OPERATIONEEL PLAN SEARCH-AND-RESCUE (OPPLAN-SAR)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPERATIONEEL PLAN SEARCH-AND-RESCUE (OPPLAN-SAR)"

Transcriptie

1 OPERATIONEEL PLAN SEARCH-AND-RESCUE (OPPLAN-SAR)

2 i INHOUDSOPGAVE VOORWOORD VERSIE 6...iii AANVULLINGSBLADEN REGISTRATIE... iv DISTRIBUTIE... v LIJST VAN AFKORTINGEN... ix DEEL A DE SAR DIENST HET REDDINGSCOÖRDINATIECENTRUM MIDDELEN TEN BEHOEVE VAN DE SAR-DIENST RELATIES MET PLAATSELIJK VERANTWOORDELIJKE AUTORITEITEN MEDISCHE EVACUATIE DEEL B HET NOOD-, SPOED-, EN VEILIGHEIDSVERKEER (NSV-verkeer) DE FASEN VAN NOODTOESTAND SAMENVALLEN VAN VERANTWOORDELIJKHEIDSGEBIEDEN ZOEKGEBIEDEN / ZOEKPLANNEN BEËINDIGEN OF ONDERBREKEN VAN SAR-ACTIES RADIO MEDISCHE DIENST DUIKONGEVALLEN PROCEDURE AANVRAAG LUCHTSTEUN (VERKENNING) PARTICULIEREN. 38 DEEL C BIJLAGE C1: ORGANISATIE SAR-DIENST BIJLAGE C2: JRCC DEN HELDER BIJLAGE C3: EENHEDEN EN DIENSTEN BIJLAGE C4: HELIKOPTERS (ROTARY WING) BIJLAGE C5: VLIEGTUIGEN (FIXED WING) BIJLAGE C6: KONINKLIJKE NEDERLANDSE REDDING MAATSCHAPPIJ BIJLAGE C7: ACC SCHIPHOL BIJLAGE C8: MILATCC BIJLAGE C9: KORPS LANDELIJKE POLITIEDIENSTEN BIJLAGE C10: ZEEVERKEERSPOSTEN, VERKEERSCENTRALES EN MELDPOSTEN BIJLAGE C11: SAR-BESCHIKKING BIJLAGE C12: OVEREENKOMST VOOR DE SAR-DIENST V&W MET DEFENSIE 76 BIJLAGE C13: OVEREENKOMST VOOR DE SAR-DIENST V&W MET KNRM BIJLAGE C14: SAR-OVEREENKOMST V&W MET DUITSLAND BIJLAGE C15: OPERATIONAL AGREEMENT BETWEEN DUTCH AND GERMAN SAR-ORGANISATIONS BIJLAGE C16: NCP / FIR BIJLAGE C17: RMD SAMENWERKINGSOVEREENKOMST, V&W MET KNRM EN KM BIJLAGE C18: SAMENWERKINGSOVEREENKOMST DKW MET BST BIJLAGE C19: OVEREENKOMST NL MET BELGIE OVER TZ/CP BIJLAGE C20: INMARSAT C COAST EARTH STATIONS BIJLAGE C21: GMDSS NETHERLANDS SEA AREA A BIJLAGE C22: GMDSS SYSTEEM / COSPAS-SARSAT BIJLAGE C23: FREQUENTIES GMDSS

3 ii BIJLAGE C24: INTERCONNECTIE SCHEMA JRCC DEN HELDER BIJLAGE C25: JRCC SAR- SITREP/SEARCH ACTION PLAN BIJLAGE C26: OSC NUMBERED SAR-SITREPS BIJLAGE C27: SAMENWERKINGSREGELING KWC MET DE DIRECTIE ZEELAND VAN RWS BIJLAGE C28: SAMENWERKINGSREGELING KUSTWACHTCENTRUM MET HET GEMEENTELIJK HAVENBEDRIJF ROTTERDAM BIJLAGE C29: SAMENWERKINGSREGELING KUSTWACHT MET DE GEMEENTE DEN HAAG BIJLAGE C30: SAMENWERKINGSREGELING KUSTWACHTCENTRUM MET HET GEMEENTELIJK HAVENBEDIJF AMSTERDAM BIJLAGE C31: SAMENWERKINGSREGELING KUSTWACHTCENTRUM MET DE KM TE DEN HELDER BIJLAGE C32: SAMENWERKINGSREGELING KUSTWACHTCENTRUM MET DE DIRECTIE NOORD NEDERLAND VAN RWS BIJLAGE C33: AANGRENZENDE RCC S BIJLAGE C34: SAMENWERKINGSOVEREENKOMST J-SAR BIJLAGE C35: PROTOCOL VOOR HELIKOPTER INZET DOOR DE RADIO MEDISCHE DIENST VAN DE KNRM BIJLAGE C36 GRIP PROCEDURE

4 iii VOORWOORD VERSIE 6 1.In dit operationeel plan Search-And-Rescue (OPPLAN-SAR) zijn opgenomen de beschrijving van de SAR-dienst, de beoogde werkwijze en de te volgen procedures. Het OPPLAN SAR vindt zijn oorsprong in artikel 6 van De regeling inzake de organisatie van de opsporing en redding van 26 augustus Daarnaast dient Volume II Mission Co-ordination van de IAMSAR Manual, de International Aeronautical and Maritime Search and Rescue Manual, als naslagwerk om de procedures te harmoniseren conform internationale richtlijnen. 2.Het OPPLAN-SAR wordt in opdracht van de directeur Kustwachtcentrum beheerd door het Hoofd CCC (Communicatie en Coördinatie Centrum) van het Kustwachtcentrum (KWC), Postbus 10000, 1780 CA Den Helder (telefoon: , fax: , anja.nachtegaal@ kustwacht.nl). 3.De inhoud van het OPPLAN (versie 6) is bij ontvangst van kracht. De distributie gaat per cd-rom (PDF file) en het is de bedoeling dat deze geheel wordt uitgeprint zodat een geprint werkexemplaar in de blauwe map opgelegd wordt. De cd-rom kan op interne sites geplaatst worden.wijzigingen op het OPPLAN-SAR worden bekend gesteld door middel van genummerde versies en verschijnen wanneer zulks noodzakelijk is. Deelnemers in of instanties betrokken bij de SAR-dienst worden verzocht hun wijzigingen en/of aanvullingen in te dienen bij het Hoofd CCC van het Kustwachtcentrum. Datum van uitgifte: 1 juni De DIRECTEUR KUSTWACHT R. van der Woude Kapitein ter Zee

5 iv AANVULLINGSBLADEN REGISTRATIE Van het invoegen van nieuwe versies wordt aantekening in onderstaande tabel gemaakt. Geadviseerd wordt om de cd-rom geheel uit te printen en in uw blauwe OPPLAN SAR te voegen. Ook kan het PDF file in uw on line syteem gevoegd worden. AANVULLINGSBLADEN BIJGEWERKT DOOR DATUM INVOEGEN NUMMER DATUM FUNCTIE NAAM INGEVOEGD DOOR AVB HPPV van der Hout AVB HPPV van der Hout AVB HPPV Bussemaker AVB HPPV Bussemaker AVB HPPV Bussemaker VERSIE HPPV Rood

6 v DISTRIBUTIE EXTERNE DISTRIBUTIE Aantal Aëroclub Zeeland Barend Biesheuvel Belgacom...1 Bristow Helikopters...1 BST...1 Centrale Meldpost IJsselmeer (Lelystad)...1 Centrale Meldpost Waddenzee & Verkeerscentrale (Brandaris)...1 Centrale Meldpost Oosterschelde (Wemeldinge)...1 Commissaris der Koningin in de provincie Flevoland...1 Commissaris der Koningin in de provincie Friesland...1 Commissaris der Koningin in de provincie Groningen...1 Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland...1 Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland...1 Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland...1 DCC V&W...1 DGG Directeur Transportveiligheid...1 Projectleider Noordzee aangelegenheden...1 Nationale nautische verkeersdienstopleiding...1 Douane Directeur, t.a.v. hoofd Douane district Amsterdam...1 Zeearend...1 Visarend...1 Gem. Dienst Haven- en Marktwezen Den Haag...1 Verkeerscentrale (Scheveningen)...1 Gem. Havenbedrijf Amsterdam Rijkshavenmeester...1 Nautische sector West...1 Verkeerscentrale IJmuiden...1 Gem. Havenbedrijf Rotterdam Rijkshavenmeester...1 Directie Scheepvaart, Regio Hoofd Operaties (Europoort)...1 Verkeerscentrale Hoek van Holland...1 Grondstation Burum...2 Schreiner Airways Rotary Wing...1 KNBRD...1 KNRM...46 Koninklijke luchtmacht Staf Tactische Luchtmacht...1 Luchtmachtstaf, afdeling helikopters...1 MILATCC (Opsroom, opleiding/instructie)...1

7 vi Vliegbasis Leeuwarden (Cdt, WingOps, Cdt SAR-flight)...3 Vliegbasis Gilzen-Rijen (VOTC)...1 Koninklijke Marechaussee... C-brigade Delfzijl, Zoutkamp, Den Helder, IJmuiden, Vlissingen, Terneuzen...6 C-brigade, C-District Noord-Holland/Utrecht, Zuid-Holland/Zeeland...3 C-District Noord...1 Hoofd Afdeling Operatiën...1 Koninklijke marine Verkeerscentrale Den Helder...1 CMM Den Helder...1 Commandant Belgisch-Nederlandse Operationele School...3 Duikmedisch Centrum...1 Groep Maritieme Helikopters (Cdt, CS, CVSQ 7, CVSQ 860, OPS)... 5 Groep Maritieme Patrouille Vliegtuigen (Cdt, CVSQ 320, CVSQ 321, HMS)...4 Marinestaf (Afd. Luchtvaart, Juridische zaken, OPS BDZ)...2 GES (fregatten)...10 ABNL...3 Staf FREGRON...1 Commandant Mijnendienst t.b.v. Mijnenbestrijdingsvaartuig Kustwachttaken...1 Commandant Mijnendienst, bureau Planning en Coördinatie...1 Mijnendienst,(MBV s)...10 Korps Landelijke Politiediensten AICP...1 Poule coördinator luchtwaarnemers...1 Hoofd Divisie Ondersteuning...1 Dienst Luchtvaartpolitie...2 P-41 Vlissingen...2 P-42 IJmuiden...1 P-44 Delfzijl...1 P-48 Den Helder...1 P-49 Harlingen...1 Unit Noordzee...1 Loodswezen...1 Kustwacht Oostende MRCC Oostende...1 Luchtverkeersleiding Amsterdam...1 Martinair Lelystad...1 MSCN...1 NCC...1 NOGEPA...1 PKHN, secretariaat...1 RAC Apeldoorn...1 RAC Flevoland...1 RAC Den Haag (Haaglanden)...1 RAC Fryslân...2 RAC Gooi en Vechtstreek...1

8 vii RAC Groningen...1 RAC Haarlem...1 RAC Leiden...1 RAC Noord-Holland Noord...1 RAC Purmerend...1 RAC Rotterdam...1 RAC Vlissingen...1 RCC Brussel...1 Rijkswaterstaat Directie Noord-Nederland (dienstkring Waddengebied Groningen)...1 Directie Noord-Nederland (dienstkring Waddenzee-West)...1 Directie Noordzee...1 Directie Noordzee (contactpersoon PH-MNZ)...1 HID Directie Noordzee...1 HID Zeeland...7 Noord-Nederland (afd. ANZ)...5 Calamiteiten Coördinatie Centrum Directie Noordzee...1 Scheepvaartdienst Oosterschelde... 1 Scheepvaartdienst Westerschelde... 1 Verkeerscentrale Vlissingen... 1 Zeeverkeerspost Ouddorp...1 Svitzer Wijsmuller... 1 Smit Salvage...1 Texel Air...1 Directie Noordzee hoofdafdeling nautische infrastructuur...1 Frans Naerebout...1 Nieuwe Diep...1 Rotterdam...1 Schuitegat...1 Terschelling...1 Vliestroom...1 Waddenzee...1 Vliegwerk Holland...1 Waker...1 Wings over Holland...1 Zee verkeersposten Schiermonnikoog...1 Ameland...1 Texel...1

9 viii INTERNE DISTRIBUTIE KWC Aantal DKW...1 HAO...1 BPPV...2 HPPV...1 CCC...1 UTT...3 Liaison V&W...1 OT-ruimte...1 Administratie...1 Bureau communicatie & infra HCATI...1 NOREX oefencoördinator...1 Stafbureau Noordzee Officieren van Justitie...1 Opleiding...5

10 ix LIJST VAN AFKORTINGEN ACC ABNL ACO ADAS AFTN AICP AIP ALERFA AOR-E/W ATC AVB BST CCC COSPAS/SARSAT CoRT CP CPA CTPI CZMNED DCC DETRESFA DF DGG DGL DKW DKWC DLP DMC DSC EEZ EZ-AT EZ-AT afd TSO EGC ELT EPIRB ETA FIR FMCC GBT GMDSS GPS Area Control Centre (Amsterdam - Schiphol) Admiraal Benelux Aircraft Co-ordinator Action Data System (Kustwacht logging system) Aeronautical Fixed Telecommunication Network Afdeling Informatie- en Communicatiecentrum van het KLPD Aeronautical Information Publication Alert phase Atlantic Ocean Region-East/West Air Traffic Control (LVB) Aanvullingsblad Berging en Sleepvaartmij. Theunisse-Okker (op Zeeuwse- en Zuid- Hollandse wateren) Communicatie en Coördinatie Centrum (op het KWC) Cosmicheskaya Sistyema Poiska Avariynich Sudov / Search and Rescue Satellite Aided Tracking Commando Rampterreing Continentale Plat Centrale Post Ambulancevervoer Coördinator Ter Plaatse Incident Commandant der Zeemacht in Nederland Departementaal Coördinatie Centrum Distress phase Direction finding Directoraat-Generaal Goederenvervoer Directoraat-Generaal Luchtvaart Directeur Kustwacht Directeur van het Kustwachtcentrum Dienst Luchtvaart Politie (vh PLD) Duikmedisch centrum Digital Selective Calling Exclusieve Economische Zone (vh NCP) Economische Zaken- Agentschap Telecom Economische Zaken- Agentschap Telecom afd Toegepast Spectrum Onderzoek Enhanced Group Call Emergency Locator Transmitter Emergency Position Indicating Radio Beacon Estimated Time of Arrival Flight Information Region (ATC) of First Impression Report French Mission Control Centre Gemeentelijk Beleidsteam Global Maritime Distress and Safety System Global Positioning System

11 x GRIP HAO HMR IBTN ICAO ID IMO INCERFA INMARSAT IOR ITU IVW-DL IVW-DS JRCC J-SAR khz KLPD KLu KM KMar KNBRD KNRM KWC LES LOTT LUT MAUW MCA MCC MEDEVAC MHz MILATCC MLD MLZ MMSI MP MRCC MSI MVKK MVKV NAVTEX NCC NCP NCS NM NOCR NOGEPA NOTAM Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdins Procedure Hoofd Afdeling Operaties Hydro Meteocentrum Rijnmond Interdepartementaal Beleidsteam Noordzee International Civil Aviation Organization Identification International Maritime Organisation Uncertainty phase International maritime satellite Indian Ocean Region International Telecommunication Union Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Luchtvaart Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart Joint Rescue Co-ordination Centre (maritiem en aëronautisch) Offshore SAR helikopter gevlogen door Bristow kilo Herz Korps Landelijke Politiediensten Koninklijke Luchtmacht Koninklijke Marine Koninklijke Marechaussee Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Kustwachtcentrum Land earth station t.b.v. INMARSAT Landelijk Organisatie Trauma Teams Local User Terminal Maximum All Up Weight Maritime and Coastguard Agency (Engelse Kustwacht) Mission Control Centre Medische evacuatie Mega Herz Military Air Traffic Control Centre (Nieuw-Milligen) Marine Luchtvaart Dienst Maritimes Lage Zenter Maritime Mobile Service Identity Meldpost Maritime Rescue Co-ordination Centre Maritime Safety Information Marinevliegkamp De Kooy (bij Den Helder) Marinevliegkamp Valkenburg (bij Leiden) Navigatie Telex Nationaal Coördinatiecentrum Nederlands deel van het Continentale Plat (tegenwoordig EEZ) Network Co-ordination Station Nautical mile Notification of Country of Registration Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Produktie Associatie Notice To Airmen

12 xi NSV OCC OL OPPLAN OSC OST PCC PLB PLD POD POSO RAC RBT RCC RIB RMA RMD ROT RWS SAR SARIS SART SCC SITREP SMC SOLAS SOW SAMIJ SPOC SRR TZ VC ZVP ZZF Nood-, spoed en veiligheids(radio)berichtenverkeer Onderdeels Coördinatie Centrum (Klu Leeuwarden) Operationeel Leider Operationeel plan On Scene Co-ordinator Kuststation Oostende radio Provinciale Coördinatie Centrum Personal Locator Beacon zie DLP Probability of detection Periodiek Operationeel SAR Overleg Regionale Alarm Centrale Regionaal Operationeel Team Redding Coördinatie Centrum Rampen en Incidenten Bestrijding Radio Medisch Advies Radio Medische Dienst Regionaal Operationeel Team Rijkswaterstaat Search-and-Rescue Search-and-Rescue Information System (computer programma) Search-and-Rescue Radar Transponder Schelde Coördinatie Centrum Situation Report Search-and-Rescue Mission Co-ordinator International convention On the safety of Life At Sea Samenwerkingsovereenkomst Ongevallenbestrijding Waddenzee wordt medio 2004 Coördinatie Plan Waddenzee (CPW) Samenwerkingsovereenkomst Ongevallenbestrijding IJsselmeer SAR Point Of Contact Search-and Rescue Region Territoriale Zee Verkeerscentrale Zeeverkeerspost Zater-,Zon- en Feestdagen

13 1 DEEL A ALGEMEEN

14 2 1. DE SAR DIENST 1.1 Inleiding In internationale verdragen is vastgelegd dat partijen verplicht worden een opsporings- en reddingsdienst op te richten en in stand te houden. Voor luchtvaartongevallen is dat het op 7 dec te Chicago tot stand gekomen verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (ICAO, trb. 1973, 109). Voor scheepvaartongevallen is een en ander geregeld in verschillende in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) tot stand gekomen verdragen, waarvan het Internationaal Verdrag inzake Opsporing en Redding op Zee, Hamburg 27 april 1979 (trb. 1980, 181), het meest recent is. Op basis van deze verdragen werd destijds de Opsporings- en Reddingscoördinatieregeling (Search and Rescue Coördinatieregeling [SARCOR], nr. PJ/S 22619, d.d. 21 april 1983, Staatscourant 1984, 125) opgesteld. Aanvankelijk nam de minister van Defensie, op verzoek van de beleidsverantwoordelijke bewindspersoon, de minister van Verkeer en Waterstaat, de uitvoering van de verdragsverplichtingen aangaande de opsporing en redding op zich. Bij beschikking van de minister van Defensie, in overeenstemming met de minister van Verkeer en Waterstaat, nr. C 83/507/005, d.d. 7 februari 1984, werd de Marine Luchtvaartdienst (MLD) van de Koninklijke marine (KM) belast met de volgende taken: het leveren van vliegende eenheden en het exploiteren van een reddingscoördinatiecentrum (RCC). Voor het beschikbaar stellen van het benodigde varende materieel waren de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaatschappij en de Koninklijke Zuid- Hollandse Maatschappij tot het Redden van Schipbreukelingen verantwoordelijk. Met de instelling van de Kustwacht en het daarvan deel uitmakend Kustwachtcentrum beschikte de minister van Verkeer en Waterstaat zelf over een civiel coördinatiecentrum voor de Noordzee. Sedert 1988 vervult het Kustwachtcentrum tevens de functie van maritiem en aëronautisch (Joint RCC JRCC Den Helder) en is het ook belast met de afhandeling van het nood-, spoed- en veiligheidsradioverkeer (NSV-verkeer). Met het in werking treden van de Overeenkomst voor de Kustwacht 1995 werd het Kustwachtcentrum ondergebracht bij de KM en is de exploitatie en het functioneren van het JRCC Den Helder sinds 1 juni 1995 de verantwoordelijkheid van de KM. Het beschikbaar houden van continue op afroep in te zetten opsporings- en reddingmaterieel bleef als voorheen de taak van respectievelijk de MLD en de reddingmaatschappijen. De twee genoemde reddingmaatschappijen zijn gefuseerd tot de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Met de instelling van de Kustwacht was de regelgeving, waaronder de SARCOR niet meer in overeenstemming met de feitelijke situatie. De verplichtingen, voortvloeiend uit de betreffende IMO- en ICAO-verdragen voor respectievelijk de maritieme en aëronautisch Search and Rescue, waren voor de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Defensie, aanleiding tot instelling van de opsporings- en reddingsdienst in Nederland, verkort aangeduid als SAR-dienst.

15 3 De formele basis voor deze dienst is een geactualiseerde ministeriële beschikking, de Regeling inzake de SAR-dienst 1994, nr. S/J30.098/94 d.d. 26 augustus 1994, Staatscourant 1994, 188 (in dit OPPLAN verder aan te duiden als SAR-beschikking. De eerder uitgegeven beschikkingen en de verouderde SARCOR zijn vervallen). Op basis van art. 6 van de SAR-beschikking (Bijlage C11) is de directeur Kustwacht formeel verantwoordelijk voor het functioneren van de SAR-dienst, de coördinatie van de opsporing en redding (JRCC Den Helder-functie) en het opstellen van operationele procedures in een OPPLAN-SAR. Daarnaast bestaat, op grond van de artikelen 7, 8 en 9, de mogelijkheid formele overeenkomsten te sluiten met betrokken diensten en partijen. In deze overeenkomsten wordt de beschikbaarheid en inzet van reddingeenheden geregeld. Voor de thans van kracht zijnde SAR-beschikking en een overzicht van de gesloten overeenkomsten wordt verwezen naar Deel C van dit OPPLAN (Bijlages). Het OPPLAN-SAR is van toepassing op de opsporings- en reddingsactiviteiten in de gebieden, zoals in de SAR-beschikking (bijlage C11) genoemd. 1.2 Taken De SAR-dienst is belast met de opsporing en redding van in nood verkerende bemanningen en passagiers van vliegtuigen, schepen en offshore mijnbouwinstallaties. Daar waar van de Radio Medische Dienst medisch advies wordt verlangd ten behoeve van opvarenden van schepen op zee, wordt door het Kustwachtcentrum de organisatorische afhandeling daarvan verzorgd. Indien evacuatie noodzakelijk wordt geacht draagt het Kustwachtcentrum de zorg voor de daadwerkelijke inzet van het benodigde materieel (MEDEVAC). Om deze taken te kunnen uitvoeren beschikt de SAR-dienst, onder verantwoordelijkheid van de directeur Kustwacht, over: een gecombineerd maritiem en aëronautisch Reddingscoördinatiecentrum (JRCC Den Helder); SAR-eenheden. Het JRCC Den Helder coördineert alle activiteiten met betrekking tot een SAR-actie. De SAR-eenheden zijn belast met de daadwerkelijke opsporing en redding onder de coördinerende leiding van het JRCC Den Helder. 1.3 Organisatie De SAR-dienst is mede georganiseerd overeenkomstig de beleidsvisie van de directeur-generaal van het Directoraat- Generaal Luchtvaart (DGL) en van de directeur-generaal van het Directoraat- Generaal Goederenvervoer (DGG) voor respectievelijk de aëronautische en maritieme aspecten (DGL en DGG worden maart 2004 samengevoegd tot Directoraat-Generaal Transport en Luchtvaart). In Nederland is, conform een aanbeveling van het verdrag van Hamburg, gekozen voor een gecombineerde maritieme/aëronautische SAR-dienst. Wat het JRCC Den Helder betreft betekent dit dat de SAR-dienst beschikt over een gecombineerd maritiem/aëronautisch reddingscoördinatie

16 4 centrum als onderdeel van het Kustwachtcentrum. Het Communicatie Coördinatie Centrum van het Kustwachtcentrum dient daarom voor wat betreft de operationele uitrusting te voldoen aan de eisen die daaraan door respectievelijk DGG (maritiem-imo) en IVW/DL (aëronautisch-icao) worden gesteld. Met betrekking tot de SAR hanteert het ministerie van Verkeer en Waterstaat bij de afhandeling van incidenten de volgende drie beleidsuitgangspunten: in eerste instantie dienen er aan boord van het betrokken (lucht)vaartuig voldoende reddingsmiddelen aanwezig te zijn om alle opvarenden te kunnen opnemen; in tweede instantie dient er een beroep te worden gedaan op de capaciteit van in de nabijheid van het incident aanwezige scheepvaart (onder coördinatie van het JRCC Den Helder); in derde instantie zal een beroep worden gedaan op de aan de wal aanwezige reddingscapaciteit zoals helikopters en reddingboten. Voor wat betreft de benodigde middelen kan de SAR-dienst te allen tijde beschikken over SAR-eenheden. Voorzover op het gewenste moment inzetbaar zijn de middelen van de in de Kustwacht participerende diensten beschikbaar voor het ondersteunen van SARacties. Daarnaast kan de directeur Kustwacht zich verzekeren van de beschikbaarheid van andere middelen. Op grond van art. 7 van de SAR-beschikking worden vliegende eenheden beschikbaar gesteld door de minister van Defensie na overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat. Daartoe is een uitvoeringsovereenkomst gesloten tussen directeur Kustwacht en de Commandant der Zeemacht in Nederland (CZMNED), waarin de beschikbaarheid en de reactietijden zijn vastgelegd (zie bijlage C12). Op grond van art. 8 van de SAR-beschikking worden de in Nederland benodigde reddingboten en overig reddingsmaterieel beschikbaar gesteld door de KNRM, een en ander in overleg met directeur Kustwacht. In een overeenkomst met de directeur van de KNRM is de beschikbaarheid nader geregeld (zie bijlage C 22). Op grond van artikel 9 van de SAR-beschikking kan de directeur Kustwacht, in aanvulling op de in artikel 4 genoemde middelen, zich verzekeren van de beschikbaarheid van andere middelen. Hij kan daartoe met diensten en instanties overeenkomsten afsluiten. Met DGG en BST zijn bedoelde overeenkomst afgesloten. De leveranciers van SAR-eenheden verplichten zich om op verzoek van het JRCC Den Helder naar beste vermogen te reageren en de gevraagde middelen in te zetten. Zij stellen deze eenheden beschikbaar aan het JRCC Den Helder. De betrokken instanties/diensten zijn zelf verantwoordelijk voor de uitrusting van hun eenheden, de opleidingen en training van de bemanningen en de kwaliteit van uitvoering van de operatie. Het JRCC Den Helder is primair verantwoordelijk voor de keuze van de in te zetten reddingseenheden en de coördinatie van de acties. Voor de werkwijze van het JRCC Den Helder wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van dit Deel A. Meer gedetailleerde operationele procedures worden beschreven in Deel B.

17 5 1.4 Verantwoordelijkheidsgebieden Maritiem gebied De verantwoordelijkheidsgebieden voor de SAR-dienst zijn omschreven in artikel 3 van de SAR-beschikking. Het maritieme SAR verantwoordelijkheidsgebied van het JRCC Den Helder omvat: op zee: het Nederlandse territoriale deel van de Noordzee en de Nederlandse EEZ ; op de ruime binnenwateren: de Waddenzee, het IJsselmeer (inclusief de randmeren) en de Zuid- Hollandse en Zeeuwse stromen. Voor zover er op de ruime binnenwateren en in zeegebieden die gemeentelijk zijn ingedeeld sprake is van samenloop van verantwoordelijkheden van plaatselijke autoriteiten met die van de directeur Kustwacht, wordt verwezen naar Deel A hoofdstuk 4 en Deel B hoofdstuk 3. Tussen Duitsland en Nederland is er in dit kader op diplomatiek niveau overleg gevoerd over de grenzen voor het zeegebied tot de buitengrens van de territoriale zee. Dit heeft in augustus 1994 geleid tot een overeenkomst (zie bijlage C14). Daarnaast is overeengekomen dat de grenzen vanaf de buitengrens van de territoriale zee tot aan de landsgrens moeten worden vastgesteld door de betrokken operationele diensten, te weten het MRCC Bremen en het JRCC Den Helder. Deze overeenkomst is geformaliseerd op 7 februari 1997 (zie bijlage C15). Tussen België en Nederland is eveneens diplomatiek overleg gevoerd over de grenzen van de territoriale zee en het continentaal plat. Dit heeft in 1996 geleid tot een verdrag (zie bijlage C19). In 1998 is de Goedkeuringswet voor dit verdrag in werking getreden. Met ingang van 1 januari 1999 is deze nieuwe grens van kracht. Aëronautisch gebied De SAR verantwoordelijkheid voor de luchtvaart strekt zich uit over het voor Nederland aangegeven zogenaamde Flight Information Region Amsterdam (FIR Amsterdam). Daarnaast heeft Nederland in het noordwestelijke deel van het NCP, in verband met mijnbouwactiviteiten en de daaraan verbonden helikoptervluchten vanuit Nederland, op of beneden de 3000 voet een alerting taak in het aangrenzend deel van het FIR London. Een en ander is aangegeven op de betreffende kaart in bijlage C16. Samenhang maritiem en aëronautisch gebied. De grenzen van gebieden voor scheepvaart en luchtvaart vormen een complicatie omdat deze niet samenvallen. In een gezamenlijke maritieme/aëronautisch SAR-werkgroep wordt in IMO-verband gewerkt aan harmonisatie van regelgeving waaronder samenvoeging van deze grenzen. Op basis van het Internationaal Verdrag inzake Opsporing en Redding op zee (Hamburg 1979) worden tussen kuststaten bilateraal overeenkomsten gesloten waarin de grenzen van de maritieme SARverantwoordelijkheidsgebieden worden vastgelegd. Zodra deze bilaterale overeenkomsten in voldoende mate tot stand zijn gekomen wordt actie ondernomen om in internationaal verband de aëronautische SAR-grenzen gelijk getrokken te krijgen met de maritieme.

18 6 1.5 Verantwoordelijkheid in het kader van GMDSS In 1988 werd door de IMO besloten het Internationaal Verdrag betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee (Safety of Life at Sea [SOLAS] van 1974) op een aantal punten belangrijk te wijzigen. waarbinnen het incident zich voordoet. Hierdoor zijn de verantwoordelijkheden van het JRCC Den Helder aanmerkelijk toegenomen. In de periode tussen 1 februari 1992 en 1 februari 1999 is het Global Maritime Distress and Safety System (GMDSS) ingevoerd. In 1990 werden de nieuwe verdragsbepalingen door de lidstaten officieel geratificeerd. Voor Nederland zijn de bepalingen van het GMDSS en de daarmee samenhangende uitrustingseisen opgenomen in het Schepenbesluit en het Vissersvaartuigenbesluit. Het voornaamste verschil met het oude verdrag is dat niet meer het bruto tonnage, maar het te bevaren zeegebied bepalend is voor de uitrustingseisen van een schip. Het uitgangspunt van GMDSS is dat een SARdienst aan de wal en de scheepvaart in de onmiddellijke omgeving van een schip in nood, snel gealarmeerd kunnen worden. Hierdoor kan een doelgerichte SAR-actie met een minimum aan vertraging worden opgestart. Via GMDSS ontvangen noodberichten zijn niet altijd afkomstig van schepen die zich in het Nederlandse SAR-verantwoordelijkheidsgebied bevinden, maar kunnen ook afkomstig zijn van schepen die zich waar dan ook ter wereld bevinden. Enige voorwaarde voor de ontvangst is dat zij een noodbericht via het Land Earth Station (LES) Burum hebben verstuurd. Binnen de IMO is overeengekomen, dat het RCC waar het initiële noodbericht binnenkomt de coördinatie behoudt tot deze kan worden overgedragen aan het RCC dat verantwoordelijk is voor het gebied

19 7 2. HET REDDINGSCOÖRDINATIECENTRUM 2.1 Locatie en inrichting Het JRCC Den Helder is een integraal onderdeel van het Kustwachtcentrum. Dit centrum is 24 uur per dag bezet. De vaste wachtbezetting bestaat uit een duty-officer drie watch-officers. Zo nodig wordt de wachtbezetting uitgebreid. De inrichting en de bezetting van het JRCC Den Helder is in overeenstemming met de daaraan door de verantwoordelijke Directoraten-Generaal (DGG en DGL) gestelde eisen op het gebied van communicatie en deskundigheid. Een overzicht van de beschikbare verbindingen en verbindingsmiddelen wordt gegeven in bijlage C Taak en werkwijze JRCC Den Helder Het JRCC Den Helder is belast met: - het bewaken van de noodfrequentie voor de scheepvaart (kanaal 16 VHF) en het afhandelen van het NSV-verkeer. - het bewaken van de noodfrequenties in het kader van het GMDSS, VHF-DSC kanaal 70 en MF-DSC kanaal 2187,5 khz en verzorgen van het veiligheidsberichtenverkeer via VHF/MF en NAVTEX ; - het onderhouden van directe verbindingen met de instanties die de noodfrequenties voor de luchtvaart bewaken; - de ontvangst en verificatie van alarmeringen; - het alarmeren van SAR-eenheden; - het waar mogelijk inzetten van ondersteunende eenheden; - het coördineren van SAR-acties; - het verstrekken van informatie uit databestanden, bijvoorbeeld MMSInummers (maritime mobile service identity); - de registratie, rapportage en evaluatie van SAR-acties; - het houden van oefeningen, zowel in algemene zin als in het kader van SOLAS chapter V de controle van verbindingen en het signaleren van knelpunten; - de organisatorische afhandeling van Radio Medisch Advies (RMA); - het coördineren van de uitvoering van medische evacuaties (MEDEVAC). Het JRCC Den Helder bouwt een beeld op van de situatie rond het SAR-incident en zorgt dat dit beeld zo actueel mogelijk blijft. Daarom rust op alle bij het SAR-incident betrokken instanties de verplichting het JRCC Den Helder onverwijld op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwikkelingen. 2.3 Voorlichting De media voorlichting bij SAR is een verantwoordelijkheid van de voorlichter van het Kustwachtcentrum. Er worden uitsluitend feiten en cijfers verstrekt. Bij opschaling van een SAR incident, waarbij een IBTN bijeenkomt te Den Haag, gaat de voorlichting over naar het DCC van V&W.

20 8 3. MIDDELEN TEN BEHOEVE VAN DE SAR-DIENST 3.1 Algemeen De van toepassing zijnde internationale verdragen vragen om beschikbaarheid van SAR-eenheden zonder nadere specificatie. Zij moeten suitably located and equipped for search and rescue zijn. Noch aan de aard en het type, noch aan de prestaties worden nadere eisen gesteld. Er worden terzake ook geen aanbevelingen gedaan. Alleen met betrekking tot de beschikbare communicatiemiddelen worden aanwijzingen in het OPPLAN Kustwacht gegeven, bedoeld ter standaardisatie van de verschillende noodfrequenties. De bij het JRCC Den Helder beschikbare communicatie middelen voldoen daaraan. In Nederland zijn de middelen voor de SARdienst onderverdeeld in: SAR-eenheden. Dit betreft alle eenheden die permanent (het gehele jaar, 24 uur per dag) voor het JRCC Den Helder beschikbaar zijn voor het uitvoeren van SAR-acties. Belangrijk kenmerk van SAR-eenheden is dat ze door het JRCC Den Helder rechtstreeks, conform de in een overeenkomst met de betreffende dienst vastgelegde voorwaarden, voor een SAR-actie kunnen worden ingezet. Daarnaast kenmerken SAR-eenheden zich door hun specifiek op de uitvoering van SAR-acties toegesneden uitrusting en een voor die taak opgeleide en getrainde bemanning. Ondersteunende eenheden. Dit betreft alle eenheden die afhankelijk van de omstandigheden kunnen worden ingezet bij SAR-acties. De inzet van ondersteunende eenheden kan door de leverende organisatie niet permanent worden gegarandeerd en er zijn geen afspraken over beschikbaarheid, reactietijd en alarmering van die eenheden. Inzet is ondermeer afhankelijk van beschikbaarheid van het platform (wel of niet bemand), de alarmeringsmogelijkheid van een bemanning buiten kantooruren, de weersomstandigheden, de beperkingen ten aanzien van vaargebied en dergelijke. In de overeenkomsten met betrekking tot het beschikbaar stellen van SAR-eenheden (zoals deze op grond van de artikelen 7, 8 en 9 van de SAR-beschikking zijn gesloten) is vastgelegd welke verplichtingen deze autoriteiten op zich nemen met betrekking tot de reddingscapaciteit die zij als leverancier van SAR-eenheden beschikbaar stellen aan de SAR-dienst. Eenheden van de in de Kustwacht participerende diensten zullen over het algemeen als eerste in aanmerking komen om als ondersteunende eenheid deel te nemen aan een SAR-actie. Dit laat onverlet dat ook overige overheids- en particuliere eenheden, afhankelijk van de situatie en locatie, kunnen worden betrokken bij SAR-acties. 3.2 De beschikbare middelen Op grond van bovengenoemde overeenkomsten kan het JRCC Den Helder bij SARacties, binnen vastgelegde criteria, altijd beschikken over varende eenheden van de KNRM, DGG/V&W en BST en over vliegende eenheden van de KM. Daarnaast kan het JRCC Den Helder onder meer gebruik maken van:

21 9 - ACC Schiphol en MILATCC; - offshore industrie (J-SAR); - buitenlandse (M) RCC s; - verkeerscentrales en zeeverkeersposten; - KNRM (niet varende eenheden, zoals b.v de wipperploegen); - Diensten die binnen het Kustwachtverband participeren; - andere instanties. Voor een overzicht van de middelen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen SAReenheden en ondersteunende eenheden, wordt verwezen naar bijlagen C3 t/m C 10. Nederland Bv) en L8-G (Wintershall Noordzee) zijn elk vijf stuks 10 persoons afwerpbare reddingvlotten direct beschikbaar. Deze vlotten kunnen door de SAR-helikopter worden afgeworpen in noodsituaties waarbij sprake is van grote aantallen drenkelingen. Ten behoeve van Offshore gerelateerde SAR is de J-SAR helikopter beschikbaar. Deze helikopter is gestationeerd op de Luchthaven Den Helder (LDH) en wordt gevlogen door Bristow. Gegevens staan vermeld in bijlage C4. Een wereldwijde inventarisatie van SARmiddelen is te vinden in de IMO-publicaties. 3.3 Samenwerking Als gevolg van de geografische ligging van de SAR-helikopterbasis (marinevliegkamp De Kooy bij Den Helder) is de vliegtijd naar het uiterste zuidelijk en noordelijk deel van het Nederlandse SAR-verantwoordelijkheidsgebied in voorkomende gevallen aan de lange kant. In dergelijke gevallen wordt voor die gebieden zo nodig bijstand gevraagd aan de Koninklijke luchtmacht (KLu), dan wel respectievelijk aan de SAR-diensten van België, Duitsland of Engeland. Voor SAR-vluchten naar incidenten op grote afstand buiten de kust zijn met enkele mijnbouwmaatschappijen afspraken gemaakt voor het maken van tussenlandingen op strategisch gelegen offshore platforms met de mogelijkheid om te refuellen met draaiende rotor. Zowel op de marinevliegkampen De Kooy (MVKK) en Valkenburg (MVKV) als op de offshore platforms L7-Q (Total E&P

22 10 4. RELATIES MET PLAATSELIJK VERANTWOORDELIJKE AUTORITEITEN 4.1 Inleiding De Overeenkomst voor de Kustwacht gaat nader in op de relaties met reeds bestaande regelingen. Sedert de oprichting van de Kustwacht en het Kustwachtcentrum is een aantal regelingen getroffen ter voorkoming van vermenging van verantwoordelijkheden van het Kustwachtcentrum/JRCC Den Helder enerzijds en die van plaatselijk bevoegde autoriteiten anderzijds. Met name gaat het hierbij om het optreden bij incidenten in delen van het verantwoordelijkheidsgebied die gemeentelijk zijn ingedeeld en/of vallen onder de verantwoordelijkheid van een (rijks)havenmeester. Om praktische redenen wordt bij deze regelingen onderscheid gemaakt tussen SAR-incidenten enerzijds en andersoortige incidenten anderzijds. In dit hoofdstuk wordt de samenwerking in geval van SARincidenten behandeld, andersoortige incidenten buitengaats worden in het Rampenplan voor de Noordzee 2003 behandeld. Voor de ruime binnenwateren gelden in zo n geval regionale regelingen, zoals de Samenwerkingsregeling Ongevallenbestrijding op de Waddenzee (SOW, wordt medio 2004 CPW, Coördinatie Plan Waddenzee) en de Samenwerkingsregeling voor ongevallenbestrijding op het IJsselmeer (SAMIJ). De relatie tussen het OPPLAN-SAR en de overige plannen bestaat daarin dat zij in veel gevallen in elkaars verlengde liggen, omdat veelal in de eerste fase van een ramp een SAR-actie plaatsvindt. 4.2 Verantwoordelijkheden In de SAR-beschikking is het verantwoordelijkheidsgebied voor de maritieme SAR omschreven als: de Noordzee (boven de EEZ en de territoriale wateren), de Waddenzee, het IJsselmeer met inbegrip van de randmeren en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse stromen. In de aanloopgebieden en de gemeentelijk ingedeelde gebieden berust bij alle SARincidenten de eindverantwoordelijkheid voor de coördinatie van de SAR-actie bij de directeur Kustwacht. Dit op grond van diens verantwoordelijkheid voor de SAR-dienst. Bij optreden binnen in de Noordzee gelegen gebieden die gemeentelijk of provinciaal zijn ingedeeld (tot één kilometer uit de kust) geschied de uitvoering van SAR onder verantwoordelijkheid van de minister van V&W, maar wordt rekening gehouden met de verantwoordelijkheden van de betrokken autoriteiten op het land. Bij optreden op de ruime binnenwateren (Waddenzee, IJsselmeer en Zuid-Hollandse en Zeeuwse stromen) geldt dat de directeur Kustwacht verantwoordelijk is voor de SARacties. Vergelijkbaar met de positie van de commandant van de brandweer als operationeel leider, heeft de directeur Kustwacht bij de uitvoering van SAR-acties in deze gebieden de operationele leiding onder verantwoordelijkheid van de burgemeester die het opperbevel heeft. Het JRCC Den Helder informeert in een dergelijk geval de plaatselijk bevoegde (bestuurlijke) autoriteiten onverwijld via het RAC.

23 11 Om aan deze verantwoordelijkheid inhoud te kunnen geven moet het JRCC Den Helder op de hoogte zijn van alle SAR-incidenten binnen het verantwoordelijkheidsgebied van de directeur Kustwacht. Daarom rust op de plaatselijk bevoegde autoriteit de verplichting het JRCC Den Helder onverwijld te informeren omtrent elk SAR-incident dat te zijner kennis komt. Een doeltreffende aanpak van een lokaal SAR-incident kan gebaat zijn bij een optimale aanwending van het plaatselijk aanwezige potentieel aan kennis, infrastructuur, personeel en materieel. Het JRCC Den Helder kan daartoe gebruik maken van de bij SAR-acties bekende procedure voor het aanwijzen van een zogeheten On Scene Coordinator (OSC). Hierbij delegeert het JRCC Den Helder een aantal van zijn coördinatietaken. De taken van een OSC kunnen in voorkomend geval door een lokale zeeverkeerspost / verkeerscentrale c.q. varende of vliegende eenheid worden uitgevoerd. Voorwaarde is dat de zeeverkeerspost / verkeerscentrale daarvoor beschikt over de benodigde capaciteit en communicatiemiddelen en daadwerkelijk ter plaatse is, dat wil zeggen dat de actie plaatsvindt onder bereik van deze lokale zeeverkeerspost of verkeerscentrale. In Deel B worden de hierop betrekking hebbende procedures beschreven. van de RMD van de KNRM een arts worden overgebracht en/of evacuatie van de betrokken patiënt plaatsvinden. Voor deze MEDEVAC kan gebruik worden gemaakt van een SAR-helikopter, een reddingboot of een ander geschikt middel, al naar gelang het verzoek van de RMD en de omstandigheden, zoals medische status van de patiënt, afstand, meteorologische omstandigheden en vereiste spoed. Voor procedures wordt verwezen naar Deel B, para 6 en 7, voor de betreffende samenwerkingsregeling wordt verwezen naar bijlage C17. De Offshore industrie gebruikt voor medische evacuatie de Offshore SAR helikopter, de J-SAR, tenzij de offshore back-up arts anders beslist. Bijv. als de aanwezigheid van een arts noodzakelijk wordt geacht aan boord van de helikopter, dan wordt de SAR helikopter van de KM ingezet. 5. MEDISCHE EVACUATIE Naast het opsporen en redden van drenkelingen heeft het JRCC Den Helder de verantwoordelijkheid voor de organisatorische afhandeling van de hulpverlening aan opvarenden van schepen die medische bijstand behoeven. In dit kader kan op advies

24 12 DEEL B PROCEDURES

25 13 1. HET NOOD-, SPOED-, EN VEILIGHEIDSVERKEER (NSV-verkeer) 1.1 Inleiding Nederland heeft op grond van internationale verdragen de verplichting tot het bewaken van de radiofrequenties bestemd voor het NSV-verkeer en het afhandelen van de daarop gepleegde berichtgeving. Deze taak is opgedragen aan het Kustwachtcentrum. Global Maritime Distress And Safety System Het GMDSS is geïmplementeerd in de periode en op 1 februari 1999 wereldwijd van kracht geworden (zie deel A, para 1.5). Dit is een ship to shore - systeem, waarbij de alarmering door schepen in nood wordt ontvangen door stations aan de wal en schepen in de nabijheid, ongeacht de positie waar de noodsituatie zich voordoet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van satellieten en digitale zend- en ontvangstsystemen, zoals het Digital Selective Calling (DSC)-systeem. Het GMDSS is primair bedoeld voor het afhandelen van noodverkeer op zee. In het GMDSS worden 4 verschillende zeegebieden onderscheiden: - zeegebied A1: een gebied binnen telefoniebereik van tenminste één VHFkuststation, waarin een continue ontvangst van DSC-alarmering is gegarandeerd. - zeegebied A2: een gebied, met uitzondering van A1, binnen telefoniebereik van tenminste één MF-kuststation, waarin een continue ontvangst van DSCalarmering is gegarandeerd. Nederland heeft binnen haar SARverantwoordelijkheidsgebied een A1-gebied (VHF-bereik) en een A2-gebied (MF-bereik) ingesteld. Het NSV-verkeer wordt in deze gebieden door het Kustwachtcentrum/JRCC verzorgd. Het centrum verzorgt de uitzendingen van veiligheidsberichten voor het Nederlands deel van de Noordzee. Daarnaast worden voor Duitsland in de Duitse Bocht, op verzoek van het MRCC Bremen, de nood- en spoedberichten via NAVTEX uitgezonden, op verzoek van MLZ Cuxhaven de navigatieberichten en wind- en stormwaarschuwingen op verzoek van de Deutsche Wetterdienst. Vanaf 1 februari 1999 moeten alle conventieschepen volgens GMDSS zijn uitgerust. Voor visserschepen gelden aangepaste voorschriften. Het beleidsverantwoordelijke ministerie van Verkeer & Waterstaat heeft, op grond van een IMOresolutie, aangegeven dat VHF kanaal 16 tot 1 februari 2005 zal worden beluisterd door het JRCC Den Helder. Het is mogelijk dat op aanraden van IMO het uitluisteren gecontinueerd wordt na 1 februari Het JRCC Den Helder reageert op: a. alarmeringen vanaf schepen door middel van GMDSS-apparatuur; b. alarmeringen vanaf schepen door middel van VHF kanaal 16 (oud systeem); c. alarmeringen via andere methoden, zoals bijv. via INMARSAT-M (niet GMDSS) - zeegebied A3: een gebied, met uitzondering van A1 en A2, binnen bereik van een INMARSAT-satelliet, waarin continu een alarmering mogelijk is. - zeegebied A4: overige gebieden.

26 14 Alarmering vanaf schepen door middel van GMDSS-apparatuur wordt gedaan door middel van: - Digital Selective Calling (DSC); - INMARSAT A, B, C, en Fleet-F77; - EPIRB s en PLB s (406 MHz, 243 MHz, MHz). - INMARSAT E (noodradiobaken, EPIRB). Luchtvaart Alarmering vanaf luchtvaartuigen wordt gedaan door middel van noodberichten via: - de in gebruik zijnde werkfrequentie met de luchtverkeersleiding; mhz; mhz; - het transponder systeem, code Alarmering vanaf luchtvaartuigen door middel van noodradiobakens : - ELT s (406 MHz, 243 MHz, MHz). Scheepvaart ruime binnenwateren 1 Voor de procedures en werkwijze ten aanzien van het noodverkeer bestaat er voor het JRCC Den Helder geen onderscheid tussen zee en ruime binnenwateren. Het JRCC Den Helder reageert ten aanzien van alarmeringen op dezelfde wijze. Echter de scheepvaart die op de ruime binnenwateren vaart heeft meestal niet de beschikking over GMDSSapparatuur. Het noodverkeer wordt afgehandeld via de VHF. De veiligheidsberichten worden op de ruime binnenwateren verzorgd door de betreffende verkeerscentrales (zoals Centrale Meldpost Waddenzee, Centrale 1 onder de ruime binnenwateren wordt verstaan: het IJsselmeer (inclusief de randmeren), de Waddenzee en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren. Meldpost IJsselmeer en Centrale Meldpost Wemeldinge). 1.2 Procedures JRCC Den Helder Luisterwacht kan. 16 VHF Op deze nood- en oproepfrequentie wordt door het JRCC Den Helder onafgebroken uitge-luisterd. De afwikkeling van het noodverkeer en de communicatie met de SAReenheden en/of scheepvaart die assistentie verlenen bij het incident vindt via het JRCC Den Helder plaats. Het JRCC Den Helder bepaalt of het noodverkeer weer kan worden opgeheven DSC Het Nederlands SAR-verantwoordelijkheidsgebied kent volgens het GMDSS een zeegebied A-1 en A-2. Op het JRCC Den Helder worden kanaal 70 VHF (DSC) en de MF frequentie khhz (DSC) continu bewaakt. DSC VHF kanaal 70 Noodberichten op deze frequentie activeren een alarmsignaal op het Kustwachtcentrum. Tevens verschijnt er een waarschuwing op een scherm en kan het bericht worden gelezen en geprint. Van het ontvangen bericht wordt een bevestiging van ontvangst (acknowledge) gegeven, waarna het JRCC Den Helder de SAR-actie start. Hierna wordt op kanaal 16 VHF het noodverkeer verder afgehandeld volgens de procedure als beschreven bij kanaal 16 VHF. DSC MF khz De procedures zijn gelijk aan die welke gelden voor DSC kanaal 70 VHF, met dien verstande dat het noodverkeer verder wordt afgehandeld op de MF frequentie 2182 khz.

27 INMARSAT Voor de ontvangst van maritieme satellietcommunicatie (Inmarsat-A, -B, -C, mini C M, mini M en Fleet F) beschikt Nederland over het grondstation te Burum (het Land Earth Station = LES Burum). Het JRCC Den Helder is het geassocieerde RCC voor dit grondstation. Dit houdt in dat al het door LES Burum ontvangen maritieme noodverkeer rechtstreeks en automatisch (zonder tussenkomst van een LES operator) naar het JRCC Den Helder wordt doorgezonden. Alleen Inmarsat A, B, C en Fleet F77 vallen onder het GMDSS. Het LES Burum heeft als verzorgingsgebied voor Inmarsat - C (nood)berichten de Atlantic Ocean Region-East en -West (AOR-E/W); voor INMARSAT-A, -B en Fleet F77 (nood)berichten de Atlantic Ocean Region-East en -West en de Indian Ocean Region (IOR). LES Burum is tevens een grondstation voor InmarsatT-C ten behoeve van LES Perth (station 22). Dit betekent dat JRCC Den Helder optreedt als geassocieerd RCC voor dit grondstation voor de gebieden AOR E/W. Voor het INMARSAT dekkingsgebied wordt verwezen naar bijlage C20. Inmarsat-A* Met Inmarsat-A beschikt men over mogelijkheden voor gebruik van spraak of telex. Er is hier sprake van een dialoogverbinding (direct vraag en antwoord). Schepen die in nood verkeren en per Inmarsat-A met het JRCC Den Helder zijn doorverbonden - via het LES Burum -, behoren conform de geldende procedures mondeling of per telex direct op te geven: - naam schip, roepletters en Inmarsat identificatie (ID); - positie; - aard van het noodgeval; - aard van de gevraagde hulp. Het JRCC Den Helder zal in een dergelijk geval actie ondernemen in de vorm van het opstarten van een SAR-actie. Indien de opgegeven positie niet in het Nederlandse SAR-verantwoordelijkheidsgebied ligt, wordt het bericht doorgeven aan het desbetreffende RCC in dat gebied. Tot het moment dat het daarvoor benaderde RCC kenbaar maakt dat men de afhandeling van het incident heeft overgenomen, blijft het JRCC Den Helder verantwoordelijk voor de coördinatie. *Inmarsat-A wordt uitgefaseerd per december Inmarsat-B Idem als bij Inmarsat-A. Inmarsat-B is de digitale vervanger van het Inmarsat-A. Het verschil tussen de beide systemen is dat er bij Inmarsat-B gebruikt wordt gemaakt van digitale technieken. De gehanteerde procedures zijn identiek. Inmarsat-C Het Inmarsat-C systeem maakt uitsluitend gebruik van Store-and-Forward telexverkeer.bij ontvangst van een Inmarsat- C noodbericht zal het JRCC Den Helder het schip een Acknowledge sturen en om nadere bijzonderheden vragen. Indien de positie van het schip binnen het eigen verantwoordelijkheidsgebied is gelegen zal het JRCC Den Helder trachten tevens verbinding te krijgen via de conventionele communicatiemiddelen en/of een SAR-actie opstarten. Ligt een positie buiten het eigen verantwoordelijkheidsgebied dan wordt door het JRCC Den Helder het voor dat gebied verantwoordelijke RCC ingelicht en wordt de SAR-actie overdragen. Zolang de SARactie niet is overgedragen blijft het JRCC Den Helder verantwoordelijk. Inmarsat-E Zie Noodradiobakens.

28 NOODRADIOBAKENS Emergency Position Indicating Radio Beacons (EPIRB s), Emergency Locator Transmitters (ELT) en Personal Locator Beacons (PLB) zijn "last resort" middelen. Dit zijn middelen die slechts gebruikt zullen worden als alle andere middelen hebben gefaald of onbruikbaar zijn geworden. De door een EPIRB/ELT/PLB uitgezonden signalen worden ontvangen door satellieten van het COSPAS/SARSAT-systeem. Het COSPAS-SARSAT systeem maakt gebruik van polaire en geostationaire satellieten. De polaire satellieten zenden de signalen door naar een Local User Terminal (LUT) waar de positie door middel van Doppler berekeningen wordt bepaald. De geostationaire satellieten kunnen geen positie doorgeven tenzij het baken met een plaatsbepalingsysteem is toegerust. De noodradiobaken alarmeringen in het Nederlandse SAR-verantwoordelijkheidsgebied worden binnen het COSPAS/SARSAT-systeem verzorgd door het French Mission Control Centre (FMCC) Toulouse in Frankrijk. Het FMCC verwerkt de gegevens en stelt vast in wiens verantwoordelijkheidsgebied de berekende positie van het baken zich bevindt. Het MCC informeert vervolgens het verantwoordelijke RCC. Het JRCC Den Helder is voor Nederland aangewezen als SAR Point of Contact (SPOC) binnen het COSPAS/SARSATsysteem. Dit betekent dat het JRCC Den Helder direct identificatie informatie (MMSI-gegevens, Maritime Mobile Service Identity) moet kunnen verstrekken over Nederlandse schepen en vliegtuigen en de daarop geplaatste zend- en ontvangapparatuur, waaronder noodradiobakens. Daarnaast worden alle, waar dan ook ter wereld ontvangen, noodradiobakenuitzendingen met een MMSI uit Nederland in de vorm van een Notification of Country of Registration (NOCR), doorgezonden naar het JRCC Den Helder. We onderscheiden noodradiobakens welke uitzenden op: - 121,5 MHz; MHz; MHz. Bij een 406 MHz EPIRB (maritiem) wordt een identificatie in de vorm van een landencode en een serienummer van het apparaat of een landencode en een MMSInummer meegezonden. Aan de hand hiervan kan worden achterhaald welk schip de uitzending heeft gedaan, de wijze waarop dit baken is geactiveerd (handmatig of automatisch) en of het baken is uitgerust met een MHz signaal. Vliegtuigen maken geen gebruik van een MMSInummer maar hebben een ICAO aircraft identity code. De MHz en MHz bakens zijn ook door de verkeersleidingscentra en vliegtuigen te ontvangen. Vliegtuigen melden de ontvangst van dergelijke signalen aan het verkeersleidingscentrum waarmee ze verbinding hebben. Deze verkeersleidings-centra zijn in staat te peilen op de MHz. Vervolgens worden deze meldingen doorgegeven aan het KWC. Een INMARSAT-E EPIRB is uitgerust met een Global Positioning System (GPS) - ontvanger. Uitzendingen worden door INMARSAT satellieten ontvangen en via een LES naar een Inmarsat-E gelieerd (M)RCC doorgezonden.

OPERATIONEEL PLAN SEARCH AND RESCUE (OPPLAN-SAR)

OPERATIONEEL PLAN SEARCH AND RESCUE (OPPLAN-SAR) OPERATIONEEL PLAN SEARCH AND RESCUE (OPPLAN-SAR) OPPLAN SAR VERSIE 7 i INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... i VOORWOORD VERSIE 7...viii AANVULLINGSBLADEN REGISTRATIE... ix DISTRIBUTIE... x EXTERNE DISTRIBUTIE...

Nadere informatie

AIS Netwerk van de Nederlandse Kustwacht

AIS Netwerk van de Nederlandse Kustwacht AIS Netwerk van de Nederlandse Kustwacht AIS (Automatisch( Identificatie Systeem) is oorspronkelijk ontworpen als hulpmiddel bij de navigatie voor de scheepvaart. AIS is een VHF transpondersysteem dat

Nadere informatie

3. Welk kanaal in de VHF-band wordt gebruikt voor schip-schip alarmering? 2 a. 70. b. 67. c. 13.

3. Welk kanaal in de VHF-band wordt gebruikt voor schip-schip alarmering? 2 a. 70. b. 67. c. 13. Proefexamen Marcom-B module GMDSS U bent geslaagd voor het examen Module GMDSS als u tenminste 28 van de 40 punten heeft behaald. Het aantal te behalen punten is in de rechter kantlijn vermeld. Naast deze

Nadere informatie

Overzicht marifoonkanalen, MF-frequenties en internetsites voor weerinformatie.

Overzicht marifoonkanalen, MF-frequenties en internetsites voor weerinformatie. Weerberichten voor de Nederlandse kustwateren en de ruime binnenwateren worden uitgezonden op VHF kanaal 23 en 83 op de vaste tijden (zie schema), zonder dat er een vooraankondiging komt op VHF kanaal

Nadere informatie

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 1

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 1 Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 1 Veel succes bij het maken van de vragen. 1. De juiste volgorde van de inhoud van het noodbericht is: (3) A. noodsein, naam schip, roepnaam, positie, aard verlangde

Nadere informatie

Vermist op zee? Vergroot je kans om weer gevonden te worden.

Vermist op zee? Vergroot je kans om weer gevonden te worden. Vermist op zee? Vergroot je kans om weer gevonden te worden. Als je te ver weg bent van de duikboot/kust kunnen een DSMB en fluitje helpen om de aandacht te trekken, maar deze twee hulpmiddelen hebben

Nadere informatie

1 Het opsporen en redden van mensen in nood

1 Het opsporen en redden van mensen in nood 1 Het opsporen en redden van mensen in nood Introductie Het is de taak van de overheid zorg te dragen voor een doeltreffende uitvoering van maatregelen die voortvloeien uit internationale verdragen betreffende

Nadere informatie

MRCC Oostende. OPPLAN-SAR v 1.5

MRCC Oostende. OPPLAN-SAR v 1.5 Vlaamse overheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Scheepvaartbegeleiding Maritiem Plein 3 8400 Oostende MRCC Oostende OPPLAN-SAR v 1.5 Document Review Revisie Datum Omschrijving Wie Opmerking

Nadere informatie

Gratis Module-B (GMDSS) Examen

Gratis Module-B (GMDSS) Examen Gratis Module-B (GMDSS) Examen Wil je meer examens oefenen kijk dan op http://www.watersportexamentrainer.nl. Voor een gedegen cursus bij jou in de buurt kijk op: http://www.watersportcursussen.nl. Het

Nadere informatie

Vraag 1 Wie is er in Nederland aangesloten op het Aeronautical Fixed Telecommunication Network (AFTN)?

Vraag 1 Wie is er in Nederland aangesloten op het Aeronautical Fixed Telecommunication Network (AFTN)? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum

Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum Hoe werkt het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum in Oostende? Een zee van activiteiten Het Belgische gedeelte van de Noordzee is een gebied van 3600 vierkante kilometer, dit is vergelijkbaar met

Nadere informatie

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 3

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 3 Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 3 1. VHF kanaal 15 is op de Nederlandse binnenwateren bestemd voor: (1) A. intership verkeer. B. openbaar verkeer. C. intraship verkeer. 2. VHF kanaal 67 wordt

Nadere informatie

Verslag test zwemvesten met MOB op zee aan boord van de O.29 Broodwinner dd. 02 februari 2017.

Verslag test zwemvesten met MOB op zee aan boord van de O.29 Broodwinner dd. 02 februari 2017. Verslag test zwemvesten met MOB op zee aan boord van de O.29 Broodwinner dd. 02 februari 2017. De PLB s (Personal Locator Beacon) die in de Belgische visserij gebruikt worden zijn van het type smrt AU10

Nadere informatie

Proefexamen Short Range Certificate (SRC)

Proefexamen Short Range Certificate (SRC) Proefexamen Short Range Certificate (SRC) Het examen bestaat uit 28 meerkeuzevragen, 23 over GMDSS en 5 over marifonie. Het maximale aantal te behalen punten is 28. Het minimale aantal punten dat nodig

Nadere informatie

Opvallend genoeg? AIS!

Opvallend genoeg? AIS! NAV Recreatievaart 2008 Veiligheid door Communicatie Nederlands Instituut voor Navigatie HISWA te Water IJmuiden 5 september 2008 Wim van der Heijden Ship Monitoring Consultancy Radar reflectors Gezien

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 490 Kustwacht In Nederland Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Evaluatierapportage reddingsoefening Zuider Spruit

Evaluatierapportage reddingsoefening Zuider Spruit Evaluatierapportage reddingsoefening Zuider Spruit Inleiding Wadlopen is nooit zonder risico s. Het is echter van belang deze risico s te minimaliseren en eventuele calamiteiten het hoofd te bieden. Voor

Nadere informatie

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen Nummer -2013/18312 Betreft Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen Luchtvaart Saturnusstraat 50 Hoofddorp Postbus

Nadere informatie

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; Onderwerp: Instelling tijdelijke gebieden met beperkingen ten behoeve van de oefening FWIT 2017 DE MINISTER VAN DEFENSIE, HANDELENDE: in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36397 31 december 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie, van

Nadere informatie

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen Nummer -2014/33988 Betreft Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN

Nadere informatie

AIS nader verklaard. Wat zijn de functies van AIS?

AIS nader verklaard. Wat zijn de functies van AIS? AIS nader verklaard AIS (Automatic Identification System) is de naam van een systeem waarmee het voor schepen mogelijk is om andere schepen te identificeren, en om de voortbeweging van deze schepen te

Nadere informatie

PLB s, de bomen en het bos.

PLB s, de bomen en het bos. PLB s, de bomen en het bos. Egenolf v S.C. en Jugo Baya (Shiptron) Er komen in hoog tempo kleine felgekleurde apparaatjes op de markt, die precies in een zakje van je zeilpak passen, en die beloven dat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelezen het verzoek van het Korps commandotroepen van 30 augustus 2011;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelezen het verzoek van het Korps commandotroepen van 30 augustus 2011; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19943 4 november 2011 Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden Purple Windmill 2011-5, tevens vrijstelling minimum

Nadere informatie

Gebruikersbepalingen en procedures Maritiem mobiele radiocommunicatie

Gebruikersbepalingen en procedures Maritiem mobiele radiocommunicatie Gebruikersbepalingen en procedures Maritiem mobiele radiocommunicatie Om in te vullen: Scheepsnaam Radioroepnaam ATIS-code MMSI-nummer Nummer Gebruikersbepalingen_frequenties Maritiem_01.00 Uitgave : Versie:

Nadere informatie

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen TT-Assen

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen TT-Assen Nummer -2015/43669 Betreft Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen TT-Assen DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Richtlijn. ambulancezorg op het water

Richtlijn. ambulancezorg op het water Richtlijn ambulancezorg op het water Versie: 1.0, augustus 2009 Status: definitief Vastgesteld door: het Algemeen Bestuur Vereniging Ambulancezorg Nederland op 26 augustus 2009 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN 112 8. Toepassing van de criteria Bedacht dient te worden dat in de punten 1 t/m 3 steeds de minimum aantallen loodsen en sleepboten zijn genoemd. De bevoegde nautische autoriteit kan in verband met omstandigheden

Nadere informatie

Regeling Communicatie HCC Eemsmonding

Regeling Communicatie HCC Eemsmonding 2017 Regeling Communicatie HCC Eemsmonding Groningen Seaports 1 Inhoud Communicatieregeling HCC Eemsmonding... 2 1. Inleiding... 2 2. Toepassingsgebied... 2 3. Vessel Traffic Services... 2 3.1. Informatie

Nadere informatie

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 2

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 2 Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 2 1. Aan boord moet men overschakelen van zenden op ontvangen en andersom. Het kuststation kan gelijktijdig zenden en ontvangen. Er wordt gewerkt op 2 verschillende

Nadere informatie

Datum 27 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht honderden zeeschepen van de radar

Datum 27 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht honderden zeeschepen van de radar 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3 Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-2 kzv-3 1 Oefeningen gzv-3 Oefeningen Verplichte oefeningen: Brand Schip verlaten (evacuatie)

Nadere informatie

Rampenprotocol Euregio Scheldemond

Rampenprotocol Euregio Scheldemond 1 Rampenprotocol Euregio Scheldemond H I E R N A G E N O E M D E P A R T I J E N, De Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de heer H. Balthazer, De Gouverneur van West-Vlaanderen, de heer P. Breyne, Gedeputeerde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 6 Besluit van 5 december 2000, houdende wijziging van het Schepenbesluit 1965 (toevoeging van bepalingen inzake de registratie van opvarenden

Nadere informatie

Gezien het verzoek van de gemeente Utrecht en de beslissing op bezwaar van de reclamesleepvliegbranche;

Gezien het verzoek van de gemeente Utrecht en de beslissing op bezwaar van de reclamesleepvliegbranche; Luchtvaart Postbus 575 2130 AN Hoofddorp Contactpersoon Nummer -2015/43754 Betreft Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende het instellen van tijdelijke gebieden met beperkingen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den haag > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

1. VHF-kanaal 15 is op de Nederlandse binnenwateren bestemd voor: 1 a. intership verkeer. b. openbaar verkeer. c. intraship verkeer.

1. VHF-kanaal 15 is op de Nederlandse binnenwateren bestemd voor: 1 a. intership verkeer. b. openbaar verkeer. c. intraship verkeer. Proefexamen Basis Certificaat Marifonie Het examen bestaat uit 30 meerkeuze vragen. Het maximale aantal te behalen punten is 50. Het minimale aantal punten om te slagen is 35. U krijgt 60 minuten de tijd.

Nadere informatie

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Uitvraagprotocol Toelichting Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Wie o Naam melder en bereikbaarheidsgegevens o Roepletters/nummer schip o Naam schip o

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35589 27 juni 2017 Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van de tijdelijke

Nadere informatie

MELDING EN ALARMERING

MELDING EN ALARMERING Over deze brochure In deze brochure staan de hoofdlijnen van het Coördinatieplan Rampenbestrijding Waddenzee. Dit plan beschrijft de samenwerking en afstemming die nodig is tussen overheden en hulpdiensten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 392 Besluit van 31 augustus 1999, houdende vaststelling van regels met betrekking tot cockpitpersoneel en luchtverkeersdienstverleningspersoneel

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEKENDMAKING van de Belgische en Nederlandse Scheldedirecteuren. Kennisgeving nr. 1/96 dd

GEZAMENLIJKE BEKENDMAKING van de Belgische en Nederlandse Scheldedirecteuren. Kennisgeving nr. 1/96 dd Belgi Vlaams G«w*st Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterinfrastructuur en Zeewezen Bestuur Zeewezen Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie; Postbus 575 2130 AN Hoofddorp Datum 23 mei 2018 Betreft Beschikking van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van tijdelijke gebieden met beperkingen ten behoeve van de belevingsvluchten

Nadere informatie

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur BIJLAGE 1 BIJSTAND BRANDWEER Lokaal incident Lokale eenheden succesvol Bestrijding gevolgen eenheden Lokale eenheden burenhulp Lokale eenheden Extra bijstand Massale ontplooiing GMZ Middelburg 100 centrale

Nadere informatie

Examenvragen Marifoonbrevet:

Examenvragen Marifoonbrevet: Examenvragen Marifoonbrevet: Verwijzend naar het clubblad van april 2017 en het artikel over een opfrissing bij het gebruik van de marifoon brengen we onderstaand een reeks examenvragen met bijhorende

Nadere informatie

ILT-2018/40882 DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

ILT-2018/40882 DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie; Nummer -2018/40882 Betreft Beschikking van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, houdende het instellen van een tijdelijk gebied met beperkingen Biddinghuizen boven te detoneren bom uit WOII Mercuriusplein

Nadere informatie

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden. VERTROUWELIJK No. 51 BESLUIT van 8 augustus 1949, zoals sedert gewijzigd, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Nadere informatie

Communicatie op het water

Communicatie op het water Communicatie op het water Een marifoon is een zend- en ontvangapparaat voor maritieme communicatie. Via de marifoon legt u contact met andere schepen en met walstations, zoals sluizen, verkeersposten of

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

ALGEMENE GEGEVENS SAMENVATTING FEITELIJKE INFORMATIE. Nummer voorval: 2008031. Datum, tijd 1 voorval: 31 maart 2008, 12.07 uur

ALGEMENE GEGEVENS SAMENVATTING FEITELIJKE INFORMATIE. Nummer voorval: 2008031. Datum, tijd 1 voorval: 31 maart 2008, 12.07 uur ALGEMENE GEGEVENS Nummer voorval: 2008031 Classificatie: Ongeval Datum, tijd 1 voorval: 31 maart 2008, 12.07 uur Plaats voorval: Rotterdam Airport (EHRD) Registratie luchtvaartuig: PH-KIS Type luchtvaartuig:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9954 12 april 2013 Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden ten behoeve van de oefening Frisian Flag 2013 9 april 2013

Nadere informatie

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 12 januari 2013;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 12 januari 2013; Onderwerp: Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden ten behoeve van de oefening Frisian Flag 2014 DE MINISTER VAN DEFENSIE, GELEZEN: het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 12

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30149 1 juni 2018 Beschikking van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van tijdelijke gebieden

Nadere informatie

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 18 oktober 2012;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 18 oktober 2012; Onderwerp: Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden ten behoeve van oefening Base Ex (week 48) DE MINISTER VAN DEFENSIE, GELEZEN: het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 18 oktober

Nadere informatie

Koninklijke Luchtmacht

Koninklijke Luchtmacht Koninklijke Luchtmacht çrh, > Retouradres Postbus 8762 4820 BB Breda Zie verzendlijst Ministerie van Defensie Commando Luchtstrijdkrachten CLSK ~ - ~- t. ~ 12 ~ Afdeling Missie Ondersteuning Luchtmachtplein

Nadere informatie

PROCEDURESTICKERS MET. Doktersadvies op de wereldzeeën. Procedures. Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij

PROCEDURESTICKERS MET. Doktersadvies op de wereldzeeën. Procedures. Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij MET PROCEDURESTICKERS Doktersadvies op de wereldzeeën Procedures Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Radio Medische Dienst Stichting Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Secretariaat Radio

Nadere informatie

Ter bescherming van het luchtverkeer worden de volgende tijdelijke gebieden met beperkingen ingesteld:

Ter bescherming van het luchtverkeer worden de volgende tijdelijke gebieden met beperkingen ingesteld: Luchtvaart Postbus 575 2130 AN Hoofddorp Contactpersoon Nummer -2015/29357 Betreft Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende het instellen van tijdelijke gebieden met beperkingen

Nadere informatie

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 21 december 2015;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 21 december 2015; Onderwerp: Instelling tijdelijke gebieden met beperkingen ten behoeve van de oefening Frisian Flag 2016 DE MINISTER VAN DEFENSIE, GELEZEN: het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van

Nadere informatie

Internationale veiligheidsrichtlijnen Hoofdstuk 6 voor binnentankschepen en terminals. Hoofdstuk 6 BEVEILIGING

Internationale veiligheidsrichtlijnen Hoofdstuk 6 voor binnentankschepen en terminals. Hoofdstuk 6 BEVEILIGING Hoofdstuk 6 BEVEILIGING Binnenvaarttankers laden of lossen vaak op faciliteiten waar zeevaarttankers worden behandeld en waar dus de International Ship en Port Facility Security (ISPS) Code van toepassing

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

KONINKRIJK BELGIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE KONINKRIJK BELGIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE EXAMENREGLEMENT VOOR HET VERKRIJGEN VAN CERTIFICATEN VOOR OPERATOREN VAN SCHEEPSSTATIONS KONINKRIJK BELGIE 2 BELGISCH INSTITUUT

Nadere informatie

Datum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording vragen van lid Von Martels over de containers die overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden

Datum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording vragen van lid Von Martels over de containers die overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Goed marifoongebruik? Begrepen, over!

Goed marifoongebruik? Begrepen, over! Goed marifoongebruik? Begrepen, over! Goed marifoongebruik is essentieel voor een vlotte en veilige vaart. Niet onbelangrijk als u weet dat de Nederlandse vaarwegen tot de drukste ter wereld behoren. In

Nadere informatie

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST 56 1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST BaZ 1/15C van 2005 vervalt Besluit van de Vlaamse regering

Nadere informatie

Gezamenlijke Bekendmaking

Gezamenlijke Bekendmaking Gezamenlijke Bekendmaking nr. 04-2015 Gebruik van AlS De Nederlandse Rijkshavenmeester Westerschelde en de Vlaamse Administrateur-generaal van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust maken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. 19179 25 oktober 2011 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden GLV Maas en Waal (A, B en C), Deelen en Tiel (Oefening

Nadere informatie

Examen Basiscertificaat Marifonie

Examen Basiscertificaat Marifonie Agentschap Telecom Examen Basiscertificaat Marifonie paraaf 1e controle: Max,te behalen : 50 aantal min-: paraaf 2e controle: aantal behaalde : Min.benodigd aantal : 35 Achternaam Voorna(a)m(en) Straat

Nadere informatie

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens Meet the future Twente van het projectbureau Technology Base van 13 juni 2018;

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens Meet the future Twente van het projectbureau Technology Base van 13 juni 2018; Nummer -2018/56137 Betreft Beschikking van de Minister van structuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen tevens RMZ voor de luchtvaartvertoning Meet the future Twente

Nadere informatie

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat; Onderwerp: Ontheffing minimum vlieghoogte oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied), tevens aanwijzing tijdelijke gebieden met beperkingen ten behoeve van de oefening HWIC/TAC NL 2018 DE MINISTER VAN DEFENSIE,

Nadere informatie

ILT-2014/31227 DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

ILT-2014/31227 DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie; Nummer -2014/31227 Betreft Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied voor de luchtvaartvertoning op 16 juli 2014 nabij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 82 6 mei 2009 Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum 24 april 2009 Nr. VENW/IVW-2009/6004

Nadere informatie

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 31 augustus 2012;

DE MINISTER VAN DEFENSIE, het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 31 augustus 2012; Onderwerp: Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden ten behoeve van de oefening Frisian Flag 2013 DE MINISTER VAN DEFENSIE, GELEZEN: het verzoek van de commandant van de vliegbasis Leeuwarden van 31

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

Afschrift voor radiotelegrafisten

Afschrift voor radiotelegrafisten Afschrift voor radiotelegrafisten + 2009 AFDELING KUST 2 1/3 OFFICIELE RADIOBERICHTEN BESTEMD VOOR DE BELGISCHE KOOPVAARDIJSCHEPEN HET BELMAR-SYSTEEM BaZ 1/3-2008 vervalt BELANGRIJK: De gezagvoerders van

Nadere informatie

Koninklijke Luchtmacht. QIc~ i2 2--2Qh3. Zie verzendlijst

Koninklijke Luchtmacht. QIc~ i2 2--2Qh3. Zie verzendlijst Koninklijke Luchtmacht > Retouradres Postbus 8762 4820 BB Breda Zie verzendlijst Ministerie van Defensie Commando Luchtstrljdkrachten CLSK QIc~ i2 2--2Qh3 Luchtmachtplein 1, Breda MPC92A Postbus 8762 4820

Nadere informatie

Gelezen de aanvraag van de Stichting Vliegveld Oostwold-Oldambt van 20 juli 2018;

Gelezen de aanvraag van de Stichting Vliegveld Oostwold-Oldambt van 20 juli 2018; Nummer -2018/63383 Betreft Beschikking van de Minister van structuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen en RMZ voor de luchtvaartvertoning Oostwold Rail Bedrijven

Nadere informatie

Communicatie op het water in Frankrijk

Communicatie op het water in Frankrijk Communicatie op het water in Frankrijk Een marifoon is een zend- en ontvangapparaat voor maritieme communicatie. Via de marifoon legt u contact met andere schepen en met walstations, zoals sluizen, verkeersposten

Nadere informatie

December 2006. Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding

December 2006. Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding December 2006 Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding Overzicht betrokken diensten en organisaties Op basis van artikel 3, lid 5, onderdeel b van de Wet Rampen en

Nadere informatie

Gelezen het verzoek van de burgemeester van de gemeente Dronten van 8 april 2019, contactpersoon: dhr. M. de Reus,

Gelezen het verzoek van de burgemeester van de gemeente Dronten van 8 april 2019, contactpersoon: dhr. M. de Reus, Rail Bedrijven en Nummer Betreft -2019/31930 Beschikking van de Minister van structuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van de tijdelijke gebieden met beperkingen Biddinghuizen A en Biddinghuizen B voor

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19446 6 april 2017 Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een tijdelijk

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens de luchtvaartvertoning Scheveningen Light Airshow 2018 van 26 september 2018;

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens de luchtvaartvertoning Scheveningen Light Airshow 2018 van 26 september 2018; Nummer -2018/73435 Betreft Beschikking van de Minister van structuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen en RMZ voor de luchtvaartvertoning Scheveningen Light Airshow

Nadere informatie

Modelconvenant calamiteitenzender

Modelconvenant calamiteitenzender Modelconvenant calamiteitenzender Opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van provincies, veiligheidsregio s en regionale omroepen. Versie 1.0 d.d. 1 januari

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal

Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal Juni 2013 versie 2.0 Gebaseerd op Draaiboek IHR: infectieziekten gerelateerd aan internationaal vervoer van mensen en goederen MELDINGSSYSTEEM SCHIP-RMD-GGD

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0313 (COD) 7645/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 6 april 2016 Betreft: FRONT 160 MAR 109 CODEC 383 COMIX 262

Nadere informatie

LUCHTVAARTUIG IN DE PROBLEMEN, PRIO 1

LUCHTVAARTUIG IN DE PROBLEMEN, PRIO 1 LUCHTVAARTUIG IN DE PROBLEMEN, PRIO 1 Evaluatie van de crisisbeheersing naar aanleiding van de noodlanding van een J-SAR helikopter op de Noordzee (21 november 2006) COT Instituut voor Veiligheids- en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

SafeSeaNet Infodag. Hoe is het in Nederland geregeld? Jan Spier HBJZ

SafeSeaNet Infodag. Hoe is het in Nederland geregeld? Jan Spier HBJZ SafeSeaNet Infodag Hoe is het in Nederland geregeld? Jan Spier HBJZ Europese kaders 1. Monitoring-richtlijn: Richtlijn 2002/59/EG van 27 juni 2002, betreffende de invoering van een communautair monitoring-

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2011 No. 44 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 21 november 2011, nr. IENM/BSK-2011/156136, tot wijziging van het Besluit erkende organisaties

Nadere informatie

Basiscertificaat Marifonie

Basiscertificaat Marifonie Basiscertificaat Marifonie Vaarschool Albatros Westerdijk 5c 1621 LC Hoorn www.vaarschoolalbatros.nl Coen Cromjongh, 0229 268990 Deze map is samengesteld door het team van Vaarschool Albatros 1 2 VHF Max

Nadere informatie

1/17 SCHELDE SLEPEN VAN MOEILIJK HANDELBARE SCHEPEN EN/OF VARENDE TUIGEN

1/17 SCHELDE SLEPEN VAN MOEILIJK HANDELBARE SCHEPEN EN/OF VARENDE TUIGEN 107 afspraken maakt die voor de verkeersdeelnemers en de omgeving ook duidelijk zijn intenties duidelijk kenbaar maakt door een duidelijk vaargedrag; gebruik maakt van de mogelijkheid informatie te krijgen

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 17 Wegvervoer 17 Wegvervoer versie 2018 Crisistypen ongeval gevolgen van een ongeval voor het milieu verstoring openbare orde verstoring of aantasting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Instelling BVG s Leeuwarden, Volkel en Vlieland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Instelling BVG s Leeuwarden, Volkel en Vlieland STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7883 22 maart 2013 Instelling BVG s Leeuwarden, Volkel en Vlieland 19 maart 2013 Nr. MLA/062/2013 De Minister van Defensie,

Nadere informatie

Contactpersoon Lkol AJP Hardenbol Datum 7 februari 2014 Hoofd Bureau Geluidhinder,

Contactpersoon Lkol AJP Hardenbol Datum 7 februari 2014 Hoofd Bureau Geluidhinder, > Retouradres Postbus 8762 4820 BB Breda Zie verzend lijst Luchtstrijdkrachten C4ISR Bureau Geluidhinder, Zonering en Rapportering Luchtmachtplein 1, Breda MPC 92 A Postbus 8762 4820 BB Breda Nederland

Nadere informatie