Welke antwoorden geeft de voedingswetenschap?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Welke antwoorden geeft de voedingswetenschap?"

Transcriptie

1 Welke antwoorden geeft de voedingswetenschap? De Hollandse pot, hoe Nederland over (verantwoord) eten en voedselhypes denkt - 18 mei 2015 Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl

2 Superfoods, detoxen of Paleo?

3

4

5 Voedingsonderzoek is moeilijk! (ivt. Farma) Het gaat niet om 1 stof maar om meerdere stoffen tegelijk. De nutrienten en bio-actieve stoffen werken samen, of juist niet. De nutrienten en bio-actieve stoffen werken op allerlei plaatsen in het lichaam, niet alleen op 1 orgaan.

6 Voedingsonderzoek is moeilijk: bewijslast

7 Voorbeeld van RCTs: parallel en cross-over

8 RCT: de controlegroep Waarom is een controlegroep nodig? Wat zou er gebeurd zijn zonder de interventie? Oplossing een controlegroep, of een controlebehandeling: een behandeling met een bekend effect, of inactief (moet hetzelfde eruit zien, zgn. placebo)

9 RCT: de vergelijking Beste vergelijking door: Random mensen toedelen aan behandeling/controle Zorgt voor gelijke verdeling risicofactoren Blinderen van onderzoeksmedewerkers (objectief meten) Blinderen van deelnemers (even grote placebo effecten) Dan is verschil in uitkomst tussen beide groepen toe te schrijven aan de behandeling (simpele dataanalyse)

10 Experimenten versus Observaties We kunnen niet eenvoudig experimenteren met voeding en chronische ziekten zoals kanker en HVZ Daarom bestuderen we het Natuurlijk Beloop in zgn Cohort Onderzoeken: Relatieve Risico:: 3/5 1/5

11 Kenmerken Cohort onderzoek: Prospectief, dus oorzaak gaat vooraf aan het gevolg Maar mensen die meer roken hebben ook andere karakteristieken (mannen, dunner, meer alcohol, koffie..) = confounding (verstoring) Bij Groente/Fruit mensen vaak gezondere eetgewoonten, meer lichamelijke activiteit Oplossing: statistische correcties Let op: hoe goed is de voedingsinname gemeten?

12 Voedingsonderzoek is moeilijk: bewijslast

13 Systematische Reviews en Meta-analyses Kan zowel met gegevens uit observationeel onderzoek, of uit RCTs Belangrijk om te kijken hoe homogeen de resultaten zijn Let op: Garbage in = Garbage out

14 Kortom: RCTs staan aan de top van de bewijslastpyramide Maar voor voeding is een echte RCT lastig Dus observationeel onderzoek ook belangrijk Dus meer tegenstrijdige resultaten Dus verwarring bij pers en consument

15 Nog meer lastige zaken: dosis

16 Hoe komen Voedings-aanbevelingen in NL tot stand? Stand van zaken wetenschap: Gezondheidsraad Vertaling naar consument: Voedingscentrum

17 Website GezondheidsRaad

18 Onderdeel Gezonde Voeding

19 Voorbeeld advies uit 2012: Vitamine D

20 Werkwijze GR voorbeeld vitamine D

21 Vervolg werkwijze GR Het effect van vitamine D op de botgezondheid staat dus centraal Een indicator voor de botgezondheid is het gehalte aan de voornaamste natuurlijke metaboliet van vitamine D in het serum, serum 25-hydroxyvitamine D-gehalte (serum 25OHD-gehalte), uitgedrukt in nanomol (nmol) per liter*. Op basis van de voedingsnormen gaat de commissie vervolgens na of er groepen zijn met verhoogd risico op een vitamine D-tekort die gebaat zijn bij extra vitamine D (suppletie) (leeftijd, huidskleur, zonlicht)

22 Samenvating Advies vitamine D (GR)

23 Website Voedingscentrum

24 Wat is het Voedingscentrum? Het Voedingscentrum is de autoriteit die aan consumenten wetenschappelijk onderbouwde en onafhankelijke informatie geeft over een gezonde, veilige en meer duurzame voedselkeuze De Stichting Voedingscentrum Nederland wordt via een instellingssubsidie gefinancierd van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hiernaast ontvangt het Voedingscentrum projectsubsidies van de bovengenoemde ministeries en van andere subsidieverstrekkers zoals ZonMw..

25 Voorbeeld Vitamine D

26 Vitamine D folder Voedingscentrum

27 Er zijn 17 miljoen voedingskundigen in Nederland.. &

28 Wat kan de voedingswetenschap hier aan doen? Relevante vraagstellingen bestuderen

29 Voorbeeld eigen onderzoek 2008

30 Wat kan de voedingswetenschap hier aan doen? Relevante vraagstellingen bestuderen Helder (beter) communiceren Eigen resultaten niet opblazen Feiten zijn niet het EINDE van een debat, maar juist het begin (prof. Hedwig te Molder)

31 Wetenschapscommunicatie Wetenschappelijke zekerheden worden ingebracht in de verwachting dat zij de discussie beëindigen.... MAAR: Een belangrijke taak van wetenschapscommunicatoren is om gespreksdeelnemers bewust te maken van interactionele zorgen (bv. dwang, vertrouwen) Wetenschappers moeten niet claimen dat met feiten het debat met wetenschap ophoudt, maar door te tonen, en niet alleen te roepen, dat het debat met wetenschappelijke feiten juist begint. Oratie H. Te Molder Twente/Wageningen

32 Samenvatting Voeding houdt ons allemaal bezig Voedingsonderzoek is moeilijk! Pers en consument zijn daarom makkelijk in verwarring In NL brengt Gezondheidsraad wetenschappelijk advies uit over normen en richtlijnen Het Voedingscentrum maakt de vertaalslag naar het publiek (professional en consument): dit is de beste bron voor informatie, is conservatief Wij hebben als wetenschappers ook een taak in communicatie

33