HET MARNIX 1a beschrijving accommodatie 1b organisatorische aandachtspunten

Transcriptie

1 HET MARNIX 1a beschrijving accommodatie Het Marnix bestaat uit een wedstrijdbad van 25 meter en een instructie van 2o meter lang, met beide een beweegbare bodem. Het wedstrijdbad en het instructiebad worden van elkaar gescheiden door een wand van steen en glas. Alleen het wedstrijdbad is toegankelijk voor het schoolzwemmen. In het wedstrijdbad wordt per dagdeel bekeken hoe het bad wordt ingedeeld. Dit hangt af van de groepsgroottes en de verschillende niveaus van de deelnemers. Niveau 1, 2 en 3 wordt gegeven op het ondiepe gedeelte van de verstelbare bodem. De bodem bij het startblok heeft een diepte van 2.10 meter en loopt op naar een diepte die gewenst is van minimaal 86 cm voor het instructiegedeelte (niveau 1, 2, 3). De B-baan, C-baan en C+ groepen zullen rouleren tussen de overige vakken/ banen in het wedstrijdbad. Er is een bufferbaan (tussen ondiep en diep) die in eerste instantie dient voor de vergroting van de veiligheid. Deze kan ook gebruik worden als overgang van niveau 3 naar de A-baan. Dit kan alleen als een zwemonderwijzer in deze bufferbaan staat. De bufferbaan kan ook voor niveau A gebruikt worden. Ook is er een mogelijkheid om met deze baan te rouleren en meerdere groepen van deze baan gebruik te laten maken. Dit wordt per dagdeel afgesproken met het team en hangt af van de groepsgroottes. 1b organisatorische aandachtspunten - De binnenkomst van de leerlingen vindt plaats via de zijdeur van het zwembad. Van de begeleiders van de leerlingen wordt verwacht dat ze zorgdragen voor het aanmelden van hun leerlingen in het gebouw. Ze moeten hiervoor bij de receptie doorgeven hoeveel kinderen mee zijn. Hier krijgen de begeleiders ook een bandje wat nodig is voor het elektronisch toegangsysteem. Bij het verlaten van het gebouw wordt dit toegangsbandje weer ingeleverd bij de receptie en wordt de groep weer afgemeld. - Voor de schoolzwemgroepen zijn kleedkamers gereserveerd. Per dagdeel worden de deuren van de kleedkamers 45 minuten voor aanvang van het schoolzwemmen voorzien van de informatie dat kleedkamers 3, 4, 5 en 6 gereserveerd zijn. - De begeleiding van het schoolzwemmen brengt de deelnemers 5 minuten voor aanvang van de zwemles naar zwemzaal en zorgt ervoor dat de leerlingen rustig plaatsnemen op de grond aan de kopse kant van het zwembad. De begeleiding houdt toezicht op de leerlingen. Bij binnenkomst in het zwembad komt eerst één (of meerdere) begeleider(s) binnen, daarna de leerlingen, daarna de andere begeleider(s). De begeleiders geeft door hoeveel deelnemers mee zijn naar het zwembad aan de teamleider van het zwembad. Dit wordt nageteld en vanaf dat moment neemt het zwemteam de verantwoordelijkheid over van de begeleiders. Dit betekent echter niet dat de begeleiders dan geen toezicht meer hoeven te houden, dat blijft belangrijk! - Vanuit het zwemteam wordt een opening gedaan en vanaf daar gaan de kinderen naar hun zwemonderwijzer. - Het Marnix maakt gebruik van een elektronisch leerlingvolgsysteem. Hiervoor is het van belang dat scholen namen, geboortedata en evt. van belang zijnde bijzonderheden

2 (voorbeelden: epilepsie, suikerziekte etc.) tijdig en juist aanlevert. Tijdens het jaar kan de school om een update gevraagd worden. Het is van belang om deze z.s.m. aan te leveren. - De hierboven genoemde informatie wordt niet langer dan één schoolzwemseizoen bewaard. Na afloop van het schoolzwemmen wordt deze informatie gewist. - Aan het einde van de zwemles verzamelen alle deelnemers weer aan de kopse kant van het zwembad. - Het zwemteam telt de kinderen en stemt dit af met de begeleider van school. Daarna volgt een afsluiting en vanaf dat moment zijn de kinderen weer de volledige verantwoordelijkheid van de begeleiders van school. 2 materiaal Er is divers materiaal aanwezig, waaronder: duikringen, zwemvlot, lesplanken, hoepels, zwemschermen, etc. 3 ongevallen en calamiteiten De EHBO ruimte is te vinden in het instructiebad op de korte zijde bij de doorgang naar het wedstrijdbad. Op de deur staat de toegang naar de EHBO ruimte aangegeven (sticker). De EHBO ruimte is niet vrij toegankelijk voor het publiek. Medewerkers van Het Marnix zullen hier altijd bij aanwezig moeten zijn. De elektronische toegangscontrole is op deze ruimte van toepassing. De EHBO ruimte is rechthoekig met een afmeting van 4 meter in de lengte en 2,5 meter in de breedte. EHBO-gevallen en calamiteiten zullen volgens procedures afgehandeld worden die beschreven staan in het toezichtplan/ calamiteitenplan. Indien gewenst liggen beide ter inzage in het kantoor op de zwemzaal, bovendien wordt desgewenst een digitale kopie verstrekt. Taak personeel Indien zich in Het Marnix een ongeval voordoet waarbij één of meerdere personen gewond raken, moet handelend worden opgetreden. De teamleider zal worden gewaarschuwd en zal met behulp van de schoolbegeleiding de calamiteit afhandelen. Dit betekent o.a. dat er een duidelijk melding van het voorval moet komen naar het team schoolzwemmen van Sportstimulering Amsterdam en naar de manager van Het Marnix. Waarschuwen omgeving: na het ontdekken van het ongeval moet men zo mogelijk personen in de directe omgeving waarschuwen. Dit dient een tweeledig doel namelijk: - Mogelijk is een EHBO-er in de buurt van het voorval. Dan kan z.s.m. eerste hulp worden verleend. - Het slachtoffer moet bij voorkeur niet alleen worden gelaten. Het is zeer belangrijk dat er alarm wordt geslagen. Met het waarschuwen van de directe omgeving kan het slachtoffer worden begeleid en het incident worden gemeld. Alarmeren Voor het inschakelen van de professionele hulpverlening is het essentieel dat het ongeval wordt gemeld. De alarmering kan telefonisch via het interne alarmnummer 100 of via de portofoon gedaan worden. Indien men zich in de directe omgeving van de receptie bevindt, kunt u de melding uiteraard ook persoonlijk doen. Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk de plaats waar het slachtoffer zich bevindt. Geef uw naam, (plaats in) het gebouw en afdeling. Vervolgens geef u, indien mogelijk, aan wat de aard van de verwondingen is. Geef verder door of er al EHBO wordt verleend.

3 4 fasering van eindtermen De leerlingen worden in niveau groepen ingedeeld. Het is zeer belangrijk dat het kind op het juiste niveau zit. Dit kan alleen als het leerlingvolgsysteem goed wordt bijgehouden en de lesinhouden worden gekozen uit deze informatie in het systeem. Niveau 1 Springen en eruit klimmen 5 tellen onder water plus uitblazen 2 meter borstcrawlbenen met uitblazen in het water 2 meter rugcrawl benen met de oren in het water Onder water door een zinkhoepel zwemmen en bovenkomen in een drijfhoepel 5 seconden ontspannen drijven op de buik 5 seconden ontspannen drijven op de rug Onder de breedte van een mat doorzwemmen Rollend om de lengte-as van een mat te water gaan 5 seconden gehurkt drijven met een drijfvoorwerp Dolfijnsprong (draai om de breedte-as) Niveau 2 Springen vanaf een vlot/ mat, geheel onder water gaan zonder onder de mat te gaan en op de mat klimmen 10 meter technisch goede enkelvoudige rugslag (geautomatiseerd waarbij de beenslag, stuwvlakken, bewegingsritme en uitdrijven zichtbaar zijn) 3 meter onder water zwemmen door een poortje, bovenkomen in een wakzeil 3 meter borstcrawl met armen en benen Draaien van buik naar rug 7 seconden ontspannen drijven op de buik 7 seconden ontspannen drijven op de rug 5 seconden helphouding (oren droog) Handstand (draai om de breedte-as)

4 Niveau 3 10 meter technisch goede schoolslag met het hoofd boven water en een ademhaling 10 meter technisch goede enkelvoudige rugslag (geautomatiseerd waarbij de beenslag, stuwvlakken, bewegingsritme en uitdrijven zichtbaar zijn) 3 meter onder water zwemmen door een duikzeil en boven komen in een wakzeil Zwemmen onder een lijn door, daarbij draaiend van buik naar rugligging 4 meter borstcrawl met armen en benen 4 meter rugcrawl met armen en benen 10 seconden uitdrijven op de buik met afzet van de kant inclusief inzetten van een slag 10 seconden uitdrijven op de rug met afzet van de kant inclusief inzetten van een slag 7 seconden helphouding (oren droog) Diepwatergewenning bestaande uit 30 seconden watertrappen en springvormen (pas oefenen nadat bovenstaande onderdelen voldoende zijn afgetekend) Koprol (draai om de breedte-as) A-, B- en C- diploma: zie bijlage 1 voor het examenprogramma 5 wennen aan het diepe Leerlingen uit niveau 3 gaan wennen aan diep water als deze leerlingen voldoen aan de eisen van dit niveau. Het team bespreekt dit met elkaar. De leerlingen gaan altijd onder begeleiding oefenen in het diepe. De zwemonderwijzer zal vaak zelf in het water zijn. 6 doorsturen Als de deelnemer de doelen van zijn niveau heeft behaald, zal deze worden overgeplaatst naar het volgende niveau. Dit gaat als volgt: - De zwemonderwijzer zal het kind na de eerste 10 minuten van de les laten oefenen op het volgende niveau. Dit is met de mededeling dat het om oefenen gaat. - De zwemonderwijzers zullen zelf beoordelen en testen op de doelen van het niveau van de leerling of deze klaar is voor het volgende niveau. Als dat zo is, wordt het kind overgeplaatst. - De teamleider schoolzwemmen bewaakt het niveau en coacht de zwemonderwijzer op het gewenste maximaal haalbare niveau per deelnemer. 7 organisatie diplomazwemmen In het seizoen worden tijdens de lessen vorderingen bijgehouden. Als alle normen voldoende zijn, krijgt de leerling de eerst volgende les zijn diploma. Er hoeft niet afgezwommen te worden. In de zwemlessen vindt een aangepast programma plaats, rekening houdend met de beschikbare ruimte. Bij de start van de eerst volgende les wordt het diploma uitgereikt en zal de teamleider schoolzwemmen de afzwemmer(s) begeleiden naar hun volgende niveau.

5 8 systeem van materiaalgebruik Materialen per niveau wisselen per week.