Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 342 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR EUROPESE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 oktober 2004 Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij tien fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC): 1. Ontwerp-kaderbesluit betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, met name ten aanzien van zware misdrijven, zoals terroristische daden 2. Mededeling van de Commissie «een versterkt partnerschap voor de ultraperifere gebieden: beoordeling en vooruitzichten» 3. Voorstel voor een Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad over het doorgeven van bepaalde gegevens aan Interpol 4. Rapport van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de vereenvoudiging van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor Groenten en Fruit 5. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de totstandbrenging van een duurzaam landbouwmodel voor Europa via het hervormde GLB hervorming van de suikersector 6. Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een integraal actieprogramma op het gebied van levenslang leren 7. Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Cultuur 2007 ( ) 8. Voorstel voor een besluit van het Europese Parlement en van de Raad: Het opstellen van het «Jeugd in actie» programma voor de periode Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (MEDIA 2007) 10. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de huidige en toekomstige werking van het communautair kader voor personenvervoer per touringcar en autobus: toegang tot de KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

2 markten voor internationaal en cabotagevervoer, veiligheid en passagiersrechten De Staatssecretaris voor Europese Zaken, A. Nicolaï Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

3 Fiche 1: Ontwerp-kaderbesluit betreffende vereenvoudiging uitwisseling informatie tussen wetshandhavingsautoriteiten Titel: Ontwerp-kaderbesluit betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, met name ten aanzien van zware misdrijven, zoals terroristische daden Datum Raadsdocument: 4 juni 2004 Nr Raadsdocument: 10215/04 Nr. Commissiedocument: n.v.t. Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Justitie i.o.m. SZW, BZK, VROM, FIN, EZ BZ, V&W, LNV en DEF Behandelingstraject in Brussel: Multidisciplinaire Raadswerkgroep Georganiseerde Criminaliteit, Comité artikel 36, JBZ-Raad Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het doel van dit door Zweden ingebrachte voorstel is snellere informatieuitwisseling tussen autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van voorkomen, onderzoeken of opsporen van strafbare feiten. Die informatieuitwisseling zou binnen een vastgestelde tijdslimiet moeten plaatsvinden (voorgesteld wordt 12 uur). Het gaat om uitwisseling van informatie voor strafrechtelijke onderzoeken en onderzoeken die deze status nog niet hebben bereikt, met name op het terrein van zware misdrijven (inclusief terroristische misdrijven). Het gaat specifiek om de uitwisseling van politiële informatie en inlichtingen die voorhanden zijn bij genoemde autoriteiten, en alle informatie waartoe deze autoriteiten toegang hebben ofwaar ze, zonder gebruik te hoeven maken van dwangmiddelen, toegang toe kunnen krijgen. Het voorstel beoogt niet te zien op de informatie van Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Het betreft informatie-uitwisseling, inclusief persoonsgegevens, over verdachten, over personen van wie vermoed wordt dat zij misdrijven beramen en over personen, indien feitelijk mag worden aangenomen dat informatie-uitwisseling dienstig kan zijn ter opsporing, voorkoming ofonderzoek naar een misdrijf. Hierbij is het uitgangspunt dat het op verzoek internationaal verstrekken van informatie aan een andere lidstaat niet aan meer voorwaarden is gebonden dan de voorwaarden, die bij onderlinge nationale uitwisseling van informatie binnen een lidstaat gelden. Ook wordt uitgegaan van een plicht om aan een verzoek tot informatieverstrekking te voldoen, waarbij de degene die het verzoek indient handelt overeenkomstig het nationale recht. De informatie kan worden benut voor strafrechtelijke opsporingsonderzoeken en onderzoeken die deze status nog niet hebben bereikt en hieraan vooraf gaan. Het voorstel ziet niet op de uitwisseling van informatie ten behoeve van gebruik als bewijs in een strafzaak. Daarop blijft het bestaande rechtshulpinstrumentarium (justitiële samenwerking in strafzaken) van toepassing. Met dit Zweedse initiatiefwordt tegemoet gekomen aan een van de actiepunten van de EU-terrorismeverklaring van de Europese Raad van 25 maart jl. Ook wordt ermee voldaan aan een van de deadlines van het EU Actieplan ter bestrijding van terrorisme (15 juni jl.), waarin bepaald werd dat een dergelijk voorstel in juni 2004 zou moeten worden ingediend. Geen deadline is opgenomen met betrekking tot de afronding van de onderhandelingen. Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 30, lid 1, onder a en b, en 34, lid 2, onder b, van het EU-verdrag. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

4 Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Op grond van artikel 34, lid 2, onder b juncto artikel 39 van het EU-verdrag besluit de Raad met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement. Instelling nieuw Comitologie-comité: nee. Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit: positief. Het voorstel beoogt de informatie-uitwisseling tussen de rechtshandhavingsdiensten van de 25 lidstaten te verbeteren. Afspraken over verbetering van uitwisseling van informatie tussen de lidstaten dienen op Europees niveau te worden gemaakt en vastgelegd. Proportionaliteit: positief. In de ER-verklaring van 25 maart jl. inzake terrorisme is de gebrekkige informatie-uitwisseling als knelpunt aangewezen en is overeengekomen dat deze uitwisseling moet worden verbeterd. Het voorstel beoogt aan de verbetering van de informatie-uitwisseling bij te dragen en bouwt daarbij voort op bestaande instrumenten zoals Schengen. In het voorstel worden niet meer verplichtingen opgenomen dan noodzakelijk zijn voor verbetering van de informatie-uitwisseling. Dit laatste zal ook tijdens de onderhandelingen blijvend in het oog worden gehouden. Consequenties voor de EU-begroting: geen. Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/ofbedrijfsleven en burger: Het ziet er niet naar uit dat dit voorstel zal leiden tot meer verzoeken om informatie-uitwisseling; het zal slechts moeten leiden tot een versnelling van de afhandeling van deze verzoeken. De beoogde vereenvoudiging van de informatie-uitwisseling kan echter wel drempelverlagend werken: indien derhalve wel sprake zou zijn van een toename van informatieverzoeken, zou dit op termijn enige lastenverzwaring kunnen geven voor o.a. het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) waaronder bureau SIRENE valt (ontvangen en doorzenden van de verzoeken), de overige rechtshandhavingsdiensten (die verplicht zijn de gevraagde informatie veelal binnen een bepaald tijdsbestek bijeen te brengen) en het bedrijfsleven (die informatie op verzoek van de nationale rechtshandhavingsdiensten zullen moeten verstrekken). De vraag blijft of die toename dan het gevolg is van dit kaderbesluit ofdat die toename past binnen de algemene trend voor wat betreft het toe- of afnemen van verzoeken tot informatie. Aangezien het kaderbesluit niet beoogt het aantal verzoeken te laten toenemen, wordt hier vanuit gegaan dat het kaderbesluit op dit punt geen consequenties zal hebben, maar indien toch sprake is van budgettaire consequenties dan komen die ten laste van de begrotingen van de betrokken partijen. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/ofsanctionering): Dit voorstel betreft vooral een verbetering in de uitvoering van de reeds bestaande informatie-uitwisseling. Veel aanpassingen zijn niet te verwachten. Mogelijkerwijs kan aanpassing nodig zijn van bijvoorbeeld de Wet politieregisters ofde Wet justitiële gegevens. Ook kan het zijn, dat door de strakke deadlines die in het voorstel worden genoemd (in sommige gevallen moet binnen 12 uur informatie worden uitgewisseld), de prioriteiten binnen de rechtshandhavingsdiensten moeten worden bijgesteld. Het uitgangspunt is, dat wat nationaal mogelijk is, ook interna- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

5 tionaal mogelijk moet zijn, maar dat impliceert niet dat wat nationaal niet mogelijk is, internationaal mogelijk zou moeten zijn. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De voorgestelde implementatietermijn betreft twee jaar na inwerkingtreding van het kaderbesluit, hetgeen haalbaar lijkt. Consequenties voor ontwikkelingslanden: Geen. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland hecht aan een goede en snelle samenwerking op politieel en justitieel gebied om zowel de georganiseerde criminaliteit als terrorisme aan te pakken. Nederland hecht aan een goede uitwisseling van informatie tussen de bevoegde nationale diensten. Dit voorstel beoogt die samenwerking en de informatie-uitwisseling op operationeel niveau te verbeteren. De uitgangspunten van het voorstel kunnen worden ondersteund, wel dient tijdens de besprekingen aan specifieke onderdelen nadere uitwerking gegeven te worden (werkingssfeer, tijdslimiet, doelbinding, gegevensbescherming e.d.). Fiche 2: Mededeling over een versterkt partnerschap voor de ultraperifere gebieden Titel: Mededeling van de Commissie «een versterkt partnerschap voor de ultraperifere gebieden: beoordeling en vooruitzichten» Datum Raadsdocument: 23 augustus 2004 Nr. Raadsdocument: 10166/04 Nr. Commissiedocument: COM(2004)543 Eerstverantwoordelijk ministerie: Buitenlandse Zaken i.o.m. BZK, BZ, DEF, EZ, FIN, JUS, LNV, OCW, SZW, V&W, IPO, VNG Behandelingstraject in Brussel: Bespreking van deze mededeling in Raadskader is nog niet voorzien. Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: De Europese Raad van Sevilla (juni 2002) verzocht de Commissie voorstellen in te dienen voor een Gemeenschapsbeleid dat meer rekening houdt met de ultraperifere gebieden. De mededeling «A stronger partnership for the outermost regions» (COM(2004)343 d.d. 26/5/2004) komt voort uit deze wens. Voorliggende mededeling «A stronger partnership strengthened for the outermost regions: assessment and prospects» (COM(2004)543 inclusiefbijlage) sluit hierop aan. In deze mededeling beoordeelt de Commissie de inspanningen voor de ultraperifere gebieden sinds 2000 en schetst een strategie voor de toekomst. De ultraperifere gebieden zijn genoemd in artikel 299 van het EG-verdrag: de Franse overzeese departementen (Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique en La Réunion), de Canarische eilanden, de Azoren en Madeira. Het uiteindelijke doel van deze bepaling is de integratie van de ultraperifere gebieden in de Interne Markt. Daarbij wordt rekening gehouden met de grote afstand tot het Europese vasteland, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte, het moeilijke reliëfen klimaat en de economische afhankelijkheid van enkele producten. In het eerste deel van de mededeling evalueert de Commissie de maatregelen die de Gemeenschap sinds 2000 heeft genomen. De ultraperifere Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

6 gebieden hebben middelen ontvangen in het kader van het cohesiebeleid en de Europese Investeringsbank heeft hen leningen verschaft. Zij hebben voorts kunnen profiteren van speciale maatregelen op het vlak van staatssteun, belastingen, transport, energie, onderzoek, milieu, douane, regionaal samenwerkingsbeleid, immigratie, landbouw, visserij en ondernemingsbeleid. De Commissie concludeert dat de genoemde maatregelen over het algemeen een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de ultraperifere gebieden. Hun natuurlijke beperkingen en ligging ten opzichte van de rest van de Unie maken evenwel intensivering van de inspanningen noodzakelijk. In het tweede deel van de mededeling laat de Commissie weten op welke punten het beleid van het Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden verbetering behoeft. Er bestaat behoefte aan een meer horizontale benadering van het principe van territoriale cohesie in de ultraperifere gebieden. Daarnaast wil de Commissie, gezien doelstelling van integratie in de Interne Markt, onderzoeken hoe hoog de additionele kosten voor de ultraperifere gebieden zijn om hun producten in Europa af te zetten en hoe deze additionele kosten berekend dienen te worden. Een uniforme benadering hiervan ontbreekt. Tot slot constateert de Commissie dat de specifieke regelingen verschillend geïnterpreteerd worden (bijvoorbeeld staatssteun). Om bespoediging van de integratie in de Interne Markt mogelijk te maken stelt de Commissie voor, in het kader van het cohesiebeleid, steun voor de ultraperifere gebieden te intensiveren. Niet alleen kunnen de ultraperifere gebieden aanspraak maken op verschillende fondsen binnen het nieuwe cohesiebeleid. Ook krijgen zij qualitate qua extra cohesiemiddelen toebedeeld. Het actieplan «wider neighbourhood» is bedoeld om de economische, sociale en culturele integratie in de eigen regio te bevorderen. Dit actieplan omvat enerzijds maatregelen op het gebied van handels- en douanebeleid om handel in goederen en diensten te bevorderen. Anderzijds voorziet het actieplan in middelen om op het gebied van immigratie, milieu, visserij, transport en onderzoek samenwerking tot stand te brengen. Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t., het betreft een mededeling. Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: n.v.t. Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: n.v.t., het betreft een mededeling. Consequenties voor de EU-begroting: Strikt genomen niet van toepassing, omdat het een mededeling betreft. De mededeling gaat wel in op toekomstige gevolgen voor de EU-begroting. In de mededeling wordt namelijk het bedrag genoemd dat onder de Doelstelling Convergentie van het structuuren cohesiebeleid bestemd is voor ultraperifere gebieden. Het betreft 0,42% van deze doelstelling en dus 1,1 miljard in totaal over de hele periode In de mededeling wordt een nadere onderbouwing gegeven voor deze intensivering van de cohesiesteun aan ultraperifere gebieden. De toekomst van het cohesiebeleid maakt integraal onderdeel uit van de nieuwe Financiële Perspectieven Het Nederlandse standpunt inzake de nieuwe Financiële Perspectieven is gericht op een reëel constant uitgavenkader van maximaal 1% BNI, het principe «nieuw-voor-oud» en toetsing aan de criteria toegevoegde waarde en subsidiariteit. Het Nederlandse standpunt t.a.v. de cohesiebenadering voor structuurfondsen is hier eveneens van toepassing. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

7 Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/ofbedrijfsleven en burger: Geen. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/ofsanctionering): n.v.t. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: n.v.t. Consequenties voor ontwikkelingslanden: De ultraperifere gebieden maken onderdeel uit van lidstaten van de Unie. Het door de Commissie aangekondigde actieplan «wider neighbourhood» kan gevolgen hebben voor de ultraperifere gebieden op bepaalde onderdelen van het EU-beleid, bijvoorbeeld de handelspolitiek. Dit kan van invloed zijn op de relatie tussen de ultraperifere gebieden en de in de regio gelegen ontwikkelingslanden. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: De mededeling is in de eerste plaats van belang voor Frankrijk, Spanje en Portugal, die binnen hun staatsverband ultraperifere gebieden hebben. Dat geldt thans niet voor Nederland. Als in Koninkrijks-verband wordt besloten voor Aruba en de Nederlandse Antillen de ultraperifere status aan te vragen zou dat veranderen. Wel raakt de mededeling aan de financiële belangen van Nederland. Met betrekking tot de voorstellen die raken aan de hervorming van het cohesiebeleid is het regeringsstandpunt t.a.v. de nieuwe Financiële Perspectieven (periode ) leidend. Dit betekent een reëel constant uitgavenkader, het principe «nieuw-voor-oud» en toetsing aan de criteria toegevoegde waarde en subsidiariteit. Verder geldt het Nederlandse standpunt t.a.v. de toekomst van het structuur- en cohesiebeleid, de zogenaamde cohesiebenadering. Fiche 3: Gemeenschappelijk Standpunt over het doorgeven van gegevens aan Interpol Titel: Voorstel voor een Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad over het doorgeven van bepaalde gegevens aan Interpol. Datum Raadsdocument: 21 juni 2004 Nr Raadsdocument: 10475/04 Nr. Commissiedocument: COM (2004) 427 Eerstverantwoordelijk ministerie: BZK i.o.m. JUS, DEF, SZW, FIN, BZ Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep SIS/Sirene en JBZ Raad Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: In het EU Actieplan ter bestrijding van terrorisme, zoals aangenomen door de Europese Raad van juni 2004, wordt onder meer opdracht gegeven voor het opzetten van een geïntegreerd stelsel voor de uitwisseling van gegevens betreffende gestolen en verloren geraakte paspoorten, met gebruikmaking van het Schengen Informatiesysteem (SIS) en de Interpolgegevensbank. De gestelde deadline voor het indienen van een voorstel door de Commissie is gesteld op juni Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

8 Het door de Commissie voorgestelde Gemeenschappelijke Standpunt (GS) is de (eerste) stap ter invulling van deze opdracht van de Raad. Hierbij gaat het om een ad hoc oplossing: de gegevensoverdracht van de nationale diensten aan Interpol. Deze oplossing zal gevolgd worden door een structurele opzet, middels het opnemen van relevante voorzieningen in de tweede generatie van het Schengeninformatiesysteem (SIS II). SIS II zal over meer technische capaciteit beschikken dan het huidige SIS om gegevens aan Interpol door te geven. Het Gemeenschappelijk Standpunt is gericht op het bevorderen van het overdragen van gegevens omtrent vermiste en/ofgestolen paspoorten aan internationale rechtshand-havingspartners, teneinde deze te helpen personen te identificeren die gestolen paspoorten van een EU-lidstaat gebruiken om tegen de lidstaten of derde landen gerichte strafbare feiten te plegen. Het doel is om preventie en bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit (met inbegrip van terrorisme) te bevorderen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten dragen alle huidige en toekomstige gegevens over vermiste en/ofgestolen paspoorten over aan de Interpolgegevensbank. De gegevens waarop het voorstel betrekking heeft, zijn: documentnummer, land van uitgifte van het document en het documenttype. De gegevens worden uitsluitend gedeeld met de Interpollanden die tenminste dezelfde gegevens doorgeven en die een passend niveau van bescherming van persoonsgegevens waarborgen. De verplichtingen inzake de wederkerigheid en passende gegevensbescherming zullen worden opgenomen in een instrument dat samen met Interpol en de andere betrokken Interpollanden wordt vastgesteld. Rechtsbasis van het voorstel: Art. 34, lid 2, onder a) EU-verdrag Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Unanimiteit. Geen raadpleging EP vereist. Instelling nieuw Comitologie-comité: N.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit: positiefgelet op de aard van de problematiek zijn afspraken op het niveau van de Europese Unie aangewezen. Proportionaliteit: positief. Het voorstel gaat niet verder dan hetgeen nodig is om het voornoemde doel te verwezenlijken. Daarnaast heeft de Juridische Dienst van de Raad aangegeven dat artikel 34 lid 2, onder a) van het VEU (een Gemeenschappelijke Standpunt) een juiste juridische basis is voor gegevensuitwisseling tussen de in strafzaken bevoegde politieautoriteiten van de lidstaten en met de internationale partners. Hoewel een gemeenschappelijk standpunt in de derde pijler een gebruikelijk rechtsinstrument is, geeft de keuze van het rechtsinstrument aanleiding tot discussie. Dit instrument wordt gebruikt om afspraken te maken over de aanpak van de EU ten aanzien van een bepaalde materie. Het betreft een meer operationeel instrument dan bijvoorbeeld een kaderbesluit, dat is gericht op de onderlinge aanpassing van wettelijke bepalingen in de lidstaten. Een gemeenschappelijk standpunt in de derde pijler dient niet verward te worden met een gemeenschappelijk standpunt in het kader van de co-decisie procedure (art. 251 EG). Consequenties voor de EU-begroting: geen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

9 Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/ofbedrijfsleven en burger: Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft in het kader van het beheer van het reisdocumentensysteem een register (het zogenaamde Basisregister reisdocumenten) ingericht met gegevens van Nederlandse reisdocumenten die niet in het verkeer mogen voorkomen, waaronder als gestolen ofvermist opgegeven reisdocumenten. Het bestaan van het register is verankerd in artikel 4a van de Paspoortwet. Totdat de overdracht van informatie naar Interpol kan lopen via SIS II, zullen voorzieningen moeten worden getroffen bij BZK/Agentschap BPR en BZK/KLPD om mogelijk te maken dat de gegevens omtrent gestolen en vermiste paspoorten, via het KLPD, worden overgedragen aan Interpol. De kosten daarvan worden (voorlopig) geraamd op tenminste 0,5 mln voor Deze kosten zullen worden opgevangen binnen de begroting van het ministerie van BZK. Onderzoek moet worden gedaan naar de wijze waarop in de toekomst de gegevens omtrent de vermiste en gestolen paspoorten uit het Basisregister via SIS II aan Interpol kunnen worden verstrekt. De financiële consequenties zijn pas in kaart te brengen als dat onderzoek is uitgevoerd. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/ofsanctionering): In artikel 4a van de Paspoortwet worden regels gesteld aan de inrichting en het beheer van het Basisregister. Lid 6 van dit artikel bepaalt dat de in het Basisregister reisdocumenten opgenomen gegevens verstrekt kunnen worden aan instellingen en personen die zijn belast met een publiekrechtelijke taak voor zover de gegevens noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taak. Bij een regeling van de minister voor BVK (artikel 4a, lid 8) kunnen hieraan nadere regels worden gesteld. De bepalingen in de Paspoortwet bieden voldoende basis voor het verstrekken van de gegevens omtrent vermiste en gestolen paspoorten via het KLPD aan Interpol. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking-treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: Het Gemeenschappelijk Standpunt treedt in werking (artikel 5) op de dag waarop het wordt aangenomen. Het Gemeenschappelijk Standpunt bevat ook nog een specifieke implementatie-termijn. Het standpunt gaat er namelijk van uit (artikel 3 lid 4) dat de lidstaten uiterlijk tegen december 2004 de infrastructuren opzetten die nodig zijn om de on-line raadpleging van de Interpolgegevensbank te vergemakkelijken. Vooralsnog lijkt deze termijn voor Nederland haalbaar. Consequenties voor ontwikkelingslanden: n.v.t. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland steunt het doel van het Gemeenschappelijk Standpunt. Nederland hecht aan een goede en snelle samenwerking op politieel en justitieel gebied om zowel de georganiseerde criminaliteit als terrorisme aan te pakken. In dit kader wordt de verbetering van uitwisseling van informatie tussen de bevoegde nationale diensten en Interpol gesteund. Daarbij is het voor Nederland echter ook van belang dat er voldoende vertrouwen is in de rechtspleging in derde landen. Er moeten voldoende waarborgen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

10 zijn dat gegevensuitwisseling met derde landen (met name de derde landen waarmee Nederland geen rechtshulpverdrag heeft) niet leidt tot een schending van mensenrechten. De uitvoering van het Gemeenschappelijk Standpunt vergt echter wel het nodige. Er moet daarbij onderscheid gemaakt worden tussen twee stappen: de overdracht van gegevens op korte termijn (tussen de bevoegde nationale instanties van de lidstaten en Interpol) en de structurele wijze van gegevensverstrekking aan Interpol (via SIS II). De verwachting is dat SIS II in 2007 gereed zal zijn. Voor de korte termijn (totdat SIS II operationeel is) dient, om uitvoering te geven aan het Gemeenschappelijk Standpunt, een ad-hoc voorziening gecreëerd te worden. Dat kan op verschillende manieren gerealiseerd worden. Belangrijk hierbij is om een oplossing te vinden die met relatief weinig lasten (organisatorisch en financieel) het beoogde resultaat oplevert. Tevens dient de te kiezen oplossing te waarborgen dat de integriteit van de gegevens is verzekerd. Er zijn verschillende opties bezien die alle voor- en nadelen hebben. De beste oplossing lijkt (vooralsnog) dat vanuit het Basisregister reisdocumenten, naast een initiële gegevensoverdracht (bulk), een automatische doorverstrekking (van mutaties) wordt gerealiseerd naar het KLPD. Het KLPD kan hiermee het reeds bestaande Nederlands Schengen Informatiesysteem (NSIS) aanvullen ofcorrigeren en vervolgens, met gebruikmaking van de reeds bestaande voorzieningen, de gegevens overdragen aan Interpol. Fiche 4: Rapport over de vereenvoudiging van de GMO voor groenten en fruit Titel: Rapport van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de vereenvoudiging van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor Groenten en Fruit Datum Raadsdocument: Nr Raadsdocument: Nr. Commissiedocument: COM(2004)549 (10 augustus 2004) Eerstverantwoordelijk ministerie: LNV i.o.m. EZ, FIN, BZ, BZ-OS Behandelingstraject in Brussel: CSA, Landbouw- en Visserijraad 1 Een telersvereniging is een groepering van producenten die o.m. de afzet/verkoop van de door de leden geproduceerde producten organiseert. Door de bundeling van het aanbod kan de telersvereniging de positie van de telers op de markt versterken. Telersverenigingen kunnen ook een rol spelen bij het bevorderen van de productie van kwaliteitsproducten, van milieuvriendelijke producten, promotie, etc. Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het rapport geeft een overzicht van de aanpassingen en vereenvoudigingen van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor Groenten en Fruit die de Commissie op verzoek van de Raad in de jaren 2002, 2003 en 2004 heeft doorgevoerd. Verder heeft het rapport tot doel in de Raad, in het Europees Parlement en in de sector zelfde discussie over de toekomst van de sector en de noodzaak van verdere aanpassingen te bevorderen. Daartoe heeft de Commissie aan het einde van het rapport een aantal (open) vragen van strategische aard geformuleerd. De belangrijkste aanpassingen van de GMO in de afgelopen jaren waren: Voor de sector verse groenten en fruit het instellen van een maximumpercentage van 4,1 % van de omzet van de telersvereniging 1 voor de EU-bijdrage aan de operationele programma s. De EU-bijdrage vindt plaats onder voorwaarde dat de producentenvereniging zelfook en in gelijke mate een bijdrage levert. In de operationele programma s Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

11 geven de producentenverenigingen aan wat hun plannen voor de komende 3 5 jaren zijn. Wijziging van de financiële steun voor verwerkte producten. Voorheen werd de steun betaald aan de verwerkers van de producten en op basis van het eindproduct. In de huidige situatie wordt de steun via de producentenverenigingen aan de telers van de producten bestemd voor verwerking betaald. Voor de verwerking van citrus zijn maximale productieplafonds vastgesteld voor citroenen, sinaasappelen en kleine citrusvruchten, alsmede nationale plafonds voor de betrokken lidstaten (Griekenland, Italië, Spanje en Portugal). Bij overschrijding van deze plafonds vindt in het jaar erop korting plaats van de steun. De Commissie stelt de volgende strategische vragen voor het bevorderen van de discussie over eventuele toekomstige aanpassingen van de GMO: 1. Is er een noodzakelijkheid om de basis van de GMO Groenten en Fruit, zoals deze in 1996 is vastgesteld, te hervormen? 2. Wat kan er worden gedaan om de toepassing van de GMO voor producentenorganisaties te vereenvoudigen? 3. Wat kan er worden gedaan om de concentratie van het aanbod in regio s met lage organisatiegraad te verbeteren, speciaal in de nieuwe Lidstaten? 4. Moet de speciale cross-compliance regeling voor de groenten en fruitsector in stand blijven ofmoet dit worden geïntegreerd in de crosscompliance regeling die is vastgesteld na de Mid Term Review? 5. Wat kan er worden gedaan om het aanbod van kwaliteitsproducten en/ofproducten die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd, te vergroten? 6. Wat kan er worden gedaan om een beter crisismanagement te verzekeren? 7. Is het noodzakelijk om radicale wijzigingen aan te brengen en de specifieke regelingen voor verwerkte producten en voor citrus? 8. Hoe kan de coherentie tussen de GMO voor Groenten en Fruit en de regeling voor plattelandsontwikkeling worden verbeterd? Hoe kan een beter gebruik van het huidige budget worden verzekerd? Er zal een algemene discussie worden gevoerd in de Raad over de hiervoor genoemde vragen. Afhankelijk van de uitkomsten van deze discussie kan de Commissie met voorstellen komen die tot een verdere vereenvoudiging van de GMO-regelgeving zouden kunnen leiden. Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t. Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: n.v.t. Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: n.v.t. Consequenties voor de EU-begroting: Strikt genomen niet van toepassing, het betreft een rapport. In de huidige GMO is voor wat betreft de uitgavenposten voorzien in interventiemaatregelen, uitvoerrestituties, een regeling voor de telersverenigingen en financiële steun voor de verwerking van tomaten, perziken en peren. Het totale budget voor de groenten en fruit marktordening (vers en verwerkt) bedraagt ca. 1,55 miljard per jaar. Dit is inclusiefca. 300 miljoen voor de Gemeenschappelijke Marktordening voor Bananen. Het is te verwachten dat bij eventuele wijzigingen van de GMO vooral het meer marktconform produceren zal worden gestimuleerd. Dit betekent dat Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 de uitgaven voor interventieregelingen alsmede voor de regelingen voor steun bij de verwerking van de hiervoor reeds genoemde producten verder teruggedrongen zullen worden. Het afbouwen van de uitvoerrestituties is inmiddels onderwerp van discussie in WTO-kader. Nederland is groot voorstander van marktwerking en kan derhalve een wijziging die uitmondt in verminderde overheidsinterventie van harte ondersteunen. Consequenties voor de begroting kunnen pas daadwerkelijk ingeschat worden als de voorstellen er zijn. Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/ofbedrijfsleven en burger: Strikt genomen n.v.t. want het betreft een rapport. Het doel van eventuele wijzigingen in de GMO is het realiseren van vereenvoudiging, hetgeen zou moeten leiden tot minder personele en administratieve kosten voor overheid en bedrijfsleven. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/ofsanctionering): geen Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: n.v.t. Consequenties voor ontwikkelingslanden: N.v.t., het betreft een rapport. De regelingen m.b.t. de invoer en de uitvoer liggen buiten het kader van dit rapport. Deze zullen onderwerp van discussie zijn bij de WTO-onderhandelingen. Ten aanzien van de huidige verwerkingssteun voor tomaten, perziken, peren en citrus geldt dat deze handelsverstorend is. Deze subsidievorm benadeelt producenten in derde landen, waaronder ontwikkelingslanden. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland is van mening dat bij de grote hervorming van de GMO in 1996 een stap voorwaarts is gezet op de weg naar een meer marktconforme productie in de groenten en fruitsector door in het marktbeleid nog slechts in beperkte mate te steunen op het interventiemechanisme en veel meer belang toe te kennen aan de telersverenigingen. De telersverenigingen moeten een belangrijke rol vervullen bij het concentreren van het aanbod waardoor de marktpositie van telers wordt verbeterd. Dit heeft tot doel dat individuele telers een hogere prijs voor hun producten ontvangen. Voor Nederland is het dan ook niet noodzakelijk om de GMO fundamenteel te hervormen. Nederland ziet meer in een verdere aanpassing van het beleid naar marktconformiteit. In dat kader denkt Nederland dat het mechanisme van interventie verder kan worden beperkt. De overheidsinterventie zou moeten worden afgeschaft of alleen in uitzonderlijke omstandigheden mogen worden toegepast. Interventie zou dan alleen nog door telersverenigingen kunnen worden toegepast. Ook is Nederland van mening dat de uitvoerrestituties in de groenten- en fruitsector moeten worden afgebouwd. In WTO-kader wordt hier inmiddels over gesproken. Nederland is van mening dat ook in de sector voor de verwerkte producten het principe van marktconform produceren toegepast moet worden. Nu gelden productiedrempels met vaste steunbedragen voor verwerking voor tomaten, perziken en peren. Omdat verwerkingssteun zowel producenten in derde landen, waaronder ontwikkelingslanden, als Europese producenten die niet aan deze regeling meedoen benadeelt, is Nederland van mening dat er een tijdpad moet worden vastgesteld voor de afbouw van de verwerkingsteun. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

13 Fiche 5: Mededeling over de hervorming van de suikersector Titel: Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de totstandbrenging van een duurzaam landbouwmodel voor Europa via het hervormde GLB hervorming van de suikersector Datum Raadsdocument: 16 juli Nr Raadsdocument: 11491/04 Nr. Commissiedocument: COM (2004)499 final Eerstverantwoordelijk ministerie: LNV i.o.m. EZ, FIN, BZ, OS Behandelingstraject in Brussel: RWG suiker, CSA, Landbouw- en Visserijraad Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Door de recente hervormingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) bij de Midterm Review (MTR), de onderhandelingen in het kader van de WTO Doha-ronde en het Everything but arms-initiatief(eba), is de noodzaak tot een hervorming van het suikerbeleid binnen de EU toegenomen. Een ongewijzigd suikerbeleid zou een discrepantie opleveren met de nieuwe beginselen van het GLB, waarbij een verschuiving is ingezet van prijs- en productieondersteuning naar een algemeen beleid van ontkoppelde inkomenssteun voor landbouwers. In het najaar van 2003 heeft de Commissie al een mededeling gepresenteerd met een drietal opties voor de hervorming van de suikermarktordening (zie briefvan regering aan Tweede Kamer hierover, Kamerstuk , nr. 12): 1. Handhaving van het huidige systeem van hoge prijzen en vaste nationale productiequota; 2. Forse prijsverlaging, verhandelbaar maken van de nationale productiequota en op termijn wellicht afschaffing van de quota; 3. Volledige liberalisering. Uit het debat in de Raad en het Europees Parlement dat naar aanleiding van de publicatie van dit optiepapier gevoerd is, kwam naar voren dat een status-quo niet houdbaar is en een volledige liberalisering niet reëel. De huidige mededeling benadert de tweede optie. In lijn met eerdere hervormingen in andere sectoren streeft de Commissie naar een suikersector, die marktgerichter, duurzamer en minder handelsverstorend is. Concreet stelt de Commissie het volgende voor: De interventieprijs wordt vervangen door een referentieprijs. De referentieprijs zal als basis dienen voor de minimum suikerbietenprijs, de invoerbescherming en de preferentiële invoer en de particuliere opslagregeling; Deze referentieprijs voor suiker wordt met ingang van het verkoopseizoen 2005/2006 in twee fasen met 33 % verlaagd en daaraan gekoppeld wordt ook de minimum bietenprijs in twee fasen verlaagd met 37%; Telers van suikerbieten worden voor de prijsdaling gedeeltelijk, d.w.z. voor 60%, gecompenseerd via ontkoppelde inkomenssteun (een bedrijfstoeslag per hectare); De A- (bestemd voor interne EU consumptie) en B-quota (bestemd voor uitvoer met restitutie) worden samengevoegd en verlaagd met ongeveer 20%. De productieheffing op A/B-suiker komt te vervallen, omdat de suikerproductie in de EU achterblijft bij het suikerverbruik; Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

14 De bepalingen t.a.v. C-suiker (bestemd voor uitvoer zonder restitutie) blijven vooralsnog onveranderd; De nationale productiequota worden tussen de lidstaten verhandelbaar; Er komt een communautair gefinancierde opkoopregeling voor het uit de markt nemen van suikerquota; De op dit moment ongelimiteerde preferentiële invoer van suiker uit de Westelijke Balkan wordt omgezet in een tariefcontingent; In overleg met betrokken landen wordt bezien hoe ACS-landen 1 kunnen worden geholpen bij aanpassing en herstructurering van hun suikersector t.g.v. de voorgenomen prijsverlaging. Hiervoor wordt een actieplan opgesteld. De looptijd van de nieuwe marktordening moet ingaan op 1 juli 2005 en beperkt zich tot 1 juli In de verwachting dat er tegen die tijd meer duidelijkheid bestaat over de nieuwe WTO-afspraken, de lopende WTO-suikerpanels en het gebruik van de EBA-faciliteit, is in 2008 een evaluatie voorzien, wellicht gepaard gaande met nadere voorstellen over de periode daarna. Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t., het betreft een mededeling. Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: n.v.t. Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: n.v.t., het betreft een mededeling Consequenties voor de EU-begroting: Strikt genomen niet van toepassing, het betreft een mededeling. De jaarlijkse kosten van de voorgestelde maatregelen, waarbij de ontkoppelde bedrijfstoeslag het belangrijkste element vormt, namelijk miljoen per jaar vanaf2007/08, zullen worden gecompenseerd door de besparingen die voortvloeien uit een aanzienlijke vermindering van de uitgaven voor uitvoerrestituties, ten bedrage van ongeveer miljoen per jaar en de afschaffing van de productierestitutie voor de chemische en de farmaceutische sector en van de raffinagesteun, ten bedrage van ongeveer 250 miljoen. De kosten voor de regeling inzake particuliere opslag zouden beperkt zijn en slechts ontstaan wanneer de marktprijzen aanzienlijk onder de referentieprijzen zouden komen te liggen. De Commissie noemt haar voorstel dan ook budgetneutraal t.o.v. de status quo. 1 Een 17-tal landen in Afrika, Caraibische en Stille Oceaan (ACS-landen) heeft onder het Suikerprotocol van het Cotonou-verdrag een speciale gegarandeerde toegang tot de EU-suikermarkt. De Commissie houdt in deze berekeningen echter geen rekening met ten eerste het verdwijnen van de eigen-middelen-inkomsten uit de productieheffingen en ten tweede de compensatie van ACS-landen: Voor de EU-suiker die met exportrestituties wordt uitgevoerd, komen de kosten (van deze exportrestituties) voor rekening van de Europese bietentelers en suikerindustrie, die hiervoor achterafeen productieheffing krijgen opgelegd. (in 2004 zijn dit 360 miljoen euro aan eigenmiddelen-inkomsten uit deze heffingen). Deze inkomsten uit de productieheffingen zullen verdwijnen als gevolg van het in lijn brengen van de EU suikerproductie met de EU-suikerconsumptie. De eventuele compensatie van ACS-landen wordt door verschillende onderzoekscentra geschat tussen 400 à 800 miljoen euro per jaar. De Commissie stelt voor de compensatie van de ACS-landen tot 2006 met het Flexibiliteitsinstrument te financieren en vanaf 2007 door een thematische toewijzing in het kader van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking en economische samenwerking zoals voorgesteld voor de volgende Financiële Perspectieven Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

15 De optelsom van dit alles maakt dat de totale budgettaire implicatie van de voorliggende mededeling tussen 800 à miljoen per jaar ligt. Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/ofbedrijfsleven en burger: N.v.t., het betreft een mededeling. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/ofsanctionering): N.v.t., het betreft een mededeling. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking redding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De mededeling gaat uit van implementatie met ingang van 1 juli 2005 in de eerste fase en met ingang van 1 juli 2007 (prijzen) en 1 juli 2008 (quota) in de tweede fase. Het ziet er nu al naar uit dat implementatie met ingang van 1 juli 2005 niet haalbaar zal zijn omdat de besluitvorming over de hervorming daartoe waarschijnlijk niet tijdig zal hebben plaatsgevonden. Consequenties voor ontwikkelingslanden: Strikt genomen niet van toepassing. Het betreft een mededeling. De gevolgen voor ontwikkelingslanden van de voorgestelde hervorming van de EU-suikersector zijn niet eenduidig aan te geven. De vermindering van de EU-suikerproductie zal over het algemeen een positief effect hebben op de ontwikkelingslanden die suiker produceren. Maar het effect verschilt per «groep» ontwikkelingslanden: De suiker producerende ontwikkelingslanden zonder preferentiële toegang tot de EU-markt kunnen voordelen hebben bij de hervorming: door het wegvallen van een belangrijk deel van de uitvoer van EU-suiker met restitutie kunnen de prijzen op de wereldmarkt stijgen en kan voor derde landen meer ruimte op de wereldmarkt ontstaan. Landen met lage productiekosten zoals Brazilië, Thailand, Australië, Guatemala en landen in Zuidelijk Afrika bevinden zich in de beste positie om hiervan te profiteren. De 17 ACS-landen en India, die nu in het kader van het Suikerprotocol een speciale gegarandeerde toegang hebben tot de EU-suikermarkt, zullen er door de voorgestelde prijsverlagingen op achteruit gaan. De Commissie wil de bepalingen van het huidige Suikerprotocol handhaven. Op grond hiervan is de EU verplicht om jaarlijks een overeengekomen hoeveelheid van ongeveer 1,3 miljoen ton witte-suikerequivalent tegen een gegarandeerde prijs te kopen. Parallel aan de prijsverlaging voor Europese boeren zal echter ook de prijs voor ruwe rietsuiker uit de ACS-landen met 37% worden verlaagd. De exportinkomsten van deze landen kunnen hierdoor met enkele honderden miljoenen euro verminderen. Om de effecten hiervan op te kunnen vangen, wil de Commissie met de ACS-landen in dialoog treden over een Actieplan met flankerende maatregelen. Het actieplan, dat eind 2004 zal worden gepresenteerd, zal zowel handels- als hulpelementen bevatten. De maatregelen zouden in moeten spelen op de specifieke situatie van de suikersector in het ACS-land in kwestie: verbetering van competitiviteit in ACS-landen waar perspectiefis voor de suikersector, diversificatie en begeleide sanering waar dit ontbreekt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

16 Vanafjuli 2009 kunnen de Minst Ontwikkelde Landen (MOL s) in het kader van het EBA-initiatiefonbeperkt en tariefvrij suiker naar de EU exporteren. De prijsdaling van suiker die voortvloeit uit de voorgestelde hervorming van het EU suikerbeleid, maakt de EU-markt voor deze suiker echter wel minder aantrekkelijk. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: De mededeling van de Commissie sluit grotendeels aan bij de inhoud van de briefvan de regering aan de Tweede Kamer van 11 november 2003 naar aanleiding van het optiepapier. De regering heeft in deze brief al de hoofdlijnen van het Nederlandse kabinetsstandpunt uiteengezet inzake het toekomstige suikerbeleid (Kamerstuk , nr. 12). Het daarin neergelegde standpunt vormt dan ook het uitgangspunt voor de beoordeling van de onderhavige mededeling. Dat wil zeggen dat Nederland: Voorstander is van verdere voorstellen van de Commissie voor verdere hervorming van het GLB, inclusiefsuiker, omdat de huidige internationale ontwikkelingen dit zowel onafwendbaar als gewenst maken. Kiest voor een ambitieuze hervorming van het suikerbeleid met een verlaging van de interne prijs in de EU, afschaffing van de interventieprijs en uitfasering van de exportrestituties. Van mening is dat de bietentelers en de suikerindustrie zich op een redelijke wijze aan de hervorming moet kunnen aanpassen, zodat een internationaal concurrentiekrachtige suikersector in Europa ontstaat. Het van belang vindt dat bij deze herstructurering gewaarborgd dient te worden dat de drie pijlers van duurzame ontwikkeling (economisch, ecologisch en sociaal) gelijkelijk mee worden gewogen. Van mening is dat de compensatie aan de bietentelers voor prijsverlagingen ontkoppeld moet zijn van de productie en de uitbetaling daarvan afhankelijk wordt gesteld van cross-compliance, modulatie en financiële discipline. Vindt dat de kosten van de hervorming onder het plafond zoals vastgelegd in de afspraken van de Europese Raad Brussel (oktober 2002) gefinancierd dienen te worden. Van mening is dat het op termijn niet verstandig is een beleid te voeren dat erop gericht is de Europese suikerindustrie overal binnen de EU in stand te houden. In principe voorstander is van de verhandelbaarheid van nationale productiequota tussen de lidstaten, zodat de Europese suikerindustrie zich kan herstructureren en een proces van economische specialisatie in de diverse regio s kan doormaken. Als uitgangspunt hanteert dat de daling van de suikerprijs voldoende substantieel moet zijn om te bewerkstelligen dat de EU in beginsel geen suiker meer zal exporteren. Vindt dat rekening moet worden gehouden met de 17 ACS-landen die op grond van het ACS-suikerprotocol toegang hebben tot de EU-markt tegen gegarandeerde prijzen. Flankerende maatregelen zijn daarom nodig om de effecten van prijsdaling op te kunnen vangen. Naast steun voor herstructurering en omschakelingsmaatregelen kan hierbij ook aan extra markttoegang worden gedacht. Van mening is dat het beleid duidelijkheid moet verschaffen aan de groep van armste landen, zodat geen investeringen worden uitgelokt die verkeerd voor hen kunnen uitpakken. Daarnaast geldt dat de door de Commissie beoogde ingangsdatum van de hervorming van het suikerbeleid, te weten 1 juli 2005, rijkelijk vroeg wordt geacht, gelet op de voorbereiding van het zaaiplan voor 2005 dat nu al in volle gang is. Ervan uitgaande dat de hervorming pas op 1 juli 2006 zal ingaan, is de termijn die de Commissie heeft voorzien tot de volgende hervorming van de marktordening, te weten 1 juli 2009, naar de mening van de Nederlandse regering dan weer kort om alle betrokkenen in de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

17 suikersector voldoende zekerheid en visie te bieden op grond waarvan zij zich voor wat betreft hun investeringen op de toekomst kunnen richten. Ook moet in de uiteindelijke voorstellen van de Commissie rekening worden gehouden met de uitspraak van het WTO-suikerpanel. Een nieuw EU-suikerbeleid moet voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de WTO-afspraken. In dit licht beziet Nederland nog in hoeverre de regeling voor C-suiker onverkort kan blijven bestaan. Fiche 6: Besluit over actieprogramma op het gebied van levenslang leren Titel: Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een integraal actieprogramma op het gebied van levenslang leren Datum Raadsdocument: 20 juli 2004 Nr Raadsdocument: 11587/04 Nr. Commissiedocument: COM (2004)474 Eerstverantwoordelijk ministerie: OCW i.o.m. BZ, SZW, VWS, EZ, FIN, BZK, VNG, IPO Behandelingstraject in Brussel: Onderwijscomité, OJC-Raad. De horizontale aspecten van dit voorstel, dat deel uitmaakt van het pakket voorstellen in het kader van de Financiële Perspectieven , worden behandeld in de Ad Hoc Groep Financiële Perspectieven en de RAZEB. Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Dit voorstel maakt deel uit van het pakket voorstellen in het kader van de nieuwe Financiële Perspectieven De Commissie publiceerde een overkoepelende mededeling over dit pakket (COM 2004/487). Over deze overkoepelende mededeling is het parlement separaat geïnformeerd door middel van een Kamerbrief betreffende «Reactie op voorstellen van de Commissie inzake de nieuwe Financiële Perspectieven » (Kamerstuk , , nr. 259 TK). Het «integraal actieprogramma op het gebied van levenslang leren» is het nieuwe EU-onderwijsprogramma voor de periode , dat de huidige programma s Leonardo da Vinci II en Socrates II, elearning, Erasmus Mundus (vanaf2009) en het communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding (zg. A-lijn programma s) vervangt. Nieuw is dat het programma ook «Europass» (het Europese kader om de transparantie op het gebied van diploma s, kwalificaties en competenties te verbeteren) zal omvatten. De Commissie beoogt met het nieuwe EU-onderwijsprogramma een bijdrage te leveren aan het bereiken van de Lissabon-doelstelling dat de Europese Unie in 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld moet zijn. Vanuit deze optiek zijn de primaire doelstellingen van het programma het bevorderen en optimaliseren van: 1. Mobiliteit tussen onderwijsinstellingen 2. Samenwerking tussen onderwijsinstellingen 3. Uitwisseling tussen onderwijsinstellingen Als kwantitatieve doelstellingen noemt het voorstel ondermeer: 1. Dat in 2011 drie miljoen studenten moeten hebben deelgenomen aan het Erasmus mundes programma. 2. Dat er in 2013 jaarlijks personen deelnemen aan het Leonardo II programma. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 949 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 696 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 232 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2301 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2268 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1090 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law. Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1484 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1683 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 828 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1593 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 706 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1052 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 920 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2200 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Fiche 9: Verordening EU octrooi vertaalregelingen 1. Algemene gegevens Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Datum Commissiedocument:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 319 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1160 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1811 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1303 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften

Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1028 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2280 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1749 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie, presentatie

Nadere informatie

Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU

Nadere informatie

Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen. 1. Algemene gegevens

Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen. 1. Algemene gegevens Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Nadere informatie

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375 32 472 EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2 Brief van de minister van Buitenlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 948 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nr. 1309 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 december

Nadere informatie

Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa

Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 188 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2272 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1745 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1674 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1826 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2635 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1487 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1428 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

14. De effecten van de beleidsopties

14. De effecten van de beleidsopties 14. De effecten van de beleidsopties Op basis van de resultaten van de effectstudies en de simulatiemodellen is in tabel 1 voor elk van de vier beleidsopties een overzicht uitgewerkt (cijfers bij benadering)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1110 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 175 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 846 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese

Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie 1. Algemene gegevens Titel voorstel Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende elektronische publicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen Nr. 135 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1210 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 285 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen Nr. 126 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures

Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures 1. Algemene gegevens Voorstel: Initiatief voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 899 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 713 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1937 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

d) EUR-Lex:

d) EUR-Lex: Fiche 1: Verordening autonome handelsmaatregelen Tunesië 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de invoering van urgente autonome handelsmaatregelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 965 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2197 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Ontstaan Jaren vijftig: Voedselzekerheid Deviezen sparen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 535 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 782 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2698 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 338 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 1: Verordening inzake Europese statistieken over veiligheid voor criminaliteit

Fiche 1: Verordening inzake Europese statistieken over veiligheid voor criminaliteit Fiche 1: Verordening inzake Europese statistieken over veiligheid voor criminaliteit 1. Algemene gegevens Titel Voorstel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake Europese statistieken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 151 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1017 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1108 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 33 456 EU-mededeling: De EU-strategie voor de uitroeiing

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Joop Nijssen T 0031 70 348 4858

Nadere informatie

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013-2014 22 112Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 33 785 EU-voorstel: Commissiemededeling over de werkzaamheden

Nadere informatie

Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude

Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2245 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1329 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 108 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN s-gravenhage, 1 februari 1999 Overeenkomstig

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing N.v.t.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing N.v.t. Fiche 1: Wijziging van de Noordzee Middellandse Zee corridor na de Brexit 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 274 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

h) Rechtsbasis Artikel 91 (1) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

h) Rechtsbasis Artikel 91 (1) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Fiche 3: Voorstel gebruik van gehuurde voertuigen voor goederenvervoer 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2014 COM(2014) 714 final 2014/0338 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van politiële

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2745 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1373 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 2: Aanpassing Verordening 1071 toegang tot het beroep en Verordening 1072 toegang tot de markt

Fiche 2: Aanpassing Verordening 1071 toegang tot het beroep en Verordening 1072 toegang tot de markt Fiche 2: Aanpassing Verordening 1071 toegang tot het beroep en Verordening 1072 toegang tot de markt 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Aanpassing Verordening 1071/2009 (toegang tot het beroep van

Nadere informatie

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN Er zijn specifieke maatregelen van kracht ter ondersteuning van de ontwikkeling van de verst afgelegen regio's van de Europese Unie, bekend als de ultraperifere gebieden: Guadeloupe,

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van gerechtelijke laboratoria

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van gerechtelijke laboratoria RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 juli 2009 (OR. en) 11419/09 JAI 424 ENFOPOL 181 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170 I ITIATIEF van: Betreft: de Zweedse en de Spaanse delegatie Initiatief van het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1823 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 734 EU-voorstellen: EU-mobiliteitspakket Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2236 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr.

Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2494/95 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening

Nadere informatie

Fiche 1: Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders

Fiche 1: Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders Fiche 1: Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders 1. Algemene gegevens Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2293 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures.

Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures. Fiche 1: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures 1. Algemene gegevens Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 34 482 EU-voorstellen: Herziening Dublinverordening COM

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2077 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers

Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers 1. Algemene gegevens Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2042 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 21 501-03 Begrotingsraad Nr. 113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie