De waarde van automatische segmentatie in de vroegdiagnose van multiple sclerose

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De waarde van automatische segmentatie in de vroegdiagnose van multiple sclerose"

Transcriptie

1 FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar De waarde van automatische segmentatie in de vroegdiagnose van multiple sclerose Elke BRUNEEL Koen MAES Promotor: Prof. Dr. Debruyne Jan Co-promotor: Prof. Dr. Achten Eric Scriptie voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding MASTER OF MEDICINE IN DE GENEESKUNDE

2 De auteur en de promotor geven de toelating dit afstudeerwerk voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit dit afstudeerwerk. Datum: 18/04/2013 Elke Bruneel Prof. Dr. J. Debruyne Koen Maes Prof. Dr. E. Achten

3 Voorwoord In de voorbije twee jaar verliep het thesis-proces niet altijd zoals we hadden gehoopt. We kenden enkele tegenslagen, maar ook wat meevallers. Deze scriptie zou niet geworden zijn wat het is, zonder de hulp van een aantal mensen. Daarom willen we een woord van dank richten aan diegenen die ons van bij het begin gesteund hebben en een bijdrage leverden tot de realisatie van dit onderzoek. Ten eerste zouden we graag onze promotors Prof. Dr. Debruyne en Prof. Dr. Achten willen bedanken voor hun continue ondersteuning en aanmoediging, voor de kritische reflectie en het nalezen van deze thesis. Zonder hun hulp had deze thesis niet kunnen slagen. Speciale dank gaat uit naar Pieter Vandemaele, voor de technische ondersteuning. Annelies de Waegeneer zijn we dankbaar voor de occasionele babbel en steun toen het even moeilijk ging. Verder willen we ook onze medestudenten, vrienden en kennissen bedanken, die ons moed inspraken toen de druk zwaar doorwoog. Hartelijk bedankt, Elke en Koen

4 Inhoudstafel Abstract... 1 Inleiding Situering van de thesis Over Multiple Sclerose Klinische manifestaties van MS Epidemiologie en etiologie Diagnose Evolutie van de diagnostische criteria voor MS Differentiaal diagnose Immunologische behandeling Behandeling van acute exacerbaties Ziektemodifiërende behandeling van MS Besproken MRI-acquisities Materialen en methodes Patiëntenselectie Verloop van het experiment en evolutie van de doelstellingen Beoordeling van de performantie en berekening van similariteitsmaatstaven Resultaten Visuele beoordeling Kwantitatieve analyse Reproductie van de optimale kappa Kwantitatieve analyse van de performantie Toepassing van de segmentatiemaps op de diagnostische criteria Toepassing van de 2005 radiologische criteria Toepassing van de 2010 radiologische criteria:... 39

5 Discussie Conclusie Referentielijst Bijlages Appendix A: Gebruikte afkortingen Appendix B: EDSS en FSS Appendix C: 100 aandoeningen in de differentiaal diagnose van MS Appendix D: Tabel besluiten letselscoring Appendix E: Historisch overzicht van MS Appendix F: Histopathologie van MS... 66

6 Abstract Sinds de opkomst van de immunomodulerende therapie voor MS is het belang van een vroege en accurate diagnose zeer groot geworden. Het stellen van de klinische diagnose van MS vergt soms enige tijd, gezien een evolutie in de tijd (DIT) en betrokkenheid van verschillende delen van het centraal zenuwstelsel (DIS) cruciaal zijn. 1,2 Bij mensen die een eerste episode suggestief voor demyelinisatie doormaakten (CIS) is het een uitdaging om zo snel mogelijk tot de diagnose te komen. Immers verschillende studies toonden aan dat vroege aanvang van de onderhoudstherapie bij vastgestelde MS de progressie van de ziekte gunstig kan beïnvloeden. Ook reeds bij CIS zou een behandeling een gunstig effect hebben, echter dit betekent dat men veel mensen zal behandelen die nooit een MS zullen ontwikkelen. 3,4,5,6 Een vroege differentiatie bij CIS zou meer zekerheid bieden rond de therapeutische strategie. Van de verschillende paraklinische tests die men in het verleden heeft gehanteerd blijkt MRI beeldvorming de meeste bijdrage te kunnen leveren. In de recente McDonaldcriteria van 2010 is MRI zelfs als enige paraklinische test opgenomen. 7 Wil men de gevoeligheid van diagnose opdrijven, dan doet men dit het best door de gevoeligheid van de radiologische diagnose te verhogen. In deze thesis is de rol van automatische segmentatie onderzocht, meer bepaald van het programma LST (Lesion Segmentation Tool). Bij algemene beschouwing en kwantitatieve analyse is gebleken dat de globale letseldetectie weinig efficiënt is (sensitiviteit = 0,49). Bovendien is het verschil in detectiegevoeligheid over de verschillende delen van het CZS bijzonder groot, waarbij de sensitiviteit ligt tussen de 0 en de 0,68. Voor 148 gedetecteerde letsels waren er slechts 2 vals positieven, dus vermoedelijk is de specificiteit zeer hoog. Ondanks lichte kwaliteitsverschillen in beeldvorming konden geen significante verschillen in performantie worden gevonden binnen de dataset. Vermoedelijk is de detectie afhankelijk van de morfologie, grootte en intensiteit van de letsels. Bij toepassing op de McDonaldcriteria van 2010 vervult LST de DIS-criteria met een sensitiviteit van 0,76. Dit is hoger dan voor de 2005 McDonaldcriteria (0,56). Ter besluit heeft LST een hoge positief predictieve waarde voor aantonen van letsels, maar is de gevoeligheid te laag en te variabel om in de dagelijkse praktijk te worden aangewend. We weerhouden ook een aantal methodologische besluiten om in de toekomst op meer reproduceerbare wijze de performantie van een automatisch segmentatie-algoritme te onderzoeken. 1

7 Inleiding 1. Situering van de thesis Multiple Sclerose (MS) is de meest voorkomende chronische, niet traumatische ziekte van het centraal zenuwstelsel bij jonge mensen. Voor de individuele patiënt is de impact van de ziekte zeer groot. Gezien de jonge leeftijd van de patiënten is de ziekte ook maatschappelijk van belang. 8 De klinische presentatie is reeds meer dan 150 jaar gekend en bij het stellen van de diagnose is de kliniek altijd van groot belang geweest. 9 Pas vanaf de jaren negentig zijn de eerste efficiënte therapieën op de markt gekomen. Vanaf dat moment was een snelle en accurate diagnose belangrijk om de lange termijn outcome te beïnvloeden. Verschillende paraklinische tests zijn bestudeerd om het diagnostisch proces te versnellen, waarvan MRI in de huidige praktijk de grootste invloed heeft. De beeldvorming zal nooit de rol van de clinicus kunnen verdringen, maar de complementariteit van beeldvorming en klinische bevindingen is essentieel bij het stellen van de MS-diagnose. Na meer dan 20 jaar ervaring in MRI-beeldvorming is er nog steeds een revolutie aan nieuwe ontwikkelingen. De zoektocht naar acquisities die de witte- en grijze stofletsels met groter contrast in beeld brengen gaat voort. In de loop van deze thesis diende de scoop bijgesteld te worden, maar de opdracht bleef het zoeken naar meer sensitieve methoden om binnen de huidige criteria de diagnosestelling te kunnen bevorderen. Een andere aanpak die potentieel de gevoeligheid en snelheid van de diagnose kan verhogen is een automatische segmentatie van de wittestofletsels op MRI. Er zijn reeds verschillende dergelijke algoritmen beschikbaar. Wij kozen ervoor de toepasbaarheid van LST (Lesion Segmentation Tool) in de huidige praktijk te bestuderen. Er werd beslist een retrospectieve studie uit te voeren en naar analogie met de dagelijkse praktijk te vertrekken bij patiënten met een Clinically Isolated Syndrome (CIS). Dit is een klinische term die wordt gebruikt wanneer een patiënt zich eenmalig heeft gepresenteerd met symptomen suggestief voor demyelinisatie, maar niet voldoet aan de diagnostische criteria van MS. 10 Bij deze groep situeert zich een grote uitdaging voor de klinische neurologie. Er is nog geen consensus of men reeds onderhoudstherapie voor MS moet starten bij de CISpatiënt, maar er is duidelijk gebleken dat een vroege diagnose en behandeling van MS het klinisch verloop kan afremmen. 3,4,5,6 2

8 2. Over Multiple Sclerose 2.1. Klinische manifestaties van MS Zoals bij de eerste beschrijvingen reeds bleek, vertoont MS een potentieel wijdverspreide aantasting van het centraal zenuwstelsel en als dusdanig een aantasting van hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg wiens distributie uniek is voor elk individueel geval. 11 Deze eerste basiseigenschap wordt beschreven als Dissemination In Space (DIS). 12 Multiple Sclerose is per definitie een intermittente doch progressieve ziekte met een chronisch verloop die voor belangrijke invaliditeit kan zorgen op lange termijn. In het ziekteverloop worden vaak symptoomvrije perioden onderscheiden, afgewisseld met opstoten die kunnen verschillen naargelang de aangetaste locus van het centraal zenuwstelsel. Deze tweede basiseigenschap wordt beschreven als Dissemination In Time (DIT). 12 Deze twee basiseigenschappen hebben belangrijke gevolgen met betrekking tot het stellen van de klinische diagnose. Ten eerste zal men bij een eerste consultatie met neurologische klachten niet in staat zijn om de diagnose van MS te stellen bij gebrek aan gekende chronologie (zelfs al is er een multifocale presentatie). Ten tweede zal men bij een tweede episode van een identieke klacht niet in staat zijn de diagnose te stellen bij gebrek aan betrokkenheid van een ander gedeelte van het zenuwstelsel. Om dit probleem het hoofd te bieden heeft men een term ingevoerd om toe te kennen aan een persoon die een eenmalige presentatie vertoont van symptomen suggestief voor inflammatoire demyelinisatie. De term wordt aangeduid als Clinically Isolated Syndrome (CIS). 2,13,14 Gezien MS overwegend jonge mensen aantast, 8 is het niet verwonderlijk dat CIS, als potentiële voorbode, voorkomt aan een mediane leeftijd van 27 jaar. De klachten ontstaan acuut of subacuut en kennen een snelle piek, binnen 2 à 3 weken. Om van een relaps als eerste verschijnsel van CIS te spreken dient de episode meer dan 24h te duren en er mag geen koorts, infectie of aanwijzing van een encephalopathie bestaan. 10 CIS kan heel veel verschillende symptomen omvatten, maar de meest bekende zijn de aantasting van de optische zenuwen, het ruggenmerg en de hersenstam. De cerebrale hemisferen zijn evenzeer aangetast, maar geven zelden de eerste klinische symptomen. Dat - in retrospect- ook cognitieve afwijkingen, epileptische insulten, vermoeidheid en paroxysmale symptomen een eerste presentatie van MS kunnen zijn, zorgt ervoor dat men er vaak niet toe 3

9 komt om een eerste episode daadwerkelijk als CIS te documenteren. Deze doen namelijk niet in de eerste plaats denken aan een demyeliniserende pathologie. 10,14 Tabel 1: Meest voorkomende klinisch geïsoleerde syndromen. 14 Optische zenuw Hersenstam en cerebellum Ruggenmerg Cerebrale hemisferen Neuritis optica (typisch of atypisch) (Internucleaire) ophtalmoplegie Ataxie Nystagmus Diplopie Vertigo Gelaatshypo-esthesie Nucleaire of radiculaire aantasting van craniale zenuwen Incomplete myelitis transversa Sfincter symptomen Asymmetrische lidmaatzwakte Hemiparesen Hemiparesthesieën Corticale spraakstoornissen In bovenstaande tabel (aangepast uit Miller et al.) ziet men de meest voorkomende loci van aantasting bij een CIS. Het dient te worden benadrukt dat vaak niet alle symptomen aanwezig zijn. Een CIS kan ook multifocaal zijn, hoewel deze presentaties zeldzamer zijn dan de monofocale. Zo kan men een combinatie vinden van een ruggenmerg- en hersenstamaantasting. Een multifocale CIS is niet geïsoleerd in ruimte, maar wel in tijd. Het blijft wachten op een tweede episode om de diagnose van MS te stellen. 15 De CIS-episode zal in de meerderheid van de gevallen spontaan regresseren, maar deze personen maken een grotere kans op MS. De progressie van CIS naar MS is vaak moeilijk te voorspellen. In grote reeksen vindt men na jaar een evolutie van 30% naar een MS met milder verloop en 50% naar een secundair progressieve MS. 14 De meeste conversies worden gezien in de eerste vijf jaar en meer in het bijzonder in de eerste twee jaar na de CIS. 13 Tussen de verschillende CIS worden geen grote verschillen gezien qua conversiekansen. 14 De voornaamste factoren die het risico op conversie verhogen zijn (1) MRI-detectie van meerdere letsels die klinisch asymptomatisch blijven en (2) het vinden van oligoclonale banden in het cerebrospinaal vocht. Factoren die uit de epidemiologie naar voor zijn geschoven in het verklaren van MS, zoals EBV-seropositiviteit en vit D deficiëntie, zijn grotendeels analoog bij de patiënten met CIS en CDMS, waardoor deze niet als indicatoren voor progressie kunnen gebruikt worden. 14,15 4

10 In de uitwerking van een CIS-patiënt zal men dus een grondig neurologisch onderzoek verrichten naar overige afwijkingen en MRI-beeldvorming aanvragen. Indien geen andere ziekten kunnen weerhouden worden, zal men CIS goed documenteren en de patiënt met regelmatige tussenposen zowel klinisch als beeldvormend opvolgen. In sommige gevallen kan men een ernstige CIS behandelen, maar in veel gevallen dient men af te wachten om zo mogelijk snel de diagnose van MS volgends de recente criteria te bevestigen en dan een onderhoudsbehandeling te starten. Steeds meer studies tonen de meerwaarde aan van een vroegbehandeling vanaf het CIS stadium. 3,4,5,6 De radiologisch bevestigde diagnoses buiten beschouwing gelaten spreekt men van een clinically definite MS (CDMS) wanneer men twee demyeliniserende episodes heeft doorgemaakt die van elkaar onderscheiden zijn in tijd (DIT) en waarbij verschillende delen van het centraal zenuwstelsel werden betrokken (DIS). 1,12 Naast grote individuele verschillen in verloop zijn er voor MS een aantal grote klinische subgroepen te identificeren: RRMS of relapsing-remitting MS is veruit het meest voorkomende verloop van multiple sclerose. Ongeveer 85 % van de patiënten zullen bij aanvang dergelijk verloop vertonen. RRMS wordt gekenmerkt door acute exacerbaties van klachten en symptomen gevolgd door een compleet dan wel partieel herstel. 13,16 De exacerbaties zijn uitingen van focale inflammatoire letsels en bij het nemen van een MRI wordt vaak een nieuw gadoliniumkleurend letsel aangetroffen. In de opvolging van een patiënt met RRMS heeft men een aantal typicalities gedefinieerd die in de diagnostische criteria werden opgenomen. Deze definities moeten clinici toelaten om het typisch karakter van een klinische uitval met inflammatoir karakter te herkennen en uniform een demyeliniserend ziekteverloop te rapporteren bijvoorbeeld in het kader van klinische trials. Volgens Schumacher zijn er 4 toestanden te onderscheiden. 1 Een relaps is het nieuw optreden of verergeren van een symptoom of een cluster van symptomen. Deze periode dient minstens 24h te duren en zal stoppen wanneer de symptoomernst een maximum heeft bereikt. Een plateau is een status van maximale dysfunctie met constante ernst. 5

11 Een remissie is een status waarin een verbetering van de toestand wordt waargenomen. Dit houdt aan tot er geen verbetering meer optreedt. Een stationaire fase is de periode tussen een remissie en de volgende relaps. Vaak wordt geopperd dat een stationaire fase minstens een maand moet duren, anders wordt de verbetering van de functie als onderdeel van een langer durende episode aanzien. Met andere woorden twee opstoten moeten minstens een maand uiteen liggen. SPMS of secondary progressive MS wordt gezien als een evolutieve toestand die volgt uit een jarenlang bestaande RRMS. Hierbij is er geen sprake meer van echte opstoten en ook het herstel is zeer beperkt tot onbestaande. De patiënten vertonen vaak een hoge graad van invaliditeit. In de periode voor de behandeling zag men een evolutie van RRMS naar SPMS in 50 tot 60% met een progressiesnelheid van ongeveer 2-3% per jaar. Deze progressie is het gevolg van een accumulatie van axonale en demyeliniserende schade. Een adequate behandeling zou de onset van SPMS kunnen uitstellen. 16 PPMS of primary progressive MS is een verloop waarbij men van in het begin geen echte opstoten en remissies kan onderscheiden. Ongeveer 10% van de patiënten vertoont deze evolutie. PPMS en SPMS vertonen veel gelijkenissen op gebied van pathologie en beeldvorming. Op MRI worden meestal geen Gd-aankleurende letsels gezien, maar eerder een diffuse wittestofaantasting, atrofie en demyelinisatie. Een PPMS begint meestal op hogere leeftijd (gemiddeld 10 jaar later dan RRMS) maar komt eigenaardig genoeg wel overeen met de gemiddelde leeftijd voor conversie van RRMS naar SPMS. 16 Het klinisch beeld is belangrijk voor het stellen van de diagnose en voor de opvolging van therapeutische effecten, maar ook voor het voorspellen van de prognose is een goede opvolging noodzakelijk. De individuele prognose is moeilijk te stellen gezien het sterk wisselend verloop van de ziekte qua frequentie, aard van de relapsen, graad van remissies en respons op de therapie. Deze parameters zijn verschillend voor elke individuele patiënt. Bovendien is er nog steeds geen biomerker die de outcome kan voorspellen. 17 De EDSS schaal of Expanded Disability Status Scale is een klinische score voor het meten van de cognitieve en fysische invaliditeit bij MS. Deze schaal wordt samengesteld uit de verschillende systemen, de zogenaamde functionele systemen (FS). Ze omvat het volledig neurologisch functioneren. De auteur JF Kurtzke, gebruikte deze schaal voor het eerst bij oorlogsveteranen met MS. Later en sindsdien wordt zij toegepast in alle klinische MS trials. 6

12 De heterogeniteit van de symptomen en de veranderingen in presentatie over de tijd maakten het moeilijk om de klinische toestand van patiënten onderling te vergelijken. De EDSS schaal wordt, niettegenstaande gekende onvolmaaktheden, als standaard toegepast. De EDSS scoort de invaliditeit van 0 tot 10, waarbij 0 een normale toestand en 10 dood door MS betekent. 18 Kurtze s functionele systemen omstrijken het neurologisch onderzoek in al zijn facetten en worden verdeeld in exclusieve klinische categorieën. Ze omvatten alle aangetaste zones bij MS, namelijk P (pyramidaal), S (sensorisch), H (hersenstam), DB (darm en blaas), Cll (cerebellair), Cb (cerebraal), V (visueel) en O (andere). Men scoort de systemen apart waarbij P, S, V en DB een range hebben van 0 tot 6; Cll, Cb en H hebben een range van 0 tot 5. De score loopt op volgens de graad van aantasting. Wanneer daarbuiten nog andere niet specifiek MS gelieerde, neurologische bevindingen aanwezig zijn (categorie O), zoals epilepsie, wordt dit gescoord met 1. Scores van de functionele systemen worden niet opgeteld omdat dit een verkeerd beeld kan geven. De verschillende schalen hebben immers een verschillende ernstmaat, een patiënt kan verbeteren in het ene en verslechteren in het andere gebied. Een algemene kritiek op de EDSS is dat de mobiliteit te veel op de voorgrond staat en te weinig aandacht wordt geschonken aan de cognitieve score. Dit heeft geleid tot de misvatting dat EDSS een schaal van mobiliteit is, het is uiteraard veel meer dan dat. Voor een overzicht van de EDSS en de FSS scoresystemen: zie appendix B. Een patiënt evolueert niet lineair over de EDSS schaal, maar kan soms heel lang op een niveau blijven om vervolgens een plotse evolutie door te maken. In de lagere range is de EDSS-score vaak gecorreleerd aan een verloop in opstoten; in de hogere range zien we doorgaans minder herstel en wordt meer progressieve verhoging gezien Epidemiologie en etiologie Uit de wereldwijde epidemiologie blijkt dat de prevalentie van MS sterk samenhangt met de breedtegraad, waarbij de prevalentie daalt naar de evenaar toe. Dit geldt zowel voor noordelijk als zuidelijk halfrond. In België kennen we een prevalentie van 1/1000, wat neerkomt op zo n Belgen. 19 Men vermoedt dat veel meer personen MS-symptomen vertonen, maar in dergelijk milde vorm dat zij geen arts raadplegen en de diagnose dus uitblijft. De incidentie van de ziekte bereikt een piek tussen 25 en 35 jaar, desalniettemin kan de ziekte op elke leeftijd beginnen. Er is een ongelijke geslachtsverdeling, met een vrouw/man ratio van 3/1. 7

13 Multiple sclerose ontstaat uit een complexe interactie van genetische en omgevingsfactoren. Er zijn verschillende allelen en genen die van belang zouden kunnen zijn. Studies suggereren betrokkenheid van de HLA-locus op chromosoom 6. Voor HLA-DR1 werd tot nu toe het meest evidentie gevonden. 20,21 Als mogelijke contribuerende omgevingsfactoren schuiven epidemiologische studies vooral klimaat en zonlicht naar voor, waarbij een hoog vitamine-d gehalte een beschermende rol zou hebben in het ontstaan van MS. 22 Ook blootstelling aan verschillende pathogenen op jonge leeftijd zou een bescherming vormen tegen MS. Van deze pathogenen is het verband met Ebstein-Bar virus (EBV) het best beschreven. Seronegatieve personen hebben een kleinere kans op MS. Ook verschillende andere virussen werden bestudeerd, maar er zijn tot nu toe geen studies die een verband kunnen bevestigen. 23 Zwangerschap verlaagt de ziekteactiviteit, voornamelijk in het derde trimester. Het risico in het puerperium is dan weer verhoogd. 24 Ten slotte is het van belang dat rokers een grotere kans hebben op MS dan niet-rokers en dat roken de symptomen van MS verergert. 22 Ook obesitas zou een ongunstige rol spelen in de evolutie van MS Diagnose Evolutie van de diagnostische criteria voor MS MS is per definitie een aandoening die verschillende delen van het zenuwstelsel kan aantasten en als ziekte aanleiding kan geven tot een veelheid aan symptomen. Net als de symptomen kan het verloop tussen twee patiënten zeer sterk uiteenlopen. De meeste patiënten presenteren op jonge leeftijd, maar op geen enkele leeftijd is de diagnose van MS onmogelijk. Deze feiten zorgen ervoor dat men de diagnose met voorzorg moet stellen. Geen enkel neurologisch verschijnsel is pathognomonisch voor MS. De enige methode om op klinische wijze de diagnose te stellen is het beeld te toetsen aan eigenschappen die inherent zijn aan de aandoening De ziekte is per definitie van lange duur en het beeld spreidt zich over een langere tijd met mogelijke episodes van verergering. Dit werd gedefinieerd als disseminatie in tijd (DIT). - De ziekte is verspreid over het zenuwstelsel en dient zich te vertalen in symptomen die topografische spreiding aantonen. Dit werd gedefinieerd als disseminatie in ruimte (DIS). De eerste publicaties van MS zijn louter beschrijvend. 11,25 In de eerste helft van de 20 e eeuw begint men in deze omschrijvingen duidelijke lijnen te zien. Het is in 1954 dat de eerste diagnostische criteria verschijnen, gepubliceerd door Allison en Millar. Op basis van categorische variabelen worden de patiënten ingedeeld in early, possible en probable 8

14 disseminated sclerosis (de oude britse term voor MS). De early categorie had een zelfgerapporteerde geschiedenis van klachten die vaker bij MS patiënten werden gezien. In veel van de latere diagnostische criteria zou men zelfrapportage niet meer als waardevol aanvaarden. De probable categorie moest reeds een graad van invaliditeit vertonen en klinische tekenen suggestief voor MS. De possible categorie was zeer vaag omschreven als een vaststaande disseminatie in tijd, maar met slechts een vermoeden van topografische spreiding. 12 In 1965 publiceerde Broman et al. een aantal kenmerken van MS die in de latere schemata zouden gebruikt worden. Onder andere werd het tweelingprincipe DIS en DIT gedefinieerd en werd er een duidelijke lijst opgesteld van mogelijke differentiaaldiagnoses. Het was ook de eerste publicatie die oligoclonale banden in CSF aanhaalde als mogelijke paraklinische test. 12. Ook in de jaren zestig werden de Schumachercriteria geformuleerd. Deze maken nog uitsluitend gebruik van klinische kenmerken. In plaats van te spreken van clinically definite MS spreken zij van highly probable MS. Zij benadrukken daarbij dat er helemaal geen specifieke tests bestaan en dat men zelfs in de highly probable groep zeer waakzaam moet blijven voor verschijnselen die wijzen op een andere diagnose. Zelfrapportage, hoe zorgvuldig ook geregistreerd, wordt niet aanvaard als klinisch argument. In dit artikel hanteert men een eerste definitie van een relaps en remissie teneinde een objectieve beschrijving van de evolutie te kunnen geven. Het is lange tijd de referentie geweest voor de diagnose. 1,12 McAlpine et al. maakten bij hun categorisering gebruik van probable, latent probable en possible MS waarbij ze doelbewust niet de term definite MS hanteren. In deze criteria aanvaarde men wel zogenaamde tekenen van MS in de voorgeschiedenis ; een moeilijk hanteerbaar criterium. Tevens werden oligoclonale banden vernoemd als test voor MS. De McAlpine-criteria werden als alternatief beschouwd van de Schumachercriteria. 12 In de jaren zeventig geven McDonald en Halliday aan dat de enige manier om ontegensprekelijk MS vast te stellen een autopsie of een biopsie is. Hoewel routinematig geen gebruik gemaakt wordt van een biopsie staat deze bewering tot op vandaag nog steeds. 12 De zoektocht naar andere indicatieve tests, die de diagnosestelling kunnen versnellen en betrouwbaarder maken, blijft. Drie procedures die kandidaat zijn voor de aanvulling zijn laboratoire testen, beeldvorming en neurofysiologische investigaties. Het is in de Posercriteria van 1983 dat men voor het eerst een laboratoire test incorporeert in de diagnostische 9

15 criteria. Concreet wordt een elektroforese uitgevoerd van de eiwitfractie van CSF, waarbij een oligoclonale banding van het IgG-gebied suggestief is voor MS op voorwaarde dat deze banding niet kan worden gereproduceerd bij serumelektroforese. Ook een globale verhoging van het intrathecaal IgG-gehalte kan, alhoewel minder specifiek, indicatief zijn voor MS. 12. Andere paraklinische tests zoals de geëvokeerde potentialen en beeldvorming werden steeds meer beschikbaar om argumenten toe te voegen aan de klinische bevindingen. De evoked responses tonen vertraging van de geleiding over de verschillende zenuwbanen. De meest gebruikte is de visual evoked respons (VEP), echter met beperkte bijdrage tot de diagnose. 7,26 Hoewel voor de beeldvorming aanvankelijk CT werd gebruikt zou vanaf 1981 magnetische resonantie beeldvorming zeer snel in belang groeien. 27,28 Dit terwijl verschillende auteurs vreesden dat de toegenomen sensitiviteit afbreuk zou doen aan de specificiteit, en dat MRI bij de differentiaaldiagnose weinig bruikbaar zou zijn wegens aspecificiteit door pathogene heterogeniteit van de letsels. Poser voorspelde dat dit tot veel vals positieve diagnostiek zou leiden. Het is de veelbeschreven radioklinische paradox. 29,30 De term paraklinische evidentie wordt geïntroduceerd, waarbij men doelt op argumenten die geleverd worden door lumbaalpunctie, beeldvorming of geëvokeerde potentialen. Zo wenst men in de terminologie aan te geven of de diagnose klinisch dan wel paraklinisch werd ondersteund. Op het gebied van definiëring is er evenwel veel veranderd. Gesterkt door bijkomende testen neemt men de term definite MS terug op en een tweede mogelijkheid is probable wanneer niet aan alle criteria (DIT en DIS) wordt voldaan. De term possible laat men hier vallen. Een diagnose die wordt ondersteund door positieve CSF banden wordt als laboratory supported probable of definite MS aangegeven. 12 Voordat MRI officieel in overkoepelende diagnostische richtlijnen werden opgenomen, hadden reeds veel radiologische studies hun eigen criteria geformuleerd. Zo is er Fazekas die in 88 minstens drie letsels vraagt. Volgens hem moeten de letsels meer dan 6 mm in doormeter zijn en periventriculair of infratentorieel gelegen. 31 Later is er Paty die vier letsels of meer vooropstelt ofwel drie waarvan minstens 1 periventriculair. Deze criteria zijn op retrospectieve wijze ontwikkeld, met patiënten die na opname in de studie reeds klinisch bevestigde MS hebben. 32 In 2001 was er een panel onder leiding van McDonald die de klinische diagnose herzag en voor het eerst MRI criteria integreerde in het schema. Men benadrukt de complementariteit 10

16 van de kliniek en beeldvorming. Geen enkele test kan de diagnose stellen in afwezigheid van klinische bevindingen. Men bevestigt de principes van disseminatie in ruimte en tijd, waarop de klinische diagnose, maar ook de beeldvormende criteria nog steeds zijn gebaseerd. 2 McDonald maakt het onderscheid tussen MS, no MS bij alternatieve diagnose of possible MS als tussenstadium bij onvoldoende argumenten. De waarde van MRI, VEP en CSF-testen zijn sterk afhankelijk van de situatie. MRI krijgt in de criteria een grote waarde toebedeeld. De gehanteerde MRI-criteria werden opgesteld door Barkhof en Tintoré. 32,33 Men vereist voor het aantonen van DIS ten minste drie van de vier volgende: (1) 1 Gd-enhancing letsel of 9 T2-hyperintense letsels, (2) een infratentorieel letsel, (3) een juxtacorticaal letsel en 4) drie periventriculaire letsels. De letsels moeten groter zijn dan 3 mm. Indien men een positieve CSF bevinding heeft, hanteert men mildere criteria voor het vaststellen van DIS (slechts 2 MRI-letsels nodig). DIT kan worden aangetoond indien men op een follow-up scan minstens 1 bijgekomen Gd-enhancing letsel opmerkt. Voor de follow-up scan raadt men aan minstens 3 maand te wachten. Zo men geen contrastcapterende letsels aantreft dient men een nieuwe MR-scan uit te voeren. Op deze scan volstaat een contrastcapterend of een T2 letsel dat niet eerder werd geobserveerd om spreiding in de tijd aan te tonen. De timing van deze follow-up scan is minder belangrijk, maar er wordt weer aangeraden om 3 maand te wachten. In de jaren volgend op de McDonald 01 wordt steeds duidelijker dat er ruggenmergletsels ontstaan op onafhankelijke wijze en dat deze ook kunnen bijdragen tot de diagnose. In de McDonald criteria stelt men dat één hersenletsel van in de criteria van Barkhof mag worden vervangen door een ruggenmergletsel. Het panel van 2005 zou dit in retrospect verwarrend en weinig onderbouwd noemen. Een ander punt voor discussie in de McDonald criteria is het principe no better explanation. Dit betekent dat de diagnose pas mag worden besloten zo men in de kliniek geen ziekte kan vinden die beter bij de symptomen past. Auteurs als Charil beamen het belang van de differentiaal diagnose, maar waarschuwen evenwel voor een gebrek aan systematisering in deze differentiaaldiagnose. Zij hebben een aantal radiologische red flags geformuleerd die indicatief zijn voor een andere diagnose. De red flags worden tot nog toe niet systematisch in de diagnostische criteria opgenomen. 34 Uiteindelijk was het McDonald die voor het eerst gebruik maakte van de MRI in de nieuw ontwikkelde diagnostische criteria voor MS. De McDonaldcriteria worden snel wereldwijd opgenomen en toegepast. Retrospectieve studies tonen een sensitiviteit en specificiteit die de vroegere criteria overtreft. In 2005 zou een panel in Amsterdam onder leiding van Polman 11

17 revisies aanbrengen aan de DIS en DIT criteria. Men richt zich op het herzien van de MRIcriteria en de criteria voor PPMS. Tevens zou men aanhalen dat er verdere studie nodig is naar de performantie van de criteria in een populatie die verschilt van de typische Westerse populatie. 35 De DIT criteria worden aangepast vanuit het besef dat het interval van 3 maanden voor een follow-up scan de meest snelheidsbeperkende factor is voor het stellen van de diagnose. Naar analogie met de kliniek waarin men twee opstoten als gescheiden ziet na een tussenperiode van 1 maand, raadt men ook hier aan om reeds een follow-up scan te doen na 1 maand en vanaf dit punt een nieuw letsel (T2W of T1Gd) beschouwen als nieuwe activiteit en equivalent aan een nieuwe, zij het subklinische opstoot. 35,36 Voor wat betreft de DIS-criteria zal het 2005 panel een duidelijker standpunt innemen rond de ruggenmergletsels. Voortaan wordt een T2 ruggenmergletsel equivalent gezien aan een infratentorieel letsel, en een contrastcapterend medullair letsel equivalent aan contrastcapterende hersenletsels. 7 Wat betreft de radiologische definitie van DIS, zijn de Barkhof-criteria behoorlijk strikt. De Europese Research Groep MAGNIMS 2008 pleit voor een vereenvoudiging van de criteria. Volgens hen zou dit weinig afbreuk doen aan de specificiteit van de diagnostiek. 37 In 2010 komt het panel voor een 3 e maal samen in Dublin en worden de huidige criteria opgesteld. Daarin wordt het belang benadrukt van het klinisch luik van de diagnose. Namelijk minstens 2 klinische aanvallen verspreid in tijd en ruimte. Men uit de waarschuwing dat de criteria het meest betrouwbaar zijn bij mensen met een typische CIS presentatie (zoals aangegeven in de 2001 criteria 2 ) en bij de caucasische populatie. Het ingenomen standpunt rond zelfrapportage van klachten suggestief voor demyelinisatie is enigszins veranderd. Men ziet een zeer typisch patiëntenverhaal nu wel als een valabel argument. 7 De nieuwe radiologische criteria moeten de sensitiviteit van de diagnose verhogen zonder afbreuk te doen aan de specificiteit. Zowel op het vlak van DIS als DIT zijn er grote veranderingen. DIS wordt vastgesteld wanneer men minstens 1 letsel aantreft in 2 van de 4 specifieke regio s van MS: juxtacorticaal (JC), periventriculair (PV), infratentorieel (IT) en spinaal (S). In de DIT-criteria wordt het 30 dagen interval voor de follow-upscan verlaten. Een nieuw aangetoond letsel op eender welk tijdtip na de initiële MRI volstaat om de diagnose te 12

18 bevestigen. Een belangrijke bijdrage van de 2010 McDonald criteria, is dat een simultane aanwezigheid van een T1Gd en een T2 letsel op 1 MRI voldoende is om een definitieve diagnose te stellen. Bij veel patiënten valt daardoor het tussenstadium van CIS-patiënt weg. 37 Omdat men de MRI-criteria in deze mate heeft vereenvoudigd is het onduidelijk welke bijdrage de CSF-bevindingen nog kunnen bieden. In de vorige richtlijnen betekende een positieve CSF-test een versoepeling van de MRI-criteria. Het panel van 2010 drukt uit dat de nieuwe criteria danig vereenvoudigd zijn dat verdere versoepeling de sensitiviteit zou aantasten Differentiaal diagnose De differentiaal diagnose van MS is zeer breed en omvat onder andere infectieuze, inflammatoire, vasculair-reumatische, metabole, structurele, genetische en psychiatrische aandoeningen. De meeste zijn relatief eenvoudig te differentiëren, andere zijn zeer zeldzaam, maar het onderscheid met andere demyeliniserende aandoeningen zoals neuromyelitis optica en acute gedissemineerde encefalomyelitis kan moeilijk zijn. 38 In appendix C kunt u een lijst vinden van 100 aandoeningen die ooit in de differentiaaldiagnose van MS zijn uitgewerkt, de zogenaamde MS-mimics Immunologische behandeling Behandeling van acute exacerbaties De behandeling van een acute opstoot is enkel noodzakelijk wanneer de symptomen een belangrijke invaliditeit veroorzaken. Corticosteroïden in pulse worden gebruikt bij een MSrelapse of CIS-aanval, ze hebben geen plaats bij de behandeling van SPMS, noch bij PPMS. Er bestaat geen universeel consensusprotocol over de dosis en wijze van toediening van steroïden. 39 Algemeen wordt intraveneus methylprednisolone 1g/d gedurende 3 of 5 dagen beschouwd als voorkeursbehandeling. Er is evenwel geen consensus in de literatuur wat de dosering betreft. Al dan niet kleinere dosissen hangen af van de ernst van het klinisch beeld. 40 Een studie van Barnes et al. toonde aan dat er geen verschil in doeltreffendheid bestaat tussen oraal of intraveneus toegediende steroïden. Orale behandeling is bijgevolg mogelijk in poliklinische context. 41 Steroïden bespoedigen het herstel bij een opstoot, maar lijken geen invloed te hebben op het ziektebeloop op lange termijn. Ook het al dan niet bevorderen van klinisch herstel, en de invloed op frequentie van verdere opstoten of progressie naar permanente invaliditeit is 13

19 onvoldoende aangetoond. 38,42 Mogelijke bijwerkingen zijn toename van de eetlust, hyperglycemie, myopathieën, erytheem, hartkloppingen, ongedurigheid, psychoses, stemmingsschommelingen en aseptische heupkopnecrose Ziektemodifiërende behandeling van MS Er is nog geen causale therapie voor MS, maar sinds midden de jaren 90 zijn er wel middelen beschikbaar die het ziekteproces afremmen. Deze worden disease-modifying drugs (DMD) genoemd. Het doel van deze medicatie is dat de patiënt vrij wordt van ziekteactiviteit. Dit houdt in dat men klinisch een onderdrukking van het aantal relapses en vertraging van ziekteprogressie beoogt en radiologisch een toename van aantal en volume van MRI-letsels vermijdt. 39 Men spreekt van een suboptimale respons bij voortschrijdende MRI-activiteit of wanneer de relapse rate onveranderd blijft na 6 maand tot 1 jaar behandeling. Mogelijke secundaire oorzaken van non response zijn noncompliance of de ontwikkeling van neutraliserende AL bij IFN-β. 42 Alle beschikbare middelen hebben bewezen effect bij RRMS en CIS, maar een hoogstens marginaal tot geen effect bij SPMS en PPMS. Er dient te worden opgemerkt dat niet iedere CIS-patiënt uiteindelijk MS zal ontwikkelen, ook de kost en bijwerkingen van de behandeling zijn een punt voor discussie. Verschillende klinische trials hebben aangetoond dat vroegbehandeling bij patiënten in het CIS-stadium van MS de ziekteactiviteit doet verminderen, en daardoor de conversie naar definitieve MS vertraagt. 3,4,5,6,44 In acht nemend dat een MS-verloop niet voorspelbaar is, dient men de vooren nadelen van behandeling ten aanzien van afwachtende houding af te wegen. Momenteel zijn er vier immunomodulerende medicaties erkend als eerstelijnsbehandeling bij MS: interferon-beta-1a (IFN-β-1a, Avonex en Rebif ), interferon-beta-1b (IFNβ-1b, Betaferon ) en Glatirameeracetaat (GA, Copaxone ). Meerdere studies hebben het effect van IFN-β aangetoond met als resultaat een vermindering van het aantal opstoten met ongeveer 30% en een daling van het aantal actieve MRI-laesies. Deze studies hebben bewezen dat IFN-β de progressie van RRMS naar SPMS vertragen. 3,4 Initieel werd aangenomen dat GA ondergeschikt was aan IFN-β op vlak van verandering van relaps frequentie en lange termijn resultaten. Recente head-to-head trials hebben geen significante verschillen kunnen aantonen tussen GA en IFN-β op vlak van aantal opstoten en ziekteprogressie. 45,46. IFN-β kan subcutaan of intramusculair toegediend worden en heeft als belangrijkste bijwerkingen een grippaal syndroom, huidirritatie, abcesvorming en stijging van de levertransaminasen. Indien patiënten langere tijd behandeld worden met IFN-β kunnen 14

20 mogelijks neutraliserende antilichamen gevormd worden. 43 Het is onzeker in hoeverre deze de werking van IFN-β onderdrukken. GA wordt subcutaan toegediend, waarbij huidirritatie op de plaats van injectie de voornaamste bijwerking is, in zeldzame gevallen vertonen patiënten allergische reacties. 43 In de praktijk wordt GA hoofdzakelijk gebruikt bij patiënten die lijden onder de bijwerkingen van IFN-β of die neutraliserende AL gevormd hebben. Patiënten moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen om tweedelijnsmedicatie te mogen opstarten. Te allen tijde moet MS vastgesteld zijn volgens de 2010 McDonaldcriteria. Verder zijn er 2 bijkomende categoriën. Een eerste groep zijn de non-responders op IFN-β. Dit wil zeggen dat ze nieuwe opstoten vertonen in het verloop van minstens 1 jaar IFN-β therapie. Patiënten die onder behandeling met GA exacerbaties doormaken, komen niet in aanmerking voor tweedelijnsbehandeling. Deze bepaling is niet wetenschappelijk onderbouwd en wordt door MS-experten sterk bekritiseerd. Een tweede groep zijn de patiënten die, al dan niet onder behandeling, minstens 2 invaliderende opstoten doormaakten tijdens het voorbije jaar. Deze patiënten moeten daarenboven 9 T2W letsels en 1Gd letsel op MRI vertonen, ofwel een significante toename van de T2-laesies vergeleken met de MRI van het jaar ervoor. We kunnen dus samenvatten dat tweedelijnsbehandeling geïndiceerd is bij RRMS patiënten met onvoldoende respons op IFN-β of bij de hoog actieve MS-patiënt. 47 Welke de meest actieve behandeling is in tweede lijn, is onduidelijk gezien geen head-to-head studies werden uitgevoerd. Momenteel zijn er 2 tweedelijnsbehandelingen op de markt. Natalizumab (Tysabri ) is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam dat de migratie van leukocyten in het CZS verhindert via α4-integrine antagonisme. Het wordt intraveneus toegediend om de 4 weken. In de AFFIRM-studie, een dubbelblinde, placebogecontroleerde studie, bleven 37% van de patiënten behandeld met natalizumab compleet vrij van ziekteactiviteit. In deze studie daalde het aantal opstoten en aantal nieuwe laesies respectievelijk met 68 en 83% in vergelijking met de placebogroep. De relapse rate was na 2 jaar 0.23 in de natalizumabgroep, vergeleken met 0.73 in de placebogroep. 48 In een tweede studie bleef 82% van de patiënten vrij van opstoten in een periode v 44 weken. Een iets kleinere groep, namelijk 71%, bleef radiologisch ziektevrij. In deze studie bleef 62% compleet vrij van ziekteactiviteit. De gemiddelde relapse rate daalde van 1.87±0.73 bij aanvang naar 0.29±0.69 aan het eind van de studie. Zo n 29% haalde lagere EDSS-score na 44 weken, hoewel men hierbij moet vermelden dat deze patiënten gemiddeld een hogere relapse rate hadden in vergelijking met de patiënten die geen 15

21 betere score haalden en 92% van deze patiënten in het voorbije jaar een opstoot meemaakten die hun EDSS-score had verhoogd. 49 Het gebruik van natalizumab wordt voornamelijk geremd door het risico op progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML), een herseninfectie veroorzaakt door het JC-virus. Er bestaat een uiterst sensitieve 2 stappen ELISA techniek om het virus op te sporen. Patiënten die positief testen op AL hebben een grotere kans om PML te ontwikkelen in vergelijking met patiënten die negatief testen. Vóór men start met natalizumab, is het dus belangrijk om deze titers te bepalen. Fingolimod (Gilenya ) is de eerste per orale behandeling voor RRMS. 50 Het is een antagonist van de sfingosine-1-fosfaat receptor, waardoor lymfocyten de secundaire lymfoïde weefsels niet kunnen verlaten. Gezien het lipofiele karakter van de molecule kan het de Blood-Brain Barrier (BBB) passeren. Dit vermindert het aantal auto-agressieve lymfocyten die het CZS binnendringen. Gezien het werkingsmechanisme kan men een reversiebele lymfopenie verwachten tijdens behandeling. Mogelijks heeft fingolimod ook neuroprotectieve of reparatieve effecten. 51,52 Een twee jaar durende, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie onderzocht het effect van fingolimod op relapse rate, ziekteprogressie en MRI-activiteit bij patiënten met RRMS. In de fingolimod groep bleef ongeveer 70-75% opstoot vrij gedurende 2 jaar, in vergelijking met 46% in de placebo groep. Dit komt neer op een relapse rate van respectievelijk en Men stelde ook een significante daling in ziekteprogressie vast onder fingolimodbehandeling vergeleken met placebo. Deze klinische bevindingen worden bevestigd door de MRI-resultaten. 50 Een andere studie heeft de effectiviteit van fingolimod vergeleken met IFN-β-1a. Fingolimod bleek superieur te zijn aan IFN-β op vlak van relapse rate en MRIbevindingen, met relapse rates van en 0.33 respectievelijk. Er werden evenwel geen significante verschillen gezien tussen de groepen wat betreft ziekteprogressie. 53 Mogelijke bijwerkingen zijn macula-oedeem, leverfunctiestoornissen, varicella-zoster infecties, een lichte stijging van de bloeddruk, transiënte bradycardie en atrio-ventriculair blok. 43 Gezien deze bijwerkingen is het aangewezen patiënten cardiologisch te evalueren alvorens behandeling fingolimod op te starten. Er zijn heel wat behandelingen in ontwikkeling die zich momenteel in fase 2 of 3 trials bevinden. De belangrijkste zijn de monoclonale AL ocrelizumab 54, alemtuzumab 55,56, 16

22 rituximab, en de per orale middelen: siponimod, teriflunomide 57 en laquinimod. Ondertussen zijn Teriflunomide (Aubagio ) en BG12 dimethyl fumaraat (Tecfidera ) door het FDA als eerstelijnsbehandeling aanvaard, wat het behandelingslandschap in de nabije toekomst sterk zal wijzigen. 3. Besproken MRI-acquisities Voor de detectie van MS-letsels wordt in de praktijk vaak een combinatie van T1 en T2 acquisities gebruikt. De T1 is vaak gecombineerd met Gadolinium contrast voor detectie van de letsels met actieve inflammatie en doorbraak van de bloedhersenbarrière. De niet contrastcapterende letsels zijn op T1 eerder hypo-intens. Voor deze niet capterende letsels zijn T2 acquisities veel gevoeliger gezien een oedemateus weefsel een hogere signaalintensiteit geeft. Binnen de T1 en T2-categorieën zijn er tal van varianten mogelijk. In dit stuk beschrijven we de gebruikte acquisities. Er wordt kort ingegaan op de eigenschappen van de DIR-sequentie, daar dit oorspronkelijk de focus van de studie was. FLAIR is een T2-gewogen acquisitie en staat voor Fluid-Attenuated Inversion Recovery. Inversion recovery (IR) is een vorm van magnetisatie preparatie waarbij men een inversie (180 ) puls laat voorafgaan aan de standaard sequentie van de beeldvorming. Men stuurt eerst een 180 radiofrequente (RF) puls om de longitudinale magnetisatie te inverteren. Deze keert terug naar de oorspronkelijke positie, waarbij het nulpunt wordt gepasseerd. De snelheid waarmee dit gebeurt is afhankelijk van de T1 relaxatietijd van het weefsel. Een tweede 90 RF puls wordt gestuurd om een transverse magnetisatie te bekomen en het MRI signaal zichtbaar te maken. Een bepalende factor van de IR is de tijd die men wacht tussen de 90 en de 180 puls (Inversion Time:TI). Wanneer deze zorgvuldig gekozen wordt in relatie tot de T1 relaxatieconstante van een weefsel als CSF (water) of witte stof (vet), kan men het signaal van deze weefsels onderdrukken. De IR kan toegepast worden op T1 of T2 acquisities. In de FLAIR acquisitie wordt het signaal van CSF onderdrukt (dat een lange TI heeft), wat het contrast met nabijgelegen oedemateuze letsels hoger maakt. FLAIR is bijgevolg gevoeliger dan andere T2 opnames voor het detecteren van voornamelijk periventriculair gelegen letsels. 58 Bepaalde letsels met slechts een matig hoog signaal op T2 zouden echter een slechte detecteerbaarheid geven op FLAIR. Dit werd door Turetschek et al. 58 toegeschreven aan het feit dat bij deze letsels zowel de T1 tijd als de T2 tijd verlengd is en dat een T1 verlenging voor een antagonistisch effect kan zorgen wanneer de T2 verlenging op zich weinig 17

23 uitgesproken is. De hoge T1 (signaal daling op FLAIR) zorgt dus voor een maskering van een matig intens T2 letsel (signaal stijging op FLAIR). Door nu een tweede inversion recovery sequentie aan de FLAIR toe te voegen zou men een tweede soort weefsel onderdrukken met een kortere T1 dan het eerder onderdrukte water. Het signaal van een letsel met een verhoogde T1 en T2 is dus hoog, gezien een synergisme wordt gecreëerd tussen lange T1 en T2 constantes. Op deze Double Inversion Recovery (DIR) beelden is het signaal van zowel het CSF als witte stof onderdrukt. Het DIR beeld is bijgevolg anatomisch moeilijker te interpreteren met slechte begrenzing tussen subcorticale en corticale massa. Doch de detectiegevoeligheid van de DIR opname is hoog, met in verschillende studies een hoger globaal aantal letsels. De hoogste gevoeligheid is voor infratentoriële en periventriculaire letsels, op juxtacorticaal niveau wordt iets aan gevoeligheid ingeboet. 58,59 De laatste studies rond de DIR-acquisitie tonen een hoge efficiëntie voor het aantonen van corticale letsels. 60,61,62 Voor de multichannel approach van de segmentatiealgoritmen wordt gebruik gemaakt van een MPRAGE (magnetization preparation rapid acquisition gradient echo) acquisitie. Deze steunt ook op IR, maar hier wordt de TI zo gekozen dat er een groot contrast tussen witte en grijze stof ontstaat. Het is een 3D T1-opname met een hogere performantie voor het aantonen van letsels dan de klassieke T1 Spin-Echo opnames

24 Materialen en methodes 1. Patiëntenselectie Voor de selectie van de proefpersonen hebben we gekozen voor een subset van de patiëntenpopulatie van prof. dr. Debruyne van de MS-kliniek van het UZ Gent. Bij aanvang was het de bedoeling om verschillende MRI-acquisities, namelijk FLAIR en DIR, te vergelijken met als doel de meest gevoelige te vinden voor de vroegdiagnose van MS. Gezien de focus lag bij de diagnosestelling en niet opvolging, includeerden we patiënten die voldoen de volgende 3 voorwaarden: 1. De patiënt dient zich met CIS te hebben gepresenteerd in de dienst neurologie van het UZ in de 2 jaar voor patiëntselectie. De aanvullende onderzoeken voor differentiaaldiagnose en de beeldvorming moeten in het UZ Gent hebben plaatsgehad. 2. Om een zekere tijdslijn te kunnen creëren binnen de beeldvorming moeten minstens twee consecutieve MRI-onderzoeken gebeurd zijn bij de patiënt. 3. Op het moment van inclusie van patiënten in de studie werden alle alternatieve diagnosen uitgesloten en is er sprake van RRMS. PPMS werden niet geïncludeerd omwille van het verschil in diagnostische criteria. Bij alle geïncludeerde patiënten is aldus in de laatste twee jaar een definitieve diagnose van MS gesteld volgens de herziene McDonaldcriteria van In de voorgeschiedenis situeert zich bij alle patiënten een episode suggestief voor demyelinisatie zonder voldoende argumenten voor de onmiddellijke diagnose, het betreffen CIS-patiënten. Personen die verwezen werden voor een tweede opinie werden niet in de studie opgenomen, gezien er te weinig informatie gekend is, de beeldvorming vaak onbereikbaar en verschillend in acquisities, beeldkwaliteit, ed. in vergelijking met de UZ opnames. Dit betekent dat we doorverwezen patiënten, waarbij de differentiaaldiagnose in de periferie is gesteld, excluderen van de studie. Een aantal opmerkingen dringen zich op bij deze selectie. De afspraak rond deze criteria is gemaakt in de loop van september Toen lag de focus van de studie nog op een vergelijking tussen DIR en FLAIR-acquisitie. De voorgaande McDonald criteria van 2001 en 2005 stelden dat MS als diagnose niet op 1 tijdstip kon worden gesteld en dat meerdere klinisch neurologische onderzoeken en/of beeldvormende onderzoeken nodig waren. Bij overgang naar de 2010 criteria blijft de klinische criteria ongewijzigd, maar de beeldvormende criteria laten nu toe de diagnose te stellen op één tijdstip. Het oorspronkelijk 19

Nederlandse Samenvatting. Chapter 5

Nederlandse Samenvatting. Chapter 5 Nederlandse Samenvatting Chapter 5 Chapter 5 Waarde van MRI scans voor voorspelling van invaliditeit in patiënten met Multipele Sclerose Multipele Sclerose (MS) is een relatief vaak voorkomende ziekte

Nadere informatie

Summary in dutch / Nederlandse samenvatting

Summary in dutch / Nederlandse samenvatting Summary in dutch / Nederlandse samenvatting 115 Van diagnose tot prognose Multiple sclerose (MS) is een chronische progressieve auto-immuum ziekte met onbekende origine die word gekarakteriseerd door laesies

Nadere informatie

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting. Chapter 7

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting. Chapter 7 Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting Chapter 7 Chapter 7 3D en Subtractie MRI bij MS: Verbeterde detectie van spatiotemporele ziekteactiviteit Multiple sclerosis (MS) is een inflammatoire, demyeliniserende

Nadere informatie

Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten. 13 september 2011

Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten. 13 september 2011 Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten Nederlandse Vereniging voor Farmaceutische Geneeskunde 13 september 2011 Dr. Brigit A. de Jong, neuroloog Medisch Hoofd Radboud MS Centrum Afdeling Neurologie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting GENETISCHE EN RADIOLOGISCHE MARKERS VOOR DE PROGNOSE EN DIAGNOSE VAN MULTIPLE SCLEROSE Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)

Nadere informatie

Het Multipele Sclerose Formularium een praktische leidraad

Het Multipele Sclerose Formularium een praktische leidraad Het Multipele Sclerose Formularium een praktische leidraad NB: Het voorschrijven van geneesmiddelen geschiedt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de behandelend arts. Voor uitgebreidere informatie

Nadere informatie

Multiple sclerose en Kwaliteit van Leven

Multiple sclerose en Kwaliteit van Leven Multiple sclerose en Kwaliteit van Leven Dokter op Dinsdaglezing 24 september 2013 Dr. Brigit de Jong, neuroloog Jeroen Bosch Ziekenhuis en UMC St Radboud Programma + MS + Verschijnselen van MS + Medicamenteuze

Nadere informatie

Je gaat het pas zien als je het doorhebt. (Johan Cruijff)

Je gaat het pas zien als je het doorhebt. (Johan Cruijff) Je gaat het pas zien als je het doorhebt. (Johan Cruijff) Chapter 6 NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 6 Nederlandse samenvatting Multiple sclerose (MS) is een neuro-inflammatoire en neurodegeneratieve

Nadere informatie

(naam) (voornaam) (aansluitingsnummer)

(naam) (voornaam) (aansluitingsnummer) BIJLAGE A : Model van het formulier bestemd voor de ziekenhuisapotheker Formulier bestemd voor de ziekenhuisapotheker voorafgaandelijk aan de facturatie van de specialiteit TYSABRI ( 4410000 van hoofdstuk

Nadere informatie

Waarde van MRI bij diagnose en behandeling

Waarde van MRI bij diagnose en behandeling Waarde van MRI bij diagnose en behandeling Dr. P.J. Jongen, neuroloog Afd. Sociale Geneeskunde UMCG, Groningen MS4 Research Institute, Nijmegen www.ms4ri.nl Belangenverstrengeling Niet betrokken bij MRI

Nadere informatie

Onderhoudsmedicatie bij Multiple Sclerose

Onderhoudsmedicatie bij Multiple Sclerose Multiple Sclerose Centrum Noord Nederland Patiënteninformatie 1707 Multiple Sclerose Centrum Noord Nederland Alle medicijnen hebben voor- en nadelen. Het belangrijke voordeel van onderhoudsmedicatie bij

Nadere informatie

Sam envatting en conclusies T E N

Sam envatting en conclusies T E N Sam envatting en conclusies T E N Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Sinds de zeventigerjaren van de vorige eeuw zijn families beschreven met dominant overervende herseninfarcten,dementie

Nadere informatie

Behandeling. Schub behandelen

Behandeling. Schub behandelen Behandeling Schub behandelen Wat is een schub Men spreekt van een schub bij het optreden van duidelijke nieuwe verschijnselen van uitval die in de loop van uren tot dagen ontstaan, minstens 24 uur duren

Nadere informatie

Om het risico op PML te verminderen wordt aanbevolen om de volgende acties te ondernemen:

Om het risico op PML te verminderen wordt aanbevolen om de volgende acties te ondernemen: Datum: 20 november 2015 Betreft: belangrijke risico-informatie: nieuwe maatregelen voor het minimaliseren van het risico op PML bij gebruik van Tecfidera (dimethylfumaraat) verbeterde regels voor monitoren

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 203 Nederlandse samenvatting Wittere grijstinten Klinische relevantie van afwijkingen in de grijze stof in multipele sclerose, zoals afgebeeld met MRI Multipele sclerose (MS) is

Nadere informatie

MS en medicatie Brigit de Jong neuroloog

MS en medicatie Brigit de Jong neuroloog MS en medicatie Brigit de Jong neuroloog Inhoud Uw vragen! Multiple Sclerose Verschijnselen van MS Medicamenteuze behandeling van MS Multiple Sclerose Definitie: harde plekken die op meerdere plaatsen

Nadere informatie

Samenvatting Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose

Samenvatting Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose SV Achtergrond Multiple Sclerose (MS) is een chronische neurologische ziekte, waarbij er sprake is van demyelinisatie (verlies van het myeline

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

natalizumab (tysabri)

natalizumab (tysabri) patiënteninformatie natalizumab (tysabri) behandeling en werking medicijn Uw neuroloog heeft u het medicijn natalizumab (Tysabri) geadviseerd. Hoe werkt dit medicijn? Hoe wordt natalizumab toegediend?

Nadere informatie

HERSENATROFIE GEMETEN MET BEHULP VAN MRI BIJ MULTIPELE SCLEROSE

HERSENATROFIE GEMETEN MET BEHULP VAN MRI BIJ MULTIPELE SCLEROSE HERSENATROFIE GEMETEN MET BEHULP VAN MRI BIJ MULTIPELE SCLEROSE Samenvatting 193 Het doel van dit proefschrift was het onderzoeken van de waarde van hersenatrofie gemeten met behulp van MRI voor het vervolgen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

De puzzel MS oplossen

De puzzel MS oplossen De puzzel MS oplossen Een korte inleiding in MS Wat is het VUmc MS Centrum Amsterdam Wat voor MS-onderzoek wordt er gedaan Wat is MS? Chronische ziekte van het centraal zenuwstelsel Auto-immuunziekte,

Nadere informatie

Nieuwe therapieën bij MS. Freek Verheul 5 november 2014

Nieuwe therapieën bij MS. Freek Verheul 5 november 2014 Nieuwe therapieën bij MS Freek Verheul 5 november 2014 (klassieke) eerste lijn medicatie Interferonen (avonex, betaferon, rebif ) Glitiramer acetaat (copaxone ) (klassieke) eerste lijn medicatie effectiviteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting NEDERL ANDSE SAMENVAT TING HET OOG ALS WEERSPIEGELING VAN HET BREIN Optische coherentie tomografie in MS Meer dan een eeuw geleden schreef een van de eerste neurologen die gebruik maakte van de oogspiegel,

Nadere informatie

Behandeling van MS ziekteverloop beïnvloeden

Behandeling van MS ziekteverloop beïnvloeden MS Centrum Amsterdam Behandeling van MS ziekteverloop beïnvloeden Er is een aantal middelen beschikbaar die de kans op nieuwe schubs verkleint en mogelijk ook de kans op verdere blijvende verslechtering.

Nadere informatie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en

Nadere informatie

Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van

Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van Samenvatting proefschrift Jolijn Kragt Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van patiënten en dokters met elkaar overeen? Multipele sclerose (MS) is een chronische progressieve neurologische

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Leven met MS. De behandelmogelijkheden

Leven met MS. De behandelmogelijkheden 3 Leven met MS De behandelmogelijkheden bij RRMS Inhoud 1. Inleiding 4 2. Doel van de behandeling 7 3. Vroeg en effectief behandelen 9 4. Geneesmiddelen gericht op het afremmen van het ziekteproces (immunomodulatie)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 177 Nederlandse samenvatting De ironie van ijzer Multipele sclerose (MS) is met een prevalentie van ongeveer 1 op 1000 een relatief veel voorkomende chronische aandoening van het

Nadere informatie

Therapie bij MS: update 2014. Dr. Philippe Tack Dienst Neurologie St-Andriesziekenhuis 8700 Tielt

Therapie bij MS: update 2014. Dr. Philippe Tack Dienst Neurologie St-Andriesziekenhuis 8700 Tielt Therapie bij MS: update 2014 Dr. Philippe Tack Dienst Neurologie St-Andriesziekenhuis 8700 Tielt Aandoening van het CZS : hersenen en ruggenmerg Aantasting vd myelineschede, in 2de instantie ook axonen,

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse Samenvatting

Chapter 11. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 129 Multiple Sclerose (MS) is een chronisch aandoening van het centraal zenuwstelsel, welke gekenmerkt wordt door inflammatoire demyelinisatie en axonale degeneratie. Alle huidige

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Barzouhi, Abdelilah el Title: Paradigm shift in MRI for sciatica Issue Date: 2013-12-03

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer. Diagnose

De ziekte van Alzheimer. Diagnose De ziekte van Alzheimer Bij dementie is er sprake van een globale achteruitgang van de cognitieve functies, zoals het geheugen of de taalfuncties. Deze achteruitgang leidt tot functionele beperkingen in

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,

Nadere informatie

Marianne van Walderveen. Hypo-intense laesies ( Black holes ) op T 1 -gewogen SE MR-beelden in multipele sclerosis

Marianne van Walderveen. Hypo-intense laesies ( Black holes ) op T 1 -gewogen SE MR-beelden in multipele sclerosis Marianne van Walderveen Hypo-intense laesies ( Black holes ) op T 1 -gewogen SE MR-beelden in multipele sclerosis Magnetic resonance imaging (MRI) is sensitief voor het visualiseren van de afwijkingen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal studies naar de klinische toepassing van hoog veld MRI in Multiple Sclerose. Daarbij is vooral gekeken naar sequenties die waardevol bleken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds de eerste pathologische beschrijving van multiple sclerose (MS) door Jean-Martin Charcot (1868) zijn er bijna twee eeuwen gepasseerd. Vandaag de dag worden patiënten en artsen

Nadere informatie

Onderhoudsmedicatie voor zeer actieve Multiple Sclerose

Onderhoudsmedicatie voor zeer actieve Multiple Sclerose Multiple Sclerose Centrum Noord Nederland Onderhoudsmedicatie voor zeer actieve Multiple Sclerose Patiënteninformatie 1707 Multiple Sclerose Centrum Noord Nederland Alle medicijnen hebben voor- en nadelen.

Nadere informatie

ONTSTEKING VAN HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL

ONTSTEKING VAN HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL ONTSTEKING VAN HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL Therapie in Neurologie: Multiple Sclerose Immuun component Relapsing Progressive Neurodegeneratieve component Prof. dr. Bénédicte Dubois Expanded Disability Status

Nadere informatie

Medicamenteuze behandeling van MS

Medicamenteuze behandeling van MS Medicamenteuze behandeling van MS MS anno 2013 Symposium voor zorgprofessionals Dorine Siepman, neuroloog Multipele sclerose - behandeling algemeen aanvalsbehandeling ziektemodulerend (immunomodulatie)

Nadere informatie

Tysabri. Tysabri (Natalizumab) Dit is een uitgave van het Nationaal MS Fonds

Tysabri. Tysabri (Natalizumab) Dit is een uitgave van het Nationaal MS Fonds Tysabri Tysabri (Natalizumab) Dit is een uitgave van het Nationaal MS Fonds ms Wagenstraat 25 3142 CR Maassluis Telefoon: 010-591 98 39 Fax: 010-592 86 86 E-mail: info@nationaalmsfonds.nl www.nationaalmsfonds.nl

Nadere informatie

Informatie over onderhoudsmedicatie voor (zeer) actieve Multiple Sclerose

Informatie over onderhoudsmedicatie voor (zeer) actieve Multiple Sclerose Multiple Sclerose Centrum Noord Nederland Informatie over onderhoudsmedicatie voor (zeer) actieve Multiple Sclerose Patiënteninformatie 1905 Informatie over onderhoudsmedicatie voor (zeer) actieve Multiple

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Multiple sclerose (MS) Poli Neurologie

Multiple sclerose (MS) Poli Neurologie 00 Multiple sclerose (MS) Poli Neurologie 1 Inleiding U heeft MS. Deze woorden veranderen in één keer je leven. Gevoelens van ongeloof, verdriet en angst. Maar misschien ook opluchting, omdat de vage klachten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Aanbevelingen Neem de volledige medische voorgeschiedenis van de patiënt in overweging, inclusief enig eerder of gelijktijdig gebruikte biological BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Er is geen ervaring

Nadere informatie

Multipele Sclerose (MS)

Multipele Sclerose (MS) Multipele Sclerose (MS) MS is een ziekte van de hersenen en het ruggenmerg, die vooral bij jonge volwassenen voorkomt. In de eerste jaren komen de verschijnselen vaak in aanvallen, ook wel Schub of relapse

Nadere informatie

FORMULIER VOOR START VAN DE BEHANDELING MET TYSABRI

FORMULIER VOOR START VAN DE BEHANDELING MET TYSABRI De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van TYSABRI. Het verplichte plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie deel uitmaakt,

Nadere informatie

Chronische Cerebrospinle Veneuze Insufficiëntie (CCSVI) E.A.C.M. Sanders, neuroloog 19 maart 2011

Chronische Cerebrospinle Veneuze Insufficiëntie (CCSVI) E.A.C.M. Sanders, neuroloog 19 maart 2011 Chronische Cerebrospinle Veneuze Insufficiëntie (CCSVI) E.A.C.M. Sanders, neuroloog 19 maart 2011 Paolo Zamboni (2006) Chronic CerebroSpinal Venous Insufficiency CCSVI CCSVI Vasculaire stoornis als oorzaak

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

Dutch summary. Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis

Dutch summary. Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis Mitochondriaal dysfunctioneren in multiple sclerosis Multiple sclerose (MS) is een ingrijpende aandoening van het centraal zenuwstelsel en de meest voorkomende oorzaak van niet-trauma gerelateerde invaliditeit

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

Dokter, is het M(i)S?

Dokter, is het M(i)S? Dokter, is het M(i)S? Jan Meilof, neuroloog Martini Ziekenhuis UMC Groningen MS: Multiple Sclerose casus Man, 38 jaar Blanco voorgeschiedenis Last van aanvallen: Plots moeite met praten/zingen en gebruik

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 161 28-12-2009 09:42:54 nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 162 28-12-2009 09:42:54 Beeldvorming van Alzheimerpathologie in vivo:

Nadere informatie

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?

Nadere informatie

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit RoACTEMRA (tocilizumab) voor de behandeling van actieve systemische juveniele idiopathische

Nadere informatie

Proefschrift Jeroen Geurts MR imaging and histopathology studies of the grey matter in multiple sclerosis

Proefschrift Jeroen Geurts MR imaging and histopathology studies of the grey matter in multiple sclerosis Proefschrift Jeroen Geurts MR imaging and histopathology studies of the grey matter in multiple sclerosis Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (CZS), die over het algemeen

Nadere informatie

MS IN DE POSTPARTALE PERIODE EN BIJ OUDERE PATIËNTEN

MS IN DE POSTPARTALE PERIODE EN BIJ OUDERE PATIËNTEN CONGRES Tijdens de 18 èmes Rencontres de Neurologie werd de behandeling van MS bij twee specifieke patiëntenpopulaties besproken: vrouwen met MS die net bevallen zijn en oudere patiënten. Prof. Nathalie

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

Primair-progressieve. Primair-progressieve multiple sclerose. Dit is een uitgave van het Nationaal MS Fonds

Primair-progressieve. Primair-progressieve multiple sclerose. Dit is een uitgave van het Nationaal MS Fonds Primair-progressieve Primair-progressieve multiple scerose multiple sclerose Dit is een uitgave van het Nationaal MS Fonds Wagenstraat 25 3142 CR Maassluis telefoon: 010-591 98 39 fax: 010-592 86 86 e-mail:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20953 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bruine, Francisca Teresa de Title: Advanced MR brain imaging in preterm infants

Nadere informatie

Samenvattingen en Conclusies

Samenvattingen en Conclusies De algemene inleiding van het proefschrift (Hoofdstuk 1) beschrijft de epidemiologie van CAD wereldwijd, en specifiek in Nederland. De onderliggend principes van atherosclerose vorming en progressie worden

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

Informatie verstrekt onder het gezag van het fagg. Rechtstreekse mededeling aan de gezondheidszorgbeoefenaars

Informatie verstrekt onder het gezag van het fagg. Rechtstreekse mededeling aan de gezondheidszorgbeoefenaars Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting 2 In dit proefschrift wordt met behulp van radiologische technieken de veroudering van de hersenen bestudeerd. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht besteed

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie 166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

Met MRI kijken naar neuropsychiatrische SLE

Met MRI kijken naar neuropsychiatrische SLE Prof. dr. Tom Huizinga (l) en prof dr. Mark van Buchem leiden al jaren het onderzoek naar NPSLE Martijn Steenwijk, Bsc; prof. dr. Mark van Buchem, neuroradioloog; drs. Margreet Steup-Beekman, internist-reumatoloog;

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Er is in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van doelgerichte behandelingen tegen kanker. Helaas wordt ook

Nadere informatie

2-7-2014. Neuro & Revalidatie Congres 2014. Inhoud. MRI Veiligheid MRI. Magnetic Resonance Imaging

2-7-2014. Neuro & Revalidatie Congres 2014. Inhoud. MRI Veiligheid MRI. Magnetic Resonance Imaging Neuro & Revalidatie Congres 2014 MRI Magnetic Resonance Imaging Guus Wisse Inhoud MRI Veiligheid MRI Techniek MRI Algemeen De MRI aanvraag Het radiologisch verslag Casuïstiek MRI Veiligheid 1 MRI Veiligheid

Nadere informatie

Het EMA bevestigt aanbevelingen om het risico op de herseninfectie PML bij gebruik van Tysabri tot een minimum te beperken

Het EMA bevestigt aanbevelingen om het risico op de herseninfectie PML bij gebruik van Tysabri tot een minimum te beperken 25/04/2016 EMA/266665/2016 Het EMA bevestigt aanbevelingen om het risico op de herseninfectie PML bij gebruik van Tysabri tot een minimum te beperken Frequentere MRI-scans dienen te worden overwogen voor

Nadere informatie

ipsc-derived insights into Motor Neuron Disease and Inflammatory Neuropaties Oliver Härschnitz

ipsc-derived insights into Motor Neuron Disease and Inflammatory Neuropaties Oliver Härschnitz Nederlandse samenvatting proefschrift ipsc-derived insights into Motor Neuron Disease and Inflammatory Neuropaties, 15 september 2017, UMC Utrecht Stamcellen zijn in staat tot het veranderen, oftewel differentiëren,

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Beter multiple sclerose kunnen diagnostiseren, beter de verschillende evolutieve vormen

Beter multiple sclerose kunnen diagnostiseren, beter de verschillende evolutieve vormen CHARCOT STICHTING MULTIPLE SCLEROSE OVERWINNEN DOOR ONDERZOEK Nummer 44 November 2018 Op weg naar een personalisatie van de behandeling NIEUWSBRIEF Charcot Stichting Stichting van openbaar nut Onder de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift was om de klinische nut te evalueren van een aantal biologische markers, gemeten met behulp van MRI en in lichaamsvloeistoffen, voor ziekteprogressie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39720 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hafkemeijer, Anne Title: Brain networks in aging and dementia Issue Date: 2016-05-26

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie. F. Vanhee Neurologie AZG

AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie. F. Vanhee Neurologie AZG AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie F. Vanhee Neurologie AZG Epidemiologie Geschat aantal dementerenden 1990:90.000 2010: 170.000 2030: 230.000 Epidemiologie 3 4 5 Economics 6 Neuropathologie

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

A two year, double-blind, randomized, multicenter, active-controlled study to evaluate the safety en efficacy of fingolimod administered orally once

A two year, double-blind, randomized, multicenter, active-controlled study to evaluate the safety en efficacy of fingolimod administered orally once A two year, double-blind, randomized, multicenter, active-controlled study to evaluate the safety en efficacy of fingolimod administered orally once daily versus interferon beta-1a i.m. once weekly in

Nadere informatie

Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming

Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming Symposium Multidisciplinair Borstcentrum Zaterdag 15/10/2016 Leuven DR. JULIE SOENS PROF. DR. VAN ONGEVAL DR. S. POSTEMA DR. M. KEUPERS Welke onderzoeken bij

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Categorie Aanvallen Klinisch Paraklinisch Liquor bewijs bewijs. 2 2 2 1 en 1. 2 1 of 1 + 1 2 + 1 1 en 1 + 2 +

Categorie Aanvallen Klinisch Paraklinisch Liquor bewijs bewijs. 2 2 2 1 en 1. 2 1 of 1 + 1 2 + 1 1 en 1 + 2 + De diagnose MS Bob van Oosten, Neuroloog Omdat er geen specifieke laboratoriumtest voor MS bestaat, wordt de diagnose relapsing remitting MS in feite nog steeds gesteld door het aantonen van dissociatie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28766 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Steggerda, Sylke Jeanne Title: The neonatal cerebellum Issue Date: 2014-09-24 Chapter

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich

Nadere informatie

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met BIJLAGE A: Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit SIMPONI bij spondylitis ankylosans (volgens de Modified New York Criteria) (

Nadere informatie

Chapter 5. Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting)

Chapter 5. Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting) Chapter 5 Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting) Chapter 5 Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting) 146 Multiple Sclerose (MS) is een chronische ontstekingsziekte van de hersenen en het ruggenmerg

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

Over multiple sclerose. Appendix. Over multiple sclerose. Nederlandse samenvatting Dankwoord List of publications Curriculum vitae

Over multiple sclerose. Appendix. Over multiple sclerose. Nederlandse samenvatting Dankwoord List of publications Curriculum vitae Over multiple sclerose Appendix Over multiple sclerose Nederlandse samenvatting Dankwoord List of publications Curriculum vitae Appendix 258 Over multiple sclerose Over multiple sclerose Multiple sclerose

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) NEDERLANDE AMENVATTING (DUTCH UMMARY) 189 Nederlandse amenvatting (Dutch ummary) trekking van proefschrift Patiënten met een chronische gewrichtsontsteking, waaronder reumatoïde artritis (RA), de ziekte

Nadere informatie

Ik bevestig dat chronische lumbalgie aanwezig is sedert meer dan 3 maanden, startende voor de leeftijd van 45 jaar bij de rechthebbende.

Ik bevestig dat chronische lumbalgie aanwezig is sedert meer dan 3 maanden, startende voor de leeftijd van 45 jaar bij de rechthebbende. BIJLAGE B : Formulier met klinische beschrijving voor de aanvang van de behandeling met de specialiteit HUMIRA voor ernstige axiale spondylartritis zonder röntgenologisch bewijs van spondylitis ankylosans

Nadere informatie