BIBF. Opleiding BIBF Stagiairs. Zaterdag 24 januari Door Eddy Soenen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIBF. Opleiding BIBF Stagiairs. Zaterdag 24 januari 2015. Door Eddy Soenen"

Transcriptie

1 1 BIBF Opleiding BIBF Stagiairs Zaterdag 24 januari 2015 Door Eddy Soenen Ere e.a. Inspecteur diensthoofd bij de Administratie van de Algemene Fiscaliteit Ere Adviseur bij het Ministerie van Financiën Lid stagecommissie BIBF Auteur Consultant BTW Docent Ieder gebruik of vermenigvuldiging op gelijk welke wijze is Niet toegestaan zonder voorafgaand akkoord van de auteur.

2 2 INHOUDSTAFEL Deel 1 Recht op aftrek p Herziening van de aftrek p Gemengde belastingplicht p Deel 2 Ontrekkingen p Deel 3 VAT-Package p Deel 4 Nieuwe regelgeving inzake Aftrek voor bedrijfsmiddelen p

3 3 DE AFTREKREGELING De aftrek van de voorbelasting is het hoofdkenmerk van de BTW-regeling. Deze aftrek doet het cumulatief karakter teniet van de heffing van een belasting op iedere juridische of daarmee gelijkgestelde handeling. In principe hebben alle belastingplichtigen recht op aftrek, met uitzondering van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 44, van het wetboek en de belastingplichtigen onderworpen aan de vrijstellingsregeling van artikel 56, 2, van het wetboek. De particulieren en de niet belastingplichtigen hebben bijgevolg geen recht op aftrek. De aftrekregeling is opgenomen in artikelen 45 tot 48 van het wetboek en het koninklijk besluit nummer 3. Eveneens is een aftrekregeling, onder de vorm van een teruggaaf, voorzien voor de niet in België gevestigde belastingplichtigen, die hier niet over een vaste inrichting beschikken ( zie aanschrijving nr. 30/1975) noch aansprakelijk vertegenwoordiger hebben laten erkennen of over een rechtstreekse identificatie beschikken. Zie in dit verband artikel 55 van het wetboek (laatst gewijzigd op 20/12/2002, met inwerkingtreding 01/01/2002). Verder is er een bijzonder en beperkt recht op aftrek voorzien in de nieuwe regeling voor beleggingsgoud ( artikel 44bis, van het wetboek ), in voege getreden op 1 januari 2000 ( zie aanschrijving nr. 3, van 12/10/2000 ). Algemene draagwijdte van het recht op aftrek ( artikel 45, 1 ). Artikel 1, van het koninklijk besluit nummer 3 voegt voor de toepassing van artikel 45, 1, van het wetboek, een belangrijke precisering toe door te bepalen dat de belastingplichtige de belasting in aftrek brengt die werd geheven van de goederen en diensten die hij bestemt voor het verrichten van in artikel 45, 1, 1 tot 5, van het wetboek bedoelde handelingen. Op het ogenblik dat de aftrek wordt toegepast door inschrijving van de af te trekken belasting in de periodieke aangifte, moet de belastingplichtige bepalen

4 4 of de ontvangen goederen of diensten, volgens de normale gang van zaken, al dan niet bestemd zijn om handelingen te verrichten die recht op aftrek verlenen ( zie supra). Indien zich later wijzigingen voordoen in de aanwending van de voornoemde goederen en diensten, zullen deze wijzigingen aanleiding geven tot onttrekkingen ( artikel 12 van het wetboek ) en/of herzieningen van de oorspronkelijk afgetrokken BTW ( artikel 48, van het wetboek en koninklijk besluit nummer 3 ). Tevens dient hij ook op dat ogenblik te bepalen of er geen uitsluitingen of beperkingen zijn met betrekking tot het uitgeoefende recht op aftrek volgens de uitsluitingen en beperkingen opgenomen in de artikel 45, 2, 3, en 4, van het wetboek. Het spreekt vanzelf dat de aftrek uitdrukkelijk uitgesloten is van de belasting geheven van goederen en diensten die voor privé-gebruik of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan die van de economische activiteit zijn bestemd. Er wordt aan herinnerd dat wanneer men de hoedanigheid van belastingplichtige, met recht op aftrek, op ondubbelzinnige wijze en zonder frauduleus of bedrieglijk opzet heft verkregen, deze hoedanigheid van belastingplichtige niet met terugwerkende kracht kan worden ontnomen noch dat het uitgeoefende recht op aftrek in vraag kan worden gesteld, indien de beoogde economische activiteit net effectief tot belastbare handelingen heeft geleid ( zie BTW-revue nr. 122, blz en BTW-revue nr. 140, blz ). Uitoefenen van het recht op aftrek Opdat een belastingplichtige de belasting geheven van de door hem ontvangen goederen en diensten zou mogen aftrekken : 1 moet het recht op aftrek van die belasting ontstaan zijn (K.B. nr. 3, art.2 ); 2 moeten de voorwaarden om dat recht uit oefenen nagekomen zijn ( K.B. nr. 3, art. 3, en K.B. nr. 31, art. 7 ).

5 5 Beperkingen inzake aftrekbare BTW. De bijzonderste beperkingen inzake aftrekbare BTW kunnen als volgt op summiere wijze worden samengevat : 1) Artikel 45, 2 - aftrekplafond van 50 % Overeenkomstig artikel 45, 2 van het BTW-Wetboek is de aftrek van de BTW geheven ten aanzien van de levering, de invoer en de intracommunautaire verwerving van automobielen voor personenvervoer, daaronder begrepen de voertuigen die zowel voor personenvervoer als voor goederenvervoer kunnen dienen, en ten aanzien van goederen en diensten met betrekking tot die voertuigen, is steeds beperkt tot maximaal 50% van de BTW. Om elke betwisting te vermijden drong een specifieke, nauwkeurige en strikte wettelijke bepaling zich op. Dat is het doel van het nieuwe artikel 45, 2, van het BTW-wetboek en meer in het bijzonder van het tweede lid ervan, gewijzigd bij artikel 107 van de programmawet van 27 december 2005 ( zie circulaire nr. AFZ 12/2006, dd. 6 juni Artikel 45, 2, nieuw, dat de eerder toegepaste uitsluitingen behoudt, is in die zin gewijzigd. Het eerste lid houdt voortaan een algemene beperking in van het recht op aftrek dat van toepassing is op alle soorten autovoertuigen, dus met inbegrip van vrachtwagens, lichte vrachtauto s, autobussen en motorfietsen. Het tweede lid bevat een restrictieve lijst van uitzonderingen op de beperking van het recht op aftrek. Behalve de reeds bestaande uitsluitingen somt het nieuwe tweede lid de autovoertuigen op waarop de afwijking op de beperking van het recht op aftrek van toepassing is.

6 6 Uitzonderingen vermeld in artikel 45, 2, tweede lid, van het wetboek. De beperking vervat in artikel 45, 2, eerste lid, van het wetboek is niet van toepassing op : a) de voertuigen met een maximaal toegelaten massa van meer dan kg; b) de voertuigen voor personenvervoer met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet inbegrepen; c) de voertuigen die speciaal zijn ingericht voor het vervoer van zieken, gewonden en gevangenen en voor lijkenvervoer; d) de voertuigen die, omwille van hun technische kenmerken, niet kunnen worden ingeschreven in het repertorium van de D.I.V.; e) de voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor het kamperen; f) de voertuigen bedoeld in artikel 4, 2, van het wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde handelingen ( zie circulaire nr. AFZ 12/2006, dd. 06/06/2006 ); g) de bromfietsen en de motorfietsen; h) de voertuigen bestemd om te worden verkocht door een belastingplichtige die een economische uitoefent die bestaat in de verkoop van autovoertuigen; i) de voertuigen bestemd om te worden verhuurd door een belastingplichtige die een economische activiteit uitoefent die bestaat in de verhuur van autovoertuigen aan om het even wie; Twee cassatiearresten van 19 januari 2007 hebben betrekking op de draagwijdte van artikel 45, 2, tweede lid, i, van het BTWwetboek. Overeenkomstig die arresten wordt met een (specifieke) economische activiteit die bestaat in de verhuur van autovoertuigen bedoeld, een naar het publiek gerichte niet toevallige activiteit van verhuur van autovoertuigen. Hierbij is niet vereist dat die activiteit de enige of belangrijkste activiteit zou zijn, noch dat het aanbod zou gedaan worden aan een onbegrensde klienteel. Voor de toepassing van artikel 45, 2, tweede lid, i, van het wetboek hoeft de verhuuractiviteit dus geen hoofdactiviteit te zijn ( het mag b.v. ook om een nevenactiviteit gaan die automatisch gegenereerd wordt door een andere activiteit van de belastingplichtige) en moet de onderneming die zich richt tot een

7 7 bepaald doelpubliek niet worden onderscheiden van een belastingplichtige die aan iedereen autovoertuigen verhuurt. Gelet op hetgeen voorafgaat is de aftrekbeperking van artikel 45, 2, van het BTW-wetboek niet meer van toepassing wanneer een belastingplichtige geregeld : - vervangwagens ter beschikking stelt van zijn klanten in afwachting van de herstelling of het onderhoud van het voertuig van laatstgenoemden; - vervangwagens ter beschikking stelt van zijn klanten in afwachting van de levering van een nieuw voertuig; - vervangwagens ter beschikking stelt van zijn klanten in het kader van een pechverhelpingsdienst; - autovoertuigen ter beschikking stelt van verbonden ondernemingen. Aangezien artikel 45, 2, tweede lid, i, van het BTW-wetboek enkel ondernemingen beoogt die een economische activiteit uitoefenen die bestaat in de verhuur van autovoertuigen, zoals hierboven verduidelijkt (leasing daaronder inbegrepen), kan die uitzondering op de aftrekbeperking, onder meer, niet worden ingeroepen : - door belastingplichtigen die slechts af en toe autovoertuigen verhuren; - door belastingplichtigen die zich beperken tot de verhuur van een autovoertuig aan bijvoorbeeld aandeelhouders, bestuurders of personeelsleden; - voor autovoertuigen die gebruikt worden in omstandigheden als bedoeld in artikel 19, 1, van het BTW-wetboek. Voor ondernemingen als beoogd in artikel 45, 2, tweede lid, i, van het BTW-wetboek, geldt de uitzondering op de aftrekbeperking slechts voor de voertuigen die bestemd zijn om te worden verhuurd en die effectief die bestemming krijgen. De voertuigen die gedeeltelijk voor andere doeleinden worden gebruikt ( b.v. gebruik voor eigen beroepsbehoeften of gebruik in omstandigheden als bedoeld in artikel 19 1, van het wetboek ) vallen in beginsel buiten de uitzondering ( zie evenwel

8 8 aanschrijving nr. 9, van 30 juli 1985 regeling demonstratiewagens ) j) De voertuigen bestemd om te worden gebruikt voor bezoldigd personenvervoer ( v.b. taxibedrijven ). Daar de exploitanten van autorijscholen niet worden bedoeld in een van de hierboven opgesomde uitzonderingen, is de beperking ingesteld bij artikel 45, 2, van het wetboek van toepassing op deze belastingplichtigen. k) De nieuwe voertuigen in de zin van artikel 8bis, 2, 2), eerste gedachtenstreep, andere dan deze bedoeld onder h), i) en j), die het voorwerp uitmaken van een op grond van artikel 39bis vrijgestelde intracommunautaire levering. 2) Uitsluiting van het recht op aftrek voor de BTW geheven van sommige beroepsuitgaven. a) Tabaksfabrikaten ( artikel 45, 3, 1 ) Ieder recht op aftrek is uitgesloten voor tabaksfabrikaten, gezien deze onder een bijzonder stelsel vallen ( zie in dit opzicht artikel 58, 1, van het wetboek en koninklijk besluit nummer 13 ); b) Geestrijke dranken ( artikel 45, 3, 2 ) Geen aftrek is voorzien voor de BTW geheven op de aankoop van geestrijke dranken, behoudens wanneer deze bestemd zijn om te worden verkocht, of verwerkt, of te worden verstrekt ter gelegenheid van een dienstprestatie. Over het algemeen mag aangenomen worden dat met sterke dranken wordt bedoeld de dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22.

9 9 c) Kosten van logies en kosten van spijzen en dranken ( artikel 45, 3, 3 ) Kosten van logies, spijzen of dranken, volgend uit een huisvestings- of restauratiecontract zijn uitgaven waarbij men moeilijk het onderscheid tussen privé- en beroepsgebruik kan maken. Daarom mag de BTW die ter zake van die kosten werd voldaan ( hotel- en restaurantrekeningen, enz..) in de regel niet worden afgetrokken. Op die regel bestaan echter twee uitzonderingen : 1. hotel- en restauratiekosten die door personeel worden gemaakt. De belastingplichtige mag de BTW aftrekken ter zake van de kosten van logies, spijzen en dranken, die worden gedaan voor het personeel dat buiten de onderneming belast is met een levering van goederen of met een dienstverrichting ( artikel 45, 3, 3, a ). 2. hotel- en restauratiekosten gedaan door belastingplichtigen die op hun beurt dezelfde diensten verstrekken. Krachtens artikel 45, 3, 3, b, van het wetboek mag de BTW geheven van hotel- en restauratiekosten gedaan door belastingplichtigen die op hun beurt deze diensten onder bezwarende titel verstrekken, door deze laatsten worden afgetrokken. In het bijzonder wordt hier bedoeld de hotel- en restauranthouders die in onderaanneming een beroep doen op een vakgenoot, alsook voor de bedrijfskantines die maaltijden laten verstrekken door uitzenders van diners of door gespecialiseerde bedrijven ( cateringbedrijven ). Dit is eveneens het geval bij de organisatie van conferenties, seminaries, congressen, enz, waarbij de organisatoren dergelijke kosten die hen te laste werden gelegd, als dusdanig en voor een afzonderlijke prijs doorfactureren (in hun eigen naam) aan de deelnemers van de betrokken manifestaties ( BTWrevue nr. 114, blz ).

10 10 3) Kosten van onthaal ( artikel 45, 3, 4 ) Kosten van onthaal, waarvan het recht op aftrek is uitgesloten, krachtens artikel 45, 3,vierde lid, van het wetboek, zijn de kosten die de belastingplichtigen aangaan in het kader van public relations, ontvangst en vermaak van aan het bedrijf vreemde personen ( Europese Richtlijn 77/388/EG van 17/05/1977 ). Onder aan het bedrijf vreemde personen wordt verstaan de personen die niet in de onderneming werken als directie of personeelslid. Het begrip aan het bedrijf vreemde personen beoogt dus niet enkel de leveranciers en de klanten, maar ook de aandeelhouders of vennoten van een onderneming en de leden van een vereniging. Deze uitgaven die vooral worden gedaan naar aanleiding van manifestaties of bijzondere gebeurtenissen ( banket, receptie, inhuldiging, feest, reizen, allerhande animatie,.) kunnen bestaan zowel uit hotelkosten, restaurant- of traiteurskosten, als uit de aankoop van drank en voeding, de aankoop van bloemen, de huur van materiaal, enz Kosten die niet de aard hebben van kosten onthaal : a) de inrichting van een hall, een wachtzaal, een vergaderzaal en andere beroepslokalen, en de aankoop van goederen om die plaatsen uit te rusten (zetels, tafels, kapstokken, enz..) en versieringen ( planten, bloemen, muurdecoraties, en andere ) in de normale context van de exploitatie, het werkkader van het personeel, en de normale omstandigheden van de handelscontacten. Er dient opgemerkt dat wat muurversiering betreft, iedere aftrek is uitgesloten met betrekking tot originele kunstwerken; b) het ter beschikking stellen van parkeergelegenheid bij de onderneming ten behoeve van klanten en leveranciers, zonder dat zij daarvoor betalen; c) het gratis vervoer van mogelijke klanten, vanaf een welbepaalde plaats tot aan de onderneming en terug, met als duidelijk doel, buiten elk feest of receptie, hen de mogelijkheid te geven een technisch bezoek aan de inrichting te brengen en zo de verkoop van de produkten te stimuleren. Daartegenover mag de BTW niet worden afgetrokken op de eventuele maaltijd die bij die gelegenheid zou aangeboden worden;

11 11 d) de verfraaiing van lokalen van een hotel of restaurant ( versiering, bloemen,..) waarbij de uitgaven tot doel hebben de klanten een aangenaam verblijf te bezorgen. Anderzijds mogen kosten van onthaal niet worden verward met demonstratiekosten, waarbij monsters worden uitgedeeld of waarbij goederen ter die gelegenheid worden verbruikt ( bv. Bier of wijn ). Ten aanzien van het ter beschikking stellen tegen vergoeding door voetbalclubs van business-seats en loges aan ondernemingen is de BTW wel aftrekbaar gezien deze kosten worden aanzien als publiciteitskosten ( BTW-revue, nr. 88, blz , nr. 915 ). Deze regels zijn uiteraard mutadis mutandis van toepassing ten aanzien van andere sportmanifestaties en van culturele manifestaties. De spijzen en de dranken die eventueel onder de bovengenoemde omstandigheden worden verstrekt, blijven echter van iedere aftrek uitgesloten. Belangrijk in dit verband is de navolgende beslissing, naar aanleiding van een uitspraak door het Hof. De btw op kosten van logies, spijzen en dranken is in principe niet aftrekbaar (art WBTW). Hierop bestaan twee uitzonderingen: - de kosten voor het personeel dat buiten de onderneming belast is met een levering van goederen of een dienstverrichting 1 ; - de kosten door belastingplichtigen die op hun beurt dezelfde diensten onder bezwarende titel verstrekken 2. Hof van Cassatie 8 april 2005 In haar arrest van 8 april 2005 heeft het Hof van Cassatie (zaak Sanoma Magazines Belgium, zie Creatief Boekhouden, nr. 10, 11 mei 2006), zich uitgesproken over de kwalificatie van kosten van ontspanning en vermaak die worden gemaakt in het kader van een feestelijke bijeenkomst die hoofdzakelijk en rechtstreeks tot doel heeft kopers in te lichten over het bestaan en de hoedanigheid van een product of dienst met de bedoeling de verkoop ervan te bevorderen. 1 2 Art. 45, 3, 3, a) van het BTW-Wetboek. Art. 45, 3, 3, b) van het BTW-Wetboek.

12 12 Kost van onthaal = kosten gedaan voor onthaal en ontvangst, desgevallend gepaard gaand met vermaak en ontspanning, van aan het bedrijf vreemde bezoekers, inzonderheid klanten en leveranciers, met het oog op het bestendigen of verstevigen van zakelijke relaties. Reclamekost = wanneer de betrokken activiteit hoofdzakelijk en rechtstreeks tot doel heeft de eindkoper in te lichten over het bestaan en de hoedanigheden van een product of dienst met de bedoeling de verkoop ervan te bevorderen. Reactie administratie In haar beslissing van 24 juli 2005 (nr. E.T ) legt de administratie zich neer bij de beslissing van het Hof van Cassatie om voor de kosten van onthaal (artikel 45, 3, 4 ), d.w.z. andere kosten dan horecakosten kosten van logies, spijzen en dranken (artikel 45, 3, 3 ), die werden gemaakt met het oog op de publiciteit voor welbepaalde producten en het derhalve om publiciteit gaat met een strikt professioneel karakter, niet langer meer de aftrek te beperken of te weigeren. De btw op deze kosten wordt dus volledig aftrekbaar. Rechtspraak niet eens met administratief standpunt Maar de rechtspraak is het met deze administratieve zienswijze niet eens. Het hof van beroep te Gent besliste op 14 februari 2006 dat kosten van spijzen en dranken die in het kader van een publicitaire actie werden gemaakt, zelf ook als publiciteitskosten aangemerkt moeten worden en dat de btw hierop volledig aftrekbaar was. Deze rechtspraak is en blijft verdeeld: soms krijgt de belastingplichtige gelijk, soms haalt de administratie het. Zoals in de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg te Luik ( niet gepubliceerd), waarin die beslist dat de administratie de btw op kosten van spijzen en dranken ter gelegenheid van een publicitair evenement terecht verworpen had. Nieuw arrest van het Hof van Cassatie van 11 maart Ondertussen heeft het Hof van cassatie in haar arrest van 11 maart 2010 beslist dat, wanneer de betrokken activiteit hoofdzakelijk en rechtstreeks tot doel heeft potentiële kopers in te lichten over het bestaan en de hoedanigheden van een product of een dienst met de bedoeling de verkoop ervan te bevorderen, de kosten van spijzen en dranken evenzeer als reclame dienen aangemerkt te

13 13 worden, waarvan de kosten niet voor aftrek uitgesloten zijn. Ook is er in dat arrest alleen sprake van potentiële kopers en niet meer van eindkoper. Merk op dat het Hof het, anders dan de vorige keer, niet meer heeft over een activiteit die tot doel heeft de eindkoper in te lichten. Het Hof heeft het nu over het inlichten van potentiële kopers. Dit verschilpunt is van wezenlijk belang. In het verleden heeft de administratie bij herhaling betoogd, dat de cassatierechtspraak enkel zou kunnen gelden in die gevallen waarin een publicitair evenement gericht is op eindkopers (zeg maar, het grote publiek). Maar dat wordt nu door het Hof van Cassatie tegengesproken : dat kosten van onthaal het karakter van publiciteitskosten kunnen hebben ( met recht op aftrek) is niet beperkt tot de gevallen waarin het evenement gericht is op eindkopers. Hetzelfde geldt in het algemeen, wanneer het evenement gericht is op potentiële kopers. Het Hof van cassatie stelt in voornoemd arrest tevens dat kosten van logies, spijzen en dranken, in de zin van artikel 18, 1, tweede lid, 10 en 11, van het btw-wetboek, die worden gemaakt in het kader van een feestelijke bijeenkomst die hoofdzakelijk en rechtstreeks tot doel heeft kopers in te lichten over het bestaan en de hoedanigheid van een product of een dienst, met de bedoeling de verkoop ervan te bevorderen, dienen te worden aangemerkt als kosten van publiciteit waarvan de belasting in aftrek mag worden gebracht en die niet vallen onder de uitsluitingsbepalingen van artikel 45, 3, 3 en 4, van het btwwetboek. Geen einde aan de betwistingen ten gevolge van de nieuwe beslissing BTW nr. E.T , dd. 2 december Deze kosten moeten beoordeeld worden naar hun aard en niet naar het doel dat ze nastreven. Neen, want de administratie betwist het arrest en legt zich niet neer bij dit cassatiearrest. In haar beslissing van 2 december 2012, nummer E.T , verdedigt de administratie haar zienswijze als volgt: Het Hof heeft enkel rekening gehouden met het doel van de leveringen en diensten en is voorbij gegaan aan hun aard. Volgens de administratie is het de uitdrukkelijke bedoeling geweest van de wetgever om een aftrekverbod in te voeren met betrekking tot de beoogde leveringen en diensten, door ze te beoordelen naar hun aard op het ogenblik van de aanschaffing.

14 14 Daarbij verwijst ze naar een uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 15 april 2010, gewezen in het arrest in de gevoegde zaken C 538/08 en C 33/09, waarin het Hof aangeeft dat de Lidstaten bij artikel 17, lid 6, tweede alinea, van de Zesde Richtlijn (artikel 176 van de Richtlijn 2006/112/EG) toegekende bevoegdheid onderstelt dat zij de aard of het doel van de goederen en diensten waarvoor het recht op aftrek is uitgesloten, genoegzaam bepalen. Bijgevolg stelt de administratie dat de uitsluiting van het recht op aftrek van de voorbelasting opgenomen in de bepalingen van artikel 45, 3, 3, van het btwwetboek, voldoende nauwkeurig is bepaald, zodat het de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever is geweest dergelijke goederen en diensten te beoordelen naar hun aard op het ogenblik van de aanschaffing. Besluit Om die reden handhaaft de administratie overeenkomstig de beslissing nr. E.T van 24 juli 2005, de toepassing van de aftrekuitsluiting voor horecakosten, beoogd door artikel 45, 3, 3, van het wetboek in elk geval, zelfs indien de in deze bepaling bedoelde kosten worden gemaakt met het oog op de publiciteit voor welbepaalde producten of diensten. Bijzonderheden in verband met het recht op aftrek. Kosteloze uitdeling van monsters Wanneer een bedrijf monsters uitdeelt, met een publicitair doel en met de bedoeling te laten kennen aan het publiek, dan zijn de kosten met betrekking tot de aankoop en/of de fabricage aftrekbaar. ( meer détails - zie BTW-handleiding nr. 348 ). Premies in natura ter gelegenheid van een promotieverkoop In zo n geval wordt de verrichting geacht betrekking te hebben op de verkoop, tegen een enige prijs, van een geheel van goederen. Voor meer details - zie BTW-handleiding nr. 349; aanschrijvingen nrs. 85/1972 en 22/1975.

15 15 Geschenken van geringe waarde. Hier worden die voorwerpen bedoeld die in beroepsrelaties worden gegeven en waarvan de kostprijs door de bedrijven als algemene onkosten wordt geboekt (eindejaarsgeschenken, giften in natura, enz.). Deze voorwerpen verschillen van de hierboven beoogde monsters doordat ze niet van dezelfde aard zijn als de goederen die het bedrijf doorgaans verkoopt. Ze worden dan ook niet uitgedeeld met de bedoeling ze te leren kennen of waarderen. Deze geschenken worden, voor de toepassing van de BTW, geacht van "geringe waarde" te zijn zo hun inkoopprijs, of bij gebreke daarvan, hun normale waarde, voor het gehele geschenk, lager is dan 50 EUR, exclusief BTW. Is die voorwaarde vervuld, dan mag de aftrek van de belasting welke van die voorwerpen, of van de elementen waaruit ze zijn samengesteld, werd geheven, worden toegepast zonder dat er bij de uitdeling ervan van herziening van de aftrek of van onttrekking sprake is (Wetboek, art. 12, 1, 2 ). Bereikt de waarde van dergelijke voorwerpen de aangeduide grens, of overschrijdt ze die, dan mag geen aftrek plaatsvinden. Werd de belasting toch reeds afgetrokken bij de verkrijging van die goederen, dan moet bij de uitdeling ervan die aftrek niet worden herzien, maar is de onttrekking met het oog op de afgifte als geschenk zelf een handeling die met een belastbare levering wordt gelijkgesteld (Wetboek, art. 12, 1, 2 ). Diezelfde regel geldt overigens voor de goederen, ongeacht de waarde ervan, die niet in beroepsrelaties worden geschonken en waarvan op het tijdstip van de verkrijging en rekening houdend met de normale gang van zaken in de onderneming, niet vaststond dat ze waren bestemd om te worden geschonken. Ten slotte wordt geen aftrek toegestaan van de belasting die de belastingplichtige betaalt bij de aankoop van goederen en diensten met het oog op het kosteloos verlenen van diensten, zelfs niet wanneer de waarde van deze prestatie geen 50 bereikt (BTW-REVUE nr. 10, blz. 80). Kosten gedaan voor het personeel. Sociale voordelen die aan personeelsleden worden toegekend. Voordelen van alle aard. Bedrijfskantines. Bepaald restaurant buiten de onderneming. Maaltijdcheques uitgereikt door gespecialiseerde vennootschappen.

16 16 A. Bedrijfskantines. Sommige ondernemingen beschikken over hun eigen kantine waar, veelal tegen verminderde prijzen, maaltijden worden verstrekt aan de personeelsleden. De administratie gaat er in dat geval van uit dat deze ondernemingen handelen als restauranthouder. Het verstrekken van de eetmalen en van de dranken geschiedt ter uitvoering van een contract onder bezwarende titel tussen werkgever en personeelsleden, hetzij omdat de personeelsleden er een prijs voor betalen, hetzij omdat ze aldus een bijkomend voordeel halen uit hun arbeid- of bediendecontract. De belasting is derhalve opeisbaar. Zij wordt berekend hetzij over de prijs die door de personeelsleden wordt betaald, hetzij, indien er geen prijs is, op het voordeel van alle aard dat voor de heffing van de inkomstenbelasting werd bepaald. Indien volgens deze regels de betaalde prijs niet normaal is, dan moet, voor de berekening van de belasting, het voordeel van alle aard aan de prijs worden toegevoegd. Deze oplossing geldt eveneens voor de goederen die aan het personeel worden verkocht (b.v. dranken of eetwaren verkocht via automaten die door de werkgever worden geëxploiteerd) en voor alle uitdelingen van koopwaren, kosteloos of tegen prijzen die lager zijn dan de werkelijke prijs, telkens wanneer, op het gebied van inkomstenbelasting een voordeel van alle aard werd bepaald (vb. flesjes bier die aan het personeel van een brouwerij worden gegeven, kolen die aan de mijnwerkers worden gegeven, maaltijden genoten door het personeel van een restaurant, enz.). De werkgever mag vanzelfsprekend de belasting aftrekken die geheven werd van de uitgaven die hij heeft moeten doen om die voordelen aan zijn personeel te verschaffen. Dat is zelfs het geval wanneer die voordelen inzake inkomstenbelasting niet als voordelen van alle aard worden aangemerkt. In dit opzicht is het in de regel zonder belang of de bereiding en het opdienen van de maaltijden worden verricht door de personeelsleden van de ondernemingen of dat deze, voor het geheel of voor een gedeelte van de leveringen of diensten welke voor zulk een activiteit noodzakelijk zijn, een beroep doen op een gespecialiseerd bedrijf dat de kosten van deze handelingen aan de onderneming factureert. De toestand is totaal verschillend wanneer de onderneming de kosten draagt van de zakenmaaltijden waaraan sommige van haar beheersorganen of sommige personeelsleden deelnemen. In dit geval is, overeenkomstig artikel 45, 3, 3 en

17 17 4, van het Wetboek, de BTW, die aan de onderneming wordt aangerekend door de restauranthouder die deze maaltijden heeft verstrekt, niet aftrekbaar. De administratie zal in dergelijk geval echter het voordeel in natura niet belasten dat, overeenkomstig de wetgeving op het gebied van inkomstenbelasting, hieruit zou kunnen voortvloeien voor de beheersorganen of de personeelsleden die aan deze maaltijden hebben deelgenomen. B. Bepaald restaurant buiten de onderneming. Het gebeurt dat een onderneming niet beschikt over haar eigen bedrijfskantine, maar een overeenkomst sluit met een bepaalde restauranthouder, bij wie de personeelsleden hun maaltijden kunnen gebruiken. Meestal overhandigt deze restauranthouder aan de onderneming bons of tickets van een bepaalde of bepaalbare waarde, in te ruilen voor een maaltijd. De onderneming betaalt een prijs die overeenstemt met deze waarde en verschaft, veelal tegen een lagere prijs, op haar beurt de tickets aan haar personeelsleden. In een dergelijk geval, en voor zover de in het volgende lid gestelde voorwaarden zijn vervuld, neemt de administratie aan dat de onderneming, net zoals in het in A beoogde geval, een restauratieactiviteit uitoefent, waarvan zij de uitvoering in onderaanneming laat verrichten door het restaurant waarmede zij handelt. Zij mag daarom de BTW begrepen in de waarde van de bons en tickets die zij werkelijk aan haar personeelsleden uitreikt, in aftrek brengen, maar zij moet de BTW betalen die verschuldigd is over de aan hen voor het verkrijgen van de tickets gevraagde prijs, die in voorkomend geval moet worden verhoogd met het voordeel in natura dat voor de heffing van de inkomstenbelasting in aanmerking wordt genomen. Deze oplossing is slechts van toepassing voor zover de volgende voorwaarden zijn vervuld : 1 het aantal aan elk personeelslid uitgereikte bons moet gelet op het aantal werkdagen als normaal kunnen worden aangemerkt; 2 de waarde van de bons mag de normale aan personeelsleden gevraagde prijs van een gewone maaltijd genomen in een bedrijfskantine niet overtreffen; 3 de bon moet, ten minste tot beloop van zijn waarde, werkelijk worden gebruikt voor een maaltijd genomen tijdens de hiervoor overeenkomstig het arbeidsreglement van de onderneming uitgetrokken rustpauze;

18 18 4 de restauranthouder en de onderneming die de bovengenoemde overeenkomst hebben gesloten, moeten in staat zijn om ten behoeve van de administratie aan te tonen dat de bovengenoemde voorwaarden werden nageleefd. C. Maaltijdcheques uitgereikt door gespecialiseerde vennootschappen. Gespecialiseerde vennootschappen geven, soms rechtstreeks, soms door bemiddeling van banken, maaltijdcheques uit met een wisselende nominale waarde, die door de ondernemingen worden verkregen voor hun waarde verhoogd met een commissie, en die de mogelijkheid inhouden maaltijden te gebruiken in een groot aantal gecatalogiseerde restaurants. De ondernemingen die deze cheques hebben verkregen en betaald overhandigen ze aan hun personeelsleden, veelal voor een bedrag dat lager is dan hun nominale waarde. De restaurants die de voor de maaltijden gebruikte cheques bezitten, bieden deze ter betaling aan bij de uitgevende vennootschappen zodat zij geen binding hebben met de ondernemingen die dan ook geen enkel toezicht kunnen uitoefenen op het werkelijke gebruik van de verdeelde cheques. Onder die omstandigheden kunnen de ondernemingen die deze werkwijze toepassen niet worden geacht aan hun personeelsleden maaltijden te verschaffen waarvan zij de uitvoering laten verrichten door een restaurant. Hun tussenkomst bestaat in feite in de toekenning van een geldelijke premie, welke de loontrekkende de mogelijkheid biedt rechtstreeks, in het restaurant van hun keuze, tegen voordeliger voorwaarden een maaltijd te gebruiken. Hieruit volgt : 1 dat deze ondernemingen geen enkel recht op aftrek mogen uitoefenen voor de uitgave die overeenstemt met de waarde van de maaltijdcheques; 2 dat zij, in hun relatie tot de personeelsleden, evenmin de belasting moeten aanrekenen over de som die aan laatstgenoemden in rekening wordt gebracht bij de overhandiging van de maaltijdcheques of, in voorkomend geval, over het voordeel in natura dat in dit geval in aanmerking zou worden genomen. Verder verrichten de vennootschappen die de maaltijdcheques uitgeven een geheel van diensten (uitgifte van de cheques, incassering bij de ondernemingen, betaling aan de restaurants, prospectie van deze laatste, reclame, enz.), bedoeld in artikel 18, 1, tweede lid, 1, van het BTW-Wetboek. De commissie die zij voor deze prestatie boven de waarde van de cheques aanrekenen bij de verkoop

19 19 ervan is aan de BTW onderworpen tegen het tarief van 21 pct. Bovendien hebben deze vennootschappen de hoedanigheid van niet-vrijgestelde belastingplichtige en mogen zij, overeenkomstig de gewone regels, de belasting geheven van hun beroepsuitgaven in aftrek brengen; de uitgifte van de cheques kan in het onderhavige geval geen aanleiding geven tot een gedeeltelijke belastingplicht, aangezien hun tegenwaarde geen element is van de omzet van deze vennootschappen. De ondernemingen die de cheques hebben verkregen mogen, voor zover zij nietvrijgestelde belastingplichtige zijn, op hun beurt de belasting geheven van de commissie die hun wordt aangerekend, overeenkomstig de normale regels, in aftrek brengen aangezien zij deze uitgave verrichten voor de behoeften van hun economische activiteit. Wanneer, tussen de uitgevende vennootschap en de onderneming, een bankinstelling bemiddelt voor de afgifte en de incassering van de cheques, en zij deze dienst in eigen naam factureert, wordt zij, bij toepassing van de artikelen 13 en 20 van het BTW-Wetboek, geacht de dienst die zij ontvangen heeft zelf te verstrekken (het geheel van diensten). De belasting is daarom door de bankinstelling verschuldigd over het totale bedrag van de commissie die zij aan de onderneming aanrekent, terwijl in hoofde van de uitgevende vennootschap de belasting verschuldigd is over het gedeelte van de commissie dat de bank haar afstaat. De bank mag dan, overeenkomstig de normale regels, de belasting in aftrek brengen die haar door de uitgevende vennootschap wordt aangerekend. Ten slotte is het duidelijk dat, in de relatie van de personeelsleden van de onderneming tot de restaurants, de BTW overeenkomstig de normale regels verschuldigd is over de totale prijs die deze laatste voor de maaltijden aanrekenen. Om het tijdstip van verschuldigdheid van de belasting te bepalen dient men, wanneer de regel van de incassering van de prijs als bepaald in artikel 17, van het koninklijke besluit nr. 1, van 29 december 1992, van toepassing is, overigens ermee rekening te houden dat de afgifte van de maaltijdcheques aan de restauranthouder kan worden aangemerkt als een geldige betaling aan deze laatste. Bovendien mag de restauranthouder, naar aanleiding van de terugbetaling van de waarde van de maaltijdcheques door de uitgevende vennootschap, aan deze geen facturen uitreiken waarop de BTW wordt aangerekend met betrekking tot de tegen afgifte van de maaltijdcheques verschafte maaltijden (z. BTW-REVUE nr. 51, blz. 625, nr. 771).

20 20 2 Collectieve voordelen Medische dienst. Infirmerie, kinderkribbe, badgelegenheid, enz. Wanneer in het uitsluitende belang van alle personeelsleden, een bedrijf bepaalde sociale voordelen verstrekt die een collectief karakter dragen en die voor toepassing van het Wetboek van inkomstenbelasting niet als voordelen van alle aard worden beschouwd, maar waarbij voor de toepassing van dat Wetboek de aftrek wordt aanvaard van de goederen en diensten die worden gebruikt om dat voordeel te realiseren, is de BTW, die geheven werd van de goederen en diensten volgens de gewone regels aftrekbaar. Dit is onder meer het geval bij goederen en diensten aangewend voor collectieve doeleinden, voor een receptie of een feest gegeven naar aanleiding van een benoeming, de overhandiging van een ereteken, Sint-Niklaas en andere dergelijke feesten. Dit met uitzondering van de verrichte kosten die zijn uitgesloten krachtens artikel 45, 3, eerste en derde lid van het BTW-Wetboek (zie Parl. Vr. nr. 202 van Mevr. Trees Pieters van 20 januari 2000, Bull. Vr. en Antw, tweede deel van de 50ste legislatuur, nr. 34, blz ). Deze oplossing blijft gelden wanneer de werkgever aan zijn personeelsleden een bepaalde deelname in de door hem gedane kosten vraagt op voorwaarde althans dat, indien hij die bijdrage in het geheel niet had gevraagd, het voordeel dat dan werd verstrekt niet als een voordeel van alle aard zou worden aangemerkt. Tot de hier bedoelde sociale voordelen behoren onder meer : 1) het inrichten en instandhouden van een clubhuis, sanitaire installaties, een kinderbewaarplaats, een medische of farmaceutische dienst bestemd voor het verstrekken van medische hulp bij arbeidsongevallen, een sportterrein; 2) de aankoop en het onderhoud van sportuitrustingen, muziekinstrumenten, materialen en benodigdheden die door het personeel voor het beoefenen van sport of voor het musiceren worden gebruikt en niet hun eigendom worden; 3) het gratis uitdelen van soep of dranken (koffie, thee, melk, bier, enz., doch met uitzondering van zogenaamde «sterke dranken») aan de leden van het personeel; 4) het gratis vervoer van arbeiders per autocar van de plaats waar ze wonen of van een nabijgelegen plaats naar het bedrijf en omgekeerd;

21 21 5) de goederen en diensten die bestemd zijn voor collectieve doeleinden op een receptie of een feest ter gelegenheid van een benoeming, een bekroning van arbeidslaureaten, een Sinterklaasfeest, e.d. (bloemen voor versiering van het lokaal waarin het feest of de receptie plaatsvindt, eetwaren en dranken - andere dan de zogenaamde sterke dranken - die tijdens het feest of de receptie in de onderneming worden verbruikt, enz.). BTW geheven van restaurant- of andere in artikel 45, 3, 3, van het Wetboek bedoelde kosten is evenwel uiteraard niet aftrekbaar. 3 Gelegenheidsgeschenken. Wanneer een belastingplichtige aan bepaalde personeelsleden of aan leden van hun gezin naar aanleiding van een bepaalde gelegenheid geschenken overhandigt, gaat het, in de regel, om sociale voordelen die een privatief karakter hebben. De belasting die werd geheven van de goederen die worden aangewend om deze privatieve voordelen te verstrekken is niet aftrekbaar als hun bestemming vooraf is bekend. In de gevallen echter waarin het onmogelijk is met zekerheid de bestemming te voorzien of deze voor elk voorwerp afzonderlijk te bepalen, of nog de omvang ervan juist vast te stellen, is de aftrek van de belasting toegestaan doch is de latere onttrekking aan de BTW onderworpen, zoals bepaald in artikel 12, 1, 1 en 2, van het Wetboek. Tot de hier bedoelde sociale voordelen met een privatief karakter behoren onder meer : 1) de geschenken of eretekens die worden overhandigd aan personeelsleden of aan leden van hun gezin, op een feest of receptie georganiseerd ter gelegenheid van een oppensioenstelling of een benoeming; 2) de geschenken die ter gelegenheid van het feest van de arbeid aan personeelsleden die een bepaald aantal dienstjaren tellen worden overhandigd; 3) de bloemen en geschenken die een belastingplichtige aanbiedt ter gelegenheid van het huwelijk van een personeelslid (zie echter uitzondering pag. 25). De administratie heeft het speelgoed dat aan de kinderen van de personeelsleden wordt uitgedeeld ter gelegenheid van een Sinterklaasfeest en de geschenken die ter gelegenheid van de eindejaarsfeesten aan de personeelsleden worden uitgedeeld reeds, onder bepaalde voorwaarden, ingedeeld bij de collectieve voordelen waarvan de verstrekking geen aanleiding geeft tot een herziening van de aftrek of tot een onttrekking (BTW-REVUE nr. 49, blz , nr. 759, en BTW-REVUE nr. 57, blz. 149, nr. 801).

22 22 Dit is zo wanneer de volgende voorwaarden samen zijn vervuld : 1 het speelgoed wordt uitgedeeld aan al de kinderen van de personeelsleden die beantwoorden aan een vooraf opgelegde leeftijdsvoorwaarde of, indien het om geschenken aan personeelsleden gaat, deze geschenken worden aan alle personeelsleden uitgedeeld; 2 de aankoopprijs of, indien er geen aankoopprijs is, de normale waarde van de aangeboden goederen is lager dan 35 EUR; 3 de uitgave, volgens de administratieve rechtspraak op het gebied van inkomstenbelastingen, wordt als algemene onkosten aanvaard en de bedoelde toekenning wordt niet als een voordeel van alle aard aangemerkt: 4 de uitgedeelde geschenken zijn geen goederen bedoeld in artikel 45, 3, van het Wetboek. 6 Kosten van outplacement. Werkgevers doen vaak tegen betaling beroep op een gespecialiseerd bureau van leidingadvies, met als doel een werknemer toe te laten om zelf en zo snel mogelijk werk te vinden bij een nieuwe werkgever of een beroepsactiviteit als zelfstandige uit te bouwen. Op het vlak van inkomstenbelasting worden de kosten van outplacement gelijkgesteld met de eigen uitgaven van de werkgever die deze laatste als kosten kan in aftrek brengen. Voor toepassing van de BTW, dient men bijgevolg de kosten van outplacement te beschouwen als inherent aan de economische activiteit van de werkgever. Indien laatstgenoemde een BTW-belastingplichtige met recht op aftrek is, is de BTW geheven op deze kosten volgens de normale regels aftrekbaar (Parl. vr. nr. 1477, 08/09/1998, M. de Volksv. R. Fournaux, Bull. Vr. en Antw., Kamer, G.Z , nr. 162, 08/02/1999, blz ).

23 23 7 Kosten gedragen door de werkgever tot ontlasting van de buitenlandse kaderleden. De door de werkgever gedragen kosten tot ontlasting van zijn naar België overgeplaatste buitenlandse kaderleden zijn voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, uitgaven die verband houden met de privébehoeften van die kaderleden, hoewel ze door de bepalingen van de nrs. 235/6 tot 235/10 van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 worden beschouwd als terugbetalingen van eigen kosten van de werkgever (H.v.J. EG, 16 oktober 1997, zaak C-258/95, J. Fillibeck Sohne GmbH t./finanzamt Neustadt). Bijgevolg kan de werkgever de van die kosten geheven belasting in de regel niet in aftrek brengen. Er werd nochtans toegestaan dat een werkgever de BTW geheven van de door hem gedragen verhuiskosten tot ontlasting van zijn naar België overgeplaatste buitenlandse kaderleden volgens de normale regels in intrek kan brengen (Zie het antwoord op de parlementaire vraag nr van M. de Volksvertegenwoordiger L. Michel van 20 april 1998, BTW-Revue nr. 138, p. 834, nr. 8). Deze afwijking is een strikte interpretatie. De aftrek van de BTW is echter uitgesloten voor alle andere kosten vermeld in de voornoemde nrs. van de administratieve commentaar op het WIB 1992 (de tussenkomst door een immobiliënkantoor bij het zoeken naar huisvesting, het inrichten van een woning, de aankoop van meubilair, reizen voor het kaderlid en zijn gezinsleden naar het land van herkomst, enz.). Reis- en verblijfkosten. Het komt vaak voor dat personeelsleden ter gelegenheid van beroepsreizen kosten doen (hotel- en restaurantkosten, enz.). Ook doen zij vaak kosten voor de beroepsreizen zelf (vervoerkosten). Ten einde terugbetaling daarvan te bekomen overhandigen zij aan hun werkgever een globale rekening. In hoofde van de werkgever komt de belasting die ter zake van die kosten geheven werd slechts voor aftrek in aanmerking mits de volgende voorwaarden samen vervuld zijn :

24 24 1 het moet gaan om de werkelijke kosten die voorkomen op een factuur die door de leverancier of dienstverrichter op naam van de werkgever werd gesteld; 2 er mag geen uitsluiting van het recht op aftrek bestaan krachtens artikel 45, 3, van het Wetboek. Elke aftrek is dan ook, inzonderheid, uitgesloten : wanneer aan het personeelslid een forfaitaire reisvergoeding wordt toegekend, zonder dat de gedane uitgaven worden verantwoord; wanneer het personeelslid de uitgave in eigen naam heeft gedaan en die uitgave derhalve niet het voorwerp uitmaakt van een op naam van de werkgever gestelde factuur; wanneer, voor de beroepsreizen die hij met eigen autovoertuig doet, het personeelslid een forfaitaire kilometervergoeding ontvangt. De rekeningen voor gedane kosten die aan de werkgever worden overhandigd moeten het detail van de uitgaven weergeven en moeten worden gestaafd met de facturen die ze verantwoorden. De bedragen van die facturen en van de aftrekbare belasting die daarop voorkomt mogen globaal en periodiek in het boek voor inkomende facturen worden ingeschreven, op voorwaarde evenwel dat daarbij verwezen wordt naar de inschrijving van die onkostennota's in het financieel dagboek. Begrafeniskosten Wanneer bij een werkongeval een werknemer om het leven komt en de werkgever de begrafeniskosten voor zijn rekening neemt, is de BTW gegeven van de door de begrafenisondernemer aan de werkgever gefactureerde kosten volgens de gewone regels aftrekbaar. (Zie beslissing van 12 september 1975, nr. E.T ; BTW-revue nr. 22 (324). De vraag of een onderneming de BTW mag aftrekken die geheven werd bij de aankoop van bloemen, ter gelegenheid van de begrafenis van iemand die in de onderneming is werkzaam geweest is ontkennend. Hetzelfde geldt wanneer de overledene in een eenmanszaak het hoofd van de onderneming was, of wanneer, in een vennootschap, de overledene een lid van de onderneming was (de voorzitter van de raad van bestuur, een bestuurder of

25 25 zaakvoerder, en orgaan), zelfs al ontvingen ze een bezoldiging als vergoeding voor hun werkzaamheid (gedelegeerd bestuurder). Bij het gewoon overlijden van een personeelslid (arbeider of bediende) van de onderneming zijn de bloemen (rouwkrans) wel aftrekbaar wanneer de aankoopprijs de som van 35 (exclusief btw) niet overtreft. Bloemen Zie reglementering inzake handelsgeschenken. De bloemen die een belastingplichtige ter gelegenheid van een huwelijk aan een van zijn klanten schenkt, zijn echter een gebruikelijk geschenk, zodat de BTW aftrekbaar is, wanneer de prijs (exclusief btw) minder bedraagt dan 50. Zo is de btw geheven bij de aankoop van bloemen of geschenken die ter gelegenheid van het huwelijk van een personeelslid worden gegeven, slechts aftrekbaar wanneer de bruid of de bruidegom een loon- of weddetrekkend personeelslid is en de prijs (exclusief btw) de 35 niet overtreft. De BTW is daarentegen niet aftrekbaar bij de aankoop van bloemen of geschenken, aangeboden bij de geboorte van een kind van een personeelslid, het overlijden ervan of bij het overlijden van een naaste bloedverwant van het personeelslid. Bril Volgens de administratie vormt de aankoop van een bril voor de zaakvoerder, een personeelslid (boekhouder), geen kost die gemaakt wordt in het kader van een economische activiteit, zodat de geheven BTW niet aftrekbaar is. noot: de R.B. Bergen (niet gepubliceerd) heeft daar op 10 februari 2005, anders over geoordeeld. De BTW-administratie blijft echter bij haar standpunt.

26 26 Bedrijfsmiddelen verkregen door de echtgenoot. Een belastingplichtige die een bedrijfsmiddel gebruikt voor zijn aan de BTW onderworpen economische activiteit, mag in de regel de bij de verkrijging ervan geheven BTW slechts aftrekken indien het goed door hem is verkregen en op zijn naam is gefactureerd. Wanneer echter een bedrijfsmiddel is verkregen en gefactureerd op naam van één der echtgenoten, maar bestemd is voor de andere echtgenoot die het gebruikt voor zijn aan de BTW onderworpen economische activiteit, mag de bij de verkrijging van dit goed geheven BTW worden afgetrokken alsof het goed verkregen werd door en gefactureerd aan de echtgenoot die het goed voor zijn belastbare economische activiteit gebruikt. Deze regel geldt ongeacht het huwelijksstelsel van de echtgenoten en wie ook de echtgenoot is die het goed heeft verkregen. Hij is eveneens van toepassing wanneer beide echtgenoten ieder een economische activiteit als belastingplichtige uitoefenen waarvoor ze aan de normale BTW-regeling zijn onderworpen. In dit geval dient de aftrek van de bij de verkrijging van het goed geheven BTW te worden verricht met inachtneming van het werkelijk gebruik voor de doeleinden van de economische activiteit van ieder van de echtgenoten. Deze laatste gedragslijn geldt overigens eveneens wanneer een echtgenoot een economische activiteit als belastingplichtige uitoefent en de andere echtgenoot een niet zelfstandige activiteit (verg. nr. 421, 2, c).

27 27 HERZIENING BEDRIJFSMIDDELEN De vijf- of vijftienjarige herziening, eigen aan de bedrijfsmiddelen. A. Algemeen. Begrip bedrijfsmiddelen Het begrip bedrijfsmiddelen kan inzake btw niet worden beoordeeld aan de hand van de houding die een belastingplichtige heeft aangenomen uit boekhoudkundig oogpunt of voor de toepassing van de inkomstenbelastingen. De mogelijkheid die daar aan de ondernemingen wordt gelaten om bepaalde bedrijfsmiddelen nu eens als vastgelegde middelen, dan weer als algemene onkosten aan te merken, kan op het stuk van de btw niet worden toegestaan. Voor de btw is het dus vereist dat men over een objectief criterium beschikt. Artikel 6, 1, van het koninklijk besluit nummer 3, bevat dan ook een objectieve bepaling van wat als bedrijfsmiddel wordt aangemerkt voor de toepassing van de btw en inzonderheid voor de bepalingen opgenomen in artikel 12, 1 ( de onttrekkingen) en artikel 48, 2 ( de herzieningen), van het wetboek. Hoe moet dit nu geïnterpreteerd worden? Bedrijfsmiddelen zijn: - de lichamelijke goederen; - de zakelijke rechten ( zoals vb. Vruchtgebruik, opstal, erfpacht, enz ), - de diensten, - die bestemd zijn om op een duurzame wijze te worden gebruikt als werkinstrumenten of exploitatiemiddelen. Uit voorgaande blijkt duidelijk dat goederen die bij het eerste gebruik dat men er van maakt, vlug teniet gaan, niet aangemerkt worden als een bedrijfsmiddel.

28 28 Bij de beoordeling van de gebruiksduur moet worden uitgegaan van de aard van het goed en niet van het min of meer intensief gebruik dat de verkrijger er van maakt. Voor klein materiaal, klein gereedschap en kantoorbehoeften kan soms moeilijk worden bepaald of ze al dan niet bij de bedrijfsmiddelen moeten worden gerekend, rekening houdende met hun omvang of hun duurzaamheid. Het ministerieel besluit nummer 1, van 2 september 1980 schept daar klaarheid in door te stellen dat: wanneer de prijs of, bij ontstentenis van de prijs, de normale waarde, per in de handel gebruikelijke eenheid, lager is dan (exclusief btw) er geen sprake is van een bedrijfsmiddel (nieuw sedert 1 januari 2014). Verpakkingsmiddelen Verpakkingsmiddelen, zelfs indien ze opnieuw kunnen worden gebruikt, worden nooit aangemerkt als een bedrijfsmiddel. Verpakkingsmiddelen zijn alle inhoudende voorwerpen, ongeacht hun aard of duurzaamheid, die bijdragen tot het vervoer en de levering van de goederen buiten de onderneming (flessen, zakken, tonnen, vaten, enz ). Zijn daarentegen geen verpakkingsmiddelen, en bijgevolg als een investeringsgoed te beschouwen, het materieel dat binnen de onderneming voor de conditionering wordt gebruikt, alsmede de containers die als vervoermiddelen moeten worden aangemerkt. Verhuurde bedrijfsmiddelen De verhuurde goederen worden als bedrijfsmiddel aangemerkt ten aanzien van degene die ze in huur geeft of, meer algemeen, het genot ervan overdraagt of rechten op dat genot verleent, en niet in hoofde van degene die ze gebruikt. Terloops kan verwezen worden naar de nieuwe bepalingen van artikel 19, 1, van het wetboek, van toepassing sedert 1 januari 2011, waarbij geen voordeel van alle aard meer kan toegekend worden voor het gebruik voor andere doeleinden dan deze van de economische activiteit van de belastingplichtige van een gehuurd (geleasd) goed in hoofde van de huurder (leasingnemer).

Door Eddy Soenen E.a. Inspecteur diensthoofd bij de Administratie van de Algemene Fiscaliteit

Door Eddy Soenen E.a. Inspecteur diensthoofd bij de Administratie van de Algemene Fiscaliteit 1 BIBF Opleiding BIBF Stagiairs Zaterdag 02 maart 2013 Door Eddy Soenen E.a. Inspecteur diensthoofd bij de Administratie van de Algemene Fiscaliteit Ieder gebruik of vermenigvuldiging op gelijk welke wijze

Nadere informatie

B.I.B.F. Zaterdag 18 februari 2017

B.I.B.F. Zaterdag 18 februari 2017 1 B.I.B.F. Seminarie BTW BIBF - Stagiairs Zaterdag 18 februari 2017 Door Eddy Soenen Ere e.a. Inspecteur diensthoofd bij de Administratie van de Algemene Fiscaliteit Ere Adviseur bij het Ministerie van

Nadere informatie

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15 Inhoudstafel Woord vooraf 13 Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15 1. Het recht op aftrek 15 1.1. Algemene draagwijdte van het recht op aftrek (artikel

Nadere informatie

7.6 Bijzondere problemen met betrekking tot de omvang van het recht op aftrek van voorbelasting

7.6 Bijzondere problemen met betrekking tot de omvang van het recht op aftrek van voorbelasting 1 7.6 Bijzondere problemen met betrekking tot de omvang van het recht op aftrek van voorbelasting 7.6.1 Kosteloze uitdeling van monsters Wanneer een bedrijf kosteloos monsters uitdeelt, met een publicitair

Nadere informatie

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid Inhoud Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht... 11 1. Definitie van de belastingplichtige... 12 2. Gevolgen van de belastingplicht... 12 3. Recht van de belastingplichtige... 13 4. Verplichtingen van

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Page 1 of 5 Properties Title : Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Summary : Deze circulaire bespreekt de gevolgen op het vlak

Nadere informatie

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen De uitreiking van de factuur, vooraleer het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, is geen oorzaak

Nadere informatie

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie BTW BASISREGELS (Artikelen 4, 50, 1, 53, 1 en 56bis van het Btw-Wetboek) PRINCIPE De natuurlijke persoon die geregeld diensten verricht in het kader

Nadere informatie

Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen

Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen Bijlage bij 12.12 Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen De wijziging van de teruggaafprocedure geldt enkel voor belastingplichtigen die gevestigd zijn binnen de lidstaten. Volgens

Nadere informatie

1 van 8 21/11/ :21

1 van 8 21/11/ :21 Federale Overheidsdienst Financiën Versie 3.1.7 Fisconetplus 21/11/2011, 12:20 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Home > Recente wijzigingen > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Document

Nadere informatie

de uit hun aard onroerende goederen, de andere bedrijfsmiddelen en de diensten die op grond van artikel 48, 2, aan de herziening zijn onderworpen

de uit hun aard onroerende goederen, de andere bedrijfsmiddelen en de diensten die op grond van artikel 48, 2, aan de herziening zijn onderworpen Home > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten BTW Directie I/7 Wetswijziging op 1 januari

Nadere informatie

Imprimer le(s) document(s)[nl]

Imprimer le(s) document(s)[nl] Page 1 of 17 Home > Recente wijzigingen > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten BTW - Directie

Nadere informatie

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing BTW nr. E.T.127.884 d.d. 05.10.2015 Reisbureaus Verzekeringen

Nadere informatie

Datum: 02/12/2000 Lead Tijd: 15:54:28 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/3.24 (30/11/1998-31/12/1998)

Datum: 02/12/2000 Lead Tijd: 15:54:28 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/3.24 (30/11/1998-31/12/1998) OPENINGSJOURNAAL Datum: 02/12/2000 Lead Tijd: 15:54:28 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/3.24 (30/11/1998-31/12/1998) De Deyne, Verhoeye Accountants en Belastingconsulenten Adres: Kort Eindeken 25 9920

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 15. Deel I 17

Inhoud. Woord vooraf 15. Deel I 17 Woord vooraf 15 Deel I 17 Hoofdstuk 1. Algemene principes inzake aftrek van de voorbelasting 17 1. Aftrek van voorbelasting, hoofdkenmerk van de btw 17 2. Alleen btw-belastingplichtigen, niet vrijgesteld

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Belastingplichtige die enkel vrijgestelde handelingen verricht waarvoor

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

Voor het deel dat niet werd opgenomen in het bedrijfsvermogen heeft hij, op definitieve wijze, geen enkel recht op aftrek.

Voor het deel dat niet werd opgenomen in het bedrijfsvermogen heeft hij, op definitieve wijze, geen enkel recht op aftrek. BIJLAGE 1 VOORBEELDEN Voorbeeld 1 (bij punt 2.1. van deze circulaire) Een belastingplichtige heeft een gebouw laten oprichten (prijs 300.000, excl. btw) en beslist om dat gebouw op te nemen in zijn bedrijfsvermogen

Nadere informatie

Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones en laptops (gemengd gebruik)

Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones en laptops (gemengd gebruik) Beperking aftrekbaarheid van BTW (art.45 WBTW) Personenwagens - autokosten Kosten van onthaal receptie- representatie Restaurantkosten Relatiegeschenken Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Niet-belastingplichtige rechtspersonen met een btw-identificatienummer

Nadere informatie

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven Beslissing BTW nr. E.T. 116.111 dd. 21.02.2011 Verrichten van onderzoekswerk, met inbegrip van klinische proeven, verricht door artsen

Nadere informatie

Steden, Gemeenten, OCMW's en btw 1

Steden, Gemeenten, OCMW's en btw 1 Steden, Gemeenten, OCMW's en btw 1 1. Schoolmaaltijden Onder welk btw-regime vallen de maaltijden die de gemeente aanrekent aan leerkrachten en ander personeel van het gemeentelijke onderwijs? 2. Drank

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/575.580 (AOIF 33/2007). Bericht aan de vennootschappen.. Zelfstandige bedrijfsleider. Sociaal voordeel aan het personeel.. Voordeel van alle

Nadere informatie

Aftrekbaarheid inzake directe belastingen en btw van receptiekosten

Aftrekbaarheid inzake directe belastingen en btw van receptiekosten Aftrekbaarheid inzake directe belastingen en btw van receptiekosten Klanten, leveranciers, zakenrelaties, personeel of derden, u als trotse bedrijfsleider wenst voor allen van hen een positief beeld te

Nadere informatie

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens Btw-optimalisering en onroerende verhuur Bart Buelens De wettelijke basis Vrijstelling artikel 135, lid 1, l) Vrijstelling onroerende verhuur artikel 44, 3, 2 Omzetting Verplichte uitzonderingen Artikel

Nadere informatie

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider Home > Recente wijzigingen > FAQ Btw Deeleconomie FAQ Btw Deeleconomie Betreft de mogelijkheid tot het ruilen en het delen van ruimtes, goederen of werktuigen tussen particulieren via een elektronisch

Nadere informatie

9 De aftrek van de voorbelasting

9 De aftrek van de voorbelasting 9 De aftrek van de voorbelasting Bij elke toepassing i.v.m. een personenwagen wordt uitgegaan van de veronderstelling dat het opgegeven beroepsgebruik door de belastingplichtige vastgesteld werd op basis

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Landbouwondernemingen die onder de bijzondere regeling voor landbouwondernemingen

Nadere informatie

VOORAFGAANDE OPMERKING

VOORAFGAANDE OPMERKING FOD Financiën Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW/Taxatieprocedure en Verplichtingen Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing Btw nr. E.T.126.003

Nadere informatie

3.1.2. Er is bij aanschaf van het bedrijfsmiddel geen gemengd

3.1.2. Er is bij aanschaf van het bedrijfsmiddel geen gemengd Inhoud Inhoud DEEL 1.. WANNEER IS ER RECHT OP AFTREK VAN BTW?... 11 Inleiding: Wie heeft de bewijslast dat de btw op een kost aftrekbaar is?... 11 1. De notie economische activiteit inzake btw... 21 2.

Nadere informatie

Kosten eigen aan de werkgever

Kosten eigen aan de werkgever CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Kosten eigen aan de werkgever info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com De bedragen die aan

Nadere informatie

Praktische gids btw-plicht notaris

Praktische gids btw-plicht notaris Praktische gids btw-plicht notaris Patrick WILLE Managing Partner THE VAT HOUSE cvba (Het BTW Huis), VAT House Services nv, VAT Applications nv President VAT Forum cv Docent VUB, Professor Fiscale Hogeschool,

Nadere informatie

Beperking aftrekbaarheid van BTW (art.45 WBTW) Personenwagens - autokosten. Kosten van onthaal receptie- representatie.

Beperking aftrekbaarheid van BTW (art.45 WBTW) Personenwagens - autokosten. Kosten van onthaal receptie- representatie. Beperking aftrekbaarheid van BTW (art.45 WBTW) Personenwagens - autokosten Kosten van onthaal receptie- representatie Restaurantkosten Relatiegeschenken Overige bijzondere gevallen Personenwagens - autokosten

Nadere informatie

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters De verplichting tot indiening van een bijzondere btw-aangifte (formulier nr. 629) is opgenomen in artikel 53ter van het Btw-Wetboek. Deze aangifte

Nadere informatie

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale gebruik, daartoe noopt, wordt vrijstelling van belasting

Nadere informatie

Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones en laptops (gemengd gebruik)

Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones en laptops (gemengd gebruik) Beperking aftrekbaarheid van BTW (art.45 WBTW) Personenwagens - autokosten Kosten van onthaal receptie- representatie Restaurantkosten Relatiegeschenken Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones

Nadere informatie

het bepalen van de normale waarde in omstandigheden beoogd door artikel 33, 2, van het Wetboek (zie punt B., hierna).

het bepalen van de normale waarde in omstandigheden beoogd door artikel 33, 2, van het Wetboek (zie punt B., hierna). Home > Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Centrale diensten BTW Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Wetswijziging op 1 januari 2011

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... pagina 1 van 21 Home > Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Centrale diensten BTW Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Wetswijziging

Nadere informatie

(rb. Brussel, 13.07.2005; rb. Namen, 15.10.2008; rb. Gent, 13.10.2010 en Gent, 24.01.2012).

(rb. Brussel, 13.07.2005; rb. Namen, 15.10.2008; rb. Gent, 13.10.2010 en Gent, 24.01.2012). O67. Opendeurdagen Volledig aftrekbaar? Naar aanleiding van een opendeurdag, verkoopdag, bezoekersdag, e.d. bieden vennootschappen vaak drank, hapjes of versnaperingen aan hun bezoekers aan. Dit creëert

Nadere informatie

Geschenken, geschenkcheques en premies

Geschenken, geschenkcheques en premies CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Geschenken, geschenkcheques en premies info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com De werkgever

Nadere informatie

Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap

Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap 1. Onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap Bij een onroerende leasing krijgt de patrimoniumvennootschap

Nadere informatie

Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen. Stefan Ruysschaert

Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen. Stefan Ruysschaert Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen Stefan Ruysschaert Basisbegrippen Het begrip economische activiteit (art. 4 W.BTW) De notie misbruik (art. 1, 10 W.BTW)

Nadere informatie

Page 1 of 6 Home > FAQ Deeleconomie Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting FAQ - Deeleconomie ALGEMEEN 1. Wat is deeleconomie? 2.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Voorafgaande beslissing nr. 700.096. Personenbelasting.Vrijgesteld inkomen. Sociaal voordeel aan het personeel. Thuisoppas van zieke kinderen. Beroepskosten. Niet-aftrekbare

Nadere informatie

Voorwoord 9. I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11

Voorwoord 9. I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11 INVBTW_DO_13001.book Page 3 Friday, September 6, 2013 1:24 PM INHOUDSTAFEL Voorwoord 9 I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11 1. Boekhoudkundige omschrijving 11 1.1. Algemeen 11

Nadere informatie

VAT package 1 januari 2010 Fiscale en btw aspecten van Public relations & events

VAT package 1 januari 2010 Fiscale en btw aspecten van Public relations & events VAT package 1 januari 2010 Fiscale en btw aspecten van Public relations & events Frederik De Roo en Bart Beheydt Fiscale Adviseurs DEEL I: Fiscale aspecten van Public relations & events Frederik De Roo

Nadere informatie

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Overzicht. 1. Wat is BTW? ABC VAN DE BTW Overzicht 1. Wat is BTW? 2. Waar wordt de BTW geregeld? 3. Wie valt onder die regelgeving? 4. Wat wordt belast? 5. Hoeveel bedraagt de belasting? 6. Administratieve verplichtingen 7. Bijzondere

Nadere informatie

Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw

Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw Achtergrond Met ingang van 1 januari 2016 is er een verlaagd btw-tarief van 6% voor scholenbouw van toepassing. Het verlaagd tarief

Nadere informatie

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)...

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)... Identiteit: Ondernemingsnr. of nationaal nr.:........ INVESTERINGSAFTREK van toepassing voor NATUURLIJKE PERSONEN AANSLAGJAAR 0 I. Berekening van de investeringsaftrek A. Eenmalige aftrek Percen- Afschrijfbare

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/567.657 (AOIF 7/2008). BEROEPSINKOMEN. Anciënniteitspremie. Bezoldiging. Sociaal voordeel. Vrijgesteld inkomen.

Nadere informatie

Een bedrijfsmiddel: drempel van 250 wordt verhoogd naar 1.000. Voorbeeld. Wanneer is er sprake van een bedrijfsmiddel?

Een bedrijfsmiddel: drempel van 250 wordt verhoogd naar 1.000. Voorbeeld. Wanneer is er sprake van een bedrijfsmiddel? Een bedrijfsmiddel: drempel van 250 wordt verhoogd naar 1.000 Indien uw onderneming klein materieel, klein gereedschap of kantoormaterieel aankoopt, dan moet u de keuze maken om deze goederen als gewone

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 samenvatting

Hoofdstuk 6 samenvatting Hoofdstuk 6 samenvatting Bepaalde lasten niet aftrekbaar Niet voldaan aan artikel 49 Omdat de wet het zegt Worden als verworpen uitgave in het resultaat opgenomen Artikel 198: wat wordt niet gezien als

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5 INHOUDSTAFEL VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN III V HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5 1. De vijf-vragen-methode 7 1.1. Overzicht 7 1.2. Wordt de handeling

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

De maaltijdcheques zijn onderworpen aan een bijzondere regeling zowel op fiscaal vlak als op het vlak van sociale zekerheid.

De maaltijdcheques zijn onderworpen aan een bijzondere regeling zowel op fiscaal vlak als op het vlak van sociale zekerheid. CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Maaltijdcheques info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com Niet alle ondernemingen kunnen hun

Nadere informatie

Toegangskaarten en abonnementen

Toegangskaarten en abonnementen Een klant uitnodigen cultureel of sportevenement : hoe ziet de fiscus dat? Inhoudsopgave Aftrekbaar of niet op het vlak van inkomstenbelastingen?[1] 1 Toegangskaarten en abonnementen 1 op voorwaarde 2

Nadere informatie

Kosten en voordelen van wetenschappelijke manifestaties in de zorgsector

Kosten en voordelen van wetenschappelijke manifestaties in de zorgsector 1 Kosten en voordelen van wetenschappelijke manifestaties in de zorgsector De kosten die door farmaceutische bedrijven worden gedragen voor de deelname van zelfstandige zorgverstrekkers (natuurlijke personen

Nadere informatie

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,

Nadere informatie

Circulaire Nr. Ci.RH.241/ (AAFisc 21/2011) dd

Circulaire Nr. Ci.RH.241/ (AAFisc 21/2011) dd Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Directie I/5A Circulaire Nr. Ci.RH.241/607.210 (AAFisc 21/2011) dd. 15.04.2011 Inkomstenbelasting Aanvullende vergoeding Forfaitaire vergoeding

Nadere informatie

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 (AAFisc Nr. 30/2013) dd. 22.07.2013 Berekening van de Ven.B Rechtspersonenbelasting Berekening van de RPB Afzonderlijke

Nadere informatie

De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.

De werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen. Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 www.claeysengels.be info@claeysengels.be VERPLAATSINGSKOSTEN TUSSEN DE WOONPLAATS EN DE VASTE PLAATS VAN TEWERKSTELLING www.iuslaboris.com

Nadere informatie

Circulaire nr. Ci.RH.241/597.925 (AOIF Nr. 23/2010) dd 09.03.2010

Circulaire nr. Ci.RH.241/597.925 (AOIF Nr. 23/2010) dd 09.03.2010 Circulaire nr. Ci.RH.241/597.925 (AOIF Nr. 23/2010) dd 09.03.2010 Belasting van niet-inwoners Personenbelasting Rechtspersonenbelasting Vennootschapsbelasting Bedrijfsleider Werknemer Deelname aan een

Nadere informatie

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Bij het correct oplossen van een btw- vraagstuk in het kader van het zaken doen met het buitenland volgt men best volgend stappenplan dat stap voor stap tot

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende

Nadere informatie

2 Levering van goederen

2 Levering van goederen 2 Levering van goederen Oefening 1: leveringen 1 plaats van levering: de plaats van aanvang van het vervoer, Gent; tijdstip van levering: 4 november, tijdstip van aankomst. 2 plaats van levering: waar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

De vrijstelling van maximum 250 EUR per jaar wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

De vrijstelling van maximum 250 EUR per jaar wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Beter verlonen 2014.book Page 119 Thursday, September 4, 2014 4:52 PM DEEL 1: Fiscale en sociale aspecten bij verloning in het werknemersstatuut Tevens zullen de beroepskosten voor woon-werkverplaatsingen

Nadere informatie

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Maklu 7

Inhoudsopgave. Maklu 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Inhoudsopgave...7 Deel 1: De onroerende verhuur: een steeds enger wordend begrip...13 1.1 Definiëring van de onroerende verhuur...13 1.1.1 Algemeen...13 1.1.2 Belgisch administratief

Nadere informatie

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN Rooster 00 - Verkoop van goederen tegen 0-tarief: dagbladen, tijdschriften, pre-paid telefoonkaarten, recuperatiestoffen, tabaksfabrikaten.

Nadere informatie

Kosten van onthaal/publiciteit/sponsoring - vergelijking in PB/VenB en BTW

Kosten van onthaal/publiciteit/sponsoring - vergelijking in PB/VenB en BTW Kosten van onthaal/publiciteit/sponsoring - vergelijking in PB/VenB en BTW Inhoudstafel 1. Kosten van onthaal, receptiekosten en relatiegeschenken... 3 1.1 Omschrijving... 3 1.2 Voorbeelden kosten van

Nadere informatie

Ligging van de woning

Ligging van de woning Afbraak en heropbouw van gebouwen: wanneer is het verlaagd BTW-tarief van 6 % van toepassing? Inhoudsopgave Ligging van de woning... Afbraak bij de heropbouw van een privéwoning... Komen dus niet in aanmerking

Nadere informatie

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331/594.501 (AOIF Nr. 65/2010) dd 25.10.2010 Personenbelasting Berekening van de belasting Belastingvrije

Nadere informatie

De bezoldigingstheorie. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten

De bezoldigingstheorie. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten De bezoldigingstheorie Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten 1. Aftrekbaarheid beroepskosten Kosten zijn overeenkomstig art 49 WIB 1992 aftrekbaar indien (cumulatief): - De kosten houden noodzakelijk

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones en laptops (gemengd gebruik)

Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones en laptops (gemengd gebruik) Beperking aftrekbaarheid van BTW (art.45 WBTW) Personenwagens - autokosten Kosten van onthaal receptie- representatie Restaurantkosten Relatiegeschenken Aftrek BTW op bedrijfswagens, pc s, smartphones

Nadere informatie

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Overzicht. 1. Wat is BTW? ABC VAN DE BTW Overzicht 1. Wat is BTW? 2. Waar wordt de BTW geregeld? 3. Wie valt onder die regelgeving? 4. Wat wordt belast? 5. Hoeveel bedraagt de belasting? 6. Administratieve verplichtingen 7. Bijzondere

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten Ontwerpadvies van 9 september 2015 In het kader van een individuele vraagstelling omtrent

Nadere informatie

De nieuwe btw-wetgeving van 2015 zal ook invloed op u hebben!

De nieuwe btw-wetgeving van 2015 zal ook invloed op u hebben! De nieuwe btw-wetgeving van 2015 zal ook invloed op u hebben! A. Inleiding Op 1 januari 2015 treedt de nieuwe btw-wetgeving in voege. Deze houdt in dat het btw-bedrag voortaan niet meer zal moeten worden

Nadere informatie

2. Hof van Justitie bevestigt Seeling-mechanisme in hoofde van vennootschappen

2. Hof van Justitie bevestigt Seeling-mechanisme in hoofde van vennootschappen NIEUWSBRIEF BTW 27/04/2012 1. Geen btw-aftrek bij aankoop edele metalen De Belgische minister van financiën heeft in een antwoord op een parlementaire vraag verduidelijkt dat er geen recht op aftrek van

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever.

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever. Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Directie I/5B Circulaire nr. Ci.RH.241/608.543 (AAFisc Nr. 27/2011) dd. 23.05.2011 Personenbelasting Beroepsinkomen Anciënniteitspremie Vrijgesteld

Nadere informatie

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der

Nadere informatie

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL pagina 1 van 6 Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting CIRC 05.02.04/1 Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 BEDRIJFSVOORHEFFING Inkomen

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2001 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit :.. Repertoriumnummer :.. Nationaal nummer : TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (art. van de Programmawet van 0.. tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap,

Nadere informatie

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik Speaking Notes e-invoicing: Juridisch luik 1 Op 1 januari 2013 treden er in België nieuwe factureringsregels in werking in verband met de belasting over de toegevoegde waarde. Deze wijzigingen werden aangebracht

Nadere informatie

Het optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW.

Het optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW. Het optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW. 1. BTW De BEROEPSOPRICHTER is de persoon die geregeld onder bezwarende titel

Nadere informatie

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW IN DE PAARDENSECTOR TWEE UITZONDERINGEN Reeds vele jaren dringt de Belgische Confederatie van het Paard er bij de overheid op aan om voor de paardensector

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018

Nadere informatie

Versie 21-02-2012 DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave

Versie 21-02-2012 DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave Versie 21-02-2012 DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire grondslagen 2. Algemeen 3. Draagwijdte

Nadere informatie

Dit voordeel geeft aanleiding tot fiscale en sociale zekerheidsrechtelijke heffingen.

Dit voordeel geeft aanleiding tot fiscale en sociale zekerheidsrechtelijke heffingen. Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 www.claeysengels.be info@claeysengels.be KOSTELOZE BESCHIKKING OVER EEN WONING www.iuslaboris.com Sommige werkgevers stellen aan hun personeel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JANUARI 2008 S.06.0099.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.06.0099.F MUTUALITES SOCIALISTES DU BRABANT-WALLON, Mr. Lucien Simont, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot

Nadere informatie

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN 13 mei 2019 - Aanpassing na de wet van 28 april 2019 Tax Shelter voor Groeibedrijven - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Groeibedrijven Deze checklist heeft betrekking op rechtstreekse

Nadere informatie

Horeca sector : btw verplichtingen vanaf 1 januari 2010

Horeca sector : btw verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Horeca sector : btw verplichtingen vanaf 1 januari 2010 I. Inleiding 1. Naar aanleiding van de tariefverlaging van 21 percent naar 12 percent voor restaurant- en cateringdiensten (het verschaffen van dranken

Nadere informatie

Bijzondere regeling MANIFESTATIES, BEURZEN en MERCHANDISING

Bijzondere regeling MANIFESTATIES, BEURZEN en MERCHANDISING BESLISSING ET 116547 Beslissing nr. ET 116547 dd. 9 juni 2009 Bijzondere regeling MANIFESTATIES, BEURZEN en MERCHANDISING 1. Inleiding Deze regeling voorziet voor de niet in België gevestigde organisatoren

Nadere informatie

Properties. Inhoudstafel. I. Inleiding.

Properties. Inhoudstafel. I. Inleiding. Page 1 of 8 Properties Title : Circulaire 2018/C/63 over de voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een PC, tablet, internetaansluiting, mobiele telefoon of vast of mobiel telefoonabonnement

Nadere informatie