De vertrouwelijke documenten en andere vertrouwelijke informatie Wij hebben de volgende opgelegde verplichtingen tot geheimhouding geïnventariseerd.

Transcriptie

1 23 maart 2010 Corr.nr , ABJ Nummer 8 / 2010 Zaaknr Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot onder meer opheffing van eerder opgelegde verplichtingen tot geheimhouding van documenten inzake de Blauwe Stad SAMENVATTING: Op verzoek uit uw Staten is onderzocht welke verplichtingen tot geheimhouding van informatie inzake de Blauwe Stad zijn opgelegd, of deze verplichtingen nog gelden en of aanleiding bestaat om geldende verplichtingen op te heffen dan wel te handhaven. Voorgesteld wordt om de opgelegde geheimhoudingsplicht met betrekking tot de Nadere Afspraken van november/december 2008 en de daarbij behorende bijlagen op te heffen. Ook de Statencommissie Bestuur en Financiën zou door haar opgelegde geheimhoudingsplichten kunnen opheffen; daartoe hebben wij bij afzonderlijke brief suggesties gedaan. Inleiding Op verzoek hebben wij nagegaan of er aanleiding bestaat om eerder opgelegde verplichtingen tot geheimhouding van informatie uit documenten inzake het project Blauwe Stad op te heffen. Dat verzoek heeft geleid tot een onderzoek naar de documenten waarop eerder geheimhouding is gelegd. Vervolgens is onderzocht of de eerder opgelegde geheimhouding gecontinueerd moet worden of kan worden opgeheven en welk bestuursorgaan in dat laatste geval bevoegd is om tot opheffing van de geheimhouding te beslissen. Over de door ons voorgestane werkwijze bij het opleggen, registreren en opheffen van geheimhouding hebben wij het Presidium eerder geïnformeerd bij brief van 29 mei 2008, nr /22, ABJ; deze voordracht is mede een uitvoering van de in die brief neergelegde toezeggingen. De vertrouwelijke documenten en andere vertrouwelijke informatie Wij hebben de volgende opgelegde verplichtingen tot geheimhouding geïnventariseerd. Door Gedeputeerde Staten opgelegde geheimhoudingsplichten (1) Bij brief van 29 oktober 2008, nr /44, ABJ, hebben wij aan de leden van de Statencommissie Bestuur en Financiën onder meer geheimhouding opgelegd ten aanzien van onze brief van 5 december 2007, nr /49, RP, en ten aanzien van de brief van 29 oktober 2008 zelf. Deze geheimhoudingsplichten hebben wij blijkens onze brieven van 21 november 2008, nr , en van 9 december 2008, nr /50, ABJ, later opgeheven. (2) Bij voordracht van 16 december 2008, nr , RP, hebben wij u meegedeeld dat wij documenten vertrouwelijk ter inzage hebben gelegd. Deze geheimhoudingsplicht is door Provinciale Staten bij de behandeling van de voordracht op 4 februari 2009, nr. A.4, niet bekrachtigd en daardoor van rechtswege vervallen. (3) Bij brief van 6 juli 2009, nr , ABJ, hebben wij aan de leden van de Statencommissie Bestuur en Financiën geheimhouding opgelegd met betrekking tot de correspondentie die is gewisseld tussen enerzijds de Ontwikkelingsmaatschappij De Blauwe Stad CV/BV (OM) en Koop Holding Europe BV (KHE) en anderzijds ons college inzake de betalingsverplichting van de OM en KHE per 1 juli 2009 en het door de OM en KHE gevraagde uitstel van betaling. (4) Bij brief van 9 oktober 2009, nr , ABJ, hebben wij aan de leden van Provinciale Staten geheimhouding opgelegd met betrekking tot het rapport van de Commissie Alders, Bakker, Doets. Deze verplichting tot geheimhouding is bij onze 8-1

2 voordracht van 24 november 2009, nr. 35/2009, grotendeels opgeheven en voor een klein gedeelte door Provinciale Staten bekrachtigd [zie hierna nr. (7), derde streepje]; (5) Bij brief van 14 december 2009, nr , MT, hebben wij geantwoord op vragen van de heer W. van der Ploeg, lid van Provinciale Staten. Daarbij hebben wij met betrekking tot de antwoorden op 11 van de 12 gestelde vragen geheimhouding opgelegd. Door Provinciale Staten gehandhaafde geheimhoudingsplichten In twee gevallen hebben wij voorlopig geheimhouding opgelegd aan de leden van Provinciale Staten en hebben Provinciale Staten die verplichting vervolgens bekrachtigd op grond van artikel 25, derde lid, van de Provinciewet. (6) Bij besluit van 10 december 2008 hebben Provinciale Staten de geheimhoudingsplicht bekrachtigd met betrekking tot de (op dat moment nog) ontwerpovereenkomst tussen KHE en de OM enerzijds en de Provincie anderzijds, welke overeenkomst op 17 december 2008 is getekend, gemeenlijk genoemd de 'Nadere Afspraken' of de 'Afspraken'; alsmede met betrekking tot de ontwerp-concerngarantie en de ontwerp-pandakte die bij die ontwerpovereenkomst behoorden. (7) Bij besluit van 16 december 2009 hebben Provinciale Staten de geheimhoudingsplicht bekrachtigd met betrekking tot: - gedeelten van de (op dat moment nog) ontwerpovereenkomst tussen de OM, Geveke Ontwikkeling BV, Opstalontwikkeling De Blauwe Stad BV en KHE enerzijds en de Provincie anderzijds, welke overeenkomst op 18 december 2008 is getekend, de 'Vaststellingsovereenkomst'; - met betrekking tot een aantal bijlagen bij de Vaststellingsovereenkomst, te weten: a) de Akte van cessie; b) de Kredietovereenkomst; c) de Overeenkomst wijziging samenwerking Blauwe Stad, gesloten op 7 december 2007 tussen Geveke Ontwikkeling BV (Geveke) enerzijds en BAM Ontwikkeling BV (BAM) en Ballast Nedam Woningbouw BV anderzijds; d) de brieven van ons college van 14 april 2009, nrs /16/V2, en /V2, beide ABJ aan respectievelijk Ballast Nedam en BAM; e) het overzicht van het personeelsbestand van de OM; f) de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de OM; g) de Inventarisatie van de klachten van de bewoners van Blauwestad, voor zover het betreft de namen en adressen van de indieners van een klacht; - de vertrouwelijke versie van het rapport van de Commissie Alders Bakker Doets; - het Memo Impairment Test De Blauwestad Provincie Groningen van 11 november 2009 van Ernst & Young REAS BV; - de Fairness Opinion van 16 november 2009 van J.D. Doets en J.R. Schnieders; - de Grondexploitatie van het project Blauwe Stad; en - de Voorovereenkomst op Hoofdlijnen. Door de Statencommissie Bestuur en Financiën opgelegde geheimhoudingsplichten Door de Statencommissie Bestuur en Financiën zijn geheimhoudingsplichten aan haar leden en andere aanwezigen opgelegd met betrekking tot het behandelde tijdens de hierna vermelde besloten vergaderingen; (8) 2004: 6 oktober; 2007: 31 oktober; 2008: 9 april, 25 juni, 3 september, 8 en 15 oktober, 3 december; 2009: 7 april, 1 juli, 7 oktober en 28 oktober. De motivering van de opgelegde geheimhoudingsplichten Hiervoor geïnventariseerde geheimhoudingsplichten zijn op één na [hiervoor onder nummer (2) vermeld en inmiddels vervallen] aan de hand van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur uitdrukkelijk gemotiveerd. Er zijn drie in dat artikel vermelde uitzonderingen op het uitgangspunt van openbaarheid toegepast, te weten: 1. de bescherming van bedrijfsgegevens (artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob); 2. de bescherming van de economische of financiële belangen van de Provincie (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wob); en 3. de bescherming van persoonlijke belangen van betrokkenen (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder h, van de Wob). Artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wob vond toepassing om de positie van de Provincie tijdens lopende onderhandelingen niet nadelig te beïnvloeden. Daarbij verwijzen wij u met name naar onze vermelde brief van 9 oktober Wanneer onderhandelingen zijn afgerond, bestaat in het algemeen a fortiori aanleiding om te onderzoeken of de eerder opgelegde geheimhoudingsplichten moeten worden gecontinueerd. 8-2

3 Een dergelijke voortschrijdende ontwikkeling is nauwelijks te verwachten, indien met de geheimhoudingsplicht de bescherming van bedrijfsgegevens of van persoonlijke belangen wordt beoogd. Bedrijfsgegevens blijven bedrijfsgegevens en mògen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet openbaar worden gemaakt, ook niet indien het belang van openbaarheid zwaarder zou wegen dan het belang van de bescherming van de bedrijfsgegevens: in artikel 10, eerste lid, van de Wob staat: 'Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.' Er is geen sprake van een zgn. 'kan-bepaling', maar van een dwingend wettelijk voorschrift. Heroverweging van de bescherming van persoonlijke belangen van betrokkenen en hernieuwde afweging daarvan tegenover het belang van openbaarheid zou wel kunnen leiden tot opheffing van een eerder opgelegde geheimhoudingsplicht. Zolang evenwel dergelijke betrokkenen in leven zijn en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, zal sprake zijn van actuele persoonlijke belangen. Die belangen zullen in tijd nog voortduren. Daarbij wijzen wij er op dat met name in de Archiefwet zeer lange termijnen van bescherming van de persoonlijke belangen zijn voorzien. De mogelijk op te heffen geheimhoudingsplichten Uit de vorige paragraaf volgt dat geheimhoudingsplichten die zijn gebaseerd op de bescherming van onderhandelingsposities van de Provincie voor heroverweging in aanmerking komen. Dat betreft de documenten die hierboven onder de nrs. (6, gedeeltelijk) en (8, gedeeltelijk) zijn vermeld. Nummer (6) betreft de Nadere Afspraken met inbegrip van de ontwerp-concerngarantie en de ontwerp-pandakte. Bij de Vaststellingsovereenkomst zijn de Nadere Afspraken inmiddels herroepen en zijn de ter uitvoering van de Nadere Afspraken afgegeven concerngarantie en de pandakte vervallen. In de concerngarantie is het maximale bedrag van de garantie vermeld; dat bedrag betreft een bedrijfsgegeven van KHE dat ook nu geheim moet blijven, evenals de aan de Nadere Afspraken gehechte ontwerp-concerngarantie. Nummer (8) betreft de geheimhoudingsplicht ter zake van verslagen van besloten vergaderingen van de Statencommissie Bestuur en Financiën. Tijdens die vergaderingen is onder meer verslag uitgebracht door ons college over aanstaande en lopende onderhandelingen met andere partijen in het project. Die opvolgende onderhandelingen hebben inmiddels tot resultaten geleid waardoor een voortdurende bescherming van de belangen van de Provincie niet langer nodig is. Op onderdelen worden in de verslagen evenwel ook bedrijfsgegevens van partners in het project vermeld en wordt informatie verschaft met betrekking tot bij het project betrokken personen. Zowel die bedrijfsgegevens als die persoonsgebonden informatie dienen naar onze opvatting beschermd te blijven. Een opgave van de gedeelten die voor voortdurende vertrouwelijkheid in aanmerking komen, hebben wij aan de statengriffie voorgelegd met de suggestie te voorzien in een openbare en een vertrouwelijks versie van de desbetreffende verslagen. De te handhaven geheimhoudingsplichten De overige geïnventariseerde geheimhoudingsplichten dienen naar onze opvatting gehandhaafd te worden. Daarbij hebben wij het volgende overwogen. De niet op te heffen geheimhoudingsplichten zijn gebaseerd op de bescherming van bedrijfsgegevens (artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob), van het actuele economische of financiële belang van de Provincie (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wob).en van de belangen van betrokken personen (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder h, van de Wob). ad (2) De documenten waarop de onder nummer (2) bedoelde geheimhoudingsplicht is gelegd, bevatten bedrijfsgegevens van KHE en de OM. ad (3) De openbare versie van het rapport van de Commissie Alders Bakker Doets is gevoegd bij de (openbare) voordracht van 24 november 2009, nr MT, en een openbaar document. Op twee onderdelen omvat de vertrouwelijke versie van dat rapport bedrijfsgegevens van KHE dan wel de OM; wij zien geen juridische mogelijkheid om deze informatie thans openbaar te maken. ad (5) Dit document bevat economische en financiële gegevens over de toekomstige exploitatie van het project Blauwe Stad. Het belang van de Provincie bij vertrouwelijkheid van deze informatie dient naar onze mening zwaarder te wegen dan het algemene belang van de openbaarheid. ad (6) Hierboven is reeds aangegeven dat geen bezwaar bestaat tegen de opheffing van de geheimhoudingsplicht voor zover het betreft de Nadere Afspraken en de ontwerp-pandakte. De ontwerp-concerngarantie bevat een bedrijfsgegeven dat nog steeds beschermd moet worden. 8-3

4 ad (7) De onderdelen van de Vaststellingsovereenkomst alsmede de bijlagen daarbij die hiervoor zijn vermeld onder de letters a, b, c en d bevatten bedrijfsgegevens die niet openbaar gemaakt mogen worden. De bijlagen, aangeduid met letters e, f en g, voor zover deze laatste namen en adressen van indieners van een klacht bevat, dienen vertrouwelijk te blijven ter bescherming van de persoonlijke belangen van de betrokkenen. Die belangen wegen naar ons inzicht zwaarder dan het belang van openbaarheid. Inzake de bijlage, aangeduid met letter h, verwijzen wij neer hetgeen hiervoor ad (3) naar voren is gebracht. De voortdurende vertrouwelijkheid van de bijlagen, geletterd i, j en k, komt voort uit de bescherming van de economische en financiële belangen van de Provincie: de gegevens die in deze bijlagen zijn opgenomen, kunnen inzicht geven in de toekomstige exploitatie van het project door de Provincie. De openbaarmaking van deze informatie zou deze exploitatie nadelig kunnen beïnvloeden en daarom onevenredig schadelijk zijn voor de Provincie. De bijlage, geletterd l, bevat bedrijfsgegevens van KHE, de BV Opstalontwikkeling De Blauwe Stad BV, Geveke Ontwikkeling BV, de OM, BAM en Ballast Nedam. Dit document mag dan ook niet openbaar worden gemaakt. ad (8) Wij verwijzen naar hetgeen hierboven ten aanzien van de verslagen van de besloten vergaderingen van de Statencommissie is opgemerkt. Voorstel De bevoegdheid tot het opheffen van een geheimhoudingsplicht berust bij het orgaan dat de plicht eerder heeft opgelegd dan wel na oplegging heeft bekrachtigd. Wij stellen u dan ook voor om op grond van het voorgaande te besluiten tot opheffing van de geheimhoudingsplicht ter zake van de Nadere Afspraken en de daarbij behorende ontwerp-pandakte. Daarbij merken wij volledigheidshalve op dat wij bij besluit van 2 februari 2010, briefnr /5/A.16, ABJ, onder opschortende voorwaarde dat u beslist tot opheffing van de geldende geheimhoudingsplicht, reeds op verzoek hebben besloten tot openbaarmaking van de Nadere Afspraken. Bij afzonderlijke brief hebben wij de Statencommissie Bestuur en Financiën gevraagd om te besluiten tot gedeeltelijke opheffing van de geheimhoudingsplicht ter zake van de verslagen van de eerder vermelde besloten vergaderingen. Wij stellen u voor het in ontwerp bijgevoegde besluit vast te stellen. Groningen, 23 maart 2010 Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen: M.J. van den Berg, voorzitter. H.J. Bolding, secretaris. 8-4

5 Nr. 8/2010 Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 23 maart 2010, nr , ABJ; Gelet op artikel 25, vierde lid, van de Provinciewet; BESLUITEN: de bij hun besluit van 10 december 2008, nr. A.1, onder II, bekrachtigde geheimhoudingsplicht met betrekking tot gedeelten van de (Nadere) Afspraken van december 2008 op te heffen met uitzondering van de laatste volzin van artikel 7 en van het gedeelte van de laatste volzin van artikel 11 vanaf 'zijnde 25%...'; alsmede met uitzondering van de aan de Afspraken gehechte ontwerpconcerngarantie. Groningen, Provinciale Staten voornoemd:, voorzitter., griffier. 8-5