Waterwet beschikking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Waterwet beschikking"

Transcriptie

1 Waterwet beschikking Vergunningverlening in het kader van de Waterwet ten behoeve van Tesselaar Alstroemeria voor de toepassing van koude- en warmteopslag aan de Weteringweg 17 te Luttelgeest. Beschikking van Gedeputeerde Staten van Flevoland op grond van de Waterwet naar aanleiding van een aanvraag van 18 juli 2012, kenmerk: Lelystad,

2 Beschikking Vergunningverlening in het kader van de Waterwet ten behoeve van Tesselaar Alstroemeria voor de toepassing van koude- en warmteopslag aan de Weteringweg 17 te Luttelgeest. Beschikking van Gedeputeerde Staten van Flevoland op grond van de Waterwet naar aanleiding van een aanvraag van 18 juli Datum: 1. Inleiding 3 2. Procedure 4 3. Overwegingen ten aanzien van de aanvraag 5 4. Overwegingen naar aanleiding van ingediende adviezen en zienswijzen Besluit 19 Bijlage 1 Vergunningsvoorschriften

3 1. Inleiding 1.1. Aanvraag Op 18 juli 2012 hebben wij van Ekwadraat namens Tesselaar Alstroemeria een aanvraag voor een waterwetvergunning ontvangen voor het onttrekken en terug in de bodem brengen van grondwater tot een hoeveelheid van maximaal m^ per jaar (inclusief 3000 m^ per jaar voor onderhoud van de bronnen). De beoogde Inrichting bevindt zich ter plaatse van de Weteringweg 17 te Luttelgeest. Het bodemenergiesysteem bestaat uit 2 doubletten (2 warme en 2 koude bronnen). De bronnen worden geplaatst op de percelen de kadastraal bekend zijn als gemeente Noordoostpolder, sectie B, nummers 3094 en Het vergunningonderbouwende rapport: "Energieopslag glastuinbouwgebied Weteringweg te Luttelgeest, Effectenstudie grondwatersysteem", d.d. 24 februari 2012, kenmerk /58410/PW, (hierna: de effectenstudie) maakt onderdeel uit van de vergunningaanvraag. Deze effectenstudie, dat tevens het MER is voor deze vergunning, beschrijft een collectief ontwerp van 5 bodemenergiesystemen aan de Weteringweg te Luttelgeest. De vijf bodemenergiesystemen die onderdeel vormen van het collectief ontwerp zijn: Flevoland Flowers (De Groot), Tesselaar Alstroemeria-1, Tesselaar Alstroemeria-2, Nieuwkamp Alstroemeria en Broekhoff Rozen. De voor deze bodemenergiesystemen benodigde waterwetvergunningen worden individueel aangevraagd Doel De aanvraag heeft betrekking op het onttrekken en Injecteren van grondwater ten behoeve van warmteen koudeopslag in de vorm van een warmte-/ koudeopslagsysteem (hierna: bodemenergiesysteem) voor de klimatisering van het glastuinbouwbedrijf Tesselaar Alstroemeria. Het onttrokken grondwater wordt in de zomerperiode gebruikt om het glastuinbouwbedrijf Tesselaar Alstroemeria te koelen en in de winterperiode om het bedrijf te verwarmen. Met de beoogde inrichting zal het onttrokken grondwater in de zomerperiode worden gebruikt voor koeling. Grondwater wordt onttrokken aan de koude bron en koude wordt vla warmtewisselaars afgestaan aan het gebouwcircuit. Na gebruik wordt, in de zomer, het tot gemiddeld 14 C en maximaal 25 C opgewarmde water geïnjecteerd in de bodem (de bodem laden met warmte). In de winterperiode wordt het in de bodem opgeslagen warme water onttrokken aan de warme bron en gebruikt voor verwarming van het gebouw. Hierdoor wordt het onttrokken grondwater gekoeld tot circa gemiddeld 9 C en vervolgens geïnjecteerd (bodem laden met koude). In de winter bedraagt de minimale inflltratietemperatuur 5 C. De minimale en maximale injectietemperaturen van het bodemenergiesysteem bedragen respectievelijk 5 C en 25 C. De natuurlijke temperatuur van het grondwater in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket bedraagt 11 C op 75 meter minus maaiveld en neemt toe tot ongeveer 12 C op 134 meter minus maaiveld Energiebesparing en emissiereductie De ontwerpuitgangspunten voor de warmte-/koudeopslag omvatten een gemiddelde verplaatste hoeveelheid energie van MWht koude en MWht aan warmte. Deze energiebesparing resulteert volgens de effectenstudie in een jaarlijkse emissiereductie van 314 ton koolstofdioxide (CO2) en 83 kg stikstofoxiden (NOx). 1.4 De inrichting De inrichting bestaat uit 2 warmte en 2 koude bronnen, globaal op de coördinaten x= en y= De locatie bevindt zich ten noordoosten van de woonkern Luttelgeest tussen de Blankenhammerweg en de Weteringweg. Doublet Wb Coördinaten warme bronnen Kb Coördinaten koude bronnen , , , , Tussen de warmte en de koude bronnen worden transportleidingen aangelegd, waardoor grondwater van de warmte naar de koude bronnen kan worden gepompt en omgekeerd. De transportleiding wordt door de technische ruimte geleid, waar de warmte of koude in één of meerdere warmtewisselaars wordt overgedragen van het grondwatersysteem aan het secundaire systeem. Ten behoeve van de

4 warmtelevering wordt grondwater uit de warme bron opgepompt. Het opgepompte grondwater staat zijn warmte af via één of meerdere warmtewisselaars aan het water in het secundaire circuit, waar het wordt gebruikt voor verwarming. Door de afgifte van warmte koelt het grondwater af. Het afgekoelde grondwater wordt vervolgens via de koude bron in de bodem geretourneerd en opgeslagen voor de zomerperiode. Als behoefte is aan koeling, wordt grondwater opgepompt uit de koude bron. Het opgepompte grondwater staat zijn koude via één of meerdere warmtewisselaars af aan het water in het secundaire circuit, waar het wordt ingezet voor koeling. Het opgewarmde grondwater wordt vervolgens via de warmte bron in de bodem geretourneerd en opgeslagen voor het winterseizoen. De filters van de bronnen met ieder een lengte van ongeveer 40 meter, worden volgens de effectenstudie beiden geplaatst in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket tussen 44 meter en 134 meter minus maaiveld (beneden de eerste slechtdoorlatende laag die zich tussen 12 meter en 17 meter minus maaiveld bevindt). De hoogte van het maaiveld bedraagt ongeveer NAP -3,5 meter. De afstand tussen de koude en warmte bronnen bedraagt ongeveer 230 meter. De grondwaterstroming in het ondiepe grondwater (eerste watervoerende pakket) Is zuidwestelijk gericht. De stroming van het diepere grondwater (tweede watervoerende pakket) is eveneens zuidwestelijk gericht. Per kalenderjaar wordt maximaal mvjaar opgepompt en geretourneerd in de bodem. In de winterperiode (stookseizoen) zal maximaal m^ grondwater worden onttrokken en geretourneerd. In de zomerperiode (koelseizoen) zal eveneens maximaal m^ grondwater worden onttrokken en geretourneerd. In de winterperiode zal gemiddeld m^ grondwater worden onttrokken en geretourneerd. In de zomerperiode zal eveneens gemiddeld m' grondwater worden onttrokken en geretourneerd. Voor onderhoud van de bronnen wordt totaal jaarlijks m^ (circa 750 m^ per bron) grondwater onttrokken. Deze hoeveelheid wordt niet in de bodem teruggebracht maar gespuid. De maximale onttrekkings- en injectiecapaciteit van de bronnen bedraagt per bron 105 mvuur. De maximale debieten van de inrichting (4 bronnen in werking) zijn: 210 m^ per uur m^ per dag m^ per maand m^ per kwartaal m^ per seizoen m^ per kalenderjaar Op grond van artikel 6.4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Waterwet Is voor het onttrekken en/of infiltreren van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem een watervergunning nodig. Op grond van het tweede lid van dit artikel hebben wij in artikel 6.1a van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland (versie 1 januari 2011, hierna VFL) een uitzondering op de vergunningplicht opgenomen voor onttrekkingsinrichtingen met een pompcapaciteit die meer bedraagt dan 10 mvuur. Deze uitzondering is in voorliggend geval niet aan de orde, omdat de aangevraagde onttrekkingsinrichting een totale pompcapaciteit van 210 mvuur heeft. Netto wordt er geen water aan de bodem onttrokken aangezien de totaal te onttrekken hoeveelheid grondwater weer volledig in de bodem wordt geïnjecteerd. De warme en koude bron zijn een inrichting tot het onttrekken van grondwater die een samenhangend geheel vormen. In de zin van de Waterwet worden zij aldus als één inrichting aangemerkt. 2. Procedure Op 10 mei 2012 heeft Ekwadraat mededeling gedaan van het voornemen van Tesselaar Alstroemeria en 4 naburige inrichtingen om de beperkte m.e.r.-procedure te doorlopen voor deze aanvrager. Op 11 mei 2012 hebben wij van Ekwadraat namens Tesselaar Alstroemeria een aanvraag voor een waterwetvergunning ontvangen voor een bodemenergiesysteem. De aanvrager Is op 4 juni 2012 op de hoogte gesteld dat de aanvraag voor de waterwetvergunning buiten behandeling is gelaten vanwege het ontbreken van een milieueffectrapportage (MER) bij de vergunningsaanvraag. Op 15 juni 2012 is besloten dat de beperkte m.e.r.-procedure kan worden doorlopen en is Ekwadraat hierover bericht. De milieueffectrapportage Is op 18 juli 2012 aangeleverd, waarbij verzocht werd de aanvraag weer in behandeling te nemen. De aanvraag Is per 18 juli 2012 in behandeling genomen, waardoor deze datum de startdatum van de procedure is

5 Op grond van voorschrift 6.16 van de Waterwet zijn afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing op de voorbereiding van de te nemen beslissing op deze aanvraag. Conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Wet milieubeheer en de Waterwet is de ontwerpbeschikking voor advies toegezonden aan Gemeente Noordoostpolder, Waterschap Zuiderzeeland, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), Inspectie leefomgeving en transport en Vitens. Op 1 oktober 2012 is de ontwerpbeschikking vastgesteld. De aanvraag en ontwerpbeschikking hebben van 18 oktober 2012 tot en met 28 november 2012 ter Inzage gelegen. 3. Overwegingen ten aanzien van de aanvraag 3.1. Bestuurlijk en juridisch toetsingskader Waterwet Bij een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor het onttrekken en injecteren van grondwater dient een onttrekking te worden getoetst aan de wet- en regelgeving en het huidige beleid en dienen alle bij de onttrekking betrokken belangen te worden afgewogen. Het onttrekken van grondwater is vergunningplichtig op grond van de Waterwet. De Waterwet biedt het kader voor een evenwichtige afweging van alle belangen van kwantitatieve en kwalitatieve aard die zijn betrokken bij het onttrekken van grondwater. Het in de bodem brengen van water ter aanvulling van het grondwater in samenhang met het onttrekken van grondwater is infiltreren van water in de zin van de Waterwet. Van infiltreren van water in de zin van de Waterwet Is echter geen sprake bij bodemenergiesystemen. Van aanvulling van het grondwater zoals.bedoeld in de Waterwet in relatie tot het begrip Infiltreren is geen sprake omdat het geretourneerde water eerder als grondwater is onttrokken op dezelfde locatie en uit hetzelfde watervoerend pakket als waarin het water wordt geretourneerd Overige wet- en regelgeving Activiteitenbesluit Op lozingen vanuit inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer is het Besluit algemene regels Inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) van toepassing. Tesselaar Alstroemeria te Luttelgeest is een inrichting als bedoeld in het Activiteitenbesluit. De algemene regels van het Activiteitenbesluit gelden van rechtswege voor deze inrichting. In voorschrift 2.2 Activiteitenbesluit is een lozingenverbod opgenomen voor onder meer het brengen van afvalwater of overige vloeistoffen in de bodem. Dit verbod is niet van toepassing op lozen in de bodem waaraan in een vergunning op grond van voorschrift 6.4 of voorschrift 6.5 onderdeel b Waterwet voorschriften zijn gesteld. Voorliggende beschikking betreft een vergunning op grond van voorschrift 6.4 Waterwet. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden met betrekking tot de infiltratie van water, zodat het lozingenverbod van het Activiteitenbesluit niet geldt voor de inrichting van de aanvrager. Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland De VFL bevat de juridische vertaling van het In het Omgevingsplan Flevoland 2006, zoals laatstelijk gewijzigd in 2009, (hierna: Omgevingsplan) neergelegde beleid voor milieubeschermingsgebieden voor onder andere grondwater en natuur. In de VFL zijn regels opgenomen ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning. In de VFL zijn daarom milieubeschermingsgebieden voor grondwater aangewezen waar deze regels gelden. De milieubeschermingsgebieden voor grondwater omvatten de waterwingebieden, beschermingsgebieden en de boringsvrije zone. De beoogde onttrekking en retournering van grondwater is gesitueerd buiten de milieubeschermingsgebieden voor grondwater. Om deze reden zijn de regels uit de VFL ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in dit geval niet van toepassing

6 ME/? Inleiding: Ingevolge de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage moet voor bepaalde activiteiten een milieueffectrapportage (m.e.r.) worden opgesteld. Hiermee wordt bereikt dat er voldoende milieuinformatie beschikbaar is voordat milieurelevante besluiten (zoals een watervergunning) genomen kunnen worden die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Zo kan mogelijke schade aan het milieu zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt. In de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage is aangegeven voor welke activiteiten het opstellen van een m.e.r. verplicht is en voor welke activiteiten beoordeeld moet worden of het opstellen van een m.e.r. noodzakelijk is (m.e.r.- beoordelingsplichtige activiteiten).. De aanvraag heeft betrekking op het onttrekken en Injecteren van grondwater. De aanvrager verzoekt een nieuwe vergunning voor het onttrekken en terugbrengen in de bodem van maximaal m^ per jaar. Toetsingskader: Op grond van het Besluit milieueffectrapportage geldt voor de aangevraagde activiteiten de verplichting tot het opstellen van een m.e.r. wanneer: de aangevraagde activiteiten boven de in onderdeel C, categorie 15.1 van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage genoemde drempel van 10 miljoen m^ per jaar komt. Op grond van het Besluit milieueffectrapportage geldt voor de aangevraagde activiteiten de verplichting tot het opstellen van een m.e.r.-beoordeling wanneer: de aangevraagde activiteiten boven de in onderdeel D, categorie 15.2 van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage genoemde drempel van 1,5 miljoen m^ per jaar komt dan wel als, gelet op artikel 2, vijfde lid, onder b, van dit Besluit, op grond van de in bijlage III bij de richtlijn 2011/92/EU, hierna EU-richtlijn milleueffectbeoordeling) genoemde selectiecriteria, niet kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Gelijktijdig met deze aanvraag zijn aanvragen voor het onttrekken en injecteren van grondwater Ingediend door de bedrijven Tesselaar, Broekhoff, De Groot (Flevoland Flowers) en Nieuwkamp. Voor deze vijf energieopslagsystemen gezamenlijk is de optimale bronconfiguratie bepaald. De maximale waterhoeveelheid die wordt onttrokken en geïnjecteerd is m^ per jaar. Hiermee komen de aangevraagde activiteiten boven de drempelwaarde van 10 miljoen m^ per jaar, waardoor deze activiteiten m.e.r.-plichtig zijn. De voortoets is uitgevoerd door Provincie Overijssel en daaruit blijkt dat een beperkte project-m.e.r.-procedure kan worden doorlopen. Beperkte project-m.e.r.-procedure Op grond van 7.8 van de Wet milieubeheer kan de beperkte project-m.e.r.-procedure worden doorlopen indien er geen passende beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet hoeft te worden opgesteld voor de activiteiten. Een passende beoordeling moet worden opgesteld indien uit een voortoets blijkt dat significant negatieve effecten op een of meer habitattypen in het gebied niet zijn uit te sluiten. Het dichtstbijzijnde Natura-2000 gebied dat mogelijk beïnvloed zou kunnen worden is de Weerribben in de provincie Overijssel. In de effectenstudie/mer is onderzocht wat de effecten van de activiteit zijn op de Weerribben. De beoogde energieopslagsystemen hebben ter hoogte van de Weerribben in de worstcase situatie gecombineerd maximaal 0,07 m invloed op de stijghoogte in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket en 0,02 m in het eerste watervoerende pakket. Hierdoor zal in de zomerperiode de dagelijkse kwel met circa 0,01 mm toenemen en in de winterperiode met circa 0,01 mm afnemen. De stijghoogteverandering tussen het eerste watervoerende pakket en de deklaag is ter hoogte van de Weerribben circa 0,01 m. De kwelflux van het eerste watervoerende pakket naar de deklaag verandert door dit verschil met minder dan 0,01 mm per dag. De beoogde energieopslagsystemen hebben, gezien de geringe verandering van de kwelstromingen in de worst-case situatie, geen significante negatieve effecten op de aanwezige natuur In natuurgebied De Weerribben. Het bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet voor de Weerribben, de provincie Overijssel, heeft bevestigd dat significant negatieve effecten uit te sluiten zijn. Doordat significant negatieve effecten op de Weerribben zijn uit te sluiten, wordt voor deze vergunningaanvraag de beperkte project-m.e.r. procedure doorlopen

7 Beoordeling: Op 9 mei 2012 heeft de aanvrager de mededeling gedaan dat zij voornemens is een beperkte projectm.e.r.-procedure te volgen voor 5 aanvragen voor WKO-systemen in Luttelgeest. De aanvrager heeft aangegeven dat zij geen behoefte heeft aan advies over reikwijdte en detailniveau van het mllieueffectrapport. Wij hebben geen aanleiding gezien om ambtshalve een advies uit te brengen over de reikwijdte en het detailniveau. Op 15 juni 2012 is de aanvrager geïnformeerd dat de beperkte m.e.r.- procedure kan worden gevolgd. MER Op 18 juli 2012 heeft de aanvrager het rapport Energieopslag Glastuinbouwgebied Weteringweg te Luttelgeest ingediend als MER bij de vergunningaanvraag. Het rapport is zowel MER als de effectenstudie die moet worden opgesteld in het kader van de vergunningaanvraag. Het rapport voldoet aan de inhoudelijke eisen voor MER. Het MER beschrijft de effecten die de activiteiten hebben op energiebesparing, emissiereductie, geohydrologie, hydrologie, hydrothermie, grondmechanica en grondwaterkwauteit. De activiteit heeft een positief effect op energiebesparing en emissies. De energiebesparing is 78% ten opzichte van de referentiesituatie. Er wordt 314 ton CO2 per jaar en 83 ton NOx per jaar minder uitgestoten dan in de referentiesituatie. Bij de overige thema's worden de effecten van de grondwatersystemen die in de bodem optreden beschreven. De effecten zijn berekend voor de duur van 20 jaar. Het systeem is continu in bedrijf, afhankelijk van de warmte of koudevraag. Bij beëindiging zal de natuurlijke situatie zich uiteindelijk herstellen, er worden geen significante onomkeerbare milieueffecten voorzien. Daarnaast zijn de gevolgen die deze effecten kunnen hebben voor andere belanghebbenden in beeld gebracht. De locatie bevindt zich niet in of nabij een grondwaterbeschermingsgebied, waterwingebied of EHS. Het dichtstbijzijnde Natura-2000 gebied is de Weerribben. Significant negatieve effecten als gevolg van het gebruik van de grondwatersystemen op dit gebied zijn uit te sluiten. Op circa meter ten noorden van de locatie is een Provinciaal Archeologisch en Aardkundig Kerngebied (PARK). De maximale verandering in de grondwaterstand is zodanig klein dat het valt binnen de natuurlijke fluctuatie. Er is geen sprake van negatieve effecten op de archeologie. Op circa meter is een kleine grondwaterverontreiniging aanwezig, welke is gesaneerd. De berekende cumulatieve grondwaterstandveranderingen zijn zodanig klein dat flora en fauna niet nadelig worden beïnvloed. Er zijn geen negatieve effecten op landbouwgronden. De zettingen die door de energieopslagsystemen kunnen optreden zijn zodanig klein (max. 7 mm) dat deze geen schade aan gebouwen, funderingen, wegen of constructies zal veroorzaken. Binnen een straal van 3 km om de locatie zijn alle geregistreerde grondwatergebruikers in beeld gebracht. Voor de energieopslagsystemen in dit gebied is in beeld gebracht wat de effecten zijn op de stijghoogte en daarmee mogelijke effecten op bedrijfsvoering en rendement van deze systemen. De grootste stijghoogteverandering is 0,2 m. Dit heeft geen effect op bedrijfsvoering en rendement. De maximale beïnvloeding van de stijghoogte op de overige systemen bedraagt 20 cm. Ook deze systemen ondervinden volgens de effectenstudie hiervan geen nadelige Invloed. Alternatieven In het MER is een voorkeursalternatief en een referentiealternatief opgenomen. In het referentiealternatief wordt uitgegaan van levering van warmte door middel van een warmtekrachtkoppelingscentrale (WKK). De WKK levert naast warmte ook elektriciteit en CO2 aan de aanwezige kassen. Koeling wordt in de referentiesituatie geleverd door koelinstallaties. Het voorkeursalternatief is de aanleg van vijf separate grondwatersystemen om op lange termijn energieopslag in de bodem mogelijk te maken. Deze systemen gaan voorzien in een gedeelte van de verwarming en de totale koeling. Voor het leveren van de koude- en warmtevraag zijn per bedrijf 2 tot 6 doubletten (bronparen) nodig. Het voorkeursalternatief is de meest optimale bronconfiguratie binnen de randvoorwaarden dat de benodigde bronnen op eigen terrein worden geplaatst en dat er geen onderlinge thermische interferentie plaatsvindt. Omdat deze configuratie is geoptimaliseerd binnen de gegeven randvoorwaarden zijn er geen redelijke alternatieven voor de bronconfiguratie

8 De alternatieven zijn met elkaar vergeleken op de emissies van CO2 en NOx en besparingen in het energieverbruik. Het voorkeursalternatief bespaart ten opzichte van het referentiealternatief MWhe elektriciteit per jaar. Daarnaast wordt jaarlijks ton koolstofdioxide (CO2) en kg NOx minder uitgestoten. Dit zorgt op alle voornoemde terreinen voor een besparing van 78% ten opzichte van het referentiealternatief. Het referentiealternatief scoort op het gebied van energiebesparing en emissies veel slechter dan het voorkeursalternatief. De aanleg van de grondwatersystemen zoals beschreven in het voorkeursalternatief laat een duidelijke milieuwinst zien ten opzichte van de WKK's. Omdat de configuratie voor WKO geoptimaliseerd is om onderlinge interferentie en zoveel mogelijk geohydrologische effecten op de omgeving te voorkomen, zijn er geen andere alternatieven. De grondwatersystemen zoals opgenomen in het MER zijn conform de aanvraag. Zienswiizen De reactie op de zienswijzen zal worden toegevoegd na de terinzagelegging van het MER met de ontwerpbeschikking. Evaluatie Om te monitoren of de effecten van het energieopslagsysteem op met name de debieten, hoeveelheid energie, inflltratietemperatuur, bodemtemperatuur, stijghoogten en waterkwaliteit zich zullen ontwikkelen zoals voorspeld, zal er regelmatig worden gemonitord. Elk jaar dient in het eerste kwartaal aan het bevoegd gezag een rapportage te worden toegezonden. Conclusie MER: De aangevraagde activiteiten zullen door hun aard en ligging niet leiden tot aanzienlijke effecten op het milieu. Wij zien geen aanleiding om naar aanleiding van het MER de vergunningvoorschriften aan te passen Provinciaal beleid Het toetsingskader voor het beleid en afweging van de bij de grondwateronttrekking betrokken belangen en voor bodemenergie wordt geboden door het Omgevingsplan en de Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving Het grondwaterbeschermingsbeleid voor de provincie Flevoland is vastgelegd in het Omgevingsplan. Het Omgevingsplan is op 5 december 2006 in werking getreden en treedt in de plaats van vier plannen met een strategisch karakter: het Streekplan, het Milieubeleidsplan, het Provinciaal Verkeeren Vervoerplan en het Waterhuishoudingsplan. De partiële herziening van het Omgevingsplan is op 22 december 2009 in werking getreden. Voor de beoordeling van de aanvraag voor een vergunning op grond van de Waterwet wordt op grond van het bovenstaande toetsingskader op de onderstaande criteria getoetst. De criteria die zijn afgeleid uit het beleid omvatten ook een toetsingskader voor een deel van de effecten van de grondwateronttrekking, -injectie en lozing van warmte en koude. Naast de toetsing van de effecten die met name in het provinciale beleid worden genoemd, vereist de Waterwet toetsing van de effecten op alle op het grondwater aangewezen belangen. Het beleid en de effecten waarop In ieder geval dient te worden getoetst omvat de volgende punten: Beleid 1. beleid omtrent het gebruik van grondwater; 2. grondwaterbeheer; 3. vergunningenbeleid grondwateronttrekking voor energiedoeleinden; 4. beleid betreffende de drinkwatervoorziening. Effecten 1. effecten op de grondwaterkwauteit (inclusief temperatuur); 2. effecten op de stijghoogte en grondwaterstanden; 3. effecten op kwel- en inzijging; 4. belang van de bescherming van de natuur; 5. belang van bestaande onttrekkingen In de omgeving;

9 6. zettingseffecten; 7. effecten op archeologische waarden; 8. effecten op nabije bodemverontreinigingen. Eind september 2008 is het in opdracht van Provincie Flevoland en door Deltares uitgevoerde onderzoek "Evaluatie monitoringsvoorschriften wko van de provincie Flevoland, kenmerk 2008-U-R0885/A" gerapporteerd. In deze rapportage is onder andere een voorstel tot nieuwe vergunningsvoorwaarden opgenomen. Het rapport, dat op 4 november 2008 door Gedeputeerde Staten van Provincie Flevoland is vastgesteld, heeft met betrekking tot de vergunningsvoorschriften als leidraad gediend voor het opstellen van dit ontwerpbesluit Toetsing aan het beleid In deze paragraaf volgt de toetsing aan het beleidskader en de conclusies. Het beleidskader met betrekking tot het gebruik van grondwater en energieopslag in de bodem is geschetst in het Omgevingsplan Flevoland 2006 en de Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving Beleid omtrent het gebruik van grondwater Om richting te geven aan het gebruik van grondwater hanteert de provincie de volgende uitgangspunten: de onttrekking van grondwater moet zo beperkt mogelijk blijven. De provincie stimuleert besparing van het gebruik van grondwater. Daarnaast wordt waar mogelijk en onder randvoorwaarden Infiltratie en retourbemaling van grondwater gestimuleerd om de netto-onttrekking te reduceren; er dient evenwicht te zijn tussen de natuurlijke aanvulling van het zoete grondwater en de hoeveelheid zoet grondwater die aan het grondwatersysteem wordt onttrokken. Indien de beschikbare hoeveelheid grondwater kleiner is dan de vraag, zullen alternatieve bronnen in de waterbehoefte moeten voorzien; het beschikbare grondwater wordt voor een zo hoogwaardig mogelijk doel Ingezet of gereserveerd. Bij voorkeur sluit de kwaliteit van het grondwater aan bij de eisen die gesteld worden op basis van de toepassing. Er zal evenveel water worden geïnjecteerd als zal worden onttrokken. De netto onttrekking is nul. Dit past In het streven van de provincie om de onttrekking zo beperkt mogelijk te houden en infiltratie en retourbemaling te stimuleren. Er zal geen zoet grondwater worden onttrokken. Het grondwater ter plaatse van het energieopslagsysteem is op basis van de aanvraag en de effectenstudie naar verwachting brak en zout. Deze kwaliteit grondwater is niet gereserveerd voor een hoogwaardig doel zoals de openbare drinkwatervoorziening. Op grond van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het beoogde onttrekken en retourneren van grondwater niet in tegenspraak is met het beleid ten aanzien van het gebruik van grondwater Grondwaterbeheer In de Waterwet is het operationeel grondwaterbeheer opgedragen aan de provincie. Het gaat hierbij om het verlenen van vergunningen voor het onttrekken van grondwater en de controle op onttrekkingen binnen een vastgesteld beleidskader. De volgende uitgangspunten worden hierbij gehanteerd: - de provincie minimaliseert het grondwatergebruik bij met name grote grondwateronttrekkingen (> m^ per jaar) door de mogelijkheden van de vergunningverlening optimaal te benutten; - de hoeveelheid zoet grondwater die voor de openbare drinkwatervoorziening onttrokken mag worden in Zuidelijk Flevoland wordt gelimiteerd, opdat de zoetwatervoorraad niet afneemt en verzilting ervan wordt tegengegaan; - het grondwater wordt voor een zo hoogwaardig mogelijk doel Ingezet of gereserveerd. Indien oppervlaktewater een geschikt alternatief is voor grondwater dan heeft het gebruik hiervan de voorkeur. De inzet van grondwater vindt plaats in de volgende prioriteitsvolgorde:

10 1. openbare drinkwatervoorziening; 2. water voor de levensmiddelenindustrie die op grond van de Warenwet water van drinkwaterkwaliteit moet gebruiken; 3. agrarische doeleinden die eisen stellen in het kader van de diergezondheid; 4. energieopslag In de bodem, waarbij de netto onttrekking nihil is; 5. overige doeleinden waarvoor geen geschikt oppervlaktewater aanwezig is; - om de netto onttrekking van grondwater te beperken, worden infiltratie en retourbemaling gestimuleerd, waarbij eisen worden gesteld aan de kwaliteit; - grondwateronttrekkingen worden niet toegestaan als ze schade aan natuurfuncties of archeologische waarden veroorzaken die niet gecompenseerd kan worden door technische ingrepen of schadebeperkende maatregelen. Indien door een grondwateronttrekking de grondwaterstand en/of de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket in een nat natuurgebied meer dan 3 cm daalt, wordt schade aan natuurfuncties vermoed. Omdat de netto onttrekking nul is, is de beoogde onttrekking en injectie van grondwater niet in tegenspraak met de door de provincie voorgestane minimalisering van het gebruik van grondwater. De kwaliteit van het gebruikte grondwater maakt het ongeschikt voor de gebruiksdoelen drinkwatervoorziening, proceswater voor de levensmiddelenindustrie en veel agrarische doeleinden. Het grondwater kan dus gebruikt worden voor overige toepassingen, zonder strijdig te zijn met het beleid op dat gebied. De conclusie is dat de beoogde grondwateronttrekking en -injectie niet in tegenspraak is met het beleid omtrent het grondwaterbeheer Vergunningenbeleid gebruik grondwater voor bodemenergie De provincie staat positief tegenover het gebruik van grondwater voor de opslag/onttrekking van energie, uitgezonderd het in beschermingsgebieden gereserveerde grondwater. Bij de verlening van vergunningen voor deze toepassing hanteert de provincie de volgende uitgangspunten: - Systemen waarbij de temperatuur van het in de bodem te retourneren water hoger is dan 25 C worden niet toegestaan; - Beperkingen voor het bestaande en/of het toekomstige gebruik van de bodem van de nabijgelegen percelen, zoals ondergronds bouwen of andere systemen, moeten worden voorkomen en indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, worden beperkt; - Vermenging van zoet en zout grondwater dient te worden voorkomen; - Netto opwarming of afkoeling van de bodem gerekend over een periode van 2 jaar wordt voorkomen; - Aan de vergunning worden voorschriften verbonden waarin eisen worden gesteld aan de te gebruiken materialen, teneinde verontreiniging van het grondwater door het systeem tegen te gaan; - Aan de vergunning worden voorschriften verbonden waarin eisen worden gesteld aan de ontmanteling van de ondergrondse delen van het systeem Indien het gebruik van het systeem wordt beëindigd. De beoogde energieopslag ligt buiten de milieubeschermingsgebieden voor grondwater. Aan de vergunning worden eisen verbonden met betrekking tot de kwaliteit en temperatuur van het grondwater. De maximum temperatuur van het in de bodem te retourneren water bedraagt 25 C. De gemiddeld aan het grondwater onttrokken hoeveelheid koude is circa MWht per jaar. De aan het grondwater onttrokken hoeveelheid warmte per jaar zal MWht bedragen. Er zal dus geen netto opwarming of afkoeling plaatsvinden. Plannen voor ondergronds bouwen of het toekomstige gebruik van de ondergrond van de nabij gelegen percelen zijn niet bekend, met uitzondering van een melding bij Waterschap Zuiderzeeland voor het onttrekken van grondwater bij een naburig gelegen glastuinbouwbedrijf. Het is op dit moment niet duidelijk of er een Waterwetvergunning van Waterschap Zuiderzeeland nodig is of niet. Het te onttrekken en retourneren grondwater is naar verwachting brak tot zout. In het opslagpakket komt naar verwachting brak tot zout water voor. Er zal daarom geen vermenging van zoet en zout water optreden

11 Geconcludeerd wordt dat de beoogde onttrekking en het retourneren van grondwater niet in tegenspraak is met het beleid omtrent vergunningverlening voor het gebruik van grondwater voor energieopslag in de bodem Beleid betreffende de drinkwatervoorziening De voor de productie van drinkwater aanwezige hoeveelheid goed water is beperkt. De voorziene groei In Flevoland leidt tot de noodzaak zowel in te zetten op waterbesparing als op het beschikbaar maken van alternatieve bronnen voor drinkwatervoorziening. De provincie bevordert waterbesparende maatregelen en het beschikbaar komen van aanvullende bronnen voor de drinkwatervoorziening, zodat een adequate drinkwatervoorziening blijft gegarandeerd. De beoogde onttrekking en retournering van grondwater zal geen Invloed hebben op de voorraad aanwezig grondwater dat geschikt is voor de productie van drinkwater. De beoogde onttrekking en injectie van grondwater is dus niet in tegenspraak met het beleid betreffende de drinkwatervoorziening. De beoogde onttrekking en retournering van grondwater is niet in tegenspraak met beleid zoals verwoord in het Omgevingsplan, de VFL en de Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2011, mits de effecten op de grondwaterstand.en/of stijghoogten en de effecten op de grondwaterkwauteit en -temperatuur binnen de toelaatbare grenzen vallen en geen schade aan andere belanghebbenden wordt toegebracht. Deze effecten worden in de volgende paragrafen afgewogen Toetsing van de effecten van de grondwateronttrekking, -injectie en energieopslag Om inzicht te verkrijgen In de effecten verbonden aan de onttrekking en retournering van grondwater en de energieopslag in de bodem is een effectenstudie uitgevoerd. Voor het begrip van de beschrijving van effecten is het belangrijk een overzicht te hebben van de bodemopbouw ter plaatse. De bodemopbouw is geschematiseerd in tabel 3.1 van de effectenstudie aan de hand van de gegevens uit Grondwaterkaart van Nederland, het Regionaal Geohydrologisch Informatie Systeem II (REGIS II) van TNO en DINOLoket (boorbeschrijvingen). Vanaf maaiveld (ongeveer NAP -3,5 meter) wordt een 2 meter dikke deklaag aangetroffen, die uit klei en veen bestaat. Direct onder deze deklaag komt een 10 meter dik watervoerend pakket voor dat voornamelijk opgebouwd is uit matig fijne tot uiterst grove zanden. Dit pakket wordt het eerste watervoerende pakket genoemd. Aan de onderzijde van dit eerste watervoerende pakket komt een slechtdoorlatende laag (eerste slechtdoorlatende laag) voor, die opgebouwd is uit klei (Eemformatie). Deze slechtdoorlatende laag is op de locatie 5 meter dik en komt voor tussen 12 meter en 17 meter minus maaiveld. Onder de eerste slechtdoorlatende laag komt een zeer dik zandpakket voor (gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket). Dit watervoerende pakket bevindt zich tussen 17 meter en globaal 134 meter minus maaiveld en bestaat voornameujk uit matig grove tot uiterst grove zanden. De (geo)hydrologische effecten en hydrothermische effecten zijn in de effectenstudie bepaald door middel van modelberekeningen. Ten behoeve van de inschatting van de (geo)hydrologische effecten is een modellering met behulp van het pakket MLU uitgevoerd. De modelschematlsatie, modellering, kalibratie en berekening van de effecten is beschreven in de effectenstudie. Ten behoeve van het bepalen van de hydrothermische effecten is een modellering uitgevoerd met behulp van het programma HstW1n-3D. De onttrekking en injectie van het grondwater zullen volgens de effectenstudie plaatshebben op een diepte tussen 44 en 134 meter minus maaiveld, dus in het gecombineerde watervoerende pakket twee en drie (filterlengte ongeveer 40 m) Effecten op de waterkwaliteit De eventuele effecten op de waterkwahteit kunnen ruwweg worden verdeeld In vijf categorieën:

12 a. effecten op het zoet/brak grensvlak; b. effecten op de chemische samenstelung van het grondwater; c. effecten op de microbiologische kwauteit van het grondwater; d. risico op verontreiniging van het grondwater; e. effecten op de temperatuur van het grondwater. a. Effecten op het zoet/brak grensvlak In de effectenstudie is het chlorideprofiel in de huidige situatie beschreven en wordt ingegaan op berekeningen die voorspellen wat de effecten op de chlorideconcentratie in het grondwater zullen zijn als gevolg van het in bedrijf hebben van het collectieve bodemenergiesysteem als geheel. Voor de berekeningen is een toenemend chloridegehalte in het grondwater van 200 mg/l per 10 meter aangehouden. De chlorideconcentratie in het grondwater (initiële situatie) neemt daardoor toe van ongeveer 400 mg/l aan de top van het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket tot ongeveer mg/l aan de basis van dit watervoerende pakket. De bronfilters zijn tussen 80 en 120 meter minus maaiveld in het gecombineerde watervoerende pakket geplaatst. De chlorideconcentratie aan de bovenkant en onderkant van de filters bedraagt respectieveujk mg/l en mg/l. Deze schematisatie van het chlorideprofiel in de uitgangssituatie kan beschouwd worden als een worst-case, omdat op basis van een Zoet-zout studie van Provincie Flevoland plaatseujk lagere concentraties verwacht worden. Uit de effectenstudie bujkt dat aan de bovenkant van de bronfilters een lichte verzilting optreedt (van mg/l naar mg/l) en aan de onderkant een Uchte verzoeting (van mg/l naar mg/l). Deze verzoeting kan mogelijk nog wat sterker zijn omdat er op basis van de genoemde Zoet-zout studie aanwijzingen zijn dat er beneden het filtertraject grondwater voorkomt met een wat lager gehalte aan chloride. Gemiddeld veranderd, volgens de effectenstudie, de chlorideconcentratie over het filtertraject niet of nauwelijks. In het eerste watervoerende pakket komt zoet grondwater voor tot ongeveer 5 meter minus maaiveld (zoet/brak grensvlak). De chlorideconcentraties in het eerste watervoerende pakket zullen niet negatief beïnvloed worden. De verzilting is gering te noemen. Aan de onderkant van het filter vindt verzoeting plaats. De beïnvloeding van het chloridegehalte in het eerste watervoerende pakket is nihil, het genoemde zoet- /brakgrensvlak wordt niet beïnvloed. De onttrekking en retournering zullen dus geen significante verzilting van het ondiepe zoete grondwater tot gevolg hebben. Eveneens zal er geen significante verzilting optreden van het brakke tot zoute grondwater in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Het zoutgehalte van het grondwater ter plaatse van de filters van de bronnen zal gemiddeld niet veranderen. Een mogelijk ander effect van het oppompen van het grondwater is het omhoog bewegen van zouter grondwater van grotere diepte, het zogenaamde "upconing" van zouter water. De gebruikte effectieve filterlengte voor de bronnen zal ongeveer 40 meter bedragen terwijl het gecombineerde watervoerende pakket waaruit onttrokken wordt en waarin geïnjecteerd wordt ongeveer 117 meter dik is. Hierdoor zal niet alleen horizontale stroming naar en van de bronnen optreden, maar zal er ook een belangrijke verticale component zijn. Het is dus niet ondenkbaar dat ter plaatse van de onttrekkingsbron dieper en mogeujk zouter water naar boven zal bewegen. Dit effect wordt mogeujk deels, maar waarschijnhjk niet volledig, teniet gedaan in het daarop volgende seizoen wanneer in dezelfde bron water wordt geïnjecteerd. Bovendien bestaat er op deze locatie de kans dat er beneden het filtertraject grondwater met lagere chloridegehalten voorkomt. Er is dus een zeker risico van "upconing" van zouter grondwater van grotere diepte rond de bronnen. Het mogeujke effect hiervan zal sterk beperkt blijven tot de directe nabijheid van de bronnen en tot het watervoerend pakket onder de eerste slechtdoorlatende laag. Er zal dus naar verwachting geen beïnvloeding van de ondiepe grondwaterkwaliteit in de omgeving optreden. Er zijn voorschriften aan deze vergunning verbonden om de effecten op de grondwaterkwaliteit te monitoren. b. Effecten op de chemische samenstelling van het grondwater In een systeem waar een hoeveelheid grondwater wordt opgepompt, waaraan warmte of koude wordt toegevoegd en vervolgens wordt geïnjecteerd kan de chemische samenstelung en eigenschappen van het grondwater worden beïnvloed door verschillende factoren

13 Eén van deze factoren is de menging van wateren met verschillende samenstelung uit verschillende watervoerende lagen. Er kan met name worden gedacht aan de menging van water met hogere en lagere zuurstofgehaltes, een andere zuurgraad, verzadigingsgraad enzovoorts. Daar is hier waarschijnlijk geen sprake van, aangezien zowel de onttrekking als de injectie op dezelfde diepte in hetzelfde watervoerend pakket plaatsvinden. Wel zal de stromingssnelheid tussen en rond de bronnen vele malen hoger worden ten opzichte van de natuurlijke, relatief lage stromingssnelheid van het grondwater. Dit kan in theorie versnelde oplossing of omzetting van stoffen in het grondwater teweeg brengen. De menging van brak en zout water is eerder onder a. beschreven. De effecten van toevoeging van warmte en koude aan het grondwater worden hierna beschreven. In de effectenstudie wordt vermeld dat de Invloed van de temperatuurverandering die optreedt bij energieopslag op de watersamenstelung veelal verwaarloosbaar klein is. Er is weinig bekend over de samenstelling van het grondwater en bodem ter plaatse en de mogelijke chemische effecten van het onttrekken en injecteren van het water. Ondanks dat er geen sterke effecten op de samenstelung van het grondwater worden verwacht, zijn aan deze vergunning voorschriften verbonden met betrekking tot bemonstering, analyse en monitoring van de chemische en fysische parameters van het grondwater. c. Effecten op de microbiologische kwauteit van het grondwater ln vrijwel alle watervoerende lagen komen micro-organismen voor. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen ziekteverwekkers (pathogenen) en andere micro-organismen. Hogere temperaturen kunnen gunstig zijn voor de groei en activiteit van sommige bacteriën terwijl bepaalde virussen en andere bacteriën langer overleven bij lagere temperaturen (<8 C). In het algemeen wordt ervan uitgegaan dat pathogene micro-organismen (virussen, bacteriën en protozoa) alleen via infectiebronnen (mestkelders, septic tanks, oppervlaktewateren, afvalstortplaatsen en dergelijke) in de watervoerende pakketten kunnen komen. Voorts is er een categorie van pathogene micro-organismen die niet een langere tijd buiten een gastheer kunnen leven. Bij lage temperaturen echter, kunnen ziekteverwekkende bacteriën en virussen maanden in de bodem overleven. In het onderhavige geval, waarbij water wordt onttrokken en geïnfiltreerd, zonder dat er mogeujke bronnen van pathogene micro-organismen in de omgeving aanwezig zijn, is het in de bodem voorkomen van deze categorie van micro-organismen niet aannemeujk. Naast de hiervoor genoemde pathogene organismen, komen in de meeste watervoerende lagen ook andere micro-organismen voor. Meeste watervoerende lagen bevatten de noodzakelijke nutriënten om micro-organismen te laten groeien zoals koolstofbronnen (organische stof), stikstof, fosfaat en zwavel. De beschikbaarheid van deze stoffen bepalen in belangrijke mate de groei en activiteit van de microorganismen. Omgevingsfactoren zoals de ph, temperatuur, druk, redox-toestand enz., beïnvloeden eveneens de groei en activiteit van de micro-organismen. Op hun beurt, beïnvloeden de microbiologische processen de geochemie en kwaliteit van het grondwater. Bijvoorbeeld de microbiologische productie van zuren en ook microbiële oxidatie- en reductieprocessen kunnen het oplossen van metalen en de mobiliteit van die metalen bevorderen. Er is echter weinig informatie beschikbaar over de microbiologie van watervoerende lagen in Nederland. Een relatief goed bekend microbiologisch proces in relatie tot grondwateronttrekkingen is het verstopt raken van putten door bacteriënfilms, het zogenaamde "biofouung". De aanvoer van voedingsstoffen met het aangetrokken grondwater veroorzaakt in sommige gevallen een sterke groei van ijzer- (en mangaan-)bacteriën rond het onttrekkingsfilter, wat kan resulteren in verslechtering van de waterkwaliteit en verstopt raken van het filter. De mogeujkheid van bacteriën om te overleven en hun activiteit hangt af van de temperatuur. Zoals hiervoor al beschreven overleven sommige pathogene bacteriën en virussen langer bij lagere temperaturen. Er zijn ook niet-pathogene bacteriën die een lagere temperatuur prefereren. Er zijn psychrofiele bacteriën die een temperatuur optimum hebben van 10 C, waarbij bijvoorbeeld driewaardig ijzer wordt gereduceerd. Fe(lll) reductie door deze bacteriën vindt niet meer plaats bij temperaturen boven 25 C. Aan de andere kant zijn er juist bacteriën die bij een hogere temperatuur meer actief zijn en zich sneller vermenigvuldigen. Hieronder kunnen bacteriën zijn die processen veroorzaken of stimuleren waardoor bepaalde stoffen worden omgezet, gevormd, vastgelegd of juist gemobiliseerd. Methanogene bacteriën bijvoorbeeld, planten zich circa 25 maal zo snel voort bij 35 C ten opzichte van

14 10 C. Het samenspel van de microbiologische processen in de bodem en de invloed van de bodemtemperatuur op deze processen is over het algemeen slecht bekend. Omdat de activiteit en voortplantingssnelheid van een aantal bacteriën in het beoogde temperatuurberelk zeer gevoeug is voor geringe temperatuurveranderingen kunnen deze effecten niet worden uitgesloten. Aangezien er beperkte kennis aanwezig is over de effecten van wko-systemen op bacteriegroei in watervoerende pakketten, is het in de praktijk (voorlopig) niet goed mogeujk deze monitoring in de voorschriften op te nemen. Het ontwikkelen van kennis over bacteriënsamenstelung en WKO is te kostbaar en complex om in monitoringsvoorschriften bij wko-installaties op te nemen. Het stellen van een maximale injectietemperatuur (25 C) is feitelijk de enige voorwaarde waarmee dit risico wordt beperkt. Er moet geconcludeerd worden dat de Invloed van het onttrekken en injecteren van grondwater, In combinatie met het toevoegen van koude en warmte aan de bodem, mogelijk invloed kan hebben op de microbiologie van de bodem. Bepaalde populaties micro-organismen zullen beter gedijen en langer overleven bij lagere of hogere temperaturen. Beïnvloeding van de microbiologische processen kan tot gevolg hebben dat het geochemische systeem van de bodem wordt beïnvloed of veranderd waardoor bepaalde stoffen kunnen vrijkomen of worden gemobiliseerd. Tevens kunnen bepaalde ongewenste stoffen worden gevormd. Beïnvloeding van het geochemische systeem en het mogeujk beschikbaar komen van ongewenste stoffen zal Indirect door middel van monitoring van de temperatuur en chemische samenstelling van het grondwater moeten worden gevolgd. d. Risico op verontreiniging van het grondwater Het grondwatercircuit is gescheiden van het gebouwcircuit door middel van een warmtewisselaar. Het gebouw circuit is gevuld met leidingwater. Bovendien wordt het grondwatercircuit luchtdicht en onder overdruk gehouden. Daarom zal zelfs bij eventuele lekkage van de warmtewisselaar de grondwaterkwauteit niet negatief worden beïnvloed. Door het ontwerp van het systeem is de kans op verontreiniging van het opgepompte en te injecteren water minimaal. e. Effecten op de temperatuur van het grondwater Het grondwater wordt vanaf circa 10 meter diepte niet beïnvloed door temperatuurveranderingen aan het aardoppervlak, zoals de dagelijkse temperatuurveranderingen of door seizoensinvloeden. In Nederland heeft het grondwater op 10 meter diepte een temperatuur variërend tussen 10 en 15 C, afhankeujk van de locatie. Op grotere dieptes beneden het aardoppervlak neemt de temperatuur van het grondwater toe volgens de geothermische gradiënt. Deze is in Nederland gemiddeld 1 C per 100 meter diepte. Om de effecten van de warmte-/koudeopslag op de omgeving te kunnen bepalen is gebruik gemaakt van het computerprogramma HstWin-3D. De aannames en de resultaten zijn beschreven in de effectenstudie. De grondwatertemperatuur na 20 jaar warmte-/koudeopslag is in het horizontale vlak en berekend. In de effectenstudie is het thermisch beïnvloedingsgebied geujk gesteld aan de afstand tot waar de temperatuur met meer dan 0,5 C verandert. De natuurlijke grondwatertemperatuur in het opslagpakket bedraagt 11 "C op 75 meter minus maaiveld en 12 C op 134 meter minus maaiveld. Na 20 jaar zal het beïnvloedingsgebied zich, als gevolg van het bodemenergiesysteem van Tesselaar Alstroemeria, in horizontale richting tot maximaal 120 meter vanaf de bronnen uitstrekken. Voor het collectief ontwerp als geheel bedraagt deze afstand 230 meter. Het hydrothermische Invloedsgebied in het verticale vlak reikt volgens de effectenstudie van 20 meter minus maaiveld tot 150 meter minus maaiveld in de directe omgeving van de bronnen. Er wordt geconcludeerd op basis van de effectenstudie dat de beïnvloeding van de temperatuur zich tot buiten de inrichting zal verspreiden en tot onder percelen van derden. Op voorhand worden geen ontoelaatbare effecten ten gevolge van de temperatuursbeïnvloeding verwacht. De werkelijke mate en verbreiding van de temperatuursbeïnvloeding en de daarmee samenhangende effecten zullen door middel van monitoring worden gevolgd. Hiertoe zijn voorschriften aan deze vergunning verbonden

15 Monitoring van de effecten op de waterkwaliteit Op basis van de effectenstudie wordt het monitoren van de temperatuur, met een interval van 5 meter, voorgeschreven vanaf maaiveld tot en met de bodem van het diepste filter. De motivatie hiervoor is: Het relatief snel kunnen detecteren van afwijkingen in het functioneren van het energieopslagsysteem. Informatie verkrijgen met betrekking tot de afstroming van koude of warmte in horizontale en verticale richting. Controle op lekkage van de bronnen. Door het niet goed afdichten van doorboorde kleilagen (slechtdoorlatende lagen) kan er In de watervoerende pakketten boven het bepompte pakket bijvoorbeeld een warme zone ontstaan. Er zal voornameujk brak en zout grondwater worden onttrokken en geïnjecteerd. Er is een zeker risico van "upconing" van grondwater met afwijkende chloride-concentraties van grotere dieptes. De waterkwahteit zal moeten worden gemonitord (metingen chloridegehalte en elektrisch geleidingsvermogen) met het oog op dit risico. De beïnvloeding van de chemische en microbiologische waterkwaliteit door het koude-/warmteopslagsysteem is niet van te voren goed in te schatten. Naar verwachting zullen de effecten gering of niet significant zijn. Echter, met het oog op deze mogelijke effecten zal de waterkwaliteit gemonitord worden. Het risico op verontreiniging van de bodem door het systeem door bijvoorbeeld lekkages is geminimaliseerd door het toepassen van een gesloten systeem met een lichte overdruk. Er wordt geconcludeerd dat ten gevolge van de beoogde warmte-zkoudeopslag de grondwatertemperatuur in het gecombineerde watervoerende pakket twee en drie kan oplopen tot gemiddeld 14 C en maximaal 25 C rond de warme bron. De thermische beïnvloeding (verandering van de temperatuur met 0,5 C) zal zich in het horizontale vlak uitstrekken tot maximaal 120 meter vanaf de bronnen. Het verloop van de temperatuur en de uitbreiding van het thermische beïnvloedingsgebied zal moeten worden gemonitord (metingen bodemtemperatuurprofielen) om te kunnen verifiëren of de verwachtingen aan de hand van de modelberekeningen correct zijn en wat de daarmee samenhangende effecten zijn Effecten op de stijghoogte en grondwaterstand De gevolgen van de onttrekking en injectie op de stijghoogte in het watervoerend pakket zijn berekend middels het rekenprogramma MLU zoals gerapporteerd in de effectenstudie. De effecten op de stijghoogte en grondwaterstand zijn In de effectenstudie berekend met een stationair model. Hierbij is voor het bodemenergiesysteem Tesselaar Alstroemeria het maximale ontwerpdebiet van 210 mvuur gehanteerd (onttrekking en retournering in het gecombineerde tweede en derde watervoerend pakket. Tevens is een stationaire berekening uitgevoerd voor het collectief ontwerp als geheel. Hierbij is het maximale debiet van mvuur gehanteerd. In de praktijk zal het energieopslagsysteem slechts gedurende een zekere periode op maximaal debiet draalen. De stationaire situatie met betrekking tot de grondwaterstand wordt daardoor niet bereikt. De resultaten van de berekeningen zijn daarom een overschatting van de werkelijk optredende effecten. In tabel 1 zijn de maximale berekende veranderingen van het freatisch vlak en de stijghoogten weergegeven. Tabel 1: Maximale grondwaterstands- en stijghoogteveranderingen Parameter Eenheid Maximaal berekend Verschil collectief Maximaal berekend Verschil Tesselaar Alstroemeria DhO meter 0,08 <0,01 Dhl meter 0,10 <0,01 Dh2en3,^ax meter 4,0 1,00 Als gevolg van het bodemenergiesysteem Tesselaar Alstroemeria zal de verlaging van het freatisch vlak (DhO) minder dan 1 cm bedragen. De verandering van de stijghoogte In het eerste watervoerende pakket zal eveneens minder dan 1 cm bedragen. In het bepompte watervoerende pakket zal de stijghoogte

16 maximaal 1,00 meter veranderen. Deze maximale waarden treden op ter plaatse van de bronnen. Zijn alle vijf de systemen van het collectief ontwerp in bedrijf op maximaal debiet, dan bedragen de veranderingen respectievelijk 8 cm, 10 cm en 4,0 meter. In een worst-case, waarbij de weerstand van de eerste slechtdoorlatende laag 1 /3 bedraagt van de meest aannemelijke weerstand, bedragen deze veranderingen 23 cm, 32 cm en 3,9 meter. In tabel 2 is de grootte van het invloedsgebied weergegeven voor stijghoogte- en grondwaterstandveranderingen van 0,05 en 0,03 meter. Tabel 2: Grootte van het invloedsgebiec Laag Eenheid 0,03 m / 0,05 m verandering Tesselaar Alstroemeria Freatisch vlak meter Nihil / nihil / Watervoerend pakket 1 meter Nihil / nihil / Watervoerend pakket 2 en 3 meter 800 / / ,03 m / 0,05 m verandering Collectief Uit de effectenstudie en berekeningen volgt dat het invloedsgebied met betrekking tot een stijghoogteverandering van 5 cm in het gecombineerde watervoerende pakket, zich uitstrekt tot ongeveer 480 meter vanaf de bronnen. Het systeem heeft een effect op de freatische grondwaterstand dat nihil te noemen Is (maximaal minder dan 1 cm ). De maximale verlaging van de stijghoogte in het eerste watervoerende pakket bedraagt eveneens minder dan 1 cm. In het bepompte watervoerende pakket is een maximale verandering van de stijghoogte berekend van 1,00 meter. Voor het collectieve ontwerp als geheel wordt in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket een Invloedsgebied met een straal van meter vanaf de bronnen berekend. Dit geldt voor de 5 cm-contour. De 3 cm-contour in d1t watervoerende pakket heeft een grotere straal van meter. Uit de effectenstudie en berekeningen volgt dat de veranderingscontour van 3 cm in het freatisch vlak, voor het collectief ontwerp als geheel, zich op ongeveer meter afstand van de bronnen bevindt. Het invloedsgebied van het energieopslagsysteem strekt zich uit tot buiten de inrichting en tot onder percelen van derden. Er worden echter op basis van de vergunningaanvraag en bijbehorende effectenstudie geen negatieve gevolgen ter plaatse van percelen van derden verwacht door de verandering van de grondwaterstand en de stijghoogte. De invloed op de grondwaterstanden is naar verwachting gering of verwaarloosbaar. De effecten op de stijghoogten in het eerste watervoerende pakket zijn eveneens gering of verwaarloosbaar te noemen. De merkbare invloed op de stijghoogte in het gecombineerde watervoerend pakket twee en drie strekt zich uit tot maximaal ongeveer 480 meter van de bronnen en tot onder percelen van derden. Deze afstand wordt meter indien alle vijf de bodemenergiesystemen van het collectief ontwerp op maximaal debiet werken. Er worden echter op basis van de vergunningaanvraag en bijbehorende effectenstudie geen negatieve gevolgen ter plaatse van percelen van derden verwacht door de verandering van de stijghoogte Effecten op kwel en inzijging De locatie bevindt zich ten noordoosten van de woonkern Luttelgeest tussen de Blankenhammerweg en de Weteringweg. De peilvakken betreffen TA4 en TAI 3, waar een peil (zomer- en winterpeil gelijk) gehanteerd wordt van respectievelijk NAP -5,15 en -5,40 meter. De stijghoogten van het eerste watervoerende en gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket zullen naar verwachting hoger zijn dan de freatische grondwaterstand, waardoor er sprake is van een kwelsituatie. De effectenstudie geeft aan de kwelflux van het eerste watervoerende pakket naar de deklaag 0,20 mm/d bedraagt. De berekende veranderingen in de freatische grondwaterstand en in de stijghoogten van het eerste watervoerende pakket (ten gevolge van de onttrekking en injectie van water) zijn gering of verwaarloosbaar. Dit betekent dat het effect op de kwelsituatie eveneens gering of verwaarloosbaar zal zijn

17 Geconcludeerd wordt dat naar verwachting het effect van de grondwateronttrekking en -injectie op kwel en Infiltratie nihil of verwaarloosbaar is Belang van de bescherming van de natuur De locatie bevindt zich niet in of nabij een Vogel- en/of HabitatrichtUjngebied of een EHS-gebied. In de omgeving van de locatie zijn geen wetlands aanwezig. Op ongeveer meter ten noordoosten van de locatie bevindt zich het nationaal park De Weerribben. Dit nationaal park bevindt zich in de provincie Overijssel. De aanwezige natuur is (deels) afhankeujk van kwelstromen in het grondwater (tussen het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket en het eerste watervoerende pakket en tussen het eerste watervoerende pakket en de deklaag). Het wegvallen van deze kwelstromen kan een negatieve Invloed hebben op de aanwezige natuur in de Weerribben. De berekende cumulatieve grondwaterstandveranderingen zijn echter zodanig klein (maximaal 0,08 m in de omgeving van de bronnen) dat aan maaiveld levende flora en fauna niet nadeug wordt beïnvloed. Ter hoogte van De Weerribben hebben de beoogde energieopslagsystemen (het collectief ontwerp) in de worstcase situatie gecombineerd maximaal 0,07 m invloed in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket en 0,02 m in het eerste watervoerende pakket. Deze stijghoogteveranderingen resulteren in de zomersituatie ter hoogte van de Weerribben in een toename van de dagelijkse kwel met circa 0,1 mm. In de wintersituatie zal, wanneer alle systemen draalen, de dagelijkse kwel afnemen met circa 0,1 mm. Op jaarbasis zal de hoeveelheid kwelwater dat van het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket naar het eerste watervoerende pakket stroomt gelijk blijven. De stijghoogteverandering tussen het eerste watervoerende pakket en de deklaag Is ter hoogte van De Weerribben circa 0,01 m. De kwelflux van het eerste watervoerende pakket naar de deklaag verandert door dit verschil met minder dan 0,01 mm per dag. De beoogde energieopslagsystemen (het collectief ontwerp) hebben, gezien de geringe verandering van de kwelstromingen in de worst-case situatie, geen significante negatieve effecten op de aanwezige natuur in natuurgebied De Weerribben. Hieruit mag opgemaakt worden dat het bodemenergiesysteem van Tesselaar Alstroemeria eveneens geen significante negatieve effecten op de aanwezige natuur in natuurgebied De Weerribben zal hebben. Het beoogde bodemenergiesysteem bij Tesselaar Alstroemeria zal naar verwachting geen verdroging van een nat natuurgebied zoals gedefinieerd in het Omgevingsplan Flevoland 2006 veroorzaken. De beïnvloeding van de temperatuur van het grondwater en de grondwaterkwaliteit zullen geen invloed uitoefenen op natuurgebieden. Het belang van de bescherming van de natuur wordt door de onttrekking en injectie van grondwater dus niet aangetast Belang bestaande onttrekkingen in de omgeving Binnen het berekende hydrologische Invloedsgebied van de beoogde energieopslagsystemen bevinden zich de energieopslagsystemen van CVC Freesia, Hederakwekerij van de Berg & Zn. en AZC Luttelgeest. De stijghoogteverandering ter hoogte van de bronnen zijn respectieveujk circa 0,2 meter, 0,06 meter en 0,05 meter. De bronnen van het energieopslagsysteem CVC Freesia hangen op een dusdanige diepte dat de 0,2 meter Invloed geen effect heeft op de bedrijfsvoering en het rendement. Wel kan het noodzakeujk zijn om enkele alarmniveaus aan te passen. De stijghoogteveranderingen ter hoogte van de filtertrajecten van de overige reeds vergunde systemen is dermate gering dat dit in de praktijk geen effect heeft op de bedrijfsvoering en het rendement van de energieopslagsystemen. Uit de effectenstudie (tabel 3.2 en de figuren 3.2 en 4.6) bujkt dat een aantal vergunde grondwateronttrekkingen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket beïnvloed wordt door het collectieve bodemenergiesysteem. De grootte van de stijghoogte verandering bedraagt 5 tot 40 centimeter. De maximale beïnvloeding van 40 cm vindt plaats op ongeveer 150 meter afstand. De grondwateronttrekkingen op meer dan 150 meter afstand ondervinden een beïnvloeding van maximaal 20 cm. De grondwatergebruikers (met een vergunning of geregistreerde melding binnen het kader van de Waterwet) binnen 3 kilometer afstand ondervinden volgens de effectenstudie geen nadeuge invloed van het beoogde energieopslagsysteem

18 Een ander mogeujk effect is de beïnvloeding van de grondwaterkwauteit en -temperatuur. Binnen het thermisch invloedsgebied van het collectieve bodemenergiesysteem komen geen grondwateronttrekkingen van derden voor. Eventuele negatieve effecten op de waterkwaliteit anders dan de temperatuur zullen zich met de natuurhjke grondwaterstroming in voornamelijk zuidwesteujke richting verplaatsen. Geconcludeerd wordt dat de beoogde onttrekking en Injectie van grondwater geen negatieve effecten zal hebben op bestaande onttrekkingen in de omgeving Zettings-/heffingseffecten Een stijghoogtedaling ten gevolge van grondwateronttrekking veroorzaakt een toename van de korrelspanning in de bodemmaterialen van het watervoerend pakket en de bovenliggende lagen. In het algemeen zijn zandlagen enkele tientallen malen minder samendrukbaar dan klei- en veenlagen. Om de gevolgen van de grondwateronttrekking op de eventuele zetting te bepalen zal vooral naar de bovenliggende klei- en veenlagen moeten worden gekeken. Omgekeerd kan door injectie van water in de bodem het maaiveld plaatselijk stijgen. De eventuele effecten van zetting op de gebouwde omgeving hangen met name af van de verschillen in de maalveldsugglng, de zettingssnelheid en de wijze van funderen van bijvoorbeeld gebouwen. Zettingsschade zal eerder optreden bij een gebouw dat Is gefundeerd op staal dan bij een onderheid gebouw. Daarnaast kan zetting schade veroorzaken aan leidingen en rioleringen. Essentieel voor het al of niet optreden van gebouwschade is het verschil in zetting dat optreedt tussen twee zijden van het gebouw, bijvoorbeeld de voor- en achtergevel. Voor leidingen is de hoekverdraaiing die op verbindingen optreedt van belang. De stijghoogteverschillen vertalen zich dus in verschillen in korrelspanning, die weer een uitwerking hebben op de maalveldsdaung wat weer verschillende effecten kan hebben op de gebouwzetting of de zetting van leidingen en daarmee eventuele schade. In de effectenstudie is een maximale eindzetting (worst-case) berekend van circa 7 mm bij de bronnen en 4 mm in de real-case. Deze geringe zetting en de daarmee gepaard gaande verschilzetting zal volgens de effectenstudie geen schade aan gebouwen, funderingen, wegen of constructies veroorzaken. Geconcludeerd wordt dat de zetting ten gevolge van de beoogde onttrekking in de directe omgeving van de onttrekking naar verwachting in de orde van grootte van enkele milumeters Ugt. Naar verwachting zullen deze zettingen geen negatieve gevolgen hebben voor de omgeving Effecten op archeologische waarden De maximale grondwaterstandverandering ter hoogte van het archeologisch waardevol gebied vallen binnen de natuurlijke fluctuatie. De verandering van de grondwaterstand is zodanig klein (minder dan 0,01 m) dat geconcludeerd wordt dat significante negatieve effecten door de energieopslagsystemen op het aanwezige archeologisch waardevol gebied zijn uit te sluiten. Geconcludeerd kan worden dat de beoogde onttrekking en injectie van grondwater geen nadelige invloed zal hebben op de bekende archeologische waarden Effecten op nabije bodemverontreinigingen Uit de effectenstudie blijkt dat binnen meter van de bodemenergielocatie verschillende onderzoekslocaties aanwezig zijn. Hieruit bujkt dat aan de Oosterringweg op een afstand van circa meter een kleine grondwaterverontreiniging aanwezig is met minerale olie en xylenen. Deze verontreiniging is ontstaan na een aanrijding met een tankvrachtwagen en is gesaneerd. Lokale verontreinigingen zijn niet doorgedrongen tot in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Er Is geen sprake van beïnvloeding van bodemverontreinigingen

19 3.4 Conclusies naar aanleiding van de overwegingen Concluderend kan worden gesteld dat gezien het Omgevingsplan Provincie Flevoland, de VFL, de Beleidsregel vergunningverlening miueuwetgeving 2011 en de te verwachten effecten van de warmte- /koudeopslag op de omgeving, een vergunning voor het onttrekken en injecteren van grondwater ten behoeve van koude- en warmteopslag van grondwater kan worden verleend. 4. Overwegingen naar aanleiding van ingediende adviezen en zienswijzen 4.1 Overwegingen naar aanleiding van ingediende adviezen en zienswijzen Er zijn naar aanleiding van de aanvraag en de ontwerpbeschikking geen adviezen of zienswijzen ontvangen. 5. Besluit Gelet op de Waterwet, de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, het Omgevingsplan Flevoland 2006, de Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2011 en bovenstaande overwegingen besluiten wij om: Tesselaar Alstroemeria een vergunning te verlenen voor het onttrekken en terug in de bodem brengen van maximaal 210 m^ per uur, m^ per etmaal, m^ per maand, m^ per kwartaal en m^ grondwater per jaar ten behoeve van warmte-/koudeopslag in de bodem op de locatie Weteringweg 17, 8315 RL te Luttelgeest (op de percelen, kadastraal bekend als gemeente Noordoostpolder, sectie B, nummers 3094 en 3430); Dat aan de vergunning voorschriften worden verbonden ter bescherming van de bij het grondwaterbeheer betrokken belangen; Dat de vergunningaanvraag en bijbehorende effectenstudie onderdeel uitmaken van de vergunning voor zover niet in strijd met het besluit en de voorschriften. Lelystad, 3 i^^q 012 Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, der Vv'al.j.D. Witteiman

20 Bijlage 1 Vergunningsvoorschriften Behorende bij de beschikking van Gedeputeerde Staten van Flevoland op grond van de Waterwet naar aanleiding van een aanvraag van 18 juu 2012, kenmerk: Begrippen en definities In deze voorschriften wordt verstaan onder: Bevoegd gezag Houder Inrichting Adres inrichting Weerstandbiedende laas Inrichting Waarnemingsput Peilbuis Bron/put Filter Gedeputeerde Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD S. Tesselaar, Kalenbergerweg 5/2, 8315 PC Luttelgeest Weteringweg 17, 8315 RL Luttelgeest. Kadastrale gemeente: Noordoostpolder, sectie B, Perceel: nummers 3094 en Dit is een bodemlaag, veelal bestaande uit klei en/of veen, waar het grondwater niet goed doorheen kan stromen. Een inrichting of werk, bestemd tot het onttrekken en / of injecteren van grondwater. Een boorgat, niet zijnde een boorgat ten behoeven van een bron/put, waarin één of meerdere peilbuizen zijn geplaatst. M.b.v. deze peilbuizen kunnen stijghoogten, grondwaterstanden en grondwatertemperatuur gemeten worden. Tevens kunnen uit de peilbuizen grondwatermonsters genomen worden. Een buis met een geperforeerd deel die in de bodem wordt geplaatst om de grondwaterstand of stijghoogte te meten, de bodemtemperatuur te meten of grondwatermonsters te nemen. Een buis met een geperforeerd deel die in de bodem wordt gebracht om grondwater te onttrekken of een vloeistof in de bodem te Injecteren. Onder een put wordt veelal verstaan het boorgat met de bron, peilbuizen, filtergrind, kleistoppen, aanvulgrond, pomp, leidingen en afwerking bovengronds. Het geperforeerde deel van een onttrekkings- of injectiebron of van een peilbuis waardoor het water de bron of de peilbuis in of uit kan stromen. Voorschrift 1 Inrichting 1.1 De inrichting bestaat uit vier bronnen (twee warme en twee koude bronnen), die afwisselend worden ingezet voor grondwateronttrekking en -injectie ten behoeve van het energieopslagsysteem. De filterstelung van beide bronnen Ugt tussen 44 en 134 meter minus maaiveld, de filterlengte bedraagt ongeveer 40 meter. De globale ligging van de bronnen is aangegeven in de effectenstudie, behorende bij de vergunningsaanvraag De te onttrekken en injecteren hoeveelheid grondwater door de inrichting bedraagt maximaal 210 m^ per uur, m^ per etmaal, m^ per maand, m^ per kwartaal en maximaal m^ grondwater per jaar. In de winterperiode (stookseizoen) zal maximaal m^ grondwater worden onttrokken en geretourneerd. In de zomerperiode (koelseizoen) zal eveneens maximaal m^ grondwater worden onttrokken en geretourneerd

Notitie. 1. Inleiding

Notitie. 1. Inleiding Installect Rozenstraat 11 7223 KA Baak www.installect.nl W.H. Bruil T 0575 441187 wbruil@installect.nl Notitie Project : Sanquin Amsterdam Onderwerp : aanmeldingsnotitie voor de m.e.r.-beoordelingsplicht

Nadere informatie

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET (ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Telecom Service Leek B.V. De activiteit water in de bodem brengen of eraan te onttrekken Locatie: De Hoogte 1 leek

Nadere informatie

VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Woningcorporatie Lefier Ontwikkelbedrijf De activiteit water in de bodem brengen en eraan ontrekken (Locatie: Berkenstraat 2

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00511178 ODH-2018-00028002 0 3 MEI 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking Besluit m.e.r. 499409 ODH-2018-00001310 1 8 JAN. 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02

Nadere informatie

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00496929 ODH-2017-00107215 2 4 OKT. 2017 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088 369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant op de op 20 juni 2017 bij hen ingekomen aanvraag om vergunning krachtens

Nadere informatie

De maaiveldhoogte is ca. NAP +0,5 m. In tabel 1 is een globale schematisatie van de bodemopbouw gegeven.

De maaiveldhoogte is ca. NAP +0,5 m. In tabel 1 is een globale schematisatie van de bodemopbouw gegeven. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Multi Veste 25 BV voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van een koude- en warmteopslag (KWO) systeem in de bodem voor het koelen

Nadere informatie

Effectenstudie. Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: Referentie: 16BB161

Effectenstudie. Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: Referentie: 16BB161 Effectenstudie Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: 5-1-2016 Referentie: 16BB161 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Aanleiding... 3 1.2. Bodemenergieplan... 3 1.3. Leeswijzer...

Nadere informatie

Effectenstudie bodemenergiesysteem

Effectenstudie bodemenergiesysteem voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Projectlocatie: OLO-nummer: Datum: Referentie: Vergunningaanvrager: Adviseur: Klik hier als u een datum wilt

Nadere informatie

Dienst Water en Milieu

Dienst Water en Milieu Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 25 januari 2006 Sector V&H/branchegericht Nummer 2006WEM000206i

Nadere informatie

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen 1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste

Nadere informatie

Effectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128

Effectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128 Effectenstudie Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: 1-2-2017 Referentie: 16BB128 Inhoudsopgave Effectenstudie...1 Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Leeswijzer...3

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking Waterwet 00485955 ODH-2017-00073772 2 7 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant op de op 15 mei 2017 bij hen ingekomen aanvraag om wijzigen van een vergunning krachtens de Waterwet, voor een open bodemenergiesysteem

Nadere informatie

Effectenstudie bodemenergiesysteem

Effectenstudie bodemenergiesysteem voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Kinder- en Jeugdcentrum Heliomare (KJC Zuid) en Multifunctionele sportaccomodatie (MFS) Projectlocatie: De

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2077777/3274618 Op de op 1 juni 2012 bij hen binnengekomen aanvraag van Energiek B.V., om een vergunning krachtens de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; Verordening bodemenergiesystemen gemeente Papendrecht De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2087417/3106208 Op de op 24 juli 2012 bij hen binnengekomen aanvraag van de gemeente Etten-Leur, om vergunning

Nadere informatie

1.2 Adres van de initiatiefnemer Naam bedrijf/instelling: Geomec4p realisatie en exploitatie bv Rietgorsweg 6, 3356 LJ Papendrecht

1.2 Adres van de initiatiefnemer Naam bedrijf/instelling: Geomec4p realisatie en exploitatie bv Rietgorsweg 6, 3356 LJ Papendrecht Project: hoge temperatuuropslag GeoMEC te Brielle Onderwerp: aanmeldingsnotitie voor de vormvrije m.e.r.-beoordelingsplicht Datum: 08-05-2011 Referentie: 26.468/58182/BG 0. Inleiding Voor het glastuinbouw

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER 1. INLEIDING In het POL 2006 is vastgelegd dat de Provincie Limburg warmte en koude opslag (WKO) actief zal stimuleren, rekening houdend met de belangen van grondwaterkwaliteit en grondwateronttrekkingen.

Nadere informatie

Schiphol Nederland b.v. De heer B.E. Harder Postbus ZG Schiphol. Betreft: Besluit Waterwet wijziging vergunning Terminal 3 PNH1606

Schiphol Nederland b.v. De heer B.E. Harder Postbus ZG Schiphol. Betreft: Besluit Waterwet wijziging vergunning Terminal 3 PNH1606 Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Postbus 209 1500 EE Zaandam Schiphol Nederland b.v. De heer B.E. Harder Postbus 7501 1118 ZG Schiphol www.odnzkg.nl Betreft: Besluit Waterwet wijziging vergunning

Nadere informatie

Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied

Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied Toelichting Algemeen Artikel 1 Begripsomschrijving Op 1 juli 2013 treedt het Besluit bodemenergiesystemen in werking. Het besluit bevat regels over het installeren

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00513856 ODH-2018-00046784 2

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2077992/3267347 Op de op 4 juni 2012 bij hen binnengekomen aanvraag van Architectenbureau van den Pauwert, om een vergunning

Nadere informatie

Waterwet. Beschikking

Waterwet. Beschikking Waterwet Beschikking Aanvrager : Wavin Diensten B.V. Aanvraag : Wijziging van het besluit onderdeel If en voorschrift 5a van de vigerende vergunning. Locatie : Bruchterweg 88 te Hardenberg Datum ontvangst

Nadere informatie

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 De raad van de gemeente Groningen; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. [datum]; Gelet

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053863/2907413 op de op 7 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Gemeente Helmond, Dienst Stedelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Waterwet. Ontwerpbeschikking

Waterwet. Ontwerpbeschikking Waterwet Ontwerpbeschikking Aanvrager : Wavin Diensten B.V. Aanvraag : Wijziging van het besluit onderdeel If en voorschrift 5a van de vigerende vergunning. Locatie : Bruchterweg 88 te Hardenberg Datum

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00494880 ODH-2017-00096469 - 2 OKT. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2083294/3313086 Op de op 9 juli 2012 bij hen binnengekomen aanvraag van Stichting Libra Zorggroep, om vergunning krachtens

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00524255 ODH-2018-00084959 2 7 JULI 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL

BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 7.17 lid 1 VAN DE WET MILIEUBEHEER (BEOORDELINGSPLICHT m.e.r.) Indiener Aanmeldnotitie betreft Locatie : BAM Energy Systems. : Grondwateronttrekking ten behoeve van een bodemenergiesysteem

Nadere informatie

{ PRINT "&l0s \* MERGEFORMAT } Dienst Water en Milieu

{ PRINT &l0s \* MERGEFORMAT } Dienst Water en Milieu { PRINT "&l0s \* MERGEFORMAT } Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht V E R G U N N I N G Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 4 oktober

Nadere informatie

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 Inhoud 1. Introductie 2. Inventarisatie a. Bodemgeschiktheid b. Bouwontwikkelingen c. Omgevingsbelangen

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2107447/3360293 Op de op 17 januari 2013 bij hen binnengekomen aanvraag van Rabo Eigen Steen Nieuwbouw B.V. om

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2030096/2830958 op de op 19 mei 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Hydreco BV, om vergunning krachtens de Waterwet

Nadere informatie

Vergunningverlening. Besluit

Vergunningverlening. Besluit Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Besluit Datum 17 februari 2009 Team Groen, Grond en Water Nummer 2009int238011

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00499911 ODH-2018-00000143 1 ^ JAN. 2018 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 juli 2015 Onderwerp : Waterwet - gemeente Arnhem Activiteit : Bodemenergiesysteem aan Mr. D.U. Stikkerstraat 11, 6842 CW Arnhem Verlenen/weigeren

Nadere informatie

Waterwet. Beschikking

Waterwet. Beschikking Waterwet Beschikking Aanvrager : Stichting Dimence Groep Aangevraagde activiteiten : Onttrekking en retournering van grondwater ten behoeve van koeling en/of verwarming van een kliniek Locatie : Nico Bolkesteinlaan

Nadere informatie

1 b-g I 5213 JG 's-hertogenboschl Gildekamp 8 I 5431 SP Cuijk Postbus 88 I 5430 AB Cuijk (0485) I

1 b-g I 5213 JG 's-hertogenboschl Gildekamp 8 I 5431 SP Cuijk Postbus 88 I 5430 AB Cuijk (0485) I Victorialaan 1 b-g I 5213 JG 's-hertogenboschl Gildekamp 8 I 5431 SP Cuijk Postbus 88 I 543 AB Cuijk (485) 338 3 info@odbn.nl I www.odbn.nl Wijziging Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie

Nadere informatie

:Bodemenergiesysteem aan Laan van Schuylenburch 10, 7064AL Silvolde Verlenen/weigeren : verlenen vergunning

:Bodemenergiesysteem aan Laan van Schuylenburch 10, 7064AL Silvolde Verlenen/weigeren : verlenen vergunning BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 7 juli 2016 Onderwerp :Waterwet - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit: :Bodemenergiesysteem aan Laan van Schuylenburch 10, 7064AL Silvolde

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft

Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Delft. Nr. 55896 23 juni 2015 Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

: Bodemenergiesysteem aan de Batavierenweg 25 te Arnhem, 6841 HN Arnhem Verlenen/weigeren : verlenen vergunning

: Bodemenergiesysteem aan de Batavierenweg 25 te Arnhem, 6841 HN Arnhem Verlenen/weigeren : verlenen vergunning BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 30 november 2016 Onderwerp : Waterwet - gemeente Arnhem Activiteit : Bodemenergiesysteem aan de Batavierenweg 25 te Arnhem, 6841 HN Arnhem

Nadere informatie

GronDwatEr. onttrekken En LozEn Van

GronDwatEr. onttrekken En LozEn Van GronDwatEr bronnering 2014 onttrekken En LozEn Van bronneringswater waterschap Zuiderzeeland zorgt voor schoon water, voldoende water en veiligheid. dit betekent dat waterschap Zuiderzeeland ook verantwoordelijk

Nadere informatie

: Bodemenergiesysteem aan Gentiaanstraat 804, 7322 CZ Apeldoorn Verlenen/weigeren : verlenen vergunning

: Bodemenergiesysteem aan Gentiaanstraat 804, 7322 CZ Apeldoorn Verlenen/weigeren : verlenen vergunning BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 11 mei 2017 Onderwerp : Waterwet - gemeente Apeldoorn Activiteit : Bodemenergiesysteem aan Gentiaanstraat 804, 7322 CZ Apeldoorn Verlenen/weigeren

Nadere informatie

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 14 januari 2016 Onderwerp : Waterwet - gemeente Arnhem Activiteit : Bodemenergiesysteem aan Antoon van Hooffplein 1, 6816 SH Arnhem Verlenen/weigeren

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015

Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Delft Nr. 172372 4 oktober 2017 Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Met het per 1-7-2013 van kracht zijnde Besluit bodemenergiesystemen

Nadere informatie

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 7 januari 2015 Onderwerp : Waterwet - gemeente Rheden Activiteit : Bodemenergiesysteem aan President Kennedylaan 100, 6883 AZ Velp Verlenen/weigeren

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00482569 ODH-2017-00081816 1 h SEP. 2017 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden)

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden) PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 6102 22 december 2017 Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden) Provinciale

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2066909/3039563 op de op 22 februari 2012 bij hen ingekomen aanvraag van Opgewekt Stadionkwartier Breda BV, om vergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2079287/3281644 Op de op 1 juni 2012 bij hen binnengekomen aanvraag van de Gemeente Laarbeek, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht

Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR600026_1 11 maart 2016 Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht De raad van de gemeente Dordrecht, gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

datum ondertekening; bron bekendmaking

datum ondertekening; bron bekendmaking Behoort bij raadsbesluit zaaknr. 9901 Wetstechnische informatie GEGEVENS VAN DE REGELING Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESLUIT Ambtshalve wijziging vergunning (artikel 2.31 lid 2b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESLUIT Ambtshalve wijziging vergunning (artikel 2.31 lid 2b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESLUIT Ambtshalve wijziging vergunning (artikel 2.31 lid 2b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum besluit : 8 oktober 2015 GEGEVENS LOCATIE Naam inrichting

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2018519/2821412 op de op 9 maart 2011 bij hen ingekomen aanvraag van TBV Wonen, om vergunning krachtens de Waterwet

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN BESCHIKKING VERGUNNING WATERWET

omgevingsdienst HAAGLANDEN BESCHIKKING VERGUNNING WATERWET BESCHIKKING VERGUNNING WATERWET Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Datum 0 6MAART 2017 Uw Brief

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00501800 ODH-2017-00134245 1 5 JAN, 2018 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C1709696/2388997 op de op 27 juli 2010 bij hen ingekomen aanvraag van SVVE "De Archipel", om vergunning krachtens de

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2008192/2709617 op de op 10 december 2010 bij hen ingekomen aanvraag van Stichting Amarant, om vergunning krachtens

Nadere informatie

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 juli 2015 Onderwerp : Waterwet - gemeente Ede Activiteit : Bodemenergiesysteem aan de Platteelhof 3, 6711 JK Ede Verlenen/weigeren : verlenen

Nadere informatie

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering Wijziging algemene regel: Zaaknr. Datum vastgesteld: Omschrijving wijziging 2017147654 23-1-2018 Wijze van melden en rapporteren, tekstuele aanpassingen,

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

De globale locatie van het energieopslagsysteem is ca. X = 156.400 en Y = 467.350

De globale locatie van het energieopslagsysteem is ca. X = 156.400 en Y = 467.350 Bijlage I: Technische beoordeling Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Yokogawa Europe B.V. voor het onttrekken en infiltreren van grondwater ten behoeve van een energieopslagsysteem in

Nadere informatie

: Bodemenergiesysteem aan de Willy Brandtlaan 10, 6716 RP, Ede Verlenen/weigeren : verlenen vergunning

: Bodemenergiesysteem aan de Willy Brandtlaan 10, 6716 RP, Ede Verlenen/weigeren : verlenen vergunning BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 28 november 2016 Onderwerp : Waterwet gemeente Ede Activiteit : Bodemenergiesysteem aan de Willy Brandtlaan 10, 6716 RP, Ede Verlenen/weigeren

Nadere informatie

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 25 januari 2017 Onderwerp : Waterwet - gemeente Apeldoorn Activiteit : Bodemenergiesysteem aan het Churchillplein te Apeldoorn Verlenen/weigeren

Nadere informatie

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht en het Waterbesluit

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00524617 ODH-2018-00101126 3 1 AU6. 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen(godh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00511710 ODH-2018-00032783 2

Nadere informatie

Warmte Koude Opslag. Welke regels gelden voor WKO? Diep onder Drenthe

Warmte Koude Opslag. Welke regels gelden voor WKO? Diep onder Drenthe Warmte Koude Opslag Welke regels gelden voor WKO? Diep onder Drenthe Klimaatbestendig Drenthe Klimaatveranderingen van vele eeuwen zijn nog steeds zichtbaar in het Drentse landschap. Voorbeelden hiervan

Nadere informatie

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 19 december 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Varkensbedrijf Rijnen Oirschot

Nadere informatie

Vergunningverlening. Besluit

Vergunningverlening. Besluit Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Besluit Datum 16 september 2008 Team Groen, Grond en Water Nummer 2008INT229518

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Bouwbedrijf De Waal voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een kelder aan de Duwboot 2 te Houten. De projectlocatie

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00516666 ODH-2018-00051293 0

Nadere informatie

MEMO. winkelcentrum Leidsenhage. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gijsbert van Heest

MEMO. winkelcentrum Leidsenhage. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gijsbert van Heest MEMO Onderwerp Aanmeldingsnotitie M.E.R.-beoordeling bemaling voor aanleg parkeergarage bij herontwikkeling winkelcentrum Leidsenhage Project Herontwikkeling winkelcentrum Leidsenhage Datum 4 maart 2016

Nadere informatie

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering Wijziging algemene regel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Artikel 1. Criteria Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld

Nadere informatie

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

White Paper Warmtepompsysteem

White Paper Warmtepompsysteem White Paper Warmtepompsysteem Inleiding Een warmtepompsysteem is voor veel mensen inmiddels een bekend begrip, toch ontstaat er nog steeds veel onduidelijkheid over de werking van het systeem. Dit blijkt

Nadere informatie

Vergunning op grond van de Waterwet en Algemene regels op grond van de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2011

Vergunning op grond van de Waterwet en Algemene regels op grond van de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2011 Vergunning op grond van de Waterwet en Algemene regels op grond van de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2011 Energie Totaal Projecten BV adres van handeling: Esplanade 10 Almere Waterschap Zuiderzeeland Team

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking Waterwet 00477218 ODH-2017-00046255 2 2 MEI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Goes

Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Goes GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goes. Nr. 72400 3 juni 2016 Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Goes 2016 De raad van de gemeente Goes; Gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Waterwet. Beschikking

Waterwet. Beschikking Waterwet Beschikking Aanvrager : Medisch Spectrum Twente Aangevraagde activiteiten : Onttrekking en retournering van grondwater ten behoeve van koeling en/of verwarming van een ziekenhuis Locatie : Haaksbergerstraat

Nadere informatie

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Projectbureau Leidsche Rijn voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de aanleg van een duiker in de Veldhoenwetering, deelgebied

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C1713933/2397283 op de op 6 augustus 2010 bij hen ingekomen aanvraag van Eneco Warmtenetten B.V., om vergunning krachtens

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2034473/2821520 op de op 8 juni 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Hydreco B.V., om vergunning krachtens de Waterwet

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2

Nadere informatie

bevoegd gezag gesloten in de praktijk zeer weinig voorkomt.

bevoegd gezag gesloten in de praktijk zeer weinig voorkomt. telefoon 085-4862450 www.sikb.nl Pagina 1 van 9 OVERZICHT WIJZIGINGEN BUM S EN HUMS S BODEMENERGIE OKTOBER 2015 Voorgenomen wijzigingen in versie 2.4 ten opzichte van versie 2.3 Tabel 1. Wijzigingen BUM

Nadere informatie

De Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 vast te stellen.

De Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 vast te stellen. 1301110 Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van 14 mei 2013 gelet op de artikelen 121 en 147 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WATERWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 31 januari 2018 Onderwerp : Waterwet - gemeente Didam Activiteit : Bodemenergiesysteem aan Panhuis 52, 6941 BZ Didam Verlenen/weigeren :

Nadere informatie