DE NAVO GETRANSFORMEERD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE NAVO GETRANSFORMEERD"

Transcriptie

1 DE NAVO GETRANSFORMEERD

2 DE NAVO GETRANSFORMEERD Noot: Iedere vermelding in deze publicatie van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is gemarkeerd met een sterretje (*), dat verwijst naar de volgende voetnoot: * Turkije erkent de Republiek Macedonië onder zijn constitutionele naam.

3 > INHOUD 1. Doel van het Bondgenootschap en fundamentele veiligheidstaken 2 2. Centraal in het transatlantisch partnerschap 6 3. De defensievermogens versterken 9 4. De veranderende rol van de NAVO-strijdkrachten De veiligheid uitbreiden door middel van partnerschap Het Bondgenootschap openstellen voor nieuwe leden Werken aan nieuwe betrekkingen met Rusland Een distinctief partnerschap met Oekraïne Dialoog met landen in het Middellandse-Zeegebied Vredeshandhaving en crisisbeheersing Reageren op civiele crisissituaties Samenwerken op het terrein van wetenschap en milieu Hoe de NAVO werkt Verandering en continuïteit 44 1

4 Doel van het Bondgenootschap en fundamentele veiligheidstaken > 1 2 Het essentiële doel van het Noord-Atlantisch Bondgenootschap is de vrijheid en veiligheid van al zijn leden in Europa en Noord-Amerika te waarborgen in overeenstemming met de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties. Om dat doel te bereiken, benut het Bondgenootschap zowel zijn politieke invloed als zijn militair vermogen, afhankelijk van de aard van de veiligheidsuitdaging waarmee de leden van het Bondgenootschap worden geconfronteerd. De strategische omgeving is veranderd en daarmee ook de reacties van het Bondgenootschap op de veiligheidsuitdagingen. Het blijft de stabiliteit in het gehele Euro-Atlantische gebied handhaven en het is bezig te evolueren om het hoofd te kunnen bieden aan nieuwe dreigingen als terrorisme en andere veiligheidsuitdagingen buiten zijn traditionele verantwoordelijkheidsgebied. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) is een van de belangrijkste structuren die de leden van het Bondgenootschap gebruiken om hun veiligheidsdoelstellingen te verwezenlijken. Het is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de lidstaten hun soevereiniteit en onafhankelijkheid volledig behouden en die dient als forum waar zij met elkaar overleggen en besluiten nemen over zaken die hun veiligheid betreffen. De structuren van de NAVO bevorderen doorlopend overleg, coördinatie en samenwerking tussen de leden over politieke, militaire, economische en andere aspecten van de veiligheid en tevens samenwerking op niet-militaire terreinen zoals wetenschap, informatie, milieu en rampenbestrijding. Na vijf uitbreidingsrondes zijn de twaalf landen die de NAVO hebben opgericht België, Canada, Denemarken, Frankrijk, IJsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten aangevuld met Griekenland en Turkije (1952), Duitsland (1955), Spanje (1982), de Tsjechische Republiek, Hongarije en Polen (1999). Tijdens de meest recente toetredingsronde zijn daar in 2004 Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije en Slovenië bijgekomen. Collectieve verdediging Het Bondgenootschap werkt vanuit het beginsel dat de veiligheid van iedere lidstaat afhangt van de veiligheid van hen alle. Als de veiligheid van een van de leden wordt bedreigd, heeft dat gevolgen voor hen allemaal. Met de ondertekening van het Verdrag van Washington, het handvest waarmee de NAVO is opgericht, belooft iedere lidstaat aan de andere dit principe te zullen eerbiedigen en naast de voordelen van de collectieve verdediging ook de risico s en verantwoordelijkheden te delen. Dit betekent tevens dat veel aspecten van de defensieplanning en de voorbereidingen die ieder land voorheen zelf verzorgde, nu gezamenlijk ondernomen worden. Ook de kosten verbonden aan de faciliteiten die nodig zijn om de strijdkrachten te trainen en effectief samen te laten werken, worden gedeeld. Ieder land blijft onafhankelijk en vrij om zijn eigen besluiten te nemen, maar door gezamenlijk te plannen en de middelen te delen, kunnen ze collectief een veel hoger niveau van veiligheid bereiken dan individueel mogelijk zou zijn. Dat blijft het grondbeginsel van de veiligheidssamenwerking binnen de NAVO. Transatlantische band De ondertekening van het Verdrag van Washington in 1949 was iets geheel nieuws in de moderne tijd. Niet alleen werd het gevaar van agressie van buitenaf erdoor kleiner, maar het verdrag bracht geleidelijk ook grote Europese landen bijeen die in het verleden vaak tegen elkaar ten oorlog waren getrokken en zorgde ervoor dat het gevaar van een militair conflict tussen hen verdween. In feite zouden zij afhankelijk van elkaar worden en door elkaars veiligheid te delen, zouden zij ook op veel andere gebieden kunnen samenwerken om hun welvaart te vergroten. De betekenis van het Verdrag van Washington ging zelfs nog verder. Het leidde tot een veiligheidspartnerschap tussen de Europese leden van het Bondgenootschap en de Verenigde Staten en Canada, en schiep een permanente transatlantische band tussen Europa en Noord-Amerika.

5 fundamenteel getransformeerd en afgestemd op de enorme verandering in de politieke en militaire omgeving in Europa en het ontstaan van nieuwe veiligheidsdreigingen. Bovendien is het begrip defensie verbreed. Het omvat nu ook dialoog en praktische samenwerking met andere landen buiten het Bondgenootschap als het beste middel om de Euro- Atlantische veiligheid te versterken. De transformatie van de NAVO Toen het Bondgenootschap in 1949 werd opgericht, werd de Sovjet-Unie beschouwd als de grootste bedreiging van de vrijheid en onafhankelijkheid van West-Europa. De Communistische ideologie, politieke doeleinden en methoden, en militair vermogen betekenden dat geen enkele Westerse regering, wat de werkelijke intenties van de Sovjet-Unie ook waren, het zich kon permitteren de mogelijkheid van een conflict te negeren. Van 1949 tot aan het eind van de jaren 1980 de periode die bekend staat als de Koude Oorlog was het als gevolg daarvan de belangrijkste taak van het Bondgenootschap voldoende militaire vermogens in stand te houden om iedere vorm van agressie van de Sovjet-Unie en het Warschaupact af te kunnen weren. De stabiliteit die door de NAVO in deze periode werd geboden, heeft heel West-Europa in staat gesteld zijn welvaart na de Tweede Wereldoorlog weer op te bouwen, omdat zij het vertrouwen en de voorspelbaarheid creëerde die essentieel zijn voor economische groei. Het beleid dat door de lidstaten van de NAVO is overeengekomen, is voortdurend geëvolueerd in het licht van de veranderende strategische omgeving. Sinds het einde van de Koude Oorlog zijn het beleid en de structuren van het Bondgenootschap echter Tegenwoordig is de NAVO veel meer dan een defensief Bondgenootschap. Zij heeft voormalige tegenstanders de hand gereikt en werkt nu aan het opbouwen en bewaren van vrede en veiligheid in het gehele Euro-Atlantische gebied. Met het oog daarop neemt het Bondgenootschap een steeds groter aantal taken op zich en hanteert het steeds flexibelere, innovatievere en pragmatischere benaderingen voor de oplossing van wat onvermijdelijk complexe vraagstukken zijn. In de loop van dat proces is de centrale taak van de NAVO versterkt ten aanzien van het garanderen van de veiligheid in het Euro-Atlantisch gebied en veel Partnerlanden willen in de toekomst toetreden tot het Bondgenootschap. Drie Midden- en Oost-Europese landen de Tsjechische Republiek, Hongarije en Polen hebben dit doel in 1999 al bereikt. Nog zeven landen Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije en Slovenië zijn in 2004 toegetreden. De transformatie van de NAVO in de afgelopen tien jaar werd gekenmerkt door een reeks visionaire initiatieven, die concrete, uiterst praktische reacties vertegenwoordigen op de nieuwe veiligheidsuitdagingen en -kansen in de veiligheidsomgeving van na de Koude Oorlog. Hiertoe behoren het Partnerschap voor de Vrede (Partnership for Peace: PfP), speciale betrekkingen met Rusland en Oekraïne, een dialoog met Mediterrane landen, het Actieplan voor Kandidaat-landen (Membership Action Plan: MAP) dat de kandidaat-landen helpt te voldoen aan de NAVO-maatstaven, en effectieve samenwerking met de Europese Unie, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Verenigde Naties. De NAVO houdt zich ook actief bezig met de aanpak van nieuwe veiligheidsuitdagingen, door de leiding op zich te nemen van crisisbeheersingsoperaties op de Balkan en door te besluiten op te treden 'waar en wanneer dit nodig is' 3

6 om internationaal terrorisme en andere nieuwe bedreigingen buiten het Euro-Atlantische gebied te bestrijden. 4 Bovendien is de NAVO bezig haar vermogens aan te passen en te versterken om beter nieuwe missies op zich te kunnen nemen. Hiertoe zijn tijdens de Top van Praag in november 2002 drie cruciale initiatieven genomen: de oprichting van een NAVO- Reactiemacht; de reorganisatie van de militaire commandostructuur; en het Praagse Capabilities Commitment, dat ten doel heeft de tekortkomingen in de militaire vermogens op te heffen, door middel van individuele toezeggingen en samenwerkingsinitiatieven van de lidstaten. Fundamentele veiligheidstaken Het Bondgenootschappelijk Strategisch Concept is een gezaghebbende verklaring over de doelstellingen en fundamentele veiligheidstaken van het Bondgenootschap. Het geeft richtlijnen voor de politieke en militaire middelen die kunnen worden gebruikt bij het verwezenlijken daarvan. De publicatie van dit document, voor het eerst in 1991, markeerde een duidelijke breuk met het verleden. Tijdens de Koude Oorlog waren vergelijkbare gevoelige documenten over de strategische planning vanzelfsprekend geheim. Het huidige Strategische Concept van de NAVO, dat in 1999 werd gepubliceerd, beschrijft de veiligheidsrisico s waarmee het Bondgenootschap wordt geconfronteerd als komend uit vele richtingen en moeilijk te voorspellen. De fundamentele veiligheidstaken van het Bondgenootschap worden omschreven als: dienen als fundament voor de stabiliteit in het Euro-Atlantische gebied; dienen als forum voor overleg over veiligheidsvraagstukken; afschrikking en verdediging bieden tegen iedere dreiging van agressie tegen ieder van de NAVOlidstaten; bijdragen aan effectieve conflictpreventie en actief deelnemen aan crisisbeheersing; en een breed partnerschap, samenwerking en dialoog bevorderen met andere landen in het Euro- Atlantisch gebied. Het Strategisch Concept van 1999 analyseert de veiligheidsuitdagingen voor de nabije toekomst en concludeert dat de strategische omgeving voortdurend, en meestal ten goede, verandert en dat het Bondgenootschap, naast andere organisaties, een essentiële rol gespeeld heeft in de versterking van de Euro-Atlantische veiligheid sinds het einde van de Koude Oorlog. Hoewel de dreiging dat er in Europa opnieuw een algemene oorlog zou uitbreken zo goed als verdwenen is, staan de leden van het Bondgenootschap en andere landen in Euro-Atlantisch gebied wel voor andere gevaren en onzekerheden, waaronder etnisch conflict, schending van de mensenrechten, politieke instabiliteit en economische kwetsbaarheid. Bovendien vormt de verspreiding van nucleaire, biologische en chemische wapens en hun lanceerinrichtingen een bron van ernstige zorg en de verspreiding van technologie zou ertoe kunnen leiden dat potentiële tegenstanders makkelijker in het bezit kunnen komen van hoogwaardige militaire vermogens. Bovendien moet de Bondgenootschappelijke veiligheid in een mondiale context worden gezien. Zij zou kunnen worden bedreigd door grotere gevaren, waaronder terreurdaden, sabotage, de georganiseerde misdaad, en de ontwrichting van de toevoer van vitale goederen. Sinds de publicatie van het Strategisch Concept van 1999 en na de aanslagen op de Verenigde Staten van september 2001, worden de dreiging verbonden aan terrorisme en het gevaar dat falende staten inhouden, opnieuw grondig geëvalueerd.

7 Artikel 5 voor het eerst ingeroepen Artikel 5 vormt de kern van het Verdrag van Washington, het handvest waarmee de NAVO werd opgericht, waarin staat dat een gewapende aanval op een der Bondgenoten zal worden beschouwd als een aanval op hen allen. In reactie op een inroepen van Artikel 5, beslist iedere Bondgenoot afzonderlijk, in overleg met andere Bondgenoten, hoe hij het best kan bijdragen aan ieder actie die noodzakelijk wordt geacht om de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied te herstellen en te handhaven, inclusief het gebruik van geweld. Artikel 5 werd voor het eerst ingeroepen op 12 september 2001, direct na de terroristische aanslagen van 11 september op de Verenigde Staten. Dit gebeurde in eerste instantie onder voorbehoud, omdat nog moest worden vastgesteld of de aanslagen vanuit het buitenland werden geleid. Dat werd op 2 oktober 2001 bevestigd, nadat Amerikaanse functionarissen de bevindingen van het onderzoek naar de aanvallen, waarin werd geconcludeerd dat het terroristisch netwerk Al-Qaeda verantwoordelijk was, hadden gepresenteerd aan de Noord-Atlantische Raad. Op 4 oktober kwamen de Bondgenoten een reeks maatregelen overeen om de strijd tegen het terrorisme onder leiding van Amerika te steunen. Deze omvatte: het intensiever uitwisselen van inlichtingen en een versterkte samenwerking: volledige overvluchttoestemming en toegang tot havens en luchtvelden voor Amerikaanse vliegtuigen en vliegtuigen van andere Bondgenoten in het kader van antiterroristische operaties; de inzet van een deel van de permanente marinetroepen van de NAVO in het oostelijk deel van de Middellandse Zee; en de inzet van Bondgenootschappelijke AWACS-vliegtuigen (airborne warning and control systems) in de Verenigde Staten. Bovendien leveren individuele Bondgenoten nog een eigen bijdrage in overeenstemming met hun middelen en vermogens in reactie op Amerikaanse verzoeken. Deze hulp omvat militaire ondersteuning en ook juridische en financiële maatregelen om de geldstroom naar terroristische organisaties af te kappen. 5

8 Centraal in het transatlantisch partnerschap > 2 6 De taken van de NAVO ten aanzien van de veiligheid van haar leden en de nieuwe taken die zij op zich heeft genomen om veiligheid en stabiliteit verder te verspreiden, zijn gebaseerd op een reeds langdurig bestaand partnerschap tussen haar Europese en Noord-Amerikaanse leden. De verwoesting in de Europese landen na de Tweede Wereldoorlog had tot gevolg dat zij voor hun veiligheid in hoge mate afhankelijk waren van de Verenigde Staten en Canada. De Noord-Amerikaanse Bondgenoten hadden grote hoeveelheden troepen uitgezonden naar Europees grondgebied. Vanaf die eerste dagen van het Bondgenootschap, hebben die troepen altijd een cruciale rol gespeeld in de veiligheid van Europa een rol die centraal staat in het begrip transatlantische veiligheid en die een onmisbare pijler vormt onder het Bondgenootschap. In de loop der jaren is het aantal Noord- Amerikaanse militairen in Europa geleidelijk afgenomen. Het leeuwendeel van de troepen die ter beschikking staan van het Bondgenootschap voor de verdediging van Europa wordt al vele jaren geleverd door de Europese Bondgenoten. Daarnaast is ook het grootste deel van de vredestroepen onder leiding van de NAVO op de Balkan afkomstig van de Europese Bondgenoten. Deze worden overigens ook ondersteund door significante troepencontingenten uit Partnerlanden en andere landen die niet tot de NAVO behoren. Toch nemen de Verenigde Staten nog steeds een onevenredig deel van de kosten voor de Bondgenootschappelijke veiligheid voor hun rekening en een te groot deel van de verantwoordelijkheid voor de Bondgenootschappelijke acties, als gevolg van de ongelijkheid tussen de Verenigde Staten en andere Bondgenoten in de militaire vermogens. Na afloop van de Koude Oorlog konden de Europese en Canadese Bondgenoten in het begin van de jaren 1990 profiteren van het vredesdividend; zij hebben echter niet de investeringen gedaan die nodig waren om hun militaire vermogens aan te passen aan de nieuwe veiligheidsuitdagingen. Ze blijven op een groot aantal kerngebieden afhankelijk van de Verenigde Staten, waaronder de vermogens voor luchtvervoer nodig voor de snelle inzetbaarheid van militaire troepen satellietcommunicatie en andere gebieden die een geavanceerd technologisch vermogen vereisen. De tekortkomingen in de Europese defensievermogens kwamen tijdens de Balkanconflicten aan het begin van de jaren 1990 haarscherp aan het licht. Tijdens deze conflicten bleek dat de Europese landen niet in staat waren zonder de steun van de Verenigde Staten te voorkomen dat het conflict zich verder zou verspreiden. Aan het einde van de jaren 1990 werden zowel door de NAVO als door de Europese Unie initiatieven in gang gezet om de defensievermogens te versterken. In 1999 kwamen de twee organisaties overeen een strategisch partnerschap aan te gaan. Lessen geleerd op de Balkan Toen Bosnië en Herzegovina in het begin van de jaren 1990 in een burgeroorlog belandde, stuurde de Europese Unie waarnemers om de implementatie van de VN-resoluties te controleren. Zij beschikte echter noch over het politieke mandaat, noch over de militaire troepen om meer te kunnen doen. De

9 Verenigde Naties hadden wel troepen gestuurd, maar die waren meer geschikt voor de vredeshandhaving dan voor een operatie om vrede af te dwingen. Al spoedig werd duidelijk dat alleen door het gebruik van geweld een einde zou kunnen worden gemaakt aan de gevechten. Het Bondgenootschap was in eerste instantie huiverig om betrokken te raken, omdat de implicaties van uitzending van NAVO-troepen naar gebieden buiten het traditionele NAVO-gebied nog niet waren uitgewerkt. Naarmate de situatie verslechterde, nam de betrokkenheid van de NAVO tussen 1992 en 1995 steeds verder toe en bood zij militaire ondersteuning voor de controle en implementatie van VN-resoluties en -sancties. Uiteindelijk, toen er eind 1995 op instigatie van Amerika een vredesakkoord werd ondertekend, was het een man-sterke strijdmacht onder leiding van de NAVO, met een man-sterk Amerikaans contingent, die ondersteuning bood voor de implementatie van dat akkoord. Vier jaar later, toen het geweld in Kosovo escaleerde en de humanitaire crisis verergerde, was het weer de NAVO die als geheel actie ondernam, nadat pogingen om via onderhandelingen tot een oplossing te komen waren mislukt. Deze crisis bevestigde tekortkomingen in de Europese defensievermogens die al eerder waren geïdentificeerd. Tijdens de luchtaanvallen werden de meeste vluchten door Amerikaanse vliegtuigen uitgevoerd en toen er een vredesmacht naar Kosovo moest worden uitgezonden, duurde het verscheidene maanden voordat die op volledige sterkte was. Op dit moment beschikt Europa niet over de noodzakelijke middelen om het soort militaire operaties op te zetten en uit te voeren die in Bosnië en Kosovo een einde hebben gemaakt aan het conflict. De Europese Unie onderneemt echter serieuze stappen om haar vermogens te versterken en er is al een raamwerk ontwikkeld voor de samenwerking tussen de EU en de NAVO (zie hieronder). Hierdoor kon de NAVO de missie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië* overdragen aan de Europese Unie. Vanaf 2001 waren in dat land, op verzoek van de president, NAVO-troepen aanwezig geweest om de crisis te bestrijden (Zie hoofdstuk 10). In maart 2003 ging de Europese Unie met gebruikmaking van NAVO-faciliteiten van start met de Operatie Concordia en nam de taken van de NAVO over, die nu nog belangrijke ondersteuning biedt aan de door de EU geleide troepen op het gebied van de planning en de logistiek (zie ook hoofdstuk 10). De NAVO en de Europese Unie zijn in juli 2003 ook een gemeenschappelijke strategische benadering overeen gekomen voor de Westelijke Balkan en bovendien wordt overlegd onder welke voorwaarden de Europese Unie eind 2004 de verantwoordelijkheid op zich zal nemen, met steun van de NAVO, voor de veiligheid in Bosnië en Herzegovina. De Europese vermogens versterken In eerste instantie waren het de ervaringen op de Balkan die de Europese landen tot actie aanspoorden. De Europese Unie intensiveerde haar inspanningen om een Europees Veiligheids- en Defensiebeleid te ontwikkelen, dat zou worden gekoppeld aan de noodzakelijke vermogens om op een crisis te reageren. Oorspronkelijk werden defensie- en veiligheidsvraagstukken namens de Europese Unie behandeld door een aparte organisatie, de West-Europese Unie (WEU) geheten. Tijdens een topconferentie in Helsinki in december 1999, besloot de EU echter dat zij in de toekomst een eigen rol in de veiligheid en defensie wilde ontwikkelen en zij begon de structuren op te zetten die daarvoor nodig waren. Zij stelde ook de zogeheten Hoofdlijndoelstelling vast, die inhield dat de EU in staat zou moeten zijn in 2003 een snelle reactiemacht van man uit te zenden en gedurende een jaar op de been te houden. Wat het Bondgenootschap betreft, dat besloot zijn Europese pijler te versterken door een effectieve Europese Veiligheids- en Defensie-identiteit te 1 De West-Europese Unie: opgericht onder het Brusselse Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Samenwerking en Collectieve Zelfverdediging uit 1948, ondertekend door België, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Vervolgens sloten zich hierbij aan: Duitsland, Griekenland, Italië, Portugal en Spanje. Taken op het gebied van crisisbeheersing en humanitaire taken werden overgenomen door de Europese Unie, na besluiten genomen tijdens de EU-top in Helsinki in Verplichtingen krachtens het Verdrag van Brussel op het gebied van de collectieve verdediging blijven ongewijzigd en worden gewaarborgd door een nog resterend WEU-secretariaat. 7

10 8 ontwikkelen. Het doel van dit initiatief was de EU te steunen bij haar streven naar de ontwikkeling van een geloofwaardige veiligheidsrol en tegelijkertijd een bijdrage te leveren aan het ontstaan van een sterkere, evenwichtigere transatlantische relatie, door de Europese Bondgenoten een effectievere en coherentere bijdrage te laten leveren aan Bondgenootschappelijke missies en activiteiten. Met het oog daarop begon de NAVO in de jaren 1990 aan een proces dat ten doel had een werkelijk Europees vermogen voor de crisisbeheersing op te leveren, zonder onnodige duplicatie van militaire middelen en vermogens die al via de NAVO beschikbaar waren. In dit proces stond het concept "afzonderlijk inzetbare, maar niet-afgescheiden troepen" centraal. Dit concept maakte het mogelijk gebruik te maken van de NAVO-middelen en -vermogens tijdens een eventuele operatie in reactie op een crisis onder leiding van de WEU. In april 1999 verklaarden de NAVO leiders in Washington bijeen, in het besef dat de EU van plan was een zelfstandige veiligheidstaak op zich te gaan nemen, dat ze bereid waren de noodzakelijke regelingen te treffen om essentiële onderdelen van de militaire middelen en vermogens van de NAVO beschikbaar te maken voor operaties onder leiding van de EU, in reactie op crisissituaties waarin de NAVO als geheel niet militair betrokken wilde raken. Na de EU-besluiten die in Helsinki waren genomen, trad de NAVO in direct overleg met de EU over hun onderlinge samenwerking. Sindsdien zijn nieuwe vormen van samenwerking gedefinieerd. In december 2002 hebben de NAVO en de EU gezamenlijk een declaratie gepubliceerd over hun groeiend strategisch partnerschap en in maart 2003 hebben ze overeenstemming bereikt over een reeks documenten over samenwerking bij de crisisbeheersing waaronder regelingen die bekend staan als de Berlijn-plus -regelingen over het gebruik van NAVO-middelen en -vermogens voor operaties onder leiding van de EU, waarmee het strategisch partnerschap concreet gestalte kreeg en de weg werd gebaand voor gecoördineerde actie. Permanente liaisonregelingen zullen meer samenwerking en overleg op operationeel niveau vergemakkelijken. Men is al overeengekomen een EU-cel te vestigen op SHAPE, het militaire hoofdkwartier van de NAVO, in Bergen, België en ook dat de NAVO vertegenwoordigd zal worden bij de EU-Militaire Staf. De NAVO en de Europese Unie hebben tevens een akkoord gesloten om te zorgen dat de vereisten voor militaire vermogens die zij gezamenlijk hebben, consistent en transparant worden ontwikkeld en leiden tot wederzijdse versterking. In mei 2003, kwam de Gezamenlijke NAVO/EU-Groep Militaire Vermogens (Joint NATO-EU Capabilities Group) voor het eerst bijeen. Initiatieven ondernomen om de defensievermogens van het Bondgenootschap te versterken (zie hoofdstuk 3), moeten in overeenstemming zijn met het Actieplan Europese Militaire Vermogens van de EU (European Capability Action Plan) en haar Hoofdlijndoelstelling, en ertoe bijdragen dat de zo noodzakelijke verbetering wordt gerealiseerd in de militaire vermogens van de Europese Bondgenoten op kerngebieden. Het Bondgenootschap blijft het middel waarmee NAVO-leden hun collectieve defensie veiligstellen. Het blijft de hoeksteen van de Euro-Atlantische veiligheid en houdt het mandaat en vermogen om crisisbeheersingsoperaties, vredesafdwingings- en vredeshandhavingstaken uit te voeren. Het doel van de veiligheidssamenwerking tussen de EU en de NAVO is het aantal beschikbare opties te vergroten om crises en conflicten aan te pakken en daarbij duplicatie te vermijden. Dit zal de Europese militaire vermogens zodanig versterken dat toekomstige operaties onder leiding van de EU mogelijk zijn, ter bestrijding van crises waar niet het hele Bondgenootschap bij betrokken is.

11 > 3 De defensievermogens versterken De Bondgenoten streven er gezamenlijk naar hun defensievermogens te versterken en te zorgen dat de NAVO in staat is troepen op de been te brengen, die snel ter plaatse kunnen zijn, hun operaties gedurende langere tijd en op grotere afstand kunnen volhouden en hun doelen zo snel en effectief mogelijk kunnen verwezenlijken, terwijl onbedoelde schade aan niet-strijdende partijen zo veel mogelijk wordt beperkt. Het instandhouden van adequate militaire vermogens en een duidelijke bereidheid collectief op te treden, blijft van cruciaal belang voor de veiligheidsomgeving van deze tijd. In het geval dat zich een crisis voordoet die de veiligheid van de leden van het Bondgenootschap zou kunnen bedreigen, moeten de NAVO-troepen in staat zijn politieke acties aan te vullen en te ondersteunen en bij te dragen aan de beheersing en vreedzame oplossing van zo n crisis. De campagne om de vermogens te verbeteren, ging van start toen de Bondgenootschappelijke leiders, die in april 1999 in Washington bijeen waren, hun visie uiteenzetten op een Bondgenootschap voor de 21 ste eeuw: groter, met meer vermogens, flexibeler, toegewijd aan de collectieve defensie en in staat nieuwe missies te ondernemen, inclusief het leveren van een bijdrage aan de conflictpreventie en een actieve betrokkenheid bij crisisbeheersings- en crisisbestrijdingsoperaties. Zij zetten een initiatief ter verbetering van de defensievermogens in gang het Defence Capabilities Initiative (DCI) om de defensievermogens van de NAVO op een aantal kerngebieden te versterken. Tijdens de volgende drie jaar boekte het DCI op bepaalde gebieden wel vooruitgang, vooral op gebieden waar minder middelen mee gemoeid waren, maar ten aanzien van cruciale vermogens bleven er lacunes bestaan en de implementatie ging traag. Intussen is het steeds dringender noodzakelijk om te moderniseren en veranderen door de komst van nieuwe, asymmetrische bedreigingen dat wil zeggen bedreigingen afkomstig van tegenstanders die trachten de kwetsbaarheid van moderne samenlevingen en militair superieure mogendheden uit te buiten, vaak door het meedogenloos gebruik van onconventionele middelen, zoals terreur. De terroristische aanslagen van september 2001 op de Verenigde Staten vestigden scherp de aandacht op de dreiging van terrorisme en de daaropvolgende door Amerika geleide interventie in Afghanistan bracht aan het licht dat er nog steeds lacunes in de Bondgenootschappelijke vermogens bestonden. Tijdens de Top van Praag in november 2002 spraken de Bondgenootschappelijke leiders daarom af nog scherper te focussen op de verbetering van de NAVO-vermogens, in het kader van een pakket maatregelen om de effectiviteit van toekomstige missies te verhogen voor het hele scala van Bondgenootschappelijke missies, ook missies tegen terrorisme. Er werd besloten tot een drietrapsbenadering voor de verbetering van de Bondgenootschappelijke defensievermogens: een nieuw initiatief betreffende de vermogens; een NAVO-Reactiemacht; en een gestroomlijnde commandostructuur. Daarnaast werd een reeks defensie-initiatieven gelanceerd die speciaal gericht waren tegen de nieuwe dreigingen. Verbeteringen in de Bondgenootschappelijke interoperabiliteit en cruciale vermogens zal de Europese Bondgenoten in staat stellen een stevigere, coherentere bijdrage te leveren aan NAVO-missies, doordat de tekortkomingen in de Europese defensievermogens worden aangepakt. Dergelijke verbeteringen moeten ook een positieve invloed hebben op het streven van de Europese Unie om militaire vermogens te ontwikkelen en haar Hoofdlijndoelstelling te verwezenlijken, die inhoudt dat zij een inzetbare snellereactiemacht ter grote van een corps op de been moet kunnen brengen. De in Praag gemaakte afspraken, het Capabilities Commitment Het DCI was gericht op vermogens die het Bondgenootschap als geheel wilde verwerven en niet op verplichtingen per natie. In het kader van het Praagse Capabilities Commitment echter, hebben individuele Bondgenoten publiekelijk vaste beloften gedaan om specifieke verbeteringen aan te brengen in cruciale militaire vermogens. Tevens zijn afspraken gemaakt over het tijdpad met opleveringsdata en controle van de implementatie op hoog niveau. Tot de cruciale vermogens behoren onder meer: strategische vervoersmogelijkheden via de lucht en over zee; het bijtanken van brandstof in de lucht, inzetbare eenheden voor gevechtsondersteuning en gevechtsdiensten; commando, controle en 9

12 10 communicatie; lucht-grond-surveillance; militaire inlichtingen, surveillance en doelbepaling; gevechtseffectiviteit, inclusief precisiegeleide munitie en onderdrukking van de vijandelijke luchtafweer; en defensiemiddelen tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire wapens. De versterking van de defensievermogens vereist ook dat veel Bondgenoten nog meer nieuwe prioriteiten stellen voor hun defensiebegroting, bijvoorbeeld door de troepenaantallen terug te dringen en de vrijgekomen middelen te gebruiken voor de modernisering van de uitrusting. In veel gevallen zal het echter niet genoeg zijn het beschikbare geld op een slimmere manier te besteden en zullen extra financiële middelen moeten worden gevonden. Op dit moment worden kosteneffectieve oplossingen voor tekorten in de defensievermogens onderzocht, zoals het bundelen van militaire vermogens, preciezere taakstellingen, het coöperatief aanschaffen van uitrusting en gemeenschappelijke en multinationale financiering. Wanneer het Praagse Capabilities Commitment helemaal is geïmplementeerd, zal het aantal grote transportvliegtuigen in Europa op zijn minst zijn verviervoudigd en de Europese Bondgenoten zullen door hun middelen te bundelen ook hun vermogen om brandstof bij te tanken in de lucht aanzienlijk hebben verbeterd. Volgens plan moet de voorraad niet- Amerikaanse, vanuit de lucht lanceerbare, precisiegeleide munitie in 2007 met 40 procent zijn toegenomen. De NAVO-Reactiemacht De NAVO-Reactiemacht wordt een hightech, flexibele, snel inzetbare, en interoperabele strijdmacht voor langdurigere operaties, die land-, zee-, en luchtcomponenten zal omvatten en in staat zal zijn alle Bondgenootschappelijke missies uit te voeren. De ontwikkeling van deze snelinzetbare strijdmacht zal ook werken als katalysator voor de verbetering en grotere interoperabiliteit van de reguliere militaire vermogens van het Bondgenootschap en zo zorgen dat deze zich constant blijven ontwikkelen om het hoofd te kunnen bieden aan nieuwe veiligheidsuitdagingen. Na de eerste conferentie over het oprichten van deze strijdmacht in juli 2003, kwam in oktober 2003 een prototype van de strijdmacht tot stand. Naar verwachting zal een initieel operationeel vermogen in oktober 2004 gereed zijn, dat in oktober 2006 volledig operationeel moet zijn. Het zal dan ruim man tellen en kunnen beschikken over hypermoderne gevechtsvliegtuigen, schepen, legervoertuigen, en diensten voor gevechtsondersteuning, logistiek, communicatie en militaire inlichtingen. Het zal binnen vijf dagen in een crisisgebied kunnen worden ingezet en de operatie gedurende 30 dagen kunnen volhouden. Nieuwe commandostructuur In Praag hebben de Bondgenootschappelijke leiders hun goedkeuring gehecht aan de plannen voor een afgeslankte, efficiëntere, effectieve en inzetbare militaire commandostructuur onder twee strategische commando s, één operationeel en één functioneel. De details waren in juni 2003 helemaal uitgewerkt. De nieuwe commandostructuur weerspiegelt de behoefte aan kleinere, snel inzetbare strijdkrachten, die beter afgestemd zijn op de nieuwe missies van de NAVO. Het aantal commando s is teruggebracht van 20 tot 11 en hun verantwoordelijkheden zijn opnieuw afgebakend. Alle operationele hoofdkwartieren vallen nu onder het Geallieerd Commando voor Operaties op SHAPE (Supreme Headquarters Allied Powers Europe), dat in België gevestigd is. SHAPE wordt ondersteund door twee interservice commando s die in staat zijn een op land gestationeerd hoofdkwartier te genereren voor een CJTF (Combined Joint Task Forces), en een robuust, maar meer beperkt, permanent interservice hoofdkwartier, waar een hoofdkwartier ter zee kan worden opgezet. CJTF s zijn flexibele commandostructuren, die militaire bevelhebbers in staat stellen te putten uit die onderdelen

13 ten doel heeft informatie uit te wisselen en de civiele instanties beter voor te bereiden op een eventuele chemische, biologische of radiologische aanval tegen de burgerbevolking en hun te helpen bij de bestrijding van de eventuele gevolgen. van de krijgsmacht van verschillende landen, die passen bij de specifieke vereisten voor een bepaalde militaire operatie. Een nieuw Geallieerd Commando voor Transformatie (ACT) houdt toezicht op de continue transformatie van de NAVO-vermogens en bevordert de interoperabiliteit van haar strijdkrachten. Het vervangt het voormalige Commando Atlantische Oceaan, is gevestigd in Norfolk, Virginia, in de Verenigde Staten, maar heeft ook een vestiging in Europa. Het feit dat de Geallieerd opperbevelhebber voor Transformatie ook de bevelhebber is van het US Joint Forces Command, het commando dat tot taak heeft veranderingen in de Amerikaanse strijdmacht te stimuleren, heeft duidelijk zijn voordelen. ACT zal een belangrijke rol spelen in de aanpassing van de vermogens en in de ontwikkeling van de doctrine voor de nieuwe NAVO-Reactiemacht. De strijd tegen nieuwe dreigingen In Praag zijn verscheidene initiatieven genomen om het Bondgenootschap beter in staat te stellen zich te verweren tegen terrorisme en andere nieuwe veiligheidsbedreigingen. Er is een militair concept aangenomen voor de verdediging tegen terreurdaden. Met de Partnerlanden is ook een samenwerking gestart in de vorm van een Actieplan tegen Terrorisme dat Er zijn vijf initiatieven gelanceerd om de Bondgenootschappelijke vermogens tegen nucleaire, biologische en chemische wapens te versterken: een prototype van een verplaatsbaar analytisch laboratorium; een reactieteam; een virtueel expertisecentrum voor de verdediging tegen deze wapens; een NAVO-voorraad van verdedigingsmiddelen tegen biologische en chemische stoffen; en een systeem dat de verspreiding van ziekten in het oog houdt. Daarnaast is men begonnen met een haalbaarheidsstudie voor een NAVO-raketverdedigingssysteem. Hierin wordt onderzocht op welke wijze het grondgebied, de strijdkrachten en de bevolkingen van het Bondgenootschap kunnen worden beschermd tegen alle mogelijke raketdreigingen. Ook de vermogens om een cyberaanval te kunnen afweren, worden versterkt. Op 1 december 2003 kreeg het nieuwe Bataljon voor Defensie tegen Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire Wapens (CBRN) zijn initieel operationeel vermogen. Het bataljon dat gelegerd is in Liberec, in het noorden van de Tsjechische Republiek, zal volgens plan in juli 2004 volledig operationeel zijn voor NAVO-operaties. Bij de start namen 13 landen deel aan de formatie van het bataljon: België, Canada, de Tsjechische Republiek, Hongarije, Italië, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Spanje, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. 11

14 De veranderende rol van de NAVO-strijdkrachten > 4 12 Sinds de oprichting van de NAVO bestaat de fundamentele taak van de Bondgenootschappelijke strijdkrachten uit het garanderen van de veiligheid en territoriale integriteit der lidstaten. Het bieden van veiligheid door middel van afschrikking en collectieve defensie blijft een fundamentele verantwoordelijkheid, maar sinds het einde van de Koude Oorlog zijn de taak en organisatie van de NAVO-strijdkrachten ingrijpend gewijzigd om ze aan te passen aan de nieuwe veiligheidsomgeving en om de militaire samenwerking met Partnerlanden te bevorderen. Tijdens de Koude Oorlog was de defensieplanning van de NAVO in de eerste plaats gericht op het instandhouden van voldoende militaire vermogens om eventuele agressie van de Sovjet-Unie en het Warschau Pact af te weren. Na de val van de Berlijnse Muur werd wel gesuggereerd dat de NAVO overbodig was geworden. Hoewel de Euro- Atlantische veiligheid steeds minder gekenmerkt werd door confrontatie, was de situatie ook complexer dan voorheen en veel nieuwe gevaren zijn van buiten Europa afkomstig, zoals falende staten, de verspreiding van massavernietigingswapens en hun lanceerinrichtingen, en terrorisme. Deze nieuwe veiligheidsagenda bleek duidelijk aan het begin van de jaren 1990, tijdens de etnische conflicten op de Balkan, waar uiteindelijk een beroep werd gedaan op NAVO-troepen om bij te dragen aan vredesondersteuning en crisisbeheersing. De terroristische aanslagen van september 2001 en de daaropvolgende operaties in Afghanistan om Al- Qaeda te vernietigen, de terroristische groepering die verantwoordelijk was voor die aanslagen, hebben in het recentere verleden geleid tot steeds grotere bezorgdheid over de dreiging verbonden aan terrorisme, falende staten en de verspreiding van massavernietigingswapens (weapons of mass destruction: WMD). De NAVO-troepen leveren thans een bijdrage aan de verdediging tegen terrorisme en vervullen een bredere rol in internationale vredesmissies, waardoor de NAVO voor het eerst in haar geschiedenis ook buiten Europa opereert. Dus hoewel de dreigingen waarmee het Bondgenootschap tegenwoordig wordt geconfronteerd wellicht minder apocalyptisch zijn dan tijdens de Koude Oorlog, zijn ze toch zeer reëel, dringend, en vaak onvoorspelbaar. De conventionele strijdkrachten van de NAVO Sinds het einde van de Koude Oorlog is de totale omvang van de conventionele strijdkrachten aanzienlijk gereduceerd: sinds het begin van de jaren 1990 zijn de grondtroepen die door de lidstaten aan het Bondgenootschap ter beschikking worden gesteld, ingekrompen met 35 procent; de grote marineschepen zijn met ruim 30 procent teruggebracht en gevechtssquadrons van de luchtmacht met ruim 40 procent. De meeste strijdkrachten worden niet meer op een hoge graad van paraatheid gehouden en ze zijn geherstructureerd om ze flexibeler en mobieler te maken en ze in staat te stellen nieuwe vredes- en crisisbeheersingstaken op zich te nemen en daarbij effectief samen te werken met troepen uit niet-navo-landen. Een voorbeeld van de veranderingen die de nieuwe omstandigheden teweeg hebben gebracht in de organisatie van de Geallieerde strijdkrachten is de introductie van het militaire concept Combined Joint Task Forces (CJTF s). Dit concept biedt een flexibele structuur, die militaire bevelhebbers in staat stelt te putten uit de krijgsmachtonderdelen van verschillende landen om te kunnen voldoen aan de specifieke vereisten voor een bepaalde militaire operatie. Het bevordert ook de integratie van niet- NAVO-landen in vredesoperaties onder leiding van de NAVO en maakt eventuele militaire operaties mogelijk onder leiding van de EU met gebruikmaking van NAVO-middelen en -vermogens. De nieuwe crisisbeheersings- en vredesondersteuningstaken van de NAVO (uitvoeriger beschreven in hoofdstuk 10) werden halverwege de jaren 1990 steeds belangrijker. Van 1992 tot 1995 waren de NAVO-troepen betrokken bij de oorlog in Bosnië, omdat zij ondersteuning boden aan de Verenigde Naties. Ze hielpen bij de controle en oplegging van de VN-sancties op de Adriatische Zee en het handhaven van het vliegverbod boven Bosnië en Herzegovina. Ook leverden ze nauwkeurige luchtondersteuning voor de VN-Protectiemacht op de grond. Luchtaanvallen in augustus en september 1995 om het beleg van Sarajevo beëindigen, brachten verandering in de machtsbalans en leidden mede tot een vredesregeling. De NAVO stuurde vervolgens in december 1995, met een mandaat van de

15 VN, een multinationale strijdmacht die belast was met de implementatie van de militaire aspecten van het vredesakkoord. In het voorjaar van 1999 werd de crisisbeheersingsrol van de NAVO versterkt toen de Bondgenoten luchtaanvallen inzetten om het Joegoslavische regime te dwingen te voldoen aan de eisen van de internationale gemeenschap en een einde te maken aan de politieke en etnische repressie in de provincie Kosovo. Vervolgens werd een grote multinationale strijdmacht onder leiding van de NAVO naar Kosovo gestuurd om te helpen bij het herstel van de stabiliteit. Twee jaar later, begin 2001, heeft de NAVO in samenwerking met de nieuwe democratische Joegoslavische regering, gewerkt aan de crisispreventie in Zuid-Servië, een gebied met een grote etnisch-albanese bevolking. Later in dat jaar zette de NAVO zich samen met de Europese Unie in om via preventieve diplomatie het uitbreken van een burgeroorlog in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië* te voorkomen, door aan te dringen op onderhandelingen over een vredesplan. In de zomer werd een kleine NAVO-strijdmacht uitgezonden om de rebellen vreedzaam te ontwapenen en de veiligheid van internationale waarnemers te garanderen, en al spoedig werd de stabiliteit hersteld. Tijdens de operaties op de Balkan hebben de NAVO-strijdkrachten veel ervaring kunnen opdoen met vredesondersteunings- en crisisbeheersingsoperaties. Ook hebben ze geleerd leiding te geven aan multinationale coalities, waaraan tevens wordt deelgenomen door niet-navo-landen. Dit maakt de NAVO tot een waardevol instrument in de veiligheidsomgeving van vandaag. Sinds de terroristische aanslagen van 11 september wordt er steeds meer een beroep op haar gedaan om te helpen veiligheid te verspreiden in instabiele zones die buiten het traditionele Euro-Atlantische gebied liggen. In augustus 2003 kwam het Bondgenootschap overeen het bevel op zich te nemen van de internationale veiligheidsmacht ISAF (International Security Assistance Force: ISAF) in Afghanistan, en bij te dragen aan de stabiliteit van dat land dat al zo lang geteisterd werd door burgeroorlog en als een veilige haven diende voor terroristen. De NAVO had daarvoor al een belangrijke planningsrol vervuld ter ondersteuning van de Bondgenoten die achtereenvolgens de leiding over ISAF op zich hadden genomen. De nieuwe, sterkere NAVO-taak waarborgt de continuïteit en is een oplossing voor het probleem dat er ieder half jaar weer nieuwe landen gevonden moesten worden om de missie te leiden. Het NAVO-personeel opereert onder de ISAF-vlag en blijft werken met een VN-mandaat, dat in oktober 2003 werd uitgebreid om operaties buiten de hoofdstad Kabul mogelijk te maken. De betrokkenheid van de NAVO in Afghanistan is de eerste Bondgenootschappelijke missie buiten het Euro-Atlantisch gebied. Zij vloeit voort uit een kernbesluit van de Bondgenootschappelijke ministers in Reykjavik in mei 2002, waarin stond dat de NAVO in staat moet zijn troepen op de been te brengen die snel ter plaatse kunnen zijn en hun werk gedurende langere tijd en in afgelegen gebieden kunnen voortzetten. Na de interventie onder leiding van de VS tegen het regime van Saddam Hoessein, heeft de NAVO toegezegd de multinationale divisie onder leiding van Polen, in centraal Irak te helpen met strijdmachtsamenstelling, logistiek, communicatie en militaire inlichtingen. Zij is bereid dezelfde steun te bieden aan andere Bondgenoten die daarom verzoeken. 13

16 14 In de veiligheidsomgeving na 11 september, werden tegen de nieuwe dreigingen ook de klassieke zeestrijdkrachten ingezet. In het kader van de Operatie Active Endeavour, patrouilleren NAVO-schepen sinds oktober 2001 in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Ze controleren schepen om eventuele terroristische activiteiten op te sporen en af te schrikken. De missie is vervolgens uitgebreid. Nu worden tevens niet-militaire schepen op hun verzoek begeleid bij het passeren van de Straat van Gibraltar en gaat men systematisch aan boord van verdachte schepen om ze te controleren. Behalve het afschrikken van terrorisme heeft de operatie ter zee ook een aantal onverwachte voordelen opgeleverd en waarneembaar effect gehad op de veiligheid en stabiliteit in de Middellandse Zee, hetgeen bevorderlijk is voor de handel en de economische activiteit. De nucleaire strijdkrachten van de NAVO Het NAVO-beleid ten aanzien van kernwapens is een van de terreinen in het militaire beleid die de afgelopen tien jaar het meest ingrijpend zijn veranderd. Tijdens de Koude Oorlog stonden de nucleaire strijdkrachten van de NAVO centraal in de strategie van het Bondgenootschap. Het bestaan van significante aantallen van deze wapens en de uitgesproken bereidheid van de Bondgenootschappelijke regeringen om ze in stand te houden en eventueel te gebruiken, was bedoeld als afschrikking niet alleen als een afschrikking tegen het gebruik van kernwapens door andere landen, maar ook als de ultieme afschrikking tegen iedere vorm van agressie. Medio jaren 1950 bestond de zogeheten strategie van de massale vergelding die krachtig afschrikte op grond van de dreiging dat de NAVO zou reageren op agressie jegens een van haar leden met ieder middel dat haar ter beschikking stond, waarbij de nucleaire wapens specifiek inbegrepen waren. In 1967 werd de strategie van het flexibele antwoord geïntroduceerd, die ten doel had agressie af te schrikken door onzekerheid in de geest van een potentiële agressor te creëren over de aard van de NAVO-reactie, conventioneel of nucleair. Dit bleef de strategie van de NAVO tot het einde van de Koude Oorlog. Kernwapens spelen tegenwoordig in de strategie van het Bondgenootschap een veel minder belangrijke rol. De drie nucleaire mogendheden van de NAVO de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben alledrie hun aantallen wapens aanzienlijk teruggebracht, in sommige gevallen wel met 80 procent. De omstandigheden waaronder het gebruik van deze wapens zou kunnen worden overwogen, worden als uiterst onwaarschijnlijk beschouwd en de wapens zijn niet langer gericht tegen een specifiek land of een specifieke dreiging. Het fundamentele doel van de nog resterende nucleaire wapens is politiek: de vrede te bewaren en dwang te voorkomen door de risico s van agressie tegen de NAVO incalculeerbaar en onacceptabel te maken. Samen met de conventionele, niet-nucleaire vermogens, creëren zij onzekerheid voor ieder land dat zou willen overwegen politiek of militair voordeel te behalen door te dreigen met het gebruik van nucleaire, biologische of chemische wapens tegen het Bondgenootschap, of door ze daadwerkelijk te gebruiken.

17 Tegelijkertijd streven de NAVO-Bondgenoten al heel lang naar nucleaire wapenbeheersing en ontwapening en het voorkomen van de verspreiding van kernwapens. De NAVO ondersteunt inspanningen om kernwapens op verstandige wijze steeds verder terug te dringen en tevens het streven om de verspreiding van massavernietigingswapens (weapons of mass destruction: WMD) tegen te gaan. Binnen de NAVO is een WMD-Centrum opgericht, dat tot taak heeft de vereisten te identificeren en informatie op dit terrein uit te wisselen. De NAVO-strijdkrachten De term NAVO-strijdkrachten kan misleidend zijn. De NAVO heeft geen permanent leger. In plaats daarvan maken individuele lidstaten afspraken over de types en de aantallen troepen die zij ter beschikking van het Bondgenootschap zullen stellen voor het uitvoeren van overeengekomen taken of operaties. Deze strijdkrachten blijven onder nationaal gezag, totdat er een beroep op hen wordt gedaan en dan worden ze onder verantwoordelijkheid van NAVO-bevelhebbers geplaatst. In feite heeft de NAVO slechts weinig permanente strijdkrachten. Kleine geïntegreerde staven, op verscheidene multinationale hoofdkwartieren, vormen de Bondgenootschappelijke geïntegreerde militaire structuur. Sommige operationele troepen, zoals de NATO Airborne Early Warning Force, hebben permanente faciliteiten voor communicatie of luchtdefensie en surveillance. En Permanente Marinestrijdkrachten, bestaande uit een klein aantal schepen en personeel uit de marines van een aantal Bondgenoten, doen hun werk op toerbeurt. Hoewel de NAVO geen permanent leger heeft, kan zij de strijdkrachten van 26 Bondgenoten mobiliseren. De geïntegreerde, multinationale structuur heeft geleid tot een in de geschiedenis ongeëvenaard niveau van interoperabiliteit tussen militaire troepen, die zijn uitgerust en getraind om samen te werken, volgens gemeenschappelijke maatstaven en procedures. Dit, in combinatie met jaren ervaring met het leidinggeven aan multinationale crisisbeheersings- en vredesoperaties, maakt de NAVO tot een waardevol instrument in de huidige veiligheidsomgeving, waar de aanpak van nieuwe dreigingen gecoördineerde, internationale actie vereist. 15

18 De veiligheid uitbreiden door middel van partnerschap > 5 16 Het Bondgenootschap heeft zich aangepast aan de nieuwe strategische situatie van na de Koude Oorlog door een bredere definitie van veiligheid te aanvaarden en een breedgesteunde strategie te lanceren van partnerschap en samenwerking in het gehele Euro-Atlantische gebied dit wordt nu beschouwd als een van de meest fundamentele veiligheidstaken van de NAVO. Het proces werd in 1990 in gang gezet, toen de Bondgenootschappelijke leiders de vriendschapshand uitstaken over de voormalige scheidslijn tussen Oost en West heen en voorstelden een nieuwe, coöperatieve relatie aan te gaan met Midden- en Oost-Europese landen en voormalige Sovjetrepublieken. Dit leidde tot de oprichting van de Noord-Atlantische Samenwerkingsraad (NASR) in december 1991, als forum voor overleg ter versterking van het wederzijds vertrouwen. Enkele jaren later maakte het partnerschapsproces een grote sprong voorwaarts met de introductie van het Partnerschap voor de Vrede in 1994 (Partnership for Peace: PfP) een belangrijk programma voor praktische, bilaterale samenwerking tussen de NAVO en individuele Partners. Tegenwoordig overleggen de NAVO en Partnerlanden regelmatig over veiligheids- en defensievraagstukken in de Euro-Atlantische Partnerschapsraad (Euro-Atlantic Partnership Council), die de NASR in 1997 heeft opgevolgd. Troepen van de NAVO en de Partnerlanden hebben regelmatig contact en voeren gezamenlijk oefeningen uit en hun soldaten werken als collega s in vredesoperaties onder leiding van de NAVO op de Balkan. Tijdens de Top van Praag in november 2002 zijn stappen ondernomen om de samenwerking tussen de NAVO en de Partners te versterken en de partnerschapsactiviteiten sterker te richten op de aanpak van de veiligheidsuitdagingen van de 21 ste eeuw. Het Partnerschap voor de Vrede Een van de meest opmerkelijke internationale prestaties op het gebied van de veiligheid van de afgelopen tien jaar is het Partnerschap voor de Vrede-programma (PfP). Sinds de start in 1994, is de uitnodiging om toe te treden tot het Partnerschap aangenomen door 30 landen: Albanië, Armenië, Oostenrijk, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Bulgarije, Kroatië, de Tsjechische Republiek, Estland, Finland, Georgië, Hongarije, Ierland, Kazakstan, de Kirgizische Republiek, Letland, Litouwen, Moldavië, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Slovenië, Zweden, Zwitserland, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oekraïne and Oezbekistan. Hiervan zijn er sindsdien tien toegetreden tot het Bondgenootschap: de Tsjechische Republiek, Hongarije en Polen in 1999 en Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije, en Slovenië in Bosnië en Herzegovina en Servië en Montenegro hebben ook de wens te kennen gegeven toe te treden tot het Partnerschap voor de Vrede en de Euro- Atlantische Partnerschapsraad. De NAVO ziet er naar uit deze twee landen in het Partnerschap te kunnen verwelkomen, zodra zij voldaan hebben aan de door het Bondgenootschap gestelde voorwaarden, inclusief samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal, en met name de aanhouding en overdracht van personen verdacht van oorlogsmisdaden aan het Tribunaal. Het Partnerschap voor de Vrede, dat gebaseerd is op dezelfde praktische samenwerking en toewijding aan democratische beginselen die ten grondslag liggen aan het Bondgenootschap, heeft ten doel de stabiliteit te verhogen, de bedreigingen voor de vrede te verkleinen en sterkere veiligheidsbetrekkingen op te bouwen tussen individuele Partnerlanden en de NAVO en met andere Partnerlanden. De essentie van het PfP-programma is het partnerschap dat door ieder individueel Partnerland met de NAVO wordt aangegaan, dat is afgestemd op de individuele behoeften van het Partnerland en dat gezamenlijk wordt geïmplementeerd op het niveau en in het tempo dat door iedere deelnemende regering zelf wordt bepaald. De officiële basis voor het Partnerschap voor de Vrede is het Raamwerkdocument, waarin de specifieke verplichtingen voor ieder Partnerland worden uiteengezet en de belofte van de Bondgenoten staat opgetekend om met ieder Partnerland te overleggen, indien het meent dat er sprake is van een

19 directe bedreiging van zijn territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid of veiligheid. Ieder Partnerland gaat een aantal verreikende politieke verplichtingen aan: de democratische samenleving in stand te houden; de beginselen van het internationale recht te eerbiedigen; te voldoen aan verplichtingen verbonden aan het VN-Handvest, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Slotakte van Helsinki 2 en internationale ontwapenings- en wapenbeheersingsakkoorden; zich te onthouden van het dreigen met, of het gebruik van, geweld tegen andere staten; bestaande grenzen te respecteren; en geschillen vreedzaam op te lossen. Ook gaat men specifieke verplichtingen aan om de transparantie in de nationale defensieplanning en budgettering te bevorderen, democratische controle over de strijdkrachten in te stellen, en het vermogen te ontwikkelen om samen met de NAVO in actie te komen bij humanitaire acties en vredesoperaties. Een Individueel Partnerschapsprogramma wordt samen met de NAVO ontwikkeld en overeengekomen. Uit een lijst van alle mogelijke activiteiten wordt een programma voor twee jaar samengesteld het Partnerschapswerkprogramma dat is afgestemd op de specifieke belangstelling en behoeften van ieder land. De samenwerking, vooral gericht op defensie, omvat praktische samenwerking op bijna ieder gebied van de NAVO-activiteiten. Het Werkprogramma biedt activiteiten op meer dan twintig terreinen, van defensiebeleid en -planning, civielmilitaire betrekkingen, onderwijs en opleiding, tot luchtverdediging, communicatie- en informatiesystemen, crisisbeheersing en civiele verdedigingsplanning. Om te zorgen dat de Partnerstrijdkrachten beter kunnen samenwerken met de NAVO-troepen bij vredesoperaties, worden richtlijnen gegeven voor de interoperabiliteit of de militaire vereisten via het PfP-Plannings- en Controleproces. Dit proces is gebaseerd op het systeem voor de strijdkrachtplanning van de NAVO zelf en wordt aan de Partners optioneel aangeboden. Met ieder land worden planningsdoelstellingen, of Partnerschapsdoelen, overeengekomen en via uitvoerige controles wordt de voortgang gemeten. Dit proces heeft in sterke mate bijgedragen tot de nauwe samenwerking van Partnerlanden bij de vredesoperaties op de Balkan en in Afghanistan. In de loop der jaren is het Partnerschap voor de Vrede operationeler geworden en de betrokkenheid van de Partnerlanden bij de PfP-besluitvorming en -planning is toegenomen. Het Concept Operationele Vermogens werd geïntroduceerd om tot nauwere en meer gerichte militaire samenwerking te komen, met het doel de militaire effectiviteit van multinationale troepen te verbeteren. Daarnaast is een Politiek- Militair Raamwerk opgesteld om het overleg met Partnerlanden te intensiveren tijdens een escalerende crisis, die wellicht de inzet van vredestroepen zal vereisen, en om hen eerder te betrekken bij de discussies over het operationele plan en de samenstelling van de strijdmacht. Met het oog op een betere integratie van de Partnerlanden in het dagelijks werk van het Partnerschap, zijn in verscheidene NAVO-hoofdkwartieren PfP-Stafelementen gevestigd, bemand door officieren uit de Partnerlanden. Bovendien helpt de Partnerschapscoördinatiecel, gevestigd in SHAPE, het militaire hoofdkwartier van de Geallieerde mogendheden in het Belgische Bergen, bij de coördinatie van de PfP-training en -oefeningen, terwijl een Internationaal Coördinatiecentrum overleg- en planningsfaciliteiten biedt voor alle niet- NAVO-landen die troepen bijdragen aan de vredesoperaties onder leiding van de NAVO op de Balkan en in Afghanistan. 2 Slotakte van Helsinki:aangenomen in 1975 door de toenmalige Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), met als doel maatstaven vast te leggen voor internationaal gedrag, maatregelen te introduceren ter bevordering van het vertrouwen tussen Oost en West, het respect voor de mensenrechten te bevorderen, en economische, culturele, wetenschappelijke en technische samenwerking te bevorderen. 17

20 De Euro-Atlantische Partnerschapsraad De Euro-Atlantische Partnerschapsraad brengt NAVO-leden en Partners bijeen, op dit moment in totaal 46 landen, in een multilateraal forum voor regelmatige dialoog en overleg over politieke vraagstukken en veiligheidskwesties. De raad dient tevens als politiek raamwerk voor de individuele bilaterale betrekkingen die tussen de NAVO en de landen deelnemend aan het Partnerschap voor de Vrede tot stand zijn gekomen. Het besluit in 1997 om de EAPR op te richten, vloeide voort uit de wens verder te gaan dan de resultaten die de NASR had opgeleverd. Men wilde een veiligheidsforum oprichten dat in overeenstemming was met de steeds geavanceerdere betrekkingen die met de Partners in het kader van het Partnerschap voor de Vrede en in the context van de vredesoperatie in Bosnië en Herzegovina waren ontstaan, waar sinds 1996 troepen uit 14 Partnerlanden zij aan zij met hun collega s uit het Bondgenootschap dienst deden. De oprichting van de EAPR vormde ook een aanvulling op maatregelen die tegelijkertijd werden genomen om de rol van het Partnerschap voor de Vrede te versterken, door de betrokkenheid van de Partnerlanden bij de besluitvorming en planning voor alle Partnerschapsactiviteiten te vergroten. Naast kortetermijn overleg in de EAPR over actuele politieke kwesties en veiligheidsvraagstukken biedt het tweejaarlijkse EAPR-Actieplan de mogelijkheden voor langeretermijn overleg en samenwerking op allerlei uiteenlopende gebieden. Hiertoe behoren, maar niet uitsluitend, crisisbeheersings- en vredesondersteunende operaties; regionale vraagstukken; wapenbeheersing en vraagstukken op het gebied van de verspreiding van massavernietigingswapens; internationaal terrorisme; defensievraagstukken zoals planning, budgettering, beleid en strategie; civiele verdedigingsplanning en rampenbestrijding; bewapeningssamenwerking; nucleaire veiligheid; civiel-militaire coördinatie van het luchtverkeer; en wetenschappelijke samenwerking. 18

Come home or go global, stupid

Come home or go global, stupid Come home or go global, stupid Een nieuwe toekomst voor de Noord Atlantische Verdragsorganisatie?! Drs. S.N. Mengelberg 1 De NAVO is een puur militaire organisatie! 2 De NAVO is niet langer de hoeksteen

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING Non-member state of the Council of Europe (Belarus) LIDSTATEN HOOFDZETEL EN OVERIGE VESTIGINGEN BEGROTING Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan,

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I Opgave 2 Defensiesamenwerking in Europa Bij deze opgave horen tekst 3, figuur 1 en tekst 4. Inleiding In december 2017 is in de Europese Unie (EU) op het gebied van defensie een Permanente Gestructureerde

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 146 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon 1796 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 15 Protokoll in niederländischer Sprachfassung (Normativer Teil) 1 von 10 CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN Brussel, 14

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING LIDSTATEN Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank De Slotakte vermeldt de verbindende protocollen en de niet-verbindende verklaringen Slotakte De CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, bijeen te Brussel op 30 september

Nadere informatie

NAVO hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73227

NAVO hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73227 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 25 januari 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73227 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN OVERZICHT

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN OVERZICHT DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN OVERZICHT Niet-lidstaat van de Raad van Europa (Wit-Rusland) LIDSTATEN HOOFDZETEL EN VESTIGINGEN BEGROTING Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 maart 2011

Nadere informatie

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november 2006 6,6 197 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inhoud: Voorwoord 3. - Wat verwachten we van dit werkstuk? - Hoe gaan we het aanpakken?

Nadere informatie

VERTALING LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

VERTALING LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1 VERTALING LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST EU/US/IS/NO/nl 1 Ten eerste, DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA (hierna "de Verenigde Staten" genoemd), HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

Nadere informatie

TRANSLATION LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

TRANSLATION LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1 TRANSLATION LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST EU/US/IS/NO/nl 1 Ten eerste, DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA (hierna "de Verenigde Staten" genoemd), HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1998 Nr. 55 BRIEF VAN

Nadere informatie

Herdenking Capitulaties Wageningen

Herdenking Capitulaties Wageningen SPEECH SYMPOSIUM 5 MEI 2009 60 jaar NAVO Clemens Cornielje Voorzitter Nationaal Comité Herdenking Capitulaties Wageningen Dames en heren, De détente tussen oost en west was ook in Gelderland voelbaar.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 243 Uitbreiding van de NAVO en de stabiliteit in Europa Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

VEILIGHEID VIA PARTNERSCHAP

VEILIGHEID VIA PARTNERSCHAP VEILIGHEID VIA PARTNERSCHAP V E I L I G H E I D V I A P A R T N E R S C H A P Voorwoord Deze brochure bevat een toelichting over de algemene beginselen en de voornaamste werkingsmechanismen van het Euro-Atlantisch

Nadere informatie

Overzicht - Voorgedragen voor uitdrukkelijke goedkeuring vanaf januari 2012 tot 1 april 2016

Overzicht - Voorgedragen voor uitdrukkelijke goedkeuring vanaf januari 2012 tot 1 april 2016 Overzicht - Voorgedragen voor uitdrukkelijke goedkeuring vanaf januari 2012 tot 1 april 2016 Titel 1 Notawisseling houdende een Aanvullend Verdrag bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden,

Nadere informatie

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank GROEP / KLAS.. Naam: Ga www.schooltv.ntr.nl Zoek op trefwoord: EU Bekijk de clip Het ontstaan van de EU en maak de volgende vragen. Gebruik de pauzeknop

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

De NAVO na de. Koude Oorlog

De NAVO na de. Koude Oorlog De NAVO na de Koude Oorlog Inleiding Het websheet De NAVO na de Koude Oorlog is het tweede websheet dat in het teken staat van internationale organisaties en Europese veiligheid. Het sheet heeft als doel

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het Gewijzigd voorstel. voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het Gewijzigd voorstel. voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.9.2016 COM(2016) 552 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Gewijzigd voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 23 (2008) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 147 A. TITEL Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds en

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

CONV 246/02 smu/pm/ls 1

CONV 246/02 smu/pm/ls 1 EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 10 september 2002 (11.09) (OR. fr) CONV 246/02 WG VIII 1 NOTA van: aan: Betreft: de heer Barnier de leden van de Conventie Mandaat van de Werkgroep defensie Hierbij

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0230/1. Amendement. Jonathan Bullock, Aymeric Chauprade namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0230/1. Amendement. Jonathan Bullock, Aymeric Chauprade namens de EFDD-Fractie 29.6.2018 A8-0230/1 1 Paragraaf 1 letter g (g) te wijzen op het belang dat de EUlidstaten hechten aan coördinatie van hun handelen binnen de organen en instellingen van het bestel van de VN; (g) het recht

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie 10 april 2001 VOORLOPIGE VERSIE 2000/2243(COS) ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 18 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 40 A. TITEL 1) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 4 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs

Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs 1.1 Een blik op een eeuw Europa Deel 1: Een beetje geschiedenis Dankzij onze vrienden, Marie en Alexander,

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden Maarten Haverkamp Dit jaar werd terecht uitgebreid stilgestaan bij de 60 e verjaardag van de NAVO. 60 jaar lang vormt het trans-atlantische bondgenootschap

Nadere informatie

Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs

Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs Eureka Europa! Een didactisch pakket voor leerlingen van het 5de en 6de leerjaar basisonderwijs 1.1 Een blik op een eeuw Europa Deel 1: Een beetje geschiedenis Dankzij onze vrienden, Marie en Alexander,

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 9 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 23/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: SLOTAKTE ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 28 676 NAVO Nr. 278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 oktober 2017 Inleiding

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 245 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS VRAAG 10 Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de werelpolitiek mengen?

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 116 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2017 COM(2017) 164 final 2017/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de bilaterale overeenkomst tussen de

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 33 (1996) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 275 A. TITEL Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70 13 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 70 A. TITEL Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

Deel 2. Supranationale instellingen na 1945: op weg naar wereldvrede? 6. De Europese Unie

Deel 2. Supranationale instellingen na 1945: op weg naar wereldvrede? 6. De Europese Unie Deel 2. Supranationale instellingen na 1945: op weg naar wereldvrede? Supranationalisme is een manier waarop verschillende politieke gemeenschappen, verschillende staten, met elkaar samenwerken. Bevoegdheden

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl DVB/VD 135/2017 Datum 27 november 2017

Nadere informatie

Sessie 18. Ervaring opdoen bij een sportdienst in het buitenland

Sessie 18. Ervaring opdoen bij een sportdienst in het buitenland Sessie 18 Ervaring opdoen bij een sportdienst in het buitenland Youth in Action Vrijwilligerswerk in het kader van Youth in Action Youth in Action www.youthinaction.be JINT vzw www.jint.be Waarom Youth

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE, IJSLAND, EN TEN DERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2

Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting Geschiedenis Koude oorlog h1 en h2 Samenvatting door een scholier 568 woorden 9 juni 2016 7,3 15 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kapitalisme-Communisme: Kapitalisme: West -landen:

Nadere informatie

Wat is internationaal recht?

Wat is internationaal recht? Wat is internationaal recht? Elk land heeft wetten en regels waar iedereen zich aan moet houden. Als je naar een ander land gaat, moet je je aan andere regels en wetten houden. Als je dat niet doet, dan

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep drugshandel Ontwerp-aanbeveling van de Raad over de noodzakelijke

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 412 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige

Nadere informatie

INLEIDENDE NOTA het secretariaat de delegaties Betreft: Ontwerp-conclusies van de RAZEB inzake EVDB

INLEIDENDE NOTA het secretariaat de delegaties Betreft: Ontwerp-conclusies van de RAZEB inzake EVDB Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 mei 2003 (16.05) (OR. en) PUBLIC 9174/03 LIMITE COSDP 261 INLEIDENDE NOTA van: het secretariaat aan: de delegaties Betreft: Ontwerp-conclusies van de RAZEB

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 1 Voorwoord Tijdens het maken van mijn spreekbeurt over Amerika kwam ik de Koude oorlog tegen. De koude oorlog leek mij een heel interessant onderwerp waar ik niet

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode In 1945 eindigt de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Duitsland wil, onder leiding van Adolf Hitler, Europa veroveren. Na vijf jaar strijd en 55 miljoen doden geeft Duitsland

Nadere informatie

Protocol van 3 juni Houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 (Protocol 1999)

Protocol van 3 juni Houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 (Protocol 1999) Protocol van 3 juni 1999 Houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 (Protocol 1999) Met toepassing van de artikelen 6 en 19, 2 van het Verdrag

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

11245/16 roe/fb 1 DGC 1

11245/16 roe/fb 1 DGC 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2016 (OR. en) 11245/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 18 juli 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 10997/16 Betreft:

Nadere informatie

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1 SLOTAKTE AF/EEE/XPA/nl 1 De gevolmachtigden van: DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna "de Gemeenschap" te noemen, en van HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE

Nadere informatie

BIJLAGEN EUROPESE RAAD BRUSSEL CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP. 24 en 25 oktober 2002 BIJLAGEN. Bulletin NL - PE 323.

BIJLAGEN EUROPESE RAAD BRUSSEL CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP. 24 en 25 oktober 2002 BIJLAGEN. Bulletin NL - PE 323. 21 EUROPESE RAAD BRUSSEL CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP 24 en 25 oktober 2002 BIJLAGEN 22 BIJLAGEN BIJLAGE I RESULTAAT VAN DE BESPREKINGEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN EN EXTERNE BETREKKINGEN Begrotings-

Nadere informatie

BESLUITEN WAARVAN PUBLICATIE NIET VERPLICHT IS

BESLUITEN WAARVAN PUBLICATIE NIET VERPLICHT IS L 322/28 Publicatieblad van de Europese Unie 9.12.2009 BESLUITEN WAARVAN PUBLICATIE NIET VERPLICHT IS BESLUIT VAN DE RAAD van 1 december 2009 tot vaststelling van de voorschriften tot toepassing van het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DINGEN DIE JE MOET WETEN 50 Maar wat gebeurde er precies? Welke landen en mensen waren belangrijk? Dit boek staat vol met weetjes, landkaarten en foto s over een tragische periode in de wereldgeschiedenis. JIM ELDRIDGE ISBN 978

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 676 NAVO Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekende ik tevens enkele documenten om de internationale defensiesamenwerking verder te verdiepen.

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekende ik tevens enkele documenten om de internationale defensiesamenwerking verder te verdiepen. > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Geschiedenis VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Nieuwe ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog Nieuwe machtsverhoudingen: Verenigde Staten en de Sovjet-Unie nieuwe supermachten

Nadere informatie

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2012-01

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2012-01 RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2012-01 Grensoverschrijdende tewerkstelling Inhoudstafel Beginselen...5 Geen

Nadere informatie

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie) Praktische-opdracht door J. 1743 woorden 12 september 2011 6,1 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 676 NAVO Nr. 174 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 27 februari 2013 De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit 13/06/2018-10:55 FAQS Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit Vandaag stelt hoge vertegenwoordiger Federica Mogherini, met de steun van de Commissie, een Europese Vredesfaciliteit (EVF) voor.

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? 2 De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Gemeenschappelijk Optreden 2005/.../GBVB

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) COLAC 144 WTO 329 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Derde aanvullend protocol

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

De verklaring van Bratislava

De verklaring van Bratislava Bratislava, 16 september 2016 De verklaring van Bratislava Wij komen vandaag in Bratislava bijeen op een kritiek moment voor ons Europese project. De top van Bratislava van 27 lidstaten was gewijd aan

Nadere informatie