Doelgroep Dove en slechthorende kinderen tot 12 jaar.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Doelgroep Dove en slechthorende kinderen tot 12 jaar."

Transcriptie

1 1. Licht onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen tot 12 jaar Doelgroep Dove en slechthorende kinderen tot 12 jaar. Uitgangspunt Uitgangspunt van een licht onderwijsarrangement is dat de leerling onderwijs krijgt op een reguliere school. Tijd & Aandacht Uitgangspunt van een licht onderwijsarrangement is dat de leerling deelneemt aan het reguliere onderwijsprogramma. De ontwikkeling van spraak en taal staat centraal in het ondersteuningsaanbod. De inzet wordt enerzijds bepaald door het budget en anderzijds door de contractering tussen klant en cluster 2. Voor het licht arrangement is incidenteel expertise cluster 2 aanwezig. Onderwijsmaterialen & Curriculum Dienstverlening kan op basis daarvan bestaan uit directe en indirecte begeleiding. Directe begeleiding vindt plaats met de leerling of met een groep(je). Indirecte dienstverlening kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de handelingsverlegenheid van de docent, schoolsysteem, deskundigheidsbevordering-cluster 2 op de werkvloer en in het schoolteam. Expertise (kennis & vaardigheden) De ondersteuning in de klas en op de school wordt verzorgd door de medewerker cluster2. Het aanbod wordt op maat gemaakt met het ontwikkelingsperspectief van de leerling als uitgangspunt. Cluster 2 heeft in dit arrangement ondersteuningsplicht. Fysieke omgeving Er zijn geen aanpassingen in de reguliere omgeving. Samenwerking Verantwoordelijkheid voor samenwerking met externen ligt bij de reguliere school. Uitstroom uit licht arrangement De leerling ontwikkelt zich volgens het opgestelde ontwikkelingsperspectief. De doelen in de begeleiding zijn behaald. De reguliere school is in staat de benodigde extra ondersteuning te bieden. De ondersteuning vanuit cluster 2 wordt afgesloten. Uitstroom uit licht arrangement naar mediumarrangement De leerling ontwikkelt zich niet volgens het opgestelde ontwikkelingsperspectief. Er is meer ondersteuning nodig dan in het licht arrangement geboden kan worden. De medewerker cluster 2 signaleert dat de leeropbrengst achterblijft als gevolg van handicap-specifieke beperkingen. Het medium arrangement sluit beter aan bij de onderwijsbehoefte van de leerling. In de komende maanden worden de onderwijsarrangementen voorzien van een model voor kostprijsberekening. Alle relevante variabelen worden daarin opgenomen. Het model moet Siméa in staat stellen om de gevolgen van de bezuinigingstaakstelling van ruim 20% vanaf 2013 in de explicitering van de onderwijsarrangementen te realiseren. Aangezien de personele inzet gemiddeld 80% van het beschikbare budget beslaat, zal de bezuinigingstaakstelling met name gevolgen hebben op de personele inzet van het onderwijsarrangement.

2 Voorblad Licht OA'!A1 Veld Setting binnen de klas Setting binnen de school Tijd en aandacht Uitgaand van het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoefte van de leerling wordt gesteld dat het lichte arrangement een aanbod van een nader te bepalen hoeveelheid uren op (school)jaarbasis kan omvaten. De leerling volgt regulier onderwijs. Specifieke ondersteuning cluster 2 kan geboden worden in kleinere groepssetng of individuele aandacht. Ondersteuning op het reguliere curriculum wordt gegeven door een leerkracht- of medewerker cluster 2. Onderwijsmaterialen/curriculum Uitgangspunt in het licht arrangement is dat zo min mogelijk wordt afgeweken van het reguliere curriculum. Technische of onderwijskundige aanpassingen worden binnen het reguliere lesprogramma gerealiseerd. Toegankelijk maken van leerstof wordt ondersteund en/of uitgevoerd door de medewerker cluster2. Mogelijke activiteiten in het lichte arrangement: Ten behoeve van de leerling Ten behoeve van de school Specifieke interventies gericht op de taalontwikkeling van dove en SH kinderen. Ondersteuning rt'er/ib'er op expertise doof/sh Specifieke interventies gericht op lezen. Begeleiding geven aan een groepje leerlingen met dezelfde (aan de beperking en/of stoornis gerelateerde) hulpvraag. Hierbij kunnen ook niet geïndiceerde leerlingen aansluiten. De communicatie, leerstof en instructie toegankelijk maken voor dove/sh leerlingen Visuele ondersteuning van het leerprogramma. (zo nodig uit depot cluster 2) Ondersteuning op de sociaal emotionele ontwikkeling met aandacht voor het leren omgaan met en acceptatie van hoor Scholing apparatuur, en bevorderen voorlichtingen aangaan relaties verzorgen en ontwikkeling voor sociale vaardigheden. leerkrachten. Individuele begeleiding binnen de reguliere klas of daarbuiten in een speciale ruimte Begeleiding geven aan een groepje leerlingen met dezelfde (aan de beperking en/of stoornis gerelateerde) hulpvraag. Hierbij kunnen ook niet geïndiceerde leerlingen aansluiten. Audiologische ondersteuning (gebruik soloapparatuur) Ten behoeve van de leerkracht Adviseren bij het schrijven van het ontwikkelingsperspectief met name rond belemmerende factoren cluster 2 gerelateerd. Advisering en voorlichting rond didactisch klimaat dat communicatie en taalontwikkeling stimuleert. Samen werken met de leerkracht in de rol van co-teacher Scholing en voorlichtingen verzorgen voor leerkrachten. Er is een mogelijkheid gebruik te maken van een tolk. (aparte tolken voorziening) Expertise (kennis, didactische vaardigheden) Elke leerkracht/ medewerker cluster2 beschikt over de kennis en competenties zoals opgenomen in het competentieprofiel De medewerkers leraar cluster 2 en ambulant kunnen dienstverlener beschikken cluster over 2. de kennis en materialen van de kenniscentra (eigen instelling en Simea) Voor het begeleiden van dove en SH leerlingen is beheersen van NMG en waar nodig NGT noodzakelijk De medewerker cluster 2 beschikt over kennis van de reguliere en speciale methodes en sluit daar in de ondersteuning bij aan. De leerkracht /medewerker cluster 2 heeft kennis over en ervaring in omgaan met eigentijdse en op interactie gerichte communicatiemiddelen (bv. Smartborden, en andere vormen van digitale communicatie die ondersteunend zijn voor dove en slechthorende leerlingen. De leerkracht /medewerker cluster 2 heeft kennis en ervaring in vormen van pre-teaching, reteaching, teamteaching en co-teaching Fysieke omgeving In principe zijn er geen aanpassingen nodig in de reguliere omgeving. Als gekozen wordt voor een reguliere school waar meerdere leerlingen cluster 2 een licht arrangement on Samenwerking met andere instanties De verantwoordelijkheid voor het contact met andere instanties ligt bij de reguliere school in overleg met de ouders. Er is waar nodig afstemming met: De medewerker cluster 2 geeft waar nodig adviezen aan ouders over het stimuleren van communicatie en spraaktaalontwikkeling in de thuissituatie. Regulier (vervolg) onderwijs Logopedie Audiologisch centrum Voor- en naschoolse opvang of behandeling Bureau jeugdzorg Gezinsbegeleiding

3 Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren* voor het onderwijs aan dove en slechthorende leerlingen * De kwaliteitsindicatoren zijn vetgedrukt. Domein A. Didactisch klimaat dat communicatie en taalontwikkeling stimuleert A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 A9 A10 A11 A12 A13 De uitgangspunten met betrekking tot communicatie en taalbeleid zijn geformuleerd in het schoolplan. De communicatie en instructie is toegankelijk voor de leerlingen (individueel en in de groep). Er wordt gecommuniceerd en lesgegeven in een toegankelijke taal. Algemene aandachtspunten: De communicatie en instructie worden intensief gevisualiseerd: concreet materiaal, afbeeldingen, picto s, foto, film etc. De medewerker maakt gebruik van (natuurlijke) expressie en mimiek De medewerker heeft aandacht voor het maken en behouden van oogcontact De medewerker heeft aandacht voor het richten en behouden van visuele en/of auditieve aandacht De medewerker temporiseert verschillende bronnen van informatie. (Tegelijkertijd schrijven en kijken/luisteren is voor sommige dove/slechthorende leerlingen niet mogelijk) Wisseling van gesprekspartners wordt aangegeven/ is gereguleerd zodat leerlingen geen communicatie missen. Mondelinge informatie wordt zoveel mogelijk ook schriftelijk (in beeld of woord) vastgelegd, zeker als het gaat om belangrijke afspraken. De gesprekspartners (medewerker/medeleerlingen) zijn zichtbaar voor de leerlingen Er is aandacht voor lichtinval. De leerling kijkt niet tegen het licht in. Aandachtspunten gesproken Nederlands: Er wordt rustig gesproken. Het mondbeeld van de medewerker is duidelijk. De articulatie van de medewerker is duidelijk maar niet overdreven. Er is aandacht voor een goede signaal-ruisverhouding. De medewerker is zich bewust van het effect van achtergrondgeluid. Klasse- of soloapparatuur, afhankelijk van de akoestische omstandigheden, wordt ingezet Akoestische omstandigheden: Wenselijke signaalruisverhouding: minimaal + 15 db (S/N). Wenselijk voor onderwijs +20 db, of zelfs +25/30 db. Wenselijke nagalmtijd: Klaslokalen horende kinderen: nagalmtijd van 0,5-0,8 sec acceptabel. Bij slechthorenden seconden. In het geval van het gebruik van gesproken Nederlands met Gebaren (NmG): medewerkers zijn alert op de kwaliteit van het aanbod van het gesproken Nederlands. Dit betreft de articulatie, het stemvolume en de intonatie, tempo en vloeiendheid en de grammatica. Ze vermijden geen (complexe) woorden en versimpelen het taalgebruik niet. medewerkers zijn alert op de kwaliteit van het gebarenaanbod. Het gaat hier om articulatie/uitvoering van de gebaren, tempo en vloeiendheid, het aantal gebaren per zin en een bewuste keuze van de woordsoorten die wel/niet ondersteund worden. Voor ernstig slechthorende en dove leerlingen met een tweetalig aanbod (Nederlands en Nederlandse gebarentaal): het aanbod is fexibel en de verhouding tussen beide talen beweegt mee met de ontwikkeling van de leerling. Aandachtspunten Nederlandse Gebarentaal: Er wordt op een natuurlijke en vloeiende manier gecommuniceerd. De mimiek van de medewerker is sprekend en duidelijk, maar niet overdreven. De articulatie/uitvoering van de gebaren is duidelijk. Medewerkers die NGT en/of NmG gebruiken in de communicatie worden structureel geschoold en getoetst op hun vaardigheid. Er zijn minimale beheersingsniveaus voor (verschillende typen) medewerkers geformuleerd. Er is een rijke en uitdagende taal-/leeromgeving. De leerkracht stemt deze taal-/leeromgeving af op de zone van de naaste ontwikkeling van de individuele leerling en van de groep. De communicatie en interactie in de klas sluit aan bij het taalbegripniveau van de leerling(en). Medewerkers hebben een responsieve en sensitieve communicatieve houding. Medewerkers wachten en geven tijd om de leerlingen zelf en met elkaar te laten communiceren. Medewerkers haken aan bij de talige uitingen van de leerling(en) en breiden deze waar mogelijk op een natuurlijke manier uit. Het principe van Vangen, Aanpassen en Toevoegen (VAT)wordt gehanteerd in de communicatie. Medewerkers corrigeren de talige uitingen van de leerlingen niet expliciet. Om de communicatie te verduidelijken worden technieken ingezet zoals herformuleren, parafraseren en topicalisatie (onderwerp apart zetten en benadrukken). De interactie wordt niet gedomineerd door de medewerker. Alle leerlingen hebben een substantieel aandeel in de talige interactie. De medewerker reguleert de interactie waar nodig. Medewerkers dagen leerlingen uit om na te denken over hun eigen taal- en spraakgebruik ( refectie). In de onderwijsdoelstellingen is het leren omgaan met en de acceptatie van hoor- en klassenapparatuur en ringleiding in publieke ruimtes (voor leerlingen waarvoor dit relevant is) opgenomen. Kleine technische storingen in soloapparatuur, klassenapparatuur, hoorapparatuur of cochleair implantaat worden in de onderwijssituatie verholpen. KLIK HIER OM TERUG TE KEREN NAAR HET ARRANGEMENT

4 Interventies A14 A15 A16 A17 A18 A19 A20 A21 A22 A23 Medewerkers hebben inzicht in het taalontwikkelingsniveau en de spraakontwikkeling van de individuele leerlingen. Ze sluiten in hun communicatieve benadering aan op dit niveau door leerlingen talig te benaderen in de zone van de naaste ontwikkeling. Dit gebeurt ten aanzien van de woorden- (en gebaren-)schat, de grammaticale ontwikkeling op woord- (en/of gebaar-) en zinsniveau en ten aanzien van het gebruik van de taal in specifieke situaties. Wanneer zij werken met de groep diferentiëren zij ten aanzien van hun communicatie en taalaanbod binnen de groep. Medewerkers van jonge leerlingen bevorderen de communicatie in de thuissituatie door het gebruik van bv. de dagagenda met foto s en een korte beschrijving van de onderwijsleersituatie voor ouders. Medewerkers gebruiken methodieken die de taal- en denkontwikkeling van kinderen stimuleren. Verschillende taal- en denkvaardigheden worden getraind, zoals oorzaak-gevolg, overeenkomsten/verschillen en het bedenken van oplossingen. Leren discussiëren is een complexe taal- en denkvaardigheid voor leerlingen in cluster 2. Het is een belangrijk doel in het onderwijsprogramma op een cluster 2 school. De leerlingen leren expliciet strategieën en vaardigheden om te kunnen discussiëren. Leerkrachten stemmen de communicatieve en talige benadering af met die van de betrokken logopedist en met de specialist Nederlandse Gebarentaal indien er sprake is van het gebruik van deze taal. Om de hoormogelijkheden optimaal uit te dagen is er hooropvoeding en hoortraining in de klas en bij de (individuele) logopedie. Spraakafzien/spraakwaarneming ter aanvulling van of als alternatief voor auditieve informatie wordt getraind. Van jongs af aan is er extra aandacht voor de verstaanbaarheid van het gesproken Nederlands. Tijdens de logopedie is er op de individuele leerling gerichte aandacht voor de articulatie. Leerlingen leren (ook) gebruik te maken van auditieve feedback gericht op de eigen uitspraak en het spraakverstaan. Waar nodig wordt extra visuele ondersteuning geboden door bijvoorbeeld het gebruik van de spiegel en/of Klank Ondersteunende Gebaren (K.O.G.) en tactiele ondersteuning in de vorm van het voelen van stemgeving en luchtstroom. Ook in de klassikale situatie stimuleert de leerkracht tijdens doelgerichte activiteiten de verstaanbaarheid van het gesproken Nederlands. In de peuter- en kleuterjaren wordt het fonemisch bewustzijn expliciet en intensief getraind. Leerkrachten en logopedisten zetten hierbij de kennis op het gebied van articulatorische en akoestische fonetiek in. B. Pedagogisch klimaat dat veiligheid en ruimte biedt om te communiceren en te refecteren op jezelf en je omgeving B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 Het plezier krijgen, hebben en houden in communicatie is een belangrijke voorwaarde om verder te kunnen ontwikkelen en leren. De medewerkers stimuleren dit plezier. Leerlingen krijgen positieve feedback op hun communicatieve pogingen en talige uitingen. Medewerkers bouwen bewust rust en pauzes in in hun communicatie. Ze stellen open vragen. Leerlingen kunnen talige informatie op eigen tempo verwerken en krijgen de gelegenheid zich te uiten. Medewerkers dagen leerlingen uit om zich talig te uiten. Het pedagogisch klimaat daagt leerlingen binnen de kaders van de geboden veiligheid uit om contacten aan te gaan in communicatie met anderen. Leerlingen leren communicatiestrategieën en worden getraind om weerbaar te zijn in communicatie en contact met anderen. Verschillende communicatieve benaderingen en talen hebben een gelijkwaardige status. In het onderwijsprogramma maken dove en slechthoren de leerlingen kennis met en worden geïnformeerd over aspecten van Dovencultuur en/of de wereld van slechthorenden. Het gaat hier om de specifieke geschiedenis, kunstuitingen van de doelgroep en om organisaties en verenigingen die er zijn. Door hierover geïnformeerd te zijn, kunnen leerlingen zelf keuzes maken of zij wel of niet willen deelnemen aan activiteiten gericht op de doelgroep. Het domein identiteitsontwikkeling in relatie tot de auditieve beperking is ingebed in het onderwijsprogramma. Het stimuleren van een positief en reëel zelfbeeld staat hierbij voorop. Vanuit een positieve grondhouding bevorderen medewerkers tevens een reëel en positief zelfeeld van de leerlingen. Voor de leerlingen in de Ambulante begeleiding wordt lotgenotencontact gestimuleerd en georganiseerd en ook ontvangen zij informatie over voorzieningen (verenigingen, clubs etc.) voor doven/slechthorenden. Leerlingen krijgen de gelegenheid om ervaringen met elkaar te delen en hierop te refecteren. Er worden duidelijke grenzen gesteld aan het gedrag van leerlingen. Medewerkers stappen niet in de valkuil gedrag van dove of slechthorende leerlingen te accepteren dat normaliter niet getolereerd kan worden. School- en omgangsregels worden expliciet uitgelegd en gevisualiseerd. Het talig herkennen, benoemen en gebruiken van gevoelens en emoties krijgt extra aandacht. Deze abstracte begrippen zijn vaak extra moeilijk voor leerlingen in cluster 2. Het veel en herhaaldelijk gebruik van deze begrippen draagt bij aan het vermogen om ervaringen, gevoelens en emoties te delen en bespreken. C. Specialistisch en intensief taalonderwijs C1 C2 In het SO en VSO staan extra uren taalonderwijs op het rooster. De ambulant begeleider geeft specifieke aandacht aan de taalontwikkeling van de dove/slechthorende leerling in het reguliere onderwijs. Er is gestructureerd, expliciet en doelgericht taalonderwijs (vanaf jonge leeftijd aansluitend bij de belevingswereld van de leerling.)

5 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11 C12 C13 C14 C15 De uitbreiding van de woord- en/of gebarenschat staat centraal en vindt doelgericht en systematisch plaats. Er is daarbij extra en expliciet aandacht voor de opbouw van semantische netwerken. Nieuwe begrippen worden in verschillende contexten expliciet aangeboden. Er is extra training van nieuwe begrippen. De didactiek van Verhallen&Verhallen (1999): Voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren wordt in het woordenschatonderwijs gehanteerd. Talige informatie en nieuwe begrippen worden gekoppeld aan de ervaringen van leerlingen. Het aanleren van schooltaalbegrippen (bv. samenvatten, aantekenen onthouden etc.) en vaktaal krijgt gerichte aandacht. Wanneer er ook een aanbod is van de Nederlandse gebarentaal worden nieuwe concepten en begrippen eerst aangeboden in de meest toegankelijke taal en wordt er vervolgens een brug geslagen naar de tweede taal door het koppelen van het gebaar aan het gesproken en geschreven woord. Zowel de logopedist als de leerkracht heeft inzicht in/kennis van de normale taalverwerving en het taalontwikkelingsniveau van de individuele leerlingen in de groep. Hij past zijn aanbod hier op aan. Daarnaast werkt hij op groepsniveau aan talige doelen. De leraar slaat een brug tussen beide benaderingen door binnen het groepsonderwijs ook ruimte te geven aan verschillende niveaus van taalvaardigheid van individuele leerlingen. Dit kan bijvoorbeeld door (verwerkings-)opdrachten op verschillende niveaus aan te bieden bij het taalprogramma voor de groep. Ook lenen de momenten waarop individuele communicatie plaatsvindt zicht op het stimuleren van de individuele (mondelinge) taalvaardigheid. In het taalonderwijs is er expliciete aandacht voor training van woord- en zinsbouw (morfologie en syntaxis). Ook worden leerlingen getraind in het gebruik van passend taalgebruik in specifieke situaties (pragmatiek). Zij trainen dit expliciet bijvoorbeeld aan de hand van rollenspellen waarbij de talige interactie voorop staat. Tevens is er expliciete aandacht voor verhaalopbouw, communicatieve redzaamheid en conversatievaardigheid. Figuurlijk taalgebruik is extra moeilijk voor dove en slechthorende leerlingen. Dit wordt extra uitgelegd en leerlingen leren veelvoorkomend figuurlijk taalgebruik te herkennen en trainen dit in. Taal loopt als een rode draad door het onderwijsprogramma en is dus ook bij de overige vakken een belangrijk aandachtspunt zonder het onderwijsdoel van het betreffende vak uit het oog te verliezen. Dit betekent dat talige begrippen die noodzakelijk zijn om de lesstof van het betrefende vak te kunnen verwerken vooraf besproken en waar nodig getraind worden. Er is multidisciplinaire samenwerking op het gebied van de mondelinge taalvaardigheid door leerkracht en logopedist. Er is individuele en/of klassikale-/groepslogopedie binnen het onderwijsprogramma. Er wordt gewerkt aan doelen op het gebied van taalvaardigheid, hoortraining/auditieve vaardigheden en articulatie. Het leren uitspreken van vreemde talen krijgt specifieke aandacht van leerkracht en logopedist. De taalontwikkeling wordt zorgvuldig op individueel en klassikaal niveau gevolgd aan de hand van observaties, methodegebonden toetsen, methodeonafhankelijke taaltoetsen en logopedische testen. VSO: Er wordt gewerkt met aangepaste examens (ondertiteling) om het gemis aan auditieve input te compenseren. D. Specialistisch en intensief leesonderwijs D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 Het leren lezen is een speerpunt in het onderwijs aan dove en slechthorende leerlingen. In het SO en VSO staan extra uren leesonderwijs op het rooster. De ambulant begeleider geeft specifieke aandacht aan het (leren) lezen bij dove/slechthorende leerling in het reguliere onderwijs. De verminderde toegang tot auditieve informatie vraagt om een aangepaste leesdidactiek. Hiervoor worden al in de kleuterperiode in het kader van ontluikende geleterdheid specifieke technieken ingezet om de (beperkte) auditieve informatie te visualiseren. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van klankgebaren en/of van vingerspelling. Er is expliciete en systematische aandacht voor fonologische ontwikkeling en letterkennis mede in relatie tot hoortraining. Audiovisuele hulpmiddelen en ICT-toepassingen ondersteunen hierbij. Voor leerlingen die geen toegang hebben tot auditieve informatie wordt gewerkt met visuele technieken (gebaren en/of vingerspelling) voor het (de-)coderen. Het op gang brengen van een vorm van articulatie die ingezet wordt voor het verklanken van letters en van het woordbeeld is voor deze groep leerlingen (ook) van groot belang. Het proces van aanvankelijk lezen is intensief. Door de verminderde toegang tot auditieve informatie vraagt het analyseren en synthetiseren voor veel leerlingen extra training en herhaling om tot automatiseren te komen. Voor leerlingen die geen of een sterk verminderde toegang hebben tot auditieve informatie worden alternatieve visuele technieken (vingerspelling, (klank-)gebaren) ingezet. De logopedie wordt ondersteunend ingezet voor het leren analyseren en synthetiseren van letters en woorden. Vlotte woordherkenning verloopt bij dove en slechthorende leerlingen vertraagd. Dit vraagt extra en verlengde training. Deze training verloopt via spraak maar waar nodig ook via vingerspelling en/of gebaren. Inprenting van het woordbeeld via de orthografische route (schrift) krijgt expliciet aandacht. ICTtoepassingen (voor de doelgroep) ondersteunen hierbij.

6 D9 D10 D11 D12 D13 D14 D15 Door de vertraging in de Nederlandse taalontwikkeling beschikken leerlingen over een (aanzienlijk) kleinere mondelinge woordenschat. Wanneer leerlingen de techniek van het leren lezen onder de knie krijgen, betekent dit dat de betekenis van een woord vaak expliciet uitgelegd en aangeleerd moet worden. Pre-teaching met uitleg van sleutelwoorden in teksten is voor veel leerlingen van belang om een tekst te kunnen lezen. Op het gebied van begrijpend lezen ondervinden leerlingen problemen door de beperkte woordenschat, door de moeite die zij hebben met het begrijpen van woord- en zinsbouw en door het informatie-/kennistekort dat veel leerlingen hebben opgelopen. Het lezen en daarmee begrijpen van teksten wordt regelmatig expliciet behandeld. Het hardop meedenken van de leerkracht bij het hanteren van leesstrategieën voor het leren begrijpen van de tekst is een belangrijke didactische aanpak (modelling). Leesstrategieën worden expliciet aangeleerd om zoveel mogelijk zelfstandig teksten te leren lezen. Abstracte leeswoordenschat wordt expliciet getraind: bv. verwijswoorden, vraagwoorden, voegwoorden, figuurlijk taalgebruik. De didactische uitgangspunten zoals geformuleerd in het rapport Leren lezen van Dove en Slechthorenden leerlingen (Wauters e.a., 2008) zijn gebaseerd op inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek. Deze uitgangspunten worden gehanteerd in het leesonderwijs. De leesontwikkeling wordt zorgvuldig en systematisch gevolgd aan de hand van observaties, methodegebonden toetsen en methodeonafhankelijke toetsen. Omdat het (leren) lezen voor dove en slechthorende leerlingen vaak moeilijk is, krijgt het stimuleren van leesmotivatie extra aandacht. Ouders worden geïnformeerd over en betrokken bij het (leren) lezen van hun dove/ slechthorende kind. Dit leren lezen verloopt in een aantal opzichten anders/ minder vanzelfsprekend dan bij horende leerlingen. E. Aangepaste instructie om het onderwijs toegankelijk te maken E1 E2 E3 E4 E5 E6 E7 E8 E9 E10 E11 E12 E13 De mondelinge instructie wordt aangepast aan het begripsniveau van de leerling(en). Dit geldt zowel voor de vorm (gesproken Nederlands, Nederlands met gebaren of Nederlandse Gebarentaal) als voor de inhoud (complexiteit van begrippen). De leerkracht kent de voorkeurstaal van de leerlingen in de groep en is in staat om op individueel en groepsniveau de instructie hierop te laten aansluiten. Het aanbieden van complexe begrippen wordt niet vermeden. Er wordt een toegankelijke definitie en/of een voorbeeld bij gegeven. Omschrijven, herhalen en begrip controleren. Voor leerlingen met Ambulante Begeleiding wordt een tolk NGT/NmG of een schrijftolk NL ingezet als de leerling daarmee de instructie beter kan volgen, meer informatie op kan nemen en hierdoor hogere onderwijsresultaten behaalt. De leerkracht is zich doorlopend bewust van het feit dat als gevolg van het gehoorverlies leerlingen informatie kunnen missen. Dit geldt voor de instructie in het gesproken Nederlands, maar ook voor instructie in de Nederlandse gebarentaal. Wanneer een leerling wegkijkt wordt ook deze vorm van informatie gemist. De leerkracht vat instructie regelmatig samen of vraagt dit aan een leerling en stelt waar nodig controlevragen om te beoordelen of de instructie waargenomen en begrepen is. De leerkracht weet hierin te doseren zodat leerlingen geboeid blijven om de instructie te volgen en niet afaken vanwege te veel herhalingen en onderbrekingen van de instructie. De leerlingen leren naarmate zij ouder worden zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het waarnemen van de instructie. Zij leren aan te geven als deze voor hen onvoldoende toegankelijk is qua vorm of inhoud. Om (complexe) lesstof toegankelijk te maken worden belangrijke begrippen vooraf uitgelegd (preteaching). Voor sommige leerlingen is er extra training noodzakelijk van deze begrippen (reteaching). Tekstmateriaal dat leerlingen niet in staat zijn zelfstandig te verwerken, wordt eerst in een toegankelijke communicatiecode uitgelegd. Via schrift en/of beeld wordt een compacte samenvatting van de lesstof aangeboden. Mindmappen is een techniek die hiervoor gebruikt kan worden. Schriftelijke opdrachten die qua taalbegripniveau te complex zijn om zelfstandig te verwerken worden vooraf mondeling besproken en waar nodig aangepast. Modelling (hardop denkstrategieën verwoorden, voordoen/nadoen) is de techniek die de leerkracht inzet om leerlingen toe te leiden naar het zelfstandig verwerken van schriftelijke opdrachten. Het werkgeheugen voor het verwerken van achtereenvolgende (waaronder visuele) informatie is beperkter. Medewerkers passen taken aan waarbij een beroep gedaan wordt op het onthouden van deze vorm van informatie. Ook trainen ze dit werkgeheugen door leerlingen langer wordende reeksen met opeenvolgende informatie (bv. reeksen woorden) te laten verwerken. Het ruimtelijk geheugen is bij veel leerlingen sterker ontwikkeld. Leerkrachten geven leerlingen kansen om hun talenten op dit gebied te ontwikkelen. Er worden (visuele) handelingswijzers toegepast om leerlingen in staat te stellen zelfstandig opdrachten te verwerken. Dove en slechthorende leerlingen richten hun aandacht meer op de periferie. Dit komt voort uit een compensatie voor gebrek aan auditieve informatie. Het betekent dat er voor dove en slechthorende leerlingen daardoor meer afleiders zijn. De meest ideale opstelling bij instructie en discussie is een halve cirkel. Zo is iedereen zichtbaar. De voorspelbaarheid van de omgeving is hierbij van belang. Het aantal storingen wordt zoveel mogelijk beperkt. Het begrijpen van lesstof is niet vanzelfsprekend als voldaan wordt aan de ogenschijnlijk optimale toegang tot communicatie die gerealiseerd kan worden door bijvoorbeeld extra visualisatie. Door de beperkte woordenschat en het informatietekort begrijpen dove en slechthorende leerlingen vaak minder dan wij, maar ook zijzelf soms denken. Er wordt regelmatig een samenvatting gegeven van de behandelde lesstof en er worden controlevragen naar begrip gesteld. Het model van directe instructie wordt gehanteerd en helpt leerlingen het doel van de activiteit te begrijpen en richt hen op de opbrengst van een lesactiviteit.

7 F. bevordering van sociale relaties en welbevinden E14 E15 F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 F8 F9 Ondanks het feit dat veel dove/sh leerlingen moeite hebben met het verwerken van talige (schriftelijke) informatie zorgen medewerkers ervoor dat het doel van de onderwijsactiviteit centraal blijft staan. Een reken- of aardrijkskundeles wordt geen taalles. De leerkracht compenseert het tekort aan taalbegrip door de aangepaste instructie. De inhoud van de lesstof wordt daardoor begrepen en nieuwe talige begrippen worden aangeleerd. Er is in het rooster van jongs af aan structureel meer tijd ingeruimd voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Door de verminderde toegang tot communicatie en informatie waar leerlingen in het dagelijks leven mee geconfronteerd worden, kan het welbevinden ondanks extra begeleiding en aandacht onder druk komen te staan. In verband met een hoge prevalentie van psychische problemen (40% wordt in onderzoek genoemd. Van Eldik e.a. 2004, Van Gent e.a., 2007) wordt van jongs af aan in het lesprogramma expliciet en systematisch aandacht besteed aan de sociaal-emotionele vorming en de training van sociale vaardigheden. Er is expliciete aandacht in het lesprogramma voor de gevoelsmatige en emotionele kant van relaties en seksualiteit. Leerlingen hebben kennis van de eigen hoorstatus en leren om te gaan met de gevolgen van de auditieve beperking. Ze krijgen informatie over de werking van het gehoor en de gevolgen van de auditieve beperking voor de communicatie met anderen. Ze krijgen de gelegenheid ervaringen te delen en het functioneren in hun (veelal horende) omgeving te bespreken. Ze delen deze ervaringen met elkaar en met volwassen rolmodellen. Leerlingen worden voorbereid op stages en werk in relatie tot de gevolgen van de gehoorproblematiek. Leerlingen leren zich bewust te zijn van het effect van mimiek, lichaamstaal en houding. Expressieactiviteiten en drama zijn ondersteunend bij de sociale ontwikkeling. Slechthorende en/of dove rolmodellen/identificatiemodellen zijn beschikbaar voor de leerlingen. Als gevolg van het tekort aan informatie(overdracht) en het ontbreken van nuances in de uitleg bestaat het risico dat leerlingen zwart-wit gaan denken. Dit is een bedreiging voor een harmonieuze sociale en seksuele ontwikkeling. Leerkrachten beperken zich niet in de informatieoverdracht, nemen hier meer tijd voor en benadrukken juist de nuances. De leerlingen worden van jongs af aan zorgvuldig gevolgd in hun sociaal-emotionele ontwikkeling aan de hand van (gestandaardiseerde) observaties en/of screeningsinstrumenten. Indien er sprake is van een risicoscore binnen het klinisch gebied worden in samenwerking met de zorginstellingen, passende arrangementen geboden om de ontwikkeling te stimuleren en stagnatie en/of problemen te voorkomen (preventie) of te verminderen.

8 In het SO en VSO staan extra uren taalonderwijs op het rooster. De ambulant begeleider geeft specifieke aandacht aan de taalontwikkeling van de dove/slechthorende leerling in het reguliere onderwijs. Er is gestructureerd, expliciet en doelgericht taalonderwijs (vanaf jonge leeftijd aansluitend bij de belevingswereld van de leerling.) De uitbreiding van de woord- en/of gebarenschat staat centraal en vindt doelgericht en systematisch plaats. Er is daarbij extra en expliciet aandacht voor de opbouw van semantische netwerken. Nieuwe begrippen worden in verschillende contexten expliciet aangeboden. Er is extra training van nieuwe begrippen. De didactiek van Verhallen&Verhallen (1999): Voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren wordt in het woordenschatonderwijs gehanteerd. Talige informatie en nieuwe begrippen worden gekoppeld aan de ervaringen van leerlingen. Wanneer er ook een aanbod is van de Nederlandse gebarentaal worden nieuwe concepten en begrippen eerst aangeboden in de meest toegankelijke taal en wordt er vervolgens een brug geslagen naar de tweede taal door het koppelen van het gebaar aan het gesproken en geschreven woord. In het taalonderwijs is er expliciete aandacht voor training van woord- en zinsbouw (morfologie en syntaxis). Ook worden leerlingen getraind in het gebruik van passend taalgebruik in specifieke situaties (pragmatiek). Zij trainen dit expliciet bijvoorbeeld aan de hand van rollenspellen waarbij de talige interactie voorop staat. Tevens is er expliciete aandacht voor verhaalopbouw, communicatieve redzaamheid en conversatievaardigheid. Figuurlijk taalgebruik is extra moeilijk voor dove en slechthorende leerlingen. Dit wordt extra uitgelegd en leerlingen leren veelvoorkomend figuurlijk taalgebruik te herkennen en trainen dit in. De taalontwikkeling wordt zorgvuldig op individueel en klassikaal niveau gevolgd aan de hand van observaties, methodegebonden toetsen, methodeonafhankelijke taaltoetsen en logopedische testen.

9 De verminderde toegang tot auditieve informatie vraagt om een aangepaste leesdidactiek. Hiervoor worden al in de kleuterperiode in het kader van ontluikende geleterdheid specifieke technieken ingezet om de (beperkte) auditieve informatie te visualiseren. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van klankgebaren en/of van vingerspelling. Het proces van aanvankelijk lezen is intensief. Door de verminderde toegang tot auditieve informatie vraagt het analyseren en synthetiseren voor veel leerlingen extra training en herhaling om tot automatiseren te komen. Voor leerlingen die geen of een sterk verminderde toegang hebben tot auditieve informatie worden alternatieve visuele technieken (vingerspelling, (klank-)gebaren) ingezet. Vlotte woordherkenning verloopt bij dove en slechthorende leerlingen vertraagd. Dit vraagt extra en verlengde training. Deze training verloopt via spraak maar waar nodig ook via vingerspelling en/of gebaren. Door de vertraging in de Nederlandse taalontwikkeling beschikken leerlingen over een (aanzienlijk) kleinere mondelinge woordenschat. Wanneer leerlingen de techniek van het leren lezen onder de knie krijgen, betekent dit dat de betekenis van een woord vaak expliciet uitgelegd en aangeleerd moet worden. Pre-teaching met uitleg van sleutelwoorden in teksten is voor veel leerlingen van belang om een tekst te kunnen lezen. Op het gebied van begrijpend lezen ondervinden leerlingen problemen door de beperkte woordenschat, door de moeite die zij hebben met het begrijpen van woord- en zinsbouw en door het informatie-/kennistekort dat veel leerlingen hebben opgelopen. Het lezen en daarmee begrijpen van teksten wordt regelmatig expliciet behandeld. Het hardop meedenken van de leerkracht bij het hanteren van leesstrategieën voor het leren begrijpen van de tekst is een belangrijke didactische aanpak (modelling). Leesstrategieën worden expliciet aangeleerd om zoveel mogelijk zelfstandig teksten te leren lezen. Abstracte leeswoordenschat wordt expliciet getraind: bv. verwijswoorden, vraagwoorden, voegwoorden, figuurlijk taalgebruik. De didactische uitgangspunten zoals geformuleerd in het rapport Leren lezen van Dove en Slechthorenden leerlingen (Wauters e.a., 2008) zijn gebaseerd op inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek. Deze uitgangspunten worden gehanteerd in het leesonderwijs. De leesontwikkeling wordt zorgvuldig en systematisch gevolgd aan de hand van observaties, methodegebonden toetsen en methodeonafhankelijke toetsen. Omdat het (leren) lezen voor dove en slechthorende leerlingen vaak moeilijk is, krijgt het stimuleren van leesmotivatie extra aandacht.

10 De mondelinge instructie wordt aangepast aan het begripsniveau van de leerling(en). Dit geldt zowel voor de vorm (gesproken Nederlands, Nederlands met gebaren of Nederlandse Gebarentaal) als voor de inhoud (complexiteit van begrippen). Het aanbieden van complexe begrippen wordt niet vermeden. Er wordt een toegankelijke definitie en/of een voorbeeld bij gegeven. Omschrijven, herhalen en begrip controleren. Voor leerlingen met Ambulante Begeleiding wordt een tolk NGT/NmG of een schrijftolk NL ingezet als de leerling daarmee de instructie beter kan volgen, meer informatie op kan nemen en hierdoor hogere onderwijsresultaten behaalt. De leerkracht is zich doorlopend bewust van het feit dat als gevolg van het gehoorverlies leerlingen informatie kunnen missen. Dit geldt voor de instructie in het gesproken Nederlands, maar ook voor instructie in de Nederlandse gebarentaal. Wanneer een leerling wegkijkt wordt ook deze vorm van informatie gemist. De leerkracht vat instructie regelmatig samen of vraagt dit aan een leerling en stelt waar nodig controlevragen om te beoordelen of de instructie waargenomen en begrepen is. De leerkracht weet hierin te doseren zodat leerlingen geboeid blijven om de instructie te volgen en niet afaken vanwege te veel herhalingen en onderbrekingen van de instructie. De leerlingen leren naarmate zij ouder worden zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het waarnemen van de instructie. Zij leren aan te geven als deze voor hen onvoldoende toegankelijk is qua vorm of inhoud. Om (complexe) lesstof toegankelijk te maken worden belangrijke begrippen vooraf uitgelegd (pre-teaching). Voor sommige leerlingen is er extra training noodzakelijk van deze begrippen (re-teaching). Het werkgeheugen voor het verwerken van achtereenvolgende (waaronder visuele) informatie is beperkter. Medewerkers passen taken aan waarbij een beroep gedaan wordt op het onthouden van deze vorm van informatie. Ook trainen ze dit werkgeheugen door leerlingen langer wordende reeksen met opeenvolgende informatie (bv. reeksen woorden) te laten verwerken. Het ruimtelijk geheugen is bij veel leerlingen sterker ontwikkeld. Leerkrachten geven leerlingen kansen om hun talenten op dit gebied te ontwikkelen. Er worden (visuele) handelingswijzers toegepast om leerlingen in staat te stellen zelfstandig opdrachten te verwerken.

11 Algemene aandachtspunten: De communicatie en instructie worden intensief gevisualiseerd: concreet materiaal, afbeeldingen, picto s, foto, film etc. De medewerker maakt gebruik van (natuurlijke) expressie en mimiek De medewerker heeft aandacht voor het maken en behouden van oogcontact De medewerker heeft aandacht voor het richten en behouden van visuele en/of auditieve aandacht De medewerker temporiseert verschillende bronnen van informatie. (Tegelijkertijd schrijven en kijken/luisteren is voor sommige dove/slechthorende leerlingen niet mogelijk) Wisseling van gesprekspartners wordt aangegeven/ is gereguleerd zodat leerlingen geen communicatie missen. Mondelinge informatie wordt zoveel mogelijk ook schriftelijk (in beeld of woord) vastgelegd, zeker als het gaat om belangrijke afspraken. De gesprekspartners (medewerker/medeleerlingen) zijn zichtbaar voor de leerlingen Er is aandacht voor lichtinval. De leerling kijkt niet tegen het licht in. School- en omgangsregels worden expliciet uitgelegd en gevisualiseerd. Voor leerlingen die geen toegang hebben tot auditieve informatie wordt gewerkt met visuele technieken (gebaren en/of vingerspelling) voor het (de-)coderen. Het op gang brengen van een vorm van articulatie die ingezet wordt voor het verklanken van letters en van het woordbeeld is voor deze groep leerlingen (ook) van groot belang. Het proces van aanvankelijk lezen is intensief. Door de verminderde toegang tot auditieve informatie vraagt het analyseren en synthetiseren voor veel leerlingen extra training en herhaling om tot automatiseren te komen. Voor leerlingen die geen of een sterk verminderde toegang hebben tot auditieve informatie worden alternatieve visuele technieken (vingerspelling, (klank-)gebaren) ingezet. Tekstmateriaal dat leerlingen niet in staat zijn zelfstandig te verwerken, wordt eerst in een toegankelijke communicatiecode uitgelegd. Via schrift en/of beeld wordt een compacte samenvatting van de lesstof aangeboden. Mindmappen is een techniek die hiervoor gebruikt kan worden. Er worden (visuele) handelingswijzers toegepast om leerlingen in staat te stellen zelfstandig opdrachten te verwerken.

12 Het domein identiteitsontwikkeling in relatie tot de auditieve beperking is ingebed in het onderwijsprogramma. Het stimuleren van een positief en reëel zelfbeeld staat hierbij voorop. Vanuit een positieve grondhouding bevorderen medewerkers tevens een reëel en positief zelfeeld van de leerlingen. Voor de leerlingen in de Ambulante begeleiding wordt lotgenotencontact gestimuleerd en georganiseerd en ook ontvangen zij informatie over voorzieningen (verenigingen, clubs etc.) voor doven/slechthorenden. Leerlingen krijgen de gelegenheid om ervaringen met elkaar te delen en hierop te refecteren. Het talig herkennen, benoemen en gebruiken van gevoelens en emoties krijgt extra aandacht. Deze abstracte begrippen zijn vaak extra moeilijk voor leerlingen in cluster 2. Het veel en herhaaldelijk gebruik van deze begrippen draagt bij aan het vermogen om ervaringen, gevoelens en emoties te delen en bespreken. Door de verminderde toegang tot communicatie en informatie waar leerlingen in het dagelijks leven mee geconfronteerd worden, kan het welbevinden ondanks extra begeleiding en aandacht onder druk komen te staan. In verband met een hoge prevalentie van psychische problemen (40% wordt in onderzoek genoemd. Van Eldik e.a. 2004, Van Gent e.a., 2007) wordt van jongs af aan in het lesprogramma expliciet en systematisch aandacht besteed aan de sociaalemotionele vorming en de training van sociale vaardigheden. Er is expliciete aandacht in het lesprogramma voor de gevoelsmatige en emotionele kant van relaties en seksualiteit. Leerlingen hebben kennis van de eigen hoorstatus en leren om te gaan met de gevolgen van de auditieve beperking. Ze krijgen informatie over de werking van het gehoor en de gevolgen van de auditieve beperking voor de communicatie met anderen. Ze krijgen de gelegenheid ervaringen te delen en het functioneren in hun (veelal horende) omgeving te bespreken. Ze delen deze ervaringen met elkaar en met volwassen rolmodellen. Leerlingen leren zich bewust te zijn van het effect van mimiek, lichaamstaal en houding. Expressieactiviteiten en drama zijn ondersteunend bij de sociale ontwikkeling. Als gevolg van het tekort aan informatie(overdracht) en het ontbreken van nuances in de uitleg bestaat het risico dat leerlingen zwart-wit gaan denken. Dit is een bedreiging voor een harmonieuze sociale en seksuele ontwikkeling. Leerkrachten beperken zich niet in de informatieoverdracht, nemen hier meer tijd voor en benadrukken juist de nuances. De leerlingen worden van jongs af aan zorgvuldig gevolgd in hun sociaal-emotionele ontwikkeling aan de hand van (gestandaardiseerde) observaties en/of screeningsinstrumenten. Indien er sprake is van een risicoscore binnen het klinisch gebied worden in samenwerking met de zorginstellingen, passende arrangementen geboden om de ontwikkeling te stimuleren en stagnatie en/of problemen te voorkomen (preventie) of te verminderen. Ondersteuning op de sociaal emotionele ontwikkeling met aandacht voor het leren omgaan met en acceptatie van hoor apparatuur, bevorderen aangaan rel

13 Algemene aandachtspunten: De communicatie en instructie worden intensief gevisualiseerd: concreet materiaal, afbeeldingen, picto s, foto, film etc. De medewerker maakt gebruik van (natuurlijke) expressie en mimiek De medewerker heeft aandacht voor het maken en behouden van oogcontact De medewerker heeft aandacht voor het richten en behouden van visuele en/of auditieve aandacht De medewerker temporiseert verschillende bronnen van informatie. (Tegelijkertijd schrijven en kijken/luisteren is voor sommige dove/slechthorende leerlingen niet mogelijk) Wisseling van gesprekspartners wordt aangegeven/ is gereguleerd zodat leerlingen geen communicatie missen. Mondelinge informatie wordt zoveel mogelijk ook schriftelijk (in beeld of woord) vastgelegd, zeker als het gaat om belangrijke afspraken. De gesprekspartners (medewerker/medeleerlingen) zijn zichtbaar voor de leerlingen Er is aandacht voor lichtinval. De leerling kijkt niet tegen het licht in. Aandachtspunten gesproken Nederlands: Er wordt rustig gesproken. Het mondbeeld van de medewerker is duidelijk. De articulatie van de medewerker is duidelijk maar niet overdreven. Er is aandacht voor een goede signaal-ruisverhouding. De medewerker is zich bewust van het effect van achtergrondgeluid. Klasse- of soloapparatuur, afhankelijk van de akoestische omstandigheden, wordt ingezet Akoestische omstandigheden: Wenselijke signaalruisverhouding: minimaal + 15 db (S/N). Wenselijk voor onderwijs +20 db, of zelfs +25/30 db. Wenselijke nagalmtijd: Klaslokalen horende kinderen: nagalmtijd van 0,5-0,8 sec acceptabel. Bij slechthorenden seconden. De communicatie en interactie in de klas sluit aan bij het taalbegripniveau van de leerling(en). Medewerkers hebben een responsieve en sensitieve communicatieve houding. Medewerkers wachten en geven tijd om de leerlingen zelf en met elkaar te laten communiceren. Medewerkers haken aan bij de talige uitingen van de leerling(en) en breiden deze waar mogelijk op een natuurlijke manier uit. Het principe van Vangen, Aanpassen en Toevoegen (VAT)wordt gehanteerd in de communicatie. Medewerkers corrigeren de talige uitingen van de leerlingen niet expliciet. Om de communicatie te verduidelijken worden technieken ingezet zoals herformuleren, parafraseren en topicalisatie (onderwerp apart zetten en benadrukken). De interactie wordt niet gedomineerd door de medewerker. Alle leerlingen hebben een substantieel aandeel in de talige interactie. De medewerker reguleert de interactie waar nodig. Medewerkers dagen leerlingen uit om na te denken over hun eigen taal- en spraakgebruik ( refectie). In de onderwijsdoelstellingen is het leren omgaan met en de acceptatie van hoor- en klassenapparatuur en ringleiding in publieke ruimtes (voor leerlingen waarvoor dit relevant is) opgenomen. Medewerkers hebben inzicht in het taalontwikkelingsniveau en de spraakontwikkeling van de individuele leerlingen. Ze sluiten in hun communicatieve benadering aan op dit niveau door leerlingen talig te benaderen in de zone van de naaste ontwikkeling. Dit gebeurt ten aanzien van de woorden- (en gebaren-)schat, de grammaticale ontwikkeling op woord- (en/of gebaar-) en zinsniveau en ten aanzien van het gebruik van de taal in specifieke situaties. Wanneer zij werken met de groep diferentiëren zij ten aanzien van hun communicatie en taalaanbod binnen de groep. Medewerkers gebruiken methodieken die de taal- en denkontwikkeling van kinderen stimuleren. Verschillende taal- en denkvaardigheden worden getraind, zoals oorzaak-gevolg, overeenkomsten/verschillen en het bedenken van oplossingen. Het plezier krijgen, hebben en houden in communicatie is een belangrijke voorwaarde om verder te kunnen ontwikkelen en leren. De medewerkers stimuleren dit plezier. Leerlingen krijgen positieve feedback op hun communicatieve pogingen en talige uitingen. Medewerkers bouwen bewust rust en pauzes in in hun communicatie. Ze stellen open vragen. Leerlingen kunnen talige informatie op eigen tempo verwerken en krijgen de gelegenheid zich te uiten. Medewerkers dagen leerlingen uit om zich talig te uiten. Het pedagogisch klimaat daagt leerlingen binnen de kaders van de geboden veiligheid uit om contacten aan te gaan in communicatie met anderen. Leerlingen leren communicatiestrategieën en worden getraind om weerbaar te zijn in communicatie en contact met anderen.

14 Siméa competentieprofiel Ambulant Begeleider Algemene aandachtspunten: De communicatie en instructie worden intensief gevisualiseerd: concreet materiaal, afbeeldingen, picto s, foto, film etc. De medewerker maakt gebruik van (natuurlijke) expressie en mimiek De medewerker heeft aandacht voor het maken en behouden van oogcontact De medewerker heeft aandacht voor het richten en behouden van visuele en/of auditieve aandacht De medewerker temporiseert verschillende bronnen van informatie. (Tegelijkertijd schrijven en kijken/luisteren is voor sommige dove/slechthorende leerlingen niet mogelijk) Wisseling van gesprekspartners wordt aangegeven/ is gereguleerd zodat leerlingen geen communicatie missen. Mondelinge informatie wordt zoveel mogelijk ook schriftelijk (in beeld of woord) vastgelegd, zeker als het gaat om belangrijke afspraken. De gesprekspartners (medewerker/medeleerlingen) zijn zichtbaar voor de leerlingen Er is aandacht voor lichtinval. De leerling kijkt niet tegen het licht in. Aandachtspunten gesproken Nederlands: Er wordt rustig gesproken. Het mondbeeld van de medewerker is duidelijk. De articulatie van de medewerker is duidelijk maar niet overdreven. Er is aandacht voor een goede signaal-ruisverhouding. De medewerker is zich bewust van het effect van achtergrondgeluid. Klasse- of soloapparatuur, afhankelijk van de akoestische omstandigheden, wordt ingezet Akoestische omstandigheden: Wenselijke signaalruisverhouding: minimaal + 15 db (S/N). Wenselijk voor onderwijs +20 db, of zelfs +25/30 db. Wenselijke nagalmtijd: Klaslokalen horende kinderen: nagalmtijd van 0,5-0,8 sec acceptabel. Bij slechthorenden seconden. De leerkracht kent de voorkeurstaal van de leerlingen in de groep en is in staat om op individueel en groepsniveau de instructie hierop te laten aansluiten. Het werkgeheugen voor het verwerken van achtereenvolgende (waaronder visuele) informatie is beperkter. Medewerkers passen taken aan waarbij een beroep gedaan wordt op het onthouden van deze vorm van informatie. Ook trainen ze dit werkgeheugen door leerlingen langer wordende reeksen met opeenvolgende informatie (bv. reeksen woorden) te laten verwerken. Het ruimtelijk geheugen is bij veel leerlingen sterker ontwikkeld. Leerkrachten geven leerlingen kansen om hun talenten op dit gebied te ontwikkelen. Dove en slechthorende leerlingen richten hun aandacht meer op de periferie. Dit komt voort uit een compensatie voor gebrek aan auditieve informatie. Het betekent dat er voor dove en slechthorende leerlingen daardoor meer afleiders zijn. De meest ideale opstelling bij instructie en discussie is een halve cirkel. Zo is iedereen zichtbaar. De voorspelbaarheid van de omgeving is hierbij van belang. Het aantal storingen wordt zoveel mogelijk beperkt. Ondanks het feit dat veel dove/sh leerlingen moeite hebben met het verwerken van talige (schriftelijke) informatie zorgen medewerkers ervoor dat het doel van de onderwijsactiviteit centraal blijft staan. Een reken- of aardrijkskundeles wordt geen taalles. Als gevolg van het tekort aan informatie(overdracht) en het ontbreken van nuances in de uitleg bestaat het risico dat leerlingen zwart-wit gaan denken. Dit is een bedreiging voor een harmonieuze sociale en seksuele ontwikkeling. Leerkrachten beperken zich niet in de informatieoverdracht, nemen hier meer tijd voor en benadrukken juist de nuances.

Fysieke omgeving Een medium arrangement wordt gerealiseerd in een reguliere school in reguliere klaslokalen.

Fysieke omgeving Een medium arrangement wordt gerealiseerd in een reguliere school in reguliere klaslokalen. 2. Medium onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen tot 12 jaar Doelgroep Dove en slechthorende kinderen tot 12 jaar. Uitgangspunt Een medium arrangement is een tussenvorm waarin elementen

Nadere informatie

Licht onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar_x000d x000d_

Licht onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar_x000d x000d_ 4. Licht onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar Doelgroep Dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar. Uitgangspunt Uitgangspunt van een licht onderwijsarrangement

Nadere informatie

Intensief onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar_x000d x000d_

Intensief onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar_x000d x000d_ 6. Intensief onderwijsarrangement voor dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar Doelgroep Dove en slechthorende leerlingen vanaf 12 jaar. Uitgangspunt Uitgangspunt van een intensief arrangement is

Nadere informatie

Arrangementen. November 2011 kenmerk: 13311

Arrangementen. November 2011 kenmerk: 13311 Licht arrangement Uitgangspunt van een licht arrangement is dat de leerling deelneemt aan het reguliere onderwijsprogramma. De ontwikkeling en herstel van communicatieve functies staat centraal in de ondersteuning

Nadere informatie

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan dove en slechthorende leerlingen

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan dove en slechthorende leerlingen Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan dove In dit document worden het proces beschreven en de kwaliteitsindicatoren benoemd voor het onderwijs aan dove. De kwaliteitsindicatoren zijn in de tekst

Nadere informatie

Medium onderwijsarrangement voor leerlingen met ESM tot 9 jaar_x000d x000d_

Medium onderwijsarrangement voor leerlingen met ESM tot 9 jaar_x000d x000d_ 8. Medium onderwijsarrangement voor leerlingen met ESM tot 9 jaar Doelgroep Kinderen met ESM tot 9 jaar Uitgangspunt Een medium arrangement is een tussenvorm waarin elementen van speciaal onderwijs worden

Nadere informatie

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis.

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis. Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een. In dit document worden het proces beschreven en de kwaliteitsindicatoren benoemd voor het onderwijs aan De kwaliteitsindicatoren zijn in

Nadere informatie

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Uitgangspunten: De toewijzing van het arrangement gebeurt op basis van de onderwijsbehoefte van de leerling. De onderwijsbehoefte van een cluster

Nadere informatie

SO/??/1105/3000/Fotografie: Peter Strating. Onderwijs en Ambulante Begeleiding in Cluster 2

SO/??/1105/3000/Fotografie: Peter Strating. Onderwijs en Ambulante Begeleiding in Cluster 2 SO/??/1105/3000/Fotografie: Peter Strating Onderwijs en Ambulante Begeleiding in Cluster 2 Doelgroep In cluster 2 krijgen leerlingen met een auditieve of communicatieve beperking onderwijs of ambulante

Nadere informatie

Uitgangspunt Uitgangspunt van een intensief arrangement is dat de leerling deelneemt aan het onderwijsprogramma in het voortgezet speciaal onderwijs.

Uitgangspunt Uitgangspunt van een intensief arrangement is dat de leerling deelneemt aan het onderwijsprogramma in het voortgezet speciaal onderwijs. 15. Doelgroep Leerlingen met ESM vanaf 12 jaar. Uitgangspunt Uitgangspunt van een intensief arrangement is dat de leerling deelneemt aan het onderwijsprogramma in het voortgezet speciaal onderwijs. Tijd

Nadere informatie

Passend Onderwijs. voor dove en slechthorende leerlingen en voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis HERZIENE DRUK

Passend Onderwijs. voor dove en slechthorende leerlingen en voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis HERZIENE DRUK HERZIENE DRUK SO/1502 Fotografie: Peter Strating Passend Onderwijs voor dove en slechthorende leerlingen en voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis februari 2015 Inleiding Deze brochure geeft

Nadere informatie

NVA schoolaudiologie. Arrangementen, door Tamara Wakkee

NVA schoolaudiologie. Arrangementen, door Tamara Wakkee NVA schoolaudiologie Arrangementen, door Tamara Wakkee 1 Even voorstellen: Tamara Wakkee Logopedist Auris College Rotterdam 2 Passend onderwijs Passend onderwijs Arrangementen Indicatie criteria Taalaanbod

Nadere informatie

Onderwijsondersteuning, zorg- en cursusaanbod van Auris bij communicatieve problemen

Onderwijsondersteuning, zorg- en cursusaanbod van Auris bij communicatieve problemen IB netwerkbijeenkomst SWV Aan den IJssel, De Tuyter, Krimpen aan de IJssel 8 maart 2016 Onderwijsondersteuning, zorg- en cursusaanbod van Auris bij communicatieve problemen Louise Biesmeijer & Margriet

Nadere informatie

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld TOS en Dyslexie De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld Inhoud: Wie zijn wij? Wat is een TOS? TOS en dyslexie, cormobiditeit TOS en dyslexie, dé aanpak Wie zijn wij? Auris: helpt mensen

Nadere informatie

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een meervoudige beperking.

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een meervoudige beperking. Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een meervoudige beperking. In dit document worden het proces beschreven en de kwaliteitsindicatoren benoemd voor het onderwijs aan Hieronder

Nadere informatie

Praktische handreikingen voor het leesonderwijs aan dove en slechthorende leerlingen

Praktische handreikingen voor het leesonderwijs aan dove en slechthorende leerlingen Praktische handreikingen voor het leesonderwijs aan dove en slechthorende leerlingen Siméa 16 april 2010 Loes Wauters en Annet de Klerk Professionalisering leerkracht D/SH Basiskennis PABO op gebied van

Nadere informatie

Auris-visie op onderwijs. Auris-visie op onderwijs

Auris-visie op onderwijs. Auris-visie op onderwijs Auris-visie op onderwijs Auris-visie op onderwijs oktober 2011 Koninklijke Auris Groep Auris is de professionele partner van mensen die ondersteuning nodig hebben bij horen, spreken of taal. Taal is belangrijk

Nadere informatie

Extra kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een communicatieve en/of auditieve beperking in combinatie met een

Extra kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een communicatieve en/of auditieve beperking in combinatie met een het onderwijs aan leerlingen met een communicatieve en/of auditieve beperking in combinatie met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) In dit document worden kwaliteitsindicatoren voor combinatie met een

Nadere informatie

Passende Ondersteuning

Passende Ondersteuning Passende Ondersteuning Voor auditief en communicatief beperkte leerlingen in het MBO Platform Gehandicapten MBO Robert Bekman en Gerda Egtberts, 9 april 2015 Onderwerpen Wet- en regelgeving Instellingen

Nadere informatie

Cliëntprofielen auditief en/of communicatief. Beknopte beschrijvingen. Cliëntprofiel 1 Cliënt met een gehoorstoornis in de leeftijd van 0 tot 1 jaar

Cliëntprofielen auditief en/of communicatief. Beknopte beschrijvingen. Cliëntprofiel 1 Cliënt met een gehoorstoornis in de leeftijd van 0 tot 1 jaar Cliëntprofielen auditief en/of communicatief Beknopte beschrijvingen 7 januari 2015 Cliëntprofiel 1 Cliënt met een gehoorstoornis in de leeftijd van 0 tot 1 jaar Door neonatale gehoorscreening kan bij

Nadere informatie

1. ONDERZOEK. Voorwaarden bij onderzoek:

1. ONDERZOEK. Voorwaarden bij onderzoek: Charter voor onderzoek en behandeling van spraak-, taal- en communicatieproblemen bij de ziekte van Huntington Versie voor zorgmedewerkers, mantelzorgers en patiënten 1. ONDERZOEK Voorwaarden bij onderzoek:

Nadere informatie

De Voorde. School Ondersteunings Profiel (SOP) SO De Voorde Hoofdgebouw: Bazuinlaan 4 2287 EE Rijswijk Tel. 070-39 43 042

De Voorde. School Ondersteunings Profiel (SOP) SO De Voorde Hoofdgebouw: Bazuinlaan 4 2287 EE Rijswijk Tel. 070-39 43 042 VSO SO School Ondersteunings Profiel (SOP) De Voorde SO VSO SO De Voorde Hoofdgebouw: Bazuinlaan 4 2287 EE Rijswijk Tel. 070-39 43 042 school@voorde.scoh.nl www.scoh.nl/voorde Schoolondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Workshop: Een student met een auditieve beperking naar / op het MBO.

Workshop: Een student met een auditieve beperking naar / op het MBO. Workshop: Een student met een auditieve beperking naar / op het MBO. In deze workshop krijgt u een handreiking en informatie over een student met een auditieve beperking die naar het MBO wil of er zit.

Nadere informatie

Pento Vroegbehandeling Auditief

Pento Vroegbehandeling Auditief Pento Vroegbehandeling Auditief Doelen Een beeld geven van onze doelgroep Onze visie op de behandeling van kinderen met een auditieve beperking toelichten Een beeld geven van ons team en het behandelaanbod

Nadere informatie

Toekomstbestendig onderwijs voor DSH leerlingen

Toekomstbestendig onderwijs voor DSH leerlingen Toekomstbestendig onderwijs voor DSH leerlingen Kentalis Talent en OBS De Bolster 16 april 2018 Daan Hermans, Annet de Klerk, Francien de Kroon, Lilian de Laat Vandaag. Kort in gesprek Bouwstenen & mediumarrangement

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Richtlijnen voor toetsafname bij slecht horende en dove leerlingen

Richtlijnen voor toetsafname bij slecht horende en dove leerlingen Richtlijnen voor toetsafname bij slecht horende en dove leerlingen De algemene richtlijnen in dit document geven leerkrachten op Cluster 2 scholen handvatten om toetsing te standaardiseren en om informatie

Nadere informatie

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is KRACHTIG LEESONDERWIJS Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is Handelingsgericht werken: - Omgaan met specifieke onderwijsbehoeften - Transactioneel referentiekader (wisselwerking)

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL J.H. DONNERSCHOOL, CLUSTER IV. Leerlingen van 4 t/m 12 jaar

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL J.H. DONNERSCHOOL, CLUSTER IV. Leerlingen van 4 t/m 12 jaar SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL J.H. DONNERSCHOOL, CLUSTER IV SO Leerlingen van 4 t/m 12 jaar 1 Inhoud: 1. Inleiding 2. Algemene gegevens J.H. Donnerschool 3. Contactgegevens en uitstroomgegevens 4. Arrangementen:

Nadere informatie

Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen.

Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen. Les 1 Wat heb ik eigenlijk? Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen. Weet jij wat dat betekent? Zodra je begint met een nieuwe opleiding in het mbo zul

Nadere informatie

Voorstellen Doelgroep Passend onderwijs Onderwijsbehoeften Vragen. Inhoud presentatie: Voorstellen

Voorstellen Doelgroep Passend onderwijs Onderwijsbehoeften Vragen. Inhoud presentatie: Voorstellen Passend Onderwijs voor MG leerlingen. Patricia van der Bijl Metty Heideman de Boer 17 april 2015 Inhoud presentatie: Voorstellen Doelgroep Passend onderwijs Onderwijsbehoeften Vragen 2 Voorstellen Wie

Nadere informatie

Doelgroep Doofblinde kinderen van 3 tot 20 jaar.

Doelgroep Doofblinde kinderen van 3 tot 20 jaar. 16. Medium onderwijsarrangement voor doofblinde leerlingen van 3 tot 20 jaar Doelgroep Doofblinde kinderen van 3 tot 20 jaar. Uitgangspunt Uitgangspunt bij het bieden van onderwijs aan leerlingen met doofblindheid

Nadere informatie

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 12 16 jaar praktijkschool vso De leerlingen in Route 1 Uitstroomprofiel praktijkonderwijs, vso bereiden zich voor op instroom in het praktijkonderwijs (en soms

Nadere informatie

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2 Leesverbeterplan Enschede 2007-2010 Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2 PROJECTBUREAU KWALITEIT (PK!) Enschede, september 2010 Yvonne Leenders & Mariët Förrer 2 3 Leesverbeterplan

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 2 onderwijs

Logopedie in het cluster 2 onderwijs Logopedie in het cluster 2 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement gaat over de logopedische

Nadere informatie

Voor de behandeling van cliënten met auditieve en/of communicatieve stoornissen 1 in de Zvw

Voor de behandeling van cliënten met auditieve en/of communicatieve stoornissen 1 in de Zvw Deskundigheids- en kwaliteitseisen, april 2015 Voor de behandeling van cliënten met auditieve en/of communicatieve stoornissen 1 in de Zvw Inleiding Voor een uitwerking van de deskundigheids- en kwaliteitseisen

Nadere informatie

Instellingen voor auditief en communicatief beperkte leerlingen. Van Vraag naar Ondersteuning. Landelijk kader inrichting passend onderwijs

Instellingen voor auditief en communicatief beperkte leerlingen. Van Vraag naar Ondersteuning. Landelijk kader inrichting passend onderwijs Instellingen voor auditief en communicatief beperkte leerlingen Van Vraag naar Ondersteuning Landelijk kader inrichting passend onderwijs november 2014 De stichting Siméa behartigt de belangen van de instellingen

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs en de begeleiding aan dove en slechthorende leerlingen

Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs en de begeleiding aan dove en slechthorende leerlingen Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs en de begeleiding aan dove en slechthorende In dit document worden de kwaliteitsindicatoren benoemd voor het onderwijs en de begeleiding aan dove en slechthorende.

Nadere informatie

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering Schets van het onderwijsprogramma, inburgering De leerlingen in route 1 uitstroomprofiel (begeleid) werk, inburgering stromen door naar (begeleid) werk. Dat betekent dat er in het onderwijsprogramma aan

Nadere informatie

Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos. 2 Stappen bij het opstellen van een behandelplan 29

Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos. 2 Stappen bij het opstellen van een behandelplan 29 Inhoud Inleiding 15 Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos 1 Het computerprogramma 23 1.1 Inleiding 23 1.2 Doel van het computerprogramma Behandeldoelen tos 23 1.3 Doelgroep en gebruikers

Nadere informatie

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer Taalconferentie Hoera! Lezen Kansen en uitdagingen voor begrijpend lezen In gesprek met de inspectie Marja de Boer Programma Hoe beoordeelt de inspectie kwaliteit onderwijs BL? Uw beeld Een aantal misvattingen

Nadere informatie

Kennis en opleiding: - onderwijsbevoegdheid - ervaring met NT2 onderwijs is een pre, maar geen verplichting.

Kennis en opleiding: - onderwijsbevoegdheid - ervaring met NT2 onderwijs is een pre, maar geen verplichting. Profielbeschrijving. Het onderwijs aan nieuwkomers vraagt een specifiek profiel. Daarom vragen wij van je: - een afgeronde Pabo-opleiding met minimaal 3 jaar werkervaring - affiniteit met het werken met

Nadere informatie

FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking

FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking 2015 1 FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking KENMERKEN EN AANBEVELINGEN [Typ hier] UIT: Intelligentiemeting in nieuwe banen: de integratie van het CHC-model in de psychodiagnostische praktijk. Walter

Nadere informatie

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo entree. april 2016

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo entree. april 2016 Schets van het onderwijsprogramma De leerlingen in route 2 uitstroomprofiel entreeopleiding worden voorbereid op instroom in de entreeopleiding in het mbo. De entreeopleiding is drempelloos en duurt een

Nadere informatie

Inclusie Rating Scale voor Slechthorende Leerlingen

Inclusie Rating Scale voor Slechthorende Leerlingen Inclusie Rating Scale voor Slechthorende Leerlingen Annemiek Voor in t holt Lectoraat Dovenstudies Hogeschool Utrecht 2011 Naam leerling: School: Start AB: Geboortedatum: Groep: Naam AB: Gehoor: perceptief

Nadere informatie

Het pedagogisch handelen van het team kenmerkt zich door:

Het pedagogisch handelen van het team kenmerkt zich door: Wij willen de leerlingen voorbereiden op hun toekomst middels betekenisvol en uitdagend onderwijs dat een wezenlijke bijdrage levert aan het mens-worden van onze leerlingen. Onze leerlingen mogen zijn.

Nadere informatie

INFOBROCHURE BASISAANBOD ONDERBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/

INFOBROCHURE BASISAANBOD ONDERBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/ BASISAANBOD ONDERBOUW INFOBROCHURE Schooljaar 2018-2019 Geldenaaksebaan 18 3001 Heverlee tel: 016/23.58.93 email: parkschool@leuven.be website: www.parkschoolleuven.be WAT BIEDT BASISAANBOD ONDERBOUW?

Nadere informatie

Gehoorverlies bij kinderen

Gehoorverlies bij kinderen Libra Audiologie Gehoorverlies bij kinderen Onlangs heeft u de mededeling gekregen dat uw kind slechthorend is. Er komt dan ineens veel op u af, er zijn zoveel vragen te stellen en beslissingen te nemen.

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Logopedie op SBO de Evenaar

Logopedie op SBO de Evenaar Logopedie op SBO de Evenaar Schooljaar 2010-2011 Presentatie van: Corine Brouwer en Olga van Schaik Inhoud De visie afgezet tegen de behandelcriteria voor logopedie Verdeling logopedie schooljaar 2010-2011

Nadere informatie

List en meertaligheid

List en meertaligheid List en meertaligheid Karin Elferink Hogeschool Utrecht/ SvO karin.elferink@hu.nl Programma Welkom Moedertaal als springplank Van DAT naar CAT Taken van de lezer Rol van scaffolding bij lezen Moedertaal

Nadere informatie

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt. KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig

Nadere informatie

Spraak & Taal Ambulatorium

Spraak & Taal Ambulatorium Spraak & Taal Ambulatorium Communicatieontwikkeling van het kind weer snel op het goede spoor Hans Kaffener, Gz-psycholoog h.kaffener@kentalis.nl Wendy Boelhouwer, klinisch linguïst w.boelhouwer@kentalis.nl

Nadere informatie

Ouders en onderwijsprofessionals in partnerschap?

Ouders en onderwijsprofessionals in partnerschap? Ouders en onderwijsprofessionals in partnerschap? Checklist onderwijsmedewerkers cluster 2: doel onderwijsondersteuning verbeteren betrokkenheid ouders vergroten Checklist onderwijsmedewerkers cluster

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

Visusproblemen binnen cluster 2

Visusproblemen binnen cluster 2 Visusproblemen binnen cluster 2 10-6-2014 Peter Brouwers, Marijke Bolwerk Welkom! 2 Een leerling in de klas haakt altijd af tijdens kringgesprekken en gaat dan voor zich uit zitten kijken, zonder betrokken

Nadere informatie

Indicatiestelling cluster 2; wat verandert er in het kader van passend onderwijs?

Indicatiestelling cluster 2; wat verandert er in het kader van passend onderwijs? Externe Dienstverlening Indicatiestelling cluster 2; wat verandert er in het kader van passend onderwijs? Informatie voor scholen. Toledolaan 4-5629 CC Eindhoven - t 040 290 23 85 - e info@externedienstvertlening.nl

Nadere informatie

Pedagogisch doel: (hieronder staat een samenvatting van de visieomschrijving, het uitgebreide document is op te vragen bij de directie)

Pedagogisch doel: (hieronder staat een samenvatting van de visieomschrijving, het uitgebreide document is op te vragen bij de directie) Format Schoolondersteuningsprofiel Primair Onderwijs Almere 1. Gegevens van de school Naam de school Het Spectrum Directie Bart Kuipers Interne Begeleiding :Marloes de Vries, Hinke Brauckmann Bestuur Almeerse

Nadere informatie

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, 12 16 jaar vmbo kader/gl/tl

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, 12 16 jaar vmbo kader/gl/tl Schets van het onderwijsprogramma Route 3, 12 16 jaar vmbo kader/gl/tl De leerlingen in route 3 uitstroomprofiel vmbo k/gl/t worden voorbereid op instroom in de onderbouw van het vmbo (kader, gemengde

Nadere informatie

Co-teaching 1 en 1 = 3? Margot Willemsen M.Willemsen@kentalis.nl

Co-teaching 1 en 1 = 3? Margot Willemsen M.Willemsen@kentalis.nl Co-teaching 1 en 1 = 3? Margot Willemsen M.Willemsen@kentalis.nl Co-teaching Definities (Gedurende een langere periode) zijn twee professionals Gezamenlijk verantwoordelijk voor het lesgeven aan alle leerlingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas 18.1. Voorleessoftware compenserend inzetten voor leerlingen met een ernstige beperking 235 18.2. Voorleessoftware leerondersteunend inzetten

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN. Groepsactiviteiten. Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar

EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN. Groepsactiviteiten. Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN Groepsactiviteiten Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar Pento Vroegbehandeling biedt behandeling en begeleiding aan kinderen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Bonifatius Mavo VMBOGT Plaats : Emmeloord BRIN nummer : 02KR C1 BRIN nummer : 02KR 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 290332 Datum onderzoek : 4 oktober 2016 Datum

Nadere informatie

Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap

Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap Het belang van (ondersteuning van) communicatie bij personen met een verstandelijke handicap Prof. dr. Bea Maes, Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek, K.U.Leuven 1. Centrale rol van taal en communicatie

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Als het leren lezen niet zo soepel gaat

Als het leren lezen niet zo soepel gaat Als het leren lezen niet zo soepel gaat In de onderbouw leert een kind de eerste beginselen van het lezen. Wij letten bij het aanleren van de letters gelijk al op de signalen van leesproblemen. Het aanleren

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met doofblindheid in cluster 2

Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met doofblindheid in cluster 2 Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met doofblindheid in cluster 2 In dit document worden het proces beschreven en de kwaliteitsindicatoren benoemd voor Hieronder

Nadere informatie

Handelingsgerichte ontwikkelingsperspectieven in het basisonderwijs. 24 maart 2010

Handelingsgerichte ontwikkelingsperspectieven in het basisonderwijs. 24 maart 2010 Handelingsgerichte ontwikkelingsperspectieven in het basisonderwijs 24 maart 2010 Programma Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP) Voor wie een OPP? Waarom van een OPP? Wanneer een OPP opstellen? Hoe

Nadere informatie

Beleidsplan. Ieder kind telt. Werken volgens de 1-zorgroute

Beleidsplan. Ieder kind telt. Werken volgens de 1-zorgroute Beleidsplan Ieder kind telt Werken volgens de 1-zorgroute November 2012 Voorwoord 3 Schematisch overzicht van de 1-zorgroute 4 Handelingsgericht werken op groepsniveau 5 Waarnemen 5 1. Groepsoverzicht

Nadere informatie

Op weg naar stage en werk

Op weg naar stage en werk Op weg naar stage en werk Lian Schuyt Inhoud Arbeid Arbeid en autisme Op weg naar stage en werk Uitvoering van het programma Aandachtspunten Waarom stagelopen/werken? zingeving status en eigenwaarde inkomen

Nadere informatie

Passend Onderwijs cluster 2 onderwijs in 2014. Invoering 1 augustus 2014

Passend Onderwijs cluster 2 onderwijs in 2014. Invoering 1 augustus 2014 Passend Onderwijs cluster 2 onderwijs in 2014 Invoering 1 augustus 2014 Bijeenkomst ouders 1. Opening 2. Doel:» ouders meenemen in de ontwikkelingen naar Passend Onderwijs.» Gelegenheid om vragen te stellen

Nadere informatie

Anders werkt in mediumarrangement DSH!

Anders werkt in mediumarrangement DSH! Anders werkt in mediumarrangement DSH! Excellent ² Teamleden OBS De Bolster, Kentalis Talent & Kentalis Academie Simea 14 april 2016 Overzicht Een korte indruk. Aanleiding en uitgangspunten 15 min Wetenschappelijke

Nadere informatie

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties De competenties A Vertellen en voorlezen A 1.2 A1 A2 A3 A4 Je kunt verhalen om voor te lezen of te vertellen kiezen voor iedere leeftijdsgroep van de basisschool. Je kunt het voorlezen of vertellen van

Nadere informatie

Libra Audiologie. De Koala s. Behandelgroep

Libra Audiologie. De Koala s. Behandelgroep Libra Audiologie De Koala s Behandelgroep Deze folder is bedoeld voor ouders/verzorgers van kinderen die geïnteresseerd zijn in de behandelgroep de Koala s. Deze groep is een onderdeel van de Zintuigelijk

Nadere informatie

Protocol toetsen en examens in het VO en MBO. Auditief en communicatief beperkte leerlingen/deelnemers

Protocol toetsen en examens in het VO en MBO. Auditief en communicatief beperkte leerlingen/deelnemers Protocol toetsen en examens in het VO en MBO Auditief en communicatief beperkte leerlingen/deelnemers Werkdocument Versie mei 2013 Inleiding In dit protocol zijn aanpassingen van omstandigheden bij formele

Nadere informatie

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Schrijven en leren op de pabo en de basisschool Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits Onderwerpen Schrijven op de lerarenopleiding en de basisschool De kracht van schrijven voor het leren en

Nadere informatie

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO Betsy Ooms Opzet Doel leesonderwijs (en spellingonderwijs) Doorgaande lijn Kenmerken goed leesonderwijs Extra aandacht voor monitoring, als belangrijk

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5. Zorgstructuur 1 Inhoudsopgave Visie 3 Kernwaarden. 4 Zorgstructuur. 5 Zorgniveau 1 6 Zorgniveau 2... 7 Zorgniveau 3 9 Zorgniveau 4 11 Zorgniveau 5. 13 Bijlagen.. 15 2 Visie De visie van de Fonkelsteen:

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg Seksualiteit en ASS Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014 programma Opfrissen van informatie over ASS (heel kort het spectrum toelichten). ASS en seksualiteit belichten. Seksuele en relationele

Nadere informatie

Coach voor het Apptus-maatwerklokaal m/v Vestiging CSW Bestevaêr. Met een totale omvang van 0,6 fte

Coach voor het Apptus-maatwerklokaal m/v Vestiging CSW Bestevaêr. Met een totale omvang van 0,6 fte Vacature CSW is op zoek naar een Coach voor het Apptus-maatwerklokaal m/v Vestiging CSW Bestevaêr. Met een totale omvang van 0,6 fte Het Apptus-maatwerklokaal is een voorziening voor leerlingen met een

Nadere informatie

Cor Emousschool. School Ondersteunings Profiel (SOP) SO Cor Emousschool Twickelstraat 5 2531 PW Den Haag tel. 070-394 89 94

Cor Emousschool. School Ondersteunings Profiel (SOP) SO Cor Emousschool Twickelstraat 5 2531 PW Den Haag tel. 070-394 89 94 VSO SO School Ondersteunings Profiel (SOP) Cor Emousschool SO VSO SO Cor Emousschool Twickelstraat 5 2531 PW Den Haag tel. 070-394 89 94 info@cor-emous.net www.cor-emous.nl Schoolondersteuningsprofiel

Nadere informatie

Kerndoelen speciaal onderwijs 48cluster 1, 2 en 4

Kerndoelen speciaal onderwijs 48cluster 1, 2 en 4 DC Kerndoelen speciaal onderwijs 48cluster 1, 2 en 4 1 Inleiding Dit thema gaat over de kerndoelen in het speciaal onderwijs. Dat wil zeggen, voor het speciaal onderwijs in cluster 1, 2 en 4. Zeer moeilijk

Nadere informatie

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016 Schets van het onderwijsprogramma De leerlingen in route 2 uitstroomprofiel mbo 2 worden voorbereid op instroom in een niveau 2 opleiding op het mbo. De school moet voor deze leerlingen een veilige plek

Nadere informatie

AUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR. Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek

AUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR. Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek AUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek Het spraaktaalteam van het ACHN Multidisciplinair team bestaat uit: Gedragswetenschappers (orthopedagogen/psychologen)

Nadere informatie

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p.12-14.

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p.12-14. Praten met Gebaren In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p.12-14. Trude Schermer Nederlandse Gebarentaal en Nederlands

Nadere informatie

Workshops en lezingen

Workshops en lezingen Workshops en lezingen Donderdag 16 maart 2017 van 19:00 tot 21:45 uur Workshop Inhoud Doelgroep Voor Voor wie? 1. Ervaringscircuit Een interactieve workshop waarin je beleeft hoe het is om een te hebben.

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Talig rekenen. Drs. Martin Ooijevaar - Onderwijsadviseur M.ooijevaar@sbzw.nl 0299-783422 @mooijevaar @sbzwtweet SBZW 10-4-2016 2

Talig rekenen. Drs. Martin Ooijevaar - Onderwijsadviseur M.ooijevaar@sbzw.nl 0299-783422 @mooijevaar @sbzwtweet SBZW 10-4-2016 2 SBZW 10-4-2016 1 Talig rekenen Drs. Martin Ooijevaar - Onderwijsadviseur M.ooijevaar@sbzw.nl 0299-783422 @mooijevaar @sbzwtweet SBZW 10-4-2016 2 Onderwerpen Inschatten van beginniveau Taal binnen de rekenles

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

Lezen en spellen voor niet of nauwelijks sprekende kinderen

Lezen en spellen voor niet of nauwelijks sprekende kinderen ISAAC-NF congres Communicatie in een nieuw perspectief, 3 oktober 2017 Lezen en spellen voor niet of nauwelijks sprekende kinderen Presentatie ISAAC-NF studiedag 3 oktober 2017 door Loes Theunissen, logopedist

Nadere informatie