Energie in Gelderland Stand van zaken en blik op de toekomst.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Energie in Gelderland Stand van zaken en blik op de toekomst."

Transcriptie

1

2 Energie in Gelderland Stand van zaken en blik op de toekomst. Provincie Gelderland

3 2

4 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Inhoud notitie 2.1 Aanleiding 2.2 Doelstelling 2.3 Uitgangspunten 2.4 Leeswijzer 3. Landelijk en Europees beleid 3.1 Landelijk beleid 3.2 Europees beleid 4. Provinciaal beleid 5. Nut en noodzaak Gelders energiebeleid 5.1 Sterke rol lagere overheden noodzakelijk voor behalen doelstellingen 5.2 Bestuursaccoord Nieuwe Stijl 5.3 Convenant Benchmarking 5.4 Bestuursaccoord Plaatsingsproblematiek Windenergie 5.5 Liberalisering energiemarkt 6. Stand van zaken binnen de provincie Gelderland 6.1 Energie in beleid 6.2 Energie in eigen gebouwen 6.3 Energie en duurzaam ondernemen 6.4 Energie in de milieuvergunning 6.5 Energie in verkeer en vervoer 6.6 Energie in de bouw 6.7 Energie in de landbouw 6.8 Duurzame energie 6.9 Energie in het buitenland 6.10 Analyse huidig beleid 7. De mogelijkheden voor duurzame energie in Gelderland 7.1 Duurzame energiebronnen 7.2 Vertaling landelijke doelstelling naar Gelderland 7.3 Huidig aandeel duurzame energie in Gelderland 7.4 Gelderse speerpunten voor duurzame energie 8. Hoofdlijnen toekomstig beleid provincie Gelderland 8.1 Ambitie provincie 8.2 Doelgroepen 9. Conclusies en aanbevelingen 9.1 Conclusies 9.2 Vervolgstappen Bijlagen: A Referentie voor provinciale ambities B Provinciale menukaart C Projectinitiatieven PDE 3

5 4

6 1 Inleiding Energie houdt de (wereld)economie draaiende. Voor wonen, werk, vervoer en ontspanning wordt door burgers en bedrijven in toenemende mate energie gebruikt. Deze toename veroorzaakt (milieu)problemen op verschillende schaalniveaus zoals uitputting van eindige grondstoffen (fossiele brandstoffen), luchtverontreiniging en klimaatverandering (broeikaseffect). Daarnaast bestaat de problematiek van economische afhankelijkheid van de aanvoer- en prijsstabiliteit van fossiele brandstoffen. De afhankelijkheid zal na 2015 naar verwachting fors groter worden, aangezien dan de piek in de binnenlandse aardgasproductie voorbij is. In het verlengde hiervan ligt het perspectief voor de ontwikkeling van een sterke economische bedrijfstak die zich richt op de ontwikkeling en productie van duurzame energietechnologie en op realisatie en beheer van duurzame energieproductie. In Nederland wordt driekwart van de emissies van broeikasgassen veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen, de rest door industriële processen. Het beheersen en terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen zal dus een belangrijke bijdrage leveren aan het beperken van de nadelige gevolgen. Met het tot stand komen van het protocol van Kyoto zijn in mondiaal verband afspraken gemaakt over het terugdringen van de emissie van broeikasgassen. Voor Nederland geldt een reductie- verplichting van 6% (in de periode , ten opzichte van 1990). De doorwerking van het landelijk energiebeleid richting provinciaal beleid is in het verleden vrij beperkt geweest. Nu het energie- en klimaatbeleid steeds meer in de uitvoeringsfase komt en ook steeds meer geïntegreerd raakt met andere beleidsvelden, wordt het belang van een geïntensiveerd provinciaal beleid steeds meer onderkend. Wanneer we haar taken als aandeelhouder buiten beschouwing laten, is de provincie op het gebied van energie en klimaat een relatieve nieuwkomer. Formele taken bestaan er op het gebied van vergunningverlening Wet Milieubeheer en zoals ook recent voor Gelderland op het gebied van windenergie. Bij het eerste onderdeel bleven feitelijke activiteiten, mede door de vormgeving van de eerste generatie Meerjarenafspraken (MJA s) tot voor kort beperkt. De komende jaren zullen de provinciale activiteiten op het gebied van energie en klimaat echter sterk moeten worden geïntensiveerd door de liberalisering van de energiemarkt, het convenant Benchmarking, het aanstaande klimaatconvenant in het kader van het Bestuursaccoord Nieuwe Stijl (BANS) en het af te sluiten convenant Windenergie. Energie zal, als het aan het rijk ligt, de komende jaren een van de belangrijke thema s zal zijn van provinciaal beleid. Vanwege de hierboven geschetste ontwikkelingen op het gebied van energie en klimaat, is het noodzakelijk dat de provincie Gelderland haar energiebeleid opnieuw onder de loep neemt. Deze notitie geeft een aanzet tot de herijking van dit energiebeleid en is tot stand gekomen uit een brede samenwerking van alle betrokken beleidsterreinen binnen de provincie Gelderland. 5

7 6

8 2 Inhoud notitie In dit hoofdstuk is de aanleiding beschreven voor het opstellen van deze notitie. Tevens is kort aangegeven wat de doelstelling en uitgangspunten van voorliggende notitie zijn. 2.1 Aanleiding Onderhavige notitie is geschreven naar aanleiding van de voorgenomen aanpassing van het streekplan ten behoeve van de plaatsing van windmolens. Gedeputeerde Staten van Gelderland had om een afweging te kunnen maken, behoefte aan een breder kader waarin het provinciale energiebeleid werd weergegeven. Dit kader zou ondermeer inzicht moeten geven in de verschillende soorten duurzame energie (DE) en de mogelijkheden daarvan in Gelderland en tevens het huidige Gelderse energiebesparingsbeleid omvatten. In een later stadium kwam onder meer vanuit Gedeputeerde Staten en vanuit de beleidsambtenaren van EZ behoefte aan inzicht in: De gevolgen van de liberalisering. De liberalisering leek ertoe te gaan leiden dat de provincie grip ging verliezen op het beleid van de regionale energiebedrijven en daarom zelf een sterker sturende rol op zou moeten gaan pakken. De wijze waarop en de mate waarin verschillende afdelingen binnen de provinciale organisatie zich bezig houden met het onderwerp (duurzame) energie. Inzicht in de benodigde voorbereidingen die getroffen moeten worden door de provincie om de onderhandelingen met het rijk te kunnen voeren in het kader van het (eind 2001 geplande) klimaatconvenant. Daarnaast lag er de belofte aan de commissie Economie en Landelijk gebied een terugkoppeling te geven van de resultaten van het actieprogramma uit de Gelderse energiebesparingsnotitie (1998). 2.2 Doelstelling Deze notitie heeft als doel: nut en de noodzaak schetsen voor het opzetten van een krachtig en integraal provinciaal energiebeleid; inzicht geven in het gewicht van windenergie ten opzichte van andere mogelijke duurzame energiebronnen; aangeven in hoeverre Gelderland in de pas loopt met het bereiken van de rijksdoelstellingen voor duurzame energie; inzicht geven in de rol van de provincie en daarmee samenhangend de toekomstige activiteiten van de provincie Gelderland in het perspectief van de landelijke doelstellingen, doelstellingen van andere provincies en de rol van overige actoren; een terugkoppeling geven van de resultaten van het actieprogramma Energiebesparing in Gelderland (1998); vaststellen van de hoofdlijnen van het Gelders energiebeleid voor de komende jaren; inzicht geven in de benodigde vervolgstappen. 7

9 2.3 Uitgangspunten Het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen en het gebruik van duurzame energie is de aangewezen weg om de CO 2 reductie te bevorderen. Om een duurzame energievoorziening te realiseren wordt een bepaalde hiërarchie gebruikt: de zogenaamde Trias Energetica. Deze bestaat uit de volgende activiteiten: 1. Vraagbeperking door energiebesparing (elektriciteit, gas en warmte) 2. Benodigde energie zoveel mogelijk duurzaam opwekken 3. Als toch fossiele brandstof gebruikt moet worden, dit zo efficiënt mogelijk doen. In het algemeen kan gesteld worden dat de een niet zonder de ander kan: het heeft alleen zin om duurzame energie te stimuleren indien deze vervolgens zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt. Soms is duurzame energie pas kansrijk indien mogelijkheden voor vraagbeperking zijn benut. Zo zijn warmtepompen pas zinnig toepasbaar wanneer een woning voldoende geïsoleerd is en voorzien is van lage temperatuurverwarming (systeemintegratie). Aan de andere kant kan verregaande vraagbeperking dermate duur worden dat duurzame opwekking een beter alternatief vormt. In de feitelijke uitvoering van activiteiten blijkt dat een praktische integratie en combinatie van deze drie sporen tot het hoogste rendement leidt. De drie elementen zullen daarom in projecten integraal moeten worden afgewogen om een optimale invulling van de energievoorziening te verkrijgen. Wanneer in deze notitie gesproken wordt over duurzame energie bedoelen we energie die gewonnen wordt uit hernieuwbare bronnen. Deze bronnen zijn zon, wind, water, biomassa, afval en aard- en omgevingswarmte. 2.4 Leeswijzer In het volgende deel van de notitie is allereerst ingegaan op bestaand beleid. In hoofdstuk 3 is het landelijk en Europees beleid kort weer gegeven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 beschreven welke Gelderse beleidsdocumenten verwijzen naar het onderwerp energie en klimaat. De nut en noodzaak van een Gelders energiebeleid wordt aan de hand van recente ontwikkelingen geschetst in hoofdstuk 5. Onder andere de klimaatparagraaf uit het Bestuursaccoord Nieuwe Stijl (BANS) en het convenant Benchmarking en Windenergie worden benoemd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 de huidige stand van zaken in Gelderland op deze gebieden geschetst. De structuur, die ook in het klimaatconvenant wordt gehanteerd, zal voor deze opsomming ook gehanteerd worden. In hoofdstuk 7 worden de mogelijkheden van toepassing van de verschillende duurzame energiebronnen in Gelderland beschreven, waarbij een referentiesituatie vanuit de landelijke doelstellingen is beschreven en is aangegeven welk percentage duurzame energie Gelderland momenteel produceert. In hoofdstuk 8 is de toekomstige rol van de provincie beschreven, gebaseerd op het voorgaande. In hoofdstuk 9 is deze notitie tenslotte afgesloten met conclusies en een korte uitwerking van in 2001 te nemen vervolgstappen. 8

10 3 Landelijk en Europees Beleid In dit hoofdstuk is in paragraaf 3.1 aangegeven welke beleidsnotities de achtergrond vormen van het landelijke energiebeleid. In paragraaf 3.2 is kort aangegeven welke beleidsontwikkeling gaande is op Europees niveau. 3.1 Landelijk beleid De Rijksoverheid heeft de laatste jaren op het gebied van energie en klimaat diverse nota s en actieprogramma s uitgebracht en heeft hierin ambitieuze doelstellingen geformuleerd. De belangrijkste en meest actuele nota=s waarin ook aandacht wordt geschonken aan de rol, die de provincie zou moeten spelen bij de uitvoering van landelijk beleid worden hieronder kort beschreven. Actieprogramma Duurzame Energie in opmars (1997) Dit programma beschrijft hoe het Rijk de doelstelling van 10% duurzame energie in 2020 wil realiseren (met als tussen doelstelling 5% in 2010). De doelstelling betreft een percentage van het verwacht energiegebruik, uitgedrukt in PJ primaire brandstoffen. Daarbij is ook een onderverdeling naar DE-opties gemaakt op basis van schattingen van technisch potentieel en de ontwikkeling van prijs-prestatieverhoudingen. De provincies krijgen in dit programma een rol toebedeeld bij de realisatie van windenergie. Een rol die de windrijke provincies reeds op zich hadden genomen door middel van de Bestuursovereenkomst Plaatsingsproblematiek Windenergie. Doelstelling was het realiseren van 1000 MW windvermogen per 31 december Nota Milieu en Economie (1997) Hierin is voorgesteld dat de grote energie gebruikende bedrijven qua energieefficiency uiterlijk in 2012 tot de wereldtop zullen gaan behoren (Benchmarkregeling). Bij de uitvoering van het hieruit volgende convenant Benchmarking zijn voor de provincie belangrijke taken weggelegd in het kader van hun rol als bevoegd gezag. Tevens is het onderwerp duurzaam inkopen opgenomen, waardoor de overheden hun voorbeeldfunctie op het gebied van milieu kunnen versterken. Op energiegebied is inkoop van groene stroom een duidelijk voorbeeld. Energiebesparingsnota (1998) De doelstelling voor energiebesparing bedraagt 33% te behalen in 2020 ten opzichte van In deze nota wordt de bestaande energiebesparingsaanpak verbreed en wordt aangegeven dat alle overheden energie-efficiency als hun kerntaak moeten gaan zien. Van provincies wordt verwacht dat ze meer aandacht schenken aan energieprestaties bij nieuwbouwlocaties, in eigen gebouwen, vergunningverlening en -handhaving. Bestuurlijk overleg, een convenant en mogelijke ondersteuning van rijkszijde worden aangekondigd. Uitvoeringsnota Klimaatbeleid (1999) In deze nota heeft het Rijk aangegeven hoe volgens haar aan de verplichtingen, die zij op zich heeft genomen tijdens de klimaatconferentie in Kyoto, kan worden voldaan. Concreet gaat het om een CO2-besparing van 6% voor de periode t.o.v Circa de helft van de reductie doelstelling zal via binnenlandse maatregelen moeten worden gerealiseerd. De andere helft zal via emissie reducerende activiteiten in het buitenland worden gerealiseerd. Deze reductiedoelstelling is niet provinciaal toebedeeld. 9

11 Energierapport (1999) Provincies krijgen hierin de bevoegdheid om windlocaties groter dan 50 MW aan te wijzen en een wat meer dwingende regierol te vervullen voor gemeentelijke locaties. NMP-4 In het concept NMP-4 wordt vooral aandacht besteed aan de hardnekkige milieuproblemen: klimaatveranderingen (CO 2 ), NO x, fijn stof en VOS. Deze hardnekkige milieuproblemen hangen sterk samen met de productie en het verbruik van energie. Het energievraagstuk is hiermee voor de komende decennia een milieuvraagstuk van de hoogste orde. In het NMP-4 wordt gesteld dat de energiehuishouding in 2030, de tijdshorizon van het NMP-4, emissiearm moet zijn. Hiervoor is het nodig dat er veel minder energie wordt verbruikt en de energie die wordt verbruikt duurzaam wordt opgewekt. Bij duurzame energie wordt gedacht aan de gangbare duurzame energiebronnen. Om ook het verkeer emissiearm te maken wordt gedacht aan de verdere ontwikkeling en introductie van de brandstofcel. De geschetste verandering is enorm. Het proces waarin deze verandering plaatsvindt wordt in het NMP-4 transitie genoemd. Betrokkenheid en deelname van iedereen (overheid, bedrijfsleven en burgers) is nodig voor een succesvolle transitie. Daarnaast zullen ook internationale ontwikkelingen van invloed zijn op het verloop ervan. In de transitie is voor de provincie als vormgever van duurzaamheid met oog voor regionaal maatwerk een belang-rijke rol weggelegd. Samenvattend wordt gesteld dat de rijksoverheid als gevolg van het Kyotoaccoord een aantal forse doelstellingen op zich heeft genomen. Bij de realisatie van deze doelstellingen wordt een grotere rol dan voorheen toebedeeld aan de provincie. Een forse intensivering van de provinciale inspanningen zal in 2001 moeten plaatsvinden (zie 5.2). Deze intensivering wenst het rijk vast te leggen in het af te sluiten klimaatconvenant van het BANS. 3.2 Europees beleid Ook op Europees niveau worden afspraken gemaakt. De Europese Energieraad heeft begin juni 2000 een ontwerprichtlijn goedgekeurd die voorziet dat 12 % van de stroomproductie tegen 2010 afkomstig moet zijn van hernieuwbare energiebronnen. In april 2000 heeft de Europese Commissie een actieplan opgesteld dat moet resulteren in een energiebesparing van 18% in In het 5e Milieuactieprogramma van de EU wordt ook aandacht besteed aan Kyoto en milieuvriendelijke vervoerswijzen. De Nederlandse doelstellingen betreffende duurzame energie en energiebesparing zullen moeten bijdragen aan het behalen van de Europese en mondiale doelstellingen. 10

12 4 Provinciaal beleid In dit hoofdstuk volgt een overzicht van provinciale beleidsstukken waarin energie en klimaatbeleid reeds verankerd is. Collegeprogramma Visie en daadkracht verdienen vertrouwen (1999) In het laatste collegeprogramma wordt vermeld Er is in Gelderland een breed draagvlak voor een samenhangend en krachtig milieubeleid en daarop moeten wij voortbouwen. Tevens wordt aangegeven dat de provincie gericht is op duurzame economische ontwikkeling. Sociaal Economisch Beleidsplan Werk, werk, werk ( ) In dit sociaal economisch beleidsplan is een paragraaf opgenomen over het stimuleren van energiebesparing. Aangegeven werd dat het accent zal komen te liggen op het stimuleren van schone energietechnologie, de terugdringing van het energieverbruik door efficiencyverbetering, duurzaam bouwen en innovatieprojecten voor het MKB. Bij de uitvoering wordt een belangrijke rol aan de nutsbedrijven toegekend. Tevens werd de notitie Energiebesparing in Gelderland aangekondigd. Sociaal Economisch Beleidsplan Trekkracht Gelderland ) De speerpunten in het nieuwe beleidsplan zijn duurzame bedrijventerreinen en kennisbeleid. Een van de speerpunten voor het laatste is energie- en milieutechnologie. Ook bij de realisatie van duurzame bedrijventerreinen speelt energiehuishouding een belangrijke rol. Voor het algemene energiebeleid wordt in het beleidsplan verwezen naar deze notitie en de hierop volgende notities. Gelders Milieu Plan ( ) In het Gelders Milieu Plan (GMP) wordt een van de drie algemene uitgangspunten voor milieubeleid omschreven als: Verspilling van energie, grondwater en grondstoffen moet worden tegengegaan. Het provinciaal energiebeleid wordt als volgt beschreven: AIn aanvulling op het rijksbeleid is het provinciaal energiebeleid gericht op: het stimuleren van projecten en activiteiten op het gebied van schone energietechnologie, energiebesparing en duurzame energie; via ons aandeelhouderschap bij de NUON en de regionale gasbedrijven ondersteunen wij de uitvoering van het Milieuactieplan van de energiesector; voor wat betreft de industrie is het beleid gericht op de uitvoering van de landelijke Meerjarenafspraken energiebesparing met de verschillende branches. Gemiddeld moeten deze afspraken leiden tot een energieefficiencyverbetering van 20% in het jaar 2000; voor de gebouwde omgeving is duurzaam bouwen een van de provinciale aandachtspunten. Tenslotte wordt in de paragraaf over preventie nog aangegeven, dat: Voor de bedrijven die onder provinciaal bevoegd gezag vallen energiebesparing in overleg met de branches bevorderd zal worden. Wanneer nodig zal het onderwerp energie worden betrokken bij de vergunningverlening. In 2000 is het huidige GMP geëvalueerd en met twee jaar verlengd. Uit de evaluatie kwam naar voren dat voor een aantal onderwerpen de komende jaren een grotere inspanning nodig is om de gestelde doelen te bereiken. Dit geldt onder andere voor CO 2 -uitstoot en energiebeheer. In het nieuwe GMP zal een hoofdstuk energie worden opgenomen, gebaseerd op deze notitie en NMP-4. 11

13 Notitie Energiebesparing in Gelderland (1998) In deze EZ-notitie is een opsomming gegeven van provinciale activiteiten op het gebied van energie. Onder andere wordt aangegeven dat naast de ondersteuning van de NUON en gasbedrijven en het overschakelen op natuurstroom, de provincie positief staat tegenover de toepassing van windenergie. Tevens wordt aangekondigd dat beleid ontwikkeld moet zal worden voor de stimulering van energie-opwekking uit bio-massa. In de notitie is aangegeven dat de provincie Gelderland de landelijke doelstellingen op het gebied van energie onderschrijft. Streekplan In het streekplan wordt aangegeven dat de provincie de taakstelling van het rijk steunt, en opwekking van duurzame energie op haar grondgebied zoveel mogelijk ondersteunt binnen de ruimtelijke randvoorwaarden die het plan stelt. Duurzame stedelijke ontwikkeling in Gelderland In oktober 1999 is door het platform Duurzame Stedelijke Ontwikkeling (DSO) de visie Duurzame stedelijke ontwikkeling in Gelderland uitgebracht. De provinciale hoofddoelstelling luidt dat het reguliere proces van nieuwbouw, reno-vatie en herstructurering wordt gekenmerkt door een integrale duurzame aanpak door alle betrokken. Het toepassen van duurzame energie en energiebesparing bij stedelijke ontwikkeling speelt een belangrijke rol in deze notitie. Op 9 november 2000 is tijdens de manifestatie Duurzame Stedelijke Ontwikkeling de visie in zijn algemeenheid aan externen uitgedragen. Samenvattend wordt gesteld dat op een aantal beleidsterreinen de aanpak van duurzame energie en energiebesparing verankerd is. Deze aanpak concentreert zich vooral op een verbinding met het milieu- en vergunningenbeleid, de rol van de provincie op het gebied van bouwen en wonen en projectondersteuning binnen het economisch beleid. In de evaluatie van het GMP wordt geconstateerd dat extra aandacht voor energie noodzakelijk is. In grote lijnen worden in de Gelderse beleidsnotities de rijksdoelstellingen onderschreven zij het dat er geen specifieke provinciale doelen zijn geformuleerd. Opvallend is ook de relatief grote rol die bij uitvoering bij de energiebedrijven is gelegd. 12

14 5 Nut en noodzaak van Gelders energiebeleid In dit hoofdstuk vindt een nadere uitwerking plaats van de navolgende constateringen en ontwikkelingen die de opzet van een integraal en krachtig Gelders energiebeleid noodzakelijk maken: Sterke rol lagere overheden noodzakelijk voor behalen doelstellingen Bestuursaccoord Nieuwe Stijl Convenant Benchmarking Bestuursaccoord plaatsingsproblematiek windenergie Liberalisering energiemarkt 5.1 Sterke rol lagere overheden noodzakelijk voor behalen doelstellingen Geconstateerd wordt dat de landelijke duurzame energie doelstellingen die voor 2000 geprogrammeerd zijn maar voor ongeveer de helft worden gehaald (landelijk gemiddelde was1,5% duurzaam opgewekte energie in plaats van de beoogde 3%). De provincie Gelderland loopt met een percentage duurzame energie van ongeveer 0,6% niet alleen fors achter bij de doelstellingen, maar ook achter op het landelijk gemiddelde (zie hoofdstuk 7). Ook op het gebied van energiebesparing blijven de resultaten landelijk achter bij de beoogde doelen. De reden hiervoor ligt onder meer in het feit dat de doelstellingen erg ambitieus zijn en alleen haalbaar indien de lagere overheden (die vaak intermediair zijn voor marktpartijen) een poractieve rol spelen ten behoeve van de realisatie van duurzame energie en energiebesparing. De rijksoverheid onderscheidt voor het bereiken van de (duurzame) energie doelstellingen drie trajecten: Verbetering van de prijs-prestatieverhouding Stimulering van de marktpenetratie Aanpak van de bestuurlijke knelpunten Het derde punt heeft te maken met de weerstand van een aantal gemeenten en provincies in Nederland ten aanzien van duurzame energie. Met name de realisatie van windenergie stuit op bestuurlijke weerstand, hetgeen samenhangt met de door burgers ervaren visuele hinder (aantasting van het landschap). Een deel van de gemeenten en provincies in Nederland onderkent de eigen rol in het bevorderen van duurzame energie onvoldoende. Het Rijk verwacht via het Bestuursakkoord nieuwe stijl de lagere overheden er toe te bewegen hun rol in het bereiken van de landelijke doelstellingen (ten aanzien van duurzame energie en energiebesparing) ook daadwerkelijk op te pakken. 5.2 Bestuursaccoord Nieuwe Stijl Op 4 maart 1999 is het Bestuursaccoord Nieuwe Stijl (BANS) tussen Rijk, VNG en IPO ondertekend. Het BANS is bedoeld om te komen tot een complementaire bestuurlijke aanpak voor de diverse beleidsterreinen waarop afstemming tussen overheden gewenst is. Het vormt een kader voor afspraken over inzet van lagere overheden en de besteding van de middelen ter ondersteuning van die taken. In het BANS is het thema klimaat als een van de onderwerpen opgenomen. Vanwege de internationale klimaatafspraken bestaat er binnen de overheden namelijk het beeld dat een intensivering en afstemming van het relevante beleid urgent en noodzakelijk is. Het energie- en klimaatbeleid kenmerkt zich door het feit dat een integrale aanpak vereist is. Over de invulling van het onderwerp 13

15 klimaat binnen het BANS zijn naast het Rijk (VROM, EZ en LNV) IPO/provincies en VNG/gemeenten betrokken. De coördinatie ligt bij VROM. VROM heeft aangegeven te willen komen tot een raamconvenant (het zogenaamde Klimaatconvenant) tussen Rijk en gezamenlijke provincies (IPO) over de invulling van het thema klimaat in BANS. In het klimaatconvenant zou moeten worden vastgelegd op welke termijn en op welke wijze de provincies in de periode kunnen bijdragen aan intensivering van het klimaatbeleid. Daarnaast worden in een dergelijk convenant de uitgangspunten voor de tegenprestaties van het Rijk in relatie tot de op te nemen provinciale activiteiten opgenomen. Ter voorbereiding het klimaatconvenant hebben de provincies ervoor gekozen in IPO-verband een vergelijkbare en uniforme set van provinciale activiteiten vast te stellen. Deze zijn samengevat in de zogenaamde Provinciale Menukaart Klimaatbeleid. Hierin worden de aandachtsvelden beschreven waarop de provincie een taak heeft en drie verschillende ambitieniveaus waarop de inzet gepleegd kan worden. De verschillende ambitieniveaus zijn per aandachtsveld zo veel mogelijk beschreven in afrekenbare termen. De opzet van deze menukaart is als bijlage B bij deze nota opgenomen. Uiteindelijk zullen vanuit het raamconvenant per afzonderlijke provincie afspraken met het rijk worden gemaakt. Dit geldt ook voor de eventuele tegenprestaties die de rijksoverheid direct of indirect zal gaan leveren. Het traject dat de overheid volgt ten aanzien van gemeenten vertoont sterke overeenkomsten met het provinciale traject. Voor gemeente is door de Novem een duurzame energiescan ontworpen en in de praktijk getoetst. Deze scan geeft gemeenten inzicht in het technisch potentieel aan duurzame energie binnen de gemeente. Dit stelt de gemeente in staat een ambitieniveau te formuleren dat past bij de lokale situatie. Op basis van dit ambitieniveau, gecombineerd met de energiebesparings-doelstellingen van de gemeente voor verschillende doelgroepen, vult de gemeente de energiemenukaart in. Deze energiemenukaart vormt de input voor de convenantafspraken tussen rijk en gemeente. 5.3 Convenant Benchmarking Het streven uit de Nota Milieu en Economie is dat grote bedrijven in Nederland tot de wereldtop gaan behoren op het gebied van energie-efficiency. Dit streven is uitgewerkt in het convenant Benchmarking energie-efficiency. Op 6 juli 1999 is het convenant ondertekend door de ministers van EZ en VROM, door VNO- NCW, brancheorganisaties en het IPO. Benchmarking richt zich met name op de energie-intensieve bedrijven, waarvoor de provincies het bevoegde Wm-gezag zijn. Door de IPO-adviescommissie MW is op 18 november 1999 besloten een actieve bijdrage te leveren aan de uitvoering van het convenant en de nieuwe generaties Meerjarenafspraken. 25 bedrijven in Gelderland zijn hierbij betrokken. Tevens werd het rapport Energie met gezag vastgesteld. Hierin wordt ingegaan op de rol van de provincie als bevoegd gezag voor het aspect energie in de provinciale inrichtingen. Het rapport geeft dus wat betreft het aspect energie in de milieuvergunning vorm aan de provinciale rol zoals benoemd in de Energiebesparingsnota, de Uitvoeringsnota klimaatbeleid en het Bestuursaccoord Nieuwe Stijl. 14

16 1 Omdat de nieuwe rol van de provincie bij het convenant Benchmarking en bij de tweede generatie Meerjarenafspraken niet door de staande organisatie kan wor den waargemaakt, hebben de ministeries EZ en VROM voor een periode van 4 jaar geld voor dit onderdeel ter ondersteuning uitgetrokken. Per 1 augustus is voor dat geld bij de provincie een nieuwe beleidsmedewerker milieu en energie bij de afdeling Industrie van de dienst Milieu & Water aangetrokken. 5.4 Bestuursaccoord plaatsingsproblematiek windenergie Omdat voorzien werd dat de doelstelling van 1000 MW windenergie aan het eind van 2000, zoals geformuleerd in het Actieprogramma Duurzame Energie in opmars (1997), niet gehaald zou worden, is begin 1999 de provincie benaderd voor de ondertekening van de tweede versie van het Bestuursakkoord Plaatsingsbeleid Windenergie. Naar aanleiding hiervan werd besloten een studie naar de ruimtelijke randvoorwaarden voor de toepassing van windenergie uit te laten voeren. Uit deze studie Windenergie in Gelderland zijn een visie en randvoorwaarden voor een adequaat en pro-actief beleid voor windenergie in Gelderland gekomen. Deze randvoorwaarden vormen de input voor een geplande herziening van het streekplan op het gebied van windenergie. Momenteel is op landelijk niveau afgesproken dat in de Vijfde nota RO een ruimtelijke visie op plaatsing van windmolens wordt opgenomen, ten behoeve van de integratie op rijksniveau en als raamwerk voor de ruimtelijke afweging op regionaal niveau. Er komt een nieuwe bestuursovereenkomst waarin de gezamenlijke provincies een resultaatverplichting aan gaan voor de (in de 5e nota op te nemen) taakstelling van 1500 MW opgesteld windenergievermogen in Binnen de algehele resultaatsverplichting wordt in de overeenkomst per provincie een afspraak vastgelegd over de taakstelling per provincie en het proces om tot realisatie te komen. In de recente besprekingen heeft Gelderland aangegeven 60 MW in de taakstelling vast te willen leggen. Een en ander zal vermoedelijk aan het klimaatconvenant worden gekoppeld. Dit proces heeft zowel betrekking op de ruimtelijke inpassing als op een meer actieve rol van de provincie wat betreft realisatie. Naar verwachting zal zomer 2001 het betreffende accoord worden getekend. 5.5 Liberalisering energiemarkt Een andere belangrijke ontwikkeling met gevolgen voor de provincie, betreft de door het Rijk ingezette liberalisering van de energiesector. In het verleden leunde de provincie voor een deel van de ontwikkeling en uitvoering van het energiebeleid op de regionale energiebedrijven. De grip van de provincie (en gemeenten) op het beleid van de energiebedrijven via het aandeelhouderschap vermindert, door de marktwerking waarmee de bedrijven worden geconfronteerd en de fusies die zorgen voor een hernieuwde aandelenverdeling. Dit maakt het voor de provincie noodzakelijk meer nadrukkelijk een eigen beleid te ontwikkelen. De liberalisering zal betekenen dat de energiebedrijven in de toekomst zich meer gaan richten op de vraagmarkt voor duurzame energie en energiebesparing binnen de grenzen van een marktconforme bedrijfsvoering en het financiële stimuleringsbeleid van de overheid. Dit kan betekenen dat bepaalde projecten en regio s minder aandacht krijgen indien de met die projecten en regio s gemoeide kosten hoger liggen dan elders. Tevens wordt zichtbaar dat de energiebedrijven zich vooral richten op kostenbesparing en dat de R&Dinvesteringen in conventionele en duurzame energie op een laag pitje zijn gezet. 15

17 In landen waar de liberalisering reeds heeft plaatsgevonden, hebben zich vergelijkbare processen voltrokken. Het regionale energiebedrijf als traditionele partner voor het realiseren van duurzame energie en energiebesparing is door de liberalisering dus niet meer vanzelfsprekend. Gelderland kent een unieke positie ten opzichte van de andere provincies aangezien drie van de vier kennisinstituten op het gebied van energie gevestigd zijn in deze provincie (Gastec, KEMA en TNO-MEP). Een bijkomend negatief effect van de liberalisering is dat deze Gelderse energie-kennisinstituten (met name Gastec en KEMA) op het gebied van R&D en technische consultancy te maken hebben met een drastisch verminderde financiering vanuit zowel de collectieve energiesector als vanuit bilaterale R&D-opdrachten vanuit de individuele energiebedrijven, waardoor op korte termijn hoogwaardige werkgelegenheid in Gelderland verloren kan gaan. Vanuit het nieuwe innovatiebeleid van EZ wordt ook aandacht geschonken aan dit kenniscluster energie en milieu, zodat deze instituten om hun positie kunnen behouden en liever nog verder uitbouwen. De liberalisering biedt echter ook kansen voor Gelderland, aangezien de energiebedrijven nu concurrentie krijgen van collega-bedrijven uit andere delen van het land en tevens concurrentie ondervinden van niet-traditionele marktpartijen. Dit bevorderd de dynamiek en innovatie in het productaanbod en kan op termijn het perspectief vergroten voor bedrijven die zich richten op de ontwikkeling en productie van duurzame energietechnologie. 16

18 6 Stand van zaken binnen de provincie Gelderland Op energiegebied zijn de afgelopen jaren binnen het provinciale beleid diverse activiteiten ondernomen. In dit hoofdstuk volgt een overzicht van de huidige stand van zaken binnen de verschillende beleidsterreinen. Dit hoofdstuk is daarmee tevens een terugkoppeling op het actieprogramma in de notitie Energiebesparing in Gelderland, zoals toegezegd is bij het vaststellen van de Energiebesparingsnota in de commissie Economie en Landelijk Gebied. Voor de opzet van dit overzicht is reeds gekozen voor de eerder genoemde provinciale menukaart. Op deze wijze wordt nu reeds een verbinding gelegd met het toekomstige uitvoeringsprogramma in het kader van het nieuwe energiebeleid en de mogelijke afspraken in het kader van het klimaatconvenant. 6.1 Energie in beleid Voor wat betreft het Gelderse beleid ten aanzien van energiebesparing wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van deze notitie. Voor energiebesparing is ook een separate notitie opgesteld ( Energiebesparing in Gelderland uit 1998). Daarin zijn de uitgangspunten van het Gelderse energiebesparingsbeleid verwoord en is een beschrijving gemaakt van de voorgenomen acties per thema (gebouwde omgeving, industrie/mkb, agrarische sector en transport). Tevens is in die nota reeds een begin gemaakt met het formuleren van acties op het gebied van duurzame energie. 6.2 Energie in eigen gebouwen Bij de renovatie van het provinciehuis is energiebesparing ook als onderdeel mee genomen. Daarnaast is afgelopen jaren door de bestuursdienst gewerkt aan het opzetten van een milieuzorg-systeem. Het onderwerp energie maakt hier onderdeel van uit. Wat betreft ons aandeel duurzame energie in het totale elektriciteitsgebruik van de provincie kan gemeld worden dat voor 89% van de energiebehoefte groene stroom van de NUON wordt ingekocht. 6.3 Energie en duurzaam ondernemen In het kader van het preventie- en innovatiebeleid houdt de provincie (MW & EZ) zich reeds jaren bezig met het stimuleren van energiebesparing bij het Gelders bedrijfsleven en wordt invoering van innovatieve energie- en milieubesparende technologie gestimuleerd. De afgelopen jaren hebben ongeveer 600 bedrijven deelgenomen aan één van de door de provincie Gelderland geïnitieerde preventieprojecten. Uit het nazorg- en implementatieonderzoek van de provincie Gelderland van november 1999 blijkt dat 69% van de tijdens de projecten voorgestelde maatregelen is ingevoerd en dat 17% is gepland om gerealiseerd te worden. De milieuwinst van de ingevoerde maatregelen is aanzienlijk. Voor energie blijkt een gemiddelde besparing van 15% haalbaar te zijn. Als we de getallen extrapoleren naar het gehele Gelderse bedrijvenbestand wordt er jaarlijks 10 miljoen gulden bespaard door het door de provincie Gelderland gevolgde stimuleringsbeleid en is er 35 miljoen geïnvesteerd met een terugverdientijd van 3,5 jaar. De door de provincie begeleide ontwikkeling van de Eco-keuken waar door een team van bedrijven aan is gewerkt, heeft een innovatieve keuken opgeleverd die toe kan met eenderde van de normaal benodigde hoeveelheid energie. Daarnaast zijn er afgelopen jaren een aantal projecten op het gebied van duurzame bedrijventerreinen gestimuleerd en ondersteund. Zo is er bijvoorbeeld een energieplan voor het MTC in Valburg ontwikkeld. In dit plan zijn een vijftal scenario s omschreven m.b.t. energiebesparing op dit te ontwikkelen bedrijventerrein. Zonder beleid of maatregelen zal het energieverbruik van het MTC 17

19 1,2 PJ per jaar bedragen (ongeveer 0,5% van het huidige energieverbruik van het Rijnmondgebied). Het energieverbruik van het MTC kan met ongeveer 40% tot 60% afnemen al naar gelang de keuze voor een bepaald scenario. Naar gemeenten toe is recent een workshop voor gemeenten ontwikkeld, die kennis omtrent duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen moet bevorderen. Het project zal moeten resulteren in een handboek, waarin ervaringen die tijdens de workshop zijn opgedaan, zijn verwerkt. Doel hiervan is om kennis over de ontwikkeling en inrichting van duurzame bedrijventerreinen te verspreiden. Een zevental gemeenten zullen begin 2001 aan deze workshop deelnemen. In het kader van het Sociaal Economisch Beleidsplan is tevens voorgesteld een aantal pilotprojecten gestalte te geven voor de ontwikkeling van duurzame terreinen. De duurzaamheidsaspecten welke aandacht zullen krijgen tijdens de pilots zullen per pilot verschillend zijn. 6.4 Energie in de milieuvergunning De bedrijven die onder het bevoegd gezag van de provincie vallen voor wat betreft de Wet milieubeheer (Wm), krijgen indien het energieverbruik een bepaald minimum overschrijdt, te maken met energiebesparingsvoorschriften in de milieuvergunning. Hiermee wordt beoogd dat bedrijven voldoende aandacht gaan geven aan energiebesparing of dat bestaande aandacht daarvoor, wordt geborgd. Wat betreft de aanpak wordt aangesloten bij hetgeen in de circulaire Energie in de milieuvergunning van de ministeries van VROM en EZ is uiteengezet. Verder is richtinggevend hetgeen in IPO-verband ten aanzien van dit onderwerp wordt afgesproken, en zoals dat bijvoorbeeld in de IPO-publicaties Energie met gezag en de (concept) Leidraad Benchmarking en Vergunningverlening is vastgelegd. De medewerkers zijn dankzij beschikbare specialisten, opleidingsdagen en modelvoorschriften in staat om een vergunning op te stellen die is toegesneden op de specifieke situatie. Recent is ten behoeve van het stimuleren van Energie in de milieuvergunning een extra formatieplaats met rijksgelden ingevuld (zie ook 5.3 Benchmarking). Dankzij het landelijk succesvolle convenant Meerjaren afspraken energiebesparing (MJA-E) is in Gelderland in het afgelopen decennium energie bespaard bij voornamelijk de grote ondernemingen. De bemoeienis van de provincie met dit convenant was echter door de opzet ervan (een convenant tussen Rijk en bedrijvenbranches) minimaal. Wel zijn er door de provincie in de afgelopen jaren op beperkte schaal voorschriften in de milieuvergunning opgenomen. Deze voorschriften hebben de betrokken bedrijven er toe aangezet om bijvoorbeeld een energiebesparingsonderzoek te doen en besparingsmaatregelen te treffen. De in oudere vergunningen opgenomen voorschriften voldoen echter niet meer aan hetgeen thans als standaard wordt gehanteerd, mede als gevolg van bijvoorbeeld ontwikkelingen in de jurisprudentie. De komende jaren zullen daarom alle vergunningen moeten worden aangepast van bedrijven boven een bepaald energieverbruik. Het gaat om een aantal van tussen de 250 en 450 vergunningen (afhankelijk van het thans onbekende energieverbruik van deze bedrijven), en dus om ongeveer 50% van het bedrijvenbestand waarvoor de provincie Wm-bevoegd gezag is. Het gaat hierbij om bedrijven in de afvalsector (bijv. plastic- en andere verwerkers), maar zeker ook om industriële bedrijven als beton(waren)producenten, rioolwaterzuiveringinstallaties, scheepswerven en de grote energieverbruikers zoals papier- en glasfa-brieken. De tijdspanne waarbinnen de aanpassing van deze vergunningen gebeurt, zal naar verwachting worden vastgelegd in het klimaatconvenant. 18

20 1 6.5 Energie in verkeer en vervoer In het kader van het verkeers- en vervoerbeleid zijn de afgelopen jaren de volgende acties gestart vervoermanagement en bedrijven: bij ongeveer 1250 bedrijven met meer dan 50 werknemers is vervoermanagement aangekaart. 185 bedrijven hebben inmiddels een vervoerplan opgesteld. Bij 775 bedrijven loopt een verkenning naar een aanpak via vervoermanagement. De regeling bedrijfsvervoer, waarbij bedrijven een subsidie kunnen krijgen voor vervoer van werknemers blijkt nog niet goed aan te slaan; in 6 Gelderse regio s is een VIP (VervoersInfoPunt ) actief. Daarbij wordt gewerkt aan het gezamenlijk aanpakken van vervoermanagement tussen gemeenten en bedrijven het aantal reizigerskilometers wordt gehandhaafd op het niveau van 1996, als het OV-beleid integraal wordt uitgevoerd (conform netwerknota OV). Wanneer daarnaast ook fors wordt ingezet op parkeerbeleid, locatiebeleid e.d. is een stijging met 10 % mogelijk; het effect van de bestaande carpoolpleinen is ongeveer 40 mln. autokilometers per jaar. Dat is op zich een aardig resultaat maar betreft nog maar een fractie van het totaal aantal kilometers dat per auto wordt afgelegd; doen mee aan Europees project Optimum waarbij relatie ro/mobiliteit in aan tal verschillende trajecten wordt onderzocht om te komen tot handreikingen en aanpak om langs het ro-spoor de mobiliteit te beïnvloeden. Gelderland is trekker van dit project. In dit verband wordt ook geëxperimenteerd met de VPL-aanpak (vervoersprestatie op locatie). maatregelen op gebied van goederenvervoer zijn volop in gang en leveren reeds de eerste resultaten op het gebied van modal shift. Er wordt een inzet geleverd om goederenvervoer per spoor en water te stimuleren (enkele bedrijven zijn reeds overgegaan!). Daarnaast zijn er acties gericht op de ontwikkeling van terminals en overslagplaatsen, acties gericht op betere doorstroming (stedelijke distributie, bundeling goederenstromen) en op alternatieve vormen van vervoer (bijv. transportfiets). Begin 2001 is Gelderland het project gestart om een handboek Duurzaam vervoer voor de Gelderse gemeenten te ontwikkelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van landelijke voorbeeldprojecten. 6.6 Energie in de bouw De volgende activiteiten hebben in het beleidsveld bouwen plaatsgevonden: De activiteiten van bureau Dubouw (Duurzaam Bouwen) zijn per in december 1999 afgesloten met een slotmanifestatie. Per is het bureau opgehouden te bestaan. Drie jaar lang is er gewerkt aan de inbedding van duurzaam bouwen en duurzame stedelijke ontwikkeling. Zoals reeds vermeld is het Platform DSO met een visie op duurzame stedelijke ontwikkeling gekomen. In dit kader stimuleert de provincie 5 of 6 voorbeeldprojecten welke zich zullen moeten onderscheiden door een integrale duurzame aanpak. Deze voorbeeldprojecten zullen via een nieuwsbrief en een internetsite te volgen zijn. Deze visie is aan externen gepresenteerd in november 2000 tijdens een manifestatie in het provinciehuis. Bovendien zullen via de nieuwsbrief en site allerlei andere ontwikkelingen op het gebied van Duurzame Stedelijke Ontwikkeling in de provincie te volgen zijn. Met betrekking tot het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing heeft de provincie Gelderland duurzaamheid verkozen tot één van de speerpunten. In ISV-programma s (programma-gemeenten) en projecten (project-gemeenten) zal aandacht geschonken moeten worden aan de mogelijkheid tot het nemen van duurzame maatregelen. 19

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Bijlage 5: Provinciale menukaart

Bijlage 5: Provinciale menukaart Bijlage 5: menukaart PROVINCIALE MENUKAART DUURZAME ENERGIE EN ENERGIEBESPARING Aandachtsveld Doelgroep Ambitieniveau Indicator Energie in beleid Hoofdlijnen in omgevingsbeleid (bijvoorbeeld energieparagraaf

Nadere informatie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 02 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum EMT/2005/1830

Nadere informatie

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency 1. Het Convenant Benchmarking energie efficiency Op 6 juli 1999 sloot de Nederlandse overheid met de industrie het Convenant Benchmarking energieefficiency.

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Fons Claessen sr.adviseur klimaat, energie & duurzaamheid Gemeente Nijmegen Waarom moeten we iets doen?? 1: Klimaatverandering 2: Energie en grondstoffen 3.

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

Klimaatakkoord Rijk en UvW

Klimaatakkoord Rijk en UvW Klimaatakkoord Rijk en UvW Politieke en beleidsmatige context (klimaatbeleid) Rafaël Lazaroms 25 mei 2010 1 Inhoud presentatie Voorstellen Internationaal en nationaal klimaatbeleid Positie waterschappen

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Achtergrond en doel presentatie

Achtergrond en doel presentatie Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem Gevolg Waarschijnlijk gevolg Maatregel Voornemen E.U. Beleid Nederlandse regering

Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem Gevolg Waarschijnlijk gevolg Maatregel Voornemen E.U. Beleid Nederlandse regering Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem: Wereldwijd toename energie uit fossiele brandstof Gevolg: CO2 uitstoot, slinkende brandstofvoorraden en toenemende milieubelasting Waarschijnlijk

Nadere informatie

Duurzame ontwikkeling:

Duurzame ontwikkeling: Duurzaam Tynaarlo Duurzame ontwikkeling: Een ontwikkeling die kan voorzien in de behoeften van de huidige generaties zonder die van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. (Our common future 1987)

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

OPZET KLIMAATPLAN 11-2-04

OPZET KLIMAATPLAN 11-2-04 OPZET KLIMAATPLAN 11-2-04 Samenvatting Deze notitie voorziet in de opzet van het klimaatplan voor Nijmegen. Dit is de voortzetting het Nijmeegse energiebeleid. Actualisering was sowieso nodig omdat oude

Nadere informatie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op? Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Groen gas Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 100 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 3 PJ. Extra inspanning 200 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 6 PJ.

Nadere informatie

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015 Technisch-economische scenario s voor Nederland Ton van Dril 20 mei 2015 Overzicht Energieplaatje in historisch perspectief Hoeveel en hoe gebruiken we energie? Wat gebeurt er met verbruik en uitstoot

Nadere informatie

Betekenis Energieakkoord voor Duurzame Groei voor de Installatiebranche. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel 3 februari 2014 / VSK beurs

Betekenis Energieakkoord voor Duurzame Groei voor de Installatiebranche. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel 3 februari 2014 / VSK beurs Betekenis Energieakkoord voor Duurzame Groei voor de Installatiebranche Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel 3 februari 2014 / VSK beurs Inhoud Introductie Duurzame Energie Koepel en Sector beschrijving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik

Nadere informatie

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal 1 Intentie Bedrijvenkring Veenendaal, de coöperatieve verenigingen van Ondernemend Veenendaal, de deelnemende bedrijven en de gemeente Veenendaal

Nadere informatie

Onderverdeeld naar sector bedraagt het energieverbruik procentueel: 32% 18%

Onderverdeeld naar sector bedraagt het energieverbruik procentueel: 32% 18% Aan: gemeenteraad Van: B&W Datum: 9 november 2009 Betreft: Motie 134 "Meetbare stappen Duurzame Energie" In de raadsvergadering van 22 april 2009 is naar aanleiding van het onderwerp Duurzaamheidsplan

Nadere informatie

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Jaarplan 2019 - Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Nederlandse glastuinbouwbedrijven dragen in grote mate bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Het komende decennium wordt

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Windenergie in Almere

Windenergie in Almere In dit boekje is te vinden: Ambitie: Almere energieneutraal in 2022 Waarom deze ambitie? Hoe bereiken we de ambitie? Energie Werkt! Vergelijking met ontwikkeling zonder beleid Ambitie: Almere energieneutraal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002 Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer 29 januari 2002 Nr. 2002-00786, RMA Nummer 3/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot instemming met de Bodemvisie en het MeerjarenProgramma

Nadere informatie

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid Strategische visie Biomassa 2030 drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid Waarom deze visie? De uitdaging 2 Naar een circulaire en biobased economie 3 Visie Biomassa 2030 Kernvraag:

Nadere informatie

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Onderwerp: Kaders voor windenergie Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Vaststellen van beleidskaders voor windenergie-initiatieven; 2. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark

Nadere informatie

W & M de Kuiper Holding

W & M de Kuiper Holding 2 januari t/m juni 2018 2 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 5 4 Doelstellingen 5 Reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016 Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden 11 februari 2016 1 Managementsamenvatting Inleiding De gemeente Leiden heeft in haar duurzaamheidsambitie doelen gesteld voor de korte

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Elektriciteit 1. Scope/afbakening De productgroep Elektriciteit omvat alle elektriciteit die van het openbare net betrokken wordt door een

Nadere informatie

Energie efficiënte ruimtelijke ordening: hoe passen we energieopwekking uit hernieuwbare bronnen ruimtelijk in? Anders gezegd : welke plek geven we

Energie efficiënte ruimtelijke ordening: hoe passen we energieopwekking uit hernieuwbare bronnen ruimtelijk in? Anders gezegd : welke plek geven we Energie efficiënte ruimtelijke ordening: hoe passen we energieopwekking uit hernieuwbare bronnen ruimtelijk in? Anders gezegd : welke plek geven we dat en hoe doen we dat ruimtelijk zo optimaal mogelijk.

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG

PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Utrecht, 6 april 2012 Betreft: Structuurvisie Wind op Land

Nadere informatie

Workshop J De kracht van een klimaatfonds. 05 april 2011

Workshop J De kracht van een klimaatfonds. 05 april 2011 Workshop J De kracht van een klimaatfonds 05 april 2011 Presentatie Ad Phernambucq Zeeuws Klimaatfonds: Klimaatneutraal met Zeeuwse Projecten Nationaal Energie- en klimaatbeleid Doelstelling: Duurzame

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Samenvatting

Raadsvoorstel. Samenvatting \--/7 Raadsvoorstel '5C7 (j) Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen 6 ir.n.rr 18 oo 000 25-01-2018 Commissie

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen Arnold Maassen Holding BV Verslag energieaudit Verslag over het jaar 2014 G.R.M. Maassen Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Inventarisatie van energieverbruik en emissiebronnen... 3 3 Energieverbruik en CO 2 Footprint...

Nadere informatie

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015 Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015 1 Inhoud Duurzame energie in Weert POL en samenwerking Uitgangspunt

Nadere informatie

Meer grip op klimaatbeleid

Meer grip op klimaatbeleid Meer grip op klimaatbeleid Klimaatbeleid voeren is complex. Het is interdisciplinair en omgeven met onzekerheid. Hoe zorg je als overheid dat je klimaatbeleid aansluit bij je ambities? En waarmee moet

Nadere informatie

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 1 edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2015: het edup

Nadere informatie

Datum 29 september 2011

Datum 29 september 2011 Beleidsnotitie duurzame openbare verlichting 2011-2016 Kerngegevens Projectleider Afdeling B.I.C. Stolk Ruimte 3 Datum 29 september 2011 3 Behandeling Gemeenteraad Planstatus Casenummer Vastgesteld AB11.00502

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : 22 januari 2013 Agendanummer : 15 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : H.J.M. Schrijver : Beleid en Projecten : Schutten Voorstel aan de raad Onderwerp : Nota Langedijk

Nadere informatie

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening Indicator 12 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Energie speelt een cruciale

Nadere informatie

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers Net voor de Toekomst Frans Rooijers Net voor de Toekomst 1. Bepalende factoren voor energie-infrastructuur 2. Scenario s voor 2010 2050 3. Decentrale elektriciteitproductie 4. Noodzakelijke aanpassingen

Nadere informatie

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 2/5 Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat

Nadere informatie

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec)

Kernenergie. kernenergie01 (1 min, 22 sec) Kernenergie En dan is er nog de kernenergie! Kernenergie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. In een kerncentrale splitst men uraniumkernen in kleinere

Nadere informatie

Regionaal Energie Convenant 2014-2016

Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Mede mogelijk gemaakt met steun van: Regio Rivierenland Provincie Gelderland RCT-Rivierenland Pagina 1 Ondertekenaars, hier tezamen genoemd: partijen 1. Hebben het

Nadere informatie

Naar een klimaatneutrale sportvereniging

Naar een klimaatneutrale sportvereniging Naar een klimaatneutrale sportvereniging Leidraad voor het maken van een eigen projectplan of Plan van Aanpak Inleiding Steeds meer sportverenigingen met een eigen accommodatie komen in actie om energie

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

Duurzaamheid, Energie en Milieu

Duurzaamheid, Energie en Milieu Duurzaamheid, Energie en Milieu In de uitvoeringsagenda duurzaamheid van de gemeente staat: Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van huidige generaties zonder de mogelijkheden

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH. Beleidsevaluatie Gelders Klimaatprogramma "Aanpakken en Aanpassen".

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH. Beleidsevaluatie Gelders Klimaatprogramma Aanpakken en Aanpassen. Gedeputeerde Staten STATENNOTITIE Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beleidsevaluatie Gelders Klimaatprogramma "Aanpakken en Aanpassen". HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nadere informatie

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE In kort bestek Rafael Lazaroms INHOUDSOPGAVE 1. Wat houdt het in? 2. Motieven, doelstellingen en ambities 3. Organisatiestructuur GELOOFWAARDIGE BOODSCHAP Waterschappen hebben

Nadere informatie

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle Partijen: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, vertegenwoordigd door gedeputeerde de heer J.F. Weber, daartoe

Nadere informatie

Wat wordt de energiestrategie van de gemeente?

Wat wordt de energiestrategie van de gemeente? Wat wordt de energiestrategie van de gemeente? Programma raadsrotonde 17 mei 2010 Opening avond door rotondevoorzitter. Inleiding; (door Conny Huijskes; 10 minuten) - Uitleg opzet avond /in het begin toelichten

Nadere informatie

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Een uitdagend klimaat 20 20 2020 In 2020 moet de uitstoot van CO 2 in de EU met 20% zijn teruggebracht ten opzichte van het 1990 niveau.

Nadere informatie

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10.

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10. CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m 2012 Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: Doc.nr: 10.A0320 CO 2 -reductierapport Distributielijst Naam B.Bor (Alf) M. Roeleveld (ALF) Accorderingslijst

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Besluit college van Burgemeester en Wethouders Registratienr: 2013/4543 Registratiedatum: Afdeling: Leefomgeving Agendapunt: 49-Va-09 Openbaar: Ja X Nee Reden niet openbaar: Onderwerp: Windpark gemeente Kranenburg (DE) Besluit: Kennis te nemen van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens. CDA 2040: 100% Ja. Het CDA wil windmolens bij voorkeur plaatsen op en bij grote industrieterreinen. Ook ondersteunen wij van harte (agrarische) initiatieven voor kleine windmolens met draagvlak in de omgeving.

Nadere informatie

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl

Energievisie Borne 22 september 2011. Michel Leermakers Linda Rutgers Twence. Co Kuip HVC. www.twence.nl Energievisie Borne 22 september 2011 Michel Leermakers Linda Rutgers Twence Co Kuip HVC Inhoud van vanochtend Gemeente Borne Visie Twence Werkwijze Energievisie Resultaten Huidige energieconsumptie Bronpotentieel

Nadere informatie

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018 Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot Regionale Energiestrategie NHN Katowice 4 december 2018 Het Klimaatakkoord in wording 49% minder CO2 in 2030 t.o.v. 1990 Zomer 2018

Nadere informatie

Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard

Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard Gemeente Maasdriel commissie Ruimte 9 januari 2013 Teun Biemond Jan Woertman 1 Inhoud 1. Voorstellen 2.Herstructurering en Duurzaamheid 3.Duurzame

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Co-innovatie in de glastuinbouw KIVI NIRIA jaarcongres 2010 Ir. P. Jan Smits 6 oktober 2010 Inhoud Introductie Kengetallen en energietransitie Convenant Schone en Zuinige

Nadere informatie

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 2 INHOUD Management samenvatting... 3 Respondenten... 3 Conclusies... 4 1. Inleiding... 6 2. Uitkomsten per vraag... 6 2.1 Energie en energiebesparing binnen de organisatie...

Nadere informatie

2-7-2014. Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?

2-7-2014. Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen? Energieakkoord voor duurzame groei Juli 2014 WERK IN UITVOERING Ed Nijpels Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen? 1 Waarom een Energieakkoord? Perspectief Consistentie Ambitie Realiteit Groei

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

Vlaams-Brabant Klimaatneutraal

Vlaams-Brabant Klimaatneutraal Vlaams-Brabant Klimaatneutraal Klimaatneutraal via 3 trajecten Europees Burgemeestersconvenant: Gemeentelijke actieplannen Provincie coördineert, stimuleert en ondersteunt Actieplan voor provincie als

Nadere informatie

MANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008

MANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008 MANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008 Er is de komende jaren een fundamentele verandering van onze energievoorziening nodig om het hoofd te bieden aan de mondiale uitdagingen op energiegebied: de

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 14 maart 2012

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 14 maart 2012 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Energie: inleiding en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Energie: inleiding en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 11 augustus 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Energiedragers De economie

Nadere informatie

Milieubarometerrapport

Milieubarometerrapport Milieubarometerrapport 2015 Gemeente Eindhoven Milieubarometer - 2015 Gemeente Eindhoven Inhoud De Milieubarometer vertaalt gegevens zoals elektriciteitsverbruik en afvalproductie naar graieken en tabellen

Nadere informatie

Discussienota Toekomstig Energiebeleid

Discussienota Toekomstig Energiebeleid Discussienota Toekomstig Energiebeleid Inleiding Begin 2002 hebben de fracties van GroenLinks en D66 een initiatiefvoorstel ingediend betreffende energiebesparing en duurzame energie. Naar aanleiding hiervan

Nadere informatie

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding 1 Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Versie: 25 april 2013 Opgesteld door: Windgroep Goeree-Overflakkee, gemeente Goeree-Overflakkee en provincie Zuid-Holland Aanleiding Waarom zijn

Nadere informatie

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015. Versie 2.0 (summary)

Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015. Versie 2.0 (summary) Energiezorgplan Van Dorp Installaties bv 2011 2015 Versie 2.0 (summary) Auteurs: Van Dorp Dienstencentrum Datum: Februari 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Energiebeleid... 3 2.1 Continue verbetering...

Nadere informatie

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl 12-11-2007Sheet nummer 1 Ontwikkelingen wereldwijd Heeft de Al Gore film impact?

Nadere informatie

Presentatie Duurzame Energie. Podiumbijeenkomst 17 maart

Presentatie Duurzame Energie. Podiumbijeenkomst 17 maart Presentatie Duurzame Energie Podiumbijeenkomst 17 maart Energie-opgave 2 Kader: Mondiaal Lokaal Klimaatakkoord Parijs (2015) Ministerie EZ/ NL Energie Neutraal 2050 Provinciaal uitvoeringsprogramma (2016)

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018 Voorloper Onderwerp Startnotitie Duurzaam Druten Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018 Portefeuillehouder A. Springveld Behandelend team Team strategie en beleid Behandelend

Nadere informatie

Energievoorziening Rotterdam 2025

Energievoorziening Rotterdam 2025 Energievoorziening Rotterdam 2025 Trends Issues Uitdagingen 9/14/2011 www.bollwerk.nl 1 Trends (1) Wereld energiemarkt: onzeker Toenemende druk op steeds schaarsere fossiele bronnen Energieprijzen onvoorspelbaar,

Nadere informatie

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN AKKOORDEN EN GREEN DEALS Rafaël Lazaroms Coördinator Energie en duurzaamheid Unie van Waterschappen 1. Duurzaamheid en taken waterschappen 2. Duurzame ambities in akkoorden

Nadere informatie

Energiek Gelderland. Gelders debat. 12 februari 2014, 18.00-20.00 uur Hotel de Wageningsche Berg Wageningen. www.gelderland.

Energiek Gelderland. Gelders debat. 12 februari 2014, 18.00-20.00 uur Hotel de Wageningsche Berg Wageningen. www.gelderland. Uitnodiging Energiek Gelderland Gelders debat 12 februari 2014, 18.00-20.00 uur Hotel de Wageningsche Berg Wageningen www.gelderland.nl/geldersdebat Provinciale Staten van Gelderland gaan graag met u in

Nadere informatie

Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET)

Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET) Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET) Startbijeenkomst Energiestrategie Midden-Holland Woensdag 22 juni 2016 Workshopronde I sessie C Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET) GR: samenwerking van

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

VNG Raadsledencampagne

VNG Raadsledencampagne Duurzaam Drimmelen VNG Raadsledencampagne Klimaat niet zonder de Raad Invloed raadsleden Borging beleid Collegiaal bestuur Collegeakkoord 2010-2014 Duurzame ontwikkeling: Een ontwikkeling die kan voorzien

Nadere informatie

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST NOORD-NEDERLAND: PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST PROEFTUIN ENERGIE- TRANSITIE REGIONALE PARTNER IN DE EUROPESE ENERGIE UNIE Noord-Nederland is een grensoverschrijdende proeftuin

Nadere informatie

Koninklijk Instituut Van Ingenieurs

Koninklijk Instituut Van Ingenieurs Engineering Society Het klimaataccoord: De gebouwde omgeving Het klimaataccoord Broeikasgasuitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 te verminderen met 49 %; Plan wordt iedere 5 jaar geactualiseerd; 5 sectoren:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 31

Nadere informatie

Houtskoolschets Windstreek 2011

Houtskoolschets Windstreek 2011 Windenergie in Fryslân, voorgeschiedenis Bij de evaluatie van Windstreek 2000 in 2008 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten gevraagd om nieuw beleid voor windenergie op te stellen. Houtskoolschets

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Bio-WKK voor een duurzame glastuinbouw Workshop 10 september 2009 Jan Smits Agenda Productschap Tuinbouw & kengetallen glastuinbouw Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren

Nadere informatie

Masterclass IV. Energie op bedrijventerreinen

Masterclass IV. Energie op bedrijventerreinen Masterclass IV Energie op bedrijventerreinen Programma Tijd Onderwerp Wie 16.00 Welkom Aleida van den Akker / Margreet Verwaal (Provincie Zuid-Holland) 16.05 Context en urgentie Wiebe Brandsma (Provincie

Nadere informatie

Windvermogen in Nederland,

Windvermogen in Nederland, Indicator 15 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2007 is het windvermogen toegenomen

Nadere informatie