Reële convergentie in de nieuwe lidstaten van de EU

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Reële convergentie in de nieuwe lidstaten van de EU"

Transcriptie

1 Reële convergentie in de nieuwe lidstaten van de EU De algemene verwachting dan het EU-lidmaatschap gepaard gaat met snelle inhaalgroei blijkt niet in gelijke mate voor alle nieuwe lidstaten te gelden. Terwijl de Baltische staten niet onderdoen voor de snelgroeiende Aziatische tijgereconomieën blijven de vier grootste nieuwe lidstaten wat achter. Uit een eenvoudige growth accounting exercitie blijkt dat het groeiproces van de nieuwe lidstaten aanmerkelijk minder factorintensief is dan dat van de Aziatische tijgers. Drijvende kracht achter het reële convergentieproces blijkt TFP-groei, op afstand gevolgd door groei van de kapitaalgoederenvoorraad. De bijdrage die de productiefactor arbeid heeft geleverd, is over het algemeen bescheiden. Gezien hun lage arbeidsparticipatie zouden met name Hongarije, Polen en Slowakije omvangrijke welvaartswinsten kunnen behalen met een intensievere benutting van het arbeidspotentieel. 1 Miquel Dijkman 1 Inleiding Met de recente uitbreiding is de EU een diverser gezelschap geworden, niet in de laatste plaats wat betreft welvaartniveaus. Zo bedraagt het koopkrachtgecorrigeerde inkomen per capita van Letland nog geen 40% van het gemiddelde van de EU-25. Het EU-lidmaatschap schept de verwachting (zowel bij het publiek als bij de betrokken autoriteiten) dat deze landen hun inkomensachterstand in betrekkelijk korte tijd wegwerken (zogeheten reële convergentie). Dergelijke verwachtingen zijn ook in lijn met de standaard neoklassieke economische theorie, die voorspelt dat arme landen over het algemeen sneller groeien dan rijke. 2 Dat geldt in het bijzonder voor een geïntegreerd economisch systeem zoals de EU. Een dergelijk patroon kan inderdaad worden waargenomen: de nieuwe lidstaten zijn in de afgelopen tien jaar gemiddeld genomen sneller gegroeid dan de EU-15 (zie tabel 1, met inkomensgegevens per capita). Overigens valt de groeivoet van het inkomen per capita als gevolg van een krimpende bevolking in de meeste nieuwe lidstaten nog wat hoger uit dan de totale economische groei. In een aantal grote nieuwe lidstaten is het groeiverschil echter te klein en het inkomensverschil te groot om het catching-up proces snel af te ronden, zeker wanneer rekening wordt gehouden met de verwachte toekomstige groei van de EU-15. De Baltische staten steken overigens gunstig bij de grote nieuwe 1 2 Een iets gewijzigde versie van dit artikel is eerder verschenen in Kwartaalschrift Economie 2005 jaargang 2 (4) p Drs. M.H.J.A. Dijkman is werkzaam bij de divisie Financiële stabiliteit van de Nederlandsche Bank. Met dank aan Ralph de Haas, Job Swank, Annemarie van der Zwet en twee referenten voor inhoudelijk commentaar. Het artikel is op persoonlijke titel geschreven ( m.h.j.a.dijkman@dnb.nl). Dit in tegenstelling tot aan de nieuwe groeitheorie verwante stromingen. Deze nota beperkt zich tot een beschrijving van de neoklassieke theorie omdat de empirische toepassing in 3 is gebaseerd op een neoklassiek groeimodel. Dit omdat een krappe meerderheid van de empirische studies op dit terrein de voorspellingen die voortvloeien uit de neoklassieke groeitheorie ondersteunen (Martín, Velázquez en Funck, 2001). 1

2 lidstaten af. Hoewel deze landen aan het begin van de transitie een grotere terugval kregen te verduren en daardoor armer zijn dan de Centraal-Europese landen, groeien deze drie landen veel sneller dan de grote nieuwe lidstaten. Tabel 1 Welvaartsgegevens voor nieuwe lidstaten BBP per capita BBP per capita BBP per capita Gemiddelde groei Aantal jaren tot (euro's) (EU-15=100) PPS; EU15=100 BBP per capita inkomensniveau EU wordt geëvenaard 1 Tsjechië ,0 geen reële convergentie Estland ,7 18 Hongarije ,1 29 Litouwen ,1 22 Letland ,2 19 Polen ,1 43 Slovenië ,7 22 Slowakije ,8 42 Nieuwe lidstaten ,6 EU ,0 1) Convergentietijd = log(24310/bbp NLS PPS 2003) / (log(1+0.01* gemiddelde groei) - log(1,02)) Tegen de achtergrond van de wat achterblijvende groeicijfers van vooral de grote nieuwe lidstaten rijst de vraag in hoeverre deze landen hun groeipotentieel benutten. Paragraaf 2 geeft een korte beschrijving van de neoklassieke groeitheorie. Vervolgens wordt in paragraaf 3 aan de hand van een growth accounting exercitie onderzocht wat tot dusver de factoren achter het reële convergentieproces in de nieuwe lidstaten waren en hoe dit zich verhoudt tot de snelgroeiende Aziatische tijgereconomieën. Paragraaf 4 behandelt de factoren die meer groei in de nieuwe lidstaten in de weg staan. De specifieke beleidsaanbevelingen die daaruit voortvloeien, worden besproken in de slotparagraaf. 2 Wat drijft economische groei in transitielanden? Standaard neoklassieke groeimodellen (waarvan het model van Solow de oorspronkelijke variant is) voorspellen reële convergentie tussen open economieën. In de neoklassieke zienswijze wordt het convergentiepatroon bepaald door een afnemend marginaal product van kapitaal. Dit houdt in dat arme landen met een beperkte hoeveelheid kapitaal per eenheid arbeid (zoals de nieuwe lidstaten, die zich op de productiefunctie dichtbij de oorsprong bevinden) normaliter sneller groeien dan rijke: de marginale productiviteit van kapitaal ligt in de eerstgenoemde groep landen immers hoger. Een en ander is inzichtelijk gemaakt in grafiek 1, waarin het Solow model voor een gesloten economie is weergegeven. Onder de veronderstelling van een constante bevolkingsomvang en technologie realiseren de arme landen dankzij de accumulatie van kapitaal per eenheid arbeid een economische inhaalslag (dat wil 2

3 zeggen, een stijgend inkomen per capita). Deze inhaalgroei staat ook wel bekend als β-convergentie. In de grafiek komt dit tot uiting in een verschuiving langs de productiecurve. De inhaalgroei houdt op wanneer het evenwichtsinkomen (de zogeheten steady state) wordt bereikt. Dit gebeurt wanneer de bruto-investeringen gelijk zijn aan de afschrijvingen (dk=i) en de kapitaalgoederenvoorraad dus niet langer toeneemt. Wanneer dat punt eenmaal is bereikt, blijft de hoeveelheid kapitaal per eenheid arbeid constant en wordt groei van het inkomen per capita gerealiseerd dankzij technologische vooruitgang (ook wel bekend als groei van de factor productiviteit). In de grafiek komt dit tot uiting in een verschuiving van de productiefunctie naar boven. Economische integratie, waaronder niet alleen toetreding tot de Europese Unie maar ook globalisering, creëert gunstige voorwaarden voor de zogeheten inhaalgroei. Dit hangt vooral samen met de verbeterde vooruitzichten om in de aanloop naar de steady state extra kapitaal van buitenaf (waaronder buitenlandse directe investeringen) aan te trekken. Dit komt tot uiting in een verschuiving langs de curve. Zo zijn de restricties op de instroom van buitenlands kapitaal in de aanloop naar EUlidmaatschap afgeschaft (een van de onderdelen van het acquis communautaire). Voorts biedt de uitbreiding van de interne markt aantrekkelijke mogelijkheden voor de oude lidstaten om arbeidsintensieve delen van het productieproces in de nieuwe lidstaten te localiseren. Bovendien beperkt EU-lidmaatschap het kredietrisico voor buitenlandse investeerders. Dit is te danken aan het stelsel van macro-economische surveillance, de ruimere mogelijkheden tot betalingsbalanssteun en gegarandeerde eigendomsrechten, die aan EU-lidmaatschap zijn gekoppeld. Openstelling voor 3

4 buitenlands kapitaal is voor zowel de oude als de nieuwe EU-leden aantrekkelijk. Het creëert immers de mogelijkheid voor investeerders uit de rijke EU-15 (waar het marginale product van kapitaal laag is) om te investeren in de beter renderende arme nieuwe lidstaten, die daardoor hun groeiproces kunnen versnellen. Dankzij handel en factormobiliteit zullen de verhouding kapitaal/arbeid, arbeidsproductiviteit, prijzen, kosten en het inkomen per capita uiteindelijk tussen landen convergeren, zo voorspelt de neoklassieke theorie. Naarmate het proces van rëele convergentie vordert, neemt het relatieve belang van kapitaalaccumulatie af terwijl dat van technologische ontwikkeling juist toeneemt. Over de vraag of dit patroon algemeen geldig is voor opkomende economieën, bestaat echter de nodige discussie. Zo constateerde Young (1994) dat het Aziatische groeimirakel er een is van bijna uitsluitend accumulatie van productiefactoren: mede dankzij gunstige demografie kon het aantal werkenden fors toenemen en door een spectaculaire stijging van de spaarquote (in Singapore bijvoorbeeld van 11 naar 40% bbp; Young, 1994, p.7) was een snelle opbouw van de kapitaalgoederenvoorraad mogelijk. Deze opbouw werd in de jaren voorafgaand aan de Aziëcrisis in toenemende mate ondersteund met een instroom van kortlopend buitenlands kapitaal. De keerzijde van dit factorintensieve groeipatroon is dat over een langere periode bezien technologische vooruitgang in Azië een zeer bescheiden rol heeft gespeeld. Young wierp vervolgens vragen op over de lange-termijn houdbaarheid van het Aziatische groeimodel, gezien de eindige beschikbaarheid van extra kapitaal en arbeid. Sindsdien is een levendig debat over deze materie op gang gekomen, vooral nadat de kritiek van Young bijval kreeg van Krugman (1994). 3 Het reële convergentieproces in de praktijk Tegen de achtergrond van het bovenstaande rijst de vraag hoe het groeiproces in de nieuwe lidstaten zich verhoudt tot enerzijds de ervaringen van West-Europa en de VS en anderzijds de Oost-Aziatische landen. Growth accounting is een veel gebruikte methodologie om groei toe te rekenen aan de componenten arbeid, kapitaal en factorproductiviteit. Dit geeft een waardevol inzicht in de drijvende kracht van het groeiproces, niettegenstaande de theoretische beperkingen van de standaard neoklassieke theorie waarop growth accounting is gebaseerd. Te denken valt aan de weinig bevredigende verklaring van de neoklassieke theorie voor technologische ontwikkeling (die als exogeen wordt beschouwd) en een beperkte definitie van kapitaal (die menselijk kapitaal uitsluit). a: methodologie De zogeheten Cobb-Douglas productiefunctie is het uitgangspunt in deze methodologie: (1) Y = AL α K 1-α 4

5 waarin Y het totale reële bbp weergeeft, A de stand van de technologie (ook wel bekend als Total Factor Productivity; TFP), L de inzet van arbeid en K de inzet van kapitaal. De vergelijking kan, rekening houdend met de tijdsfactor, worden omgeschreven tot: (2) ln Y t = ln A t + α ln L t + (1-α) ln K t Anders gezegd, veranderingen in het bbp worden verklaard uit veranderingen in (i) de inzet van de productiefactoren arbeid (L) en kapitaal (K), en (ii) de efficiëntie waarmee beide productiefactoren worden ingezet (A). α is een schaalparameter en wordt in de academische literatuur normaliter verondersteld 0,65 te bedragen (zie bijvoorbeeld Doyle e.a., 2001, p. 8). Vervolgens kan op basis van de gemiddelde jaarlijkse veranderingen in het aantal werknemers en de nettokapitaalgoederenvoorraad worden becijferd in hoeverre de inzet van beide productiefactoren heeft bijgedragen aan het economische groeiproces. Het deel van de economische groei dat hiermee niet kan worden verklaard het zogeheten Solow residu is de bijdrage van TFP-groei. b: de data Data voor het reële bbp en werkgelegenheid in voltijdequivalent zijn afkomstig uit de zogeheten AMECO-database van Eurostat. De beschikbaarheid van data voor de netto-kapitaalgoederenvoorraad is problematischer: cijfers over de jaarlijkse mutaties zijn beschikbaar (Polen en Hongarije uitgezonderd; bron AMECO). Maar om de jaarlijkse procentuele veranderingen van de nettokapitaalgoederenvoorraad te berekenen, is ook minimaal één observatie van de omvang van de nettokapitaalgoederenvoorraad noodzakelijk. De gegevens voor de netto-kapitaalgoederenvoorraad in 1995 zijn gebaseerd op de schattingen verricht in een studie van Doyle e.a. (2001). Deze auteurs verrichten een soortgelijke Solow-decompositie op basis van eigen schattingen voor de ontwikkeling van de netto-kapitaalgoederenvoorraad in de vijf grootste nieuwe lidstaten (Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië) voor de periode Twee problemen dienen zich aan (zie Annex voor details). Het eerste probleem is het ontbreken van AMECO-gegevens voor de netto-kapitaalgoederenvoorraad van Polen en Hongarije, dat kan worden opgelost door op basis van de methodologie van Doyle e.a. de schattingen van de omvang van de kapitaalgoederenvoorraad door te trekken naar Het tweede probleem is het ontbreken van schattingen van Doyle e.a. van de omvang van de netto-kapitaalgoederenvoorraad in 1995 in de Baltische staten. Dit wordt opgelost door de verhouding kapitaalgoederenvoorraad-output van Polen te volgen, met het verschil dat de aan de transitie gerelateerde afschrijving van de kapitaalgoederenvoorraad in de Baltische staten groter wordt verondersteld dan in Polen. Dit omdat deze drie landen deel uitmaakten van de Sovjet-Unie, wat het aannemelijk maakt dat de kapitaalgoederenvoorraad nog minder dan in de grote nieuwe lidstaten was toegesneden op toepassing in een kapitalistische omgeving. Verder nam Rusland bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de schulden van de individuele deelrepublieken over in ruil voor een deel van de activa van deze landen. 5

6 c: de uitkomsten De uitkomsten van de exercitie geven aan dat de economische inhaalslag van de nieuwe lidstaten voornamelijk wordt gedreven door TFP-groei en groei van de kapitaalgoederenvoorraad. Deze resultaten liggen in het verlengde van het eerder aangehaalde onderzoek van Doyle e.a. naar de periode in de nieuwe lidstaten (exclusief de Baltische staten). TFP-groei blijkt in zes van de acht nieuwe lidstaten de belangrijkste drijvende kracht achter het groeiproces. De uitzonderingen op die regel zijn Estland en Tsjechië, waar groei van de kapitaalgoederenvoorraad overheerst. Ook valt op dat gemiddeld genomen het aantal werkenden niet is gegroeid. Wel variëren de uitkomsten op dit terrein fors met Estland (negatief) en Hongarije (positief) als uitschieters. Opmerkelijk zijn verder de uitkomsten voor de snelste groeier Letland, dat volgens de Eurostat-cijfers over de periode als enige nieuwe lidstaat geen groei van de kapitaalgoederenvoorraad heeft weten te realiseren. Het is echter moeilijk voorstelbaar dat catching up mogelijk is zonder groeiende kapitaalgoederenvoorraad, zeker in een omgeving waarin enkele jaren daarvoor een aanzienlijk aandeel van de kapitaalvoorraad is afgeschreven. Bovendien vertaalt de constante kapitaalgoederenvoorraad zich in een onrealistisch hoge TFP-groei. Om deze twee redenen is het verstandig de uitkomsten voor Letland met de nodige voorzichtigheid te interpreteren. Tabel 2: Growth accounting ESTLAND Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 6,7% Bijdrage werkgelegenheidsgroei: -0,7% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 4,0% Bijdrage TFP-groei: 3,4% HONGARIJE Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 4,1% Bijdrage werkgelegenheidsgroei:: 0,6% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 1,5% Bijdrage TFP-groei: 2,0% LETLAND Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 7,2% Bijdrage werkgelegenheidsgroei: 0,1% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 0,0% Bijdrage TFP-groei: 7,1% LITOUWEN Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 6,1% Bijdrage werkgelegenheidsgroei: -0,2% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 2,4% Bijdrage TFP-groei: 3,9% POLEN Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 4,1% Bijdrage werkgelegenheidsgroei: -0,2% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 1,5% Bijdrage TFP-groei: 2,8% 3 Gebaseerd op Cobb-Douglas productiefunctie met gewicht van arbeid en kapitaal van resp. 65 en 35%. 6

7 SLOVENIË Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 3,7% Bijdrage werkgelegenheidsgroei: 0,1% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 1,3% Bijdrage TFP-groei: 2,3% SLOWAKIJE Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 3,8% Bijdrage werkgelegenheidsgroei: -0,2% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 1,1% Bijdrage TFP-groei: 2,9% TSJECHIË Gem. jaarlijkse bbp-groei per capita : 2,0% Bijdrage werkgelegenheidsgroei: 0,4% Bijdrage groei kapitaalgoederenvoorraad: 1,1% Bijdrage TFP-groei: 0,5% Hoe verhouden deze resultaten zich tot de eerder aangehaalde Aziatische tijgereconomieën? Tabel 3 combineert de resultaten van bovenstaande growth accounting exercitie met de uitkomsten van eenzelfde analyse door Young (1994) van de vier Newly Industrialised Countries (NICs; Hong Kong, Zuid-Korea, Singapore en Taiwan) voor de periode De vergelijking levert de volgende conclusies op. Allereerst blijken de drie Baltische staten qua groeiprestaties niet onder te doen voor de vier NICs, terwijl het verschil van de langzaamst groeiende NIC (Hong Kong; gemiddeld 5,8% groei per capita) met de snelst groeiende grote nieuwe lidstaat (Polen) met 1,7%-punt opmerkelijk groot blijkt. Een tweede constatering is dat de groei in de nieuwe lidstaten minder factorintensief blijkt dan in de Aziatische landen. Zo blijken kapitaal en arbeid in de NICs gemiddeld genomen een grotere bijdrage te hebben geleverd aan het groeiproces. Dat de nieuwe lidstaten het duidelijk minder goed doen wat betreft de bijdrage van het aantal werkenden aan het groeiproces is ten dele een kwestie van demografie: de (beroeps)bevolking van de NICs groeide tussen 1970 en 1985 snel, terwijl in het merendeel van de nieuwe lidstaten (Slovenië en Slowakije uitgezonderd) de bevolking tussen 1996 en 2003 is gekrompen. Een derde waarneming is dat de nieuwe lidstaten aanmerkelijk beter scoren op het onderdeel TFP-groei, een enkele uitzondering (Tsjechië) daargelaten. De afhankelijkheid van het Aziatische groeimodel van factoraccumulatie (waarvan de lage TFP-cijfers de keerzijde vormden) was destijds reden voor Young om te twijfelen aan de houdbaarheid van de groeiprestaties. Deze zorg is niet van toepassing op de nieuwe lidstaten, zo blijkt uit de cijfers. 7

8 Tabel 3 De groei van de nieuwe lidstaten in perspectief Gemiddelde groei bbp Bijdrage groei aantal Bijdrage kapitaal TFP per capita in % werkenden in % in % in % 1 Letland 7,2 Singapore 2,2 Taiwan 4,5 Letland 7,1 2 Taiwan 6,8 VS 1,5 Singapore 4,2 Litouwen 3,9 3 Estland 6,7 Hong Kong 1,3 Estland 4,0 Estland 3,4 4 Singapore 6,5 Zuid Korea 0,9 Zuid Korea 3,8 Slowakije 2,9 5 Litouwen 6,1 Taiwan 0,8 Litouwen 2,4 Polen 2,8 6 Zuid Korea 6,1 Nederland 0,8 Hong Kong 2,0 Hong Kong 2,5 7 Hong Kong 5,8 Hongarije 0,7 Polen 1,5 Slovenië 2,3 8 Polen 4,1 Tsjechië 0,4 Hongarije 1,5 Hongarije 2,0 9 Hongarije 4,1 Letland 0,1 Slovenië 1,3 Taiwan 1,5 10 Slowakije 3,8 Slovenië 0,1 Slowakije 1,1 Zuid Korea 1,4 11 Slovenië 3,7 Litouwen -0,2 Tsjechië 1,1 Nederland 0,8 12 VS 2,5 Polen -0,2 VS 0,6 Tsjechië 0,5 13 Tsjechië 2,0 Slowakije -0,2 Letland 0,0 VS 0,4 14 Nederland 1,6 Estland -0,7 Nederland 0,0 Singapore 0,1 Bron: nieuwe lidstaten ameco; overige landen Penn world tabel. Berekeningen op basis van Young Nieuwe lidstaten: , overige landen Meer groei in de NLS? Bovenstaande analyse geeft aan dat het groeipatroon van de nieuwe lidstaten duidelijk verschilt van dat van de Aziatische tijgereconomieën. Tegenover de superieure TFP-cijfers van de nieuwe lidstaten staan lagere scores wat betreft de benutting van de productiefactoren. Dat geldt in het bijzonder voor arbeid. Het feit dat arbeid over het geheel genomen een bescheiden bijdrage heeft geleverd aan het catching up proces, roept de vraag op in hoeverre de nieuwe lidstaten hun groeipotentieel benutten. De OECD (2004, p. 6) concludeert op basis van een onderzoek in de vier grote nieuwe lidstaten (Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië) dat deze landen kansen laten liggen. Dit omdat het aandeel werkenden op de beroepsbevolking tot de laagste in de OECD behoort, Tsjechië uitgezonderd. Cijfers van de Europese Commissie geven aan dat in Hongarije, Polen en Slowakije minder dan 55% van de beroepsbevolking betaalde arbeid verricht. Ook wanneer de analyse wordt uitgebreid met Slovenië, de Baltische staten, Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal (de vier ontvangers van cohesiefondsen), Zuid-Korea en de EU-15, blijft de conclusie overeind dat het reservoir onbenutte arbeid het grootst is in Hongarije, Polen en Slowakije (zie grafiek 2). De grafiek geeft overigens treffend aan dat de situatie in Griekenland en Spanje niet veel beter is. In Polen en Slowakije komt de lage arbeidsparticipatie tot uiting in een hoog aantal werklozen (tussen de 17 en 20% van de beroepsbevolking), terwijl in Hongarije een groot aantal potentiële werknemers zich heeft teruggetrokken van de arbeidsmarkt. 8

9 Grafiek 2a Werkgelegenheid Aandeel werkenden¹ in procenten bevolking (15-64 jaar) Grafiek 2b Werkgelegenheid Aandeel werkenden¹ in procenten bevolking (15-64 jaar) SVK HUN POL EU8 LVA KOR EST SVN EU15 LTU CZE Bron: Ameco-database, Europese Commissie. 1) Werkgelegenheid in voltijdeenheden. 2) EU8 = nieuwe lidstaten behalve Cyprus en Malta.. 40 GRC ESP NLD FRA BEL AUT ITA IRL FIN DEU PRT USA De OECD wijt de omvang van het onbenutte arbeidsreservoir in de nieuwe lidstaten aan factoren die zowel de arbeidsvraag als het aanbod nadelig beïnvloeden. In het begin van het transitieproces maakte de combinatie van grote verborgen werkloosheid in de staatsbedrijven en het feit dat veel van deze bedrijven opereerden in economisch onrendabele sectoren massaontslagen van vooral lager opgeleiden onvermijdelijk. Door de ontslagen werknemers te voorzien van betrekkelijk hoge (en vaak permanente) uitkeringen 4 werd de prikkel om nieuw werk te zoeken (en dus ook het arbeidsaanbod) ernstig verminderd. Om deze uitkeringen te financieren was een zodanige stijging van de inkomstenbelasting noodzakelijk dat ook de vraag naar arbeid (in het bijzonder laaggeschoolde arbeid) in gevaar kwam. De vraag naar arbeid werd verder belemmerd door strenge ontslagwetgeving en hoge minimumlonen in relatie tot het gemiddelde loon (ca. 40% van het gemiddelde loon aldus de OECD). Inzet van het onbenutte arbeidsreservoir zou de nieuwe lidstaten een eenmalige welvaartswinst kunnen opleveren. 5 De welvaartswinst kan worden berekend aan de hand van de eerder besproken Cobb- Douglas productiefunctie. De omvang van de welvaartswinst is afhankelijk van de veronderstellingen die worden gemaakt wat betreft (i) de productiviteit van de in te schakelen werknemers en (ii) de relatieve toename van het aantal werkenden. In een optimistisch scenario kan de welvaartswinst voor de hekkensluiters Hongarije, Polen en Slowakije oplopen tot ruim 21% bbp. Dit scenario is gebaseerd op de veronderstellingen dat de productiviteit van nieuwe werknemers gelijk is aan die van zittende werknemers (dwz, iedere procent extra arbeid levert 0,65 procent meer output op 6 ) en dat het aandeel Deze betrekkelijk royale regelingen kwamen mede tot stand om politieke steun te verkrijgen voor pijnlijke economische hervormingen. In termen van grafiek 1: toenemende inzet van productiefactoren impliceert een verschuiving langs de curve, technologische vooruitgang een verschuiving van de curve. Zie de Cobb-Douglas productiefunctie. 9

10 werkenden op de beroepsbevolking stijgt naar Amerikaans niveau (ruim 72%). Echter, ook onder realistischere aannames (iedere procent arbeid levert 0,5% meer output op en het aandeel werkenden op de beroepsbevolking stijgt naar het EU-15 niveau van 65%) kan de welvaartswinst oplopen tot 10% bbp. Een tweede vraag is of de nieuwe lidstaten de snelle productiviteitsgroei ook in de toekomst zullen weten vast te houden. Het is immers niet onwaarschijnlijk dat in de snelle productiviteitsgroei van een aantal nieuwe lidstaten ook tijdelijke factoren een rol spelen zoals de eerder gesignaleerde massaontslagen van laagopgeleiden. In dit kader signaleren Scarpetta en Tressel (2002) dat regulering die mededinging ontmoedigt, samengaat met een lagere productiviteitsgroei. Dat negatieve effect is bovendien groter naarmate een land verder verwijderd is van de technologische koplopers, omdat dergelijke regulering een ontmoedigend effect heeft op het overnemen van nieuwe technologie. Deze laatste uitkomst is in het bijzonder relevant voor de nieuwe lidstaten. Data van de OECD (die niet beschikbaar zijn voor de Baltische staten en Slovenië) suggereren dat de nieuwe lidstaten qua belemmeringen voor mededinging niet langer onderdoen voor de EU-15 (tabel 3). Een aspect waarop de NLS echter wel duidelijk slechter scoren zijn de administratieve lasten voor startende ondernemers. Het is aannemelijk dat dit in de praktijk de toetreding van nieuwe ondernemers afremt en daarmee de concurrentieverhoudingen vertekent in het voordeel van bestaande bedrijven. Tabel 3: Effectieve mededinging NLS en EU-15 Administratieve lasten Anticompetitieve voor startende ondernemers wetgeving België 1,3 1,7 1,0 0,6 Denemarken 0,5 0,5 2,1 1,7 Duitsland 2,4 1,6 0,4 0,5 Finland 2,0 1,3 0,7 0,4 Frankrijk 3,4 1,9 1,5 1,4 Griekenland 3,0 2,6 0,6 0,5 Hongarije 2,4 2,3 1,5 1,1 Ierland 0,9 0,5 0,2 0,3 Italië 4,6 2,4 1,0 0,6 Luxemburg. 1,8. 0,1 Nederland 1,8 1,6 1,2 0,6 Oostenrijk 2,6 2,8 1,0 0,8 Polen 3,8 3,7 1,6 0,3 Portugal 2,1 1,7 1,0 0,5 Slowakije. 1,9. 0,3 Spanje 3,5 2,8 0,5 0,4 Tsjechië 2,2 2,3 0,6 0,5 VK 1,0 0,7 0,7 0,4 Zweden 1,1 1,2 1,3 0,6 gemiddelde EU-15 2,2 1,7 0,9 0,6 gemiddelde NLS 2,8 2,6 1,2 0,6 Toelichting: Indien de OESO-indicator 0 (6) is dan is de mate van effectieve mededinging hoog (laag). Bron: OECD 10

11 Op de lange termijn hangt de productiviteitsperformance van de nieuwe lidstaten af van hun vermogen om een kenniseconomie te creëren. Diffusie van nieuwe technologie in catching-up landen kan verlopen via een aantal onderling gerelateerde kanalen, zoals internationale handel, buitenlandse directe investeringen maar ook Europese integratie. Diffusie van technologie is echter geen vanzelfsprekende uitkomst, maar hangt af van de absorptiecapaciteit van het land in kwestie. De lage R&D-uitgaven (gem. ca. 1% van het bbp) en de gebrekkige kennis van buitenlandse talen zouden op termijn reële beletsels kunnen gaan vormen. 5 Conclusies Hoewel EU-lidmaatschap ogenschijnlijk gunstige voorwaarden voor catching-up biedt, schiet het groeitempo van de grote nieuwe lidstaten tekort om de omvangrijke inkomensachterstand op de EU-15 in korte tijd te slechten. De Baltische staten blijken zich daarentegen te kunnen meten met de snelgroeiende Aziatische tijgereconomieën. In tegenstelling tot de Aziatische tijgereconomieën (die groei voornamelijk realiseerden dankzij factoraccumulatie) blijkt in de nieuwe lidstaten technologische ontwikkeling de belangrijkste drijvende kracht achter het catching up proces. De onderbenutting van de productiefactor arbeid suggereert evenwel dat met name de grote nieuwe lidstaten hun groeicapaciteit tijdelijk, maar significant kunnen vergroten. Het inschakelen van het nu nog onbenutte arbeidsreservoir kan eenmalig omvangrijke welvaartswinsten opleveren. Het vasthouden van het huidige tempo van productiviteitsstijgingen vormt een tweede uitdaging, dat vraagt om voldoende mededinging en het versterken van de absorptiecapaciteit van nieuwe technologie. Literatuur Doyle, P., L. Kuijs, G. Jiang, 2001, Real Convergence to EU Income Levels: Central Europe from 1990 to the Long Term, IMF Working Paper WP/01/146, Washington D.C. Krugman, P., 1994, The Myth of Asia s Miracle, Foreign Affairs, November/December, Martín, C., F.J. Velázquez, B. Funck, 2001, European Integration and Income Convergence. Lessons for Central and Eastern European Countries, World Bank Technical Paper No. 514, Washington D.C. OECD, 2004, Enhancing Income Convergence in Central Europe after EU Accession, Economic Policy Committee, Parijs. Scarpetta, S., T. Tressel, 2002, Productivity and Convergence in a Panel of OECD Industries: Do Regulations and Institutions Matter?, OECD Economic Department Working Papers No. 342, Parijs. Young, A.,1994, Lessons from the NICs: A Contrarian View, European Economic Review 38,

12 ANNEX Zoals gezegd, ontbreekt het aan AMECO-gegevens voor de jaarlijkse groei van de netto kapitaalvooraad in Polen en Hongarije. Dit probleem kan worden opgelost door de schattingen van Doyle e.a. door te trekken naar Dat werkt als volgt: de auteurs beginnen met een schatting van de kapitaalgoederenvoorraad-output verhouding in Vervolgens wordt de kapitaalgoederenvoorraad aangevuld met de groei van de bruto kapitaalgoederenvoorraad (in constante prijzen) en verminderd met een vast percentage aan afschrijvingen van 5,5% voor Polen en 8% voor alle andere landen. 7 Verder veronderstellen de auteurs dat door de transitie in % van de kapitaalgoederenvoorraad onbruikbaar werd in een marktgeoriënteerde omgeving en dus in één klap moest worden afgeschreven. Probleem bij de Baltische staten is dat het ook voor 1985 ontbreekt aan schattingen van de kapitaalgoederenvoorraad. Doyle e.a. hebben deze drie kleine landen immers niet in hun onderzoek opgenomen. Om de omvang van de kapitaalgoederenvoorraad in 1995 te berekenen zijn dus aanvullende veronderstellingen nodig. Een eerste veronderstelling is dat de ontwikkeling van verhouding kapitaalgoederenvoorraad-output van de Baltische staten tot 1995 die van Polen volgde (dat van de grote nieuwe lidstaten de kleinste kapitaalgoederenvoorraad had). Er is echter één verschil. Om twee redenen mag worden aangenomen dat de terugval van de kapitaalgoederenvoorraad als gevolg van de overgang naar een markteconomie in de Baltische staten groter was dan in de andere nieuwe lidstaten. Allereerst maakten deze drie landen deel uit van de Sovjet-Unie, wat het aannemelijk maakt dat de kapitaalgoederenvoorraad nog minder dan in de grote nieuwe lidstaten was toegesneden op toepassing in een kapitalistische omgeving (bijvoorbeeld door het beleid van extreme regionale specialisatie dat in de voormalige Sovjet-Unie werd gevoerd). Ten tweede nam Rusland bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 de schulden van de individuele deelrepublieken over in ruil voor een deel van de activa van deze landen (waaronder machines en andere mobiele vormen van kapitaalgoederenvoorraad). Om deze twee redenen wordt aangenomen dat de transitiegerelateerde afschrijving van de kapitaalgoederenvoorraad voor de Baltics niet 35 maar 50% bedraagt Dit omdat in Polen gebouwen een relatief hoog aandeel gebouwen in de kapitaalgoederenvoorraad hebben. In de overige landen vertegenwoordigen machines, die sneller afschrijven dan gebouwen, een hoger aandeel in de nationale kapitaalgoederenvoorraad, aldus de auteurs. Door de grotere transitie-afschrijving in de Baltische staten bedroeg de verhouding kapitaalgoederenvoorraad/bbp in 1995 ca. 77% van die van Polen (0,5/0,65). 12

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Brochure Geldige identiteitsdocumenten. Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2016

Brochure Geldige identiteitsdocumenten. Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2016 Brochure Geldige identiteitsdocumenten Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2016 Brochure Geldige identiteitsdocumenten Voor gebruik bij de Tweede Kamerverkiezing van 15

Nadere informatie

Brochure Geldige identiteitsdocumenten. Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2018

Brochure Geldige identiteitsdocumenten. Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2018 Brochure Geldige identiteitsdocumenten Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2018 Brochure Geldige identiteitsdocumenten Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het

Nadere informatie

Brochure Geldige identiteitsdocumenten. Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2018

Brochure Geldige identiteitsdocumenten. Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2018 Brochure Geldige identiteitsdocumenten Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het stemlokaal vanaf 2018 Brochure Geldige identiteitsdocumenten Voor gebruik bij verkiezingen en referenda in het

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Tabel 1: Economische indicatoren (1) Tabel 1: Economische indicatoren (1) Grootte van de Openheid van de Netto internationale Saldo op de lopende rekening (% economie (in economie (Export + BBP per hoofd, nominaal (EUR) BBP per hoofd, nominaal,

Nadere informatie

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei CPB Notitie 22 december 2014 CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid en economische groei Uitgevoerd op verzoek van de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer CPB Notitie

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot: Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 2 economie CSE GL en TL GT-0233-a-15-2-b Zelfstandig of niet informatiebron 1 Cijfers Kamer van Koophandel over 2013 Starters 113.823 Bedrijfsbeëindigingen 136.640 informatiebron

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Prinsjesdag Uitdagingen voor Nederland. Menno Middeldorp Hoofd RaboResearch Nederland

Prinsjesdag Uitdagingen voor Nederland. Menno Middeldorp Hoofd RaboResearch Nederland Prinsjesdag 2017 Uitdagingen voor Nederland Menno Middeldorp Hoofd RaboResearch Nederland Overzicht Conjunctuur Nederlandse economie in bloei Uitdagingen voor Nederland Van Miljoenennota naar regeerakkoord

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011

De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa. Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011 De arbeidsmarktintegratie van personen met een handicap in Europa Barbara Vandeweghe IDEA Consult 12 december 2011 IDEA Consult 1. Inleiding Studie naar de arbeidsmarktsituatie van personen met een handicap

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Toekomst voor de zorg in viervoud

Toekomst voor de zorg in viervoud Toekomst voor de zorg in viervoud Casper van Ewijk CPB & UvA RVZ 7 februari Diagnose 2 Uitgaven curatieve zorg % BBP, 2010 16,0 % bbp, 2010 14,0 14,1 12,0 10,0 9,0 8,8 8,0 7,9 7,7 7,7 7,7 7,5 6,0 4,0 2,0

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0 Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking 14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS In deze bijlage worden Nederlandse cijfers op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid vergeleken met die van een groot aantal Europese landen, de USA en

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

Toekomst voor de zorg in viervoud

Toekomst voor de zorg in viervoud Toekomst voor de zorg in viervoud Casper van Ewijk CPB & UvA RVZ 7 februari Diagnose Outline zorgboek 9 maart 2012 Uitgaven curatieve zorg % BBP, 2010 16,0 % bbp, 2010 14,1 14,0 12,0 10,0 9,0 8,8 8,0 7,9

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 17

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 17 OPOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 17 Open Vragen OEFENING 1 a) We herinneren ons de definitie van de prijselasticiteit van de vraag dq dp. p q Hier gaat het om de kapitaalselasticiteit van de productie.

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 1. Goederenexport van Canada naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Canadese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

CPB Notitie 8 mei 2012. Actualiteit WLO scenario s

CPB Notitie 8 mei 2012. Actualiteit WLO scenario s CPB Notitie 8 mei 2012 Actualiteit WLO scenario s. CPB Notitie Aan: De Deltacommissaris Drs. W.J. Kuijken Postbus 90653 2509 LR Den Haag Datum: 8 mei 2012 Betreft: Actualiteit WLO scenario's Centraal

Nadere informatie

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners.

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Demografie Samenvatting Inwonersaantal: 442.508 (2012) 90% van de inwoners heeft de Belgische nationaliteit.

Nadere informatie

Crisis treft ook Centraal- en Oost-Europa

Crisis treft ook Centraal- en Oost-Europa De wereldwijde financiële crisis heeft ook Centraal- en Oost-Europa hard geraakt. Door de economische vervlochtenheid heeft de neergang in deze regio negatieve gevolgen voor Nederland en het eurogebied.

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

McKinsey: Poolse economie kan groeimotor worden

McKinsey: Poolse economie kan groeimotor worden Bron: http://www.consultancy.nl/ In een recent uitgebracht rapport van McKinsey & Company, getiteld Poland 2025: Europe s new growth engine, wordt de ontwikkeling van de Poolse commerciële economie in

Nadere informatie

Migratie en de welvaartsstaat: is er sprake van aanzuigeffecten? Bart Meuleman (bart.meuleman@soc.kuleuven.be)

Migratie en de welvaartsstaat: is er sprake van aanzuigeffecten? Bart Meuleman (bart.meuleman@soc.kuleuven.be) Migratie en de welvaartsstaat: is er sprake van aanzuigeffecten? Bart Meuleman (bart.meuleman@soc.kuleuven.be) Inleiding Onderliggende assumptie gemaakt door aantal beleidsmakers: Sociaal beleid mag niet

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 1. Goederenexport van Australië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Australische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen

Nadere informatie

Internationale vergelijking kindregelingen

Internationale vergelijking kindregelingen Internationale vergelijking kindregelingen Nederland kent een uitgebreid en historisch gegroeid stelsel van kindregelingen dat aan ouders financiële ondersteuning geeft. In het regeerakkoord Bruggen Slaan

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 11

Extra opgaven hoofdstuk 11 Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven

Nadere informatie

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Kortcyclische arbeid, Op de teller! Kortcyclische arbeid, Op de teller! 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische arbeid. Dit laat toe een duidelijke definiëring

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De economische geschiedschrijving van Westerse economieën in de afgelopen twee eeuwen heeft aangetoond dat deze landen een verschillend groeitempo hebben gehad. Het arbeidsproductiviteitsniveau

Nadere informatie

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? MEMO/11/406 Brussel, 16 juni 2011 Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? Vakantie verwacht het onverwachte. Gaat u binnenkort op reis in de EU of naar IJsland, Liechtenstein,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van het Verenigd Koninkrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Britse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

Internationale Benchmark 2009 Extra landen

Internationale Benchmark 2009 Extra landen M200907 Internationale Benchmark 2009 Extra landen Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans drs. W.H.J. Verhoeven R. in 't Hout Zoetermeer, mei 2009 1 Inleiding EIM publiceert jaarlijks de Internationale Benchmark.

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november 2006 6,6 197 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inhoud: Voorwoord 3. - Wat verwachten we van dit werkstuk? - Hoe gaan we het aanpakken?

Nadere informatie

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf M21221 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot Verklaring van verschillen tussen MKB en groot en ontwikkelingen 1993-29 Anne Bruins Ton Kwaak Zoetermeer, november 212 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot

Nadere informatie

EUROPESE VERGELIJKING VAN ENKELE BEDRIJFSECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE VLAAMSE LANDBOUW

EUROPESE VERGELIJKING VAN ENKELE BEDRIJFSECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE VLAAMSE LANDBOUW FOCUS EUROPESE VERGELIJKING VAN ENKELE BEDRIJFSECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE VLAAMSE LANDBOUW (2008-2012) INHOUD 1. Inleiding 2. Indicatoren 3. EUbenchmarking 4. Besluit 1 INLEIDING Dit focusrapport presenteert

Nadere informatie

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. ONDERZOEKSRAPPORT Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. Introductie In het Human Capital 2015 report dat het World

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen 7 Juli 2010 Stéphane THYS Coördinator Opzet van de presentatie Studenten in wetenschappelijke

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Financiële en Economische Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 1. Goederenexport van Ierland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ierse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70 13 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 70 A. TITEL Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Mobiliteit: Egbert Jongen CPB*

Mobiliteit: Egbert Jongen CPB* Mobiliteit: Wat economen willen (en weten) Egbert Jongen CPB* *Deze presentatie is op persoonlijke titel Overzicht presentatie Wat economen weten Wat economen willen Het Oostenrijkse systeem Wat economen

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 1. Goederenexport van Zwitserland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zwitserse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2016) Omzetting van wetgeving Verleden jaar moesten de lidstaten 66 nieuwe richtlijnen omzetten, een sterke toename dus

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 1. Goederenexport van Spanje naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Spaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 1317 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie