Eerste Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eerste Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar Tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland B(Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba B) B GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 23 november 2010 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat met de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is overeengekomen dat zij een staatsrechtelijke positie krijgen binnen het Nederlandse staatsbestel en het in verband hiermee wenselijk is wetten en de Nederlands-Antilliaanse regelingen, die ingevolge de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als wet van toepassing blijven in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die nog niet zijn meegenomen in de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, noch in het voorstel voor de Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba A (Kamerstukken II, 2009/10, , nr. 2), aan te passen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 10.2 wordt ingevoegd artikel 10.2a, luidende: Artikel 10.2a De Wet College voor examens wordt als volgt gewijzigd: kst b ISSN s-gravenhage 2010 Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 1

2 A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt «bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs» vervangen door: bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES, artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES. 2. In het derde lid wordt na «en de daarop berustende bepalingen» ingevoegd: en de staatsexamens, bedoeld in artikel 116 van de Wet voortgezet onderwijs BES en de daarop berustende bepalingen. 3. In het vierde lid wordt na «en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen» ingevoegd: en de college-examens van de staatsexamens, bedoeld in artikel 116, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen. 4. In het vijfde lid wordt na «en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen» ingevoegd: de staatsexamens, bedoeld in artikel 116, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen. B In artikel 3 wordt «bedoeld in artikel 7.4.3a van de Wet educatie en beroepsonderwijs» vervangen door: bedoeld in artikel 7.4.3a van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES. B Na artikel 10.4 wordt ingevoegd artikel 10.4a, luidende: Artikel 10.4a A De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd: In artikel 2.7a, onderdeel b, wordt aan het slot toegevoegd: of op grond van de Wet studiefinanciering BES is toegekend voor het volgen van beroepsonderwijs aan een opleiding niveau 3 of 4. B Artikel 2.13, eerste lid, onderdeel b, komt als volgt te luiden: b. indien er 10 jaren verstreken zijn met ingang van de maand waarover voor het eerst studiefinanciering is toegekend voor het volgen van hoger onderwijs, op grond van deze wet of op grond van de Wet studiefinanciering BES,. C Na artikel 6.5 wordt ingevoegd artikel 6.5a, luidende: Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 2

3 Artikel 6.5a. Samenloop van terugbetaling Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de samenloop van de verplichting tot terugbetaling uit hoofde van deze wet en de Wet studiefinanciering BES met dien verstande dat de verplichting tot terugbetaling de laagst vastgestelde draagkracht van de debiteur niet mag overschrijden. C Ingevoegd wordt een artikel 10.5, luidende: Artikel 10.5 De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 1.1 wordt onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel Aa door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende: bb. openbaar lichaam BES: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba. B Na artikel 1.1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 1.1a. Reikwijdte WHW C Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen BES. In artikel 6.2, eerste lid, wordt «welke gemeente» vervangen door: welke gemeente of welk openbaar lichaam BES. D In artikel 6.13, vierde lid, komt onderdeel l als volgt te luiden: l. de gemeente, de gemeenten, het openbaar lichaam BES of de openbare lichamen BES waar de opleiding is gevestigd; Da In artikel 7.6, vierde lid, wordt na «artikel 33, lid 1a, van de Wet op het voortgezet onderwijs» ingevoegd: en als bedoeld in artikel 80, derde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES. E Artikel 7.17 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na «de gemeente» ingevoegd: of het openbaar lichaam BES. 2. In het tweede lid wordt na «gemeenten» ingevoegd: of een of meer openbare lichamen BES. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 3

4 F Artikel 7.17a komt als volgt te luiden: Artikel 7.17a. Opheffing vestigingsplaats opleiding 1. Onze minister kan besluiten dat een opleiding die in twee of meer gemeenten, in twee of meer openbare lichamen BES of in een of meer gemeenten en een of meer openbare lichamen BES is gevestigd, niet langer in een bij zijn besluit genoemde gemeente of openbaar lichaam BES is gevestigd, indien de verzorging van de opleiding in die gemeente of dat openbaar lichaam BES, gelet op het geheel van de voorzieningen op het gebied van het hoger onderwijs, in redelijkheid niet of niet meer doelmatig kan worden geacht. 2. Bij zijn besluit bepaalt Onze minister tevens het tijdstip met ingang waarvan de opleiding niet langer in de gemeente of het openbaar lichaam BES, bedoeld in het eerste lid, is gevestigd. G Artikel 7.24 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Onverminderd het derde lid geldt voor de inschrijving voor een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs als opleidingseis het bezit van: a. het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 7 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of b. het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 7 van de Wet voortgezet onderwijs BES. 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. Onverminderd het derde lid geldt voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger beroepsonderwijs als vooropleidingseis het bezit van: a. het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 7 van de Wet op het voortgezet onderwijs, b. het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 7 van de Wet voortgezet onderwijs BES, c. het diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs, d. het diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 8 van de Wet voortgezet onderwijs BES, e. het diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder d, onderscheidenlijk e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, of f. het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs. H Artikel 7.25, eerste lid, komt te luiden: 1. Bij ministeriële regeling wordt het profiel of worden de profielen, bedoeld in artikel 12 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 38 van de Wet voortgezet onderwijs BES aangewezen waarop de hierna te noemen diploma s betrekking moeten hebben om te kunnen worden ingeschreven voor een bepaalde opleiding of een groep van opleidingen: a. het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 7 van de Wet op het voortgezet onderwijs, Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 4

5 b. het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 7 van de Wet voortgezet onderwijs BES, c. het diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of d. het diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 8 van de Wet voortgezet onderwijs BES. I Artikel 7.26, eerste lid komt te luiden: 1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het onderwijs, specifieke eisen stelt ten aanzien van kennis of vaardigheden die niet of niet in voldoende mate onderdeel zijn van het voortgezet onderwijs, bedoeld in de wet op het voortgezet onderwijs en in de Wet voortgezet onderwijs BES, of van het beroepsonderwijs, bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, onderscheidenlijk specifieke eisen stelt ten aanzien van de eigenschappen van de student, kunnen bij ministeriële regeling in verband daarmee eisen worden gesteld in aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel Dit lid is niet van toepassing op opleidingen op het gebied van de kunst en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst. J In artikel 7.57b, vijfde lid, wordt «studenten uit de Nederlandse Antillen en Aruba» vervangen door: studenten uit Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen BES. K In artikel 7a.1, onderdeel b, wordt»artikel 162i van de Wet op de expertisecentra of artikel 118o van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: artikel 148 van de Wet primair onderwijs BES, artikel 162i van de Wet op de expertisecentra, artikel 118o van de Wet op het voortgezet onderwijs of artikel 203 van de Wet voortgezet onderwijs BES. L In artikel 7a.2 wordt»artikel 162j van de Wet op de expertisecentra of artikel 118p van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: artikel 149 van de Wet primair onderwijs BES, artikel 162j van de Wet op de expertisecentra, artikel 118p van de Wet op het voortgezet onderwijs of artikel 204 van de Wet voortgezet onderwijs BES. M Het opschrift van artikel 7a.3 komt te luiden: Artikel 7a.3. Getuigschrift bekwaamheidsonderzoek WPO, WPO BES, WEC, WVO en WVO BES D Ingevoegd wordt een artikel 10.9, luidende: Artikel 10.9 De Leerplichtwet BES komt als volgt te luiden: Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 5

6 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen Deze wet verstaat onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; b. school: 1. een openbare of een uit openbare kas bekostigde bijzondere basisschool of school of inrichting voor voortgezet onderwijs; 2. een ingevolge artikel 112 van de Wet voortgezet onderwijs BES aangewezen bijzondere school voor voortgezet onderwijs; 3. een andere school die wat de inrichting van het onderwijs betreft, overeenkomt met de criteria, bedoeld in artikel 3, en wat de bevoegdheden van leraren betreft, overeenkomt met een of meer van de onder 1 bedoelde scholen; 4. een andere krachtens artikel 2, eerste lid, onder a, voor de toepassing van deze wet als school aangewezen onderwijsinstelling; c. instelling: 1. een instelling voor educatie en beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs BES; 2. een andere krachtens artikel 2, eerste lid, onder b, voor de toepassing van deze wet als instelling aangewezen cursus of instelling, waar onderwijs of vorming wordt gegeven; d. hoofd: 1. hij die met de leiding van de school is belast; 2. hij die met de leiding van de instelling is belast; e. ambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 28; f. startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid onder b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 13 onderscheidenlijk artikel 14 van de Wet voortgezet onderwijs BES; g. openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba; h. inspectie: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht; i. persoonsgebonden nummer BES: het nummer waaronder de jongere bij de burgerlijke stand van het openbaar lichaam is ingeschreven dan wel het door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer. Artikel 2. Aanwijzing scholen en instellingen 1. Bij ministeriële regeling dan wel bij beschikking van Onze Minister kunnen: a. onderwijsinstellingen dan wel groepen daarvan worden aangewezen als school bedoeld in artikel 1, onderdeel b subonderdeel 4, en b. cursussen of instellingen waar onderwijs of vorming wordt gegeven dan wel groepen daarvan worden aangewezen als instelling bedoeld in artikel 1, onderdeel c, subonderdeel 2. Aan de aanwijzing kunnen voorwaarden worden verbonden. 2. Onze Minister kan de aanwijzing intrekken indien het hoofd of het personeel van de school of instelling niet binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking verleent die Onze Minister redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Indien het hoofd of het personeel van de school of instelling uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen zij het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 6

7 Artikel 3. Scholen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3 1. Onverminderd titel I van de Wet primair onderwijs BES en titel I van de Wet voortgezet onderwijs BES, moet een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, a. wat de inrichting van het basisonderwijs betreft, voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 10, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde lid onderdeel a, zevende en achtste lid, 11, 12 en 13, eerste volzin, van de Wet primair onderwijs BES, en tevens heeft de school een schoolplan dat ten minste een beschrijving bevat van het beleid inzake het onderwijs, bedoeld in artikel 10, derde lid, van genoemde wet; b. wat de inrichting van het voortgezet onderwijs betreft, voldoen aan de criteria, bedoeld in de artikelen 8 en 47, eerste volzin, van de Wet voortgezet onderwijs BES, en tevens heeft de school een schoolplan dat ten minste een beschrijving bevat van het beleid inzake het onderwijs, bedoeld in artikel 42 van genoemde wet en besteedt het onderwijs binnen de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs aantoonbaar aandacht aan de kerndoelen, bedoeld in artikel 34 van genoemde wet, en aansluitend aan de kerndoelen als onderwijsprogramma voor de eerste twee leerjaren, stelt het onderwijs de leerlingen aantoonbaar in staat om hun onderwijsloopbaan voort te zetten in het vervolgonderwijs op een niveau dat van de leerling verwacht mag worden. 2. Het bestuurscollege volgt bij zijn oordeel of een onderwijsvoorziening een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, een door de inspectie ter zake gegeven advies. 3. Indien Onze Minister naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 14 van de Wet op het onderwijstoezicht, aan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waarin de school is gevestigd adviseert dat de school niet langer voldoet aan de criteria die gelden voor een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, dan volgt het bestuurscollege dit advies en oordeelt dat de school niet langer een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel Indien het advies, bedoeld in het derde lid, daartoe aanleiding geeft, stelt het bestuurscollege de ouders van de leerlingen van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, of verzekert het er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders daarvan op de hoogte heeft gesteld. Artikel 4. Meerderjarige jongeren Indien een leerplichtige jongere of een jongere die kwalificatieplichtig is meerderjarig is, rusten de verplichtingen en bevoegdheden die in deze wet zijn toebedeeld aan de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen op de jongere zelf. Artikel 5. Maatregelen 1. Indien de kwaliteit van het niet uit s Rijks kas bekostigde onderwijs ernstig of langdurig tekortschiet, kan Onze Minister op verzoek van het hoofd van een school of instelling of uit eigener beweging in overeenstemming met het hoofd maatregelen treffen. 2. Tot de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, behoort de mogelijkheid het hoofd van een school of instelling te laten bijstaan door een extern deskundige. Ook kunnen onder voorwaarden extra financiële middelen aan de school of instelling ter beschikking worden gesteld. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 7

8 2. Leerplicht Artikel 6. Verantwoordelijke personen 1. Degene die het gezag over een jongere uitoefent, en degene die zich met de feitelijke verzorging van een jongere heeft belast, zijn verplicht overeenkomstig de bepalingen van deze wet te zorgen, dat de jongere als leerling van een school staat ingeschreven en deze school na inschrijving geregeld bezoekt. Bij de inschrijving wordt een van overheidswege verstrekt document of een bewijs van uitschrijving van een andere school overgelegd waarop de gegevens van de jongere betreffende zijn geslachtsnaam, voorletters, geboortedatum, geslacht en persoonsgebonden nummer BES zijn vermeld. Indien de in de eerste volzin bedoelde personen bij de inschrijving aannemelijk hebben gemaakt dat zij geen persoonsgebonden nummer BES van de jongere kunnen overleggen, leggen zij het persoonsgebonden nummer BES van de jongere over aan de school zodra zij daarvan kennis hebben gekregen. 2. De in het eerste lid bedoelde verplichtingen gelden niet voor zover de daarin bedoelde personen kunnen aantonen dat zij daarvoor niet verantwoordelijk kunnen worden geacht. 3. De jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, is verplicht overeenkomstig de bepalingen van deze wet de school waaraan hij als leerling staat ingeschreven, geregeld te bezoeken, onverminderd het bepaalde in het eerste lid. Artikel 7. Begin en einde van de verplichting tot inschrijving 1. De verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school staat ingeschreven, begint op de eerste schooldag van de maand volgende op die waarin de jongere de leeftijd van vier jaar bereikt, en eindigt: a. aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan de jongere ten minste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht; b. aan het einde van het schooljaar waarin de jongere de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. 2. Een jongere die een basisschool in minder dan acht schooljaren heeft doorlopen, wordt voor de toepassing van het eerste lid onder a geacht reeds acht schooljaren een school te hebben bezocht. Artikel 8. Vervangende leerplicht 1. Indien het een jongere betreft die ten minste de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt en waarvan naar het oordeel van het bestuurscollege is komen vast te staan, dat hij niet geschikt is volledig onderwijs aan een school te volgen, kan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waar de jongere als ingezetene is ingeschreven, op verzoek van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen, in overeenstemming met het bevoegd gezag van de school, toestaan dat gedurende een bepaald schooljaar, voor zover nodig, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 33, 35 en 36 van de Wet voortgezet onderwijs BES de jongere aan de school een programma volgt, dat naast algemeen vormend onderwijs en op het beroep gericht onderwijs tevens praktijktijd bevat, bestaande uit arbeid van lichte aard, te verrichten naast en in de samenhang met het onderwijs. 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een plan van aanpak dat voorziet in een begeleidingsprogramma ten behoeve van de jongere dat is opgesteld door de school en dat ten minste bevat een beschrijving van de onderwijsdoelen en van de praktijktijd. 3. Alvorens het bestuurscollege besluit op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, hoort het bestuurscollege in elk geval: Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 8

9 a. degene die het verzoek heeft ingediend en de jongere zelf, en b. het hoofd van de school waar de jongere staat ingeschreven. 4. Het bestuurscollege besluit binnen 4 weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, en zendt binnen 2 weken na het nemen van het besluit daarvan afschrift aan de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen. 5. Indien de jongere nog steeds niet geschikt is volledig onderwijs als bedoeld in het eerste lid aan een school te volgen, kunnen de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen het bestuurscollege ten minste acht weken voor het verstrijken van de periode waarvoor toestemming is verleend, verzoeken de toestemming voor het daaropvolgend schooljaar te verlengen. Het verzoek gaat vergezeld van een verklaring van het hoofd van de school waar de jongere staat ingeschreven, waarin een overzicht is gegeven van de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het programma en waaruit blijkt dat een terugkeer van de jongere naar het onderwijs, bedoeld in de artikelen 33 tot en met 36 van de Wet voortgezet onderwijs BES, te ontraden is, alsmede dat voortzetting van het programma bijdraagt aan de ontwikkeling van de jongere. Het tweede en derde lid zijn van toepassing. 6. Een jongere die wegens gedragsproblemen de veiligheid van medeleerlingen en personeel negatief beïnvloedt en die een grens heeft overschreden of dreigt te overschrijden en daardoor tijdelijk niet meer is te handhaven binnen de school, kan door het bestuurscollege van het openbaar lichaam waar de jongere als ingezetene is ingeschreven, op verzoek van het bevoegd gezag van een school en na overleg met de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen, opgedragen worden een niet vrijblijvend traject te volgen buiten de school. Dit traject wordt gevolgd binnen een afgebakende periode van enkele maanden, waarin de jongere gemotiveerd wordt om zijn schoolloopbaan te vervolgen. Dit traject wordt gevolgd in een daartoe door Onze Minister aangewezen organisatie. Artikel 9. Vervangende leerplicht laatste schooljaar 1. Op verzoek van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen kan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waar de jongere als ingezetene is ingeschreven, toestaan dat de inschrijving van de jongere aan een school voor het laatste schooljaar, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a of b, wordt vervangen door de inschrijving als leerling van een instelling als bedoeld in paragraaf Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van plan van aanpak dat voorziet in een begeleidingsprogramma ten behoeve van de jongere dat is opgesteld door de instelling waar de jongere ingeschreven wenst te worden. Het begeleidingsprogramma bevat ten minste een beschrijving van de onderwijs- en vormingsdoelen, waaronder algemeen vormend onderwijs en op het beroep gericht onderwijs, alsmede de wijze waarop arbeid van lichte aard zal worden verricht, naast het volgen van onderwijs aan een instelling als bedoeld in paragraaf 3 doch niet in samenhang met het onderwijs. Indien het betreft een jongere, die ten tijde van de indiening van het verzoek een programma als bedoeld in artikel 8, eerste lid, volgt, gaat het verzoek tevens vergezeld van een verklaring van het hoofd van de school waar de jongere staat ingeschreven, waarin een overzicht is gegeven van de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het programma en waaruit blijkt dat een terugkeer van de jongere naar het onderwijs, bedoeld in de artikelen 33 tot en met 36 van de Wet voortgezet onderwijs BES, dan wel een voortgezette toepassing van artikel 8, eerste lid, te ontraden is. 3. Alvorens het bestuurscollege besluit op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, hoort het bestuurscollege in elk geval: a. degene die het verzoek heeft ingediend en de jongere zelf; Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 9

10 b. het hoofd van de school waar de jongere het laatst stond ingeschreven en het hoofd van de instelling waar de jongere ingeschreven wenst te worden, en c. de instellingen van maatschappelijke zorg die reeds bij de begeleiding van de jongere betrokken zijn. 4. Het bestuurscollege besluit binnen 4 weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, en zendt binnen 2 weken na het nemen van het besluit daarvan afschrift aan de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen. Artikel 10. Begin en einde van de verplichting tot geregeld schoolbezoek 1. De verplichting om te zorgen, dat een jongere de school waar hij als leerling staat ingeschreven, geregeld bezoekt, begint op de dag waarop hij na inschrijving op die school kan plaats nemen en eindigt tegelijk met de verplichting om te zorgen dat hij als leerling van een school staat ingeschreven. 2. Het schoolbezoek vindt geregeld plaats zolang geen les of praktijktijd wordt verzuimd. 3. Kwalificatieplicht Artikel 11. Inschrijving 1. De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen zijn verplicht te zorgen dat de jongere overeenkomstig de bepalingen van deze paragraaf staat ingeschreven als leerling of deelnemer bij een school of instelling die volledig onderwijs dan wel een bij de wet geregelde combinatie van leren en werken verzorgt en dat hij deze school of instelling na inschrijving geregeld bezoekt, als: a. ten aanzien van de jongere de leerplicht, bedoeld in paragraaf 2, is geëindigd, en b. de jongere geen startkwalificatie heeft behaald. 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet ten aanzien van jongeren die in het bezit zijn van een getuigschrift of een schooldiploma praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 73 van de Wet voortgezet onderwijs BES. 3. Artikel 6, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid. 4. Als de inschrijving, bedoeld in het eerste lid, plaats vindt aan een andere school of instelling dan daarvoor door de jongere werd bezocht, wordt bij de inschrijving een van overheidswege verstrekt document of een bewijs van uitschrijving van een andere school of instelling overgelegd waarop de gegevens van de jongere betreffende zijn geslachtsnaam, voorletters, geboortedatum, geslacht en persoonsgebonden nummer BES zijn vermeld. Als de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen bij de inschrijving aannemelijk hebben gemaakt dat zij geen persoonsgebonden nummer BES van de jongere kunnen overleggen, leggen zij het persoonsgebonden nummer BES van de jongere over aan de school zodra zij daarvan kennis hebben verkregen. Artikel 12. Begin en einde verplichting tot inschrijving De verplichting, bedoeld in artikel 11, eerste lid, vangt aan direct na het einde van de leerplicht, bedoeld in paragraaf 2, en eindigt zodra de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt of een startkwalificatie heeft behaald. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 10

11 Artikel 13. De invulling van de verplichting tot geregeld schoolbezoek 1. De jongere die als leerling of deelnemer van een school of instelling staat ingeschreven op grond van artikel 11, eerste lid, is verplicht het volledige onderwijsprogramma respectievelijk het volledige programma van de combinatie leren en werken te volgen dat door die school of instelling wordt aangeboden. 2. De jongere voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 11, eerste lid, om de school of instelling na inschrijving geregeld te bezoeken, zolang hij geen les of praktijktijd verzuimt anders dan op een van de gronden, bedoeld in artikel Vrijstellingen Artikel 14. Gronden voor vrijstelling van inschrijving De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen zijn vrijgesteld van de verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school onderscheidenlijk een instelling staat ingeschreven, zolang a. de jongere op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om tot een school onderscheidenlijk een instelling te worden toegelaten; b. zij tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning of, indien zij geen vaste verblijfplaats hebben, op alle binnen de openbare lichamen gelegen scholen onderscheidenlijk instellingen waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden, overwegende bedenkingen hebben; c. de jongere als leerling van een inrichting van onderwijs buiten een van de openbare lichamen staat ingeschreven en deze inrichting geregeld bezoekt. Artikel 15. Kennisgeving 1. De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen kunnen zich slechts beroepen op vrijstelling, indien zij aan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waar de jongere als ingezetene is ingeschreven, hebben kennis gegeven, voor welke jongere en op welke grond zij daarop aanspraak menen te mogen maken. 2. Deze kennisgeving moet worden ingediend: a. ten minste een maand voordat de jongere leerplichtig wordt, indien zij betrekking heeft op de aanvang van de leerplicht, en b. zolang nadien aanspraak op vrijstelling wordt gemaakt, elk jaar opnieuw voor 1 juli. 3. Het tweede lid onder b is niet van toepassing, indien uit de in artikel 16 bedoelde verklaring blijkt, dat de jongere nooit geschikt zal zijn een school onderscheidenlijk een instelling te bezoeken. Artikel 16. Lichamelijke of psychische ongeschiktheid Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 14, onderdeel a, kan slechts worden gedaan, indien bij de kennisgeving een verklaring van een door het bestuurscollege van het openbaar lichaam, waar de jongere als ingezetene is ingeschreven, aangewezen arts niet zijnde de behandelende arts of van een door het bestuurscollege aangewezen academisch gevormde of daarmede bij ministeriële regeling gelijkgestelde pedagoog of psycholoog is overgelegd, waaruit blijkt, dat deze de jongere niet geschikt acht om tot een school onderscheidenlijk een instelling te worden toegelaten. Deze verklaring mag niet ouder zijn dan drie maanden. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 11

12 Artikel 17. Bedenkingen tegen richting van school 1. Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 14, onderdeel b, kan slechts worden gedaan, indien de kennisgeving de verklaring bevat, dat tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning of, bij het ontbreken van een vaste verblijfplaats, op alle binnen de openbare lichamen gelegen scholen onderscheidenlijk instellingen waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden, overwegende bedenkingen bestaan. 2. Deze verklaring is niet geldig, indien de jongere in het jaar, voorafgaande aan de dagtekening van de kennisgeving, geplaatst is geweest op een school onderscheidenlijk een instelling van de richting waartegen bedenkingen worden geuit. Artikel 18. Bezoeken van school buiten een van de openbare lichamen Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 14, onderdeel c, kan slechts worden gedaan, indien bij de kennisgeving een verklaring is overgelegd van het hoofd van de inrichting van onderwijs waaruit blijkt, dat de jongere als leerling van deze inrichting staat ingeschreven en haar geregeld bezoekt. Artikel 19. Afschrijving Op verzoek van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen wordt een jongere binnen de in artikel 7, eerste lid, en artikel 12 omschreven tijdvakken door het hoofd slechts van de lijst der leerlingen of deelnemers afgevoerd a. wegens inschrijving van de jongere op een andere school of instelling; b. wegens vrijstelling op een der gronden, genoemd in artikel 14, nadat aan het hoofd gebleken is, dat aan de artikelen 15 tot en met 18 is voldaan; c. wegens de vrijstelling, bedoeld in artikel 27. Artikel 20. Gronden voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen zijn vrijgesteld van de verplichting te zorgen dat de jongere de school waarop hij staat ingeschreven, geregeld bezoekt, en de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt alsmede de jongere die kwalificatieplichtig is, zijn vrijgesteld van de verplichting de school of de instelling geregeld te bezoeken, indien a. de school onderscheidenlijk de instelling is gesloten of het onderwijs is geschorst; b. bij of op grond van algemeen verbindende voorschriften het bezoeken van de school onderscheidenlijk de instelling is verboden; c. de jongere bij wijze van tuchtmaatregel tijdelijk de toegang tot de school onderscheidenlijk de instelling is ontzegd; d. de jongere wegens ziekte verhinderd is de school onderscheidenlijk de instelling te bezoeken; e. de jongere wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging verhinderd is de school onderscheidenlijk de instelling te bezoeken; f. de jongere vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen slechts buiten de schoolvakanties met hen op vakantie kan gaan; g. de jongere door andere gewichtige omstandigheden verhinderd is de school onderscheidenlijk de instelling te bezoeken. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 12

13 Artikel 21. Leeftijd leerling 1. De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen zijn met betrekking tot de jongere die nog niet de leeftijd van zes jaar heeft bereikt, voor ten hoogste 5 uren per week vrijgesteld van de verplichting om te zorgen dat deze de school waarop hij staat ingeschreven, geregeld bezoekt. Van een beroep op deze vrijstelling wordt mededeling gedaan aan het hoofd. 2. Naast de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, kan het hoofd op verzoek van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen ten behoeve van de jongere bedoeld in het eerste lid, tot ten hoogste 5 uren per week vrijstelling verlenen van de verplichting om te zorgen dat deze de school waarop hij staat ingeschreven, geregeld bezoekt. Artikel 22. Ziekte van leerling Een beroep op vrijstelling wegens ziekte van de jongere kan slechts worden gedaan, indien daarvan binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering aan het hoofd kennis is gegeven, zo mogelijk met opgave van de aard van de ziekte. Artikel 23. Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging Een beroep op vrijstelling wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging kan slechts worden gedaan indien daarvan uiterlijk twee dagen vóór de verhindering aan het hoofd kennis is gegeven. Artikel 24. Vakantie 1. Een beroep op vrijstelling wegens vakantie van de jongere, bedoeld in artikel 20, onder f, kan slechts worden gedaan indien het hoofd op verzoek van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen verlof heeft verleend dat de jongere voor de duur van het verlof de school onderscheidenlijk de instelling niet bezoekt. 2. Verlof als bedoeld in het eerste lid kan door het hoofd slechts eenmaal voor ten hoogste tien dagen per schooljaar worden verleend en kan geen betrekking hebben op de eerste twee lesweken van het schooljaar. Het verlof, bedoeld in de eerste volzin, kan aan de jongere die kwalificatieplichtig is slechts worden verleend tot een evenredig deel van het aantal dagen dat hij op grond van artikel 13 verplicht is onderwijs te volgen. Artikel 25. Kennisgeving bij beroep op vrijstelling Een beroep op vrijstelling wegens ziekte van de jongere, wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging wordt gedaan door middel van kennisgeving aan het hoofd door de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen, tenzij de leerplichtige jongere of de jongere die kwalificatieplichtig is niet meer woonachtig is bij deze personen, in welk geval de kennisgeving wordt gedaan door de jongere zelf. Artikel 26. Andere gewichtige omstandigheden 1. Een beroep op vrijstelling wegens andere gewichtige omstandigheden als bedoeld in artikel 20 onder g kan slechts worden gedaan, indien het hoofd op verzoek van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen verlof heeft verleend, dat de jongere de school onderscheidenlijk de instelling tijdelijk niet bezoekt. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 13

14 2. Indien geen verlof is gevraagd, kan het hoofd alsnog verlof verlenen, indien hem binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering de redenen daarvan worden medegedeeld. 3. Het hoofd kan ten aanzien van dezelfde jongere wegens de in het eerste lid bedoelde omstandigheden voor ten hoogste tien dagen per schooljaar verlof als bedoeld in dat lid verlenen. Indien het verlof ten aanzien van dezelfde jongere wordt gevraagd voor meer dan tien dagen per schooljaar, besluit de ambtenaar van het openbaar lichaam waar de jongere woonachtig is, het hoofd gehoord. Het verlof, bedoeld in de eerste volzin, kan aan de jongere die kwalificatieplichtig is slechts worden verleend tot een evenredig deel van het aantal dagen dat hij op grond van artikel 13 verplicht is onderwijs te volgen. Artikel 27. Vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs In andere gevallen dan genoemd in artikel 14 kan het bestuurscollege op grond van bijzondere omstandigheden vrijstelling verlenen van de in artikel 11 opgelegde verplichtingen, indien wordt aangetoond, dat de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet. Artikel 27a. Vrijstelling en vertrek van een openbaar lichaam Bij vertrek uit een openbaar lichaam is een leerplichtige jongere die afwezig zal zijn gedurende de tijd dat er onderwijs wordt gegeven, in het bezit van een verklaring waaruit blijkt dat: a. hem vrijstelling, ontheffing of verlof is verleend als bedoeld in deze wet, of b. hij zich heeft uitgeschreven uit het bevolkingsregister teneinde zich buiten het desbetreffende openbaar lichaam te vestigen. 5. Toezicht op de naleving van de wet Artikel 28. Leerplichtambtenaren 1. Het toezicht op de naleving van deze wet is opgedragen aan het bestuurscollege. Het wijst daartoe een of meer ambtenaren aan. 2. Alvorens hun ambt te aanvaarden, leggen deze ambtenaren in handen van de gezaghebber de eed of de belofte af, waarvan het formulier bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. 3. Deze ambtenaren zijn bevoegd hun taak uit te oefenen ten aanzien van leerlingen die in een van de openbare lichamen woon- of verblijfplaats hebben. 4. Het bestuurscollege stelt een instructie vast voor deze ambtenaren, die ten minste bevat: a. de wijze waarop de ambtenaren aan de in de artikelen 26, derde lid, 34 en 35 bedoelde taken uitvoering geven; b. de wijze waarop de gevallen van schoolverzuim die ter kennis van het openbaar lichaam worden gebracht, worden behandeld; c. de wijze waarop de ambtenaren bij de uitvoering van hun taken overleg plegen en samenwerken met hun ambtgenoten; d. de aanwijzing van de diensten en instellingen waarmee de ambtenaren bij de uitvoering van hun taken dienen samen te werken. 5. Deze ambtenaren zijn belast met de opsporing van de bij deze wet strafbaar gestelde feiten, onverminderd artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 14

15 Artikel 29. Toezicht op de naleving 1. Ambtenaren als bedoeld in artikel 28, tonen bij de uitvoering van hun taak op verzoek van belanghebbenden hun legitimatiebewijs. Deze ambtenaren hebben toegang tot scholen en tot andere plaatsen, niet zijnde woningen, voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van hun taak, en kunnen zich indien nodig met behulp van de ambtenaren, genoemd in artikel 36, toegang verschaffen. Deze ambtenaren kunnen zich doen vergezellen van door hen aangewezen personen. 2. Een ieder is verplicht deze ambtenaren medewerking te verlenen door hun aanwijzingen te volgen, de door hen gevraagde inlichtingen volledig en naar waarheid te verstrekken en de benodigde bijstand te verstrekken, een en ander voor zover die medewerking redelijkerwijs nodig is bij de uitvoering van hun toezichthoudende taak. Artikel 29a. Controle op naleving leerplicht door ambtenaren belast met de grensbewaking 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 28 kunnen ambtenaren belast met de grensbewaking, bedoeld in de Wet toelating en uitzetting BES, indien er ernstige twijfel bestaat of er wordt voldaan aan de verplichting de school of de instelling geregeld te bezoeken, bij vertrek van een openbaar lichaam van een jongere op wie artikel 6 of 11 van toepassing is, eisen dat deze de verklaring, bedoeld in artikel 27a, toont. 2. De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, belet de jongere die niet over de in het eerste lid bedoelde verklaring beschikt, de toegang tot luchtvaartuigen of schepen. 3. De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, stelt de ambtenaar, bedoeld in artikel 28, zo spoedig mogelijk in kennis van een beslissing als bedoeld in het tweede lid. Artikel 30. Gemeenschappelijke regeling betreffende toezicht Gemeenschappelijke regelingen op de openbare lichamen betreffende het toezicht op de naleving van deze wet, alsmede wijziging of intrekking daarvan, worden mede ter kennis gebracht van Onze Minister en van de openbare lichamen die bij de regeling zijn aangesloten. Artikel 31. Kennisgeving in- en afschrijvingen 1. De hoofden geven aan het bestuurscollege binnen zeven dagen kennis van de in- en afschrijving van leerlingen ten aanzien van wie deze wet van toepassing is. Een beslissing tot verwijdering van een leerling wordt terstond gemeld. 2. Indien de jongere geen volledig onderwijsprogramma volgt, geeft het hoofd van een instelling aan het bestuurscollege bericht van het programma van de combinatie leren en werken, bedoeld in artikel 13, eerste lid, dat door de jongere wordt gevolgd. 3. De hoofden geven aan het bestuurscollege en aan de ambtenaar alle inlichtingen die deze in verband met de uitvoering van deze wet verlangen. 4. In de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, en in de mededeling, bedoeld in het tweede lid, vermeldt het hoofd zo mogelijk het persoonsgebonden nummer BES van de jongere. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 15

16 Artikel 32. Controle absoluut schoolverzuim door het bestuurscollege Het bestuurscollege controleert of de jongeren die als ingezetene zijn ingeschreven en nog leerplichtig of kwalificatieplichtig zijn, overeenkomstig de bepalingen van deze wet als leerling of deelnemer staan ingeschreven. Artikel 33. Kennisgeving relatief verzuim 1. Indien een ingeschreven leerling van een school ten aanzien van wie deze wet van toepassing is zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken meer dan zestien uren les- of praktijktijd bedraagt, geeft het hoofd van de school hiervan onverwijld kennis aan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waar de leerling woon- of verblijfplaats heeft. 2. Indien een ingeschreven leerling van een instelling ten aanzien van wie deze wet van toepassing is zonder geldige reden gedurende een periode van vier opeenvolgende lesweken in totaal zestien uren van de lestijd heeft verzuimd, geeft het hoofd van de instelling hiervan onverwijld kennis aan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waar de leerling woon- of verblijfplaats heeft. 3. In de kennisgeving, bedoeld in het eerste en tweede lid, vermeldt het hoofd zo mogelijk het persoonsgebonden nummer BES van de jongere. Artikel 34. Onderzoek door leerplichtambtenaar 1. Indien blijkt, dat een leerplichtige of kwalificatieplichtige jongere niet als leerling of deelnemer staat ingeschreven, zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, of indien een kennisgeving is ontvangen als bedoeld in artikel 33 stelt de ambtenaar vanwege het bestuurscollege een onderzoek in. Hij hoort de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen en tracht hen ertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen. 2. Blijkt aan de ambtenaar dat de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen weigeren de jongere als leerling van een school onderscheidenlijk als deelnemer bij een instelling te laten inschrijven, zonder dat zij op grond van artikel 14 of 27 van deze verplichting zijn vrijgesteld, of dat zij niet zorgen, dat de leerplichtige jongere de school of de jongere die kwalificatieplichtig is de school of instelling geregeld bezoekt, zonder dat zij op grond van artikel 20 van deze verplichting zijn vrijgesteld, dan zendt hij proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie. 3. Blijkt aan de ambtenaar, dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of de jongere die kwalificatieplichtig is het onderwijs aan de school of aan de instelling niet geregeld volgt zonder dat de jongere op grond van artikel 20 van deze verplichting is vrijgesteld, dan hoort hij de jongere en tracht hem ertoe te bewegen zijn verplichtingen na te komen. Indien blijkt dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, of de jongere die kwalificatieplichtig is, weigert deze verplichtingen na te komen, zendt de ambtenaar proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie. 4. Indien een onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, onderzoekt de ambtenaar binnen vier weken nadat de ouders hiervan op de hoogte zijn gesteld, of de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen de jongere bij een school hebben ingeschreven dan wel of een grond voor vrijstelling aanwezig is. Indien geen sprake is van een inschrijving bij een school dan wel een vrijstelling als bedoeld in artikel 14 of 27, wijst hij onverwijld de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen op de verplichting, bedoeld in dat artikel. Indien de jongere niet binnen vier weken nadat de ambtenaar de in de vorige volzin bedoelde personen op hun verplichting heeft gewezen op een school staat Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 16

17 ingeschreven en geen sprake is van een vrijstelling als bedoeld in artikel 14 of 27, zendt de ambtenaar proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie. 5. Indien de in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen reeds eerder zijn veroordeeld wegens het niet nakomen van de verplichtingen, opgelegd in artikel 6, eerste lid, of artikel 11, zendt de ambtenaar een afschrift van het proces-verbaal aan de raad voor de kinderbescherming. Artikel 35. Overtreding arbeidsverbod Indien aan het hoofd of aan de ambtenaar blijkt, dat een jongere in strijd met de ter zake geldende voorschriften arbeid verricht, geven zij hiervan terstond kennis aan een daartoe door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen onder hem ressorterende ambtenaar. Artikel 36. Bevoegdheden politie Ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, zijn bevoegd een jongere die zij onder schooltijd op een voor het publiek toegankelijke plaats aantreffen, te brengen naar het hoofd van de school waarop de jongere als leerling staat ingeschreven. Artikel 37. Jaarverslag openbaar lichaam en verstrekking statistische gegevens 1. Het bestuurscollege brengt jaarlijks vóór 1 oktober verslag uit aan de eilandsraad over het in het laatst afgesloten school- of cursusjaar in het openbaar lichaam gevoerde beleid inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan. 2. Het bestuurscollege doet jaarlijks een opgave aan Onze Minister van de omvang en behandeling van het aan hem gemelde schoolverzuim in het openbaar lichaam. 3. Het hoofd doet jaarlijks een opgave aan Onze Minister van de omvang van het schoolverzuim aan zijn school of instelling. 6. Strafbepalingen Artikel 38. Strafbedreiging verantwoordelijke personen 1. De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen die de in artikel 6, eerste lid, of artikel 11 opgelegde verplichtingen niet nakomen, worden gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie. 2. De leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of de jongere die kwalificatieplichtig is, die de verplichting tot geregeld volgen van het onderwijs niet nakomt, wordt gestraft met een hoofdstraf als genoemd in artikel 79h, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrecht BES, met dien verstande dat de geldboete een geldboete van de tweede categorie is. Artikel 39. Strafbedreiging hoofd Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft het hoofd dat: a. in strijd handelt met artikel 24, tweede lid, of artikel 26, derde lid, eerste volzin, b. niet voldoet aan een der verplichtingen, opgelegd in de artikelen 31 of 33, of c. bij de uitvoering van deze wet onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekt. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 17

18 Artikel 40. Overtreding De bij deze wet strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. 7. Slot- en overgangsbepalingen Artikel 41. Nadere voorschriften 1. Bij ministeriële regeling worden nadere voorschriften gegeven voor de uitvoering van deze wet en worden de modellen vastgesteld van de kennisgevingen en mededelingen, bedoeld in de artikelen 15, 31, 33 en 37, tweede en derde lid. Bij deze regeling kan tevens worden bepaald dat de in artikel 37, tweede of derde lid, bedoelde opgave niet wordt gedaan aan Onze Minister maar aan het Centraal Bureau voor de Statistiek. 2. De formulieren van de kennisgevingen en mededelingen, bedoeld in de artikelen 15, 31 en 33 zijn voor de belanghebbenden kosteloos op het bestuurskantoor van het openbaar lichaam verkrijgbaar. De formulieren voor de opgaven van gegevens ten behoeve van statistisch onderzoek als bedoeld in artikel 37, tweede en derde lid worden door het Rijk verstrekt. Artikel 42. Oude ontheffingen, vrijstellingen en verzoeken 1. Ontheffingen en vrijstellingen die krachtens de Leerplichtlandsverordening of krachtens de Leerplichtwet BES zoals die wet op 10 oktober 2010 is komen te luiden, zijn verleend, worden geacht te zijn verleend krachtens deze wet voor de resterende duur waarvoor zij werden verleend. 2. Verzoeken die op grond van artikel 4 van de Leerplichtlandsverordening zoals luidend op 9 oktober 2010 of op grond van artikel 4 van de Leerplichtwet BES, zoals dat artikel op 10 oktober 2010 is komen te luiden, zijn gedaan en waarop op die dag nog niet is beslist, worden afgehandeld met inachtneming van de regels die bij of krachtens de Leerplichtlandsverordening zijn gesteld. Artikel 43. Overgangsbepaling scholen waaraan aan leerplicht wordt voldaan Een school die op 9 oktober 2010 was aangemerkt als een niet bekostigde school, wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit artikel aangemerkt als een school als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3. Artikel 44. Citeertitel E Deze wet wordt aangehaald als: Leerplichtwet BES. Artikel komt als volgt te luiden: Artikel De Mediawet BES komt als volgt te luiden: 1. Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 18

19 onder: Commissariaat: Commissariaat voor de Media, genoemd in artikel 7.1, eerste lid, van de Mediawet 2008; omroepdienst: dienst die betrekking heeft op het verzorgen van programma-aanbod dat op basis van een chronologisch schema dat is vastgesteld door de verzorger die redactioneel verantwoordelijk is voor het programma-aanbod door middel van uitzending langs radioelektronische weg wordt verspreid voor gelijktijdige ontvangst door het algemene publiek of een deel daarvan; omroepinstelling: privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid of natuurlijke persoon die een omroepdienst verzorgt; Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; politieke partij: vereniging waarvan de aanduiding op grond van artikel G 1, G 3, Q 6 of Ya 48 van de Kieswet is geregistreerd in het register van aanduidingen voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer, Eerste Kamer of eilandsraad; programma: elektronisch product met beeld- of geluidsinhoud dat duidelijk afgebakend is en als zodanig herkenbaar onder een afzonderlijke titel via een omroepdienst wordt verspreid; programma-aanbod: geheel van programma s inclusief elektronische producten met beeld- of geluidsinhoud tussen de programma s, dat wordt verspreid via een omroepdienst; radio-omroep: omroepdienst die betrekking heeft op radioprogrammaaanbod; radioprogramma: programma met uitsluitend geluidsinhoud; reclameboodschap: uiting in welke vorm dan ook waarmee onmiskenbaar wordt beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienst, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen; sluikreclame: het anders dan op grond van deze wet als reclameboodschap vermelden of tonen van namen, (beeld)merken, producten, diensten of activiteiten van personen, bedrijven of instellingen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd of mede wordt beoogd reclame te maken, met dien verstande dat het oogmerk in elk geval aanwezig is als de vertoning of vermelding tegen betaling of soortgelijke vergoeding geschiedt; sponsoren: het verstrekken van financiële of andere bijdragen door een onderneming of een natuurlijke persoon die zich gewoonlijk niet bezighoudt met omroepactiviteiten of met de vervaardiging van audiovisuele producties, ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van programma-aanbod, teneinde verspreiding daarvan te bevorderen of mogelijk te maken; teletekst: televisieprogramma dat uitsluitend bestaat uit stilstaande tekstbeelden die door de kijker in een door hem bepaalde volgorde en op een door hem bepaald tijdstip kunnen worden geraadpleegd; televisieomroep: omroepdienst die betrekking heeft op televisieprogramma-aanbod; televisieprogramma: programma met beeldinhoud, al dan niet mede met geluidsinhoud. 2. Onder reclameboodschap als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstaan het oproepen tot steun aan of het gunstig stemmen ten aanzien van instellingen met een wetenschappelijk, cultureel, godsdienstig, levensbeschouwelijk, politiek of liefdadig karakter, voor zover dat geen betrekking heeft op het kopen van een bepaald product of het gebruiken van een bepaalde dienst die in de handel verkrijgbaar is. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 19

20 2. Toestemming Artikel 2 Het verzorgen van een omroepdienst in het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba is alleen toegestaan met toestemming van het Commissariaat. Artikel 3 1. Een toestemming als bedoeld in artikel 2 wordt op aanvraag verleend en geldt voor tien jaar. 2. Een toestemming wordt slechts verleend aan een aanvrager aan wie een machtiging als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen BES is verleend. 3. Een toestemming is niet overdraagbaar en vervalt van rechtswege na afloop van de toestemmingsperiode. 4. In de toestemming wordt aangegeven op welk openbaar lichaam of openbare lichamen deze betrekking heeft en of deze betrekking heeft op radio-omroep of televisieomroep. Op grond van een toestemming voor televisie-omroep is het tevens toegestaan teletekst te verzorgen. 5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de indiening van en de besluitvorming op een aanvraag. Artikel 4 1. Het Commissariaat kan een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, afwijzen indien: a. de gegevens die door de aanvrager bij de aanvraag zijn ingediend onjuist of onvolledig zijn; of b. redelijkerwijs te verwachten is dat de aanvrager zich niet zal houden aan het bepaalde bij of krachtens deze wet. 2. Het Commissariaat kan een toestemming intrekken indien de omroepinstelling: a. daarom verzoekt; b. bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens blijkt te hebben verstrekt; of c. overigens niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze wet. 3. Voorschriften voor verspreiden programma s Artikel 5 1. Een omroepinstelling bepaalt, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze wet, vorm en inhoud van het door haar verzorgde programma-aanbod en is daar verantwoordelijk voor. 2. Een omroepinstelling brengt in overeenstemming met de werknemers die zijn belast met de verzorging en samenstelling van het programma-aanbod een redactiestatuut tot stand waarin de journalistieke rechten en plichten van deze werknemers zijn geregeld. Artikel 6 Een omroepinstelling verspreidt geen programma-aanbod dat de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen ernstige schade kan toebrengen. Eerste Kamer, vergaderjaar , , B 20

Verantwoordelijke personen Begin en einde van de verplichting tot inschrijving

Verantwoordelijke personen Begin en einde van de verplichting tot inschrijving 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Artikel 1a. Artikel 1b. Begripsbepalingen Aanwijzing scholen en instellingen Meerderjarige leerplichtigen 2. Leerplicht Artikel 2. Artikel 3. Artikel 3a. Artikel 3b. Artikel

Nadere informatie

Leerplichtwet Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Leerplichtwet Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Leerplichtwet 1969 Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging

Nadere informatie

Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969

Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969 Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969 Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland - B (Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire,

Nadere informatie

Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969

Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969 Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969 Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

WET van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969

WET van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969 WET van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969 WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 203 Wet van 24 mei 2007 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet inburgering in verband met onder meer de invoering van een kwalificatieplicht

Nadere informatie

Leerplichtwet 1969 Page 1 of 27. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Leerplichtwet 1969 Page 1 of 27. Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Leerplichtwet 1969 Page 1 of 27 (Tekst geldend op: 25-03-2003) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort regeling: OCenW Geen Geen Officieel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 925 Voorstel van wet van de leden Jadnanansing en Rog tot wijziging in de Leerplichtwet 1969 en enkele andere wetten ter introductie van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, A 2007 I**I N 43 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 22 ste juni 2007 houdende wijziging van de Leerplichtlandsverordening (P.B. 1991, no. 85) IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 645 Aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 194 Wet van 29 april 2010 tot vaststelling van regels over referentieniveaus voor de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen (Wet referentieniveaus

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 74 Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing aan de invoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 157 Wet van 8 maart 2012 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs,

Nadere informatie

Extra verlof: alleen in bijzondere gevallen

Extra verlof: alleen in bijzondere gevallen Extra verlof: alleen in bijzondere gevallen Voor alle ouders van kinderen in het basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs Het belang van onderwijs voor uw kind De toekomst van uw kind

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 323 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 222 Wet van 28 april 2005, houdende tijdelijke regels betreffende experimenten in het hoger onderwijs op het gebied van vooropleidingseisen aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Onderwijs, zorg en de Leerplichtwet

Onderwijs, zorg en de Leerplichtwet Handreiking Onderwijs, zorg en de Leerplichtwet De behoefte aan maatwerkoplossingen voor jongeren die (tijdelijk) geheel of gedeeltelijk niet naar school kunnen, is groot, zeker na de invoering van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 56 Wet van 21 januari 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het bevorderen van een arbeidsmarktrelevant

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 313 Wet van 1 juli 1999, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met onder meer de bestrijding van seksueel misbruik en seksuele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 366 Wet van 11 september 2013 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de registratie van vrijstellingen

Nadere informatie

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN 79 Volksgezondheidswetgeving Landsverordening beperking vestiging medische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 14 Wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer vereenvoudiging van de bekostigingsbepalingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 362 Wet van 5 oktober 2016, houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 380 Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 193 Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 187 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren

: LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren Intitulé : LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren Citeertitel: Leerplichtverordening Vindplaats : AB 2011 no. 82 Wijzigingen: Geen Artikel 1 1. In

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 157 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 814 Wijziging van de rbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 436 Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 157 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 829 Wet van 16 december 2010 tot tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 331 Aanpassing van onder meer de Wet studiefinanciering BES met het oog op codificatie van de ontstane uitvoeringspraktijk van de studiefinanciering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 146 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatie Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: CONCEPT Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 948 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het bevorderen van een arbeidsmarktrelevant en doelmatig opleidingenaanbod

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 878 Bundeling en aanpassing van regels over de registers met betrekking tot onderwijsdeelnemers (Wet register onderwijsdeelnemers) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 331 Aanpassing van onder meer de Wet studiefinanciering BES met het oog op codificatie van de ontstane uitvoeringspraktijk van de studiefinanciering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 878 Bundeling en aanpassing van regels over de registers met betrekking tot onderwijsdeelnemers (Wet register onderwijsdeelnemers) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 890 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing aan de invoering van een kwalificatieplicht

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 993 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

2011 no. 82 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2011 no. 82 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2011 no. 82 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 23 december 2011 houdende de invoering van een leerplicht voor jongeren (Leerplichtverordening) Uitgegeven, 28 december 2011 De minister van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14 501 Wijziging van de Overgangswet WVO. (herziening regeling t.a.v. de bewijzen van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs) Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 356 Wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs,

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Voorstel van Wet tot wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 193 Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 691 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 874 (R 1777) Goedkeuring en uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 291 Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening) A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 598 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de stichting

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van het onderwijs (Algemene wet onderwijs)

Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van het onderwijs (Algemene wet onderwijs) Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van het onderwijs (Algemene wet onderwijs) Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 509 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 339 Wet van 28 juni 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 323 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wet van.. tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op het onderwijstoezicht en het Wetboek van Strafrecht, in verband met het tegengaan van misleidend gebruik

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 683 Wijziging van onder meer de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 16 25 872 (R1606) Herstel van gebreken en leemten in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 alsmede het laten vervallen van de verplichte

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 521 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 947 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 352 Wet van 5 juli 2001 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 150 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 50 Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 593 Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Vakantiewet 1949 BES, zoals

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet van houdende wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

Eerste Kamer Staten-Generaal 1

Eerste Kamer Staten-Generaal 1 Eerste Kamer Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008-2009 31324 (R1844) Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN RIJKSWET 20

Nadere informatie

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met ontoegankelijkmaking van gegevens op het internet, strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen van gegevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 2 VOORSTEL VN WET Wij eatrix, bij

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet) T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - 2 G E N E R A A L Vergaderjaar 2011-2012 33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Nadere informatie