8, Het marktaandeel. 1.2 De vraag naar consumenten. Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april keer beoordeeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "8, Het marktaandeel. 1.2 De vraag naar consumenten. Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april keer beoordeeld"

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april ,6 207 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De klant 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk en de totale afzet van een productvorm. Dit kun je voor Coca Cola als volgt bereken: Marktaandeel Coca Cola = Afzet Coca Cola x 100% Totale cola-afzet Marktaandeel Coca Cola = Omzet Coca Cola x 100 % Totale cola-omzet 1.2 De vraag naar consumenten Een ander woord voor voorkeur is preferentie. Er is sprake van individuele reclame als een bedrijf reclame maakt voor zijn eigen merk. Collectieve reclame wil zeggen dat bedrijven samen reclame maken voor een bepaald product. Bedrijven doen marktonderzoek om erachter te komen welke factoren de vraag naar hun producten beïnvloeden Vraagbepalende factoren: 1 De behoeften en de voorkeuren van de consumenten 2 Het inkomen van de consumenten 3 De prijs van het goed 4 De prijzen van andere goederen 5 Het aantal vragers De vraag is het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid. De vraag kun je weergeven d.m.v. een tabel en door middel van een grafiek. Op de horizontale X-as zetten we de gevraagde hoeveelheid, op de verticale y-as de prijs. Een prijsvraaglijn, de lijn in de grafiek, is in het algemeen dalend: hoe lager de prijs, hoe groter de gevraagde hoeveelheid. En: hoe hoger de prijs hoe lager de gevraagde hoeveelheid. Redenen voor het verschuiven van de vraaglijn: 1 het aantal vragers verandert 2 de prijzen van de andere goederen veranderen 3 het inkomen van de consumenten verandert 4 de behoeften en voorkeuren van de consumenten veranderen. Pagina 1 van 11

2 1.3 Elasticiteiten Als de overheid door een prijsverhoging het tabaksgebruik wil verminderen, is er sprake van een oorzaakgevolgrelatie. Oorzaak stijging tabaksprijs, gevolg is dat er minder sigaretten gekocht worden. Het verband tussen oorzaak en gevolg noem je elasticiteit. Een elasticiteit geeft weer hoe sterk een gevolg reageert op een oorzaak. Verschillende elasticiteiten: 1 de prijselasticiteit van de vraag: geeft aan in welke mate de gevraagde hoeveelheid van een goed reageert op een verandering van de prijs van dat goed. 2 De inkomenselasticiteit van de vraag: geeft aan in welke mate de gevraagde hoeveelheid van een goed reageert op een verandering van het inkomen. 3 De prijselasticiteit van het aanbod: geeft aan hoe sterk de aangeboden hoeveelheid van een goed reageert op een verandering van de prijs van dat goed. Let bij elasticiteit goed op wat de oorzaak is van de verandering en wat het gevolg: de verandering van de prijs van het goed (P) is de oorzaak en de verandering van de gevraagde hoeveelheid (Qv) is het gevolg. Dit kun je als volgt berekenen: Prijselasticiteit van de vraag (Ev)=procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid(qv) Procentuele verandering van de prijs (P) Als je de prijselasticiteit van de vraag uitrekent met getallen zul je er een negatief getal uitkrijgen. Het minteken zegt alleen iets over de richting (zelfde of tegengesteld) waarin het gevolg reageert op de oorzaak, en niets over de grootte van het getal dat de elasticiteit weergeeft. Ligt het getal van de elasticiteit tussen de 0 en 1, dus afgezien van het teken tussen 0 en 1, dan is er spraken van een zwakke reactie: we noemen de vraag dan inelastisch. In dit geval is de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (gevolg) kleiner dan de procentuele verandering van de prijs (oorzaak), en de teller kleiner dan de noemer. Als Ev=-0,2 dan wil een daling van de prijs met 1% zeggen dat de gevraagde hoeveelheid slechts met 0,2% stijgt. 1.4 Elastisch omzet We noemen de verkopen, gemeten hoeveelheden, de afzet. Een andere term voor afzet is het verkoopvolume. De waarde is de hoeveelheid vermenigvuldigd met de prijs per eenheid. We noemen de waarde verkopen de omzet. De omzet van een product hangt af van de prijs én van de verkochte hoeveelheid. Een hogere prijs leidt tot een hogere omzet Een hogere prijs leidt tot een lagere gevraagde hoeveelheid Pagina 2 van 11

3 Een lagere gevraagde hoeveelheid leidt tot een lagere omzet Als de vraag inelastisch is, dan stijgt de omzet als de prijs stijgt, omdat de prijsstijging in verhouding (=relatief) groter is dan de daling van de gevraagde hoeveelheid. De vraag naar goederen is inelastischer naarmate consumenten een grotere behoefte of voorkeur voor het goed hebben. Des te noodzakelijker een goed voor de consumenten is des te inelastischer de vraag naar dit goed. Bedrijven proberen vaak met behulp van reclame de voorkeur voor en de onmisbaarheid van hun producten te vergroten en zo de vraag naar hun producenten inelastischer te maken. 1.5 De vraagfunctie Door marktonderzoek kunnen bedrijven gegevens verzamelen over het verband tussen de hoogte van de prijs en de gevraagde hoeveelheid van een bepaald product. De gegevens kun je weergeven in een tabel een grafiek en ook in een wiskundige vergelijking. Een vraagvergelijking of vraaglijn geeft het verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid. Qv = -0,34P + 21,12 waarbij: Qv = de gevraagde hoeveelheid is in miljoenen cd s P = de gemiddelde prijs van een cd is (in euro s) 1.6 De gevolgen voor andere Een ecokeurmerk geeft aan dat producten op een milieuvriendelijke wijze geproduceerd zijn. Externe effecten zijn bijkomende effecten van productie en consumptie die niet in de (kost)prijs tot uitdrukking komen. De veroorzaker van het negatieve externe effect hoeft degene die er last van heeft niet te betalen. Ook de consument betaalt er niet voor: de kosten zijn niet in de prijs verrekend. Externe effecten kunnen ook positief zijn; horeca profiteert van het in bloei staan van de Betuwe en de bollenstreek. Duurzame ontwikkeling is (economische) ontwikkeling die niet ten koste gaat van toekomstige generaties en het milieu. Door duurzame ontwikkeling houdt je rekening met anderen. Afzet = verkoopvolume, de verkopen gemeten in hoeveelheden. Behoeften = eten, drinken, kleding, onderdak, ontspanning Duurzame ontwikkeling = (economische) ontwikkeling die niet ten koste gaat van toekomstige generaties en het milieu Elasticiteit = verband tussen oorzaak en gevolg, geeft weer hoe sterk een gevolg reageert op een oorzaak Elastisch = reactie Externe effecten = bijkomende effecten van productie en consumptie die niet in de (kost)prijs tot uitdrukking komen Gevraagde hoeveelheid = Inelastisch = nauwelijks een reactie Marktaandeel = geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (bv Coca Cola) en de totale afzet van een product Marktonderzoek = onderzoek naar: behoeften, inkomen, prijs, aantal vragers Omzet = waarde van de verkopen Pagina 3 van 11

4 Preferenties = voorkeuren Prijselasticiteit van de vraag = geeft aan in welke mate de gevraagde hoeveelheid van een goed reageert op een verandering van de prijs van dat goed Prijsvraagfunctie = vergelijking die het verband beschrijft tussen prijs en gevraagde hoeveelheid Prijsvraaglijn = lijn in een prijsvraagfunctie grafiek, in het algemeen dalend Prijsvraagvergelijking = prijsvraagfunctie Verkoopvolume = afzet, de verkopen gemeten in hoeveelheden Voorkeuren = preferenties Vraag = het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid Vraagfunctie = prijsvraagfunctie Vraagvergelijking = prijsvraagvergelijking Hoofdstuk 2 De Kosten 2.1 Het aanbod Om te weten of een bedrijf winstgevend is, zijn ook de kosten van belang. Als een bedrijf weet wat zijn afzet is en zijn kosten zijn, dan kan het zijn winst berekenen bij een bepaalde verkoopprijs. Ook kan het uitreken hoeveel productie het minimaal moet verkopen om geen verlies te lijden. Niet alleen de vraag kunnen we weergeven met behulp van een tabel, een grafie en een wiskundige vergelijking, dit kunnen we ook doen met het aanbod. Je ziet in een grafiek dat de aangeboden hoeveelheid hoog is bij een hoge prijs en laag bij een lage prijs. Prijs en aanbod reageren in dezelfde richting. Er is dus een zogenaamd positief verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid. Het aanbod kan veranderen doordat de aanbodlijn zelf verschuift: bij elke prijs wordt dan meer of minder aangeboden door de producenten. Het verschil tussen een verschuiving van de vraaglijn of de aanbodlijn moet je dus goed onderscheiden van een verschuiving op dezelfde vraag- of aanbodlijn. Redenen voor verschuiving van de aanbodlijn: De productiekosten voor het product veranderen. Bij een prijs zal het aanbod groter zijn: de aanbodlijn verschuift naar rechts. Verandering van grondstofkosten en loonkosten kunnen de productiekosten veranderen. Minder aantrekkelijk om te produceren: de aanbodlijn verschuift dan naar links. Natuurlijke omstandigheden. Bij een prijs zal er minder aangeboden worden: de aanbodlijn verschuift naar links. Als het aantal aanbieders op de markt toeneemt zal bij elke prijs meer worden aangeboden. De aanbodlijn verschuift naar rechts. 2.2 Kosten dekken (break-evenanalyse) Particuliere ondernemingen zijn gericht op het maken van winst, daarbij moet een minimale afzet zijn om geen verlies te maken. De afzet waarbij de kosten precies gedekt zijn(geen winst geen verlies) noemen we ook wel break-evenafzet of break-evenpoint (BEP). Een break-evenanalyse wordt gemaakt door een Pagina 4 van 11

5 bedrijf voordat zij een product op de markt brengt; de verwachte opbrengsten en kosten van een product worden tegenover elkaar gezet. Wanneer de kosten gelijk zijn aan de opbrengsten heb je een break-even punt. Bij een break-evenanalyse gaat een onderneming van een aantal vooronderstellingen uit: Alle geproduceerde eenheden worden verkocht. Alle eenheden worden voor dezelfde prijs verkocht. Bij een break-evenanalyse maak je onderscheid tussen constante (of vasten) kosten en variabele kosten. Constante kosten zijn kosten die een bedrijf altijd heeft enw at niets afhangt van de productieomvang: Machinekosten, ontwikkelingskosten, verzekeringskosten, reclamekosten, energiekosten. Variabele kosten zijn kosten die in totaal wel afhangen van de productieomvang. Als er meer geproduceerd wordt, stijgen de variabele kosten: Grondstofkosten => meer producten = meer grondstoffen = grotere grondstofkosten. Loonkosten => toenemen productie = meer werknemers = meer loonkosten. Benzinekosten, onderhoudskosten, transportkosten. De totale kosten zijn de constante kosten en de variabele kosten opgeteld. TCK = de totale constante kosten GCK = de gemiddelde constante kosten óf de constante kosten per eenheid product. GCK = TCK q TVK = de totale variabele kosten GVK = de gemiddelde variabele kosten óf de variabele kosten per eenheid product. GVK = TVK q 2.3 Winst Een bedrijf dat streeft naar winst noemen we een onderneming. Motieven voor winststreven: - het uitkeren van winst als inkomen aan de aandeelhouders/bedrijfseigenaren - het verkrijgen van geldmiddelen om investeringen te financieren Berekenen van de winst: (1) TO = p.q (2) TK = GVK. q + TCK (3) TW = TO TK TO = totale opbrengst P = verkoopprijs Q = geproduceerde en verkochte hoeveelheid TK = totale kosten GVK = gemiddelde variabele kosten (variabele kosten per product TCK = totale constante kosten TW = totale winst De productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid die een bedrijf in een bepaalde periode kan procuceren. Pagina 5 van 11

6 Aanbod = Aanbodlijn = lijn die het aanbod weergeeft in een grafiek Aangebodenhoeveelheid = het totale wat er aangeboden wordt Break-evenpunt = opbrengsten zijn gelijk aan de kosten (geen winst/verlies) Constante kosten = kosten die in totaal niet afhagne van de productieomvang Gemiddelde constante kosten = constante kosten per eenheid product Gemiddelde variabele kosten = variabele kosten per eenheid product Kostendekking = Maximale winst = Productiecapaciteit = maximale hoeveelheid die een bedrijf in een bepaalde periode kan produceren Totale constante kosten = het totaal van de kosten die in totaal niet afhangen van de productieomvang Totale kosten = de constante kosten en de variabele kosten opgeteld Totale variabele kosten = het totaal van de kosten die in totaal wel afhangen van de productieomvang Variabele kosten = kosten die in totaal wel afhangen avn de productieomvang Vaste kosten = constante kosten Hoofdstuk 3 De concurrentie 3.1 De telefoon Kijk als je de enige aanbieder bent, zijn er twee dingen aan de hand: ten eerste, er staat geen druk op om er iets aan te doen en bovendien is er een bepaald patroon gegroeid, waar iedereen aan gewend is Wij kregen ook geen klachten over het feit dat de telefoon vroeger duur was. Alleen op een gegeven moment zegt iemand, zou het ook lager kunnen. Ja dat kan; PTT was de enige aanbieder dus kon zij de prijzen zelf bepalen. 3.2 De markt Op een markt kunnen vragers en aanbieders elkaar ontmoeten; dit heet een concrete markt. Wanneer er geen plek is waar vragers en aanbieders elkaar 0ontmoeten spreek je van een abstracte markt. Vb telefoonapparatuur, fietsbellen. Een abstracte markt bestaat uit kleinere concrete markten, vb primafoon en PTT, sportwinkels onderling, warenhuizen en fietsenzaken. De markt is het geheel van vraag en aanbod. Economen bedoelen met markt meestal de abstracte markt. Op een markt komen vragers en aanbieders bij elkaar. (er worden zaken gedaan) Op de markt komt de prijs tot stand. (dmv handel) Op de markt wordt geruimd. (het afdoen van producten door aanbieders, wanneer een markt niet ruimt daalt de prijs) 3.3 Marktvormen Het verschil in marktvormen wordt bepaald door de mate van macht die een individuele producent heeft. Hangt af van het aantal producenten en het soort product. Meer macht is meer invloed op de prijs. Aantal aanbieders; als er veel aanbieders zijn op en markt is de macht van een individuele producent klein. Het soort product; er is een verschil tussen homogene en heterogene producten. Wanneer het voor de consument niet uitmaakt van welke aanbieder het product afkomstig is, is het product homogeen. Vb Pagina 6 van 11

7 graan, olie, aandelen. Heterogene producten zijn verschillend. Het gaat om de kenmerken van het product, service van het bedrijf en het imago van het merk. Vb Cd-spelers, bier. Op een markt met homogene producten is de marktmacht van de individuele producent kleiner dan op een markt met heterogene producten. Volkomen concurentie (=volledige mededinging): markt met veel vragers, veel aanbieders, homogene producten. Dit komt nauwelijks voor want: er is alleen sprake van volkomen concurrentie indien de idividuele aanbieder geen enkele invloed heeft op de prijs. In de praktijk zijn er op bijna alle markten wel één of enkele grote aanbieders die wel invloed op de prijs hebben. Er is eigenlijk ook nooit sprake van homogene producten. (denk aan verschil in kwaliteit) Een aanbieder op een markt met volkomen concurrentie noem je ook wel een hoeveelheidsaanpasser. Monopolistische concurrentie; markt met veel vragers, veel aanbieders, heterogene producten. Er is veel concurrentie, maar bedrijven zijn ook een beetje monopolist. In de ogen van consumenten worden producten aangeboden die iets anders zijn dan de producten die de concurrenten verkopen. Vb. Horeca, detailhandel, kleding- en schoenenbranche. Oligopolie; veel vragers, enkele aanbieders, homogene als heterogene marktvormen. Oligopolisten zijn in beprekte mate prijszetter omdat je te maken hebt met veel concurrentie. Vb. Koffiebranders, benzinemerken, verschillende soorten computers. Monopolie; veel vragers, één aanbieder. Op een markt met monopolie stelt de individuele aanbieder zelf de prijs vast. Vb. PTT, NS, nutsbedrijven als gas water en elektriciteit. Marktvorm Aantal vragers Aantal aanbieders Soort goed Invloed individuele aanbieder op prijs Volkomen concurrentie Veel Veel Homogeen Geen Monopolistischconcurrentie Veel Veel Heterogeen Beetje Oligopolie Veel Weinig Beide Minder Monopolie Veel Één Nvt Veel Doorzichtigheid van de markt; als belangrijke gegevens ove de markt helder en duidelijk te verkijgen zijn spreken we van een doorzichtige markt, ook wel transparante markt genoemd. 3.4 De marketingmix Bedrijven concurreren om de gunst van de afnemers. Bij deze concurrentiestrijd gebruiken bedrijven verschillende wapens. Dit is de marketingmix; omvat een aantal instrumenten. - Prijs; door producten goedkoper te leveren dan concurrenten, kan een bedrijf klanten lokken. Lage prijs; marktaandeel veroveren. Hoge prijs; winst maken. Psychologische prijs; prijs die lager lijkt dan hij is. Prijsbeleid; bezighouden welke prijs er voor een product gevraagd moet worden. - Productbeleid; dit omvat de aantrekkelijkheid van een product, is het verlenen van service, een garantie en het hanteren van een merknaam. Productbeleid is erg belangrijk als het gaat om producten waarbij de techtniek een overheersende rol speelt. Bij het productbeleid speelt innovatie een belangrijke rol. Innovatie is het ontwikkelen en in productie nemen van nieuwe producten en productieprocessen. Productdifferentiatie; is een productbeleid en betekend dat bedrijven producten aanpassen aan verschillende doelgroepen. Assortiment; is een productbeleid en betekend de keuze aan producten. - Promotiebeleid; is erop gericht om een product en de eigenschappen van een product onder de aandacht van potentiële afnemers te brengen. Reclame, gratis aanbiedingen, drie halen twee betalen. Pagina 7 van 11

8 - Plaatsbeleid(distributiebeleid); beleid waarmee de producent de producten bij de consument laat komen. Voor winkels is een belangrijk onderdeel van het plaatsbeleid de winkelformule. De winkelforumule geeft aan op welke wijze een winkel is ingericht. De meeste producten worden verkocht via het verkoopkanaal de winkel, maar het kan ook via postorderbedrijven, post direct writers en telefoon. 3.5 Consument en markt Consumentenorganisaties geven voorlichting aan hun leden over producten en over de rechten die je als consument hebt. Ook verlenen ze juridische bijstand aan hun leden. Vb. Consumentenbond, ANWB, Vereniging Eigen Huis. De machtspositie van de consument verbetert door productvoorlichting. Consumentenorganisaties geven ook juridisch advies. Een derde activiteit van Consumentenorganisaties is het beïnvloeden van de politiek. Abstracte markt = markt waarbij niet één plek is waar vragers en aanbieders alkaar ontmoeten Concrete markt = markt waar vragers en aanbieders elkaar werkelijk ontmoeten noemen we een concrete markt. Consumentenorganisaties = geven voorlichting aan hun leden over producten en over de rechten die je als consument hebt. Ook verlenen ze juridisch advies. De vier P s = Product Prijs Plaats Promotie Distributiebeleid = plaatsbeleid Doorzichtige markt = wanneer de belangrijke gegevens over de markt helder en duidelijk te verkrijgen zijn. Hoeveelheidsaanpasser = een aanbieder op een markt met volkomen concurrentie Innovatie = het ontwikkelen en in productie nemen van nieuwe producten en productieprocessen Marketinginstrumenten = instrumenten die bedrijven kunnen gebruiken in de concurrentiestrijd Marketingmix = omvat een aantal marketinginstrumenten. Marktleider = prijsleider, één bedrijf dat in feite de prijzen bepaalt Monopolie = alleenheersschap Monopolistische concurrentie = markt met veel concurrentie en heterogene producten Oligopolie = markt met veel vragers en enkele aanbieders Plaatsbeleid = beslissingen nemen op welke manieren producten bij de klant komen Prijsbeleid = wanneer een bedrijf zich bezighoudt met de vraag welke prijs het voor zijn producten moet vragen Prijszetter = individuele aanbieder die de prijs zelf vast stelt op een markt met monopolie Productbeleid = de manier waarop een product tot stand komt Productdifferentiatie = bedrijven passen de producten aan aan verschillende doelgroepen. Promotiebeleid = beleid gericht om een product en de eigenschappen van een product onder de aandacht van potentiële afnemers te brengen. Transparante markt = doorzichtige markt Volkomen concurrentie = markt met veel vragers en veel aanbieders en homogene producten. Volledige mededinging = volkomen concurrentie Winkelformule = een winkelformule geeft aan op welke wijze een winkel is ingericht. Hoofdstuk 4 De prijsvorming Pagina 8 van 11

9 4.1 Prijsvorming bij volkomen concurrentie De prijs van een product komt tot stand door vraag en aanbod. Als de vraag en de aanbod niet gelijk zij is de markt niet in evenwicht óf de markt ruimt niet. Als de vraag groter is dan het aanbod is er een vraagoverschot; prijs zal gaan stijgen; hierdoor zal de vraag neemt af en het aanbod neemt toe. Wanneer dit proces stopt en de aangeboden hoeveelheid en de gevraagde hoeveelheid aan elkaar gelijk zijn heb je de evenwichtsprijs. Je hebt dan ook een evenwichtshoeveelheid. Wanneer de evenwichtshoeveelheid ontstaat noem je dit de werking van het marktmechanisme. Je kunt al de vraag weergeven met een vergelijking (Qv); Qv = -8P dit kan ook met het aanbod (Qa); Qa = 10P Een aanbodvergelijking geeft het verband weer tussen de prijs (P) en de aangeboden hoeveelheid (Qa) van een product. Het verband tussen de prijs en de aangebodenhoeveelheid noem je het aanbod. Je kunt de evenwichtsprijs berekenen door Qv en Qa aan elkaar gelijkt te stellen. De evenwichtshoeveelheid bereken je door de evenwichtsprijs in een vergelijking in te vullen. Je kunt de evenwichtshoeveelheid ook grafisch bepalen. Teken in een grafiek de aanbod en de vraaglijn. Het snijpunt bepaalt de evenwichtsprijs en de evenwichthoeveelheid. Als het marktmechanisme zijn werk kan doen dan ruimen de markten bij volkomen concurrentie. Geen overschotten of tekorten, en er is niemand die de macht heeft op de markt. Een nadeel van volkomen concurrentie is dat de evenwichtsprijs voor sommige mensen onbetaalbaar is. Of de prijs is zo laag dat er voor de producent niks te verdienen is. Er is ook de onzekerheid bij aanbieders en afnemers wanneer er plotselinge veranderingen in de vraag of aanbod zijn waardoor de evenwichtsprijs schommelt. 4.2 Prijsvorming bij onvolkomen concurrentie. Markten met monopolie, oligopolie of monopolistische concurrentie noem je ook wel markten met onvolkomen concurrentie. Dit ontstaat doordat er wienig vragers of aanbieders zijn of doordat er sprake is van heterogene producten. Monopolie; een monopolist is een alleenheerser. Hij kan zelf de prijs bepalen en als hij de vraagfunctie van een product heeft kan hij meteen meten hoeveel producten hij zal verkopen. Wanneer hij de prijs te hoog vaststelt verkoopt hij niets meer. Hij moet ook rekening houden met substitutiegoederen; dit is een goed dat als vervanging voor een ander goed kan dienen. Oligopolie; dit is een markt met een paar aanbieders. Ook wanneer er een paar grote aanbieders zijn en vele kleintjes. De grote aanbieders beheersen dan de markt. Bij oligopolie ligt de macht in handen van enkelen. Bij prijsbeleid moet rekening gehouden worden met concurrenten. Het is lastig je prijs te wijzigen. Als je de prijs verhoogt wordt dit niet altijd gevolgd. Je ligt dan uit de markt. Wanneer je de prijs verlaagt zullen concurrenten volgen. Er kan dan een prijzenoorlog ontstaan; opeenvolging van prijsverlagingen. Wanneer concurrenten onderling afspreken de concurrentie terug te dringen spreek je van een kartel. Vb. is de OPEC. In de EU zijn kartelafspraken verboden. Een kartel dat in Nederland wel is toegestaan is het boekenkartel. Een nadeel van een kartel is dat de afnemers hoge prijzen voor de producten moeten betalen. Voordeel is dat het vaak goedkoper is te produceren op grote schaal, dan op kleine schaal. Dit zijn schaalvoordelen. Als er afspraken gemaakt worden is er een grote mate van continuïteit. Er is dan voor afnemers meer zekerheid dat zij het prodcut kunnen kopen tegen een redelijk stabiele prijs. Pagina 9 van 11

10 Monopolistische concurrentie; detailhandel of kleinhandel. Er wordt geconcurreerd met vergelijkbare maar niet homogeproducten. Ondernemers moeten bij hun prijsbeleid heel goed rekening houden met hun concurrenten. Wanneer ze de prijs verhogen lopen de consumenten over naar de concurrent. Maar als ze de prijs verlaging komt de winstgevendheid in gevaar. Fabrikanten verstrekken vaak adviesprijzen aan winkeliers. Wanneer ze zich hier niet aan houden kunnen ze uitgesloten worden van levering van het betreffende artikel. Aanbod = het verband tussen de prijs en de aangebodenhoeveelheid Aangeboden hoeveelheid = hoeveelheid goederen die aangeboden wordt Evenwichtshoeveelheid = de gevraagde en aangeboden hoeveelheid zijn precies gelijk aan elkaar Evenwichtsprijs = de prijs die hoort bij een evenwichtshoeveelheid Marktmechanisme = het ontstaan van een prijs waarbij de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid precies aan elkaar gelijk zijn. Prijzenoorlog = een opeenvolging van prijsverlagingen Schaalvoordelen = wanneer een productie op grote schaal tot veel lagere kosten leidt dan productie op kleinere schaal Substitutie-goederen = een goed dat als vervanging voor een ander goed kan dienen. Vraagoverschot = wanneer er meer gevraagd wordt dan aangeboden Hoofdstuk 5 De overheid 5.1 Vuile lucht Door het heffen van belastingen en accijnzen kan de overheid de consumtenenprijzen van producten verhogen; zo probeert de overheid de consumptie van bepaalde goederen te verminderen. Door het geven van subsidies wordt het gebruik van sommige goederen of diensten gestimmuleerd. Via subsidies en heffingen beïnvloed de overheid het consumtiegedrag en productiegedrag. Vb. Zijn voorlichting, stellen van kwaliteitseisen en verbieden van bepaalde producten. Bemoeigoederen zijn goederen waarvan de overheid het gebruik stimmuleerd (merit goods) of wil afremmen (demerit goods). De overheid bemoeit zich met goederen omdat zij de negatieve effecten wil verminderen. 5.2 Belastingen, heffingen en subsidies Belastingen verdeel je in directe belastingen (inkomen, winst vermogen) en de indirecte belastingen (BTW). 5.3 Minimumprijzen en maximumprijzen De overheid grijpt ok in in het marktproces d.m.v. het gebruikt maximum en minimumprijzen. De overheid stelt maximumprijzen in om de consument te beschermen. Maximumprijs is een prijs die de overheid maximaal aanvaardbaar vindt. Lager dan de evenwichtsprijs Minimumprijzen beschermen de producent. Er zijn minimum prijzen als de evenwichtsprijs te laag wordt gevonden. Bij een minimumprijs ontstaan aanbodoverschotten. Is.dan de evenwichtsprijs Er ontstaat een.. Is gunstig voor de Maatregelen die de overheid kan nemen omde vraag-/aanbodoverschot te bestrijden Pagina 10 van 11

11 Maximumprijs Lager Vraagoverschot Consument - overheid gaat zelf aanbieden - subsidie geven Minimumprijs Hoger Aanbodoverschot Producent - opkopen door de overheid (quota) - subsidie wanneer producent stopt 5.4 Andere vormen van overheidsingrijpen De Warenwet heeft als doel de consument te beschremen. Er staan voorschriften in met betrekking tot de meest uiteenlopende producten. Mededingingsbeleid is er op gericht de concurrentie te bevorderen. Een ander woord voor mededinging is concurrentie. Cut-throat-competition: als een prijzenoorlog uitmondt in een strijd op leven en dood. Bedrijven vinden het in het algemeen niet prettig als de overheid ingrijpt met bijv. verboden. Daarom sluiten bedrijven steeds vaker een convenant: bedrijven beloven de overheid bepaalde dingen juist niet te doen. De overheid beloofd dan niet in te grijpen. Bemoeigoederen = goederen waarvan de overheid het gebruik wil simuleren of afremmen Convenant = een afspraak waarin bedrijven beloven bepaalde dingen te doen of juist niet Cut-throat-competition = prijzenoorlog die uitmondt in een strijd op leven en dood Demerit goods = goederen waarvan het gebruik afgeremd moet wordt Directe belastingen = belasting op inkomen winst vermogen Indirecte belastingen = belastingen die je je niet direct verkrijgt; BTW Maximumprijs = een prijs die de overheid maximaal aanvaardbaar vindt, beschermen de consument Minimumprijs = een minimale prijs, beschermen van de producent Mededingingsbeleid = ander woord voor concurrentie; gericht op bevorderen van de concurrentie Merit goods = goederen waarvan het gebruik gestimmuleerd moet worden Prijzenoorlog = een opeenvolging van prijsverlagingen Quotering = opkopen door de overheid Warenwet = wet met voorschriften met betrekking tot de meest uiteenlopende producten, de warenwet heeft als doel de consument te beschermen Pagina 11 van 11

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting door een scholier 2032 woorden 16 januari 2003 8,1 27 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent Hfst 1 De klant 1.1 het marktaandeel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument & Producent

Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2397 woorden 9 januari 2011 5,1 1 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2017 woorden 10 december 2004 7,4 24 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent H1 De klant 1.1 Het marktaandeel Het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 4563 woorden 25 juli 2008 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De Klant 1.1 Het marktaandeel het marktaandeel van een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Pro Samenvatting door een scholier 2932 woorden 4 mei 2004 7,2 52 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2499 woorden 17 mei 2004 6,6 64 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT EN PRODUCENT Hoofdstuk 1 De klant Een marktaandeel geeft

Nadere informatie

H1: De klant. 5,8. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus keer beoordeeld. 1.1 Marktaandeel.

H1: De klant. 5,8. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus keer beoordeeld. 1.1 Marktaandeel. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus 2010 5,8 4 keer beoordeeld Vak Economie H1: De klant. 1.1 Marktaandeel. Het marktaandeel van een merk geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting door een scholier 6084 woorden 1 januari 2008 8 7 keer beoordeeld Vak Economie Economie Consument en Producent Samenvattingen: Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen. Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid

Nadere informatie

geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola)

geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola) Lesbrief Consument en Producent Hoofdstuk 1 De klant Marktaandeel van een merk: geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola) Afzet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet

Nadere informatie

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Eco samenvatting; hs 2 + 5 Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Micro-economie

Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting door een scholier 3691 woorden 31 mei 2011 8,2 37 keer beoordeeld Vak Economie Micro-economie HOOFDSTUK 2 HET DICTAAT VAN DE MARKT (VOLKOMEN CONCURRENTIE)

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt: Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:

Nadere informatie

Katern 2 Markten en welvaart

Katern 2 Markten en welvaart Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt & Overheid

Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting door S. 1169 woorden 25 april 2017 7,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: De telefoniemarkt Markt van volledige concurrentie /

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten. Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus

Nadere informatie

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden. Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen

Nadere informatie

H3 Hoe werken markten

H3 Hoe werken markten H3 Hoe werken markten 3.1 Markten marktmechanisme Organisatie door Marktmechanisme Vragers en aanbieders met eigen belang Aanbieders passen aan aan vragers. Soorten markten één, enkele of veel aanbieders

Nadere informatie

De (prijs)vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.

De (prijs)vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid. Samenvatting door een scholier 2072 woorden 16 januari 2003 7,7 108 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 6.1.1: Het behoeftepatroon Er zijn een aantal factoren die het behoeftepatroon beïnvloeden:

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen Samenvatting door A. 1641 woorden 27 januari 2013 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 Schaarste: de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in

Nadere informatie

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt De perfect werkende markt is een model dat beschrijft hoe markten het meest optimaal zouden functioneren. Bij het bestuderen van echte markten

Nadere informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie 1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als

Nadere informatie

Markt. Kenmerken van marktvormen:

Markt. Kenmerken van marktvormen: 1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

Economie Module 2 & Module 3 H1

Economie Module 2 & Module 3 H1 Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------

Nadere informatie

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet

Nadere informatie

Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3

Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker.

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker. Samenvatting door een scholier 893 woorden 24 december 2003 6,4 43 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Vaardigheden H1 Consumeren Omgangstaal: Iets verbruiken, of soms iets gebruiken Economie: Het

Nadere informatie

Economie Module 3 H1 & H2

Economie Module 3 H1 & H2 Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:

Nadere informatie

7.3. Boekverslag door J woorden 18 oktober keer beoordeeld. Praktische economie. Economie Module 3 Hoofdstuk 1:

7.3. Boekverslag door J woorden 18 oktober keer beoordeeld. Praktische economie. Economie Module 3 Hoofdstuk 1: Boekverslag door J. 1988 woorden 18 oktober 2003 7.3 40 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Module 3 Hoofdstuk 1: Concrete markt: Geheel van vraag/ aanbod op een tastbare

Nadere informatie

1 Markt en marktvormen

1 Markt en marktvormen 1 Markt en marktvormen Wat is het verschil tussen een markt en een marktvorm? Markt= Concrete markt, plaats waar vragers en aanbieders van een bepaald goed elkaar ontmoeten en transacties afsluiten Marktvorm

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting door een scholier 1806 woorden 8 april 2003 6,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie, Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 3

Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting door een scholier 2066 woorden 16 juni 2003 8,3 38 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 3 Teksten 1 t/m 23 & 27 t/m 37 Op de veiling ontmoeten vragers

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1527 woorden 30 maart 2012, 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 4.1 De markt als organisator: De bevoorrading van bijvoorbeeld

Nadere informatie

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn

Nadere informatie

MARKT & OVERHEID. HAVO 4 Blok 4

MARKT & OVERHEID. HAVO 4 Blok 4 MARKT & OVERHEID HAVO 4 Blok 4 INHOUD Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Hoofdstuk 7: De telefoniemarkt Van volledige mededinging naar monopolie Oligopolie en

Nadere informatie

Domein markt: volkomen concurrentie

Domein markt: volkomen concurrentie Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2

Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2339 woorden 8 maart 2004 4,9 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie ViaDELTA Economie - Module 3 - Hoofdstuk 1: Markten Vraag

Nadere informatie

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3, Consumenten en producenten

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3, Consumenten en producenten Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3, Consumenten en producenten Samenvatting door een scholier 2676 woorden 23 januari 2007 8,5 21 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Economie begrippenlijst

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning?

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning? Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning? Samenvatting door een scholier 3242 woorden 12 februari 2008 5,8 12 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode EC Thema 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.

Nadere informatie

2.1 De vraag naar spijkerbroeken

2.1 De vraag naar spijkerbroeken 2.1 De vraag naar spijkerbroeken Voorbeeld 1: Q v = -0,10P + 9 met Q v = gevraagde hoeveelheid spijkerbroeken van Petra P = prijs van een spijkerbroek in euro s P 90 80 60 30 0 Q v 0 1 3 6 9 Er is een

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 t/m 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 t/m 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 t/m 10 Samenvatting door een scholier 3573 woorden 30 maart 2005 8,2 21 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 7: Markten en prijzen 7.1) Behoeften: alles

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

Op zoek naar een spijkerbroek

Op zoek naar een spijkerbroek Hoofdstuk 2 Op zoek naar een spijkerbroek 2.23 2.24 2.25 2.26 2.27 2.28 2.29 2.30 2.31 2.32 D A A D B C D B C A 2.33 a. P = 6 Qv = -0,8 6 + 20 = 15,2 15.200 stuks. b. Omzet = P Qv = 6 15.200 = 91.200.

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 3455 woorden 13 februari keer beoordeeld. Onderdeel 2: Markten. Hoofdstuk 3: Hoe werken markten?

Samenvatting door een scholier 3455 woorden 13 februari keer beoordeeld. Onderdeel 2: Markten. Hoofdstuk 3: Hoe werken markten? Samenvatting door een scholier 3455 woorden 13 februari 2012 5 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Onderdeel 2: Markten Hoofdstuk 3: Hoe werken markten? 3.1 Markten Marktmechanisme: Vragers

Nadere informatie

Lesbrief Markt en Overheid 2 e druk

Lesbrief Markt en Overheid 2 e druk Hoofdstuk 1. 1.15 1.16 1.17 1.18 D C B B De telefoniemarkt 1.19 a. TO = 2q. b. TK = 1,50q + 75.000. c. TO = TK 2q = 1,50q + 75.000 0,50q = 75.000. De break-evenafzet is 75.000/0,5 = 150.000 pennen. d.

Nadere informatie

Evenwichtspri js MO WINST

Evenwichtspri js MO WINST Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders

Nadere informatie

UIT grafische elasticiteiten

UIT grafische elasticiteiten Elasticiteiten lezen uit grafieken. Een prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid beschrijft het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid van dat product. De betalingsbereidheid

Nadere informatie

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? VRAAG & AANBOD WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? De vraag naar een product kan bepaald worden door: Ø Een toe of afname van de bevolking Ø Een toe of afname van het inkomen Ø Een toe of afname behoeften

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven Samenvatting door een scholier 1583 woorden 12 februari 2004 4,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie ViaDELTA Economie samenvatting begrippen

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8 Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april 2016 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting hoofdstuk 8 Een markt is een plaats waar vragers en aanbieders elkaar treffen.

Nadere informatie

Kruislingse prijselasticiteit Complementair aanvullend (negatief) Substituut vervangend (positief)

Kruislingse prijselasticiteit Complementair aanvullend (negatief) Substituut vervangend (positief) Prijs Ev = %Δq / %Δ Ev = Geen reactie volkomen rijsinelastisch Ev tussen en -1 Een beetje inelastisch (rimaire, normale goederen) Ev onder de -1 Veel elastisch (luxe goed) Toeassing inelastisch P stijgt

Nadere informatie

7,4. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2: Loondienst of zelfstandig. Samenvatting door een scholier 7158 woorden 29 maart keer beoordeeld.

7,4. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2: Loondienst of zelfstandig. Samenvatting door een scholier 7158 woorden 29 maart keer beoordeeld. Samenvatting door een scholier 7158 woorden 29 maart 2003 7,4 159 keer beoordeeld Vak Economie Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders van arbeid elkaar in het echt

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 15

Extra opgaven hoofdstuk 15 Extra opgaven hoofdstuk 15 Opgave 1 Veronderstel dat de oliemarkt wordt beschreven door het onderstaande model (1) q v = 20 p + 16.000 p prijs per vat olie in euro s (2) q a = 20 p q v, q a aangeboden,

Nadere informatie

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

1 De bepaling van de optimale productiegrootte 1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /06

ALGEMENE ECONOMIE /06 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Het begrip markt is niet eenduidig; er zijn verschillende markten, waaronder: F concrete markt F abstracte

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt & Overheid

Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting door Bobby 4278 woorden 3 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1. Volledige mededinging, prijselasticiteit & kosten- en opbrengstenfuncties

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften

Nadere informatie

Lesbrief Markt en Overheid 3 e druk

Lesbrief Markt en Overheid 3 e druk Hoofdstuk 1. 1.17 1.18 1.19 1.20 D C B B De telefoniemarkt 1.21 a. Het zijn kosten die toenemen bij toename van de productie en afnemen bij afname van de productie. b. Grondstofkosten: 2,5 6 = 15. Loonkosten:

Nadere informatie

Wat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? 2 Monopolistische. concurrentie. Zowel volkomen als volkomen concurrentie

Wat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? 2 Monopolistische. concurrentie. Zowel volkomen als volkomen concurrentie Extra opdrachten 1. Wat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? Soort 1 Volledige mededinging 2 Monopolistische Zowel volkomen als volkomen 3 Oligopolie (duopolie) Geen 4 Monopolist

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober keer beoordeeld

5,5. Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober 2015 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Opbrengst, totale kosten en winst De opbrengst of omzet wordt uitgedrukt in geld (euro s) en

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats.

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Volkomen concurrentie Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Transarante markt

Nadere informatie

Ev = % verandering gevolg dus prijselasticiteit: % verandering gevraagde hoeveelheid. % verandering oorzaak % verandering prijs

Ev = % verandering gevolg dus prijselasticiteit: % verandering gevraagde hoeveelheid. % verandering oorzaak % verandering prijs Boekverslag door C. 2585 woorden 29 mei 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting economie Kleding H.2 Op zoek naar een spijkerbroek Vraaglijnen: individuele vraaglijn geeft aan hoeveel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties

Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties Verkenning 1 a De kosten van het onderzoek en het risico dat het mislukt moet worden afgewogen tegen de mogelijke winst als het onderzoek wel lukt en het

Nadere informatie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en Schokken

Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en Schokken Economie, een Inleiding Hoofdstuk 4: Elasticiteiten en Schokken 1 Elasticiteiten en Schokken - Inhoudstafel 1. Elasticiteiten 2. De markt in werking 3. Prijsregulering 4. Quota s 5. Indirecte belastingen

Nadere informatie

UIT deel 2 elasticiteiten. H2 elasticiteiten. H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden)

UIT deel 2 elasticiteiten. H2 elasticiteiten. H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden) H2 elasticiteiten H2.1 drie kenmerken van elasticiteiten (verbanden) Uitleg elasticiteiten. Elasticiteiten geven het verband weer tussen een prijsverandering van een goed of een dienst en de mate waarin

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 2620 woorden 8 maart 2003 8,3 78 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie hoofdstuk 5 Produceren voor de markt. Winst maken

Nadere informatie

T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten

T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten Onvolkomen competitieve markten - 1 van 5 T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten 1. Monopolie 1/ Wanneer spreken we van een monopolie? 2/ Geef enkel voorbeelden van ondernemingen met

Nadere informatie

Bestedingscategorieën: categorie waaraan geld bested kan worden, als alcohol, belastingen en vervoer.

Bestedingscategorieën: categorie waaraan geld bested kan worden, als alcohol, belastingen en vervoer. Samenvatting door een scholier 1942 woorden 18 juli 2015 4,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Budget: bepaald bedrag Budgetonderzoeken: aan welk product geeft een

Nadere informatie

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid

Nadere informatie

Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8

Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8 Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8 De markt, marktsector en particuliere sector het zijn alle drie benamingen die

Nadere informatie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen

Nadere informatie

KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN. In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie: Qa = 60P

KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN. In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie: Qa = 60P pdf06 KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie:. Door aan producenten opgelegde belastingen (bijvoorbeeld accijnzen, invoerrechten, milieuheffingen

Nadere informatie

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren

Nadere informatie

Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal.

Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal. Samenvatting door K. 782 woorden 20 maart 2013 6,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Economie h14 Marketing leidt tot onvolkomen markten, doordat er meer verkocht word dan normaal.

Nadere informatie