Samenwerkingsverbanden tussen bedrijfsleven en hoger onderwijs: wat zijn de mogelijkheden voor facility sharing?
|
|
- Irma de Croon
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Masterthesis ASRE-MSRE Samenwerkingsverbanden tussen bedrijfsleven en hoger onderwijs: wat zijn de mogelijkheden voor waarde maatschappelijke functie kennis uitwisseling efficiency motieven efficiency kennisuitwisseling maatschappelijke functie September 2004 Opgesteld door: Gertjan Harder Begeleiders: drs. R.E.F.A. Crassee MRE FRICS (ASRE MSRE) Ir. E.P. Deiman MRE (Brink Groep)
2 facility sharing Inhoudsopgave Inhoudsopgave 01 DE ONDERZOEKSVRAAG Inleiding Achtergrond Definitie van de onderzoeksvraag Het doel van het onderzoek De gehanteerde werkwijze De definitie van facility sharing De opbouw van dit onderzoek Leeswijzer voor de snelle lezer 10 DEEL I: SAMENWERKINGSVERBANDEN 1 02 DE THEORIE VAN DE KENNISECONOMIE Achtergrond en doelstelling Losing momentum Netwerken Clusters Het proces van internationale arbeidsdeling Sociaal-maatschappelijke aspecten De vier innovatieve krachten in de Nederlandse economie Samenvatting en bevindingen DE PUBLIEKE SECTOR Achtergrond en doelstelling De rol van de overheid Het innovatiebeleid Een passend kader voor ondernemerschap Hoger onderwijs Ontwikkelingen in het hoger onderwijs de innovatieve universiteit Het wetenschappelijk onderzoek Ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek Sociaal-maatschappelijke aspecten in het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Samenvatting en bevindingen 32 Blad i 1
3 facility sharing Inhoudsopgave 04 DE PRIVATE SECTOR Achtergrond en doelstelling De rol van grote en kleine ondernemingen Ontwikkelingen in R&D bij bedrijven Specifieke kenmerken van het bedrijfsleven in Nederland Een theoretische verkenning van samenwerkingsverbanden en clustervorming in Nederland Ruimtelijke patronen in innovatie De belangrijkste vestigingsplaatsfactoren voor R&D Ontwikkelingen in de ruimtelijke patronen van innovatie Sociaal-maatschappelijke aspecten in het bedrijfsleven Samenvatting en bevindingen CONCLUSIES VOOR HET ONDERZOEK NAAR SAMENWERKINGSVERBANDEN Achtergrond Wat zijn de samenwerkingsvormen en de bijbehorende kenmerken in de context van de verwachte economische ontwikkelingen? Welke ontwikkelingen en ruimtelijke patronen zijn waarneembaar in innovatie? Hoe functioneren samenwerkingsverbanden in de huidige economische situatie en wat zijn de kenmerken? Wat zijn de potentiële doelgroepen voor facility sharing op basis van de verwachte economische ontwikkelingen? Uitgangspunten en randvoorwaarden bij de ontwikkeling van concepten voor facility sharing 63 DEEL II: FACILITY SHARING 1 06 FACILITY SHARING, EEN KWALITATIEVE ANALYSE Achtergrond en doelstelling Typen faciliteiten Kenmerken aanbodzijde Kenmerken vraagzijde Organisatorische aspecten Dienstverlening, kwaliteit en contractvorming Prijsvorming 14 Blad i 2
4 facility sharing Inhoudsopgave De geografische schaal van het verzorgingsgebied Samenvatting en bevindingen FACILITY SHARING, DE HUIDIGE MARKT Achtergrond en doelstelling Ervaringen met facility sharing Het belang van facility sharing Marktbenadering aanbodzijde Marktbenadering vraagzijde De wijze waarop vraag en aanbod samenkomen De transparantie van de markt Sociaal-maatschappelijke aspecten: hoger onderwijs versus het bedrijfsleven Concepten voor facility sharing De omvang van de markt Samenvatting en bevindingen FACILITY SHARING, DE MOGELIJKHEDEN Achtergrond en doelstelling De mogelijkheden voor facility sharing De rol van intermediairs De voordelen van facility sharing De meerwaarden van facility sharing De knelpunten bij facility sharing De aandachtspunten voor facility sharing De investeringsbereidheid van partijen Samenvatting en bevindingen CONCLUSIES VOOR HET ONDERZOEK NAAR FACILITY SHARING Achtergrond Op welke wijze functioneert facility sharing in de huidige situatie? Hoe werkt de markt voor facility sharing in de huidige situatie? Wat zijn de mogelijkheden naar de toekomst voor Wat is de (investerings)bereidheid van partijen? Wat zijn de mogelijke concepten en de bijbehorende voorwaarden? 58 Blad i 3
5 facility sharing Inhoudsopgave DEEL III: INTEGRALE BESCHOUWING 1 10 INTEGRALE BESCHOUWING Achtergrond De definitie van facility sharing Een macrobeeld De huidige markt De mogelijkheden voor facility sharing 7 BIJLAGEN 1 BIJLAGE I: HET INNOVATIEBELEID VAN DE OVERHEID Achtergrond Innovatie Drie hoofdlijnen van het innovatiebeleid Versterken van het innovatieklimaat Dynamiek: naar meer bedrijven die innoveren Benutten van innovatiekansen door focus en massa op strategische innovatiegebieden Samenhang in beleid 11 BIJLAGE II: OVERZICHT VAN UNIVERSITEITEN 13 BIJLAGE III: OORZAKEN VOOR DE ACHTERSTAND IN PRIVATE R&D UITGAVEN 14 BIJLAGE IV: ORGANISATIEVORMEN VAN R&D 15 BIJLAGE V: EEN THEORETISCHE VERKENNING VAN SAMENWERKINGSVERBANDEN EN CLUSTERVORMING IN NEDERLAND 19 BIJLAGE VI DE GEOGRAFISCHE CLUSTERING VAN DE ECONOMIE 23 BIJLAGE VII: RUIMTELIJKE PATRONEN IN INNOVATIE 26 BIJLAGE VIII: VESTIGINGSFACTOREN BIJ R&D 33 Blad i 4
6 facility sharing Inhoudsopgave BIJLAGE IX: FACILITY SHARING, EEN KWALITATIEVE ANALYSE Inleiding en achtergrond Typen faciliteiten Kenmerken aanbodzijde Kenmerken vraagzijde Organisatorische aspecten Prijsvorming 51 BIJLAGE X: FACILITY SHARING, DE MOGELIJKHEDEN De voordelen van facility sharing De knelpunten bij facility sharing 57 LITERATUURLIJST 61 OVERZICHT GEINTERVIEWDE PERSONEN 67 Blad i 5
7 Onderzoeksvraag 01 DE ONDERZOEKSVRAAG Inleiding In 2000 hebben de landen van de Europese Gemeenschap in Lissabon uitgesproken dat Europa in 2010 één van de vooraanstaande kenniseconomieën in de wereld moet zijn. Nederland heeft voor zichzelf daaraan toegevoegd dat zij op dit gebied in Europa één van de koplopers wil zijn. Tot en met 2000 heeft de Nederlandse economie goed gepresteerd met een hoge economische groei, werkgelegenheidsgroei en een forse afname van de werkloosheid. De ontwikkelingen in de laatste jaren zijn een bron van grote zorg. Door Michael Porter 1 is er opgewezen dat het Nederlandse economiemodel zijn langste tijd wel heeft gehad. Kenmerken van het Nederlandse model zijn een gematigd loonbeleid en een hoge mate van kostenefficiency. Hiermee werd een goed zakenklimaat gerealiseerd. Door de globalisering van de economie ontstaat concurrentie van landen met lagere lonen zoals het voormalige Oostblok en China. Als gevolg daarvan moet het Nederlandse bedrijfsleven mee in een internationale concurrentieslag. Een hoogwaardige kwaliteit van producten en diensten wordt een steeds meer bepalende concurrentiefactor. Voor bedrijven is het van belang voortdurend nieuwe producten te ontwikkelen, te vermarkten, te verbeteren of nieuwe productiemethoden te introduceren om aan de steeds sneller veranderende wensen van afnemers en consumenten te voldoen 2. Doordat technologische ontwikkelingen in snel tempo plaatsvinden worden de risico s als gevolg daarvan steeds groter en markten complexer. Daarom is samenwerking geboden met concurrenten, toeleveranciers, afnemers en kennisinstellingen 3. Kennis treedt daarbij steeds meer op als een dominante economische variabele 4. Innovatie en de aan het product toegevoegde waarde zijn de belangrijkste concurrentiefactoren. Welvaart wordt daarmee in belangrijke mate afhankelijk van innovatie en kennis Achtergrond In de aanloop naar de afgelopen kabinetsformatie hebben diverse maatschappelijke organisaties het belang van investeren in de kenniseconomie en de noodzaak van meer excellent onderwijs en onderzoek, ondernemerschap aan hogescholen en universiteiten en innovatie in het bestaande bedrijfsleven benadrukt. Ter wille van de benodigde integrale aanpak is een Innovatieplatform opgericht, waarbij de bij onderwijs en innovatiebeleid betrokken ministers en vertegenwoordigers van relevante 1 The Innovation Lecture, Michael F. Porter, december Cluster specialisation patterns and innovation styles, N. Van den Hove, Th. Roelandt en Th. Grosfeld, Four sources of innovation and stimulation of growth in the Dutch economy, William J. Baumol, september De pijlers onder de kenniseconomie, Centraal Planbureau, 2002 Blad 1
8 Onderzoeksvraag maatschappelijke partijen (zoals bedrijfsleven en onderwijs- en kennisinstellingen) onder leiding van de minister-president plannen uitwerken voor de te volgen strategie voor kennisontwikkeling en exploitatie 5. Koepelorganisaties binnen het hoger onderwijs (VSNU, HBO-Raad) zijn reeds langere tijd volop bezig met het thema kenniseconomie, onder andere in de vorm van bijeenkomsten c.q. congressen. De nadruk op de kenniseconomie zal voor universiteiten en hogescholen nieuwe samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven met zich meebrengen; bestaande relaties zullen verder worden geïntensiveerd. Ingegeven door de toenemende nationale en internationale concurrentie alsmede de toenemende financiële druk vanuit de overheid, zijn universiteiten en hogescholen daarnaast momenteel druk doende met nieuwe onderlinge relaties. De HBO-sector heeft in de afgelopen jaren reeds diverse fusies meegemaakt. Een aantal instellingen kijkt nu naar universiteiten voor samenwerking (en vice versa); in enkele gevallen heeft deze samenwerking reeds vorm gekregen. Daarnaast zijn universiteiten ook bezig om onderling nieuwe samenwerkingsrelaties aan te gaan Definitie van de onderzoeksvraag De samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en bedrijfsleven kan diverse vormen aannemen en in meer of mindere mate effect hebben op de huisvesting van de betreffende partijen, variërend van het delen van een locatie (gevestigd op hetzelfde grondgebied of in elkaars nabijheid) tot het gezamenlijk gebruik van voorzieningen (reductie van de exploitatiekosten van dure voorzieningen) of zelfs het samengaan en gezamenlijk huisvesten van bepaalde organisatie-onderdelen. In Nederland is nog weinig onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van het gezamenlijk gebruik van voorzieningen ofwel facility sharing. Daarom richt dit onderzoek zich op dit onderwerp. Naar aanleiding van het bovenstaande wordt de onderzoeksvraag als volgt gedefinieerd: Samenwerkingsverbanden tussen het bedrijfsleven en het hoger onderwijs: wat zijn de mogelijkheden voor Het begrip hoger onderwijs is voor het onderzoek ruim gedefinieerd, het omvat het HBO, de universiteiten en andere, door de overheid gefinancierde, kennisinstellingen. 5 Meedoen, meer werk, minder regels, Hoofdlijnenakkoord voor het kabinet CDA, VVD, D66, mei Blad 2
9 Onderzoeksvraag Het doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is drieledig, te weten: Het vaststellen van concepten waarbinnen facility sharing mogelijk is; Het vaststellen van de meerwaarden van facility sharing voor de verschillende, deelnemende, partijen; Het vaststellen van aandachtspunten voor de verdere ontwikkeling van facility sharing. Volgens de moderne theorieën van vastgoedontwikkeling 6 zijn vastgoed en de bijbehorende faciliteiten onderdeel van een business-concept dat een specifieke markt bediend. In abstracte zin is facility sharing dus een product met een eigen markt. Door het vaststellen van concepten waarbinnen facility sharing mogelijk is wordt inzage verkregen in de wijze waarop facility sharing in de markt mogelijk is. Door het benoemen van de meerwaarden wordt het mogelijk om facility sharing sterker te profileren in de markt. Verbetering van de aandachtspunten versterkt het product facility sharing in de markt De gehanteerde werkwijze Eén van de grondslagen bij het ontwikkelen van een concept is het marktonderzoek 7. Zo n marktonderzoek kent twee essentiële dimensies 8, te weten: Macroniveau (de markt) versus mesoniveau (facility sharing in het algemeen) of microniveau (de te delen faciliteit); Het heden versus de toekomst. De onderzoeksvraag kent twee aspecten: samenwerkingsverbanden en facility sharing. Facility sharing is in zekere zin een toegepaste vorm van samenwerking tussen partijen. Daarmee is in de onderzoeksvraag het macro- en mesoniveau te onderkennen, namelijk samenwerkingsverbanden als aspect van het macroniveau en facility sharing als aspect van het mesoniveau. In deze context zijn voor het onderzoek twee kernvragen gedefinieerd, te weten: Kernvraag 1: Hoe functioneren samenwerkingsverbanden tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en het hoger onderwijs in Nederland? 6 College Bert van Eekelen, PRC, 15 september 2003; Real Estate Development, Principles and Proces, Mike E. Miles, Gayle Berens, Marc A. Weiss, The Urban Land Institute, Real Estate Development, Principles and Proces, Mike E. Miles, Gayle Berens, Marc A. Weiss, The Urban Land Institute, Real Estate Development, Principles and Proces, Mike E. Miles, Gayle Berens, Marc A. Weiss, The Urban Land Institute, 2001 Blad 3
10 Onderzoeksvraag De samenwerkingsverbanden zijn binnen de kenniseconomie van belang om het innovatieproces te bespoedigen 9. Daarom zijn zij onderzocht in de context van de macro (economische) ontwikkelingen in Nederland. Om inzicht te verkrijgen in de huidige situatie en de verwachte toekomstige ontwikkelingen zijn een aantal deelvragen gedefinieerd, te weten: Wat zijn de samenwerkingsvormen en de bijbehorende kenmerken in de context van de verwachte economische ontwikkelingen: op welke wijze verwacht men dat de Nederlandse economie zich zal ontwikkelen, wat zijn de belangrijke aspecten daarbij en op welke wijze zullen samenwerkingsverbanden functioneren? Welke ontwikkelingen en ruimtelijke patronen zijn waarneembaar in innovatie: wat zijn de ontwikkelingen van R&D bij de universiteiten, onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven. Specialiseren regio s zich, vindt er clustervorming plaats, waar vestigen R&D-activiteiten zich en wat zijn de belangrijkste vestigingsfactoren? Hoe functioneren samenwerkingsverbanden in de huidige economische situatie en wat zijn de kenmerken: wat kenmerkt de huidige situatie, waar staan we ten opzichte van een kenniseconomie, op welke wijze wordt er samengewerkt en wat zijn de kenmerken van deze samenwerking? Wat zijn de potentiële doelgroepen voor facility sharing op basis van de verwachte economische ontwikkelingen: wie zijn de gebruikers en welke partijen bieden faciliteiten aan? Kernvraag 2: Op welke onderdelen en in welke vorm is facility sharing mogelijk? Voor facility sharing is het onderzoek op een vergelijkbare wijze uitgevoerd. Ook hier zijn de huidige situatie en de mogelijkheden voor de toekomst onderzocht. Daartoe zijn de volgende deelvragen gedefinieerd, te weten: Op welke wijze functioneert facility sharing in de huidige situatie: wat zijn de kwalitatieve kenmerken van de gebruikers en aanbieders en welke aspecten spelen een rol in de relatie tussen gebruikers en aanbieders? Hoe werkt de markt voor facility sharing in de huidige situatie: op welke wijze benaderen gebruikers en aanbieders de markt, hoe komen vraag en aanbod samen en welke concepten worden toegepast in de huidige markt? Wat zijn de mogelijkheden naar de toekomst voor facility sharing: wat zijn de verwachte ontwikkelingen in de huidige markt van facility sharing, wat zijn de voordelen en welke meerwaarden zijn te benoemen? Wat is de (investerings)bereidheid van partijen: welke partijen zijn bereid om te investeren in facility sharing? 9 The Innovation Lecture, Michael F. Porter, december 2001 Blad 4
11 Onderzoeksvraag Figuur 1.1: De aanpak van het onderzoek Aanpak onderzoek Probleemstelling: Samenwerkingsverbanden tussen bedrijfsleven en hoger onderwijs: wat zijn de mogelijkheden voor Voorbereiding Vaststellen kernvragen, omgeving en globaal onderzoek Theoretisch onderzoek - literatuur - interviews Deel I Hoe functioneren samenwerkingsverbanden tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en het hoger onderwijs in Nederland? Wat zijn de samenwerkingvormen en bijbehorende kenmerken in de context van de verwachte economische Welke ontwikkelingen en ruimtelijke patronen zijn waarneembaar in innovatie? Hoe functioneren samenwerkingsverbanden in de huidige economische situatie en wat zijn de Wat zijn de potentiele doelgroepen voor facility sharing op basis van de verwachte economische ontwikkelingen? kenmerken? ontwikkelingen? Resultaten vertalen naar kernvraagniveau en conclusies Wat zijn de mogelijkheden voor de kansen de bedreigingen de randvoorwaarden en uitgangspunten Praktijk onderzoek - literatuur - interviews Deel II Op welke onderdelen en in welke vorm is facility-sharing mogelijk? Op welke wijze functioneert facility sharing in de huidige situatie? Hoe werkt de markt voor facility sharing in de huidige situatie? Wat zijn de mogelijkheden naar de toekomst voor Wat is de (investerings-)bereidheid van partijen? Resultaten vertalen naar kernvraagniveau en conclusies Welke concepten voor facility sharing zijn mogelijk? de daadwerkelijke markt en de bijbehorende kenmerken de mogelijke concepten de meerwaarden en aandachtspunten Integrale beschouwing Conclusies en aanbevelingen Voor de twee gedefinieerde kernvragen is het onderzoek onderverdeeld in twee verschillende delen: het eerste deel is gericht op samenwerkingsverbanden, het tweede deel op de mogelijkheden voor facility sharing. Per deel zijn de bevindingen samengevat op een abstractieniveau dat behoort bij de Blad 5
12 Onderzoeksvraag verschillende deelvragen. Het eerste deel is afgesloten met randvoorwaarden en uitgangspunten voor de ontwikkeling van facility sharing. Het tweede deel is afgesloten met randvoorwaarden en uitgangspunten voor de ontwikkeling van concepten voor facility sharing. Het derde deel van het onderzoek bevat een integrale beschouwing, gebaseerd op de eerste twee onderzoeksdelen, met bevindingen en aanbevelingen voor concepten waarbinnen facility sharing mogelijk is of mogelijk kan zijn. Bij het beschrijven van het onderzoek is ervoor gekozen om delen van het daadwerkelijke onderzoek in de bijlagen op te nemen en de conclusies in de rapportage op te nemen. Dit om de lezer te plezieren: de structuur van het onderzoek blijft helder en de omvang van de rapportage is beperkter. Dit onderzoek is gebaseerd op een literatuurstudie en interviews met vertegenwoordigers van de TU Delft, het Ministerie van Economische Zaken, de Zernike Groep te Groningen, de Universiteit Twente en DSM te Geleen. Naast voornoemde bronnen heeft regelmatig terugkoppeling plaatsgevonden met de begeleiders van dit onderzoek, de heer drs. R.E.F.A. Crassee MRE FRICS namens de ASRE-MSRE opleiding en de heer ir. E.P. Deiman MRE namens de Brink Groep De definitie van facility sharing Facility sharing is een samenvoeging van twee begrippen, namelijk facilities en sharing. Facilities laten zich als volgt definiëren, te weten: Facilities zijn het samenspel van fysieke condities die het een organisatie mogelijk maken haar werkzaamheden uit te voeren 10. Volgens Jan Regterschot (1988) 11 zijn facilities op te delen in drie hoofdgroepen, namelijk: De huisvesting: het gebouw met zijn gebouwgebonden installaties dat de organisatie ter beschikking staat als onderdak voor het uitvoeren van haar activiteiten. Onder de huisvesting valt verder een aantal zaken dat samenhangt met het ter beschikking hebben van het pand zoals financiering, belastingen, heffingen en verzekeringen; De services: de voorzieningen die verbonden zijn aan het gebruik van huisvesting, het onderhoud van de huisvesting en de met de huisvesting samenhangende ondersteuning van de werkzaamheden. De belangrijkste zijn: energievoorziening, onderhoud van gebouw en installaties, schoonmaak, vuilafvoer, beveiliging, catering, postdistributie, goederentransport en het beheer van de huisvesting; 10 Facility management: het professioneel besturen van de kantoorhuisvesting, Jan Regterschot, Facility management: het professioneel besturen van de kantoorhuisvesting, Jan Regterschot, 1988 Blad 6
13 Onderzoeksvraag De middelen: de voorzieningen die nodig zijn voor de directe uitvoering van werkzaamheden in de organisatie. De belangrijkste zijn: apparatuur, inrichting en meubilair en data- en telecommunicatievoorzieningen. Een letterlijke vertaling van het begrip sharing luidt: het samen delen, het samen doen of het samen bijdragen aan. In een onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken naar tien praktijkvoorbeelden van facility sharing 12 wordt facility sharing in een smalle en brede context gedefinieerd, te weten: Facility sharing in de smalle context: het tegen een adequate vergoeding benutten van bestaande onderzoeks- en testfaciliteiten bij onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven. Facility sharing in de brede context: het gebruik maken van de gehele infrastructuur voor kennisontwikkeling. Met andere woorden, niet alleen de apparaten maar ook het gekwalificeerde personeel en zelfs het interne expertisenetwerk maken onderdeel uit van de faciliteiten. Uit het onderzoek blijkt dat de motieven van de aanbieders de definitie van facility sharing voor een belangrijk deel bepalen. De mate van additionele ondersteuning vanuit de aanbieders is daarbij de sleutelfactor 13. Het primaire doel van facility sharing in de smalle context is het behalen van efficiencyvoordelen. Hier treffen we voorbeelden aan van het beschikbaar stellen van faciliteiten met een beperkte vorm van ondersteuning vanuit de aanbieder. Deze ondersteuning heeft dan vooral betrekking op het bedienen van de apparatuur, het verwerken van de verkregen (meet)gegevens en het eventueel meehelpen met het interpreteren van deze gegevens. In nagenoeg alle gevallen is vanwege de geavanceerdheid en complexiteit van de aangeboden apparatuur inzet van gekwalificeerd personeel bij de aanbieder nodig. Dit heeft te maken met de benodigde kennis en ervaring om de apparatuur te bedienen. De doelen van facility sharing in de brede context zijn kennisuitwisseling, het intensiveren van deze kennisuitwisseling en het profileren van een zekere maatschappelijke functie. Het vormt veelal een onderdeel van het beleid van de aanbieder op het gebied van kennisoverdracht of kennisuitwisseling. De verleende ondersteuning aan gebruikers gaat daarbij veel verder dan het bedienen van apparatuur en de aanlevering en interpretatie van de meetgegevens. Hier is veel meer sprake van samenwerking. 12 Facility sharing: 10 Nederlandse praktijkvoorbeelden, Bureau Bartels in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, december Facility sharing: 10 Nederlandse praktijkvoorbeelden, Bureau Bartels in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, december 2002 Blad 7
14 Onderzoeksvraag In de Innovatiebrief van oktober 2003 geeft de Rijksoverheid aan dat zij facility sharing actief wil stimuleren. Zowel bij publieke kennisinstellingen als bij grote bedrijven zijn hoogwaardige test- en onderzoeksfaciliteiten aanwezig die slechts ten dele worden benut. De Rijksoverheid wil bevorderen dat technostarters en bestaande MKB-bedrijven gebruik maken van deze aanwezige (en/of nog aan te schaffen) faciliteiten. Op deze manier krijgen de technostarters toegang tot hoogwaardige en dus dure faciliteiten die zij zelf niet kunnen aanschaffen. Bovendien wordt van facility sharing een positieve bijdrage verwacht aan een betere benutting van de publieke kennisinfrastructuur en vergroting van de R&D-samenwerking. Samenwerking is het sleutelwoord in het beleid van de overheid, samenwerking zal het innovatieproces bespoedigen. Samenvattend wordt een aantal motieven onderscheiden die bij facility sharing een rol spelen; efficiencyvoordelen, kennisontwikkeling en uitwisseling, een maatschappelijke functie en stimulering van R&D samenwerkingsverbanden. In de context van de twee hoofdelementen van de onderzoeksvraag, namelijk samenwerkingsverbanden en de mogelijkheden voor facility sharing, wordt facility sharing voor dit onderzoek als volgt gedefinieerd: Facility sharing: het tegen een adequate vergoeding benutten van bestaande onderzoeks- en testfaciliteiten bij onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de gehele infrastructuur voor kennisontwikkeling, kennisuitwisseling en het stimuleren van R&Dsamenwerking tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Niet alleen de apparatuur maar ook het gekwalificeerde personeel en zelfs het expertisenetwerk maken onderdeel uit van de aangeboden faciliteiten. Bij universiteiten, kennisinstellingen en enkele bedrijven is sprake van een grijs gebied met contractactiviteiten. De faciliteiten worden dan ingezet om externe opdrachten uit te voeren. De faciliteiten worden dan niet door derden gebruikt, maar voor derden ingezet. Op deze wijze behoren bijna alle roerende en onroerende goederen in Nederland tot het begrip facility sharing, een te breed kader. Daarom valt de inzet van faciliteiten bij contractresearch buiten de definitie van facility sharing en wordt derhalve niet tot facility sharing gerekend. Blad 8
15 Onderzoeksvraag De opbouw van dit onderzoek Deel I Samenwerkingsverbanden Deel I van het onderzoek omvat de hoofdstukken 2 tot en met 5. In hoofdstuk 2 is de theorie van de kenniseconomie beschreven. Het doel is om inzicht te verkrijgen in het functioneren van de kenniseconomie. Daarbij zijn de vier innovatieve krachten binnen de kenniseconomie vastgesteld. In de hoofdstukken 3 en 4 is de rol van de vier innovatie krachten beschreven. In hoofdstuk 3 komt de publieke sector aan de orde met de overheid, hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. Aspecten zoals het beleid, de huidige situatie en ontwikkelingen zijn daartoe onderzocht. Doel is inzicht te verkrijgen in de rol van de overheid, het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. Hoofdstuk 4 richt zich op de private sector, namelijk het bedrijfsleven. Daartoe zijn zaken zoals de ontwikkeling van R&D, de specifieke kenmerken van verschillende typen ondernemingen en ruimtelijkinnovatieve aspecten onderzocht. Doel is inzicht te verkrijgen in de rol van het bedrijfsleven. In hoofdstuk 5 zijn de bevindingen van het onderzoek vertaald naar de verschillende, geformuleerde deelvragen. Daarbij is vastgesteld wat de mogelijkheden voor facility sharing zijn. Dit hoofdstuk is afgesloten met het vaststellen van de randvoorwaarden en uitgangspunten voor de ontwikkeling van facility sharing. Deel II Facility sharing Deel II van het onderzoek omvat de hoofdstukken 6 tot en met 9. In hoofdstuk 6 is de kwalitatieve analyse van de huidige markt van facility sharing beschreven. Het doel is inzicht te verkrijgen in vraag- en aanbodaspecten. Daartoe zijn zaken zoals kenmerken van vraag en aanbod onderzocht. Ook de specifieke elementen die een rol spelen bij vraag en aanbod zijn in dit hoofdstuk beschreven. Hoofdstuk 7 beschrijft de huidige markt van facility sharing. Het doel is inzicht te krijgen in de werking van de huidige markt. Daarvoor zijn zaken zoals de ervaringen met facility sharing, de marktbenadering en de concepten voor facility sharing onderzocht. In hoofdstuk 8 zijn de toekomstige ontwikkelingen van facility sharing onderzocht. Zaken zoals de marktpotentie en de rol van intermediairs komen daarbij aan de orde. De voordelen van facility sharing zijn vastgesteld en de meerwaarden in beeld gebracht. Blad 9
16 Onderzoeksvraag In hoofdstuk 9 zijn de bevindingen van het onderzoek vertaald naar de verschillende, geformuleerde deelvragen. Daarbij is vastgesteld welke concepten voor facility sharing mogelijk zijn. Dit hoofdstuk is afgesloten met het vaststellen van de randvoorwaarden en uitgangspunten voor de ontwikkeling van concepten voor facility sharing. Deel III: Integrale beschouwing In hoofdstuk 10 is het onderzoek afgesloten met bevindingen en aanbevelingen voor concepten waarbinnen facility sharing mogelijk is of mogelijk kan zijn Leeswijzer voor de snelle lezer De omvang van dit onderzoek zal menig lezer afschrikken. Daarom deze leeswijzer: bij het schrijven van dit rapport is hierop geanticipeerd. In onderstaand figuur is de structuur van het rapport weergegeven. Figuur 1.2: De structuur van het rapport Deel I: Samenwerkingsverbanden Hoofdstuk 2 De kenniseconomie - de theorie - de innovatieve krachten - publieke sector - private sector Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 5 De publieke sector Kernvraag 1 - het hoger onderwijs - kansen en bedreigingen - het onderzoek - de markt - de stand van zaken - vestigingsplaatsfactoren - de ontwikkelingen - aanbevelingen Hoofdstuk 4 De private sector - grote bedrijven Deel III: Integrale beschouwing - kleine bedrijven - ruimtelijke patronen in innovatie - de stand van zaken Hoofdstuk 10 - de ontwikkelingen De integrale beschouwing - een macrobeeld - de huidige markt Deel II: Facility sharing - de mogelijkheden Hoofdstuk 6 Een kwalitatieve analyse - de typen faciliteiten - de gebruikers - de aanbieders - de belangrijke aspecten Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 9 De huidige markt Kernvraag 2 - de ervaringen - de concepten - de marktbenadering - de meerwaarden - de omvang van de markt - de aandachtspunten - de concepten Hoofdstuk 8 De mogelijkheden - de marktpotentie - de meerwaarden - de aandachtspunten - de (investerings)bereidheid Blad 10
17 Onderzoeksvraag De lezer heeft een aantal instapmomenten in het rapport, te weten: De integrale beschouwing is hoofdstuk 10, die als managent -samenvatting is te lezen; De samenvatting en bevindingen van de twee onderzoeksdelen in de hoofdstukken 5 en 9; De samenvattingen en bevindingen van de verschillende deelonderzoeken aan het einde van ieder hoofdstuk; Hoofdstuk 2, en vervolgens het gehele rapport. Blad 11
18 Samenwerkingsverbanden DEEL I: SAMENWERKINGSVERBANDEN Blad 12
19 Samenwerkingsverbanden 02 DE THEORIE VAN DE KENNISECONOMIE Achtergrond en doelstelling De kenniseconomie mag zich verheugen over de nodige aandacht, getuige de vele publicaties in kranten, op het internet en in de diverse vakbladen. Maar wat is nu eigenlijk de kenniseconomie? Om daarin inzicht te verkrijgen worden in dit hoofdstuk de theorieën achter de kenniseconomie onderzocht. Doel is inzicht te krijgen in het functioneren van de kenniseconomie en de macro-economische omgeving van facility sharing. Gestart wordt met een waarschuwing van de Amerikaanse econoom Porter die erop wijst dat de diensteneconomie aan het einde van zijn levenscyclus begint te komen. Nederland zal zich moeten realiseren dat de toekomstige economische groei via innovatie zal moeten worden gerealiseerd. Belangrijk in het proces van innovatie zijn informatie en kennis 14. In dit proces zijn netwerken de structurerende principes 15. Daarom zijn de theorieën over netwerken onderzocht. Binnen netwerken vinden verschillende vormen van samenwerking plaats, deze vormen van samenwerking komen vervolgens aan de orde. Een theorie van Porter 16 is dat elk land internationale competitievoordelen kent door ruimtelijke clusters van bedrijfseconomische sectoren zoals bijvoorbeeld distributie en transport, biotechnologie of nanotechnologie. Deze theorie, die is gebaseerd op het principe van netwerken, is onderzocht. Naast de theorie van Porter, met zijn lokale, regionale of nationale clustering, is er de ontwikkeling van internationale arbeidsdeling. Netwerken is daarbij een internationaal proces met internationale regio s waarbinnen bepaalde typen werkzaamheden worden verricht. Dit proces van internationale arbeidsverdeling is in de tweede helft van dit hoofdstuk beschreven. Door Porter 17 is vastgesteld dat de samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven sterk moet verbeteren. Culturele achtergronden en patronen kunnen hierbij wel eens een grote rol spelen. Daarom zijn enkele theorieën op dit gebied nader onderzocht. De economische groei zal via innovatie moeten worden gerealiseerd. Aan het einde van dit hoofdstuk zijn de innovatieve krachten in de Nederlandse economie onderzocht en vastgesteld. 14 The Innovation Lecture, Michael F. Porter, december The rise of the network society, M. Castells, Blackwell Publishers, The competitive advantage of nations, Micheal F. Porter, The innovation lecture, Michael F. Porter, december 2001 Blad 13
20 Samenwerkingsverbanden Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte samenvatting en de bevindingen van de onderzochte onderwerpen Losing momentum Op 3 december 2001 werd door het Ministerie van Economische Zaken een lezing georganiseerd met als thema Innovation lecture. Spreker was de Amerikaanse hoogleraar Michael E. Porter. Hij kwam tot de volgende conclusie ten aanzien van de Nederlandse economie: Nederland moet op zijn tellen passen want het is losing momentum in de kenniseconomie. Niet omdat het slecht presteert, maar omdat andere landen het beter doen. Het Nederlandse succesmodel van de afgelopen jaren is aan het einde van zijn cyclus gekomen. Een strategie gebaseerd op kostencontrole, lage lonen en efficiency zal in internationaal opzicht niet lang meer werken. Nederland moet zich realiseren dat de toekomstige economische groei via innovatie zal moeten worden gerealiseerd. 18 Figuur 2.1: Groei BBP in % en Losing momentum Bron: Kenniseconomie monitor 2003 De belangrijkste conclusies van de lezing zijn: Bedrijven moeten meer investeren in research and development, de overheid investeert al fors in onderzoek; Te weinig mensen volgen technische en bèta-opleidingen, daarnaast is er een tekort aan onderzoekers. Deze achterstand moet op korte termijn worden goedgemaakt; 18 The Innovation Lecture, Michael F. Porter, december 2001 Blad 14
The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl
The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid
Nadere informatieSamenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s
Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische
Nadere informatieArnold Monshouwer. Business Club Bernisse
Arnold Monshouwer Business Club Bernisse Wie zijn wij? Waarom innoveren? Wat is innovatie? Hoe kom ik op ideeën? Hoe pak ik het aan? Agenda Even voorstellen 1. Beter, eerder en sneller innoveren 2. Onafhankelijk
Nadere informatieProf.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI
Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bestuurslid NCSI Erasmus Concurrentie & Innovatie Monitor 2008 Bedrijven presteren beter
Nadere informatieOperationeel Programma EFRO Noord-Nederland
Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio
Nadere informatieTopsectoren. Hoe & Waarom
Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van
Nadere informatieKRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity BM-Support.org STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT
STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT STICHTING BUSINESS MANAGEMENT SUPPORT OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR SUCCES OPEN BUSINESS INNOVATIE KRACHTENBUNDELING VOOR 2009 Corporate Identity
Nadere informatieDiensteninnovatie: wat is dat?
Over de AWT De Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) adviseert regering en parlement over beleid voor wetenschap, technologie en innovatie De AWT adviseert gevraagd en ongevraagd.
Nadere informatieAchterhoek 2020 Tom van der Horst, TNO 28 januari 2015 1
Achterhoek 2020 Tom van der Horst, TNO 28 januari 2015 1 Dutch industry fit for the future?! onze wereld verandert en dus ook onze industrie. met impact op economie en samenleving smart industry agenda
Nadere informatieSUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS!
Innovatieplatform voor industrieel oppervlaktebehandelend Nederland SUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS! VOORSPRONG DOOR INNOVATIEGERICHTE SAMENWERKING Dat Nederland er economisch goed
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32003 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Yuanyuan Zhao Title: Modelling the dynamics of the innovation process : a data-driven
Nadere informatieTabel 1 Aanbevelingen om de relatie met FoodValley te versterken. Overige betrokkenen ICT bedrijven, ICT Valley, BKV. situatie
Samenvatting De gemeente maakt sinds 2011 onderdeel uit van de bestuurlijke regio FoodValley. In de regio FoodValley heeft elke gemeente een economisch profiel gekozen dat moet bijdragen aan de doelstelling
Nadere informatieIn 8 stappen naar bedrijfskundig FM. Van FM-specialist tot strategisch businesspartner
In 8 stappen naar bedrijfskundig FM Van FM-specialist tot strategisch businesspartner Inhoud STAP 1. Maak een businessplan voor FM STAP 2. Zorg voor een optimale werkomgeving STAP 3. Zorg voor een flexibele
Nadere informatieBeleidsplan Tellus Film Fundering
Beleidsplan 2018-2022 Tellus Film Fundering Indeling: 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Missie en visie 4. Wat biedt de stichting? 5. Speerpunten voor de komende jaren 6. Professionalisering van de organisatie
Nadere informatieAmsterdamse haven en innovatie
Amsterdamse haven en innovatie 26 september 2011, Hoge School van Amsterdam Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam Oostelijke handelskade (huidige situatie) Oostelijke handelskade (oude
Nadere informatieInnovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e
Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e Twente is een innovatieve regio die nationaal en internationaal sterk in opkomst is. Daarom is op initiatief van de provincie Overijssel
Nadere informatieStrategisch handelen BUS3
Strategisch handelen BUS3 College 2010 Docent Roland Hiemstra College Criteria paper strategisch management BUS3 De acht sleutelconcepten van strategie Informatiestrategie en informatieplanning Werkafspraken
Nadere informatieuitgroeien tot een Vlaamse, Europese en internationale topregio met economische creativiteit als concept voor meer welvaart en welzijn in de regio.
Flanders Smart Hub 1. Waarom dit project? 2. Wie maakt deel uit van dit project? 3. Vanwaar komt de naam? 4. Het vertrekpunt van het project 5. Actiedomeinen 6. Wat zijn onze doelstellingen? 7. Logistiek
Nadere informatieManifest Circulair Onderwijs
Manifest Circulair Onderwijs de rol van onderwijs in verantwoord innoveren 2 Waarom urgentie De jeugd heeft de toekomst. Wij maken de toekomst. Wij brengen kinderen en jong volwassenen het gedachtengoed
Nadere informatieManifest Circulair Onderwijs
Manifest Circulair Onderwijs de rol van onderwijs in verantwoord innoveren 2 Waarom urgentie De jeugd heeft de toekomst. Wij maken de toekomst. Wij brengen kinderen en jong volwassenen het gedachtengoed
Nadere informatieBantopa Kennismaken met Samenwerken
Bantopa Kennismaken met Samenwerken Vernieuwen door Samenwerken Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking met andere bedrijven
Nadere informatieAKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE
AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL EN DE VLAAMSE REGERING INZAKE DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN DE INDUSTRIE AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN DE STAAT ISRAËL EN
Nadere informatieBIJLAGE EXPO 2025 COMMITMENT
LETTER OF COMMITMENT BIJLAGE EXPO 2025 COMMITMENT Vrijdag 2 oktober 2015, 2 e concept Leeswijzer en de relatie van dit document tot andere documenten 1. De afzender van een Letter of Commitment wordt aangeduid
Nadere informatieSubsidiemogelijkheden EFRO 2007-2013 Oost-Nederland
Subsidiemogelijkheden EFRO 2007-2013 Oost-Nederland 2 Europees stimuleringsprogramma versterkt positie Oost-Nederland Let s GO Gelderland en Overijssel toonaangevend in innovatie Oost-Nederland is een
Nadere informatieHabilis Executive Search. Productie en Techniek
Habilis Executive Search Productie en Techniek Habilis mens en organisatie Mensen zijn voortdurend in beweging. Organisaties zijn continu in beweging. Met als hoogste doel het meest optimale resultaat
Nadere informatieBedrijfskunde. H4 Samenwerking
Bedrijfskunde H4 Samenwerking Toename in samenwerking Een toename in concurrentie en technologische ontwikkelingen dwingt bedrijven beter na te denken over efficiëntie en effectiviteit. Door Mondialisering
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieMeddezeggenschapsdag. Jelco van der Avoort. Donderdag 3 November StAZ
Meddezeggenschapsdag Jelco van der Avoort Donderdag 3 November StAZ Wat gebeurt er om ons heen? 2016 KPMG Advisory N.V., registered with the trade register in the Netherlands under number 33263682, is
Nadere informatieInnovatie support gids
Innovatie support gids Uw gids naar resultaat 1 Uw gids naar resultaat Innovatief duurzaam drukwerk Het drukwerk van deze gids is uitgevoerd in waterloos offset met inkt op plantaardige basis, dit resulteert
Nadere informatieDuurzame Ontwikkeling
Duurzame Ontwikkeling Korte toelichting op het begrip Praktische invulling - in bedrijven - technologie Invulling in het onderwijs J. Venselaar 17 november Duurzame ontwikkeling in het onderwijs 1 Duurzaam..
Nadere informatieSamenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?
Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient
Nadere informatieThe Netherlands of
The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid
Nadere informatieVisie op Valorisatie. van onderzoeken naar ondernemen. InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011. Maarten van Gils
Visie op Valorisatie van onderzoeken naar ondernemen InnoTep, Radboud Universiteit Nijmegen, 30 september 2011 Maarten van Gils Agenda Persoonlijke introductie Het onderzoeken bij MICORD De overgang in
Nadere informatieMKB investeert in kennis, juist nu!
M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,
Nadere informatieKwaliteitszorg met behulp van het INK-model.
Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven
Nadere informatieSupply Chain Management in nieuw Europees perspectief
Supply Chain Management in nieuw Europees perspectief Dr.ir. Rob Kwikkers 02-06-2004 Fontys Hogescholen 1 Inleiding SCM is samenwerken in ketens van bedrijven taakverdeling communiceren partnerschap 02-06-2004
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Een bedrijf dat bereid is om te investeren in innovatie, zal er in de regel ook zeker van willen zijn dat het profiteert van deze innovatie zonder dat een concurrent de
Nadere informatie: Inzet middelen Stimuleringsfonds t.b.v. Science Park. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 2.
S T A T E N V O O R S T E L Datum : 31 oktober 2006 Nummer PS : PS2006IME05 Dienst/sector : MEC/ERT Commissie : IME Registratienummer : 2006MEC002172i Portefeuillehouder: Dr. G. Mik Titel : Inzet middelen
Nadere informatieMedisch Applicatie Centrum Midden-Brabant. januari 2010
januari 2010 Pagina: 2 Missie Het Medisch Applicatie Centrum (MAC) is een onafhankelijk Midden Brabants samenwerkingsverband van gezondheidszorginstellingen, verzekeraars, kennisinstellingen en bedrijven
Nadere informatieSamenwerken aan een toekomstbestendige retailsector
Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Wie wij zijn Het Retail Innovation Platform helpt de innovatie- en concurrentiekracht van de retailsector te versterken. Samen met retailers en andere
Nadere informatieKoppens en van De Ven benoemen drie fasen die van toepassing zijn voor een strategisch beleidsplan:
Er is een verschil tussen een strategisch beleidsplan dat gebruikt wordt om te communiceren en een strategisch beleidsplan dat een analyse maakt van de huidige en de toekomstige situatie van een onderwijsinstelling.
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke
Nadere informatieConclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland
Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland Presentatie 8 februari 2017 Provincie Gelderland Provinciale Staten Commissie Economie, Energie en Milieu Linze Rijswijk,
Nadere informatieTot slot. Aanbevelingen. Inleiding. Naar een lerende economie Investeren in het verdienvermogen van Nederland synopsis van WRR - rapport 90
Hoe ziet dat er on de praktijk uit? (per sector / organisatie / afdeling / functie) Natuurlijke hulpbronnen en mensen zullen schaars zijn en de beschikbaarheid van kapitaal is niet te voorspellen. Met
Nadere informatieDeel I Omgevingsfactoren en micro-economie 1
Inhoud Deel I Omgevingsfactoren en micro-economie 1 1 Omgevingsfactoren 3 1.1 Schaarste dwingt tot kiezen 3 1.2 De economische wetenschap 4 1.3 Produceren, productiefactoren 5 1.4 Participanten en omgevingsfactoren
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieDe veranderende rol van Managementondersteuning
De veranderende rol van Managementondersteuning Inhoud 1. Inleiding 1 2. Onderbouwing van het onderzoek 2 3. Uitkomsten van het onderzoek 2 3.1 Initiatie van het verandertraject 3 3.2 Doelstellingen van
Nadere informatieThe Netherlands of 2040 en de Olympische Spelen George Gelauff Hogeschool Amsterdam 1 februari 2012
The Netherlands of 2040 en de Olympische Spelen George Gelauff Hogeschool Amsterdam 1 februari 2012 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Scenariostudies Lange termijn vraagstukken Grote
Nadere informatieDe Energietransitie van Onderaf
De Energietransitie van Onderaf Rapportage WP3 - Handelingsperspectieven DEEL 0 Inleiding 1 Auteurs Roelien Attema & Geerte Paradies Uitgegeven voor Titel Versie 1.0 STEM programma Rapportage WP3 Handelingsperspectieven
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zuid-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke
Nadere informatieOefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie
Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie 1. Michael Porter onderscheidt 3 basisstrategieën, waar volgens hem iedere organisatie een keuze uit dient te maken, om op een gezonde wijze een
Nadere informatieEindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis
Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het
Nadere informatieOpleidingsprogramma DoenDenken
15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor
Nadere informatieNaar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant
Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering Berry Roelofs Principal Consultant Utrecht, 17 december 2015 Goede uitgangssituatie, maar Nederland doet het goed 16 e economie van
Nadere informatieImpact Cloud computing
Impact Cloud computing op de Nederlandse zakelijke markt 2 inleiding De economische omstandigheden zijn uitdagend. Nederland is onder invloed van de schuldencrisis in een nieuwe recessie beland; de economische
Nadere informatieSMART SOCIETY IN NEDERLAND
SMART SOCIETY IN NEDERLAND Roxane Daniels Vereniging Nederlandse Gemeenten 23 april 2019 VVSG Brussel Paraplu-begrip Integrale aanpak van maatschappelijke opgaven Cross-sectoraal Publiek-privaat Bottom-up
Nadere informatieICT and economic growth. Nederlandse samenvatting
ICT and economic growth Nederlandse samenvatting ICT and economic growth Nederlandse samenvatting Nederlandstalige samenvatting van het rapport ICT and Economic Growth Opgesteld door het Centraal Bureau
Nadere informatieDEEL I DE OPKOMST VAN E-HRM
DEEL I DE OPKOMST VAN E-HRM Business sounds different these days...3 1. Introductie...4 2. De veranderende omgeving van organisaties...7 3. Toenemende complexiteit van organisaties en HRM...10 3.1 Inleiding...10
Nadere informatieSamenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new
Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new strategic approach ( Blueprint ) to sectoral cooperation
Nadere informatieSTRATAEGOS CONSULTING
STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.
Nadere informatieOnderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda
Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Inleiding Nederland werkt, net als de andere Europese landen aan de Lissabon-doelstellingen van de EU om te komen tot een dynamische en concurrerende
Nadere informatieInternationale kansen voor het MKB: HBO slaat een brug. Louise van Weerden Enschede, 12 Juni 2013
Internationale kansen voor het MKB: HBO slaat een brug Louise van Weerden Enschede, 12 Juni 2013 Achtergrond Communicatiewetenschap, Universiteit Groningen, Concordia University Montreal Onderzoek intercultureel
Nadere informatieNATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING
NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING Versterking van de wetenschap en een betere benutting van de resultaten zijn een onmisbare basis, als Nederland
Nadere informatieNIDAP Informatie 02042015 / Audits NIDAP. Opleidingsmarktonderzoek. Informatie over onze onderzoeksdiensten NIDAP 2015
Opleidingsmarktonderzoek Informatie over onze onderzoeksdiensten 2015 1 Introductie Inleiding In dit korte document staat algemene informatie over onze opleidingsmarktonderzoeken. Tevens wordt dieper ingegaan
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda
Nadere informatieTilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013
Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor
Nadere informatieBantopa Terreinverkenning
Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking
Nadere informatieBeleggers in gebiedsontwikkeling
Beleggers in Incentives en belemmeringen voor een actieve rol van institutionele beleggers bij de herontwikkeling van binnenstedelijke gebieden P5 presentatie april 2015 Pelle Steigenga Technische Universiteit
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Utrecht Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Brabant Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Overijssel Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda
Nadere informatieTechnologieontwikkeling in de wegenbouw
Technologieontwikkeling in de wegenbouw - Hoe de rollen van de overheid het projectresultaat beïnvloeden - NL- Samenvatting van promotieonderzoek dr.ir JC Caerteling Deze dissertatie levert een bijdrage
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Gelderland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda
Nadere informatie. hoe we er in Nederland qua bedrijfs-r&d voorstaan: wat Nederlandse bedrijven
Samenvatting Wat betekent internationalisering van R&D voor de Nederlandse economie en voor de innovatiekracht van Nederland? In dit advies beantwoordt de AWT deze vraag door te kijken naar:. hoe we er
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum: 22 april 2013 Betreft: Beleidsreactie op het advies "De
Nadere informatieCorporate Venturing in het MKB
M200920 Corporate Venturing in het MKB Ruimte voor vernieuwing, durf en kansen C. van Essen MSc Zoetermeer, 10 december 2009 Corporate venturing in het MKB Corporate venturing is onder grote, multinationale
Nadere informatieBESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN
BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN Projectleider Afdeling Iris van Gils Kerngroep Visie/Missie Datum 28 november 2014 Planstatus Vastgesteld in de Fusieraad 24 november 2014 Opdrachtgever Stuurgroep
Nadere informatieDoel Doel van het programma VvW:
Doel Doel van het programma VvW: Een strategie en bijbehorende actielijnen opleveren en (laten) uitvoeren ten behoeve van de gewenste economische structuurversterking van de Vierkant voor Werk regio. Dit
Nadere informatieRegionaal Platform 20 april 2016
Regionaal Platform 20 april 2016 Programma Tijd Activiteit 13.00 uur Opening en welkom 13.15 uur Strategische agenda s metropoolvorming Door Staf Depla 14.00 uur Bereikbaarheidsopgave - stand van zaken
Nadere informatieSamenwerken! Noodzaak of Kans?
Brug tussen onderwijs en ondernemer Visie op CRM voor onderwijsinstellingen Samenwerken! Noodzaak of Kans? 14 oktober 2011 Samenwerken! Kans of Noodzaak? Overheid HBO instelling WO instelling Netwerk van
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke
Nadere informatieProf.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE
Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bevindingen Erasmus Innovatiemonitor Zorg Eindhoven, 5 oktober 2012 TOP INSTITUTE INSCOPE
Nadere informatieIndustrieel Ontwerpen
Industrieel Ontwerpen Industrieel ontwerpen, het vakgebied Industrieel Ontwerpen in Twente Industrieel Ont Industrieel ontwerpen, het vakgebied Industrieel Ontwerpen houdt zich bezig met het ontwikkelen
Nadere informatieEcological Management Foundation
Ecological Management Foundation Beleidsplan Frederik Claasen In opdracht van Bestuur EMF December 2013 Projectnummer 2047 Ecological Management Foundation C/o Aidenvironment Barentszplein 7 1013 JN Amsterdam
Nadere informatieBedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis
Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2009 Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis Rotterdam, 6 oktober 2009 INSCOPE: Research for Innovation heeft in opdracht
Nadere informatieDELPHI CONSORTIUM, een business model voor strategisch- fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
CONSORTIUM, een business model voor strategisch- fundamenteel wetenschappelijk onderzoek Voor universiteiten zijn er een aantal interessante mogelijkheden om een prominente rol te spelen in het innovatieproces.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr.6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Antwerpen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda
Nadere informatieMKB-ondernemers met oog voor de toekomst
M200803 MKB-ondernemers met oog voor de toekomst Bedrijfsstrategieën in het MKB drs. M. Mooibroek Zoetermeer, juli 2008 MKB-ondernemers met oog voor de toekomst Ongeveer de helft van de MKB-ondernemers
Nadere informatieTE HUUR. Kantoor- en laboratoriumruimten
Kantoor- en laboratoriumruimten TE HUUR Diverse kantoorunits in gevarieerde metrages gelegen op de High Tech Locatie van Nederland met de focus op research & development van lifetech en new energy. OMGEVINGSFACTOREN
Nadere informatieENERGY INNOVATION PARK Alkmaar - Nederland
Alkmaar - Nederland Alkmaar - Nederland ENERGY INNOVATION PARK Ruimte voor innovatie en groei Uw bedrijf tussen internationale spelers in de energie branche. Kavels te koop tussen 2.000 en 27.000 vierkante
Nadere informatieNederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.
ONDERZOEKSRAPPORT Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. Introductie In het Human Capital 2015 report dat het World
Nadere informatieDE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017
DE INDUSTRIE: Drie acties voor een nieuw Kabinet MOTOR VAN Manifest 2017 VERNIEUWING Nederlandse industriële bedrijven behoren tot de top van de wereld. We zijn wereldmarktleider in chipmachines en medische
Nadere informatieSlimmer managen en organiseren kan productiviteit en innovatie in zorg verbeteren
Slimmer managen en organiseren kan productiviteit en innovatie in zorg verbeteren Zorgorganisaties zijn innovatiever dan het bedrijfsleven; Zorgorganisaties investeren gemiddeld 25% meer in sociale innovatie,
Nadere informatieEvaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw
7 oktober 2013 Evaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw Managementsamenvatting www.technopolis-group.com Evaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw Managementsamenvatting technopolis group, oktober 2013
Nadere informatieOnderwijs. Huisvesting die kennis in beweging brengt
Onderwijs Huisvesting die kennis in beweging brengt Onderwijs Huisvesting die kennis in beweging brengt Wat is de essentie van een onderwijsgebouw? En wat gebeurt daar precies? De core business van onderwijs
Nadere informatieLinco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development
Linco Nieuwenhuyzen Adviseur Strategie Brainport Development Brainport Development ontwikkelingsmaatschappij nieuwe stijl Bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid Strategie-ontwikkeling-uitvoering
Nadere informatieTiteldia. Ondertitel. Naam Achternaam, Functie of Afdelingsnaam. Ir. Niels Nieboer MRE Syntrus Achmea Real Estate & Finance
Titeldia Ondertitel Naam Achternaam, Functie of Afdelingsnaam Ir. Niels Nieboer MRE Syntrus Achmea Real Estate & Finance Onderzoeksvraag Hoe moet een Real Estate Investment Manager zich - gegeven de veranderende
Nadere informatieDe internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Drenthe Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda
Nadere informatie