Installatiehandleiding

Transcriptie

1 Installatiehandleiding InRow Airconditioners met directe expansie ACRD500, ACRD501, ACRD A-022 Publicatiedatum: februari 2015

2 Schneider Electric IT Corporation Afwijzing van aansprakelijkheid Schneider Electric IT Corporation geeft geen garantie dat de informatie in deze handleiding gezaghebbend, vrij van fouten of volledig is. Deze publicatie is niet bedoeld als vervanging van een gedetailleerd operationeel en locatiespecifiek ontwikkelingsplan. Schneider Electric IT Corporation is dan ook geenszins aansprakelijk voor schade, overtreding van voorschriften, foutieve installatie, systeemfouten of enig ander probleem dat zich zou kunnen voordoen door het gebruik van deze publicatie. De informatie in deze publicatie wordt op een 'as is'-basis geleverd en werd alleen opgesteld voor de evaluatie van het ontwerp en de opbouw van datacentra. Deze publicatie werd te goeder trouw samengesteld door Schneider Electric IT Corporation. Er worden echter geen uitspraken gedaan noch wordt een garantie gegeven, zij het uitdrukkelijk of impliciet, met betrekking tot de volledigheid of nauwkeurigheid van de informatie in deze publicatie. SCHNEIDER ELECTRIC IT CORPORATION, OF EEN MOEDERBEDRIJF, FILIAAL OF DOCHTERBEDRIJF VAN SCHNEIDER ELECTRIC IT CORPORATION OF HUN RESPECTIEVELIJKE FUNCTIONARISSEN, DIRECTEUREN OF MEDEWERKERS ZIJN IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE SCHADEVERGOEDING VOOR DIRECTE, INDIRECTE, GEVOLG-, BESTRAFFENDE, BIJZONDERE OF INCIDENTELE SCHADE (INCLUSIEF, EN ZONDER BEPERKING, SCHADEVERGOEDINGEN VOOR VERLIES VAN KLANTEN, CONTRACTEN, INKOMSTEN, GEGEVENS, INFORMATIE EN DE ONDERBREKING VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN) DIE HET GEVOLG IS VAN, VOORTVLOEIT UIT OF VERBAND HOUDT MET HET GEBRUIK VAN OF HET ONVERMOGEN TOT HET GEBRUIK VAN DEZE PUBLICATIE OF DE INHOUD ERVAN, ZELFS ALS SCHNEIDER ELECTRIC UITDRUKKELIJK OP DE HOOGTE WERD GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADEVERGOEDING. SCHNEIDER ELECTRIC IT CORPORATION BEHOUDT ZICH HET RECHT VOOR OM ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING WIJZIGINGEN OF UPDATES DOOR TE VOEREN MET BETREKKING TOT OF IN DE INHOUD VAN DE PUBLICATIE OF DE OPMAAK ERVAN OP ONGEACHT WELK MOMENT. Schneider Electric IT Corporation of zijn licentiehouders behouden de auteursrechten, intellectuele en alle andere eigendomsrechten op de inhoud (met inbegrip van, maar niet beperkt tot software, audio- en videomateriaal, tekst en foto's). Alle rechten op de inhoud die hierin niet expliciet worden toegekend, worden voorbehouden. Er worden geen enkele rechten verleend, toegekend of overgedragen aan personen die toegang hebben tot deze informatie. Het is niet toegestaan om deze publicatie geheel of gedeeltelijk door te verkopen.

3 Inhoudsopgave Veiligheid...1 Belangrijke veiligheidsinformatie Veiligheid tijdens het installeren van deze apparatuur Algemene informatie...3 Overzicht Bewaar deze instructies Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt De apparatuur controleren Opslag van de apparatuur vóór installatie De apparatuur verplaatsen Het apparaat op zijn uiteindelijke locatie zetten Modelidentificatie Onderdeelidentificatie Inventaris installatieset Externe onderdelen Interne onderdelen (voorzijde) Interne onderdelen (achterzijde) Elektrapaneel Leidingschema koeling Overzicht aansluitingen Stroomaansluitingen Leidingwerkaansluitingen Communicatieverbindingen Voorbereiding van de ruimte Luchtverdeling Toegang voor onderhoud Gewicht en afmetingen Toegangslocaties Locatie van de leidingen onderaan en de voedingstoegang...17 InRow RD-installatiehandleiding i

4 Installatie...19 Deuren en panelen verwijderen Voor- en achterdeuren verwijderen Het zijpaneel verwijderen Het zijpaneel installeren Afdekplaat van het elektrapaneel verwijderen Het apparaat aan behuizingen bevestigen Aan NetShelter SX-behuizingen koppelen Aan NetShelter VX- en VS-behuizingen koppelen Het apparaat waterpas zetten Mechanische aansluitingen Koelleidingen Aanbevolen buismaten Koelmiddelleidingen aansluiten Condensator Verzopen reservoir Condensaatpomp Condensaatafvoer Leksensor (optioneel) Een beschermende vulling toevoegen Compressorolie toevoegen Elektrische aansluitingen Bedieningsaansluitingen Aansluitingen gebruikersinterface Beschrijving van de aansluitingen gebruikersinterface Vorm C-alarmcontacten en ingang uitschakelen Rektemperatuursensoren Communicatieverbindingen Netwerkpoort Stroomaansluitingen Bedradingconfiguraties leiding aan bovenkant leiding aan onderkant Snoerontlasting (enkel ACRD502) De verwarmer voor het verzopen reservoir aansluiten Spanningsinstelling ii InRow RD-installatiehandleiding

5 Veiligheid Belangrijke veiligheidsinformatie Lees de instructies zorgvuldig door om de uitrusting te leren kennen, voordat u deze probeert te installeren, bedienen, verzorgen of onderhouden. De volgende speciale meldingen kunt u in deze gehele handleiding of op de uitrusting aantreffen om te waarschuwen tegen mogelijke gevaren of om aandacht te vestigen op informatie die een procedure toelicht of vereenvoudigt. De toeging van dit persoon aan een veiligheidslabel Gevaar of Waarschuwing geeft aan dat er elektriciteitsgevaar bestaat dat persoonlijk letsel tot gevolg heeft als de instructies niet worden nageleefd. Dit is het symbool voor de veiligheidswaarschuwing. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk persoonlijk letsel. Leef alle veiligheidsmeldingen na die na dit symbool komen om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen. GEVAAR GEVAAR Geeft een dreigende gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, overlijden of ernstig letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING WAARSCHUWING Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, overlijden of ernstig letsel tot gevolg kan hebben. LET OP LET OP geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die licht of matig letsel tot gevolg kan hebben, als deze niet wordt vermeden. KENNISGEVING KENNISGEVING geeft praktijken aan die geen betrekking hebben op fysiek letsel, met inbegrip van bepaalde gevaren voor het milieu, mogelijke schade of gegevensverlies. InRow RD-installatiehandleiding 1

6 Veiligheid tijdens het installeren van deze apparatuur GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, EXPLOSIE OF VLAMBOOG Gebruik geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en volg de veilige methoden voor het werken met elektriciteit. Zie NFPA 70E of CSA Z462. Het is alleen voor gekwalificeerd personeel toegestaan om deze apparatuur te installeren en te onderhouden. Schakel alle voeding van deze apparatuur uit voordat u werkzaamheden aan of in de apparatuur uitvoert. Gebruik altijd een detectietoestel met een geschikte, nominale spanning om te bevestigen dat de stroom is uitgeschakeld. Plaats alle toestellen, deuren en afdekkingen terug, voordat u deze apparatuur onder spanning zet. Het negeren van deze instructies heeft overlijden of ernstig letsel tot gevolg. WAARSCHUWING GEVAAR DOOR BEWEGENDE DELEN Houd uw handen, kleding en sieraden uit de buurt van de bewegende onderdelen. Voordat de deuren worden gesloten en het apparaat wordt gestart, moet dit op vreemde voorwerpen worden gecontroleerd. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk ernstig letsel of overlijden tot gevolg, of beschadiging van de apparatuur. WAARSCHUWING GEVAAR VOOR APPARATUUR OF PERSONEEL Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door personeel dat door Schneider Electric is gekwalificeerd. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk ernstig letsel of overlijden tot gevolg, of beschadiging van de apparatuur. WAARSCHUWING GEVAAR VAN KANTELENDE APPARATUUR Werk te allen tijd met twee of meer personen om deze apparatuur te verplaatsen of te draaien. Druk, trek of draai altijd, terwijl u de voor- en achterzijde van deze apparatuur kunt zien. Druk, trek of draai nooit, terwijl u de zijden van deze apparatuur ziet. Verplaats deze apparatuur langzaam over oneffen oppervlakken of deurdorpels. Laat de stelvoeten neer op de grond, wanneer deze apparatuur stilstaat. Laat de stelvoeten neer en bevestig verbindingsbeugels aan naastgelegen rekken, wanneer de apparatuur de plaats van bestemming heeft bereikt. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk ernstig letsel of overlijden tot gevolg, of beschadiging van de apparatuur. 2 InRow RD-installatiehandleiding

7 Algemene informatie Overzicht Bewaar deze instructies Deze handleiding bevat belangrijke instructies die u tijdens de installatie van dit apparaat moet volgen. Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt Geeft aan dat er meer informatie over dit onderwerp op een andere locatie beschikbaar is. De apparatuur controleren Uw airconditioner InRow RD werd omwille van de kwaliteitscontrole getest en geïnspecteerd voordat het apparaat bij Schneider Electric werd verzonden. Om er zeker van te zijn dat het apparaat in goede staat is aangekomen, inspecteert u het zorgvuldig meteen na ontvangst, zowel aan de buiten- als de binnenkant. Controleer of alle bestelde onderdelen, zoals gespecificeerd, ook zijn ontvangen en of het apparaat het juiste type en de juiste maat en spanning heeft. Een claim indienen: Als er bij ontvangst van het apparaat schade wordt aangetroffen, noteert u deze schade op de vrachtbrief en dient u een schadeclaim in bij het transportbedrijf. Neem contact op met Schneider Electric Worldwide Customer Support voor informatie over de procedure voor het indienen van een claim bij het transportbedrijf. De transportclaim moet worden ingediend door de ontvangende partij. OPMERKING: Gebruik het apparaat niet indien het transportschade heeft geleden. Bewaar alle verpakkingen voor inspectie door het transportbedrijf en neem contact op met Schneider Electric via een van de nummers op de achterzijde van deze handleiding. Opslag van de apparatuur vóór installatie Als het apparaat niet onmiddellijk wordt geïnstalleerd, slaat u het op een veilige plaats op, waar het is beschermd tegen de weersinvloeden. KENNISGEVING GEVAAR VOOR APPARATUUR Als u de apparatuur onbedekt laat en blootstelt aan weersinvloeden wordt deze beschadigd en vervalt de fabrieksgarantie. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. InRow RD-installatiehandleiding 3

8 De apparatuur verplaatsen Het apparaat op zijn uiteindelijke locatie zetten De aanbevolen hulpmiddelen om het apparaat op het transportpallet te verplaatsen, omvatten: Pompwagen Vorkheftruck OPMERKING: Het apparaat kan met behulp van de zwenkwielen naar zijn uiteindelijke bestemming worden gereden, als de grond vlak en schoon is. Modelidentificatie Het modelnummer staat op de buitenkant van het verzendkrat en op het naamplaatje in het apparaat zelf zoals afgebeeld. Controleer met behulp van de onderstaande tabel of het apparaat de juiste maat en spanning heeft. Model Configuratie Spanning Frequentie Luchtpatroon ACRD500 Luchtgekoeld Hz Achteren naar voren ACRD501 Luchtgekoeld Hz Achteren naar voren ACRD502 Luchtgekoeld Hz Achteren naar voren NAAMPLAATJE na2600a 4 InRow RD-installatiehandleiding

9 Onderdeelidentificatie Inventaris installatieset na2712a Artikel Beschrijving Aantal Artikel Beschrijving Aantal Rechte fitting Rotalock, vrouwelijk, 1 1/4 inch tot 3/4 inch* I.D. Condensaatpomp HFC35 pijpschroefdraad, afsluiting, 3/8 inch BSPT** 4 Trekontlasting, metaal (enkel 2 ACRD502) 1 Draadclip 9 Slangklem 2 Strip mm (8 inch) 10 Schroef M5 x 12 mm 1 Strip mm (15,3 inch) 3 Gasafsluitklep, 3/4 inch I.D. 2 Weerstand, 150 Ohm 1 Temperatuursensor 3 Bindstrip 10 Rotalock-pakking van teflon, 4 Slangadapter 1 11/4inch M5 x 10 mm-torx schroef met 5 Verloopstuk, 3/8 inch naar 1 onderlegring 1/2 inch BSPT** M6 x 12 mm-torx schroef met onderlegring M6 x 10 mm-zelftappende Torx - schroef M6 x 16 mm-torx schroef met onderlegring *Standaardwanddikte **British Standard Pipe Thread (Britse standaardpijpschroefdraad) 5 Verloopstuk, 3/8 inch naar 1 1/2 inch NPT*** 5 Spanningsjumper **** 5 Rotalock mannelijk, recht - 3/4 inch* I.D. ***National Pipe Thread (nationale pijpschroefdraad) ****Het aantal varieert afhankelijk van het modelnummer. Zie Spanningsinstelling op pagina InRow RD-installatiehandleiding 5

10 Externe onderdelen na1824a Artikel Beschrijving Artikel Beschrijving Afneembare achterdeuren Zwenkwiel Vergrendeling zijpaneel Deurhendel en -vergrendeling Afneembaar zijpaneel Displayinterface Stelpoot Afneembare voordeur 6 InRow RD-installatiehandleiding

11 Interne onderdelen (voorzijde) na2720a Artikel Beschrijving Artikel Beschrijving Opvangbak condensaatuitlaat Ventilator (2) Thermische expansieklep Ventilatorvergrendeling (2) Compressor Elektrapaneel Aandrijving met variabele frequentie (voor compressor) Connectors voor communicatie en aangesloten apparatuur Temperatuursensor toevoerlucht Aarddraad Hoofdstroomonderbreker Vochtigheidssensor aanvoer InRow RD-installatiehandleiding 7

12 Interne onderdelen (achterzijde) na2723a Artikel Beschrijving Artikel Beschrijving Verdamperspiraal Afsluitkleppen Opvangbak condensaatuitlaat Luchtfilters Kijkglas Pijpsleuf Filterdroger Temperatuursensor retourlucht: Condensaatpomp 8 InRow RD-installatiehandleiding

13 Elektrapaneel Artikel Beschrijving Transformators Aansluitingen gebruikersinterface Hoofdcontrollerkaart Relaiskaart Aardingaansluiting Hoofdstroomonderbreker Zekeringblok compressor (ACRD500, ACRD501) Stroomonderbreker compressor (ACRD502) Stroomonderbreker ventilator Stroomonderbreker controller na2724a InRow RD-installatiehandleiding 9

14 Leidingschema koeling KENNISGEVING INSTALLATIE APPARATUUR Installeer de luchtgekoelde condensor niet onder het apparaat binnenshuis. De condensor moet voor een goede werking boven of op hetzelfde niveau als het apparaat staan. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. LEIDINGWERK ONDERAAN LEIDINGWERK BOVENAAN VERWARMINGSGAS VLOEISTOF Condensor VERWARMINGSGA Vloeistof Condensor na2543a RD ONTVANGER RD ONTVANGER OPMERKING: De afsluitkleppen die het dichtst bij de condensors zijn afgebeeld, worden niet geleverd door Schneider Electric. OPMERKING: Zorg voor afschot van alle leidingen in de richting van het koelmiddel; 4 mm per m (1/2 inch per 10 ft). Artikel Beschrijving Artikel Beschrijving Afschot in de richting van de koelmiddelstroming; 4 mm per m (1/2 inch per 10 ft) Reductie van pijpdiameter voor verticale buisleiding (indien nodig) Afsluitkleppen Regelklep kopdruk Terugslagklep Drukontlastklep P-afscheider S-afscheider Omgekeerde P-afscheider Alle leidingen zijn koperen buizen van het type L. OPMERKING: Leid de buizen door de boven- of onderkant van de InRow RD-koelunit. OPMERKING: Sluit de verticale afvoerleiding om de 6 m (20 ft) af om een correcte olieretour te verzekeren. OPMERKING: Verander de maat van de buis na de P-afscheider. Zie het leidingschema dat voor uw site werd opgesteld. OPMERKING: De maximale buisleiding is 61 m (200 ft) equivalente lengte. De leidingmaat moet in overeenstemming zijn met de erkende koelingspraktijk. 10 InRow RD-installatiehandleiding

15 Overzicht aansluitingen Alle aansluitingen naar en van het apparaat kunnen ofwel via de bovenkant ofwel via de onderkant van het apparaat worden aangelegd. Eenmaal de overeenkomstige connectors op hun plaats gesoldeerd zijn, kan het apparaat worden afgekoppeld zonder solderen, lassen of lijmen. Zie de onderstaande tabellen voor informatie over de maten en types van connectors. Stroomaansluitingen Model Minimale stroombelastbaarheid in ampère van circuit (MCA) Maximale bescherming tegen overbelasting (MOP) Ampère bij volledige belasting (FLA) Compressor: nominale belasting in a mpère (RLA = rated load amperes) ACRD500 53, ACRD501 26, ACRD502* ,7 23,2 *Raadpleeg plaatselijke en landelijke regelgeving voor draadmaat, vereisten inzake elektriciteitsbuizen en bescherming tegen overbelasting. Leidingwerkaansluitingen Aansluiting Type ACRD500 ACRD501 ACRD502 Afvoer koelmiddel 1-1/4 inch Rotalock* Inwendige diameter van 3/4 inch Koelmiddelvloeistof 1-1/4 inch Rotalock* Inwendige diameter van 3/4 inch Condensaatuitlaat 1/2 inch vrouwelijke NPTof 1/2 inch vrouwelijke BSPT-fitting Inwendige diameter van 3/4 inch Inwendige diameter van 3/4 inch 1/2 inch vrouwelijke NPT- of 1/2 inch vrouwelijke BSPTfitting * Gebruik een nieuwe Teflon-pakking (meegeleverd) om lekkage voorkomen. Span een Rotalock-moer aan met 90 Nm (66 ft-lb). Inwendige diameter van 3/4 inch Inwendige diameter van 3/4 inch 1/2 inch vrouwelijke NPT- of 1/2 inch vrouwelijke BSPTfitting Communicatieverbindingen Draadmaat Aansluiting Type Minimum Maximum Aanhaalmoment Temperatuur in het rek 1 RJ Temperatuur in het rek 2 RJ Temperatuur in het rek 3 RJ A-Link IN RJ A-Link OUT RJ Netwerkpoort RJ Consolepoort DB Uitgang klant, NC (Normally Closed = normaal gesloten) Uitgang klant, COM (Common = gemeenschappelijk) Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Uitgang klant, NO (Normally Open = normaal open) Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Voedingsaarding Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Voeding 12 V DC Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Voeding 24 V DC Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Klanteninvoer+ Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Klanteninvoer - Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm InRow RD-installatiehandleiding 11

16 Draadmaat Aansluiting Type Minimum Maximum Aanhaalmoment Modbus D1 Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Modbus D0 Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Modbus aarding Schroefconnector AWG 24 (0,2 mm 2 ) AWG 18 (0,75 mm 2 ) 0,6 Nm Temperatuursensor (voorkant) RJ Vochtigheidssensor (voorkant) RJ Displayinterface RJ InRow RD-installatiehandleiding

17 RELATIEVE VOCHTIGHEID (% RH) RELATIEVE VOCHTIGHEID (% RH) Voorbereiding van de ruimte Houd bij het ontwerpen van het datacenter rekening met het binnenbrengen van de apparatuur, de belastingsfactoren op de vloer en toegang tot leidingen en bedrading. Daarenboven dient de combinatie van kamertemperatuur en vochtigheid in overeenstemming te zijn met de bedrijfsomstandigheden zoals gedefinieerd in de onderstaande grafieken AANVAARDBAAR BEDRIJFSBEREIK ONAANVAARDBARE BEDRIJFSLIMIETEN OMGEVINGSTEMPERATUUR ( C) AANVAARDBAAR BEDRIJFSBEREIK ONAANVAARDBARE BEDRIJFSLIMIETEN OMGEVINGSTEMPERATUUR ( F) na2544a Dicht de kamer af met een dampscherm om het binnendringen van vocht tot een minimum te beperken. Wij adviseren polyethyleenfolie voor het plafond en de muren. Breng verf op rubber- of kunststofbasis aan op de betonnen muren en vloeren. Isoleer de kamer om de invloed van hittebelasting van buitenaf tot een minimum te beperken. Verlaag de aanvoer van verse lucht tot het door plaatselijke en landelijke regelgeving en voorschriften vereiste minimum. Verse lucht oefent van zomer tot winter een extreme belasting in variatie uit op koelapparatuur en veroorzaakt eveneens een toename in de bedrijfskosten van het systeem. Luchtverdeling Het apparaat verdeelt lucht van achter naar voor, verwijdert warme lucht uit een warm gangpad en voert gekoelde lucht af naar een koud gangpad. OPMERKING: Het apparaat is ontworpen voor vrije luchtafvoer of voor het gebruik met het systeem Rack Air Containment of het systeem Hot Aisle Containment. Het apparaat is niet geschikt voor aansluiting op een luchtverdeelsysteem. Vereisten binnenkomende stroomvoorziening WAARSCHUWING ELEKTRICITEITSRISICO De elektrische voeding moet voldoen aan de landelijke en plaatselijke elektrische regelgeving en voorschriften. De apparatuur moet worden geaard. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk ernstig letsel of overlijden tot gevolg, of beschadiging van de apparatuur. InRow RD-installatiehandleiding 13

18 Toegang voor onderhoud Voor het onderhoud is een minimum van 900 mm (36 inch) aan vrije vloeroppervlakte vooraan en achteraan het apparaat vereist. Het noodzakelijke normale onderhoud kan worden uitgevoerd aan de voor- of achterzijde van het apparaat. De meeste koelonderdelen in het apparaat (bijv. filterdroger, kijkglas, solenoïde en expansiekleppen) moeten worden gesoldeerd voor herstelling of vervanging. Onderhoud deze onderdelen niet wanneer het apparaat zich in het computercentrum bevindt. Maak gebruik van de zwenkwielen op het apparaat om het buiten het computercentrum te brengen voor onderhoud. Een zone van minstens 1200 mm (48 inch) aan vrije vloeroppervlakte vooraan of achteraan het apparaat is aanbevolen om dit weg te rollen. OPMERKING: Controleer de plaatselijke en landelijke regelgeving en voorschriften voor meer toegangsvereisten in verband met onderhoud. na1825a 900 (36.00) 900 (36.00) VEREISTE ONDERHOUDSTOEGANG WANNEER HET APPARAAT IN EEN RIJ IS GEMONTEERD 1200 (48.00) 1200 (48.00) VRIJE RUIMTE DIE NODIG IS OM HET APPARAAT BUITEN DE RIJ TE BEWEGEN Afmetingen zijn aangegeven in mm (inch). 14 InRow RD-installatiehandleiding

19 Gewicht en afmetingen Model Gewicht met verpakking Gewicht zonder verpakking ACRD500, ACRD501, ACRD kg (945 lb) 367 kg (808 lb) 1070 (42.1) 600 (23.6) 2156 (84.9) 1991 (78.4) na1822a 879 (34.6) 1137 (44.8) Afmetingen zijn aangegeven in mm (in.). InRow RD-installatiehandleiding 15

20 Toegangslocaties Locaties leidingen bovenaan en voedingstoegang (bovenaanzicht) Achter - Hete gangpaden 547 (21.54) 40 (1.58) 558 (21.97) na2725a 380 (14.94) 325 (12.78) 73 (2.86) 75 (2.95) 738 (29.04) 123 (4.84) 47 (1.85) Voor - Koud gangpad Afmetingen zijn aangegeven in mm (in.). Artikel Beschrijving Koelmiddelafvoerleiding Koelmiddelleiding Kabelgoot voor communicatiekabels Stroomaansluitingen Condensaatuitlaat 16 InRow RD-installatiehandleiding

21 Locatie van de leidingen onderaan en de voedingstoegang Achter - Hete gangpaden 480 (18.90) 115 (4.53) 345 (13.58) 404 (15.91) na2726a 893 (35.16) 796 (31.34) 420 (16.54) 199 (7.84) 184 (7.24) 57 (2.25) 140 (5.51) 178 (7.00) Voor - Koud gangpad Afmetingen zijn aangegeven in mm (in.). Artikel Beschrijving Koelmiddelleiding Koelmiddelafvoerleiding Condensaatoverloop 50,00 mm (1,97 inch) Communicatieverbindingen 27,80 mm (1,09 inch) Stroomaansluitingen Condensaatuitlaat InRow RD-installatiehandleiding 17

22

23 Installatie Deuren en panelen verwijderen Voor- en achterdeuren verwijderen WAARSCHUWING GEVAAR DOOR BEWEGENDE ONDERDELEN Tijdens normaal bedrijf moeten alle deuren en zijpanelen vergrendeld zijn. Open de zijpanelen niet, terwijl de ventilatoren draaien. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk ernstig letsel of overlijden tot gevolg, of beschadiging van de apparatuur. KENNISGEVING BESCHADIGING APPARATUUR Koppel de displayinterfacekabels los. Laat de deuren niet tegen een muur steunen met de grendels van het zijpaneel naar de muur gericht. De grendels kunnen zo vervormd worden en niet meer behoorlijk functioneren. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. 1. Ontgrendel de deur en zet deze open op 90 graden. 2. Maak de aarddraden en aansluitkabels van het display los. 3. Til de deur op en uit de scharnieren. na2010a InRow RD-installatie 19

24 Het zijpaneel verwijderen Het zijpaneel installeren na2316a na2315a 20 InRow RD-installatie

25 Afdekplaat van het elektrapaneel verwijderen Verwijder de afdekplaat van het elektrisch paneel om de hoofdvoedingskabel te installeren. 1. Verwijder de vijf M4 schroeven waarmee de afdekplaat is bevestigd. 2. Verwijder de afdekplaat door hem te openen en iets naar de voorkant van het apparaat te schuiven. WAARSCHUWING ELEKTRICITEITSRISICO Zorg ervoor dat geen enkele kabel meer onder stroom staat alvorens de kabels in dit apparaat aan te leggen. Uitsluitend daarvoor opgeleid service- en onderhoudspersoneel mag werk op dit apparaat verrichten. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk overlijden, ernstig letsel of schade aan de apparatuur tot gevolg. Het apparaat aan behuizingen bevestigen na2194a Aan NetShelter SX-behuizingen koppelen Het apparaat wordt geleverd met vier verbindingsbeugels (twee aan de voorkant en twee aan de achterkant). 1. Verwijder de voor- en achterdeuren. Zie "De voor- en achterdeuren verwijderen". 2. Lokaliseer de vier verbindingsbeugels. Roteer elke beugel 90 naar de ernaast staande behuizing, zodat de beugel evenwijdig aan de vloer staat en installeer deze met behulp van de met de behuizing meegeleverde schroeven. ns0618a Zie voor meer informatie de handleiding Uitpakken, installeren en aanpassen voor de NetShelter SX-behuizing. InRow RD-installatie 21

26 Aan NetShelter VX- en VS-behuizingen koppelen Zie voor informatie over het verbinden van de apparatuur met NetShelter VX- en VS-behuizingen het installatieblad NetShelter SX tot VX of VS External Joining Kit AR7601, AR7602. Het apparaat waterpas zetten OPMERKING: Met de stelvoetjes aan de hoeken van het apparaat kunt u zorgen voor een stabiele basis, wanneer de vloer oneffen is, maar ze zijn niet bedoeld ter compensatie van een sterk aflopend oppervlak. 1. Verwijder de voor- en achterdeuren. KENNISGEVING RISICO BIJ BEDRADING Sluit alle draden die u daarvoor had losgekoppeld, opnieuw aan voordat u de voorste deur terugplaatst. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. OPMERKING: Alvorens de voordeur te verwijderen, moeten de aarddraden en alle andere draadverbindingen worden losgemaakt die in de weg kunnen zitten bij het verwijderen van de deuren. 2. Steek voor elk stelvoetje een kruiskopschroevendraaier PH2 of een platte schroevendraaier in de schroef boven het stelvoetje. Draai de schroef rechtsom om het stelpootje eruit te draaien totdat dit goed op de vloer rust. 3. Plaats de voor- en achterdeuren terug. OPMERKING: Gebruik een 13-mm steeksleutel om de apparatuur waterpas te zetten zonder de deuren te verwijderen. na1572a Mechanische aansluitingen Koelleidingen Het apparaat moet worden aangesloten op een condensor ofwel een externe condensor op afstand ofwel een interne centrifugaalcondensor. Systemen met (een) externe condensor(s) of (een) interne centrifugaalcondensor(s) moeten van afvoer- en vloeistofleidingen vanaf het apparaat naar de condensor voorzien zijn. Monteer alle koelmiddelleidingen in overeenstemming met de geldende richtlijnen en plaatselijke en landelijke regelgeving en voorschriften voor de branche. Zie "Aanbevolen buismaten" op pagina 24 voor de maatbepaling van de leidingen. Bereken een gelijke lengte op basis van de werkelijke lineaire lengte van de totale leiding, inclusief kleppen en fittingen. OPMERKING: Alle fittingen moeten een lange radius hebben om drukdaling tot een minimum te beperken. 22 InRow RD-installatie

27 De afvoerleidingen zijn van een zodanige maat dat de snelheid in verticale leidingen tussen 5 m/sec (1000 ft/min) en 15 m/sec ligt. (3000 ft/m). De snelheid in horizontale leidingen mag niet meer dan 2,5 m/sec (500 ft/min) bedragen. De koelmiddelsnelheid moet zo hoog zijn dat er steeds olie in de stroming meegevoerd wordt. Bij een te lage snelheid keert de olie niet terug naar de compressor. Indien de snelheid van het koelmiddel te hoog is, zullen zowel het geluidsniveau als de drukdaling groter worden. De aanvaardbare drukdaling in afvoerleidingen bedraagt maximaal 0,7 bar (10 psi). OPMERKING: Bij volledige belasting bedraagt de nominale koelcapaciteit van de apparatuur 29 kw. Op zijn laagste snelheid is het koelvermogen van de apparatuur circa 10 kw. OPMERKING: Neem de gevulde en ongevulde staat van de compressor in overweging om er zeker van te zijn dat het bedrijfsbereik binnen deze grenzen blijft. OPMERKING: Verander de maat van de buis voor de P-afscheider. Zie Leidingschema koeling op pagina 10. Alle koelmiddelleidingen moeten zo kort en zo direct mogelijk zijn. Horizontale afvoerleidingen moeten minstens 4 mm per meter (1/2 inch per 10 ft) in de stroomrichting naar beneden aflopen als hulpmiddel voor de olieretour. Sluit de verticale afvoerleidingen ongeveer om de 6 m (20 ft) af om een correcte olieretour te verzekeren. Afsluiters zijn normaliter niet nodig aan de ft van afvoerleidingen. Leg de leiding echter naar de vloer terug voordat u hem verticaal laat lopen om te voorkomen dat de olie tijdens werkloze periodes naar de compressor terugloopt. Isoleer buisleidingen van de constructie met behulp van trillingsklemmen. OPMERKING: Monteer alle leidingen, zoals voorgeschreven in de geldende richtlijnen en de plaatselijke en landelijke regelgeving en voorschriften voor de branche. ASHRAE-normen voor equivalente leidinglengten van fittingen en kleppen Soort fitting of klep Equivalente leidinglengte in m (ft) Nominale buismaat ACR-buismaat Afsluitklep Standaardkniestuk 90 Verloopkoppeling Zijdelingse uitlaat T Hoekklep 3/4 inch 7/8 inch 0,27 (0,89) 0,61 (2,0) 0,61 (2,00) 1,22 (4,00) 2,74 (8,99) 1 inch 1-1/8 inch 0,30 (0,98) 0,79 (2,6) 0,79 (2,59) 1,52 (4,99) 3,66 (12,00) 1-1/4 inch 1-3/8 inch 0,45 (1,48) 1,00 (3,3) 1,00 (3,28) 2,13 (6,99) 4,57 (14,99) 1-1/2 inch 1-5/8 inch 0,15 (0,49) 1,22 (4,00) 0,15 (0,49) 2,13 (6,99) 0,15 (0,49) InRow RD-installatie 23

28 Aanbevolen buismaten Equivalente lengte in m (ft) Leidingtype ACRD500, ACRD501, ACRD (50) Afvoerleiding (horizontaal) 1 1/8 inch Afvoerleiding (verticaal) 1 1/8 inch Vloeistofleiding 7/8 inch 30 (100) Afvoerleiding (horizontaal) 1 1/8 inch Afvoerleiding (verticaal) 1 1/8 inch Vloeistofleiding 7/8 inch 46 (150) Afvoerleiding (horizontaal) 1 3/8 inch Afvoerleiding (verticaal) 1 1/8 inch Vloeistofleiding 7/8 inch 61 (200) Afvoerleiding (horizontaal) 1 3/8 inch Afvoerleiding (verticaal) Buitendiameter van 1 1/8 inch Vloeistofleiding 7/8 inch Leidingaansluitingen Type ACRD500 ACRD501 Condensaatuitlaat PEX-kunststof buis Binnendiameter van 1/2 inch, buitendiameter van 5/8 inch ACRD502 binnendiameter van 10 mm, buitendiameter van 15 mm OPMERKING: Beperk de koelmiddelleiding tot 61 equivalente m (200 equivalente ft) om de goede werking van het koelsysteem te verzekeren. 24 InRow RD-installatie

29 Koelmiddelleidingen aansluiten Zorg ervoor dat u uitsluitend schone, voor airconditioners/koelinstallaties geschikte (ACR) leidingen gebruikt en de standaardprocedures voor de maatbepaling van pijpen voor luchtgekoelde apparatuur volgt. De maximaal toegelaten equivalente lengte tussen de verdamper en de condensor is 61 equivalente m (200 equivalente ft). Bij verticale leidingen (verwarmingsgas) is om de 6 m (20 ft) van de stijging een afscheider vereist. OPMERKING: Tijdens het ter plaatse solderen van koperen koelleidingen gebruikt u een stikstofspoeling om vervuiling van het koelsysteem als gevolg van het solderen tot een minimum te beperken. OPMERKING: Om de bovenste leidingen te kunnen installeren, is het mogelijk dat het bovenpaneel moet worden verwijderd. Het luchtgekoelde apparaat is in de fabriek ontvochtigd en wordt verzonden met een beschermende stikstofvulling van 207 kpa (30 psig). Test de koelmiddelaansluitingen op lekkage voordat u de beschermende vulling vervangt. Sluit beide koelleidingen aan op het apparaat met behulp van alle fittingen zoals afgebeeld. Zie Inventaris installatieset op pagina 5. Artikel Beschrijving Koperen buis van 3/4 inch (ter plaatse te voorzien en monteren) Kogelklep (geleverd) Vrouwelijke Rotalock-connector van 3/4 inch (geleverd) Pakking (geleverd) Mannelijke rotalock-connector van 3/4 inch (geleverd) Mannelijke connector van 3/4 inch (in de fabriek in het apparaat gemonteerd) Condensator Monteer en leg de condensor aan in overeenstemming met de gegeven instructies. Verzopen reservoir Monteer het verzopen reservoir in overeenstemming met de instructies die bij de set zitten. na2537a InRow RD-installatie 25

30 Condensaatpomp De pomp is in de fabriek bedraad en voorzien van inwendige leidingen naar de condensaatbak. De pomp kan vloeistof verplaatsen over maximaal 18 m (60 ft) met eventueel een opvoerhoogte tot 3,5 m (11,5 ft) bij een stroomsnelheid van 87 l/u (23 GPM). Bij een opvoerhoogte van bijvoorbeeld 3 m (10 ft), bedraagt de bruikbare looplengte VERBINDING slechts 15 m (50 ft). De pomp VIA DE BOVENKANT gebruikt ook een inwendige hoog niveau vlotterschakelaar voor het condensaat die in de alarminvoer van het apparaat bedraad is voor alarmfuncties. na2345a VERBINDING VIA DE ONDERKANT De condensaatafvoerleiding kan ofwel boven- of onderlangs worden aangesloten met behulp van in de fabriek geïnstalleerde mannelijke snelkoppelingen en leidingen die zijn goedgekeurd door lokale bouwwetgeving, waarmee de connector van de afvoerleiding ongeveer 25 mm (1 inch) van de uitrusting kan worden verwijderd. Zo kan het apparaat makkelijker uit een rij worden gehaald. Vrouwelijke snelkoppelingen en verloopfittingen worden bij het apparaat geleverd. Sluit de fittingen aan zoals afgebeeld en sluit de snelkoppeling van de afvoerleiding vervolgens aan op de uitgangsleiding van de condensaatpomp (bovenaan of onderaan). Artikel Beschrijving Buis (ter plaatse te voorzien en monteren) 1/2 inch mannelijke NPT- of 1/2 inch mannelijke BSPT-fitting (ter plaats geleverd en te installeren) Recht verloopstuk (geleverd) Snelkoppeling (geleverd) na2534a OPMERKING: Monteer alle leidingen zoals voorgeschreven door de geldende richtlijnen en de plaatselijke en landelijke regelgeving en voorschriften voor de branche. KENNISGEVING GEVAAR VOOR APPARATUUR Als de aftapleiding van de condensaatpomp niet goed wordt aangelegd, kan dit waterschade veroorzaken. Leg de af- of toevoerleidingen nooit boven computerapparatuur, Uninterruptible Power Supplies (UPS), Power Distribution Units (PDU's) of lichtarmaturen. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. 26 InRow RD-installatie

31 Condensaatafvoer KENNISGEVING WATERSCHADE Indien de volgende procedure niet wordt uitgevoerd, kan de condensaatbak overlopen en schade veroorzaken in het datacentrum. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. Sluit de leiding voor condensaatafvoer van het apparaat aan op een externe aftapleiding met behulp van de fittingen zoals afgebeeld. na2538a Artikel Beschrijving InRow RD Slangklem (geleverd) Buisadapter (geleverd) Koperen buis van 7/8 inch (ter plaatse te voorzien en te monteren) InRow RD-installatie 27

32 LEAK DETECTOR CABLE SUCTION DISCHARGE SERVICE LOAD ON ON-BATT BYPASS FAULT ESC? Leksensor (optioneel) Monteer tot vier leksensors (AP9326) in serie, indien nodig. na1584a 1. Sluit de leksensor op het apparaat aan met behulp van het steekcontact op de serviceconsole, zoals afgebeeld. LEAK DETECTOR CABLE SUCTION DISCHARGE SERVICE na2266a 2. Plaats de leksensor binnenin of buiten het apparaat. OPMERKING: Plaats leksensors op een schoon oppervlak en laat ze geen contact maken met metaal dat in een luchtstroom zit. 3. Leid de leksensor uit het apparaat via de bodemplaat of de deur. 4. Maak de draad van de leksensor vast aan het oppervlak met behulp van kabelbandjes en -houders (geleverd bij de lekdetector). na2073a 28 InRow RD-installatie

33 LEAK DETECTOR CABLE SUCTION DISCHARGE SERVICE Een beschermende vulling toevoegen R-407C is een gemengd koelmiddel. Wanneer dit apparaat met gemengd koelmiddel wordt gevuld, mag alleen vloeibaar koelmiddel worden gebruikt daarvoor. KENNISGEVING VEREISTEN KOELMIDDEL Als de vulling niet met vloeibaar koelmiddel gebeurt, kan het systeem beschadigd raken. De apparatuur mag alleen met R-407C worden gevuld. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om voldoende koelmiddel te voorzien voor een complete vulling van het systeem tijdens de eerste inwerkingstelling. Monteer een kogelklep vóór de micrometer om beschadiging van de micrometer te voorkomen tijdens het vullen. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. OPMERKING: Het apparaat mag uitsluitend met R-407C worden gevuld. De monteur is verantwoordelijk voor het voorzien van voldoende koelmiddel voor een complete vulling van het systeem tijdens het opstarten. 1. Open de twee afsluiters achteraan op het apparaat. Zie "Interne onderdelen (achterzijde)" op pagina 8. Sluit de kleppen niet tenzij u de leiding bovenaan moet verwijderen. 2. Breng het systeem onder een druk van 17,2 bar (250 psi) met stikstof. Laat het systeem gedurende 24 uur onder druk en controleer de meters op drukvermindering. 3. Gebruik een diepvacuümpomp en trek het eerste vacuüm tot op 750 micron. Wacht dan een uur (het vacuüm mag niet boven 1500 micron stijgen) en verbreek dan het vacuüm met stikstof. 4. Trek een eindvacuüm tot onder 300 micron gedurende minstens twee uur. KENNISGEVING SCHADE AAN DE MICROMETER Monteer een kogelklep vóór de micrometer om beschadiging van de micrometer te voorkomen tijdens het vullen. Het negeren van deze instructies heeft mogelijk beschadiging van de apparatuur tot gevolg. 5. Vul met vloeistof R-407C totdat de systeemdruk gelijk is aan deze in het koelmiddelvat. a. Pas de vulling toe in de servicepoort op de serviceconsole van het apparaat. b. Spoel de koelmiddelslangen en het spruitstuk door. Compressorolie toevoegen In functie van de buislengtes kan het systeem een extra vulling met olie vereisen bij de eerste inwerkingstelling. De installateur moet voor voldoende compressorolie zorgen. Gebruik een kwalitatieve, polyester olie (POE) met een viscositeit van 32 cst, 160 SUS bij 40 C (104 F). LEAK DETECTOR CABLE SUCTION DISCHARGE SERVICE na2266a OPMERKING: De monteur is verantwoordelijk voor het voorzien van voldoende olie voor een complete vulling tijdens het opstarten. InRow RD-installatie 29

34 Elektrische aansluitingen In het veld zijn de volgende elektrische aansluitingen vereist: Bedieningselementen (gebruikersinterface, netwerkbeheerkaart) Communicatie (A-Link, gebouwbeheersysteem) Stroomtoevoer naar de InRow RD-koelunit (3-fasig plus aarding) Stroomtoevoer naar de verwarmer voor het verzopen reservoir Alle elektrische aansluitingen moeten in overeenstemming zijn met de geldende richtlijnen en de plaatselijke en landelijke regelgeving en voorschriften voor de industrie. Raadpleeg het naamplaatje op het apparaat voor de spannings- en stroomvereisten. Alle laagspanningsaansluitingen met inbegrip van de data- en bedieningsaansluitingen moeten worden uitgevoerd met goed geïsoleerde draden. De isolatie van laagspanningsdraden moet zijn berekend op ten minste de spanning van iedere nabijgelegen kabel. Bedieningsaansluitingen GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, EXPLOSIE OF VLAMBOOG In dit apparaat is een potentieel gevaarlijke en dodelijke spanning aanwezig. Er kan meer dan één afsluitschakelaar vereist zijn om de stroom op dit apparaat in of uit te schakelen. Houd u aan alle aandachtspunten en waarschuwingen. Nalaten dit te doen kan tot ernstig of fataal letsel leiden. Uitsluitend daarvoor opgeleid service- en onderhoudspersoneel mag werk aan dit apparaat verrichten. Driefasige elektrische voeding is vereist. De elektrische voeding moet voldoen aan de landelijke en plaatselijke elektrische regelgeving en voorschriften. De apparatuur moet worden geaard. Controleer het naamplaatje op het apparaat voor de correcte waarden. Gebruik een voltmeter om te verzekeren dat de stroom uitgeschakeld is voordat u elektrische aansluitingen gaat maken. Het negeren van deze instructies heeft overlijden of ernstig letsel tot gevolg. OPMERKING: Sluit alle ingangs- en uitgangsaansluitingen aan als stroomkringen van Klasse 2. Afhankelijk van de configuratie kunnen er extra bedieningsaansluitingen vereist zijn voor de externe communicatie van de A-Link via de netwerkbeheerkaart of traditionele bewakingsoftware. 30 InRow RD-installatie

35 Aansluitingen gebruikersinterface Artikel Beschrijving Rektemperatuursensors inlaatlucht 1, 2, 3 A-Link IN A-Link OUT Netwerkpoort Consolepoort Uitgang klant, NC (Normally Closed = normaal gesloten) Uitgang klant, COM (Common = gemeenschappelijk) Uitgang klant, NO (Normally Open = normaal geopend) Voedingsaarding (aarding) Voeding 12 V DC (stroombegrenzing: 20 ma) Voeding 24 V DC (stroombegrenzing: 20 ma) Ingang klant + (12-30 V AC/V DC, 24 V DC bij 11 ma) Voeding COM Modbus D1 Modbus D0 Modbus aarding Temperatuursensor aanvoerlucht (front) Vochtigheidssensor toevoerlucht (vooraan) Displayinterface OPMERKING: Voor een installatie bovenaan leidt u de controlekabels door het draadkanaal aan de linkerbovenhoek van het apparaat net achter de aansluitingen voor de gebruikersinterface. na2009a Voor een installatie onderaan leidt u de controlekabels naar de opening voor klantentoegang aan de onderkant van het apparaat doorheen de draadklemmen van de interfaceaansluitingen. Leid de bedrading vervolgens naar beneden langs het elektrisch paneel en maak deze vast met draadklemmen. OPMERKING: Voor een installatie bovenaan leidt u de controlekabels door het draadkanaal aan de linkerbovenhoek van het apparaat net achter de aansluitingen voor de gebruikersinterface. Voor een installatie onderaan leidt u de controlekabels naar de opening voor klantentoegang aan de onderkant van het apparaat doorheen de draadklemmen van de interfaceaansluitingen. Leid de bedrading vervolgens naar beneden langs het elektrisch paneel en maak deze vast met draadklemmen. Beschrijving van de aansluitingen gebruikersinterface Artikel Beschrijving Rektemperatuursensors 1, 2, 3 Drie temperatuursensors die op de koude kant van de serverrekken moeten worden geïnstalleerd. Zie "Rektemperatuursensoren" op pagina 34. A-Link IN A-Link OUT Ingangs- en uitgangsaansluitingen voor A-Link De afsluitweerstanden die bij het apparaat werden geleverd, moeten in de eerste A-Link-poort en de laatste A-Link-poort voor de groep worden gestoken. InRow RD-installatie 31

36 Artikel Beschrijving Netwerkpoort 10/100 Base-T netwerkpoort. Sluit het apparaat op het netwerk aan; de status- en verbindings-led's geven het verkeer op het netwerk aan. Status-LED knippert oranje en groen bij het starten; geeft de status van de netwerkverbinding aan (constant groen IP-adres tot stand gekomen; knipperend groen poging om een IP-adres te verkrijgen). Verbindings-LED knippert om netwerkverkeer aan te geven (groen werkt aan 10 mbps; oranje werkt aan 100 mbps). Consolepoort RS-232 communicatiepoort gebruikt voor de lokale toegang tot het apparaat. Gebruik de configuratiekabel (Schneider Electric-onderdeelnummer ) om aan te sluiten op deze poort. Uitgang klant, NC (Normally Closed = normaal gesloten) Uitgang klant, COM (Common = gemeenschappelijk) Door de klant te configureren uitgangsrelais dat zal worden geactiveerd voor alle soorten alarmen of kritieke alarmen. Het relais kan worden aangesloten Uitgang klant, NO (Normally Open = normaal geopend) op externe apparatuur die een voeding gebruikt van 30 V AC/DC, 2 A. Voeding aarding Kan worden gebruikt voor in- en uitvoerinterface van klant. Voeding 12 V DC Kan worden gebruikt voor in- en uitvoerinterface van klant. De stroomlimiet is 20 ma. Voeding 24 V DC Kan worden gebruikt voor in- en uitvoerinterface van klant. De stroomlimiet is 20 ma. Ingang klant + Gebruikt voor de externe uitschakeling van de InRow RD. De spanning wordt geleverd door de interne stroomvoorziening of door een externe stroomvoorziening. Voeding COM- Aardingsaansluitpunt voor externe uitschakeling voedingsbron. Modbus D1 (RXTX+) Aansluitingen voor gebouwbeheersysteem. Sluit een afsluitweerstand van 150 Ohm (geleverd) aan op de Modbus D0 (RXTX ) laatste InRow RD tussen Modbus D0 en Modbus D1. Modbus aarding Temperatuursensor toevoerlucht (vooraan) Temperatuursensor geïnstalleerd op de voorkant van het apparaat. Vochtigheidssensor toevoerlucht (vooraan) Vochtigheidssensor geïnstalleerd op de voorkant van het apparaat. Displayinterface Aansluiting voor de displayinterface geïnstalleerd op de voordeur van het apparaat. 32 InRow RD-installatie

37 Vorm C-alarmcontacten en ingang uitschakelen AFSTANDSSCHAKELAAR DIE WERKT OP INWENDIGE VOEDING (24 V DC IS AFGEBEELD) IN HET VELD AANWEZIGE SPANNING (12/24 V DC of V AC) + _ na2250a Zie de items 6 tot en met 13 in "Aansluitingen gebruikersinterface" op pagina 31. Een intern relais naar de gebruikersinterface wordt bestuurd door een door de gebruiker gedefinieerd alarm (bv. ventilatordefect). Vóór het alarm wordt het signaal op de COM-klem (common = gemeenschappelijk) naar de NC-klem (normally closed = normaal gesloten) gestuurd. Wanneer het alarm wordt geactiveerd, wordt het relais bekrachtigd, waardoor het signaal op de COM-klem naar de NO-klem wordt gestuurd (NO = normaal open). De NO- en NCklemmen mogen verbonden worden met externe indicatielampjes, een zoemer met waarschuwingstoon, of een andere inrichting om de aandacht van een operator op een alarmtoestand te vestigen. Het apparaat kan op afstand worden uitgeschakeld door spanning te leveren aan ingang Uitschakelen, zoals hierboven is afgebeeld. Optie toont een afstandsschakelaar die interne +12 V DC of +24 V DC-voeding gebruikt om de werking manueel stop te zetten. Optie toont hoe een stroombron van +12 V DC of +24 V DC mag worden aangesloten op ingang Uitschakelen. InRow RD-installatie 33

38 Rektemperatuursensoren De rektemperatuursensors besturen de luchtstroom in het apparaat en zorgen voor voldoende toevoer van koellucht naar de serverrekken in het computercentrum. Het apparaat is voorzien van drie externe temperatuursensors in het rek. Zie Inventaris installatieset op pagina 5. Deze sensors zitten samen met bindstrips en draadclips in de installatieset die met het apparaat wordt verstuurd. OPMERKING: Er moeten rektemperatuursensors worden geïnstalleerd voor een correcte werking. Installatie 1. Steek de connector van de temperatuursensor in het rek in de temperatuursensorpoort aan de gebruikersinterface. Zie Aansluitingen gebruikersinterface op pagina 31. a. Duw de temperatuursensor in het rek voor een installatie aan de bovenkant door het draadkanaal aan de bovenkant van het apparaat aan de linkerkant net boven de aansluitingen voor de gebruikersinterface. b. Leg de sensor voor een installatie aan de onderkant door de draadklemmen langs het elektrisch paneel en duw de sensor vervolgens door de opening voor klantentoegang in de TEMPERATUURSENSOR onderkant van het apparaat. DRAADCLIP 2. Leg de sensor ofwel via de bovenkant ofwel via de onderkant van het aangrenzende serverrek. 3. Bevestig de kabel van de temperatuursensor op verschillende plaatsen aan de voordeur van het aangrenzende serverrek met behulp van de meegeleverde draadclips, zoals afgebeeld. Zie Inventaris installatieset op pagina 5. De sensors moeten worden geïnstalleerd waar er het meeste kans bestaat op gebrek aan voldoende koellucht. De optimale positie van de temperatuursensoren in het rek zal variëren van installatie tot installatie, maar deze moeten in de luchtstroom zitten om nauwkeurige detectie mogelijk te maken. Servers met de meeste kans op onvoldoende of onvoldoende afgekoelde koellucht als gevolg van de hercirculatie van warme lucht van het warme gangpad zijn o.a.: a. Servers die zich bovenaan een rek bevinden. b. Servers die zich op ongeacht welke hoogte in het laatste rek aan een open uiteinde van een rij bevinden. c. Servers die zich achter hindernissen bevinden die de luchtstroom verminderen, zoals elementen van het gebouw. d. Servers die zich in een groep rekken met hoge dichtheid bevinden. e. Servers die naast rekken met Air Removal Units (RU) staan. f. Servers die zeer ver van het apparaat verwijderd zijn. g. Servers die zeer dicht bij het apparaat staan. gen0767a 34 InRow RD-installatie

39 Communicatieverbindingen A-Link-verbindingen: De A-Link-bus zorgt ervoor dat meerdere InRow RD-koelunits (tot twaalf) met elkaar kunnen communiceren. Slechts één koelunit moet worden gedefinieerd via het display; de andere koelunits worden automatisch genummerd. Om de koelunits als een groep te laten werken moet u ze verbinden met behulp van CAT-5-kabels met RJ45- connectors. Een meegeleverde afsluitweerstand (150 ohm, 1/4 W) werd in de fabriek gemonteerd op de A-Link-poort en moet alleen in de A-Link-poorten van de eerste en de laatste koelunits blijven zitten. De maximale draadlengte van de hele groep mag niet groter zijn dan 1000 m (3280 ft). INROW RD NR. 1 INROW RD NR. 2 LAATSTE INROW RD na0733a Artikel Beschrijving Artikel Beschrijving A-Link in (met geleverde RJ45-afsluitweerstand) A-Link in A-Link-kabel (CAT-5- ethernetkabel) A-Link uit (met voorziene RJ-45 connector) A-Link out InRow RD-installatie 35