KNGF-richtlijn. Atrose heup-knie. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. Jaargang 115 / nummer 1 / 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KNGF-richtlijn. Atrose heup-knie. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. Jaargang 115 / nummer 1 / 2005"

Transcriptie

1 Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 115 / nummer 1 / 2005 KNGF-richtlijn Atrose heup-knie Atrose heup-knie

2

3 Inhoudsopgave Praktijkrichtlijn 3 Inleiding 3 I Diagnostisch proces 6 I.I Verwijzing en aanmelding 6 I.II Anamnese 7 I.III Onderzoek 7 I.IV Analyse 7 I.V Behandelplan 9 II Therapeutisch proces 9 II.I Patiëntprofiel A. Artrose van heup/knie met artritis/synovitis 9 II.II Patiëntprofiel B. Artrose van heup/knie zonder artritis met episodische pijn/beperkingen 10 II.III Patiëntprofiel C. Artrose van heup/knie zonder artritis met chronische pijn/beperkingen 11 II.IV Evaluatie 12 II.V Behandelduur en frequentie 12 II.VI Afsluiting, verslaggeving en verslaglegging 12 II.VII Nazorg 12 Verantwoording en toelichting 14 A Inleiding 14 A.1 Doelstelling van de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie 14 A.2 Klinische vraagstellingen 14 A.3 Patiëntpopulatie 14 A.4 Samenstelling werkgroep 14 A.5 Werkwijze werkgroep 15 A.6 Validering door beoogde gebruikers 15 A.7 Opbouw, producten en implementatie van de richtlijn 15 A.8 Relatie met andere richtlijnen 15 A.9 Afbakening gezondheidsprobleem 16 A.10 Literatuurverzameling 16 A.11 Doelgroep 16 A.12 Epidemiologische gegevens 16 A.13 Diagnose artrose 17 A.14 Prognostische factoren 17 A.15 Preventie 18 A.16 Gezondheidsproblemen 18 A.17 Beloop 19 A.18 Wijze van omgaan met klachten 19 A.19 Patiëntprofielen 20 1

4 B Diagnostisch proces B.1 Verwijzing en aanmelding 21 B.2 Anamnese 21 B.3 Onderzoek 21 B.4 Analyse 24 B.5 Behandelplan 24 C Therapeutisch proces C.1 Sturen/oefenen van functies en activiteiten 25 C.2 Fysische therapie in engere zin 28 C.3 Koude- en warmtetherapie 29 C.4 Het voorzien in hulpmiddelen 29 C.5 Het manueel teweegbrengen van articulaire bewegingen 29 C.6 Voorlichtingsplan 30 C.7 Behendelfrequentie en behendelduur 31 C.8 Nazorg 32 D Juridische betekenis van richtlijnen 32 E Herziening 32 F Externe financiering 32 G Literatuur 33 Bijlage 37 Bijlage I Samenvatting therapeutisch proces: de patiëntprofielen, de daarbij horende probleemgebieden, behandeldoelen en verrichtingen 37 2

5 Praktijkrichtlijn E.M.H.M. Vogels I, H.J.M. Hendriks II, M.E. van Baar III, J. Dekker IV, M. Hopman-Rock V, R.A.B. Oostendorp VI, W.A.M.M. Hullegie VII, H. Bloo VIII, W.K.H.A. Hilberdink IX, M. Munneke X, J. Verhoef XI Inleiding Deze richtlijn beschrijft het diagnostisch en therapeutisch proces voor het domein fysiotherapie bij patiënten met artrose (Engels: osteoarthritis) van de heup en/of de knie. De richtlijn is een samenvatting van de Verantwoording en Toelichting, waarin de in de richtlijn gemaakte keuzes worden uiteengezet. Zowel de richtlijn als de Verantwoording en Toelichting zijn als een zelfstandig stuk te lezen. De gebruikte afkortingen en enkele begrippen worden verklaard in de woordenlijst. Doelgroep De richtlijn is primair bedoeld voor fysiotherapeuten werkzaam in de eerste en tweede lijn, die patiënten met gezondheidsproblemen samenhangend met artrose van heup en/of knie behandelen. Deze patiënten kunnen ook gegeneraliseerde artrose hebben, dat wil zeggen klachten van artrose in drie of meer verschillende soorten gewrichten. De in de richtlijn beschreven therapeutische principes kunnen ook worden toegepast in groepsverband en met gebruikmaking van hydrotherapie. De richtlijn voorziet in principe niet in onderzoek en/of behandeling van patiënten met heup- en/of knieartrose waarbij multidisciplinaire revalidatie noodzakelijk is. Bij deze patiënten zal behandeling veelal plaatsvinden in een revalidatieteam en kan de behandelstrategie (en de verrichtingen) afwijken van de in deze richtlijn beschreven behandeling. Epidemiologische gegevens Artrose is de meest voorkomende gewrichtsaandoening van het bewegingsapparaat. Het voorkomen van artrose neemt toe met de leeftijd. Artrose komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Op basis van huisartsregistraties is geschat dat in 1994 in Nederland personen artrose van de heup hadden en personen artrose van de knie. De verwachting voor de toekomst is dat de incidentie van artrose zal toenemen als gevolg van het stijgende percentage personen met ernstig overgewicht. In Nederland bestaan geen uniforme en algemeen geaccepteerde criteria voor het stellen van de diagnose artrose. In de praktijk van de huisarts wordt de diagnose artrose gesteld op grond van de klinische symptomen, de lokalisatie van de gewrichtsafwijkingen en de leeftijd van de patiënt. Soms wordt een röntgenfoto gemaakt. Prognostische factoren Artrose is een multifactorieel bepaalde aandoening waarvan de oorzaak vaak onbekend is. Een belangrijke prognostische factor voor het ontstaan van artrose van heup en/of knie is obesitas. Andere prognostische I Lisette Vogels, fysiotherapeut/algemeen sociaal wetenschapper, Afdeling Onderzoek & Ontwikkeling, Nederlands Paramedisch Instituut, Amersfoort. II Erik Hendriks, fysiotherapeut/epidemioloog, programmaleider Richtlijnen Fysiotherapie, Afdeling Onderzoek & Ontwikkeling, Nederlands Paramedisch Instituut, Amersfoort. III Margriet van Baar, bewegingswetenschapper/epidemioloog, Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit, Rotterdam. IV Joost Dekker, hoofd onderzoeksafdeling, NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg); hoogleraar Paramedische Zorg, Vrije Universiteit Amsterdam, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek. V Marijke Hopman-Rock, epidemioloog/bioloog/psycholoog, TNO Preventie en Gezondheid, Leiden. VI Rob Oostendorp, fysiotherapeut/manueel therapeut, wetenschappelijk directeur Nederlands Paramedisch Instituut, Amersfoort; hoogleraar Paramedische Zorg, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen; hoogleraar Manuele Therapie, Faculteit Geneeskunde en Farmacie, Vrije Universiteit Brussel. VII Wim Hullegie, fysiotherapeut, freelance docent Hogeschool Fysiotherapie Enschede/ eerstelijns praktijk fysiotherapie, Enschede. VIII Hans Bloo, fysiotherapeut/bewegingswetenschapper, eerstelijns praktijk fysiotherapie, Veenendaal en Roessingh Research & Development, Enschede. IX Wim Hilberdink, fysiotherapeut, eerstelijns praktijk fysiotherapie, Groningen. X Marten Munneke, fysiotherapeut/bewegingswetenschapper, Leids Universitair Medisch Centrum, Dienst Fysiotherapie en Ergotherapie, Leiden. XI John Verhoef, fysiotherapeut/bewegingswetenschapper, Leids Universitair Medisch Centrum, dienst Fysiotherapie en Ergotherapie, Leiden. 3

6 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie factoren zijn een trauma met gewrichtsbeschadiging of een operatie van heup of knie (bijvoorbeeld een meniscusoperatie), ontwikkelingsstoornissen (zoals dislocatie, ziekte van Perthes of epifysiolyse van het heupgewricht en varus- of valgusstand van het kniegewricht) en de uitoefening van een zwaar beroep of zware sport, waarbij de patiënt veel moet knielen, hurken of zware lasten tillen (bijvoorbeeld agrarisch werk en professioneel ballet). Bij heupartrose hebben vrouwen vaak een slechtere prognose dan mannen. Een naar voren verplaatsing van de heupkop in het acetabulum en artrose met een atrofisch karakter (botafbraak) hebben bij heupartrose een slechtere prognose. Factoren van invloed op progressie van knieartrose zijn hoge leeftijd, obesitas en gegeneraliseerde artrose. De aanwezigheid van prognostische factoren, de ernst en progressie van de artrose, de aanwezigheid van klachten en psychosociale factoren voorspellen het toekomstige optreden van beperkingen in activiteiten. Ook zijn van invloed de aanwezigheid van co-morbiditeit en het pijngedrag. Een inadequate wijze van omgaan met pijnklachten heeft een negatieve invloed op het klachtenbeeld, de ervaren kwaliteit van leven en het psychosociale functioneren. Preventie van trauma s en reductie van overgewicht hebben mogelijk een positieve invloed op het optreden en het beloop van artrose. Preventie van overbelasting van de gewrichten kan exacerbaties voorkomen. Gezondheidsproblemen Het belangrijkste kenmerk van artrose is de beschadiging en/of het verlies van gewrichtskraakbeen en reactieve botwoekeringen in het gewricht. Dit kan gepaard gaan met een ontstekingsreactie in het gewricht. De belangrijkste stoornissen bij artrose van heup en/of knie zijn pijn, ochtendstijfheid, crepitaties, verminderde beweeglijkheid, spierkracht en stabiliteit, deformatie van het gewricht en verminderde aërobe capaciteit. De pijnklachten staan bij de patiënt vaak op de voorgrond. De pijn kan ontstaan bij het starten van een beweging en treedt vooral op bij belasten. Bij langer lopen ontstaat pijn en deze vermindert tijdens rust. Bij artrose van de heup is de pijn meestal gelokaliseerd in de lies en aan de voor- en laterale zijde van de heup. Echter de pijn kan ook gelokaliseerd zijn in of uitstralen naar het bovenbeen en de knie. Bij artrose van de knie is de pijn gelokaliseerd in en rondom de knie (in het bijzonder aan de achterzijde). Ook kan de pijn gelokaliseerd zijn in het bovenbeen of de heup. De stoornissen kunnen leiden tot diverse beperkingen in activiteiten (lopen, traplopen, in- en uit de auto stappen, fietsen en schoenen aantrekken). Voor een aantal personen heeft artrose gevolgen voor de maatschappelijke participatie. Zij ervaren problemen bij het functioneren in hun gezin/leefomgeving, de uitoefening van hun beroep en deelname aan scholing. Dit geldt in het bijzonder voor personen die naast artrose van de heup en/of knie nog andere aandoeningen hebben die beperkingen in activiteiten en participatieproblemen geven. Beloop Bij personen met artrose van heup en/of knie is het perspectief wisselend. In het beginstadium treedt pijn intermitterend op. Enkele exacerbaties per jaar kunnen optreden, die vaak niet meer dan enkele weken duren. Bij progressie van artrose kunnen de pijnklachten toenemen, kunnen de beweeglijkheid van het heup- of kniegewricht en de spierkracht geleidelijk verminderen en kan de loopafstand geleidelijk afnemen. De pijnklachten kunnen ook geleidelijk verminderen, ondanks een steeds verder afnemende beweeglijkheid en een steeds toenemend functieverlies. Patiënten kunnen ook pijnvrij zijn en zonder klachten functioneren. Bij een kleine groep personen ontstaan ernstige beperkingen en participatieproblemen en kan de pijn continu en ook s nachts aanwezig zijn. Nachtelijke pijn is meestal een teken van een ontstekingsreactie en/of ernstige artrose. Het wisselende klachtenbeeld maakt dat bij een aantal patiënten onzekerheid bestaat over de mate van belasten in dagelijkse activiteiten, het beloop en de prognose. Wijze van omgaan met klachten Personen die afleiding zoeken bij pijn(klachten), streven naar zelfactiviteit en een actieve leefstijl, gaan op een adequate wijze om met de klachten. Personen daarentegen die als gevolg van de klachten weinig gaan bewegen, bepaalde activiteiten gaan vermijden en de strategie rusten hanteren ter vermindering van pijn, hanteren een inadequate wijze van omgaan met klachten. De wijze waarop iemand omgaat met zijn 4

7 Praktijkrichtlijn klachten is afhankelijk van de kenmerken van de patiënt zelf. Daarnaast speelt de interactie tussen de patiënt en zijn omgeving een rol, waaronder de interactie tussen patiënt en fysiotherapeut. Kenmerken van de patiënt zelf Bij de kenmerken van de patiënt is een onderscheid te maken tussen enerzijds de betekenis die de persoon zelf toekent aan zijn klachten en anderzijds de controle die de patiënt hierover heeft. De betekenis die de persoon toekent aan hetgeen hij voelt en/of hoort bepaalt voor een groot deel de emotionele lading van de klachten. De betekenis kan variëren van nietbedreigend tot erg bedreigend. Hoe meer de persoon zijn klachten bedreigend vindt des te groter is de kans dat hij op een inadequate wijze met de klachten omgaat. Bij de controle gaat het om het gevoel van de patiënt dat hij controle heeft over de klachten. Een persoon heeft een hoge controle als hij weet wat er aan de hand is en zelf het gevoel heeft de klachten te kunnen beïnvloeden. Interactie tussen patiënt en omgeving De attitude van de fysiotherapeut ofwel de wijze waarop wordt omgegaan met de klachten van de patiënt zijn van invloed op het beloop van de klachten. Bijvoorbeeld het te veel aandacht geven aan pijnklachten tijdens de behandeling en het weinig stimuleren van zelfredzaamheid kunnen het beloop negatief beïnvloeden. Ook sociale factoren spelen een rol, zoals de reactie van de omgeving van de patiënt (bijvoorbeeld partner, werkgever). Tabel 1. Probleemgebieden bij artrose van heup-knie Probleemgebied Omschrijving 1. Stoornissen gerelateerd aan een actieve Artritis-/synovitis beeld, met onder andere pijn, ontstekingsreactie stoornissen gerelateerd aan bewegen, hydrops (knie) en verhoogde temperatuur (knie) 2. Pijn Pijn niet gerelateerd aan actieve ontstekingsreactie 3. Stoornissen gerelateerd aan bewegen Stoornissen in de beweeglijkheid van het gewricht; (exclusief angst voor bewegen*) de musculaire/ actieve stabiliteit van het knie- of heupgewricht; de contractiekracht, coördinatie van spieren en/of de spierlengte 4. Beperkingen in activiteiten Beperkingen in onder andere het hurken, knielen en bukken; lopen, traplopen; de zelfverzorging (onder andere wassen, kleden, toiletgebruik); en/of huishoudelijke activiteiten (onder andere afwassen, doen van de was, schoonmaken, koken) 5. Participatieproblemen Problemen met deelname aan huishouden; be roep/werk, opleiding; sport, hobby, recreatie 6. Inadequaat pijngedrag Patiënt ervaart de klachten als zeer bedreigend; patiënt heeft een lage controle over de klachten; omgeving heeft een belemmerende invloed, bijvoorbeeld rol partner *Angst voor bewegen is volgens de Internationale Classificatie van Stoornissen, beperkingen en Handicaps (ICIDH) een stoornis in bewegingsfuncties 5

8 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie Tabel 2. Drie patiëntprofielen bij artrose van heup-knie Patiëntprofiel A De actieve ontstekingsreactie van het gewricht staat op de voorgrond; de belangrijkste klachten zijn pijn en stoornissen gerelateerd aan bewegen van knie en/of heup. Patiëntprofiel B De patiënt heeft episodes met klachten van pijn, stoornissen gerelateerd aan bewegen en geleidelijk ook in activiteiten; in het algemeen zoekt de patiënt zelf oplossingen voor zijn klachten en is er een hoge mate van zelfcontrole, alleen tijdens een episode van (intensievere) klachten heeft hij extra begeleiding nodig. Patiëntprofiel C De patiënt heeft langdurige en/of chronische recidiverende klachten; de beperkingen en eventuele participatieproblemen staan centraal; de patiënt heeft vaak weinig tot geen zelfcontrole en zoekt zelf weinig oplossingen voor zijn problemen. Gezondheidsprofielen In deze richtlijn worden zes probleemgebieden onderscheiden bij patiënten met klachten als gevolg van artrose van heup en/of knie: 1 stoornissen gerelateerd aan een actieve ontstekingsreactie; 2 pijn; 3 stoornissen gerelateerd aan bewegen; 4 beperkingen in activiteiten; 5 participatieproblemen en 6 inadequaat pijngedrag (zie tabel 1). Op basis van de probleemgebieden die bij de patiënt centraal staan en het beloop van de klachten worden in deze richtlijn drie patiëntprofielen onderscheiden (tabel 2). Ze geven ieder een globale beschrijving van de patiënt op het moment van onderzoek met specifieke accenten voor behandeling. I Diagnostisch proces Het doel van het diagnostisch proces is het inventariseren van de ernst, de aard en de mate van beïnvloedbaarheid van het gezondheidsprobleem. Uitgangspunt is de hulpvraag van de patiënt (inclusief de belangrijkste klachten). De fysiotherapeut onderzoekt welke probleemgebieden bij de patiënt op de voorgrond staan; in welk patiëntprofiel de patiënt past; wat de prognose is; of de oorzaak van de pijnklachten in de knie of heup inderdaad het gevolg is van de artrose of van eventueel andere pathologie (bijvoorbeeld bursitis); en wat de informatiebehoefte is van de patiënt. I.I Verwijzing en aanmelding De richtlijn veronderstelt een verwijzing van patiënten met gonartrose en/of coxartrose door huisarts of medisch specialist. Op de verwijzing staat naast de diagnose de reden voor verwijzing. Aanvullende verwijsgegevens zijn het medicijngebruik van de patiënt en de aanwezigheid van co-morbiditeit. De fysiotherapeut werkt samen met deze disciplines. I.II Anamnese Door middel van de anamnese tracht de fysiotherapeut inzicht te krijgen in: De hulpvraag, de belangrijkste klachten en de verwachtingen (inclusief activiteit- en participatiegerichte doelen) van de patiënt. Het gezondheidsprobleem qua aard, beloop en prognose: - Ernst en soort [stoornissen/beperkingen/participatieproblemen]. - Aanvang klachten. - Episodische of langdurige en/of chronisch recidiverende klachten. - Prognostische factoren: oorzakelijke factoren en bevorderende en belemmerende factoren, zoals de betekenis die de patiënt geeft aan en de controle die de patiënt heeft over de klachten, motivatie, afstemming tussen (algemene en lokale) belasting en belastbaarheid en psychosociale factoren. - Eerdere diagnostiek, behandeling en resultaat hiervan. De status presens: - Stoornissen/beperkingen/participatieproblemen samenhangend met artrose: ernst en soort. - Huidige gezondheidstoestand in het algemeen [functies/activiteiten/participatie]. 6

9 Praktijkrichtlijn - Persoonlijke factoren. - Huidige behandeling: medicijngebruik/andere behandeling. - Informatiebehoefte van de patiënt. Voorbeelden van vragen gericht op de wijze van omgaan met klachten. In hoeverre was u tot nu toe in staat om de klachten het hoofd te bieden? Wat heeft u er zoal aan gedaan om de klachten te verminderen? In hoeverre kunt u de klachten voorspellen? In hoeverre kunt u de klachten voorkomen? Wat denkt u dat qua therapie het beste zal helpen en waarom? Wat zijn de dingen in uw dagelijks leven waarbij u nu gehinderd wordt en wat u verbeterd zou willen zien? Een onderdeel van de anamnese is het inventariseren van de ernst én de draaglijkheid van de pijnklachten. De werkgroep beveelt aan hiervoor gebruik te maken van de Visual Analogue Scale (VAS). Voor het inventariseren van de pijn en beperkingen in activiteiten is de aanbeveling gebruik te maken van de Algofunctional Index for Osteoartritis. De Algofunctional Index voor artrose van heup en/of knie meet pijn, maximale loopafstand en niveau van activiteiten in het dagelijks leven (tabel 3). De Totaalscore van de Algofunctional index geeft een indruk van de mate van beperkingen die de patiënt ondervindt in ADL: >14: extreem grote beperkingen; 11-13: zeer grote beperkingen; 8-10: grote beperkingen; 5-7: matige beperkingen; 1-4: geringe/kleine beperkingen. I.III Onderzoek Het onderzoek bestaat uit inspectie, palpatie en functieonderzoek. De inspectie bestaat uit observatie van de patiënt, met aandacht voor rug, bekken, heupen, knieën en voeten. De fysiotherapeut onderzoekt bij de inspectie en palpatie of er een afwijking is in de stand van de gewrichten, of er aanwijzingen zijn voor een actieve ontstekingsreactie en beoordeelt de spiertonus van lumbale extensoren en adductoren heup (bij heupartrose). Bij het functieonderzoek beoordeelt de fysiotherapeut hoe de patiënt een aantal activiteiten daadwerkelijk uitvoert: staan, staan op één been, gaan, gaan zitten, uit stoel opstaan, traplopen, door de knieën buigen (bij knieartrose), iets oppakken van de grond en schoenen aantrekken (bij heupartrose). Hij onderzoekt welke stoornissen hieraan ten grondslag kunnen liggen: beoordelen van beweeglijkheid en stabiliteit van gewrichten en spiertonus, spierkracht en spierlengte van het aangedane been en het niet-aangedane been. De uitgebreidheid van het functieonderzoek hangt af van de ernst van het gezondheidsprobleem. Tijdens de beoordeling van de activiteiten kijkt de fysiotherapeut hoe de patiënt omgaat met zijn klachten, bijvoorbeeld of de patiënt angstig is om te bewegen. Het lichamelijk onderzoek is een momentopname en moet worden gezien in context van het dagelijkse functioneren. Bij een zeer wisselend verloop van artrose kan het zinvol zijn om meerdere meetmomenten in te bouwen (zie Evaluatie). Geadviseerd wordt om bij het lichamelijk onderzoek gebruik te maken van meetinstrumenten, bijvoorbeeld een handheld-dynamometer of goniometer. Aanbevolen meetinstrumenten: De Visual Analogue Scale (VAS) ter inventarisatie van ernst én draaglijkheid van de pijnklachten. De Algofunctional index for Osteoartritis ter inventarisatie van pijn en beperkingen in activiteiten. De Algofunctional index en de VAS kunnen worden gebruikt als evaluatie-instrument voor het volgen van de patiënt in de tijd, door tijdens de intake, eventueel tussentijds en aan het einde van de behandelepisode de mate van pijn en de mate van beperkingen in ADL te bepalen. Voor het inventariseren van de belangrijkste klachten kan gebruik worden gemaakt van de vragenlijst Patiënt Specifieke Klachten. I.IV Analyse Op basis van de interpretatie van de gegevens verkregen uit de anamnese, aangevuld met medische verwijsgegevens en het lichamelijk onderzoek, wordt de indicatiestelling fysiotherapie geëxpliciteerd. Voor het analyseproces dienen de volgende vragen te worden beantwoord: Welk(e) probleemgebied(en) staat(n) bij de patiënt op de voorgrond: stoornissen samenhangend met actieve ontstekingsreactie, pijn, vermindering van functies gerelateerd aan bewegen (exclusief angst voor bewegen), beperkingen in activiteiten, participatieproblemen, inadequaat pijngedrag? In welk patiëntprofiel past de patiënt: A, B of C? Wat is de prognose (in context van beloop in tijd, 7

10 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie Tabel 3. Algofunctional index voor artrose van heup-knie Artrose heup Artrose knie Pijn of onbehagen - Tijdens nachtelijke bedrust: niet of niet-significant 0 alleen bij bewegen of in een bepaalde houding 1 in rust 2 - Ochtendstijfheid of afnemende pijn na opstaan: 1 minuut of minder 0 meer dan 1 maar minder dan 15 minuten 1 15 minuten of meer 2 - Na 30 minuten staan Met lopen: niet 0 alleen na het lopen van enige afstand 1 snel na starten lopen en toenemend na enige tijd lopen 2 na starten van lopen, niet toenemend 1 - Na lange tijd zitten (2 uur) 0-1 Pijn of onbehagen - Tijdens nachtelijke bedrust: niet of nauwelijks 0 alleen bij bewegen of in een bepaalde houding 1 in rust 2 - Ochtendstijfheid of afnemende pijn na opstaan: 1 minuut of minder 0 meer dan 1 maar minder dan 15 minuten 1 15 minuten of meer 2 - Na 30 minuten staan Met lopen: niet 0 alleen na het lopen van enige afstand 1 snel na starten lopen en toenemend na 2 enige tijd lopen na starten van lopen, niet toenemend 1 - Bij opstaan uit stoel, zonder hulp armen 0-1 Maximaal te lopen afstand (mag met pijn lopen) Onbeperkt 0 Meer dan 1 km, maar beperkt 1 Ongeveer 1 km (in ongeveer 15 min.) 2 Tussen m (in ongeveer 8-15 min.) 3 Tussen m 4 Tussen m 5 Minder dan 100 m 6 Loopt met één stok of kruk 1 Loopt met twee stokken of krukken 2 Maximaal te lopen afstand (mag met pijn lopen) Onbeperkt 0 Meer dan 1 km, maar beperkt 1 Ongeveer 1 km (in ongeveer 15 min.) 2 Tussen m (in ongeveer 8-15 min.) 3 Tussen m 4 Tussen m 5 Minder dan 100 m 6 Loopt met één stok of kruk 1 Loopt met twee stokken of krukken 2 Activiteiten in dagelijks leven* Sokken aantrekken door voorover te buigen 0-2 Een voorwerp oppakken van de vloer 0-2 Een normale trap op- en aflopen 0-2 In- en uit de auto kunnen stappen 0-2 Activiteiten in dagelijks leven* In staat om trap op te lopen 0-2 In staat om trap af te lopen 0-2 In staat om te hurken/buigen van knieën 0-2 In staat om te lopen op oneffen grond 0-2 Totaal Totaal * Zonder problemen: 0; met enige problemen: 0,5; met matige problemen: 1; met veel problemen: 1,5; niet in staat: 2. 8

11 Praktijkrichtlijn 1 In de Voorlopige Classificatie Verrichtingen Paramedische Beroepen- Fysiotherapie wordt gesproken van oefenen en sturen van functies en vaardigheden. Omdat in recente herzieningen van de ICIDH de term vaardigheden is vervangen door activiteiten wordt in deze richtlijn de term oefenen en sturen van functies en activiteiten gehanteerd. beloop klachten/functies, activiteiten, participatie en hierop van invloed zijnde bevorderende en belemmerende factoren)? Zijn de aanwezige probleemgebieden beïnvloedbaar door fysiotherapie? En in welke mate? Is de patiënt gemotiveerd voor fysiotherapie? Conclusie: Is er een indicatie voor fysiotherapie? En kan worden behandeld volgens de richtlijn? Indien de fysiotherapeut de indicatie voor fysiotherapie niet kan bevestigen neemt hij contact op met de verwijzer voor overleg en adviseert, indien wenselijk, voor verwijzing naar een medisch specialist. I.V Behandelplan Na beantwoording van bovenstaande vragen wordt, in overleg met de patiënt, het behandelplan geformuleerd (zie stroomschema). Als de patiënt tevens onder behandeling is bij een andere discipline (bijvoorbeeld een ergotherapeut) vindt afstemming plaats met deze discipline. De behandeldoelen zijn tijdgebonden en gerelateerd aan het patiëntprofiel waarin de patiënt behoort en de centraal staande probleemgebieden. De belangrijkste verrichtingen zijn het informeren/adviseren en het sturen/oefenen van functies en activiteiten. De behoefte aan informatie, adviezen en coaching die tijdens het diagnostisch proces in kaart is gebracht, is uitgangspunt voor het voorlichtingsplan. Voorlichting kan worden ingedeeld in vier deelfuncties: informeren, instrueren, educatie en begeleiding. In de praktijk zullen deze vier functies door elkaar heen lopen. II Therapeutisch proces De centrale doelstelling van het fysiotherapeutisch behandelen is het verminderen van hinder samenhangend met artrose: het verminderen van (afhankelijkheid van) pijn en het verminderen van beperkingen en eventuele participatieproblemen. Ofwel het optimaliseren van activiteiten en participatie. Algemeen subdoel voor alle drie patiëntprofielen is het geven van inzicht in de aandoening en de behandeling. Ingegaan wordt op de aard en het beloop van de aandoening artrose, de therapie (doelstellingen, aard behandeling en de te verwachten behandelduur), de risicofactoren en de prognostische factoren. Aangrijpingspunten voor het fysiotherapeutische handelen zijn: de beperkingen (zoals lopen, bukken, gaan zitten) en indien aanwezig de participatieproblemen (zoals deelname aan huishouden en/of beroep); de hieraan ten grondslag liggende stoornissen (zoals afgenomen beweeglijkheid, spieratrofie en verminderd uithoudingsvermogen), alsmede een inadequate wijze van omgaan met klachten. Tijdens het therapeutisch proces evalueert de fysiotherapeut systematisch de doelstellingen (zie Evaluatie). In het therapeutisch proces staan centraal: Het stimuleren van functies, activiteiten 1 en participatie. Het bevorderen van een adequate wijze van omgaan met klachten. De uitwerking van het therapeutisch proces geschiedt vervolgens conform de patiëntprofielen, met de daarbij centraal staande probleemgebieden. In elke fase dient de fysiotherapeut alert te zijn op de wijze van omgaan met klachten. Bij patiënten met inadequaat pijngedrag is een gedragsgeoriënteerde benadering een belangrijk aspect van de behandeling; voor uitwerking zie patiëntprofiel C. Bij personen die te veel activiteiten ondernemen is aandacht voor time-management, pauzes nemen en ontspanningsinstructie essentieel. Bij patiënten die op een inadequate wijze omgaan met hun klachten is een gedragsgeoriënteerde benadering een belangrijk aspect van de behandeling. II.I Patiëntprofiel A. Artrose van heup/knie met artritis/synovitis In de behandeling ligt het accent op de eerste twee probleemgebieden: de stoornissen samenhangend met de actieve ontstekingsreactie en pijn. Een actieve ontstekingsreactie van het knie- of heupgewricht kenmerkt zich door nachtelijke pijn en het niet kunnen belasten (in stand/zijligging) van het gewricht. Specifieke kenmerken van een actieve ontstekingsreactie van de knie zijn zwelling en temperatuurverhoging van het kniegewricht. Bij aanvang van de thera- 9

12 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie pie in de meest actieve fase is de therapie gericht op het leren omgaan met de actieve ontstekingsreactie (het voorkomen van overbelasting en het in evenwicht brengen van belasting en belastbaarheid van het gewricht) en het stimuleren van activiteiten in relatie tot belasting en belastbaarheid van het gewricht. Wanneer de ontstekingsreactie minder actief is zal de nadruk in de behandeling komen te liggen op het verminderen van pijn en indien wenselijk op het bevorderen van een adequate wijze van omgaan met klachten (zie patiëntprofiel C) Probleemgebied 1: stoornissen samenhangend met actieve ontstekingsreactie Subdoelen: Afname van stoornissen samenhangend met ontstekingsreactie en bevordering van het inzicht van de patiënt in de afstemming tussen belasting en belastbaarheid van het gewricht. Verrichtingen: Informeren/adviseren over de balans tussen belasting en belastbaarheid. Sturen/oefenen van functies en activiteiten met belasting binnen grenzen van de belastbaarheid van het gewricht (passief, geleid actief en actief bewegen). Eventueel het verstrekken van en geven van instructies over hulpmiddelen voor lopen, bijvoorbeeld kruk of stok (in de hand contralateraal van de aangedane knie en/of heup). Eventueel TENS (alleen bij knie) ter pijnvermindering. Eventueel kortdurende koudetherapie (alleen bij knie) bij forse ontstekingsreactie ter pijnvermindering. Probleemgebied 2: pijn Subdoelen: Afname van de ernst van de pijn, vergroting van de draaglijkheid van de pijn, toename van de belastbaarheid van het gewricht en voorbereiden op het hervatten van activiteiten. Verrichtingen: Informeren/adviseren over de balans tussen belasting en belastbaarheid. Sturen/oefenen van functies en activiteiten met belasting binnen grenzen van de belastbaarheid van het gewricht (passief, geleid actief en actief bewegen). Eventueel het verstrekken van en geven van instructies over hulpmiddelen voor lopen. Eventueel tractie in de ruststand van het heup- of kniegewricht ter pijnvermindering. Alleen bij probleemgebied 1 (bij artrose knie) wordt TENS als eventuele behandelmogelijkheid geadviseerd. De overige vormen van elektrotherapie, ultrageluidtherapie, ukg en lasertherapie worden in de richtlijn verder niet geadviseerd omdat uit onderzoek is gebleken dat deze geen meerwaarde lijken te hebben. II.II Patiëntprofiel B. Artrose van heup/knie zonder artritis met episodische pijn/ beperkingen Het accent ligt hier op het derde en vierde probleemgebied: stoornissen gerelateerd aan bewegen en beperkingen in activiteiten. Indien wenselijk wordt in de behandeling aandacht gegeven aan inadequaat pijngedrag (zie patiëntprofiel C). De fysiotherapeut begeleidt de patiënt in het hervinden van zijn zelfcontrole in ADL, sport, hobby en/of werk. In de behandeling staat centraal het monitoren van de patiënt ofwel het volgen van de patiënt (over een bepaalde periode) in de tijd. De therapie is gericht op het stimuleren van functies en activiteiten en indien wenselijk op het bewerkstelligen van veranderingen in wijze van omgaan met klachten. Probleemgebied 3: stoornissen in bewegingsfuncties (exclusief angst voor bewegen) Subdoel: Afname van stoornissen gerelateerd aan bewegen (toename van spierkracht, beweeglijkheid [capsulogeen en myogeen], musculaire/actieve stabiliteit en verbetering van coördinatie). Verrichtingen: Informeren/adviseren met betrekking tot opbouw belasting-belastbaarheid en opbouw van belasting in de tijd. Het stimuleren van functies (o.a. spierkracht, mobiliteit van gewricht, stabiliteit) met opbouw in belasting in duur en intensiteit (het streven is optimale extensie te bereiken). Eventueel het manueel teweegbrengen van articu- 10

13 Praktijkrichtlijn laire bewegingen in de richting van de verminderde bewegingsuitslag (eventueel onder tractie uitgevoerd) ter vergroting van de beweeglijkheid. Eventueel het verstrekken en geven van instructies over hulpmiddelen voor lopen en het signaleren van mogelijk wenselijke hulpmiddelen, bijvoorbeeld steun-/correctiezolen ter correctie van standsafwijkingen. Overleg vindt plaats met verwijzer met advies voor verwijzing naar een andere discipline (bijvoorbeeld podo- of ergotherapeut of revalidatiearts). Probleemgebied 4: beperkingen in activiteiten Subdoel: Toename van activiteiten (bijvoorbeeld hurken, knielen, lopen traplopen, wassen, kleden, toiletgebruik, schoonmaken, koken). Subdoel: Zo optimaal mogelijke deelname aan huishouden, beroep, werkzaamheden, opleiding, sport, hobby en recreatie. Verrichtingen: Informeren/adviseren met betrekking tot deelname aan huishouden, beroep enzovoort. Het verder gedoseerd uitbouwen van het oefenen van activiteiten ten aanzien van ADL, sport, hobby, werk met opbouw van belasting (duur/intensiteit). Eventueel overleg met betrokken disciplines en werkgever. Eventueel het verstrekken en geven van instructies over hulpmiddelen voor lopen en het signaleren van mogelijk wenselijke corrigerende hulpmiddelen en aanpassingen in huis/werk (zie probleemgebied 3). Verrichtingen: Het informeren/adviseren met betrekking tot opbouw belasting-belastbaarheid en opbouw van belasting in de tijd. Stimuleren van activiteiten met opbouw in belasting (duur/intensiteit). Eventueel het verstrekken en geven van instructies over hulpmiddelen voor lopen (zie Probleemgebied 3). II.III Patiëntprofiel C. Artrose van heup/knie zonder artritis met chronische pijn/ beperkingen Het accent ligt hier op het vierde en vijfde probleemgebied: beperkingen in activiteiten (zie patiëntprofiel B) en participatieproblemen. Bij patiënten die de klachten bedreigend vinden en een lage controle hebben over de klachten zal de behandeling ook gericht zijn op het zesde probleemgebied inadequaat pijngedrag. Een belangrijk aspect van de behandeling is het vergroten van zelfcontrole. De patiënt zal zelf probleemoplossende vaardigheden moeten leren en voelen hoe om te gaan met klachten samenhangend met artrose. Bij aanvang van de behandeling wordt gestart met een baseline meting. De fysiotherapeut formuleert samen met de patiënt activiteit- en participatiegerichte doelen en bespreekt het plan van aanpak. Eventueel vindt overleg plaats met andere betrokken disciplines en met werkgever. Probleemgebied 5: participatieproblemen Probleemgebied 6: inadequaat pijngedrag Subdoelen: Het bevorderen van een adequate wijze van omgaan met klachten: patiënt ervaart klachten als minder bedreigend; patiënt weet wat de klachten betekenen en heeft het gevoel de klachten te kunnen beïnvloeden. Verrichtingen: Informeren/adviseren gericht op: De patiënt leren de juiste betekenis toe te kennen aan en controle te hebben over de klachten. Het is hierbij belangrijk om juiste informatie te geven en ambiguïteit (dubbelzinnigheid) te voorkomen. Bij signalen dat de partner heel bezorgd is, is het zinvol de informatie die u aan de patiënt geeft ook aan de partner te geven. Bevordering van compliance ofwel therapietrouw: het leerproces is gebaseerd op het continueren en inbouwen van de tijdens de behandeling aangeleerde functies, activiteiten en bewegingsgedrag in het dagelijks leven. Voorbeelden van juiste informatie Op basis van de informatie kunt u meer dan u denkt en daar gaan wij samen aan werken ; uit onderzoek blijkt dat actief bewegen gunstig is ; de patiënt voorbereiden dat pijn in eerste instantie tijdens trainen ook kan toenemen of dat er een terugval kan optreden tijdens of na het stoppen van de therapie en dat dit niet hoeft te betekenen dat 11

14 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie er iets ernstigs aan de hand is. Stimuleren van activiteiten met opbouw in belasting (duur/intensiteit), op vaste tijden, ongeacht de pijn (tijd-contigent) en met graduele opbouw ( graded activity ). Bij het uitvoeren van de oefeningen zorgt de fysiotherapeut voor een successituatie, het aanvangsniveau van de training ligt daarom onder het laagste niveau van de beginmeting. De patiënt wordt gestimuleerd tot zelfredzaamheid, het zelf initiatieven nemen en het zelf doen van bewegingen en activiteiten. Het beïnvloeden van omgeving van barrière naar facilitator, zoals rol van partner of werkgever. Bijvoorbeeld indien de partner alleen aandacht geeft aan pijngedrag en aan wat wegens de pijn niet kan, moet hij leren meer aandacht te schenken aan adequaat pijngedrag. II.V Behandelduur en frequentie Om effecten en een gedragsverandering te kunnen bewerkstelligen is het advies om de patiënten minimaal zes weken te behandelen. Bij patiëntprofiel A is de behandelfrequentie afhankelijk van de hoeveelheid begeleiding die de patiënt nodig heeft. Bij patiëntprofiel B kan meestal worden volstaan met een beperkt aantal zittingen. Bij patiëntprofiel C is in het algemeen de behandelfrequentie laag en de behandelepisode relatief langer. Het stimuleren om te blijven bewegen is een belangrijk aspect van de behandeling bij patiënten met klachten samenhangend met artrose van heup en/of knie. Het advies is om tijdens de behandelepisode de frequentie van de contacten te spreiden over de tijd, met de mogelijkheid om als nazorg met patiënt een controle af te spreken. Dit vergroot de motivatie van de patiënt om vast te houden aan het bereikte gedrag c.q. de bereikte conditie. II.IV Evaluatie Elke twee weken wordt het resultaat tussentijds geëvalueerd aan de hand van de gestelde doelen (in termen van stoornissen, beperkingen en participatieproblemen) en het activiteitenniveau van de patiënt. Evaluatie vindt plaats door middel van anamnese en observatie van bewegingen en metingen (bijvoorbeeld door middel van goniometer en handhelddynamometer). Indien nodig worden aan de hand van de bevindingen de behandeldoelen en de verrichtingen bijgesteld. Bij een tussentijdse toename van klachten door een actieve ontstekingsreactie onderzoekt de fysiotherapeut de ernst van de ontstekingsreactie en wordt de patiënt (eventueel) terugverwezen naar de verwijzer voor mogelijk aanvullende behandeling, zoals ontstekingsremmende medicatie. Bij patiënten met chronische klachten vindt een uitgebreidere tussentijdse evaluatie plaats met gebruikmaking van de Algofunctional Index en VAS-schaal na zes weken. De fysiotherapeut onderzoekt of er een verandering is opgetreden in het klachtenbeeld en of voortzetting zinvol is. Indien er geen verandering is opgetreden maakt de fysiotherapeut een inschatting of er in de komende periode een verandering is te verwachten. Eindevaluatie vindt plaats na minimaal zes weken. Hierbij kunnen de waarden van de VAS en van de Algofunctional Index worden vergeleken met de waarden bij aanvang van de behandeling. Het stimuleren van de patiënt om tijdens en na afloop van de therapie zelf actief te blijven is een belangrijk aspect van de behandeling. II.VI Afsluiting, verslaggeving en verslaglegging De verwijzer wordt (eventueel) tussentijds, maar in ieder geval na het beëindigen van de behandelepisode geïnformeerd over de doelen van de behandeling, de behandelresultaten en de gegeven adviezen (zie KNGFrichtlijn Informatieverstrekking huisarts). Voor verslaglegging zie de KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische verslaglegging. Voor een goede afstemming van de communicatie tussen huisarts en fysiotherapeut kan gebruik worden gemaakt van vijf handreikingen (Indicatiestelling, Consultatie, Verwijsbrief, Tussentijds contact en Verslaggeving). II.VII Nazorg De fysiotherapeut stimuleert de patiënt om na afloop van de therapie actief te blijven, bijvoorbeeld door regelmatig te gaan wandelen of fietsen. Op de lange termijn zijn bewegingsvormen die de patiënt leuk vindt en die in groepsverband plaatsvinden gemakkelijker vol te houden. De fysiotherapeut wijst de patiënt op plaatselijke bewegings- en zelfmanagementprogramma s die speciaal zijn ontwikkeld voor patiënten met artrose van heup-knie. Voorbeelden van dergelijke programma s zijn: Hup met de heup, Omgaan met artrose, Bewegen voor ouderen of activiteiten als Bewegen in water (liefst in extra verwarmd water). 12

15 Praktijkrichtlijn Gebruikte afkortingen en verklarende woordenlijst ADL COPD ICIDH KNGF OA TENS VAS Activiteiten van het dagelijks leven. Chronische obstructieve longaandoeningen. International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps. Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie. Osteoartritis. Transcutaneous Electrical Nerve Stimulation. Visual Analogue Scale. Activiteit Elk onderdeel van het menselijk handelen. 5 Belastbaarheid De mate waarin een persoon kan worden belast. Belasting De eisen die aan een persoon gesteld worden en die een persoon aan zichzelf stelt in lichamelijk, geestelijk en sociaal opzicht (= last/belastbaarheid). Beperking Moeite die een individu heeft met het uitvoeren van een activiteit. 5 Co-morbiditeit Aanwezigheid van andere aandoeningen die de gezondheidstoestand van de patiënt nadelig kunnen beïnvloeden. Coping De cognitieve en gedragsmatige inspanningen die het individu levert met het doel interne of externe eisen, gecreëerd door een stressor, te beheersen, te reduceren en te tolereren. 50 Externe factoren Externe invloed op het functioneren. 5 Functie Fysiologische of mentale eigenschap van het menselijk organisme. 5 Goniometer Instrument voor het meten van hoeken. Handheld-dynamometer Instrument voor het meten van spierkracht. Locus of control De plaats waaraan het subject de controle over gebeurtenissen toekent. 55 Niet-pluis gevoel Refereert naar op de een of andere manier vertrouw ik dit niet (intuïtie) en het inschatten van de kans op ziekte : gaat het om een potentieel gevaarlijke aandoening of zal het allemaal wel loslopen? Ervaringskennis speelt hierbij een belangrijke rol. 134 Participatie Deelname van een individu aan het maatschappelijk leven. 5 Participatieprobleem Probleem dat een individu heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven. 5 Patiëntprofiel Het geheel aan prognostische kenmerken van de patiënt, dat het gezondheidsprobleem en het beloop hiervan identificeert. Persoonlijke factoren Interne invloed op het functioneren. 5 Stoornis Afwijking in functies of in structuur van het menselijk organisme. 5 Structuur Anatomische eigenschap van onderdelen van het menselijk organisme zoals positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit. Tot de onderdelen van het menselijk lichaam worden gerekend lichaamsdelen, orgaanstelsels, organen en delen van organen 5. 13

16 Verantwoording en toelichting A Inleiding De KNGF-richtlijn Artrose heup-knie is een leidraad voor het fysiotherapeutisch handelen bij patiënten met gezondheidsproblemen samenhangend met artrose in de heup en/of knie. In de richtlijn worden het diagnostisch en therapeutisch proces beschreven conform het methodisch fysiotherapeutisch handelen. Op dit moment is er in Nederland één andere richtlijn over diagnostiek en behandeling van artrose heup-knie beschikbaar, namelijk de NHG-standaard Niet-Traumatische Knieproblemen bij Volwassenen. 1 De twee richtlijnen zijn op hoofdlijnen gelijkluidend. Definitie Een KNGF-richtlijn is gedefinieerd als Een systematisch ontwikkelde, vanaf centraal niveau geformuleerde leidraad, die door deskundigen is opgesteld en gericht op de inhoud van het methodisch fysiotherapeutisch handelen bij bepaalde gezondheidsproblemen en op (organisatorische) aspecten die met de beroepsuitoefening te maken hebben A.1 Doelstelling van de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie De doelstelling van de richtlijn is het beschrijven van de optimale fysiotherapeutische zorg met betrekking tot doeltreffendheid, doelmatigheid en zorg op maat van patiënten met gezondheidsproblemen samenhangend met artrose van heup en/of knie, leidend tot een (indien van toepassing) vermindering van stoornissen, beperkingen en participatieproblemen, gebaseerd op de huidige wetenschappelijke inzichten. Op basis van onderzoeksgegevens is bekend dat er grote variatie bestaat in de doelen, de verrichtingen en de omvang van de fysiotherapeutische zorg. 139 Naast bovengenoemde doelstellingen is de KNGF-richtlijn expliciet bedoeld om: de zorg in de gewenste richting te veranderen op basis van huidige wetenschappelijke inzichten, en de uniformiteit en de kwaliteit van de zorg te verhogen; de taken en verantwoordelijkheden van beroepsgroepen af te bakenen, inzichtelijk te maken en de onderlinge samenwerking te stimuleren; de fysiotherapeut te ondersteunen bij het nemen van beslissingen ten aanzien van wel of niet behandelen en het toepassen van diagnostische en therapeutische handelingen. Om de richtlijn toe te kunnen passen worden aanbevelingen geformuleerd in termen van deskundigheidseisen die noodzakelijk zijn om volgens de richtlijn te kunnen handelen. A.2 Klinische vraagstellingen De werkgroep die deze richtlijn heeft voorbereid wilde antwoord krijgen op de volgende klinische vragen: Hoe groot is het probleem van artrose in heup en/of knie? Hoe wordt de diagnose gesteld? Welke risicofactoren en prognostische factoren zijn bekend voor het ontstaan respectievelijk het beloop van artrose? Welke (meest voorkomende) gezondheidsproblemen zijn te onderscheiden bij patiënten met artrose in heup en/of knie? Welke risico- en prognostische factoren zijn van beïnvloedbaar door fysiotherapie? Welke onderdelen van het fysiotherapeutisch diagnostisch onderzoek zijn betrouwbaar, valide en bruikbaar voor de algemene praktijk? Welke vormen van behandeling en preventie zijn zinvol? A.3 Patiëntpopulatie Deze KNGF-richtlijn gaat over patiënten met gezondheidsproblemen samenhangend met artrose van heup en/of knie. Deze patiënten kunnen ook gegeneraliseerde artrose hebben, dat wil zeggen klachten van artrose in drie of meer verschillende soorten gewrichten. A.4 Samenstelling werkgroep Om de klinische vragen te beantwoorden werd in mei 1998 een monodisciplinaire werkgroep van inhoudsdeskundigen ingesteld. Bij het samenstellen van de werkgroep is zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van leden met inhoudsen ervaringsdeskundigheid en/of met academische 14

17 Verantwoording en toelichting achtergrond. Alle werkgroepleden hebben verklaard geen conflicterende belangen te hebben bij de te ontwikkelen KNGF-richtlijn. De ontwikkeling van de richtlijn heeft plaats gevonden in de periode van mei 1998 tot juni A.5 Werkwijze werkgroep De richtlijn is ontwikkeld conform de Methode voor Richtlijnontwikkeling en Implementatie ,140 In de methode zijn onder andere algemene praktische aanwijzingen geformuleerd voor de strategie om literatuur te verzamelen. In het vervolg van de Verantwoording & Toelichting van deze richtlijn staan de specifieke zoektermen, de geraadpleegde bronnen, de periode waarover de literatuur is verzameld en de criteria voor het in- of uitsluiten van de literatuur vermeld. De aanbevelingen voor het therapeutisch proces zijn bijna uitsluitend gebaseerd op wetenschappelijke evidentie. Indien er geen wetenschappelijk bewijs voorhanden was, is er een aanbeveling geformuleerd op basis van consensus binnen de werkgroep c.q. achterban. De aanbevelingen zijn becommentarieerd door externe deskundigen. Op het moment dat het concept van de richtlijn afgerond was, werd dit toegezonden naar externe deskundigen en/of beroepsorganisaties (werkgroep tweede kring) om afstemming en consensus te verkrijgen met andere beroepsgroepen / -organisaties, en/of met andere mono- en multidisciplinaire richtlijnen. Ook met de wensen en voorkeuren van patiënten is rekening gehouden middels vertegenwoordiging vanuit de Reuma Patiënten Bond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld bij de selectie en beoordeling van het wetenschappelijke bewijsmateriaal. Hoewel het wetenschappelijke bewijs door individuele of kleine subgroepjes van werkgroepleden is voorbereid, is het resultaat daarvan besproken en bediscussieerd met de gehele werkgroep. Het wetenschappelijke bewijs is kort samengevat in een conclusie, inclusief de mate van bewijs. Voor het doen van aanbevelingen zijn er naast het wetenschappelijke bewijs nog andere belanghebbende aspecten meegenomen, zoals: het bereiken van algemene consensus, doelmatigheid (kosten), beschikbaarheid van middelen, vereiste deskundigheid en scholing, organisatorische aspecten en het streven naar afstemming met andere mono- of multidisciplinaire richtlijnen. A.6 Validering door beoogde gebruikers Voor publicatie en verspreiding van de richtlijn is deze systematisch getest en voorgelegd aan de beoogde gebruikers (validering). De conceptversie van de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie is voorgelegd aan een aselecte groep van 45 fysiotherapeuten werkzaam in verschillende werksettings voor beoordeling van de richtlijn. Het commentaar en de opmerkingen van de fysiotherapeuten zijn gedocumenteerd, besproken in de werkgroep en indien mogelijk en/of gewenst verwerkt in de finale richtlijn. De aanbevelingen voor de praktijk zijn het resultaat van het beschikbare bewijs, de hierboven genoemde overige aspecten en de resultaten van de tests van de richtlijn onder de beoogde gebruikers. A.7 Opbouw, producten en implementatie van de richtlijn De richtlijn is opgebouwd uit drie delen, namelijk de praktijkrichtlijn, een schematisch overzicht van de kernpunten van de richtlijn (samenvatting) en een verantwoording en toelichting. Deze delen van de KNGF-richtlijn zijn ieder afzonderlijk zelfstandig te lezen. Naast de publicatie en de verspreiding van de richtlijn onder KNGF-leden is een deskundigheidbevorderingspakket ontwikkeld en gepubliceerd om de bruikbaarheid van de richtlijn in de praktijk te bevorderen. 141 De richtlijn wordt geïmplementeerd volgens een standaard implementatiestrategie, zoals beschreven in de methode. 136-,140, 142 A.8 Relatie met andere richtlijnen In de NHG-Standaard Niet-Traumatische Knieproblemen bij Volwassenen 1 wordt bewegingstherapie onder begeleiding van een fysiotherapeut geadviseerd indien de door de huisarts gegeven voorlichting en advies ten aanzien van regelmatige en voldoende intensieve lichaamsbeweging en medicatie onvoldoende resultaat hebben. In de KNGF-richtlijn staan oefentherapie en het geven van voorlichting en advies eveneens centraal. De fysiotherapeut behandelt, begeleidt en coacht de patiënt en bevordert adequaat pijnen bewegingsgedrag, waarbij de interventie is afgestemd op de centraal staande probleemgebieden en het patiëntprofiel waarin de patiënt past. De KNGF-richtlijn sluit aan bij Engelse en Amerikaanse richtlijnen: Guidelines for the diagnosis, investigation and management of osteoathritis of the hip and 15

18 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie knee 2 en de Guidelines for the medical management of osteoarthritis of the hip and knee. 3,4 Ze benadrukken de volgende elementen in het totale zorgverleningsproces: oefentherapie onder begeleiding van een fysiotherapeut, voorlichting, patiënteducatie (inclusief zelfmanagementprogramma s), dieetadvies ten aanzien van gewichtsvermindering bij obesitas en advisering ten aanzien van hulpmiddelen. Stoornissen, beperkingen en participatieproblemen De fysiotherapeut beschrijft het gezondheidsprobleem samenhangend met artrose van heup en/of knie in termen van (stoornissen in) functies/structuur, (beperkingen in) activiteit en participatie (problemen). Deze begrippen zijn ontleend aan de Internationale Classificatie van het menselijk functioneren (ICIDH-2 Beta-2 voorstel, 1999). 5 Een voorbeeld van een functiestoornis is een verminderde mobiliteit van het gewricht. De door huisartsen gebruikte term dysfunctioneren heeft een bredere betekenis en is meer gericht op het niveau van beperkingen en participatieproblemen. A.9 Afbakening gezondheidsprobleem Deze richtlijn beschrijft het diagnostisch en therapeutisch proces op het domein fysiotherapie bij patiënten met artrose (Engels: osteoarthritis) van de heup en/of de knie. Knie- en heupartrose zijn in deze richtlijn samengenomen, omdat het knie- en heupgewricht beide gewichtdragende gewrichten zijn, ze onderdeel uitmaken van dezelfde bewegingsketen en omdat het diagnostisch en therapeutisch proces op activiteiten- en participatieniveau veel overeenkomsten vertonen. Artrose van het enkelgewricht is niet opgenomen in deze richtlijn, hiervoor wordt verwezen naar de KNGF-richtlijn Chronisch enkelletsel. De richtlijn geeft geen informatie over de fysiotherapeutische pre- en postoperatieve zorg bij artroscopische interventies, osteotomieën en gewrichtsvervangende operaties. A.10 Literatuurverzameling Voor de onderbouwing ten aanzien van diagnostiek, gebruik van meetinstrumenten en therapie is literatuur verzameld via de geautomatiseerde literatuurbestanden van Medline, Cochrane en DocOnline van het Nederlands Paramedische Instituut over de periode ). Er is gezocht met de volgende trefwoorden (in het Nederlands en in het Engels) artrose, richtlijnen (klinische), randomized clinical trials (RCT s), meta-analyse en fysiotherapie. Daarnaast is literatuur verzameld via deskundigen en literatuurverwijzingen in artikelen. De aanbevelingen zijn zoveel mogelijk gebaseerd op conclusies uit de literatuur. A.11 Doelgroep Deze richtlijn is primair bedoeld voor fysiotherapeuten werkzaam in de eerste en tweede lijn, die patiënten met gezondheidsproblemen samenhangend met artrose van heup en/of knie behandelen. Deze patiënten kunnen ook gegeneraliseerde artrose hebben, dat wil zeggen klachten van artrose in drie of meer verschillende soorten gewrichten. De in de richtlijn beschreven therapeutische principes kunnen ook worden toegepast in groepsverband en met gebruikmaking van hydrotherapie. In principe voorziet de richtlijn niet in onderzoek en/of behandeling van patiënten met heup- en/of knieartrose bij wie intensieve multidisciplinaire revalidatie noodzakelijk is. Bij deze patiënten zal behandeling veelal plaatsvinden in een revalidatieteam en kan de behandelstrategie (en de verrichtingen) afwijken van de in deze richtlijn voorgestelde behandeling. Om patiënten met artrose van heup en/of knie adequaat te kunnen behandelen is het noodzakelijk dat de fysiotherapeut bepaalde specifieke kennis en vaardigheden bezit (deze zijn verkregen via opleiding, werkervaring met deze patiënten of via bij- en nascholing). Verwacht wordt dat de fysiotherapeut kennis heeft van het natuurlijk beloop van artrose (met de daarbij behorende pathofysiologische processen), principes van belasting en belastbaarheid, de invloed van gedragsfactoren op pijnbeleving en -gedrag, gedragsgeoriënteerde principes in relatie tot het bewegend functioneren en het methodisch voorlichten van de patiënt. Een professionele manier van voorlichten veronderstelt kennis en inzicht met betrekking tot voorlichtingsmateriaal en de wijze waarop voorlichting vorm en inhoud kan krijgen. Daarnaast dient de fysiotherapeut op de hoogte te zijn van relevante klinisch-wetenschappelijke literatuur. A.12 Epidemiologische gegevens Artrose is de meest voorkomende gewrichtsaandoening van het bewegingsapparaat. 6 Het voorkomen van artrose neemt toe met de leeftijd. 6 Artrose komt 16

19 Verantwoording en toelichting meer voor bij vrouwen dan bij mannen. 7 Op basis van huisartsregistraties is geschat dat in 1994 in Nederland personen artrose van de heup hadden en personen artrose van de knie. 8 Een beperking van de cijfers uit de huisartsregistraties voor de schatting van de prevalentie in de algemene bevolking is dat deze alleen patiënten bevatten die de huisarts hebben bezocht. In 1994 kregen naar schatting personen artrose van de heup en personen artrose van de knie. 8 De verwachting voor de toekomst is dat de incidentie van artrose zal toenemen als gevolg van het stijgende percentage personen met ernstig overgewicht. 9 In de Nederlandse huisartsenpraktijk werd in 1990 de diagnose artrose van de heup bij en bij artrose van de knie bij per 1000 ingeschreven personen gesteld. 10 Uit een onderzoek in Rotterdam bleek dat 70% van de personen die met actuele pijnklachten in de heup en/of knie bij de huisarts zijn geweest, een diagnose heeft als artrose of artritis ; 65% van de patiënten met de diagnose artrose of artritis bezocht een fysiotherapeut en circa 25% gebruikte regelmatig pijnstillers. 11 Fysiotherapeuten in de eerstelijn hebben in het BEEFproject bij patiënten verwijsindicaties geregistreerd (periode ). Per patiënt werden maximaal vier verwijsindicaties geregistreerd. Hiervan blijkt 2% van de patiënten verwezen te zijn met de verwijsindicatie artrose heup of knie (1,3% [n=333] artrosis deformans knie ; 0,6% [n=154] artrosis deformans heup ). 12 A.13 Diagnose artrose Er zijn classificatiecriteria van de American College of Rheumatology (ACR) en van de World Organization of National Colleges, Academies, and Academic Associations of General Practitioners/Family Physicians (WONCA) voor het stellen van de diagnose artrose van de knie en/of heup In Nederland worden de ACR-criteria niet gebruikt in de huisartsenpraktijk, wel voor wetenschappelijk onderzoek. 7 Ook de WONCA-criteria worden weinig gebruikt in de huisartsenpraktijk. In de huisartsenpraktijk wordt de diagnose artrose vooral gesteld op grond van de klinische symptomen, de lokalisatie van de gewrichtsafwijkingen in combinatie met de leeftijd. 17 In de KNGF-richtlijn wordt hiervan uitgegaan. De NHG- Standaard Niet-Traumatische Knieproblemen bij Volwassenen 1 geeft aan dat een duidelijk verband tussen klachten en röntgenologische afwijkingen ontbreekt. Patiënten met röntgenologische afwijkingen die wijzen op artrose hoeven geen klachten te hebben, terwijl patiënten zonder afwijkingen wel klachten kunnen hebben. Het beleid van de huisarts wordt vooral bepaald door de klachten van de patiënt. De uitslag van de röntgenfoto heeft hierop geen invloed. A.14 Prognostische factoren Ontstaan van artrose In de beschrijving van de prognostische factoren is gebruik gemaakt van cohortstudies. In twee prospectieve cohortstudies 18,19 is aangetoond dat obesitas een belangrijke prognostische factor is voor de ontwikkeling van artrose. In een retrospectieve cohortstudie 20 beschrijft Felson dat de samenhang tussen obesitas en heupartrose minder sterk is dan bij knieartrose. Vingård 21 concludeert in een overzichtsstudie dat beroepen met zware fysieke belasting, zoals knielen, hurken en zwaar tillen sterk zijn geassocieerd met knieartrose en waarschijnlijk medeoorzaken zijn van de ontwikkeling van artrose. Een case-control studie 22 laat een samenhang zien tussen heupartrose en agrarisch werk (odds ratio = 3,8). 23 Andere mogelijke prognostische factoren voor de ontwikkeling van heup- en knieartrose zijn congenitale of ontwikkelingsaandoeningen van de heup (congenitale dislocatie, ziekte van Perthes en femorale epifysiolyse) of knie (varus- of valgusstand) en een eerder trauma van het heup- 24 of kniegewricht 19. Recente publicaties van retrospectieve cohortstudies laten zien dat sporten met intensieve belasting van de heup- en kniegewrichten mogelijk een licht tot matige prognostische factoren zijn voor de ontwikkeling van artrose van de heup en/of knie Progressie van artrose In een overzichtsartikel beschrijft Hochberg de volgende prognostische factoren. 27 Bij heupartrose lijken vrouwen vaak een slechtere prognose te hebben dan mannen. Een naar voren verplaatsing van de heupkop in het acetabulum en artrose met een atrofisch karakter (botafbraak) hebben bij heupartrose een slechtere prognose ten aanzien van progressie van radiologische artrose. 28 Een hoge leeftijd, obesitas en gegeneraliseerde artrose vergroten de kans op aanwezigheid van artrose. 29 Het is niet duidelijk of gewichtsvermindering bij patiënten met artrose leidt tot 17

20 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie verbetering van de ziekte. 30 Personen met knieartrose én co-morbiditeit, met name hart- en longziekten, lijken een groter risico te hebben op beperkingen in activiteiten dan personen met alleen knieartrose. 31 Dit komt overeen met bevindingen uit een prospectief onderzoek 32 waaruit blijkt dat personen met artrose van heup en/of knie én andere mobiliteitsbeperkende aandoeningen meestal meer pijn hebben, meer invloed van gewrichtssymptomen op het dagelijks leven kennen en meer psychosociale problemen hebben die kunnen leiden tot een verminderde kwaliteit van leven. Ook lijken bij patiënten met knieartrose de mate van hulpeloosheid, het opleidingsniveau van de patiënt en de Body Mass Index belangrijke invloedsfactoren te zijn op de ervaren hevigheid van pijn. 33 Er zijn aanwijzingen dat verantwoorde en voor de patiënt zinvolle bewegingsactiviteiten en adequaat pijngedrag een gunstig effect hebben op enerzijds de klachten van de patiënt 34 en anderzijds op de kwaliteit van de gewrichtsfunctie. Catastroferen 35 en somatiseren 36 worden geassocieerd met een slechtere prognose. A.15 Preventie Preventie van trauma s en reductie van overgewicht zouden mogelijk van invloed kunnen zijn op het optreden en beloop van artrose. 8,37 De kans op artrose wordt groter bij chronische lokale overbelasting, zoals bij professioneel ballet en zwaar werk. Verondersteld wordt dat preventie van overbelasting van de gewrichten exacerbaties kan voorkomen. 37 A.16 Gezondheidsproblemen Het belangrijkste kenmerk van artrose is de beschadiging en het verlies van gewrichtskraakbeen. 38 Deze beschadiging hoeft niet gelijkmatig verdeeld te zijn over het gewrichtsoppervlak. Het verlies aan kraakbeen kan gepaard gaan met aanwezigheid van kraakbeenfragmenten in de gewrichtsholte, veranderingen in omgevend botweefsel leidend tot vorming van botwoekeringen (osteofyten) en in wisselende mate een ontstekingsreactie in het gewrichtslijmvlies. Losse fragmenten kunnen een mechanische inklemming geven, zwelling van het gewrichtskapsel kan optreden en osteofyten kunnen lokaal druk uitoefenen. Samenhangend met de pathologische veranderingen ontstaan pijnklachten die in de beginfase intermitterend optreden. De pijn is met name een startpijn die vermindert als de patiënt langer beweegt en eventueel weer verergert bij (te) lang of ongelukkig belast (kasseien/bos) bewegen. In een later stadium kan de pijn ook continu en s nachts aanwezig zijn. 38,39 De pijn verergert bij belasten en bewegen en neemt af bij rust. Mogelijke oorzaken van pijn zijn de afbraakproducten die kunnen leiden tot een ontstekingsreactie met vorming van prostaglandinen 38 en pijn kan ontstaan door stimulatie van de nocisensorische zenuwvezels. Bij de patiënt staan de pijnklachten vaak op de voorgrond. Bij artrose van de heup is de pijn meestal gelokaliseerd in de lies en aan de voor- en laterale zijde van de heup. Echter de pijn kan ook gelokaliseerd zijn in of uitstralen naar het laterale deel van het bovenbeen en de knie. Bij artrose van de knie is de pijn gelokaliseerd in en rondom de knie, met name de achterzijde. Ook kan de pijn gelokaliseerd zijn in het bovenbeen of de heup. 40 Specifieke verschijnselen bij artrose van de knie zijn lokale drukpijn op osteofyten en gewrichtsspleet en crepitaties bij bewegen. Spieratrofie, verminderde spierkracht, een verminderde bewegingsuitslag, standsafwijkingen en instabiliteit van het gewricht kunnen optreden met abnormale belasting van de gewrichtsbanden. 38,41 Stijfheid is ook een veel voorkomend en belangrijk nevenverschijnsel. Uiteindelijk kan de patiënt belemmerd worden in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten, zoals lopen, aankleden, wassen en gebruikmaken van het toilet. 42 Minder spierkracht gaat gepaard met meer pijn en meer beperkingen in activiteiten in het dagelijks leven. 43,44 Een verminderde bewegingsuitslag van gewrichten gaat gepaard met meer beperkingen in activiteiten. 44 Copinggedrag en psychologische factoren zoals depressie, angst, negatieve affectie en avoidance kunnen bijdragen aan de pijnperceptie, stoornissen in bewegingsfuncties en beperkingen in activiteiten. 43,45-47 Werkverzuim en arbeidsongeschiktheid kunnen het gevolg zijn van artrose. 48 De stoornissen en beperkingen kunnen leiden tot een verminderde kwaliteit van leven. 49 Personen die naast artrose van de heup of knie nog andere aandoeningen hebben die van invloed zijn op het dagelijkse functioneren zijn extra kwetsbaar omdat zij meestal meer pijn hebben, meer invloed van gewrichtssymptomen op het dagelijkse leven ervaren en meer psychosociale problemen hebben die kunnen leiden tot een verminderde kwaliteit van leven. 49 Sociale steun zoeken als manier om met problemen om te gaan blijkt een belangrijker voorspeller van de kwaliteit van leven dan 18

KNGF-richtlijn Artrose heup-knie. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 115 Nummer

KNGF-richtlijn Artrose heup-knie. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 115 Nummer KNGF-richtlijn Artrose heup-knie Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Jaargang 115 Nummer 1 2005 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie E.M.H.M. Vogels H.J.M. Hendriks M.E. van Baar J.

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Artrose heup-knie. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie nummer3/jaargang111

KNGF-richtlijn Artrose heup-knie. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie nummer3/jaargang111 Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie nummer3/jaargang111 KNGF-richtlijn Artrose heup-knie Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie KNGF-richtlijn Artrose heup-knie E.M.H.M.

Nadere informatie

Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen? Bewe Soe ge pele n r m be et wegen heu me p t - re e u n knieartrose Verzekering

Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen? Bewe Soe ge pele n r m be et wegen heu me p t - re e u n knieartrose Verzekering Soepeler Bewegen bewegen met met heup- reuma en knieartrose Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan doen Wat is artrose? Artrose is een aandoening van

Nadere informatie

Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose

Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose Artrose Bewegen bij heup- en knieartrose Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan betekenen Speciaal voor mensen met artrose is in diverse fysiotherapiepraktijken

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

www.fysiomaatwerkveghel.nl bron: Reade, centrum voor reumatologie en revalidatie, Module Stabilo voorlichting knieartrose Wat is artrose?

www.fysiomaatwerkveghel.nl bron: Reade, centrum voor reumatologie en revalidatie, Module Stabilo voorlichting knieartrose Wat is artrose? Wat is artrose? Artrose is een aandoening, waarbij het gewrichtskraakbeen in kwaliteit achteruit gaat. Het kan zich in alle gewrichten voordoen. Toch zijn er bepaalde gewrichten waarin het vaker voorkomt.

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn

Nadere informatie

Conclusies Orthopedie

Conclusies Orthopedie Conclusies Orthopedie Grote interdokter variatie, bij vrijwel gelijke incidentie GC Marne is bovengemiddeld duur voor Z&Z : 8% duurder Hoge kosten orthopedie wordt veroorzaakt door: 34% meer verwijzingen

Nadere informatie

Fysiotherapie en Ergotherapie bij Parkinsonismen

Fysiotherapie en Ergotherapie bij Parkinsonismen Fysiotherapie en Ergotherapie bij Parkinsonismen Suzanne Ross Woerden, 4 oktober 2014 Agenda Even voorstellen Parkinson netwerk Wat is Fysiotherapie? Wat is Ergotherapie? Parkinsonismen Procedure en verzekering

Nadere informatie

Onderscheid door Kwaliteit

Onderscheid door Kwaliteit Onderscheid door Kwaliteit 2010 Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets

Nadere informatie

Fysiotherapie Van Heeswijk en Van der Valk

Fysiotherapie Van Heeswijk en Van der Valk Geachte heer, mevrouw, Fysiotherapie Van Heeswijk en Van der Valk BaLaDe 119 Waalwijk Telefoon: 0416 337651 e mail: Info@hevafysio.nl De dubbele vergrijzing zorgt ervoor dat het percentage ouderen in Nederland

Nadere informatie

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie

Nadere informatie

Artrose knie. Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten.

Artrose knie. Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten. Artrose knie Wat is artrose? Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten. Een gewricht bestaat uit twee botuiteinden, die zijn bekleed met kraakbeen. Het kraakbeen vangt

Nadere informatie

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie Pijn beïnvloedt uw dagelijks leven minder UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Als u vanwege uw pijnklachten naar de revalidatiearts

Nadere informatie

Formats voor verslagen

Formats voor verslagen Bijlage 4 Formats voor verslagen Onderzoeksverslag Verslag van het logopedisch onderzoek van..., door..., d.d.... Personalia Inleiding Aanmelding, verwijzing, klacht en vraagverheldering Intakegesprek

Nadere informatie

PATIËNTENFOLDER. ORTHOPEDIE Artrose in de heup

PATIËNTENFOLDER. ORTHOPEDIE Artrose in de heup PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE Artrose in de heup Algemeen Er is bij u artrose in uw heup vastgesteld. Aan de hand van deze folder krijgt u informatie over de heup, de diagnose artrose, de gevolgen en behandeling

Nadere informatie

voer eventueel de ULTT uit voor de plexus brachialis en n. medianus (uitsluittest)

voer eventueel de ULTT uit voor de plexus brachialis en n. medianus (uitsluittest) Diagnostisch proces Anamnese/lichamelijk onderzoek screenen op rode vlaggen rode vlaggen: vermoeden van ernstige pathologie (nekpijn graad IV) geen rode vlaggen huisarts of verwijzend specialist Vaststellen

Nadere informatie

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Patient gegevens Patiënt gegevens Naam: Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Postcode: 2011CG Haarlem Geboortedatum: 5-6-1996 Leeftijd: 20 Geslacht: V Telefoon: 0616287075 Telefoon mobiel: Telefoon werk: Email:

Nadere informatie

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Samengesteld door: Marcel Heijmans, MSc Leo Hagenaars Dr. Erik Hendriks Prof.dr. Rob Oostendorp 2 Opzet van de cursus

Nadere informatie

Werken aan effectief en doelgericht. herstel. Verwijzers

Werken aan effectief en doelgericht. herstel. Verwijzers Werken aan effectief en doelgericht herstel Verwijzers BeLife centrum voor bewegen Medische specialistische revalidatiezorg BeLife biedt medische specialistische revalidatiezorg en reïntegratieprogramma

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

Gebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy

Gebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy Gebruik van meetinstrumenten bij whiplash: een casestudy Wendy Scholten-Peeters Arianne Verhagen Karin Neeleman-vd Steen Rob Oostendorp 1 Doel Inzicht geven in bruikbaarheid vragenlijsten Hoe Wat Waarom

Nadere informatie

Chronische pijn. Locatie Arnhem

Chronische pijn. Locatie Arnhem Chronische pijn Locatie Arnhem Chronische pijn We spreken van chronische pijn als pijnklachten langer dan zes maanden blijven bestaan. De pijn kan in verschillende delen van het lichaam voorkomen. Soms

Nadere informatie

Arbocuratieve fysiotherapie: een effectieve beweging?

Arbocuratieve fysiotherapie: een effectieve beweging? Arbocuratieve fysiotherapie: een effectieve beweging? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Even voorstellen Even voorstellen: Rob Oostendorp 1942: geboren in Nijmegen 1961: gymnasium Canisius College, Nijmegen

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Hypermobiliteit

PATIËNTEN INFORMATIE. Hypermobiliteit PATIËNTEN INFORMATIE Hypermobiliteit 2 PATIËNTENINFORMATIE In deze folder willen wij de behandeling van klachten ten gevolge van hypermobiliteit in ons revalidatiecentrum toelichten. Inleiding Ten gevolge

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Pijnrevalidatie. Locatie Spijkenisse Medisch Centrum VAN WEEL-BETHESDA

PATIËNTEN INFORMATIE. Pijnrevalidatie. Locatie Spijkenisse Medisch Centrum VAN WEEL-BETHESDA PATIËNTEN INFORMATIE Pijnrevalidatie Locatie Spijkenisse Medisch Centrum VAN WEEL-BETHESDA In deze folder geven het Maasstad Ziekenhuis, het Spijkenisse Medisch Centrum en Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

Behandelingen. 1 Multidisciplinaire screening Zorg op Maat. Doel van de screening. De screeningsdag

Behandelingen. 1 Multidisciplinaire screening Zorg op Maat. Doel van de screening. De screeningsdag 19/01/2019 Behandelingen 1 Multidisciplinaire screening Zorg op Maat Uw revalidatiearts kan u aanmelden voor de multidisciplinaire screening Zorg op Maat. Hierbij gaan we met meerdere behandelaren uw problemen

Nadere informatie

Behandelprogramma chronische pijn. Almere

Behandelprogramma chronische pijn. Almere Behandelprogramma chronische pijn Almere Voor wie is het behandelprogramma zinvol? Als eerdere behandelingen zoals fysiotherapie of een operatie niet geholpen hebben komen mensen met chronische pijn vaak

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie programma s

Poliklinische revalidatie programma s Poliklinische revalidatie programma s Mensen met chronische pijnklachten van het bewegingsapparaat (rug, nek, schouder, knie) kunnen revalideren met behulp van gespecialiseerde revalidatieprogramma s.

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 5 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of

Nadere informatie

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere Arbeidsrevalidatie Huizen en Almere Arbeidstraining bij De Trappenberg is voor werknemers met chronische pijnklachten aan het houdings- en bewegingsapparaat zonder duidelijke oorzaak, al dan niet gecombineerd

Nadere informatie

KNGF-richtlijn. Lage-rugpijn. Lage-rugpijn. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. jaargang 115 / nummer 1 / 2005

KNGF-richtlijn. Lage-rugpijn. Lage-rugpijn. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. jaargang 115 / nummer 1 / 2005 Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie jaargang 115 / nummer 1 / 2005 KNGF-richtlijn Lage-rugpijn Lage-rugpijn Inhoudsopgave Praktijkrichtlijn 3 Inleiding 3 I Diagnostisch proces

Nadere informatie

Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling

Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Informatie en behandeling Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson is een chronische progressieve neurologische aandoening. Bij deze ziekte gaat

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren in de paramedische zorg

Kwaliteitsindicatoren in de paramedische zorg Kwaliteitsindicatoren in de paramedische zorg Prof.dr. Rob Oostendorp, Afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK), UMC St Radboud, Nijmegen Nederlands Paramedisch Instituut, Amersfoort Op weg naar kwaliteit Sinds

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie programma s

Poliklinische revalidatie programma s Poliklinische revalidatie programma s Mensen met chronische pijn van het bewegingsapparaat (rug, nek, schouder, knie) kunnen revalideren met behulp van gespecialiseerde revalidatieprogramma s. Er is meer

Nadere informatie

Hartrevalidatie. Informatie

Hartrevalidatie. Informatie Hartrevalidatie Informatie Hartrevalidatie Cardiologie U wordt in Zuyderland Medisch Centrum behandeld voor uw hartklachten. Met deze folder willen wij u informeren over het hartrevalidatieprogramma waaraan

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling 2009 Versie 1 januari 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 4 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren

Nadere informatie

ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen

ENERGIEK. Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen ENERGIEK Bewegingsprogramma bij chronische neurologische aandoeningen Achtergrond Bewegen is goed, voor iedereen! Dat is wat u vaak hoort en ziet in de media. En het is waar, bewegen houdt ons fit en

Nadere informatie

MEDINELLO POLIKLINISCHE REVALIDATIE ZORG

MEDINELLO POLIKLINISCHE REVALIDATIE ZORG MEDINELLO POLIKLINISCHE REVALIDATIE ZORG Medinello is een nieuw ZBC, een zelfstandig behandelcentrum, voor poliklinische revalidatie in Amersfoort. Een multidisciplinair team behandelt hier cliënten met

Nadere informatie

Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson. Neurologie

Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson. Neurologie Paramedische begeleiding bij de ziekte van Parkinson Neurologie Inleiding U bent in behandeling bij de neuroloog en de Parkinsonverpleegkundige in het ziekenhuis in verband met de ziekte van Parkinson.

Nadere informatie

Wat is artrose? Hoe ontstaat artrose? Klachten Diagnostiek Behandeling Adviezen Medicijnen Operaties...

Wat is artrose? Hoe ontstaat artrose? Klachten Diagnostiek Behandeling Adviezen Medicijnen Operaties... Artrose van de knie Inhoudsopgave Wat is artrose?... 1 Hoe ontstaat artrose?... 1 Klachten... 2 Diagnostiek... 2 Behandeling... 2 Adviezen... 2 Medicijnen... 3 Operaties... 3 Comfortabel leven met artrose

Nadere informatie

Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie

Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose Neurologie Inleiding U bent in behandeling bij de neuroloog en de MS-verpleegkundige in het MSbehandelcentrum. De ziekte MS is een chronische ziekte waarbij

Nadere informatie

Poliklinische medisch specialistische revalidatie

Poliklinische medisch specialistische revalidatie Poliklinische medisch specialistische revalidatie Revalidatie verbetert uw leefsituatie Door middel van deze informatiefolder informeren wij u over de poliklinische medisch specialistische revalidatiebehandeling.

Nadere informatie

Webinar Beheers- en Plusaudit 2015. René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO 9001-2008

Webinar Beheers- en Plusaudit 2015. René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO 9001-2008 Webinar Beheers- en Plusaudit 2015 René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO 9001-2008 Programma - Het doel en verwachtingen van deze webinar -

Nadere informatie

Multidisciplinair Aspecifiek Rugpijn Spreekuur (MARS) Zuyderland Revalidatie

Multidisciplinair Aspecifiek Rugpijn Spreekuur (MARS) Zuyderland Revalidatie Multidisciplinair Aspecifiek Rugpijn Spreekuur (MARS) Inleiding U bent doorverwezen naar het Multidisciplinair aspecifiek lage rugpijn screeningsteam (MARS) bij. Binnen dit team wordt samen met u bekeken

Nadere informatie

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Samengesteld door: Marcel Heijmans, MSc Leo Hagenaars Dr. Erik Hendriks Prof.dr. Rob Oostendorp RESPONSIE Richtlijn m.b.t.

Nadere informatie

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele

Nadere informatie

Libra R&A locatie Blixembosch. Chronische pijn. revalidatiebehandeling

Libra R&A locatie Blixembosch. Chronische pijn. revalidatiebehandeling Libra R&A locatie Blixembosch Chronische pijn revalidatiebehandeling Als langdurige pijnklachten voor beperkingen in het dagelijks leven zorgen, kan revalidatie zinvol zijn. Deze folder geeft informatie

Nadere informatie

H Poliklinische Revalidatie Behandeling (PRB)

H Poliklinische Revalidatie Behandeling (PRB) H.71889.0815 Poliklinische Revalidatie Behandeling (PRB) Inleiding De revalidatiearts heeft u aangemeld voor poliklinische revalidatie behandeling. Samen met u stelt de revalidatiearts een revalidatiebehandelplan

Nadere informatie

Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15

Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11. 1 Inleiding 15 Inhoud Samenstelling van de verschillende werkgroepen 11 1 Inleiding 15 1.1 Aanleiding voor de richtlijn 15 1.2 Werkwijze 15 1.3 Patiëntenpopulatie 16 1.4 Doelgroep 16 2 De ziekte van Parkinson 17 2.1

Nadere informatie

Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor 24-uurszorg op afroep

Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor 24-uurszorg op afroep . Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor 24-uurszorg op afroep 1 Vereniging van Indicerende en adviserende Artsen Doelen: 1.

Nadere informatie

Zeker bewegen met Parkinson

Zeker bewegen met Parkinson 1 EB 0 Zeker bewegen met Parkinson Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan doen U ervaart elke dag de gevolgen van de ziekte van Parkinson, voornamelijk

Nadere informatie

REVALIDATIE. Chronische pijn

REVALIDATIE. Chronische pijn REVALIDATIE Chronische pijn Chronische pijn Pijn is een waarschuwingssignaal dat ons beschermt. Pijn zorgt er bijvoorbeeld voor dat u niet blijft doorlopen met een gebroken been. Bij chronische pijnklachten

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie behandeling

Poliklinische revalidatie behandeling Poliklinische revalidatie behandeling voor volwassenen U heeft samen met uw revalidatiearts besloten dat u gaat deelnemen aan de poliklinische revalidatiebehandeling (PRB). U komt dan één of enkele keren

Nadere informatie

Advies- en behandelcentrum. Fysiotherapie. Verbeteren van uw dagelijks bewegen

Advies- en behandelcentrum. Fysiotherapie. Verbeteren van uw dagelijks bewegen Advies- en behandelcentrum Fysiotherapie Verbeteren van uw dagelijks bewegen Advies- en behandelcentrum Fysiotherapie is één van de vakgroepen van het Advies- en behandelcentrum, dat deel uitmaakt van

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson Wat kan Amaris Theodotion u bieden?

De ziekte van Parkinson Wat kan Amaris Theodotion u bieden? De ziekte van Parkinson Wat kan Amaris Theodotion u bieden? Informatie voor cliënten, patiënten, familieleden en mantelzorgers WAT KAN DE PARKINSON PROJECTGROEP (PPG) VOOR U ALS PARKINSON-PATIËNTEN BETEKENEN?

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoeksCentrum

Paramedisch OnderzoeksCentrum BIOPSYCHOSOCIALE MANUELE THERAPIE: hoe is de implementatie op de werkvloer? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. William Duquet Welke verrassing? Aanleiding Vraagstelling SCEGS-systematiek Biopsychosociale

Nadere informatie

Minder last van uw rug

Minder last van uw rug Minder last van uw rug Hoe kunt u pijn onderin uw rug verminderen en nieuwe klachten voorkomen Rugklachten zelf onder controle Pijn in uw rug is lastig en vervelend. Om vele redenen. Uw humeur kan eronder

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Chronische pijn. Informatie en behandeling

Chronische pijn. Informatie en behandeling Chronische pijn Informatie en behandeling Chronische pijn Bij chronische pijn is meer aan de hand dan alleen lichamelijk letsel. We spreken van chronische pijn als pijnklachten langer blijven bestaan dan

Nadere informatie

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o.

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. Whitepaper aspecifieke lage rugpijn Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. (co-writer) Inhoud Inleiding De praktijk Het trainingsprogramma De ervaringen

Nadere informatie

Functionele Loop Training

Functionele Loop Training Functionele Loop Training In overleg met uw behandelend arts heeft u een afspraak gemaakt op de polikliniek Fysiotherapie Centraal.van het Radboudumc te Nijmegen. Op de afdeling Fysiotherapie worden patiënten

Nadere informatie

Van zorgen voor naar zorgen dat

Van zorgen voor naar zorgen dat Van zorgen voor naar zorgen dat fysiotherapeutisch COPD zorg in de eerste lijn. Annemarie de Vey Mestdagh- van der List van zorgen voor 1988 Cursus Astma en COPD Pt. werd gestuurd door arts Kracht en Cardio

Nadere informatie

Revalidatie geneeskunde. Revalidatiedagbehandeling

Revalidatie geneeskunde. Revalidatiedagbehandeling Revalidatie geneeskunde Revalidatiedagbehandeling Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Het revalidatieteam... 4 3. Poliklinische dagbehandeling... 4 4. Wat doen de verschillende behandelaars?... 5 4a De

Nadere informatie

Libra R&A Revalidatie. Chronische pijnklachten van spieren en/of gewrichten. bij kinderen en jongeren

Libra R&A Revalidatie. Chronische pijnklachten van spieren en/of gewrichten. bij kinderen en jongeren Libra R&A Revalidatie Chronische pijnklachten van spieren en/of gewrichten bij kinderen en jongeren Deze folder is bedoeld voor kinderen en jongeren (of ouders/verzorgers), die in behandeling zijn bij

Nadere informatie

Revalidatie bij pijnklachten in de onderarm en hand Revalidatiecentrum Breda

Revalidatie bij pijnklachten in de onderarm en hand Revalidatiecentrum Breda Revalidatie bij pijnklachten in de onderarm en hand Revalidatiecentrum Breda De doelgroep Het behandelprogramma van Revant Revalidatiecentrum Breda is bestemd voor mensen met beperkingen in het dagelijkse

Nadere informatie

SANDWICHSCHOLING COPD Goede COPD zorg: resultaat van goede samenwerking 28 juni Scharnierconsult. Uitgangspunt

SANDWICHSCHOLING COPD Goede COPD zorg: resultaat van goede samenwerking 28 juni Scharnierconsult. Uitgangspunt SANDWICHSCHOLING COPD Goede COPD zorg: resultaat van goede samenwerking 28 juni 2012 Scharnierconsult, ziektelast en persoonlijk behandelplan Marion Teunissen en Rudy Bakker Werkgroep COPD Synchroon Scharnierconsult

Nadere informatie

Revalidatie en therapie. Pijnrevalidatieprogramma

Revalidatie en therapie. Pijnrevalidatieprogramma Revalidatie en therapie Pijnrevalidatieprogramma Inhoudsopgave Inleiding...4 Wat is chronische pijn?...4 Doel pijnrevalidatieprogramma...6 Verloop revalidatieproces...6 Screeningsfase...6 Opzet pijnrevalidatieprogramma...7

Nadere informatie

Rugrevalidatieprogramma

Rugrevalidatieprogramma FYSIOTHERAPIE Rugrevalidatieprogramma BEHANDELING Rugrevalidatieprogramma U hebt het advies gekregen deel te nemen aan het rugrevalidatieprogramma op de afdeling Fysiotherapie van het St. Antonius Ziekenhuis.

Nadere informatie

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Uitgangspunten: Beweeginterventies zijn het geheel van activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen,

Nadere informatie

Oncologische revalidatie

Oncologische revalidatie Oncologische revalidatie Inleiding Kanker verandert uw leven van de één op de andere dag. De afdeling Revalidatie van Zuyderland Medisch Centrum Heerlen heeft een gespecialiseerd behandelteam voor mensen

Nadere informatie

Back2Basic. Groepsbehandeling voor kinderen en jongeren met chronische pijnklachten op het gebied van houding en beweging

Back2Basic. Groepsbehandeling voor kinderen en jongeren met chronische pijnklachten op het gebied van houding en beweging Back2Basic Groepsbehandeling voor kinderen en jongeren met chronische pijnklachten op het gebied van houding en beweging Inleiding Chronische pijnklachten op het gebied van houding en beweging zijn pijnklachten

Nadere informatie

Artrose: nieuwe inzichten. Margreet Kloppenburg. 7 maart 2009

Artrose: nieuwe inzichten. Margreet Kloppenburg. 7 maart 2009 Artrose: nieuwe inzichten. Margreet Kloppenburg 7 maart 2009 Onderwerpen van de presentatie Wat is artrose? In het onderzoek naar artrose in het LUMC MRI van waarde bij artrose? Behandeling van artrose?

Nadere informatie

Revalidatie bij kanker

Revalidatie bij kanker REVALIDATIE Revalidatie bij kanker De mogelijkheden BEHANDELING Revalidatie bij kanker U kunt in het St. Antonius Ziekenhuis terecht voor verschillende revalidatieprogramma s bij kanker. Revalidatie bij

Nadere informatie

Fysiotherapie na een hernia- of stenose operatie

Fysiotherapie na een hernia- of stenose operatie Fysiotherapie na een hernia- of stenose operatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U bent in het Albert Schweitzer ziekenhuis aan uw rug geopereerd. In deze folder

Nadere informatie

Fysiotherapie bij CRPS-1 (posttraumatische dystrofie)

Fysiotherapie bij CRPS-1 (posttraumatische dystrofie) Fysiotherapie bij CRPS-1 (posttraumatische dystrofie) Deze folder geeft u informatie over de behandeling van Complex Regionaal PijnSyndroom, type 1 (CRPS-1), ook wel bekend als posttraumatische dystrofie.

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Paramedische zorg per definitie multiprofessioneel maar hoe? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Dr. Margreet Oerlemans Dr. Ria Nijhuis-van der Sanden UITGANGSPUNTEN Leerstoel Paramedische Wetenschappen 2000

Nadere informatie

PATIËNTENFOLDER. ORTHOPEDIE Artrose in de heup

PATIËNTENFOLDER. ORTHOPEDIE Artrose in de heup PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE Artrose in de heup Algemeen Er is bij u artrose in uw heup vastgesteld. Aan de hand van deze folder krijgt u informatie over de heup, de diagnose artrose, de gevolgen en behandeling

Nadere informatie

Resultaten zorgevaluatie Orthopedie St. Antonius Ziekenhuis

Resultaten zorgevaluatie Orthopedie St. Antonius Ziekenhuis Resultaten zorgevaluatie Orthopedie St. Antonius Ziekenhuis Bij de afdeling Orthopedie van het St. Antonius Ziekenhuis vindt standaard zorgevaluatie plaats. De zorgevaluatie doen we aan de hand van veel

Nadere informatie

Multiple Sclerose. Poliklinische revalidatie

Multiple Sclerose. Poliklinische revalidatie Multiple Sclerose Poliklinische revalidatie Voor wie is deze folder? Bij u is de diagnose Multiple Sclerose (MS) gesteld. De aandoening Multiple Sclerose kan beperkingen met zich meebrengen in uw dagelijks

Nadere informatie

Behandelprogramma. Dwarslaesie

Behandelprogramma. Dwarslaesie Behandelprogramma Dwarslaesie Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. Om u voorafgaand aan uw opname en/of behandeling bij Adelante

Nadere informatie

Fysiotherapie De Dommel

Fysiotherapie De Dommel Fysiotherapie De Dommel FysioDeDommel_Brochure.indd 1 23-02-2010 15:02:08 FysioDeDommel_Brochure.indd 2 23-02-2010 15:02:08 FysioDeDommel_Brochure.indd 3 23-02-2010 15:02:09 4. FysioDeDommel_Brochure.indd

Nadere informatie

Multiple Sclerose (MS) Informatie en behandeling

Multiple Sclerose (MS) Informatie en behandeling Multiple Sclerose (MS) Informatie en behandeling Multiple Sclerose (MS) De aandoening Multiple Sclerose (MS) kan beperkingen met zich meebrengen in uw dagelijkse leven. In deze folder leest u wat het behandelprogramma

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Jaarcijfers 2006 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2006 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg Jaarcijfers 2006 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg Gegevens in deze publicatie kunnen gebruikt worden onder vermelding van: Swinkels ICS, Leemrijse C, de Bakker D., Veenhof

Nadere informatie

Praktijkrichtlijn 3. III Literatuur 13. Verantwoording en Toelichting 14

Praktijkrichtlijn 3. III Literatuur 13. Verantwoording en Toelichting 14 Inhoudsopgave Praktijkrichtlijn 3 Inleiding 3 I Diagnostisch proces 7 I.I Verwijzing en aanmelding 7 I.II Anamnese 7 I.III Analyse ter formulering van de onderzoeksdoelstellingen 8 I.IV Onderzoek 8 I.V

Nadere informatie

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 Antwoorden stellingen Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Preventief werken 1. Preventie is: gezondheidsproblemen voorkomen en gezond gedrag stimuleren.

Nadere informatie

Revalidatie bij reumatische ziekten. Reumatoïde artritis, artritis psoriatica, artrose en Bechterew

Revalidatie bij reumatische ziekten. Reumatoïde artritis, artritis psoriatica, artrose en Bechterew Revalidatie bij reumatische ziekten Reumatoïde artritis, artritis psoriatica, artrose en Bechterew De reumatoloog heeft bij u een reumatische aandoening vastgesteld. Reumatische aandoeningen zijn chronische

Nadere informatie

Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer, werkgever en werknemer

Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer, werkgever en werknemer Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat Informatie voor de verwijzer, werkgever en werknemer De werkgever heeft in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter een grote verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Wat te vewachten? 1. Praktijkervaring en registratie 2. Whiplash-trial 3. Prognostische factoren 1. Patiëntgegevens 1998 2003 Praktijk

Nadere informatie

Revant, de kracht tot ontwikkeling!

Revant, de kracht tot ontwikkeling! Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie

Nadere informatie

Revant, de kracht tot ontwikkeling!

Revant, de kracht tot ontwikkeling! Neurologische revalidatie Hartrevalidatie Revalidatie bij complex chronisch longfalen Oncologische revalidatie Kind- en jeugdrevalidatie Revalidatie bij pijn en gewrichtsaandoeningen Arm-, hand- en polsrevalidatie

Nadere informatie

Informatie over de lastmeter

Informatie over de lastmeter Longgeneeskunde Informatie over de lastmeter www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud De lastmeter... 3 Waar kunt u terecht?... 4 Overzicht diverse hulpverleners binnen het ziekenhuis... 5 Vragen... 7 Contactgegevens...

Nadere informatie

Patienten informatieavond artrose

Patienten informatieavond artrose Patienten informatieavond artrose Agenda 19.30 19.35 Algemeen welkom 19.35 19.50 Artrose 19.50 20.05 Fysiotherapie 20.05 20.20 Diëtetiek 20.20 20.40 Pauze 20.40 21.00 Totale knieprothese 21.00 21.20 Totale

Nadere informatie

Knieklachten door kniebuiging, Nieuwe Wegen, Eerst ZelfZorg dan Therapie. Knieklachten. Humane Ergonomie. Een Behavioral Approach Fysiek

Knieklachten door kniebuiging, Nieuwe Wegen, Eerst ZelfZorg dan Therapie. Knieklachten. Humane Ergonomie. Een Behavioral Approach Fysiek Knieklachten Humane Ergonomie Een Behavioral Approach Fysiek Preventie is de Essentie Preventie van overbelasting Actief Preventie van pijnlijke belastingen Passief Preventie van recidive & verergering

Nadere informatie

Inclusiecriteria/ indicatie

Inclusiecriteria/ indicatie Kwaliteitscriteria Groepsrevalidatie Oncologie/Stichting Herstel & Balans, Utrecht 2003 Kwaliteitscriteria Groepsrevalidatie Oncologie Herstel & Balans/2003 Deze kwaliteitscriteria zijn vastgesteld door

Nadere informatie

AANMELDINGSFORMULIER ONCOLOGISCHE NAZORG HERSTEL & BALANS OF FYSIEKE TRAINING

AANMELDINGSFORMULIER ONCOLOGISCHE NAZORG HERSTEL & BALANS OF FYSIEKE TRAINING AANMELDINGSFORMULIER ONCOLOGISCHE NAZORG HERSTEL & BALANS OF FYSIEKE TRAINING Om in aanmerking te komen voor Oncologische Nazorg dient u het aanmeldingsformulier invullen en binnen drie weken retourneren

Nadere informatie