallen zijn de bezoekmotieven een combinatie van zakelijke en private motieven. Wonen in het programma Binnenstad Wonen maakte geen expliciet deel uit van de acht ambities zoals opgenomen in het startdocument. Echter het programma heeft ook tot doel de leefkwaliteit toe te laten nemen. En de bewoners vormen ook een belangrijk bezoekerspotentieel. De studentenpopulatie behoeft specifieke woonvormen. Ontwikkelaars / beleggers combineren woningen vaak in een programma vanwege de verdiencapaciteit. En daarnaast is de binnenstad voor specifieke groepen een zeer aantrekkelijk woongebied, zeker als op termijn de doelen van het programma worden gerealiseerd. Kortom, wonen vormt een belangrijk bestanddeel in het programma. Dit uit zich in diverse inspanningen door het gehele programma heen. Er wordt een inspanning geleverd om hoogwaardige woonmilieus toe te voegen in de binnenstad op diverse locaties. Met name de noord oost flank van de binnenstad leent zich daarvoor. In de programma s voor de achttien ontwikkellocaties (zie hoofdstuk visie ) is op veel locaties wonen in het programma opgenomen. Op gebied van studentenhuisvesting wordt het onderzoek naar woonbehoefte geactualiseerd. Vervolgens wordt basis van dit onderzoek een plan van aanpak opgesteld voor het produceren van voldoende kwantitatieve en kwalitatieve studentenwoningen voor de verschillende studentendoelgroepen. Wonen boven Winkels Om de leefbaarheid en de sociale veiligheid in de binnenstad te vergroten, met name ook in het kernwinkelgebied, wordt gepoogd wonen boven winkels mogelijk te maken. Dit is geen nieuw initiatief, er zijn immers al enkele projecten met dit doel uitgevoerd. Deze projecten kenden veelal een pandgerichte benadering, d.w.z. per pand werd geprobeerd een woning met eigen of gedeelde toegang toe te voegen. In praktijk bleek deze toegang vaak niet meer B8 / 88

9 te bestaan en was het niet meer mogelijk deze te reconstrueren. Nu wordt gekozen voor een blokgerichte benadering waarbij juist voor meerdere panden één gedeelde toegang wordt gecreëerd. Allereerst wordt naar voorbeeld van Maastricht een onderzoek gedaan naar de marktmechanismen en de publiekrechtelijke instrumenten om dit mogelijk te maken en te stimuleren. Specifiek zal ook de gewenste financiering worden onderzocht, bijvoorbeeld door mogelijke oprichting van een NV Wonen boven Winkels of vergelijkbare instrumenten. Kanttekening bij wonen boven winkels is dat de ambities van het gehele programma in evenwicht moeten worden gebracht. Daar waar uitbreiding van retail in het kernwinkelgebied is gewenst door verheling en benutting van de bovengelegen verdiepingen staat dit op gespannen voet met de wens om wonen boven winkels mogelijk te maken. De beste aanpak is om ook hier de locatie-gerichte aanpak te kiezen en niet alle ambities te stapelen, hetgeen vaak programmatisch en financieel niet realistisch is. De aanpak is dan: op een specifieke locatie worden de meest kansrijke ambities (in termen van effect en financiering) gerealiseerd. Uit de optelling van alle locaties zal dan blijken of aan de ambities van het programma is voldaan. Zo kan in het kernwinkelgebied gekozen worden om expliciet de ruimte te bieden aan retail over alle verdiepingen. Maar zodra blijkt (uit het genoemde onderzoek) dat een locatie zich daar niet voor leent, er wordt gekozen om op die locatie wonen mogelijk te maken. En zo kan voor locaties die niet tot het kernwinkelgebied behoren, worden gekozen voor het voorkomen van retail op bovenliggende etages. In de uitvoering van de motie Wonen boven Winkels zal het college: een blokgerichte aanpak kiezen voor het creëren van gedeelde toegang tot woningen boven winkels; onderzoek doen naar de marktmechanismen en publiekrechtelijke instrumenten; de beschreven locatie specifieke aanpak - ter middeling van alle ambities - als uitgangspunt hanteren; een plan van aanpak inclusief financieel consequenties - opstellen, op te nemen in het programma Binnenstad; en dit plan van aanpak in 2009 aan de gemeenteraad aan te bieden. B9 / 88

10 DEEL I Het programma Binnenstad inhoudelijk Gegevens Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de feiten die gebruikt zijn voor het maken van een analyse van de Leidse binnenstad. Deze gegevens zijn afkomstig van verschillende bronnen: onderzoeken waar Leiden aan deelneemt: Continu Vakantie Onderzoek, Koopstromenonderzoek, Bedrijvenregister Zuid-Holland. Specifiek onderzoek naar: o Ruimtelijk-economische ontwikkelpotenties (Ecorys, Ontwikkelingspotenties Binnenstad, 16 sep 2008) o Retail in de Leidse binnenstad (Dallinga Retail en Vastgoed Advies, Voorstel tbv (retail)programma binnenstad, juli 2008) o Bezoekerswensen (Uitkomst enquête Binnenstad Leiden 13/14 sep ) De gegevens worden telkens samengevat, met verwijzing naar het bronmateriaal (zie bijlage 1). De geografische ligging van Leiden: 1. Leiden ligt in de Randstad aan de A4 en de A44 - de Noord Zuid verbinding en aan de Oost - West verbinding (N11 - N206). 2. Leiden ligt dichtbij economische centra als Den Haag, Amsterdam en ook Haarlem, Zoetermeer en Alphen aan de Rijn. De (beroeps) bevolking: 3. In Leiden en ook in de regio Holland Rijnland zal het aantal inwoners tot 2025 nauwelijks groeien. 4. In Leiden en ook in de regio zal de ontwikkeling van het aantal inwoners fors verschuiven naar leeftijdscategorie Leiden zal tot 2025 een toename kennen van 14,5% in het aantal eenpersoonshuishoudens, waar dit aantal de regio met 23.5 % zal groeien. 6. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens was in en is er in de meeste gevallen op vooruit gegaan t.o.v Vergeleken met de G31 is de inkomenssituatie van Leidse huishoudens goed te noemen: in een rangorde staat Leiden op de vierde plaats. In een zelfde vergelijking met de regiogemeenten komt Leiden er minder goed uit: dan neemt de stad de onderste positie in. 8. De beroepsbevolking in Leiden is zeer goed opgeleid in vergelijking tot De G27 steden en in vergelijking tot Nederland: 57% heeft een hoge opleiding (cijfers 2006). 9. De werkgelegenheid in de bezoekerseconomie is na 2002 afgenomen. 10. Dit is vooral toe te rekenen aan de detailhandel, de werkgelegenheid in de overige sectoren is min of meer constant gebleven. 11. Van de werknemers die in Leiden werken, woont in % in Leiden, 31% in de regio Holland Rijnland, 19% op overige locaties in Zuid-Holland en 10% buiten Zuid-Holland. De bezoekers en bezoekgedrag: 12. Het aantal bezoekers afkomstig uit het binnenland aan Leiden aanname de binnenstad van Leiden is sinds 2002 niet sterk gestegen, zelfs in de tussenliggende jaren gedaald. 13. Het aantal afgelegde bezoeken per bezoeker is sinds 2002 gedaald. 14. Het aantal afgelegde bezoeken in 2005, 2006 en 2007 is lager dan 2002, 2003 en De gemiddelde besteding per bezoek is sinds 2003 gelijk gebleven. 16. Na winkelen vormt het museumbezoek de belangrijkste hoofdreden van een bezoek aan Leiden. 17. Sinds 2005 is het museumbezoek aan de Leidse musea jaarlijks toegenomen. 18. Het aantal overnachtingen is sinds 2002 nauwelijks veranderd met uitzondering van een piek in het Rembrandtjaar 2006: zo rond de B10 / 88

11 19. De koopkrachtbinding van Leiden op de bewoners van de regio Leiden neemt af. 20. De detailshandelomzet van Leiden Centrum is in de afgelopen 10 jaren toegenomen. 21. Ecorys zegt: Leiden-Centrum verliest terrein: marktaandeel van niet-dagelijkse goederen in de provincie Zuid-Holland daalde van 4,5% in 1988 naar 3,1% in 2004 (bron: Koopstromenonderzoek Zuid-Holland) 22. De Koopkrachtbinding van Leiden-Centrum met de bevolking van Leiden is 52%, van alle omzet in Leiden-centrum wordt 45% behaald door bestedingen van niet-leidenaren (=toevloeiing) Dit is vergelijkbaar met Alphen aan de Rijn (voor uitbreiding Stadshart) en lager dan Lisse. Economie in de regionale context 23. Leiden zal een gezonde groei kennen van de dienstensector (2,7% in de periode , NL = 2,5%). 24. Leiden zal een sterke groei kennen in de industrie o.m. Bio Science (3,1% in de periode , NL=2,2%). 25. Leiden is de tweede aankoopplaats voor winkelen in de regio, na Den Haag. 26. De Leidse binnenstad is de belangrijkste aankoopplaats in de directe regio en heeft een sterke positie in fun. 27. De (sub)regionale centra versterken zich: Alphen a/d Rijn-Stadshart, Leiderdorp- Woonboulevard, Winkelhof, IKEA; Katwijk-Valkenburg, Katwijk-Centrum. 28. De planvoorraad kantoren in de regio Holland Rijnland bedraagt m² bvo tot Deze omvang bedraagt 70% van de bestaande kantorenvoorraad in de regio. 29. De woningbouwproductie van Leiden is beperkt. Leiden specifiek: retail 30. Het zwaartepunt van de bewinkeling is langs de assen Haarlemmerstraat en Breestraat. 31. Er zijn weinig winkels in tussenliggende dwarsstraatjes, maar op veel locaties zijn interessante zwerfgebieden. 32. Er is nauwelijks bewinkeling op de Hooigracht en Langegracht. 33. Het hart van het A1 winkelgebied wordt gevormd door de Haarlemmerstraat. 34. Noties over retail in de binnenstad (bron: Dallinga retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008): De Haarlemmerstraat is erg lang met aflopende uiteinden De V&D ligt a-centrisch en is geen onderdeel van rondje Aalmarkt project heeft te weinig retailmassa om substantieel andere passantenstromen op gang te brengen. De Breestraat wordt steeds meer een straat van bestemmingswinkels omdat het feitelijk geen deel uitmaakt van het A1 kernwinkelgebied Er is te weinig aanbod grotere units voor retailers (> 1000 m2) 35. Private investeringen en concrete realisaties blijven uit. De V&D dateert uit 1967 en is sindsdien nooit grootscheeps verbouwd. Voor project Aalmarkt vind een heroriëntatie plaats, het project loopt inmiddels meer dan 10 jaar en startbouw laat voorlopig op zich wachten (bron: Dallinga retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008). 36. Een benchmark van Leiden vergeleken met de detailhandel van de binnensteden van Den Bosch, Maastricht levert op: Leiden heeft een laag wvo per inwoner (0,74 m²) Slechts 8 units van m² of groter (V&D, Hoogvliet, C&A, Bristol, Hema, Digros, Vogele Mode, De Slegte). In Den Bosch zijn het er 11 en 13 in Maastricht. De helft van deze grote units wordt beschouwd als voorziening van basiskwaliteit. Formules (>1.000 m²) die wel in de andere steden gevestigd zijn: Bijenkorf, Perry Sport, Intersport, AH, Esprit, Zara, New Yorker. Leiden mist dus grootschalige warenhuizen, sportzaken en hoogwaardige kledingwinkels. Laag aandeel Kleding & mode branche: 22%. In Den Bosch is dat 32%, Maastricht 35%. B11 / 88

12 Laag aandeel Warenhuis branche: 8%. In Den Bosch is dat 11%, Maastricht 15%. Het aandeel warenhuis loopt landelijk gezien terug. Leiden heeft in vergelijking met andere steden veel minder merken, ketenwinkels en franchise-winkels in de binnenstad. 37. De beoordeling van Leidenaren voor de Leidse binnenstad als winkelcentrum is sinds 2004 toegenomen. 38. Evenals in eerdere jaren worden drogisterij- en parfumerie artikelen het vaakst in Leiden zelf (de binnenstad of elders in Leiden) gekocht. Ruim negen op de tien respondenten koopt dit in Leiden. Andere artikelen die veelal in Leiden zelf worden gekocht zijn kleine elektrische apparaten, schoenen/lederwaren en kleding. Voor de aankoop van meubels en woninginterieur gaat men meestal ergens anders naar toe in of buiten Holland Rijnland, met name naar Leiderdorp of Zoeterwoude. 39. Driekwart van de Leidenaren winkelt wel eens gewoon voor de gezelligheid. Naast Leiden worden Den Haag en in mindere mate Amsterdam regelmatig bezocht voor funshopping. Rotterdam en Utrecht worden hiervoor veel minder bezocht. Leiden specifiek: bereikbaarheid en parkeren 40. De auto vormt het grootste aandeel in het vervoersmiddel waarmee Nederlandse bezoekers naar Leiden komen: 57% auto, 19% trein, 12% fiets. 41. Op gebied van parkeren kenmerkt Leiden zich door versnippering van parkeerlocaties; is er geen hiërarchie in P-voorzieningen; zijn er nauwelijks oriëntatie punten; is de kwaliteit van de garages matig en is er geen echte parkeerring (bron Ecorys onderzoek 2008) 42. Inwoners uit de Binnenstad moeten hun auto gemiddeld het verst van huis parkeren, maar beoordelen hun parkeermogelijkheden toch vrijwel gemiddeld. Dit kan te maken hebben met de uitgifte van vergunningen en/of omdat ze beseffen dat een zekere mate van parkeerproblemen bij de Binnenstad hoort. 43. De fiets wordt met name gebruikt voor het doen van boodschappen (winkelen) of als vervoermiddel naar het werk, school, binnenstad of het station. Naar doelgroep zijn er, logische, verschillen. Zo gebruiken 35-plussers de fiets relatief vaker om boodschappen te doen, 55-minners om naar het werk of school te gaan en 55-plussers om tochtjes te maken. Leiden specifiek: beoordeling door de Leidse inwoners 44. Het rapportcijfer van Leidenaren naar de waardering van de Leidse binnenstad in vergelijking tot Haarlem, Delft en Dordrecht is sinds 2002 stabiel, maar in vergelijking tot 2007 afgenomen. 45. De top drie van de door alle bewoners ervaren problemen van Leiden zijn in 2007 parkeerproblemen, overlast door vuil en verkeersproblemen. Dit geldt eveneens voor de bewoners van de districten Binnenstad-Zuid, Binnenstad-Noord en het Stationsdistrict. 46. De stad Leiden is onlosmakelijk verbonden met zijn historische kern. Dit blijkt ook wel als de Leidenaren wordt gevraagd om aan te geven welke aspecten Leiden aantrekkelijk maken voor een stadsbezoek. Het historische karakter en de (oude) binnenstad worden hierbij het vaakst genoemd, maar ook de verschillende musea, de binnenstad, de gezellige sfeer, de grachten, het culturele aanbod, de terrasjes en het dorpse karakter. Ruim zeven op de tien Leidenaren geeft aan zelf ook wel eens door de stad te wandelen om van de historische kern van Leiden te genieten. 47. De Leidenaar drukt de tevredenheid over de levendigheid van Leiden uit in een rapportcijfer: gemiddeld een 7,1. Dit is lager dan twee jaar geleden toen het gemiddelde een 7,3 was. Vier op de tien Leidenaren geeft een acht of hoger, eenderde een zeven en een kwart beoordeelt de levendigheid met een 6 of lager. In de grafiek is te zien dat Leidenaren met een lagere opleiding een lagere beoordeling geven. 48. Tot slot is aan alle bezoekers van de binnenstad gevraagd of ze nog verbetertips hebben. Er volgt een groot scala aan antwoorden met betrekking tot bereikbaarheid, parkeren, onderhoud, diversiteit winkels, horeca, etc. B12 / 88

13 Analyse De analyse richt zich op Leiden in de regionale context; op de Leidse binnenstad en op de acht benoemde ambitielijnen. De analyse is tot stand gekomen op basis van de gerichte onderzoeken en de beschikbare feiten. Het Ecorys onderzoek (Ontwikkelingspotenties Binnenstad, 16 sep 2008) vormt de basis voor de analyse op regionaal en binnenstad niveau. Voor de analyse op de acht ambitielijnen is vooral gebruik gemaakt van de stadsenquête, de resultaten van Leiden Panel en van de bezoekersenquête (Uitkomst enquête Binnenstad Leiden 13/14 sep 2008). Op gebied van winkelen is gebruik gemaakt van de rapportage van Dallinga Retail en Vastgoed advies (Voorstel tbv (retail)programma binnenstad, juli 2008). Het benoemen van een feit als een sterkte of een zwakte wordt soms bepaald door het perspectief van waaruit de beoordeling plaatsvindt. Zeker bij de analyse op niveau van de ambitielijnen is het raadzaam om het totale beeld te volgen en te waarderen. Leiden in de regionale context De Leidse regio als geheel staat er goed voor. Leiden heeft als centrumgemeente een uitstekende uitgangspositie in een groeiend verzorgingsgebied. De bedreigingen voor Leiden worden voornamelijk gevormd door de groei van omringende kernen als woon, werk, winkel en verblijflocaties en door de knelpunten in de bereikbaarheid van Leiden. Sterk Strategische ligging als scharnier tussen Noord- en Zuidvleugel van de Randstad Grote studentenpopulatie, beroepsbevolking is overwegend hoog opgeleid, de creatieve klasse in Leiden sterk vertegenwoordigd Er is een gezonde groei van de dienstensector en Leiden heeft een sterke groei in de industrie (Bio Science). De kantorenmarkt is vrij dynamisch met zo n m²/jaar voor de gemeente Leiden Leiden heeft een totaal aantal monumenten van circa 3.000, waarvan rijksmonumenten (2003) Kans De toekomstige bouwopgave in de Randstad is groot ( woningen tot 2040). Er zijn grote uitleglocaties in de regio: Valkenburg ( woningen), Haarlemmermeer/Bollenstreek ( woningen) en Haagse regio (Leidschendam-Ypenbrug). De infrastructuur zal zich verbeteren onder meer met de komst van de RijnGouwelijn. Zwak Stagnerende bevolkingsgroei en een groei in kleinere huishoudens in de gemeente Leiden Er zijn nog diverse knelpunten aanwezig in de autobereikbaarheid aan Zuid en Westzijde). Bedreiging Er is een flinke planvoorraad kantoren in de regio Het winkelaanbod in de regio versterkt zich over de gehele linie. Bron: Ecorys 2008 B13 / 88

14 De binnenstad van Leiden als geheel Leiden heeft een aantrekkelijke binnenstad voor bezoekers van binnen en buiten de stad. Het potentieel van de binnenstad wordt niet ten volle benut door een aantal onaantrekkelijke aspecten als diversiteit in het aanbod, uitstraling en routering. Daarmee kiezen bezoekers en dus ook bewoners - gemakkelijk voor een andere bestemming. Sterk Historische structuur binnen de singel Groot aanbod aan monumentale panden Cultureel aanbod: veel musea Hoog opgeleide en financieel krachtige bevolking Hoog aandeel studenten en creatieve klasse Kans Structureren en begeleiden van passantenstroom van station naar centrum en van de bronpunten naar de winkelassen Grootschalige, monumentaal/moderne herontwikkeling van de stadszijde van het station Ontwikkelen van bronpunten: d.w.z. inzetten op concentratiepunten voor P- plaatsen in combinatie met de ontwikkeling van commercieel vastgoed en wonen Aanbieden van beeldbepalende gebouwen aan initiatiefnemers van bijzondere formules Zwak Diversiteit en kwaliteit winkel- en woonaanbod Stedelijke dynamiek Stedelijke structuur tussen station en centrum Kwaliteit openbare ruimte en groenstructuur Uitstraling en beleving van station naar centrum Identiteit en imago binnenstad Ontbreken van kwaliteitsvolle bronpunten voor parkeerders en winkelend publiek Ontbreken van een duidelijke routing voor parkeerders, bezoekers en winkelend publiek Bedreiging Uitblijven van een effectieve koppeling van het huidige RGL-tracé met de hoofdwinkelassen Onvoldoende resultaatgericht faciliteren van private initiatieven d.w.z. het uitblijven van concrete transacties met private partijen Bron: Ecorys 2008 B14 / 88

15 Analyse op de acht ambities De binnenstad van Leiden: Kwaliteit van de openbare ruimte De uitstraling van de kwaliteit van de Leidse binnenstad is hoog. Althans, voor dat deel dat inwoners en stadsbezoekers als de binnenstad ervaren: de historische kern, waar Pieterswijk en Pancras-West deel van uitmaken. Het stationsgebied, entree van de stad (Beestenmarkt) en Haarlemmerstraat en de parkeerterreinen worden als onaantrekkelijk beschouwd. Het upgraden van de kwaliteit van de openbare ruimte in deze gebieden maken een groter gebied aantrekkelijk voor de bezoeker. Sterk Hooglandse Kerkgracht Leidse lantaarns Binnenste Beter bestrating Het water en de bruggen Verlichting in bomen rondom Nieuwe Rijn Zwak Banken en prullenbakken passen niet binnen historisch karakter Rommelige uitstraling door diversiteit kleurgebruik en materialen van straatmeubilair Rommelig uiterlijk door toevoegingen van prullenbakken en palen nadat ontwerp is gerealiseerd Rommelige uitstraling Haarlemmerstraat Geen bloemen Te stenig, te weinig bomen Uitstraling singels Onkruid in bestrating Beestenmarkt kaal Garenmarkt, Kaasmarkt en Lammermarkt onaantrekkelijke pleinen door parkeren Te weinig banken Ontbreken van sfeer op stationsplein De binnenstad van Leiden: Beheer van de openbare ruimte Hoe schoon en heel de binnenstad ook is - objectief gezien als winkeliers en bezoekers de stad anders ervaren, dan is die ervaring bepalend voor de waardering. Veelal zijn negatieve ervaringen bepalend voor de overall impressie. Het voorkomen en snel aanpakken van vervuiling op plekken waar veel bezoekers komen en waar vervuiling in het oog sprint, maakt dat het beeld van een schone stad sterker wordt. Sterk Schone straten Veelvuldig legen van prullenbakken Verwijderen graffity Reiniging hoge drukspuit markt en omgeving Schoonvissen water na markt Zwak Kapotte trottoirbanden Breestraat en Stationsweg Onkruid in bestrating Sigarettenpeuken op straat Kauwgom op straat Opengeprikte zakken door meeuwen Plantsoenonderhoud rondom koppen van singels Bedrijfsafval op straat Bootwrakken in het water Fietswrakken op straat B15 / 88

16 De binnenstad van Leiden: Kwaliteit van de gebouwde omgeving De grote hoeveelheid en kwaliteit van historische panden en monumenten wordt onmiskenbaar gewaardeerd. Het typeert Leiden als historische binnenstad. De architectuur uit de 70-er jaren verstoort dit beeld op gezichtbepalende locaties. En ook is soms de aanwezige kwaliteit onzichtbaar door de veelheid aan visuele uitingen op gevels en/of in de directe omgeving. Door het vervangen van ontsierende gebouwen door nieuwe gebouwen met passende architectuur en door het beter zichtbaar maken van de reeds bestaande kwaliteit, zal de bezoeker een grotere en aangenamere historische binnenstad ervaren. Sterk Historische panden en monumenten Molens Burcht Stadhuis Universiteitsgebouwen Sterrenwacht Musea Stadsschouwburg Bibliotheek Rapenbrug en Pieterswijk Oude Vest en omgeving 31 hofjes Zwak Schreeuwerige reclames op gevels Winkelpuien die het historische karakter van gevel verstoren Moderne bebouwing zoals Rijnlandblok (Breestraat), bebouwing rondom stationsplein en Hoogvlietgarage, bebouwing rondom Lange gracht Stationsplein Stationsweg en Steenstraat Extra onderhoudskosten vanwege monumentale status panden Woonruimten boven winkels onvoldoende benut Onvoldoende woonruimte voor topmilieu en internationale studenten De binnenstad van Leiden: Bereikbaarheid De bereikbaarheid van de binnenstad van Leiden is voor autobezoek onvoldoende ontwikkeld. Het is een economische noodzaak voor het functioneren van de binnenstad en daarmee de stad als geheel om de bereikbaarheid te verbeteren. Sterk Zwak Goede bereikbaarheid via de fiets Onduidelijke verkeerscirculatie voor autobezoekers van buiten naar binnenstad Stagnatie voor in- en uitgaand verkeer naar en van binnenstad van en naar uitvalswegen Entree vanuit station naar binnenstad onduidelijk Breestraat onaantrekkelijk door bus- en fietsverkeer Ontbreken van aantrekkelijk hoogwaardig openbaar vervoer vanuit regio naar Leiden Onoverzichtelijke kruispunten bij Hogewoerd / Breestraat en Blauwpoortsbrug / Turfmarkt voor langzaam verkeer Dam bij de EON waardoor rondje varen singels niet kan B16 / 88

17 De binnenstad van Leiden: Parkeren De parkeermogelijkheden voor auto- en fietsbezoeker in de binnenstad van Leiden is onvoldoende ontwikkeld. Het is een economische noodzaak voor het functioneren van de binnenstad en daarmee de stad als geheel om de parkeergelegenheid te verbeteren. Sterk Haagwegterrein (SSL) P-tarieven redelijk in lijn met omliggende / vergelijkbare steden Huidige en geplande parkeercapaciteit is (conform parkeerbalans) voldoende Zwak Garages zijn moeilijk te vinden en niet goed bereikbaar PRIS functioneert niet goed Garages zijn onaantrekkelijk P-locaties zijn alleen stallingpunten, geen bronpunten met logische aantakking op routes en voorzieningen P-tarieven van de garages duur ten opzichte van gratis garages in andere winkelkernen (Alphen, Leidschenhage) Imago van onvoldoende parkeerplaatsen Te weinig fietsparkeerplaatsen op straat Inpandige fietsenstallingen te weinig Openbare fietsenstalling station onaantrekkelijk Onduidelijk beeld straatparkeren (vrij parkeren, betaald parkeren, vergunninghouders) De binnenstad van Leiden: Winkelen en Horeca Doordat er een gebrek aan panden is met een grotere oppervlakte zijn er een aantal retailers nog niet in Leiden aanwezig of hebben een niet ideale winkel. Dit heeft tot gevolg dat het basisaanbod retail (formules en assortiment) niet aanwezig is. Dit leidt tot teleurstelling bij de consumenten met als gevolg dat zij in omliggende steden gaan winkelen. Wanneer die basisbehoefte in balans is met de verwachting van de bezoeker, dan heeft de binnenstad juist veel extra s (mooie historische binnenstad met ook leuke kleine winkeltjes) te bieden in vergelijking met omliggende steden. Horeca vormt zowel een bezoekmotief (uitgaan op de Nieuwe Beestenmarkt) als een ondersteunende functie (theater bezoek met hapje vooraf en een drankje na, wandeling in Pieterswijk in combinatie met kwaliteit restaurant bezoek). Toevoeging van ontbrekende horeca als bezoeksmotief en uitbreiden ondersteunende horeca maakt de binnenstad compleet. Sterk Winkelen in een historisch centrum Aantrekkelijk zwerfmilieu Actieve winkeliersverenigingen binnenstad Centrummanagement Terrasboten op Nieuwe Rijn Zwak Te weinig A1 retail Te weinig vloeroppervlak per winkelunit Nog niet in ontwikkeling gebrachte Aalmarkt Kwaliteit winkels in Breestraat Ontbreken van goede bronpunten dichtbij kernwinkelgebied Ontbreken van uitgaansgelegenheid voor jongeren Onvoldoende terrassen in kernwinkelgebied Onvoldoende hotelkamers in hoger segment B17 / 88

18 Onvoldoende benutting van Haven en Beestenmarkt voor horecafunctie B18 / 88

19 De binnenstad van Leiden: Culturele programmering en Evenementen Het historische culturele aanbod van Leiden is compleet, maar het gebruik kan door versterking in de promotie worden vergroot. De nieuwe cultuur ontwikkelt zich in Leiden (Scheltema). Door de ontwikkeling van de verbinding tussen het (creatieve) talent, cultuur en bedrijvigheid zal de nieuwe cultuur groeien (concept Quartier Leyden). De cultuur van de stadsevenementen (3 Oktober, Lakenfeesten) is waardevol voor de Leidenaar en Leidse regiobewoners en blijft behouden. Evenementen vormen een belangrijk bezoekmotief om bezoekers te trekken en te verleiden om terug te komen. Ook zullen nieuwe evenementen een sterk imago creëren, passend bij Leiden. Stad van Ontdekkingen. Sterk Sterke, zichtbare cultuurhistorie Uitstraling van Universtiteitsstad Musea-aanbod van hoge kwaliteit Stadsschouwburg en Stadsgehoorzaal Renovatie en uitbreiding Lakenhal Muziekcentrum in Nobelcomplex Het Rembrandtjaar Ontwikkeling Leids Filmfestival 3 Oktoberfeest Congresmogelijkheden Ontwikkeling van de Meelfabriek als internationaal centrum voor moderne communicatie, wonen, cultuur, hotel en horeca Zwak Veel evenementen, maar met nog onvoldoende herkenning en kwaliteit Nog onvoldoende verbinding tussen programmering en promotie van diverse cultuuruitingen Nog onvoldoende benutting van Leiden als congresstad Ontbreken van grote bioscoop Exploitatie stadsschouwburg Te weinig cultuur voor creatievelingen van de stad Inzet van studenten voor de stad bij evenementen, toerisme, horeca De binnenstad van Leiden: Promotie De noodzaak om samen te werken aan het verkopen van de stad is al gevoeld: het Netwerk Stadspartners Citymarketing heeft zich ontwikkeld tot Leiden Marketing. En Leiden Marketing onderneemt al enkele activiteiten. Uitbreiding van de productontwikkeling gericht op combinatiebezoek en van promotionele activiteiten is zeer gewenst. Als de binnenstad zich verbetert en meer te bieden heeft, moeten de potentiële bezoekers dat ook weten en daarvan gebruik kunnen maken. Sterk Gezamenlijke citymarketing in Leiden Marketing Realisatie van het Visitors Centre Ontwikkeling van een gezamenlijk merkkader voor promotie door alle stadspartners t Gilde Leyden Watertoerisme Leidse Loper Zwak Nog onvoldoende promotie van Leiden in landelijke en regionale pers Producten voor bezoekers om snel en handig informatie, kaartjes etc, te vinden en te reserveren Meerdaagse arrangementen voor toeristen B19 / 88

20 In het onderzoek van Ecorys naar de ruimtelijk economische potenties van de binnenstad werd de volgende eindconclusie geformuleerd: De binnenstad van Leiden weet sleutelrol binnen de regio niet waar te maken Er is weliswaar sprake van een grote en attractieve binnenstad: een historische ambiance met veel monumenten, hoog aandeel studenten/creatieve klasse en musea (25% van de binnenstadbezoekers komt primair voor een museum, waarmee Leiden koploper is in Nederland). Desondanks: zijn diverse knelpunten in binnenstad nog niet opgelost, waaronder: bereikbaarheid en parkeren, het aantrekkelijker maken van het doorsnee kernwinkelapparaat (weinig verrassing, diversiteit, grote units), duidelijke routering, aansluiting van het stationsgebied op het A1-winkelgebied, kwaliteit van de openbare ruimte en groenstructuur; staat het functioneren van de Leidse binnenstad als winkelgebied onder druk. Leiden- Centrum weet regiopositie niet waar te maken gezien lage koopkrachtbinding (52%) en toevloeiing (45%); blijven investeringen uit in de Leidse binnenstad; vinden binnen dit ideale podium te weinig bijzondere evenementen plaats; leidt de aanwezige dynamiek in de stationsomgeving (initiatieven), vooralsnog niet tot een gewenste publiek-private herontwikkeling. B20 / 88

21 Doelen Als opdracht is meegegeven een meerjarig en integraal programma Binnenstad op te stellen, waarbij externe partijen nadrukkelijk worden betrokken en de volgende doelstellingen voor het programma Binnenstad te benoemen: meer bezoekers; hogere bestedingen; en hogere waardering; en in het programma Binnenstad de volgende ambities te benoemen: vergroten kwaliteit openbare ruimte; verbeteren beheer openbare ruimte; hogere kwaliteit (openbaar waarneembare) bebouwde omgeving; betere bereikbaarheid; uitbreiden en verbeteren parkeergelegenheid; uitbreiden en verbeteren winkel- en horecavoorzieningen; uitbreiden en verbeteren cultureel aanbod en evenementen; meer marketing en promotie. In de uitvoering van het programma zullen vele projecten, activiteiten en maatregelen (de inspanningen ) worden uitgevoerd om de acht genoemde ambities te realiseren. Door het realiseren van de acht ambities wordt verwacht dat de drie hoofddoelen worden verwezenlijkt. De hoofddoelen en subdoelen Door uiteenrafeling van de drie hoofddoelen kan worden bepaald wat het programma Binnenstad beoogt te bereiken: Meer bezoekers Meer bezoekers de bewoners van de binnenstad, de inwoner van Leiden, de regioinwoner, de landelijke bezoeker en de internationale bezoeker) leggen een (herhaald) bezoek af aan de binnenstad van Leiden. Er worden meer bezoeken aan de binnenstad afgelegd door bezoekers en/of door herhalingsbezoek. Het aantal combinatiebezoeken - meerdere activiteiten ondernemen in één afgelegd bezoek neemt toe. Het aantal meerdaagse bezoeken bezoek met minimaal een één overnachting neemt toe. Hogere bestedingen De bezoeker besteed per bezoek een groter bedrag in de binnenstad. De omzet van aanbieders in de binnenstad neemt toe ten gevolge van het toegenomen aantal bezoeken en/of de toename in het bestede bedrag per bezoek. De werkgelegenheid in de binnenstad neemt toe ten gevolge van de omzetstijging en de zich uitbreidende vraag naar bezoekaanbod. Het investeringsvermogen van de aanbieders en eigenaren in de binnenstad neemt toe. Hogere waardering De verschillende bezoekersgroepen hebben een hoge waardering voor het genoten aanbod in de binnenstad. De binnenstad van Leiden heeft een positief imago bij de verschillende potentiële bezoekersgroepen. B21 / 88

22 Er is een veelheid en verscheidenheid aan inspanningen voor korte, middellange en lange termijn geformuleerd. Uiteenrafeling van de acht subdoelen zal eerder leiden tot een onoverzichtelijk geheel van subdoelen dan tot een eenvoudig inzicht in de onderdelen van de subdoelen. Verdere uiteenrafeling van de subdoelen met als oogmerk om beter inzicht te verschaffen vindt dan ook niet plaats. De acht subdoelen worden als voldoende inzichtelijk beschouwd: Subdoel 1: Betere kwaliteit van de openbare ruimte Subdoel 2: Beter beheer van de openbare ruimte Subdoel 3: Betere kwaliteit van de gebouwde omgeving Subdoel 4: Betere bereikbaarheid Subdoel 5: Meer en betere parkeermogelijkheden Subdoel 6: Meer en betere winkel- en horecavoorzieningen Subdoel 7: Meer en beter aanbod van culturele activiteiten en evenementen Subdoel 8: Meer en betere promotie B22 / 88

23 Visie Om de overeen te komen doelen te bereiken is een visie op de ontwikkeling van de binnenstad nodig. De visie schets enerzijds een eindplaatje van de binnenstad en anderzijds de weg waarlangs deze bereikt moet worden. De visie schrijft voor op welke manier de betrokken partijen (partners in de stad, aanbieders in de stad, ontwikkelaars / beleggers en de gemeente Leiden) samen werken aan de ontwikkeling van de stad. Overigens is de binnenstad nooit af De visie is geformuleerd op basis van de analyse van de feiten. De sterkte - zwakte analyse van Leiden in de regio, van de binnenstad van Leiden en van de acht ambitielijnen geeft dwingt het integrale karakter van de visie af. Het eindplaatje van de visie wordt bereikt door het realiseren van de (nu) achttien benoemde ontwikkellocaties en door het uitvoeren van de inspanningen op de acht ambitielijnen. Strategieën voor succesvolle steden De manier waarop moderne, succesvolle steden zich ontwikkelen en vernieuwen is het voeren van een tweesporenbeleid: de oude in geval van Leiden historische binnenstad verbeteren én nieuwe creatieve stadswijken toevoegen. Als voorbeelden: Groninger museum, IJ-oevers Amsterdam, Rotterdam met de Kop van Zuid en Ceramique in Maastricht. Nu verschilt Leiden op essentiële punten met deze voorbeelden, maar Leiden heeft een enorme kans aan de noordoostelijke rand van de binnenstad. De innoverende strategie Aan die noordoostelijke rand ontstaan momenteel nieuwe functies. Met de aanstaande ontwikkeling van de Meelfabriek (herontwikkeling tot een complex met vele functies: creatieve bedrijvigheid, onderwijs, wonen, designhotel, kunst & cultuur, sport & welness, detailhandel, horeca en parkeren) en met Nieuw Leyden (ontwikkeling: wonen, kunst, ateliers) worden de eerste stappen gezet op het creëren van een nieuwe creatieve, culturele, bruisende wijk voor wonen, werken, leren en recreëren. Aan deze rand worden reeds bestaande en nieuwe initiatieven verbonden en samen vormen die een nieuwe wijk: de innoverende strategie. De conserverende strategie In de historische binnenstad liggen vele kwaliteiten van Leiden. Deze zijn genoegzaam beschreven in de voorgaande hoofdstukken. Het benutten van wat er al is en het versterken waar nodig is de uitwerking van de conserverende strategie in Leiden. Conserveren betekent natuurlijk naast behouden, ook ontwikkelen. Maar wel binnen de kaders van de historische binnenstad en gericht op versterking. Het samenlopen van deze strategieën biedt het perspectief op een prachtig eindresultaat: Er ontstaat een mooi evenwicht tussen de historische binnenstad en de innoverende mogelijkheden aan de noord-oost rand. B23 / 88