Donderdag 7 februari 2019, uur tot uur, DG&J, Karel Lotsyweg 40 te Dordrecht, vergaderkamer 4.06

Transcriptie

1 Aan de leden van het algemeen bestuur van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van het algemeen bestuur op Donderdag 7 februari 2019, uur tot uur, DG&J, Karel Lotsyweg 40 te Dordrecht, vergaderkamer 4.06 De agenda voor de vergadering luidt als volgt: AGENDA uur 1. Opening en vaststellen agenda vergadering 7 februari 2019 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DG&J 2. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles a Ingekomen Brief Provincie ZH inzake preventief toezicht 3. Bespreekpunten Gemeenschappelijke Regeling DG&J Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. Verslag vorige vergadering Opiniërend --- Ter informatie Rondvraag

2 SERVICE ORGANISATIE JEUGD 5. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles Bespreekpunten Service Organisatie Jeugd Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. De Witte Verdeling middelen aan de voorkant Opiniërend ---- Ter informatie b. Presentatie: Onderzoek financiële solidariteit (start uur) 7. Rondvraag DIENST GEZONDHEID & JEUGD 8. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles Bespreekpunten Dienst Gezondheid & Jeugd Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. Bijdrageverordening 2019 Opiniërend Ter informatie Rondvraag REGIONALE AMBULANCE VOORZIENING ZHZ 11. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles ----

3 12. Bespreekpunten RAV ZHZ Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend Opiniërend Ter informatie Rondvraag KABINET 14. Bespreekpunten DG&J Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. Verslag vorige vergadering Opiniërend ---- Ter informatie Sluiting De voorzitter van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd ZHZ, Drs. H. van der Linden

4

5

6

7

8 Dordrecht, Onderwerp: Vaststellen inzet middelen naar de voorkant Serviceorganisatie 2019 Agendapunt: 6a Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Het Dagelijks Bestuur stelt u het volgende voor: Ontwerpbesluit 1. De inzet 'middelen naar de voorkant' van de Serviceorganisatie Jeugd Zuid- Holland Zuid 2019 vast te stellen. 2. De gemeentelijke bedragen, zoals opgenomen in onderstaande tabel, vast te stellen. Kern van de zaak Op 14 december 2017 is door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) besloten de nota "Duurzaam investeren in onze jeugd, meerjarenperspectief jeugdhulp Zuid-Holland Zuid" (verder Meerjarenperspectief) ter vaststelling aan te bieden aan deze raden. Deze nota is op 29 maart 2018 door het Algemeen Bestuur vastgesteld als regionaal beleidskader. Onderdeel van de in deze nota opgenomen ambities is het overhevelen van meer middelen naar de voorkant en daarbij gemeenten meer ruimte te bieden om met behulp van de lokale plannen meer maatwerk te realiseren. In de begroting 2019 van de SOJ is voor dit doel opgenomen, welk bedrag door de indexatie is verhoogd tot Dit stelt gemeenten in de gelegenheid invulling te geven aan de versterking van preventie ter voorkoming van de inzet van zware zorg. De afspraak is dat de wijze van inzet van deze middelen moet passen binnen de kaders van het Meerjarenperspectief. Specifiek geldt voor deze middelen dat deze bestemd zijn voor de inzet van extra expertise aan de voorkant/het wijk- of sociaal- of jeugdteam. Dit kan d.m.v. het uitbreiden van ggz-expertise, de inzet van mbo-ers t.b.v. LVB problematiek, of extra jeugdprofessionals. De gemeente bepaalt zelf wat het beste past bij de eigen vraag. Vanwege de regionale inzet van de middelen en het leereffect naar de regio (v.v.) is transparantie over de inzet van de middelen van groot belang. Per gemeente betekent dit dat de volgende bedragen beschikbaar zijn.

9 Reeds genomen besluiten Op 14 december 2017 is door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) besloten de nota "Duurzaam investeren in onze jeugd, meerjarenperspectief jeugdhulp Zuid-Holland Zuid" (verder Meerjarenperspectief) ter vaststelling aan te bieden aan deze raden. Op 29 maart 2018 is deze nota door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) vastgesteld als regionaal beleidskader voor de komende jaren. Het meerjarenperspectief is vastgesteld door 16 gemeenten en is hiermee het regionaal beleidskader voor de komende jaren. De gemeente Dordrecht heeft het meerjarenperspectief aangehouden, maar zich wel gecommitteerd aan de uitvoering van deze nota. Op 13 december 2018 is door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) vastgesteld een begrotingswijziging 2019 voor zienswijze voor te leggen aan de deelnemende gemeenten met als uitgangspunten: 1. Het jaar 2018 wordt als uitgangspunt genomen voor het bepalen van het benodigde bedrag van 2019, te weten de kosten van 2018 plus 2% indexatie + 2% opvang groei. 2. Voor de jaren 2020 en verder zullen voorstellen worden gedaan die qua lijn de eerder ingenomen vertrekpunten nemen t.a.v. de genoemde bedragen voor middelen naar de voorkant, en de afname van het gebruik en de kosten van jeugdhulp. Hierbij komt tot uiting dat de gedeelde ambities volledig worden gehandhaafd, maar qua resultaat iets worden getemporiseerd. 3. De invulling van de ambities zoals opgenomen in het MJP worden verder uitgewerkt en ingevuld op de 3 genoemde niveaus, waarbij de lokale plannen worden verbonden met de reeds lopende projecten van de SOJ en de inzet die er aan wordt toegevoegd door het gebruik van de regionale middelen uit het Transformatiefonds. 4. Er zullen in het eerste kwartaal van 2019 keuzes worden besproken en voorgelegd waarmee een halt kan worden toegeroepen aan een verdere toename in de uitgaven en vraag naar Jeugdhulp. 5. voorgenomen begrotingswijziging Met name de uitgangspunten 2, 3, en 4 zijn voor de voorliggende regeling van belang. Argumenten De handhaving van de ambities uit het MJP en de gekozen aanpak op de 3 niveaus (Gemeenten met een vastgesteld lokaal plan, de toegangsfunctie en de inzet van Specialistische jeugdhulp) in samenhang met elkaar dienen op termijn tot resultaat te leiden. Verdere plannen daartoe worden in het eerste kwartaal 2019 uitgebreid besproken en vastgesteld. Wat te doen met de continue stijging van de aantallen jeugdigen in- en kosten van de jeugdhulp wordt in de te vormen voorstellen meegenomen evenals de resultaten van een aantal projecten uit het MJP en de middelen vanuit het Transformatiefonds. Dit is een eerste (verdere) stap voor de inzet van middelen naar de voorkant, hetgeen betekent dat de procedure waarlangs de middelen verdeeld worden nog verder moet worden ingevuld. Het door een gemeente in vrijheid (binnen de gestede bestedingsdoelen) te besteden budget past in een regionaal beleid waarin de gemeenten met elkaar verantwoordelijk zijn en met elkaar willen leren op welke wijze de beperkte middelen effectief kunnen worden ingezet en de beste resultaten worden behaald.

10 Voorgestelde procedure Als gemeente kunt u bepalen of u de middelen wilt inzetten via inzet bij de stichting Jeugdteams of dat u dit via u zelf wilt laten verlopen. Kiest u voor de inzet bij de Stichting Jeugdteams dan zal de SOJ het budget van de Stichting Jeugdteams voor uw gemeente met dat bedrag verhogen. U dient dan zelf met de stichting Jeugdteams afspraken te maken over de inzet. Kiest u voor het bedrag via de eigen gemeente dan zullen wij dienaangaande een subsidiebeschikking opstellen. Kanttekeningen en risico s De inzet van deze middelen voorziet in een inhoudelijke ambitie zonder daarbij zekerheid te hebben dat de totale uitgaven voor jeugdhulp lager worden. Kosten, baten en dekking De bedragen worden uit de reeds vastgestelde begroting beschikbaar gesteld. Communicatie Na vaststelling van de reactie op de zienswijzen zullen deze worden gestuurd aan de 17 colleges en gemeenteraden. Juridische of personele consequenties N.v.t. Vervolgprocedure Na vaststelling van de regeling worden op verzoek van de gemeente de bedragen beschikbaar gesteld. Evaluatie en verantwoording Het meerjarenperspectief wordt jaarlijks aan de hand van de actualiteit herijkt. Bij deze actualiteit en de voorgelegde regeling past een individuele evaluatie per gemeente op de gekozen inzet van middelen en de inhoudelijke resultaten. Voorzover mogelijk ook de financiële resultaten. Vanuit de SOJ wordt nog meegedacht hoe de leereffecten voor de gehele regio kunnen worden verzameld. Portefeuillehouder: J. de Witte Informatie: P. Kadee Telefoonnummer: p.kadee@jeugdzhz.nl Bijlagen:

11 Ontwerpbesluit Het Algemeen bestuur besluit - een voorgenomen besluit te nemen tot vaststelling van de Bijdrageverordening DG&J op 16 mei in te stemmen met het voorgestelde ingroeimodel van 3 jaar - de Bijdrageverordening DG&J ter zienswijze voor te leggen aan de colleges van de deelnemers. Kern van de zaak In de AB vergadering van 15 november is besloten tot het uitwerken van een bijdrageverordening en als verdeelsleutel (conform het advies van de controllers) te hanteren: - voor de uitvoering JGZ; de verdeelsleutel jeugdigen (0-18) - voor de uitvoering van de Leerplichtwet; het aantal leer- en kwalificatieplichtigen 5 tot en met 17 jaar - voor de overige taken inclusief de dekking voor de overhead; het aandeel gemeentefonds (septembercirculaire, uitkeringsbasis gecorrigeerd voor inkomensmaatstaven) Voorgesteld wordt de bijdrageverordening vanaf de begroting 2021 toe te passen en de, beperkte, herverdeeleffecten als volgt over een periode van 3 jaar te spreiden. Begrotingsjaar Bijdrage 2020 Historisch /3 oud 1/3 nieuw /3 oud 2/3 nieuw 2023 Volledig nieuw Gelet op de financiële implicaties is het wenselijk om een zienswijzeprocedure te doorlopen. Het onderdeel SOJ van de GR DG&J heeft, gelet op haar specifieke en van de DG&J te onderscheiden takenpakket, een eigen bijdrageverordening Reeds genomen besluiten In de vergadering van het Algemeen Bestuur van februari 2017 is de notitie bijdrageverordening besproken. Deze notitie gaf inzicht in de huidige systematiek van bekostiging en benoemde de mogelijke uitgangspunten voor een bijdrageverordening. Het advies daarbij was onder meer om de bijdrage van de deelnemers op een zo eenvoudig, objectieve en kostenefficiënte manier vast te stellen met een verdeelsleutel gebaseerd op een doelgroepenbenadering. In deze vergadering zijn verschillende vragen gesteld en suggesties gedaan. Hierop is een reactie gegeven in een memo dat in de AB vergadering van 6 juli 2017 ter informatie is geagendeerd. In dit memo is voorgesteld om in de AB vergadering van september een presentatie te geven over de mogelijke verdeelsleutels die gehanteerd kunnen worden en de gevolgen hiervan.

12 In de AB vergadering september 2017 wordt het advies van de auditcommissie gevolgd. Besloten wordt een werkgroep in te stellen van controllers die de subregio s vertegenwoordigen en deze de opdracht te geven te adviseren over een geschikte verdeelsleutel. In de AB vergadering van november 2018 wordt besloten tot opvolging van het advies van de controllers ten aanzien van de verdeelsleutels en het uitwerken van een bijdrageverordening. In de vergadering is aangegeven dat een ingroeimodel gewenst is. Argumenten Het vaststellen van de deelnemerbijdragen voor het takenpakket van het onderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd van de GR DG&J is momenteel gekoppeld aan het vaststellen van de begroting. Hierin is een bijlage opgenomen waarin op basis van verschillende, historisch bepaalde verdeelsleutels de omvang van de bijdrage wordt bepaald. Al geruime tijd leeft de wens tot de juridische verankering van de deelnemerbijdragen in de vorm van een bijdrageverordening. Deze wens is ingegeven vanuit de beleving dat de huidige bijdragen vanuit een historische context tot stand zijn gekomen en niet (altijd) in relatie staan met de af te nemen diensten. Verder geeft een verordening ook meer houvast en transparantie ten aanzien van de wijze waarop de bijdragen tot stand komen. De in de bijdrageverordening gehanteerde systematiek en de toe te passen verdeelsleutels zijn in nauw overleg met de werkgroep van controllers uit de subregio's tot stand gekomen. Voor het ingroeimodel is aangesloten bij het model wat de Veiligheidsregio (VR) heeft toegepast bij het vaststellen van haar nieuwe bijdrageverordening. Bij de VR is uiteindelijk geopteerd voor een ingroeiperiode van 5 jaar. Aangezien de herverdeeleffecten bij de DG&J aanzienlijk kleiner zijn, is het voorstel om een ingroeiperiode van 3 jaar te hanteren. De zienswijze wordt gevraagd aan de colleges van de deelnemers aangezien deze verordening formeel niet voorgelegd hoeft te worden aan de raden van de deelnemers. Het is aan de colleges ter beoordeling op welke wijze zij haar raad wil betrekken bij het zienswijzeproces. Kanttekeningen en risico s Nvt. Kosten, baten en dekking Nvt. Communicatie Nvt. Juridische of personele consequenties Nvt. Vervolgprocedure Na het doorlopen van de zienswijzeprocedure wordt een definitief voorstel voorgelegd in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 16 mei. Evaluatie en verantwoording Nvt.

13 BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID-HOLLAND ZUID, ONDERDEEL DIENST GEZONDHEID & JEUGD Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid- Holland Zuid, Gelet op; artikel 36 en 42 van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid- Holland Zuid Besluit vast te stellen: Bijdrageverordening Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid Onderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd Artikel 1: Begripsbepalingen a. de regeling: de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & jeugd Zuid- Holland Zuid; b. het samenwerkingsverband: het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling c. deelnemer: een gemeente die deelneemt aan de regeling d. programmabegroting: de jaarlijks door het Algemeen Bestuur vast te stellen begroting waarvan het concept ter zienswijze is voorgelegd aan de raden van de deelnemers e. programma: de in de programmabegroting gehanteerde indeling voor de aan de diverse doelstellingen van de dienst gekoppelde taken en budgetten f. product: de in de programmabegroting en programma's gehanteerde onderverdeling en bundeling van gerelateerde activiteiten g voorlopige bijdrage: het bedrag dat een deelnemer krachtens de begroting voor een boekjaar aan het samenwerkingsverband is verschuldigd h. definitieve bijdrage: het bedrag dat een deelnemer krachtens de jaarrekening over een boekjaar aan het samenwerkingsverband is verschuldigd Artikel 2: Doel Deze verordening regelt de grondslag en de wijze van berekening van de door de deelnemers per boekjaar verschuldigde financiële bijdrage aan het onderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd van het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder a, van de regeling. Artikel 3: Grondslag voor bijdrage 1. Elke deelnemer is jaarlijks een bijdrage verschuldigd in de kosten van het samenwerkingsverband 2. Deze bijdrage is bedoeld ter dekking van de kosten voor de uitvoering van het in de begroting benoemde takenpakket Bijdrageverordening, versie januari

14 3. Per programma en product wordt bij het opstellen van de begroting en de jaarstukken voor het betreffende jaar in kaart gebracht welke kosten hieraan verbonden zijn, hierbij wordt rekening gehouden met de verwachte prijs- en loonindex (prijzen overheidsconsumptie) uit de septembercirculaire van het voorvorige begrotingsjaar (t-2). 4. Per programma en product wordt bij het opstellen van de begroting en de jaarstukken voor het betreffende jaar in kaart gebracht welke (structurele) inkomsten dan wel onttrekkingen aan bestemmingsreserves hieraan verbonden zijn, hiervan zij uitgezonderd de in deze verordening benoemde bijdragen 5. Als structurele inkomsten worden beschouwd die inkomsten die op basis van overeenkomsten en/of vastgestelde besluiten meerjarig in de begroting kunnen worden geraamd Artikel 4: Verdeling bijdrage De omvang van de bijdrage per deelnemer aan het onderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd van het samenwerkingsverband is als volgt opgebouwd; 1. Een bijdrage voor het conform artikel 3 bepaalde saldo van kosten en opbrengsten voor het programma Jeugdgezondheidszorg op basis van de verdeelsleutel; het aantal jeugdigen 0 tot en met 18 jaar 2. Een bijdrage voor het conform artikel 3 bepaalde saldo van kosten en opbrengsten voor het product uitvoering van de Leerplichtwet op basis van de verdeelsleutel; het aantal leer- en kwalificatieplichtigen 5 tot en met 17 jaar 3. Een bijdrage voor het conform artikel 3 bepaalde saldo van kosten en opbrengsten voor de overige producten, inclusief overhead op basis van de verdeelsleutel; het aandeel gemeentefonds (septembercirculaire t-2, de uitkeringsbasis gecorrigeerd voor inkomensmaatstaven) Artikel 5: Verdeelsleutels 1. Voor het vaststellen van het aantal jeugdigen en leer- en kwalificatieplichtigen worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 juli van het voorvorig begrotingsjaar gebruikt. 2. Indien tussen de begrotingsjaren significante herverdeeleffecten optreden door wijzigingen in, bijvoorbeeld, de gemeentefondsuitkeringen kan dit aanleiding geven tot het herijken van de in deze bijdrageverordening opgenomen verdeelsleutels. Artikel 6: Vaststelling Bijdrage 1. Het Algemeen Bestuur stelt jaarlijks in de begroting de voorlopige bijdrage per deelnemer vast. 2. Het Algemeen Bestuur stelt jaarlijks in de jaarrekening de definitieve bijdrage per deelnemer vast. 3. Deze bijdrage wordt zodanig gespecificeerd dat de deelnemer deze goed kan verwerken in zijn administratie. Artikel 7: Tarief 1. Voor taken die aanvullend of specifiek in opdracht van een deelnemer worden verricht, wordt een tarief gehanteerd dat in beginsel bestaat uit: a. het salaristarief (afhankelijk van inschaling) van de betreffende medewerker inclusief werkgeverslasten b. een opslag voor overheadkosten c. een opslag voor direct aan de taak toe te rekenen kosten en out of pocket kosten 2. Taken in opdracht van derden worden verricht tegen een tarief dat in beginsel bestaat uit: a. het salaristarief (afhankelijk van inschaling) van de betreffende medewerker inclusief werkgeverslasten b. een opslag voor overheadkosten c. een opslag voor direct aan de taak toe te rekenen kosten en out of pocket kosten d. een risico-opslag van 10% over de onderdelen a-c. Bijdrageverordening, versie januari

15 Artikel 8: Inwerkingtreding en bijstelling Deze verordening treedt in werking op 1 januari Artikel 9: Citeerwijze Deze verordening kan worden aangehaald als: Bijdrageverordening Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid. Aldus vastgesteld tijdens de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 11 april 2019 De secretaris, K.J. van Hengel De voorzitter, R van der Linden Bijdrageverordening, versie januari

16 Bijlage 1. Advies controllers verdeelsleutel bijdrageverordening DG&J Aanleiding Door het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd is besloten een werkgroep in te stellen van controllers die de subregio s vertegenwoordigen en deze de opdracht te geven te adviseren over een geschikte verdeelsleutel voor de bijdragen van de deelnemers aan de Dienst Gezondheid & Jeugd. Aanpak Vanuit de subregio's zijn de volgende (concern-)controllers afgevaardigd om de vraag van het AB op te pakken; - Jos Buijserd (Cromstrijen) - Marjon Dekker (Zwijndrecht) - Gé van Strien (Hendrik-Ido-Ambacht) - Peter Vermeulen (Gorinchem) Samen met de concerncontroller en de coördinator Financiën van de DG&J zijn de volgende processtappen gezet om te komen tot een advies. 1) schets van het takenpakket en de kostenstructuur van de DG&J 2) het vaststellen van de uitgangspunten voor de toepassing van de verdeelsleutel 3) het benoemen van de verdeelsleutels en het in kaart brengen van de effecten 4) weging en advies Schets van het takenpakket en de kostenstructuur van de DG&J Het takenpakket van de DG&J is relatief stabiel en bestaat vrijwel geheel uit wettelijke taken die in mandaat of delegatie worden uitgevoerd. Als gekeken wordt naar de in de begroting opgenomen programma's en producten is een 2-deling mogelijk naar: 1) generieke/verzekeringsproducten; programma 1. Publieke gezondheid, 2. Veilig Thuis en 5. Kennisprogramma waar alle inwoners profijt van hebben 2) producten die zich richten op een specifieke doelgroep; programma 3. Onderwijs en aansluiting arbeidsmarkt en Jeugdgezondheidszorg Met de bezuinigingsoperatie uit 2015 en de uitvoering van het daarmee samenhangende dekkingsplan is ingezet op uitvoering van taken op een sober/waakvlam niveau. Op bepaalde terreinen is er een zekere beleidsvrijheid ten aanzien van de wijze en intensiteit waarop de taak wordt uitgevoerd (programma gezondheidsbevordering, inspecties). De kwaliteit van de uitvoering van het takenpakket van de DG&J is geborgd door het toezicht dat wordt uitgevoerd door de inspecties van VWS (IGZ, Veilig Thuis) en de HKZ-certificering. Een groot deel van de in de begroting geraamde uitgaven is gerelateerd aan de personele omvang van de organisatie (en daarvan afgeleid direct aan de werkplek gerelateerde kosten).

17 De bijdrage aan de uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg wordt in de vorm van een subsidie verleend aan het consortium Rivas-Careyn. De keuze voor een (andere) verdeelsleutel zal op totaalniveau niet leiden tot een andere begroting. Wel zal er meer onderscheid kunnen zijn in de omvang van de individuele bijdragen van de gemeenten. Hieronder een weergave van de lasten/programma/product (gebaseerd op de begroting 2019). De bijdrageverordening is bedoeld voor die lasten die niet worden gedekt uit subsidies of ander structurele baten. In dit overzicht een bedrag van ca. 24,7 mln. Product Programma Lasten - Primair proces Subsidieoverige baten Saldo per product Overhead Totaal Infectieziektenbestrijding SOA/SENSE TBC Reizigers Technische Hygiëne Zorg Toezicht Kinderopvang Medische Milieukunde Gezondheidsbevordering Crisisorganisatie OGGZ Veilig Thuis volwassenen Veilig Thuis jeugd Crisisinterventieteam Leerplicht RMC Jeugdgezondheidszorg Jeugdpreventieteam Kennisprogramma Totaal Vaststellen van de uitgangspunten voor de toepassing van de verdeelsleutel Er zijn verschillende voorbeelden voor een (aanpassing) van een bijdrageverordening. Door de werkgroep is gekeken naar, onder meer, de Veiligheidsregio, de Service organisatie Jeugd, de Omgevingsdienst ZHZ en andere GGD-organisaties. Vanuit deze oriëntatie zijn door de werkgroep de volgende uitgangspunten benoemd voor de keuze voor een verdeelsleutel: 1) De verdeelsleutel is; a. objectief vast te stellen b. duurzaam 2) Verstoringen (afwijking ten opzichte van huidige bijdrage) worden zo mogelijk voorkomen dan wel middels een ingroeimodel gefaseerd 3) De berekening van de bijdrage is direct te herleiden naar de in de begroting benoemde programma s en producten en de daaraan toegerekende kosten en opbrengsten

18 4) Het verdeelmodel is indifferent ten aanzien van de toerekening van overhead aan producten. Mogelijke verdeelsleutels en effecten Door de werkgroep zijn, gelet op het takenpakket van de DG&J, de volgende relevante verdeelsleutels benoemd; - Aantal inwoners - Aantal jongeren (0-19) - Aantal leerlingen (5-19) - Relatief aandeel uitkering gemeentefonds (algemeen deel) In onderstaande tabel is aangeven welk procentuele bijdrage een gemeente levert bij toepassing van de betreffende verdeelsleutel. De gemeenten Leerdam en Zederik zijn in deze opstelling meegenomen ten behoeve van de vergelijkbaarheid ten opzichte van de huidige situatie. Gemeenten Inwoners % Jeugdigden % Leerlingen % GF % Alblasserdam ,10% ,53% ,50% ,84% Dordrecht ,33% ,82% ,49% ,39% H.I. Ambacht ,09% ,87% ,84% ,08% Papendrecht ,62% ,46% ,52% ,29% Sliedrecht ,12% ,30% ,14% ,40% Zwijndrecht ,10% ,49% ,42% ,77% Molenwaard ,99% ,21% ,30% ,84% Giessenlanden ,99% ,10% ,24% ,41% Gorinchem ,33% ,11% ,13% ,49% Hardinxveld-G'dam ,66% ,09% ,08% ,09% Leerdam ,28% ,35% ,37% ,55% Zederik ,84% ,04% ,95% ,32% Binnenmaas ,97% ,48% ,65% ,61% Cromstrijen ,62% ,34% ,40% ,14% Korendijk ,25% ,25% ,27% ,94% Oud-Beijerland ,92% ,03% ,14% ,26% Strijen ,80% ,52% ,55% ,59% Totaal Door de werkgroep is een 6-tal varianten doorberekend waarbij sprake is van een steeds verder verfijning naar doelgroep en toepassing van meerdere sleutels. Variant Verbijzondering doelgroep Verdeelsleutel 1) Nee - Inwoners 2) Ja, de uitvoering JGZ - Uitvoering JGZ jeugdigen (0-18), - Overig op inwoners 3) Ja, de uitvoering JGZ en uitvoering Leerplicht - Uitvoering JGZ; jeugdigen (0-18) - Uitvoering Leerplicht; Leerlingen - Overig op inwoners 4) Nee - Aandeel gemeentefonds 5) Ja, de uitvoering JGZ - Uitvoering JGZ jeugdigen (0-18), - Overig op aandeel gemeentefonds

19 6) Ja, de uitvoering JGZ en uitvoering Leerplicht - Uitvoering JGZ; jeugdigen (0-18) - Uitvoering Leerplicht; Leerlingen - Overig op aandeel gemeentefonds * In de opstellingen is een bedrag van ca voor VT buiten beschouwing gelaten omdat hier tussen centrumgemeenten en de subregio's aparte afspraken over zijn gemaakt

20 Variant 1. Gemeente Bijdrage obv huidig model* % Alles inwonerbijdrage Verschil absoluut Verschil % Alblasserdam ,18% ,98% Dordrecht ,03% ,53% H.I. Ambacht ,87% ,73% Papendrecht ,41% ,25% Sliedrecht ,21% ,61% Zwijndrecht ,17% ,72% Molenwaard ,09% ,75% Giessenlanden ,75% ,91% Gorinchem ,56% ,04% Hardinxveld-G'dam ,55% ,04% Leerdam ,59% ,76% Zederik ,63% ,00% Binnenmaas ,24% ,81% Cromstrijen ,28% ,97% Korendijk ,06% ,95% Oud-Beijerland ,69% ,98% Strijen ,69% ,32% Totaal

21 Variant 2. Gemeente Bijdrage obv huidig model* % JGZ op jeugdigen Overhead + overige prod. op inwoner Totaal Verschil absoluut Verschil % Alblasserdam ,18% ,63% Dordrecht ,03% ,12% H.I. Ambacht ,87% ,67% Papendrecht ,41% ,18% Sliedrecht ,21% ,14% Zwijndrecht ,17% ,69% Molenwaard ,09% ,24% Giessenlanden ,75% ,70% Gorinchem ,56% ,34% Hardinxveld-G'dam ,55% ,47% Leerdam ,59% ,12% Zederik ,63% ,48% Binnenmaas ,24% ,64% Cromstrijen ,28% ,52% Korendijk ,06% ,00% Oud-Beijerland ,69% ,06% Strijen ,69% ,11% Totaal

22 Variant 3. Gemeente Bijdrage obv huidig model* % JZG op jeugdigen Leerplicht op leerplichtigen Overhead + overige prod. op inwoner Totaal Verschil absoluut Verschil % Alblasserdam ,18% ,90% Dordrecht ,03% ,32% H.I. Ambacht ,87% ,02% Papendrecht ,41% ,13% Sliedrecht ,21% ,13% Zwijndrecht ,17% ,90% Molenwaard ,09% ,85% Giessenlanden ,75% ,95% Gorinchem ,56% ,41% Hardinxveld-G'dam ,55% ,80% Leerdam ,59% ,07% Zederik ,63% ,60% Binnenmaas ,24% ,47% Cromstrijen ,28% ,26% Korendijk ,06% ,03% Oud-Beijerland ,69% ,19% Strijen ,69% ,52% Totaal

23 Variant 4. Gemeente Bijdrage obv huidig model* % Alles GF Verschil absoluut Verschil % Alblasserdam ,18% ,20% Dordrecht ,03% ,90% H.I. Ambacht ,87% ,55% Papendrecht ,41% ,83% Sliedrecht ,21% ,61% Zwijndrecht ,17% ,60% Molenwaard ,09% ,59% Giessenlanden ,75% ,41% Gorinchem ,56% ,43% Hardinxveld-G'dam ,55% ,04% Leerdam ,59% ,86% Zederik ,63% ,54% Binnenmaas ,24% ,12% Cromstrijen ,28% ,32% Korendijk ,06% ,91% Oud-Beijerland ,69% ,15% Strijen ,69% ,96% Totaal

24 Variant 5. Gemeente Bijdrage JGZ op Overhead + Verschil Versch Totaal obv huidig jeugdigen overige absoluut il % Alblasserdam ,18% ,81% Dordrecht ,03% ,64% H.I. Ambacht ,87% ,10% Papendrecht ,41% ,64% Sliedrecht ,21% ,75% Zwijndrecht ,17% ,37% Molenwaard ,09% ,19% Giessenlanden ,75% ,11% Gorinchem ,56% ,23% Hardinxveld-G'dam ,55% ,44% Leerdam ,59% ,85% Zederik ,63% ,66% Binnenmaas ,24% ,73% Cromstrijen ,28% ,27% Korendijk ,06% ,77% Oud-Beijerland ,69% ,77% Strijen ,69% ,91% Totaal

25 Variant 6. Gemeente Bijdrage obv JGZ op Leerplicht op Overhead + overige Verschil Totaal huidig model* jeugdigen leerplichtigen prod. op GF absoluut Verschil % Alblasserdam ,18% ,37% Dordrecht ,03% ,90% H.I. Ambacht ,87% ,93% Papendrecht ,41% ,54% Sliedrecht ,21% ,61% Zwijndrecht ,17% ,05% Molenwaard ,09% ,06% Giessenlanden ,75% ,26% Gorinchem ,56% ,73% Hardinxveld-G'dam ,55% ,34% Leerdam ,59% ,96% Zederik ,63% ,32% Binnenmaas ,24% ,17% Cromstrijen ,28% ,95% Korendijk ,06% ,22% Oud-Beijerland ,69% ,24% Strijen ,69% ,98% Totaal

26 Weging en advies De werkgroep adviseert, gelet op de gehanteerde uitgangspunten, de volgende verdeelsleutels (variant 6); - voor de uitvoering JGZ; de verdeelsleutel jeugdigen (0-18), - voor de uitvoering van de Leerplichtwet; het aantal leerlingen en - voor de overige taken inclusief de dekking voor de overhead; het aandeel gemeentefonds (septembercirculaire uitkeringsbasis gecorrigeerd voor inkomensmaatstaven) Gelet op de aard van het takenpakket van de DG&J is toepassing van een algemene en een specifieke verdeelsleutel te prefereren boven het toepassen van 1 generieke verdeelsleutel. Er is immers sprake van een onderscheid in uitgaven die gedaan worden voor taken die voor elke deelnemer in gelijke mate beschikbaar zijn (generieke/ verzekeringsproducten) en taken die zich richten op een specifieke doelgroep. Het ligt in de rede om dit onderscheid ook door te trekken naar de te hanteren verdeelsleutels. Verder is bij de uitwerking duidelijk zichtbaar dat het toepassen van een verdeelsleutel op draagkracht voor de overige taken leidt tot de minste herverdeeleffecten in positieve en negatieve zin alsook qua gemiddelde afwijking. Dit is verklaarbaar doordat de huidige bijdragen ook een element van dit principe in zich dragen (de JGZ bijdrage is mede gebaseerd op de historische doeluitkering, de bijdrage voor Veilig Thuis deels op basis van de decentralisatie-uitkering). Ten aanzien van de overhead is gekozen om die voor het berekenen van de bijdragen niet eerst toe te rekenen naar de verschillende taken maar als 'totaal' mee te nemen. Belangrijkste argument hiervoor is dat de overhead als zodanig niet direct te relateren is aan 1 concrete taak maar ingezet wordt op de ondersteuning en het faciliteren van zowel het primair proces als de (bestuurlijke) besluitvorming. Herverdeeleffecten; Variant Grootste negatieve afwijking Grootse negatieve afwijking Grootste positieve afwijking Grootste positieve afwijking Gemiddelde afwijking (ongewogen) absoluut procentueel absoluut procentueel , ,76 3,2% , ,12 3,7% , ,32 3,7% , ,55 5% , ,91 0,9% , ,98 0,6%

27

28

29

30

31 Het Algemeen Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid; Gelet op; Artikel 36 en 42 van de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid- Holland Zuid B e s l u i t : - een voorgenomen besluit te nemen tot vaststelling van de Bijdrageverordening DG&J op 16 mei in te stemmen met het voorgestelde ingroeimodel van 3 jaar - de Bijdrageverordening DG&J ter zienswijze voor te leggen aan de colleges van de deelnemers. Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 7 februari 2019, de secretaris de voorzitter, K.J. van Hengel H. van der Linden