TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting MARKT VAN HET HANDELSPAPIER MET HALFLANGE LOOPTIJD VAN BELGIE NATIONALE BANK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting MARKT VAN HET HANDELSPAPIER MET HALFLANGE LOOPTIJD VAN BELGIE NATIONALE BANK"

Transcriptie

1 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIIe Jaargang, Deel I, N` 1 Januari 1967 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank. INHOUD : Markt van het handelspapier met halflange looptijd Hoofdstuk XII «Vorderingen en schulden in de Belgische economie» en Hoofdstuk XIII a Geldscheppende instellingen» van het statistische gedeelte Literatuur in verband met de economische en financiële problemen van België Economische wetgeving Statistieken. MARKT VAN HET HANDELSPAPIER MET HALFLANGE LOOPTIJD Onderhavige tekst is het verslag van een werkgroep van de Regeringscommissie voor de studie van de financiële problemen van de economische expansie, die haar werkzaamheden voortzet onder het voorzitterschap van de heer F. De Voghel, vicegouverneur van de Nationale Bank van België ( 1 ). De Commissie had, op 31 maart 1962, een eerste rapport afgeleverd betreffende alle vraagpunten nopens welke zij verzocht was bij voorrang concrete voorstellen te doen. Overeenkomstig een beslissing genomen door het Ministerieel Comité voor Economische en Sociale Coördinatie in zijn zitting van 20 april 1966, vroeg de Regering de Commissie haar ( 1 ) De werkgroep was als volgt samengesteld : HH F De Voghel, J. Basyn, R. Beauvois (plaatsvervanger : Mej. G. Van Poucke), P. Callebaut (plaatsvervanger : de H. R. Mouling), E. de Brabandere, H. Dewèvre, M. Eyskens, A. Florquin, A. Lamfalussy, J. Mertens, D. Ponlot (plaatsvervanger : de H. M. Brismé), R. Pulinckx (plaatsvervanger : de H. Cl. De Bièvre), G. Scheyven (plaatsvervanger : de H. F. Van Gelder), M. Van Audenhove, R. Vandeputte (plaatsvervanger : de H. G. Rogissart), L. Wauters (plaatsvervanger : A. Leeman). De werkgroep hoorde de volgende personaliteiten : HH M. Lefebvre, F. Collin, J. Cogels, H. Lemaire, M. Leclercq, G. Cambier, P. Scholier. Zij ontving bovendien geschreven mededelingen van Burggraaf Ch. de Jonghe d'ardoye en van de H. G. Martin. Het verslag van de werkgroep geeft alleen de opvatting weer van de leden van die groep en niet die van al de leden van de Commissie. werkzaamheden over de hierna volgende punten voort te zetten : verbetering van de werking van de beurs en studie van haar internationalisatie; uitbreiding van een, markt voor papier met halflange looptijd dat kredieten aan de nijverheid vertegenwoordigt en van een markt van papier met halflange looptijd dat betrekking heeft op uitvoertransacties; coördinatie van de instellingen die sociale spaargelden beheren; organisatie van. de geldmarkt en verbete ing van de instrumenten van de monetaire politiek en van de werkmiddelen van het Rentenfonds, inzonderheid wat betreft de technische voorwaarden van het beheer van de openbare schuld; investeringsbanken en problemen van het risicodragend kapitaal; uitwerking van regels tot het eenvormig maken van de balans en de winst en, verliesrekening van de vennootschappen., eventueel per bedrijfssector, en ruimere, veelvuldigere en meer stelselmatige voorlichting van de spaarders; wat in het bijzonder de holdingmaatschappijen betreft, bepaling van de geschikte middelen ter verzekering van :

2 2 a) hun medewerking aan de programmering en de verwezenlijking van de economische expansie, alsook aan de financiële en wetenschappelijke programmering op het hoogste vlak; b) de tussenkomst in de schoot van die maatschappijen van revisoren gekozen onder de bankrevisoren; c) een betere voorlichting van de spaarders; studie van de geschikte middelen om periodiek en op oordeelkundige wijze een raming te maken van de leningsmogelijkheden op de kapitaalmarkt gedurende het volgende jaar. Afzonderlijke termijnen konden worden vastgesteld voor de indiening der verslagen betref lende elk der onderdelen van de opdracht. Het onderhavige verslag werd opgesteld door de werkgroep die belast werd met de studie van de ontwikkeling van een markt voor handelspapier met halflange looptijd dat kredieten aan de industrie vertegenwoordigt en van een markt voor papier met, halflange looptijd dat betrekking heeft op uitvoertransacties. Het wordt gevolgd door vier bijlagen, respectievelijk betreffende de opgenomen bedragen van de kredieten op halflange en lange termijn, de markt van het handelspapier met halflange looptijd gehouden door het Herdisconteringen Waarborginstituut, wettelijke en reglementaire bepalingen en, tenslotte, de mobilisering van kredieten op halflange termijn aan de industrie en de uitvoer in enkele landen. (1) Het beroep van de industrie op het krediet op halflange termijn is de laatste jaren sterk gestegen ten gevolge van verschillende omstandigheden : de investeringen namen toe; de interne besparingen van de bedrijven hielden hiermee geen gelijke, tred; de uitgiften van aandelen bleven vrij beperkt in omvang; de levensduur van de uitrustingsgoederen en van de outillering verminderde, wat meebrengt dat een groter deel van de aangewende financieringsmiddelen een halflange looptijd mag hebben. Uit hetgeen men weet van de financieringsbehoeften van bepaalde sectoren kan men afleiden dat het beroep van de industrie op kredieten op halflange termijn tijdens de komende jaren uitbreiding zal nemen. De beschikbare middelen om de kredieten op halflange termijn aan de industrie te financieren zijn thans reeds omvangrijk aangezien de instellingen die deze kredieten verlenen over aanzienlijke werkmiddelen beschikken ( 1 ). De financieringsmogelijkheden zouden nog verruimd worden door de toetreding van nieuwe kopers tot de markt van het handelspapier met halflange looptijd. Die verruiming zou evenwel kunnen leiden tot een inkrimping van de middelen die ter beschikking worden gesteld van andere sectoren van de economie. ( 1 ) Cf. Bijlage I. (2) Het papier met halflange looptijd kan verschillende soorten verrichtingen vertegenwoordigen. Twee van deze verrichtingen zijn vermeld in de officiële mededeling van de Regering : de kredieten aan de industrie en de kredieten aan de uitvoer. De opdracht maakt geen gewag van de kredieten aan de lagere overheid. De belangrijkheid van het bedrag der uitstaande kredieten van het Gemeentekrediet ongeveer fr. 80 miljard ( 1 ) waarvoor geen enkele mobiliseringsmogelijkheid bestaat moet worden onderlijnd. n sommige landen is er eveneens sprake van de mobilisering van het papier dat betrekking heeft op kredieten voor de woningbouw. Zo werd in Frankrijk onlangs een markt opgericht voor de verhandeling van papier dat hypothecaire schulden vertegenwoordigt; het doel is de verlenging van de looptijd en de verlaging van de rentepercentages van de kredieten voor de huisvesting in de hand te werken ( 2 ). Het probleem van de mobilisering kan bovendien gesteld worden voor het papier dat wordt gecreëerd bij de toekenning van een fabricagekrediet of voor het papier dat betrekking heeft (1) Debetposities in rekeningencourant, leningen op korte en halflange termijn en leningen op lange termijn. (2) Cf. Bijlage IV.

3 3 op leveringen in het land zelf en betaalbaar op halflange termijn ( 1 ). ( 3 ) Uit de opdracht zou kunnen afgeleid worden dat er t twee markten voor halflange kredieten bestaan, de ene voor de kredieten aan de industrie en de andere voor de kredieten aan de uitvoer. Het bestaan van twee markten schijnt evenwel geen rechtvaardiging te kunnen vinden. Men zou zich weliswaar kunnen voorstellen dat bepaalde kopers slechts papier van één van beide categorieën zouden willen of mogen kopen; deze veronderstelling lijkt echter niet alleen weinig waarschijnlijk, maar het is bovendien geenszins uitgesloten dat op een eenheidsmarkt zulke eis zou kunnen ingewilligd worden. Alle andere overwegingen pleiten ten gunste van één enkele markt. (4) De uitvoer van kapitaalgoederen betaalbaar op halflange termijn wordt thans in ruime mate gefinancierd onder de bescherming van de Vereniging voor de Coërdinatie van de Financiering op Halflange Termijn van de Belgische Uitvoer, Creditexport v.z.w.o. De leden van deze Vereniging, opgericht in 1959, zijn, enerzijds, de Nationale Bank, de Algemene Spaar en Lijfrentekas, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Herdiscontering en Waarborginstituut, de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de Nationale Delcrederedienst, anderzijds, een bepaald aantal banken die een bijzonder belang stellen in de verrichtingen van de buitenlandse handel. Krachtens een protocol dat door alle leden van Creditexport, met uitzondering van de Nationale Bank, het Herdiscontering en Waarborginstituut en de Nationale Delcrederedienst, getekend werd, bestaat er een financieringspool waarvan de middelen, sedert mei 1966, fr. 12 miljard bereiken ( 2 ). De leden van de pool gingen de verbintenis aan het advies van Creditexport te vragen nopens alle door hen ontvangen financieringsaanvragen van fr. 5 miljoen en meer betref (1) Het Herdiscontering en Waarborginstituut draagt bij tot de oplossing van dit probleem door aan de banken voor de betrokken kredieten mobiliseringsmogelijkheden te bieden. Cf. Bijlage I. (2) Cf. Bijlage I. fende uitvoer van kapitaalgoederen waarvan de betaling gespreid is over een periode van meer dan 2 jaar, te rekenen vanaf de datum van de levering. Een gunstig advies is normaal afhankelijk van volgende voorwaarden : a) de koper moet ten minste 20 pct. van het bedrag van het contract contant betalen v6(5r de verzending van de goederen; b) regelingen moeten getroffen worden opdat de betaling van de schuld zou geschieden door middel van termijnaflossingen van een zelfde bedrag met tussenpozen van ten hoogste zes maanden (of een jaar in uitzonderlijke gevallen) ; c) het papier moet geviseerd zijn door de Nationale Bank en de verrichting moet verzekerd zijn bij de Nationale Delcrederedienst. Indien Creditexport een gunstig advies geeft, wordt het papier dat het uitvoerkrediet vertegenwoordigt bij de pool geherdisconteerd. Elk lid van de pool draagt tot deze herdiscontering bij in verhouding tot zijn aandeel in de pool. Met het doel de financieringskosten te drukken wordt het papier geviseerd door de Nationale Bank, waarvan de resterende looptijd niet meer dan 180 dagen bedraagt, sedert begin 1966 overgenomen door de kredietinstelling die het bij de pool had aangeboden en zulks tegen het rentepercentage dat van kracht is bij het Herdiscontering en Waarborginstituut voor het geviseerde exportpapier met dezelfde looptijd. Het papier dat kredieten van minder dan fr. 5 miljoen of met minder dan 2 jaar looptijd vertegenwoordigt en dat dus niet bij Creditexport kan aangeboden worden, kan afgestaan worden aan het Herdiscontering en Waarborginstituut, op voorwaarde dat het door de Nationale Bank wordt geviseerd. Rekening houdend met de zoëven beschreven modaliteiten van de werking van Creditexport en zijn pool, zou een ontwikkeling van de markt voor papier met halflange looptijd niet onmiddellijk de mogelijkheden van de uitvoerfinanciering verruimen. Het is evenwel geenszins uitgesloten dat deze markt in een later stadium ter zake een belangrijke taak zal hebben te vervullen. ( 5 ) Er bestaat geen wettelijke bepaling van het begrip halflange looptijd. Waarschijnlijk is het niet nodig de uiterste looptijden van het papier dat op die markt verhandeld wordt, nauwkeurig te begrenzen. De organisatoren van

4 4 deze markt moeten zich veeleer laten leiden door de ondervinding. Er zou, naar het schijnt, geen principieel bezwaar bestaan tegen de verhandeling van papier op meer dan 5 jaar. De verkoop van zulk papier zou een financieringsverrichting veeleer dan een mobiliseringsverrichting zijn; een lid was van mening dat de markt voor papier met halflange looptijd vooral voor de tweede soort verrichtingen zou moeten dienen. Er moet evenwel voor gewaakt worden dat het eventueel hoger rendementspercentage van het papier op meer dan 5 jaar geen opwaartse druk uitoefent op de rente van het papier met minder lange looptijd. (6) Sedert ongeveer drie jaar houdt het Herdiscontering en Waarborginstituut zich bezig met de organisatie van een markt voor papier met halflange looptijd. Het bereikte reeds sommige tastbare resultaten, aangezien het uitstaande bedrag van het door zijn bemiddeling verhandelde papier per einde oktober 1966 fr. 2,5 miljard bedroeg ('). Het Instituut bezit een uitgebreide kennis van de instellingen die aan deze markt deelnemen; zijn interne organisatie maakt het bovendien mogelijk de transacties met spoed af te handelen en het papier op naam en voor rekening van de kopers te bewaren, derwijze dat laatstgenoemden ontlast worden van elke kostbare of tot vergissing leidende manipulatie. Door zijn gemengd statuut onderhoudt het nauwe betrekkingen met de publieke en particuliere kredietsector en aangezien het niet rechtstreeks deelneemt aan de financiering van de ondernemingen, komt het niet in concurrentie met de instellingen die de markt van middelen moeten voorzien. Het is derhalve bijzonder geschikt om de verbinding tot stand te brengen tussen de deelnemers aan de markt van het. handelspapier met halflange looptijd. Aangezien het over middelen beschikt om zelf een bepaalde hoeveelheid papier te financieren, kan het er gemakkelijker voor instaan dat het aanbod wordt opgenomen en de vraag gedekt, zelfs indien een en ander betrekking hebben op verschillende bedragen en verschillende looptijden; dit kan eventueel gebeuren door een verrichting over verschillende kopers te verdelen en door gebruik te maken van de (1) Cf. Bijlage II. techniek der verrichtingen met een conventionele vervaldag. Dank zij de tussenkomst van het Instituut is de verkoper niet verplicht zelf eventuele kopers te zoeken. Meestal vermijdt het Instituut de naam van de instelling die het papier aanbiedt bekend te maken aan de eventuele kopers, behalve aan die welke tenslotte de verrichting afsluit; de aangezochte koper kan gemakkelijker weigeren wanneer hij weet dat de verkoper niet in kennis zal worden gesteld van zijn weigering; bij rechtstreekse onderhandelingen zou het moeilijker kunnen zijn de handtekening van de verkoper af te wijzen. Het Instituut kan enerzijds voorstellen tot verkoop inzamelen en anderzijds beleggingsbeslissingen uitlokken, zonder dat persoonlijke of institutionele betrekkingen de totstandkoming van verrichtingen verhinderen. In het algemeen brengt het Instituut de koper niet op de hoogte van de identiteit van de industriële of handelsonderneming die het krediet ontvangt. Deze procedure is eveneens gebruikelijk op de private markt van kortlopend papier. Weliswaar bestaat er in dit verband een verschil tussen deze markt en de markt van het papier met halflange looptijd : rekening houdend met de veel langere looptijd van het afgestane papier, heeft de koper op laatstgenoemde markt er meer belang bij de waarde te kennen van alle handtekeningen die op het papier voorkomen, dan de koper op de markt van het kortlopend papier. Niettegenstaande deze overweging, schijnt de ondervinding erop te wijzen dat de geheimhouding van de identiteit van de industriële of handelsonderneming die het krediet ontvangt, de ontwikkeling van het aanbod van papier met halflange looptijd bevordert. Het Instituut kan trouwens steeds in bijzondere gevallen afwijken van deze handelwijze, na het akkoord verkregen te hebben van de instelling die het krediet verleend heeft. Aangezien de koper een oordeel moet kunnen vormen betreffende de waarde van het hem verkochte actief, stelt het Instituut hem in kennis van de identiteit van de verkoper, d.w.z. van de instelling die het papier endosseert. ( 7 ) Ongeacht de voordelen van het huidige stelsel, is er geen reden om te eisen dat alle ver

5 5 richtingen door bemiddeling van het Instituut zouden worden afgehandeld. Aangezien de kopers en de verkopers van het betrokken handelspapier elkaar kunnen kennen, is het niet uitgesloten dat ze eventueel rechtstreekse verrichtingen zouden doen. Ook mag de veronderstelling niet uitgesloten worden dat, in een later stadium, andere makelaars belangstelling zouden tonen voor de markt van het papier met halflange looptijd en tot haar ontwikkeling zouden bijdragen. (8) De rentevoet is niet gelijk voor alle transacties, maar varieert in verhouding tot de looptijd van het papier. Hij zou eventueel kunnen verschillen volgens de hoedanigheid van de cedent, wat bepaalde verkopers (bijv. die waarvan de verplichtingen door de Staat gewaarborgd zijn) in staat zou stellen een gunstiger rentevoet te verkrijgen. Thans schijnen de kopers het evenwel niet wenselijk te oordelen een onderscheid te maken tussen de verschillende handtekeningen die hun worden voorgesteld. De provisie van het Herdiscontering en Waarborginstituut, vroeger 1/16 pct. per jaar plus een bewaarloon, werd onlangs verminderd tot 1/20 pct. per jaar, alle kosten inbegrepen. Hun vraag naar papier kan evenwel geremd worden door het feit dat voor het berekenen van de klasseringscoëfficiënt die de in acht te nemen coëfficiënt der eigen middelen bepaalt ( 1 ), het papier met halflange looptijd (exclusief de accepten van andere banken) een weging heeft van 75 pct., zelfs wanneer het de handtekening draagt van een bank of een overheidsinstelling. Die regeling zou eveneens een hinderpaal kunnen betekenen voor de arbitrageverrichtingen die de banken zouden willen doen om hun portefeuille handelspapier meer liquide te maken, door langlopend papier af te staan om korter papier te kopen; inderdaad, aangezien het afgestane papier verder in aanmerking zou worden genomen voor 25 pct., zou de weging, die vóór de arbitrageverrichting 75 pct. van het papier in portefeuille bedroeg, ten gevolge van deze verrichting stijgen tot 75 pct. van het papier in portefeuille plus 25 pct. van het afgestane papier, zijnde in totaal 100 pct. van het papier in portefeuille. Het Herdiscontering en Waarborginstituut heeft de Bankcommissie verzocht na te gaan of het niet mogelijk zou zijn de weging van het papier voorzien van de handtekening van een bank of van een overheidsinstelling te verminderen. (9) De Algemene Spaar en Lijfrentekas, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de banken zijn de voornaamste instellingen die kredieten op halflange termijn toestaan aan de industrie en zij zijn eveneens de voornaamste instellingen die thans op de markt van het papier met halflange looptijd optreden. (10) De banken komen op de markt als verkopers, in de mate dat zij niet over voldoende werkmiddelen met passende termijnen beschikken om hun portefeuille papier met halflange looptijd te financieren; ze treden ook op als verkopers en kopers met het oog op arbitrageverrichtingen en met het doel hun gamma vervaldagen aan te vullen. De markt van het papier met halflange looptijd zou de Algemene Spaar en Lijfrentekas in staat stellen de veiligheid van haar beleggingen te verzoenen met de financieringsbehoeften van de industrie en niet afwijzend te moeten staan tegenover de vraag naar industriële kredieten die economisch gerechtvaardigd zijn maar niet alle zekerheden bieden waaraan een spaarkas bijzondere aandacht moet schenken. De Algemene Spaar en Lijfrentekas zou dus uit dien hoofde vooral als koper op de markt komen. (12) De hierboven genoemde markt zou slechts tot een grotere ontwikkeling kunnen komen wanneer nieuwe deelnemers tot die markt zouden worden aangetrokken dank zij de opheffing ( 1 ) Besluit van de Bankcommissie van 5 oktober houdende invoering van een coëfficiënt der eigen middelen. Cf. Bijlage IIh

6 6 van sommige belemmeringen en een actief aanmoedigingsbeleid. Onder deze potentiële deelnemers kunnen vermeld worden de levensverzekeringsmaatschappijen, de particuliere spaarkassen, het buitenland en sommige parastatale instellingen, zoals het Gerneentekrediet ( 1 ). Er dient evenwel op gewezen te worden dat voor de volkshuishouding in haar geheel, behoudens systematische interventie van de centrale bank en behoudens een meer intensieve aanwending van de beschikbare middelen dank zij de markt van het handelspapier op halflange termijn, de deelneming van nieuwe kopers aan die markt alleen zou leiden tot een heroriëntering van de bestaande financieringsmiddelen. Dit betekent dat de middelen die aldus meer ter beschikking zouden worden gesteld voor de financiering van de industriële investeringen, in mindering zouden komen van de middelen beschikbaar voor de financiering van andere sectoren. In bepaalde conjuncturele omstandigheden kan een dergelijke heroriëntering stellig worden aanbevolen. (13) De instellingen die liquide middelen van een zekere omvang moeten aanhouden, zouden die ten dele kunnen samenstellen met handelspapier op halflange termijn. Het Gemeentekrediet verklaarde zich bereid op de markt van het papier met halflange looptijd de middelen te plaatsen die het voorlopig niet zou nodig hebben voor de behoeften van zijn institutionele bedrijvigheid. Het zou nochtans niet wenselijk zijn dat de betrokken instellingen dergelijke beleggingen zouden doen met middelen die ze anders op de markt van het kortlopend papier zouden geplaatst hebben. Er zou zich inderdaad geen verkrapping van deze laatste mogen voordoen ten gevolge van de ontwikkeling van de Markt van het papier met halflange looptijd. Dit zou een ongewenste stijging van de rentevoeten op ( 1 ) Men zou bij die lijst de instellingen van de sociale verzekering kunnen voegen, maar hun toestand is nauw verwant met die van de verzekeringsmaatschappijen, zodat alles wat over laatstgenoemde maatschappijen in de volgende paragrafen gezegd wordt over het algemeen ook toepasselijk is op eerstgenoemde instellingen. De deelneming van particuliere personen of nietfinanciële bedrijven zon eveneens kunnen overwogen worden; zij zou evenwel ingewikkelde problemen doen rijzen, die een grondige studie zouden vergen, korte termijn en wellicht van het algemeen rentepeil veroorzaken. (14) Wat de deelneming van de financiële instellingen van de particuliere sector aan de markt van het handelspapier op halflange termijn betreft, dient te worden herinnerd aan de voorstellen geformuleerd in het Verslag van 31 maart 1962 van de CommissieDe Voghel. Handelend over de controle van genoemde instellingen ( 1 ). beschreef het Verslag de bestaande toestand als volgt : «De coëfficiënten voorzien door de huidige reglementering, inzonderheid van de spaarkassen en van de instellingen die wiskundige reserves beheren, beantwoorden uitsluitend aan de bekommernis om het goede beheer van de bedrijven te verzekeren. Door een stelsel van minima, eisen zij dat het actief zekere of voldoend liquide activa zou bevatten; door een stelsel van maxima, verhinderen zij het overdreven aanhouden van risicodragende of weinig liquide activa». Het Verslag stelde voor «de coëfficiënten voortaan met meer soepelheid te bepalen» ten einde «de betrokken bedrijven beter bij de uitvoering van een gezamenlijk economisch beleid te betrekken». Er werd overwogen «aan de Minister van Financiën de bevoegdheid te verlenen om voor bepaalde beleggingen minimumcoëfficiënten te bepalen en/of de maximumpercentages te verlagen binnen de perken verenigbaar met de vereisten van de bescherming van het spaarwezen». Een maximumpercentage zou kunnen verlaagd worden om te voorkomen dat het toestaan van te omvangrijke kredieten de spanningen in een bepaalde sector zou verscherpen. De financiering van andere sectoren van de economie zou er onrechtstreeks door worden vergemakkelijkt. Indien, bij voorbeeld, ten gevolge van spanningen in de bouwnijverheid, het voor de hypothecaire leningen vastgestelde maximum werd verlaagd, zouden de aldus ter beschikking gekomen middelen o.m. kunnen besteed worden voor de aankoop van overheidsfondsen of van handelspapier met halflange looptijd. Door de structurele coëfficiënten met meer soepelheid te hanteren, zou men de betrokken ( 1 ) et. blz, 173 e.v.

7 7 instellingen beter bij de uitvoering van een gezamenlijk economisch beleid kunnen betrekken. Met het oog daarop werd, tijdens de jongste jaren, een beroep gedaan op de medewerking van die instellingen. (15) De levensverzekeringsmaatschappijen zouden handelspapier met halflange looptijd in hun activa kunnen opnemen, op voorwaarde dat zij daartoe gemachtigd worden door een ministerieel besluit in uitvoering van artikel 28, 90, van het koninklijk besluit van 17 juni 1931 ( 1 ). De verzekeringsmaatschappijen zouden gemakkelijker en sneller aan de markt van het papier met halflange looptijd kunnen deelnemen, indien van deze mogelijkheid een specifieke vermelding zou worden gemaakt in een speciale paragraaf van de opsomming der toegestane categorieën van beleggingen. Maar zelfs indien de verzekeringsmaatschappijen aldus de uitdrukkelijke toestemming zouden krijgen om aan de hierboven genoemde markt deel te nemen, is het helemaal niet zeker dat zij ervan gebruik zouden maken, althans in de huidige conjuncturele omstandigheden. Inderdaad, de verzekeringsmaatschappijen hebben als voornaamste functie verbintenissen aan te gaan. Hun beleggingen zijn slechts de tegenpost van hun verbintenissen en deze laatste zijn aangegaan op lange termijn. Zij hoeven geen massale opvragingen te vrezen en hebben dus met geen ernstige liquiditeitsproblemen af te rekenen. De aanhoudende uitbreiding van hun produktie evenals de uitgekozen vervaldagen van hun beleggingen voeren op regelmatige wijze de nodige middelen aan. Tenslotte is het hun, steeds mogelijk een beroep te doen op bankkrediet. (16) De particuliere spaarkassen zouden als verkopers kunnen optreden. Inderdaad, een gedeelte van de hypothecaire leningen die zij toestaan zijn in feite kredieten met hypothecaire waarborg aan de kleine nijverheid. Men zou kunnen overwegen de verkoop van papier met betrekking tot dergelijke kredieten toe te ( 1 ) Cf. Bijlage III.. staan telkens als het Herdiscontering en Waarborginstituut van mening is dat de door het papier vertegenwoordigde operatie behoort tot de verrichtingen die het Instituut moet bevorderen. Zij zouden eveneens als kopers kunnen optreden. Zij zouden nu reeds, uit het oogpunt van de bestaande reglementering, het papier met halflange looptijd als voorlopige beleggingen kunnen beschouwen ( 1 ). Zij zouden aldus aanzienlijke bedragen kunnen opnemen, aangezien de huidige verhouding tussen hun voorlopige beleggingen en hun spaardeposito's afgetekend kleiner is dan het toegestane maximum, d.i. 40 pct. van het totaalbedrag van hun spaardeposito's ( 2 ). De Minister van Financiën zou de particuliere spaarkassen kunnen toestaan het papier met halflange looptijd in te delen bij de vaste beleggingen bedoeld door het koninklijk besluit van 22 oktober 1937, artikel 1, 1 ( 3 ). Mocht een dergelijke machtiging meer kans hebben dan andere maatregelen om de spaarkassen ertoe aan te zetten papier met halflange looptijd op te nemen (zij zou het hun mogelijk maken deze aankopen te doen met middelen die anders zouden moeten worden belegd in overheidsfondsen, die onder de toegestane beleggingen niet de meest lonende zijn), zij zou anderzijds bepaalde risico's inhouden. Inderdaad, de overheidssector zou zijn leningsmogelijkheden aangetast zien en zou hiertegen ongetwijfeld trachten te reageren door hogere rendementen aan te bieden, te meer daar het peil van deze rendementen zijn vraag naar fondsen normaal niet beïnvloedt; daaruit zou een algemene en ongewenste stijging van de rentevoeten kunnen voortvloeien; bovendien zouden, in de mate dat de aankopen van papier met halflange looptijd zouden gépaard gaan met een vermindering van de inschrijvingen op de emissies van kasbons van de instellingen die nijverheidskredieten verlenen, per saldo, de fondsen die beschikbaar zijn voor de financiering van de investeringen niet toegenomen zijn. Ingeval de Minister van Financiën gebruik zou maken van de bevoegdheden (1) Cf. Bijlage III. (2) Op 30 juni 1966 bereikten deze voorlopige beleggingen slechts fr. 3 miljard, of 5,1 pct. van de fr. 58,3 miljard spaardeposito's. (3) Vervat in artikel 11 van het koninklijk besluit van 24 juni 1935.

8 die hem door het koninklijk besluit van 22 oktober 1937, art. 1, 1, werden verleend, zou hij een maximum kunnen vaststellen voor het bedrag van het papier met halflange looptijd dat zou kunnen worden opgenomen bij de in bovengenoemd artikel bedoelde beleggingen en wel op zulk peil dat tegen deze beleggingen geen ernstige bezwaren meer zouden kunnen aangevoerd worden. Maar meteen zou de maatregel een geringere weerslag hebben op de beleggingen van de particuliere spaarkassen op de markt van het papier met halflange looptijd. Tenslotte zou het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders de particuliere spaarkassen kunnen toestaan in hun vaste beleggingen papier met halflange looptijd op te nemen, dat dan ten hoogste 10 pct. van het totaal zou mogen bereiken (artikel 1, 5 van het koninklijk besluit van 22 oktober 1937), of wel zouden de van kracht zijnde regleménten kunnen gewijzigd worden in die zin dat het papier met halflange looptijd uitdrukkelijk gerangschikt zou worden onder de vaste beleggingen bepaald in artikel 12 van het koninklijk besluit nr 42 van 15 december 1934 betreffende de controle op de particuliere spaarkassen en, met vaststelling van een maximumpercentage in verhouding tot het totaal, in artikel 11 van het koninklijk besluit van 24 juni 1935 houdende algemene verordening inzake controle op de particuliere spaarkassen. In dat geval evenwel zouden de aankopen van papier met halflange looptijd, waartoe deze instellingen zouden besluiten, soms moeten geschieden ten nadele van andere, soms meer renderende beleggingen, zoals de hypothecaire leningen. (17) De particuliere spaarkassen maakten hun voornemen bekend om in ruimere mate op de markt van het handelspapier met halflange looptijd op te treden. Twee factoren kunnen de omvang van dat optreden evenwel beperken. De eerste is dat sommige kassen een bijzondere taak hebben, in die zin dat zij bij voorkeur een bepaalde soort krediet verlenen : landbouwkrediet, hypothecair krediet, o.m. voor de sociale huisvesting, enz. De tweede factor betreft de rentevoeten. Over het algemeen zullen de grote instellingen die industriële kredieten verstrekken slechts handelspapier op de markt van het papier met halflange looptijd verkopen indien het verschil tussen de rente waartegen zij kredieten verlenen en de marktrente voldoende groot is om hun algemene kosten en een risicopremie te dekken en een normale winst te verzekeren. Het verschil zal kleiner kunnen zijn in de mate waarin die instellingen zullen willen vermijden nieuwe leningaanvragen te moeten afwijzen bij gebrek aan middel en. Anderzijds, zouden de aankopen van papier met halflange looptijd door de particuliere spaarkassen slechts een grote omvang kunnen bereiken wanneer het verschil tussen het rendement van dat papier en dat van de kasbons en obligaties een voldoende compensatie zou bieden voor de grotere liquiditeit die men aan deze laatste toeschrijft, bij voorbeeld in verband met de omstandigheid dat de staatsfondsen worden verhandeld op een markt waarop hun notering verzekerd is en waarop de Staat zich niet afzijdig kan houden. In de huidige omstandigheden schijnt de rente waartegen de particuliere spaarkassen bereid zouden zijn een aanzienlijk volume papier met halflange looptijd op te nemen, hoger te liggen dan die waarvoor een aanbod van dezelfde grootte zou kunnen gevonden worden. Overigens zouden de spaarkassen het opnemen van papier met halflange looptijd in hun voorlopige beleggingen slechts beschouwen als strokend met een gezond beheer indien zij de formele zekerheid zouden hebben dat papier te kunnen verkopen tegen vooraf bepaalde voorwaarden, bij voorbeeld in geval van uitzonderlijke opvraging van deposito's, al was het met verlies en binnen de perken van maxima die zouden kunnen worden vastgesteld in functie van de omvang van de deposito's. Een dergelijke zekerheid kan hun evenwel niet gegeven worden, omdat geen enkele instelling de kapitalen die zouden nodig zijn voor de beloofde mobilisering, beschikbaar kan houden, noch voldoende zeker is kapitalen te vinden indien zij de mobilisering beloofde zonder de overeenkomstige middelen ter beschikking te houden. Ter zake zou er slechts zekerheid kunnen bestaan, indien, in laatste instantie, een beroep op het herdisconto van de Nationale Bank mogelijk was.

9 (18) Een dergelijke tussenkomst van de Nationale Bank wordt door sommigen aanbevolen ( 1 ). Om de bedragen die voor een mogelijke herdiscontering in aanmerking komen te beperken, zou men kunnen stellen dat de mobilisering slechts van toepassing zou zijn op de promessen met een looptijd van ten hoogste zes maanden of eventueel een jaar. Bovendien zou men zelfs kunnen bepalen dat op de centrale bank slechts een beroep zou mogen worden gedaan door de instelling die de markt organiseert of er de voornaamste makelaar van is, in het onderhavige geval het Herdiscontering en Waarborginstituut. (19) De risico's van een dergelijke tussenkomst van de Nationale Bank, op initiatief van de houders van papier met halflange looptijd of van het Herdiscontering en Waarborginstituut, moeten evenwel worden onderstreept. ( 1 ) De Banque de France herdisconteert papier met halflange looptijd. Die regeling was evenwel bedoeld om de stagnatie van de Franse industrie te verhelpen, ofschoon zij onvermijdelijk een inflatoire weerslag moest hebben. Sedert enige jaren zijn de Franse banken onderworpen aan een thesauriecoëfficiënt en zij mogen het papier met halflange looptijd, dat voor de naleving van die coëfficiënt aangewend wordt, niet herdisconteren (zie Bijlage IV). Er is ook op gewezen dat de mogelijkheid tot herdiscontering bij de centrale bank van sommige soorten papier met halflange looptijd zou uitlopen op een heroriëntering van de kaskredieten of de commerciële kredieten naar die vorm van krediet, zoals trouwens ook de herdiscontopolitiek na de oorlog een nieuwe oriëntering heeft gegeven aan de structuur van de bankkredieten in België. Die heroriëntering zou wenselijk zijn voor die zogenaamd commerciële kredieten die op het ogenblik bevroren zijn en die in feite dienen voor de financiering van de investeringen. Het ware wenselijk dat die kredieten openlijk en rechtstreeks de vorm zouden aannemen van investeringskredieten, en zulks om twee redenen : de investeringskredieten worden toegestaan volgens een strengere en technisch degelijkere procedure (tussenkomst van deskundigen, ingenieursadviseurs, analisten, enz.) ; zij noopt zowel de kredietverlenende instelling als het kredietopnemende bedrijf tot een nauwgezet onderzoek naar de rentabiliteit van de investeringsprojecten ; de investeringskredieten worden over het algemeen verleend in de vorm van promessen met terugbetalingen op geregelde termijnen. Die terugbetalingen dwingen tot een financiële tucht die veel stringenter is dan die welke men terugvindt in een stelsel van kaskredieten of van commerciële kredieten. Het ware nochtans normaal dat de banken tot een dergelijke heroriëntering trachten te komen om de enige reden dat zij in overeenstemming zou zijn met de vereisten van een gezond beheer, afgezien van elke overweging in verband met de mobilisering van de kredieten. Het papier met halflange looptijd biedt niet, zoals het kortlopend papier, een geschikte weg waarlangs de Nationale Bank de geldmarkt van de gevraagde middelen kan voorzien. Tot die markt wenden de banken zich wanneer zij hun voor het merendeel direct opvraagbare werkmiddelen zien verminderen. Dit kan het gevolg zijn van overdrachten aan andere banken en, in dat geval, vindt de geldmarkt vanzelf haar evenwicht terug. Maar de oorzaak kan ook liggen in de omzetting van deposito's in biljetten of in deviezen. Het evenwicht van de geldmarkt zal dan slechts door een tussenkomst van de centrale bank tot stand komen. Een dergelijke tussenkomst zal gewettigd zijn indien de vraag naar biljetten of naar deviezen als normaal kan beschouwd worden, bij voorbeeld wanneer zij verband houdt met het seizoen of met een economische herleving. Heeft zij echter een abnormaal karakter, bij voorbeeld wanneer zij samengaat met inflatoire toestanden, dan zal de centrale bank haar steun aan de geldmarkt moeten beperken en te dien einde op haar eigen activa inwerken. Nu zal zij alleen dan vlug kunnen handelen indien de activa waarop haar actie betrekking heeft een korte looptijd hebben. Tussenkomsten van de Nationale Bank die, ofschoon zeer beperkt blijvend, een te grote liquiditeit aan het papier met halflange looptijd zouden verlenen, zouden dus inflatoire gevolgen kunnen hebben. Inderdaad, de bestedingsbeslissingen worden beïnvloed door de liquiditeit van de bedrijven en van de financiële instellingen. Nu zal deze liquiditeit toenemen naarmate de passiva van deze sectoren een langere looptijd en hun activa een kortere looptijd zullen hebben of gemakkelijker mobiliseerbaar zullen zijn. Herdiscontering bij de Nationale Bank zou een gemakshalve gegeven oplossing zijn, die afbreuk zou doen aan de tucht, waaraan de deelnemers zich t.a.v. hun verrichtingen op de markt dienen te onderwerpen. Het resultaat zou wel kunnen zijn dat, van bij de aanvang en zonder onderbreking, een vrij aanzienlijk.volume papier met halflange looptijd door de centrale bank gefinancierd zou worden. Het gevaar bestaat ook dat de interventie van de Nationale Bank vooral zou gevraagd worden gedurende de periodes van inflatoire spanningen en dat zij er aldus zou

10 10 toe gebracht worden te onpas haar medewerking te verlenen. (20) Aan de tussenkomsten van de Nationale Bank zouden niet de aangehaalde bezwaren verbonden zijn indien zij plaatshadden, niet op initiatief van de houders van papier met halflange looptijd of van het Herdisconteringen Waarborginstituut, wanneer de markt niet het ganse aanbod zou kunnen opslorpen, doch op initiatief van de Bank in het raam van het monetaire beleid. De aankopen en de verkopen van de Bank zouden in die omstandigheden neerkomen op een soort van openmarktpolitiek. De Bank zou, bij voorbeeld, optreden met het doel de rentevoeten te beïnvloeden. Aldus zou de Nationale Bank vrij blijven de omvang en de voorwaarden van haar tussenkomsten op de markt van het handelspapier met halflange looptijd vast te stellen in het licht van de doelstellingen van haar monetair beleid. (21) De markt waarvan hier sprake zou een veel sterkere uitbreiding kunnen nemen indien zij, in plaats van zich te beperken tot papier gesteld in Belgische franken en tot binnenlandse deelnemers, verbonden was met soortgelijke markten in het buitenland. Wat de landen van de Europese Economische Gemeenschap betreft, zou die internationalisatie vanzelfsprekend in de lijn liggen van de inspanningen die de Commissie van de Gemeenschap doet met het oog op de tenuitvoerlegging van artikel 67 van het Verdrag van Rome, waarvan de eerste paragraaf bepaalt dat : «Gedurende de overgangsperiode en in de mate waarin zulks voor de goede werking van de gemeenschappelijke markt nodig is, heffen de LidStaten in hun onderling verkeer geleidelijk de beperkingen op met betrekking tot het verkeer van kapitaal toebehorend aan personen die woonachtig of gevestigd zijn in de LidStaten, alsmede discriminerende behandeling op grond van nationaliteit of van de vestigingsplaats van partijen, of op grond van het gebied waar het kapitaal wordt belegd». Een van de voornaamste gevolgen van de internationalisatie van bedoelde markt zou zijn dat, dank zij het aanzienlijke volume van de transacties, de liquiditeit van het verhandelde papier veel groter zou zijn dan op een louter nationale markt. Een internationale markt zou het mogelijk maken de industrie in een land te financieren met fondsen uit een ander land. Nochtans zou moeten vermeden worden dat daaruit inflatoire spanningen voortvloeien in het land dat de fondsen invoert en betalingsbalansmoeilijkheden in het land dat ze uitvoert. De internationalisatie van de markt van het handelspapier met halflange looptijd zou evenwel bepaalde problemen stellen. Het economisch en financieel beleid in de verschillende landen zou moeten geharmoniseerd worden om te vermijden dat de markt aanleiding zou geven tot kapitaalbewegingen die verstorend zouden werken. De wetgeving met betrekking tot de beleggingen van de financiële instellingen zou dienen te worden aangepast in zoverre het nodig is om het deze instellingen mogelijk te maken buitenlands papier te bezitten. De dekking van de wisselrisico's zou moeten verzekerd worden. Deze onderscheiden problemen verdienen de aandacht. Het zal immers van hun oplossing afhangen of de markt van het papier met halflange looptijd kan geïnternationaliseerd worden met de voordelen die er zouden kunnen uit voortvloeien voor de financiering van de industrie. Het is zonder twijfel binnen de Europese Economische Gemeenschap dat het mogelijk zal zijn het snelst deze oplossing te bereiken, die later tot een ruimer gebied zou kunnen uitgebreid worden. De medewerking van het buitenland aan die markt zal alleszins afhangen van de rentevoeten die er zullen worden toegepast. Gegeven het huidige peil van deze rentevoeten in België en in het buitenland zullen dergelijke beleggingen slechts tot stand komen in de mate dat het papier met halflange looptijd de vorm krijgt van een instrument waarop geen voorheffing wordt geheven, hetgeen het geval schijnt te zijn. Besluiten. : ss a) Een verruiming van de markt van het handelspapier met halflange looptijd schijnt wenselijk te zijn.

11 Onder de instellingen die kredieten aan de industrie verlenen zouden die waarvan de werkmiddelen vooral op zeer korte termijn zijn een gedeelte van hun kredieten kunnen herfinancieren bij die instellingen waarvan de werkmiddelen op langere termijn zijn. De instellingen die geen kredieten aan de industrie verlenen zouden, door aankopen op de markt van het papier met halflange looptijd, tot de financiering van eerstgenoemde kunnen bijdragen. De concurrentie tussen de kopers op bedoelde markt zou een daling van de rentevoeten kunnen teweegbrengen en die daling zou bevorderlijk zijn voor de investeringen. Tenslotte zou de centrale bank over een nieuw instrument van monetair beleid kunnen beschikken : zij zou nl. openmarktverrichtingen op papier met halflange looptijd kunnen doen. Wegens de werkingsmodaliteiten van Creditexport en van zijn pool, zou de ontwikkeling van die markt thans geen bijdrage leveren tot de financiering van de uitvoer, maar later zou het bestaan van een ruime en actieve markt voor het papier met halflange looptijd die financiering kunnen vergemakkelijken. b) Het schijnt niet noodzakelijk de uiterste looptijden van het te verhandelen papier scherp af te bakenen. Maar er zou moeten worden vermeden dat de verhandeling van papier op meer dan 5 jaar tegen rentetarieven hoger dan die van het papier op 5 jaar en minder een opwaartse aanpassing van laatstgenoemde rentevoeten zou veroorzaken. c) De markt van het papier met halflange looptijd die het Herdiscontering en Waarborginstituut heeft georganiseerd en waaraan banken en openbare kredietinstellingen deelnemen, biedt reeds onbetwistbare voordelen en geeft, in het technische vlak, voldoening aan de deelnemers, o.m. wat betreft de snelheid, de geheimhouding en de kostprijs van de verrichtingen. Er wordt aanbevolen met het experiment verder te gaan, zonder evenwel aan deze Instelling een monopolie te verlenen. d) De Algemene Spaar en Lijfrentekas, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de banken hebben reeds hun medewerking toegezegd. De deelneming van de banken zou nog in de hand worden gewerkt indien de Bankcommissie, bij de berekening van de klasseringscoëfficiënt waarop de door de banken na te leven coëfficiënt van eigen middelen steunt, de weging toegekend aan het papier dat de handtekening van een bank of van een openbare instelling draagt kon verminderen. e) Het ware wenselijk het aantal deelnemers aan de markt van het papier met halflange looptijd te verhogen, o.m. door een actieve aanmoedigingspolitiek. De deelneming van de particuliere spaarkassen zou kunnen vergemakkelijkt worden : of wel zouden de Minister van Financiën of het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders gebruik kunnen maken van de bevoegdheden hun verleend door de vigerende wetteksten en besluiten, of wel zouden deze teksten en besluiten kunnen gewijzigd worden; het lijkt nochtans niet onontbeerlijk tot één van deze maatregelen zijn toevlucht te nemen. De medewerking van de spaarkassen zal vooral bepaald worden door de toegepaste rentevoeten en de mobiliseringsmogelijkheden of garanties waarin zal worden voorzien. f) De centrale bank kan zich niet tot mobilisering verbinden. Maar tussenkomsten van de Nationale Bank op de markt moeten in beginsel niet worden uitgesloten, indien zij stroken met het monetaire beleid en indien de Bank vrij blijft er de omvang en de voorwaarden van te bepalen. g) Een internationalisatie van de markt van het papier met halflange looptijd zou een gunstige weerslag hebben op de liquiditeit van het verhandelde papier en, in zekere omstandigheden, op de omvang van de middelen die voor de financiering van de investeringen beschikbaar zijn. Zij kan evenwel slechts worden verwezenlijkt na de voorafgaande oplossing van verschillende problemen die raken aan de harmonisatie van het economisch en financieel beleid, de reglementering van de financiële instellingen en de wisselrisico's.

12 12 BIJLAGE I OPGENOMEN BEDRAG VAN DE KREDIETEN OP HALFLANGE EN LANGE TERMIJN ( Miljarden franken) Einde periode Uitvoerkredieten 1 Kredieten voor financiering van investeringen in industrie, landbouw en ambachtswezen bij hun oorsprong verleend door de banken de nietgeldscheppende financiële instellingen 2 Fabricagekredieten bij hun oorsprong verleend door de banken ,2 10,1 83,4 3, ,2 14,0 4 93,9 3, ,9 17,2 102,0 4, Juni 4,7 18,9 v 107,6 4,1 1 Kredieten verleend onder leiding van Creditexport en van Fondsexport. 2 Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Algemene Spaar. en Lijfrentekas, Gemeentekrediet van België (kredieten aan de intercommunalen. behalve aan de E3), Nationale Kas voor Beroepskrediet en Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet. 3 Kredieten voor financiering van fabricages of openbare werken bestemd voor de binnenlandse markt of de uitvoer en kredieten voor financiering van betalingstermijnen op de binnenlandse markt. Als zodanig konden slechts worden geteld de opnemingen van kredieten waarvoor de banken bij het Herdiscontering en Waarborginstituut herdiseontokredietopeningen verkregen en zulks ten belope van de door laatstgenoemde instelling ter beschikking gestelde bedragen. 4 Van liet einde van 1064 af, exclusief fr. 0,7 miljard kaskredieten die naar de avalkredieten werden overgeboekt. v Voorlopig cijfer. BIJLAGE II MARKT YAN HET HANDELSPAPIER MET HALFLANGE LOOPTIJD GEHOUDEN DOOR HET HERDISCONTERING EN WAARBORGINSTITUUT 1. Volume en uitstaand bedrag van de verrichtingen (Miljarden franken) Tijdens de periode verhandeld volume Uitstaand bedrag per einde periode ,2 0, ,4 0, ,2 1, Eerste 10 maanden. 1,0 1, Eerste 10 maanden. 1,7 2,5 Met de verrichtingen werd in de laatste maanden van 1963 begonnen. 2. Voornaamste kopers en verkopers Kopers : banken (50 pet.) en parastatale instellingen (50 pet.). Verkopers : hoofdzakelijk banken, maar ook parastatale instellingen, waarvan sommige geregeld als verkopers optreden.

13 13 3. Rentepercentages op het einde van oktober 1966 Papier met halflange looptijd Rendement bij de emissie van de obligaties en kasbons uitgegeven door de openbare kredietinstellingen Rentevoet van de N.M.R.N, voor de gewone voorschotten op ten hoogste 5 jaar Nominale rentevoet 1 Rendement 2 3 Nominale rentevoet Rendement 5 1 jaar 6,25 6,45 5,25 5,89 2 jaar 6,50 6,72 5,75 6,29 3 jaar 6,75 7,00 6,25 6,72 7,10 7,64 4 jaar 6,875 7,12 6,50 6,88 5 jaar 7,125 7,39 6,70 7,07 t\ oor de verkoper wordt. dit percentage vermeerderd met een commissieloon dat thans 0,05 pet. 's jaars bedraagt. 2 Er werd rekening mee gehouden dat de interesten vooruit worden betaald per zesmaandelijkse periodes. 3 k oor de inschrijver die het commissieloon niet ontvangt. 4 Voor de inschrijver die het volledige commissieloon ontvangt. 5 Er werd rekening mee gehouden dat de interesten vooruit worden betaald per periodes van één jaar. BIJLAGE III WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE BEPALINGEN Besluit van de Bankcommissie van 5 oktober 1965 houdende invoering van een coëfficiënt der eigen middelen (Staatsblad, 26 oktober 1965). Art. 2. De klasseringscoëfficlënt, bedoeld in artikel 3, is de in percent uitgedrukte verhouding tussen het gemiddelde van de totalen der gewogen risico's en het gemiddeld te dekken passief zoals bepaald in artikel 1, derde lid. Het gemiddelde van de totalen der gewogen risico's is het eenvoudig rekenkundig gemiddelde van deze totalen op de afsluitingsdata van twaalf achtereenvolgende maanden. Het totaal van de gewogen risico's is het totaalbedrag dat omvat : A. 1 0 drie vierde van de schuldvorderingen op lopende rekeningen of op termijn, al dan niet vertegenwoordigd door wissels in portefeuille; van de accepten van de bank in portefeuille; van de handelswissels in portefeuille andere dan die bedoeld sub 3 0 hierna; 20 de helft van de debiteuren wegens verstrekte acceptaties min de accepten van de bank in portefeuille; van de niet geprovisioneerde documentaire kredieten, verleend in opdracht en voor rekening van cliënten; 30 één vierde van de herdisconteerbare wissels zoals ze voorkomen in het model A opgesteld krachtens het koninklijk besluit van 24 november 1937; van de herdisconteerde wissels; van de wissels ter incasso uit de portefeuille genomen en van de borgtochten en waarborgen door de bank voor rekening van derden verstrekt; 40 één tiende van de daggeldleningen toegestaan buiten de markt van het gewaarborgde daggeld te Brussel; van de voorschotten aan bankiers evenals aan de moedermaatschappij, de filialen en dochtermaatschappijen; van, de accepten van andere banken in portefeuille. en van de niet geprovisioneerde documentaire kredieten, al dan niet bevestigd, geopend in opdracht van bankierscorrespondenten; 50 één vijftigste van het totaal van de Belgische franken en van de deviezen te ontvangen op termijn; B. drie achtste, twee achtste, één achtste en één twintigste, respectievelijk, naargelang het gaat om kredieten behorende tot de sub 1 0, 20, 30 en 40 van A. hierboven vermelde categorieën, van elke kredietomloop opgenomen door één cliënt of door verscheidene cliënten welke, ongeacht hun statuut of rechtsvorm, ten aanzien van het risico kunnen beschouwd worden als groep vormend wanneer die omloop, alle soorten en vormen samengenomen, meer dan één vijfde van de eigen middelen van de bank bedraagt. De kredieten die dergelijke omvang bereiken en die vertegenwoordigd zijn door accepten van de bank in portefeuille of door nietherdisconteerbare wissels zullen evenwel aangerekend worden voor respectievelijk twee achtste en één achtste. Koninklijk besluit nr 42 van 15 december 1934 betreffende de controle op de private spaarkassen (Staatsblad, 16 december 1934). Art. 9. De kapitalen die, te rekenen van het van kracht worden van dit besluit als spaardeposito's worden toevertrouwd aan de ondernemingen bedoeld in 1 0 van artikel 1, worden door deze laatste belegd onder de voorwaarden bepaald door de volgende artikelen. Art. 10. Bedoelde kapitalen worden, wat de beleggingen betreft, in twee categorieën ingedeeld : 10 het bedrijfskapitaal en het gedeelte bestemd voor voorloopige beleggingen; 20 het gedeelte bestemd voor vaste beleggingen. Art. 11. (Koninklijk besluit nr 73 van 30 november 1939, art. 2 : De vlottende middelen omvatten de kasgelden en het tegoed op postrekening; zij mogen ook worden gedeponeerd bij de Nationale Bank van België, bij Belgische banken of bij spaarkassen die onder toe

14 14 passing vallen van dit besluit. Het deel bestemd voor de voorloopige belegging wordt aangewend op een der volgende wijzen : 1 0 disconto van wissels en orderbriefjes; 2 voorschotten op handelseffecten; 3 voorschotten op warrants; 40 voorschotten op Belgische Staatsfondsen of fondsen door den Belgischen Staat gewaarborgd, op fondsen van de Kolonie of door de Kolonie gewaarborgd, op obligaties van de Belgische provinciën en gemeenten, op obligaties van het Gemeentekrediet van België, van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen, van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, voor zoover deze leeningen bij een beurs van het Rijk genoteerd worden; 5 deposito's bij de Algemeene Spaar en Lijfrentekas, bij de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid.) Art. 12. Het gedeelte dat voor vaste beleggingen is bestemd wordt rendeerend gemaakt door een van de volgende beleggingen : 1 Belgische Staatsfondsen of fondsen door den Belgischen Staat gewaarborgd, fondsen van de Kolonie of door de Kolonie gewaarborgd; obligaties van de Belgische provinciën of gemeenten, obligaties van het Belgisch Gemeentekrediet, van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen, van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (voor zoover deze leeningen bij een beurs van het Rijk genoteerd worden); alle andere effecten, door den Minister van Financiën toegelaten; Aldus gewijzigd bij koninklijk besluit nr 73 van 30 november 1939, art. 3 2 hypothecaire leeningen; 30 deposito's in de Nationale Bank van België, in de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, in de Algemeene Spaar en Lijfrentekas en, in de mate waarin de desbetreffende reglementen het zullen toelaten, in de aan dit besluit onderworpen centrale kassen waarbij de ondernemingen zijn aangesloten; 4 alle andere beleggingen welke zijn toegelaten door het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders. (Koninklijk besluit n* 73 van 30 november 1939, art. 3 : Voor de cooperatieve vennootschappen, mag het deel bestemd voor definitieve beleggingen aangewend worden als volgt : a) als gelden te leen gegeven aan haar leden, tegen voldoende waarborgen; b) in handelsverrichtingen welke binnen het kader van haar handelsbedrijvigheid vallen; c) in voorschotten aan organismen die dezelfde sociale of beroepmatige doeleinden nastreven. Voor ondernemingen die collectiviteiten uitmaken, werkende onder rechtstreekse controle van een vereeniging of verbond, die diverse gelijkaardige, aan een volkomen dezelfde reglementeering onderworpen vereenigingen groeperen, zal alleen de vereeniging of het verbond dienen te bewijzen, dat in haar geheel genomen, de beleggingen beantwoorden aan de voorwaarden voorzien bij het reglement van controle. De cooperatieve vennootschappen die gewoonlijk deposito's aanvaarden uitsluitend van haar leden en van haar personeel, van bij haar aangesloten organismen en van organismen welke bij evenbedoelde aangesloten zijn, van het personeel van die diverse organismen, kunnen van de hierboven vernielde bepalingen gebruik maken). Koninklijk besluit van 24 juni 1935 houdende algemeene verordening inzake controle op de private spaarkassen (Staatsblad, 26 juni 1935). Art. 11. Het bedrijfskapitaal en het tot voorloopige beleggingen bestemde deel van de beheerde kapitalen mogen niet meer beloopen dan 40 t.h. van de spaardeposito's; zij worden gebruikt als volgt : 1 tot het disconteeren van wissels en orderbiljetten; 2 tot het verstrekken van voorschotten op handelseffecten; 30 tot het verstrekken van voorschotten op warrants; 4 tot het verstrekken van voorschotten op de fondsen van den Belgischen Staat of door deze gewaarborgd, op de obligatiën der Belgische provinciën en gemeenten, op de obligatiën van het Gemeen. tekrediet van België, van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen, van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen; 5 tot deposito's in de Nationale Bank van België, in de Algemeene Spaar en Lijfrentekas, in de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, (Koninklijk besluit van 3 september 1965, art. 1 : in het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet), in centrale kassen onderworpen aan het koninklijk besluit n* 42 van 15 december 1934, en waarbij de ondernemingen aangesloten zijn, op voorwaarde dat die centrale kassen zelf onder de controle van het bureau staan. Het tot definitieve belegging bestemd deel moet minstens 60 t.h. van het totaalbedrag van de spaardeposito's bedragen. De wijzen en de verhoudingen, volgens welke de definitieve beleggingen moeten worden gedaan, worden volgenderwijze vastgesteld : (Koninklijk besluit van 22 oktober 1937, art. 1 : 1 ten beloope van ten minste 40 t.h. van het totaal van bewuste beleggingen, in fondsen van den Belgischen Staat of door dezen gewaarborgd, in fondsen van de Kolonie of door dezelfde gewaarborgd, in obligatiën van de Belgische provinciën, gemeenten, van het Gemeentekrediet van België, van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen, van de Nationale Maatschappij van Belgische Buurtspoorwegen, van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, van het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet of andere door den Minister van Financiën toegelaten effecten, alsmede in deposito's bij de Algemeene Spaar en Lijfrentekas (Koninklijk besluit van 3 september 1965, art. 1 : en bij het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet); 2 ten beloope van ten hoogste 40 t.h. van het totaal, in hypotheekleeningen ( 1 ). Wanneer bijzondere omstandigheden zulks wettigen, mag het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders het voor de in vorenstaand 1 vastgestelde beleggingen voorziene percentage verlagen tot, ten minste, 35 t.h. van het totaal der definitieve beleggingen; het mag ook het percentage der in vorenstaand 2 vermelde beleggingen opvoeren, zonder dat dezelfde 65 t.h. van het totaal der definitieve beleggingen mogen overschrijden. Voor de toepassing van die bepalingen moeten de betrokken ondernemingen bij erkende organismen, opening van mobilisatiekredieten verkrijgen; ( 1 ) Artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 september 1936 (Staatsblad, 19 september 1936), luidt : a de verhouding van de hypothecaire leeningen, welke door de private spaarkassen tot definitieve beleggingen ter voldoening aan artikel 11 kunnen worden aangewend, kan, onder toelating van het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders, van 40 tot hoogstens 50 t.b. van het totaal van bewuste definitieve beleggingen worden opgevoerd».

15 15 30 ten beloope van ten hoogste 30 t.h. van het totaal, in de deposito's op korten of op halflangen termijn bij de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid; 40 ten beloope van ten hoogste 10 t.h. van het totaal, in deposito's bij centrale kassen onderworpen aan het koninklijk besluit van 15 december 1934 en waarbij de ondernemingen aangesloten zijn, onder voorwaarde dat die centrale kassen zelf aan de controle van het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders onderworpen zijn; 5 ten beloope van ten hoogste 10 t.h. van het totaal, in alle andere beleggingen die door bedoeld Bureau zouden toegelaten worden. Het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders mag evenwel, wanneer het gaat om coëperatievennootschappen, die tegenover het bewijzen gewoonlijk slechts van haar leden en van haar personeel, van leden en van het personeel van bij haar aangesloten organismen en van het personeel van organismen waarbij de coëperatievennootschap zelf is aangesloten, deposito's te aanvaarden, deze onder de door hem bepaalde voorwaarden en ten bedrage van hoogstens 45 t.h. van het totaal, toelaten definitieve beleggingen te doen : a) in leeningen aan haar leden, tegen voldoende garantie; b) ten beloope van ten hoogste 30 t.h. van het totaal der definitive beleggingen, in handelsverrichtingen op korten termijn welke binnen het kader van haar handelsbedrijvigheid vallen; c) ten beloope van ten hoogste 30 t.h. van het totaal, in voorschotten op korten of halflangen termijn aan bij haar aangesloten organismen, onder voorbehoud dat die voorschotten door verrichtingen op korten of halflangen termijn worden gecompenseerd.) (Koninklijk besluit van 22 oktober 1937, art. 2 : De bij artikel 1 bepaalde verhoudingen zijn niet afzonderlijk van toepassing op de ondernemingen welke collectiviteiten uitmaken, werkende onder de rechtstreeksche controle van een vereeniging of verbond die of dat diverse, aan een eenvormige regeling onderworpen, gelijksoortige vereenigingen groepeert, met dien verstande dat de vereeniging of het verbond alléén er moeten van laten blijken dat haar of zijn toestand en die der aangesloten organismen, in hun geheel, met het reglement overeenkomen.) Overgangsmaatregel (Koninklijk besluit van 22 oktober 1937, art. 3 : Het Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders mag, onder goedkeuring van den Minister van Financiën, den termijn vaststellen binnen welken moet geregeld worden de toestand van de maatschappijen die, váér 31 december 1937, haar erkenning als private spaarkassen aanvragen, en waarvan de beleggingen aan de voorschriften van vorenbedoeld artikel 11 niet mochten voldoen.) Art. 11bis. (Koninklijk besluit van 4 december 1935, art. 1 : Wanneer de beheerde kapitalen diverse categorieën van spaardeposito's begrijpen, moeten alleen de geheel of ten deele, binnen termijnen beneden twee jaar vorderbare deposito's, wat de definitieve beleggingen betreft, in de bij artikel 11 vastgestelde verhoudingen worden belegd. De deposito's onderworpen aan minstens op twee jaar vastgestelde terugbetalingstermijnen worden belegd, wat de definitieve beleggingen betreft, volgens een of andere der bij artikel 11 bepaalde wijzen, zonder dat de in bewust artikel vastgestelde verhoudingen dienen nageleefd.) Koninklijk besluit van 17 juni 1931 houdende algemeene verordening betreffende het toezicht op de levensverzekeringsondernemingen (Staatsblad, 2223 juni 1931). Art. 28. De premiereserve betreffende de verzekeringscontracten, beheerscht door de wet van 25 juni 1930, wordt onder benedenbepaalde voorwaarden belegd : 10 in een verhouding, die niet minder dan 15 t.h. mag zijn van het totaal der premiereserve, in openbare Belgische fondsen en waarden door het Belgisch Rijk gewaarborgd, obligatiën van het Gemeentekrediet, obligatiën van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, obligatiën van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid; obligatiën van de Belgische provinciën en gemeenten. (Koninklijk besluit van 8 augustus 1935, art. 1 : Fondsen van vennootschappen, waarvan de interest en de terugbetaling door de Kolonie van Belgisch Congo zijn gewaarborgd, maar in een door het koninklijk besluit tot machtiging of door een later uitgevaardigd ministerieel besluit te bepalen verhouding;) [Koninklijk besluit van 17 maart 1962, art. 1 : 1 bis in een verhouding, die 10 t.h. van het totaal niet mag overschrijden in obligaties uitgegeven in Belgische franken door de internationale organisaties waarvan België lid is; 20 in een verhouding die 50 t.h. van het totaal niet mag overschrijden, in obligatiën van Belgische vennootschappen, die minstens sinds vijf achtereenvolgende jaren al hun verbintenissen door middel van hun gewone geldmiddelen hebben nagekomen (zonder nochtans 5 t.h. van het geheele voor een en dezelfde waarde te mogen overschrijden)]; Aldus gewijzigd door koninklijk besluit van 8 augustus 1935, art. 2 : 3 in een verhouding, die 50 t.h. van het totaal niet mag overschrijden, in leeningen en kredietopeningen op waarborg van de in voorafgaande paragrafen aangeduide waarden (zonder nochtans 5 t.h. van het geheele voor een en dezelfde waarde te mogen overschrijden); Aldus gewijzigd door koninklijk besluit van 8 augustus 1935, art. 2 : 40 in een verhouding die 15 t.h. van het totaal niet mag overschrijden, In acties van Belgische vennootschappen, die aan de in bovenstaand 2 voorziene verdachten voldoen (zonder nochtans 5 t.h. van het geheele voor een en dezelfde waarde te mogen overschrijden); Aldus gewijzigd door koninklijk besluit van 8 augustus 1935, art. 2 : 5 in een verhouding die 10 t.h. van het totaal niet mag overschrijden, in obligaties van Belgische vennootschappen, die aan de in bovenstaand 2 voorziene vereischten niet voldoen (zonder nochtans 5 t.h. van het geheele voor een en dezelfde waarde te mogen overschrijden); Aldus gewijzigd door koninklijk besluit van 8 augustus 1935, art. 2 : 6 in polisbeleeningen tot beloop van de afkoopwaarde; 70 in een verhouding die 65 t.h. van het totaal niet mag overschrijden, in onroerende goederen in België gelegen en in hypothecaire leeningen op die onroerende goederen; 8 in een verhouding die 20 t.h. van het totaal niet mag overschrijden, in vreemde waarden, door de onderneming voorgesteld en bij ministerleele beslissing aangenomen; 90 op elke manier door de onderneming voorgesteld en bij een ministerieele beslissing aangenomen. (Besluit van de Regent van 30 maart art. 3 : 10 in baar geld in een onder de bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1935 voorziene voorwaarden geblokkeerde rekening.)

16 16 BIJLAGE IV MOBILISERING VAN KREDIETEN OP HALFLANGE TERMIJN AAN DE INDUSTRIE EN DE UITVOER IN ENKELE LANDEN 1. Frankrijk. De instellingen die kredieten op halflange termijn verlenen aan de industrie en de uitvoer zijn : 1) de banken met of zonder aval van de Caisse Nationale des Marches de l'etat ( 1 ); 2) de financiële instellingen ( 2 ). Deze kredieten kunnen, indien zij aan zekere voorwaarden voldoen, worden geherdisconteerd (of gestald) bij gespecialiseerde instellingen, die er zelf zeker van zijn dat zij een beroep kunnen doen op de centrale bank; zij kunnen aldus in eerste instantie worden geherfinancierd door het Crédit National of het Crédit Foncier de France, vervolgens door de Caisse des Dépóts et Consignations en, tenslotte, buiten de voor elke bank vastgestelde herdisconteringsmaxima, door de Banque de France. Zij komen slechts in de portefeuille van laatstgenoemde instelling terecht in zover de gespecialiseerde instellingen niet over de nodige actiemiddelen beschikken om ze te financieren. Het is met het oog op de geldstabiliteit dat de overheid ertoe kwam aldus een dubbel scherm te plaatsen tussen de instelling die het krediet verleent en de centrale bank. Dank zij het optreden van onafhankelijke instellingen die over bepaalde vaste inkomsten beschikken ( 3 ), kunnen alle mogelijkheden van de kapitaalmarkt worden aangewend, alvorens een beroep wordt gedaan op de monetaire financiering. De kredieten zijn het voorwerp van individuele herdisconteringsakkoorden. Deze akkoorden worden verleend door verschillende herdisconteringsinstellingen (Crédit Foncier de France of Crédit National, of Caisse des Dépóts et Consignations) en door de Banque de France. Zij zijn gebaseerd op het onderzoek van de specifieke gegevens van elk dossier, die het ( 1 ) Opgericht in 1936 om de mobilisering te vergemakkelijken van vorderingen voortvloeiend uit de uitvoering van openbare werken of leveringen aan de Staat, alsmede van kredieten verleend door de banken onder bescherming van wederzijdse waarborgen georgani. eerd in een professioneel kader, heeft de Caisse Nationale des Marchés de l'etat daarna haar werking uitgebreid tot de kredieten verleend aan de nationale bedrijven. De interventie van de Kas is beperkt tot het verlenen van haar handtekening voor aval. ( 2 ) Overeenkomstig artikel 27 van de wet van 13 juni 1941 noemt men in Frankrijk «financiële instellingen». de ondernemingen of personen die. hoewel niet ingeschreven op de lijsten der banken, hun gewone beroepsbezigheid maken van de uitvoering van een of meer der volgende verrichtingen : a) optreden als commissionair, makelaar of tussenpersoon in transacties die betrekking hebben op effecten en staatsfondsen, handelspapier of overheidseffecten ; b) kredietverrichtingen op korte of halflange termijn of wisseloperaties : c) discontering, inpandneming of incassering van handelspapier, cheques en overheidseffecten. ( 3 ) Het Crédit National, opgericht in 1919 om, voor rekening van de Staat, het herstel van de oorlogsschade te financieren en kredieten op halflange en lange termijn te verlenen aan handels en industriële ondernemingen, kan obligaties uitgeven op de markt. De Caisse des Dép5ts et Consignations, opgericht in 1816, heeft als essentiële taak de centralisatie en het beheer van de door de spaarkassen opgenomen middelen. Zij beheert bovendien het bezit van bepaalde instellingen voor.pensioen of sociale voorzorg en ontvangt deposito's van notarissen.. verlenen van een bepaalde herfinancieringsmogelijkheld rechtvaardigen. Tot 1965 moest de looptijd van de kredieten gelegen zijn tussen 2 en 5 jaar. Krachtens een beslissing van de Banque de France van 23 september 1965 mag de looptijd van de kredieten verleend vanaf 1 januari jaar bereiken; onmiddellijke herdiscontering is voortaan evenwel alleen mogelijk voor de meest nabije vervaldagen van de kredieten, d.w.z. voor het papier bestemd voor de mobilisering van het deel van de leningen waarvan de terugbetalingstermijn, op het ogenblik dat het papier wordt aangeboden, 3 jaar niet overtreft; dit papier wordt voor discontering aangenomen tegen de officiële discontovoet, voor het bedrag dat overeenstemt met het deel van de kredieten dat binnen een termijn van 2 jaar vervalt, en tegen een verhoogde discontovoet voor het deel van de kredieten dat vervalt binnen een termijn gelegen tussen 2 en 3 jaar. Deze nieuwe bepalingen gelden niet voor de kredieten aan de industrie toegestaan vóór 1 januari 1966, noch voor de kredieten toegestaan voor de financiering van vorderingen voortvloeiend uit verrichtingen van buitenlandse handel; laatstgenoemde kredieten kunnen ook in de toekomst volledig gemobiliseerd worden, terwijl hun maximumlooptijd op 5 jaar behouden blijft. De Conseil National du Crédit heeft op 12 december 1960 een «thesauriecoëfficiënt» ingesteld, die door de Banque de France wordt vastgesteld en die de banken ertoe verplicht de verhouding tussen bepaalde bestanddelen van hun liquide of mobiliseerbare activa, enerzijds, en de voornaamste bestanddelen van hun opvraagbare passiva, anderzijds, op een bepaald minimum te handhaven. De thesauriecoëfficnnt oefent zijn werking uit door de banken ertoe te verplichten in hun kredieten bepaalde bestanddelen te handhaven die beschikbaar of onmiddellijk mobiliseerbaar zijn : liquide middeleri, schatkistbons of individueel herdisconteerbaar papier (waarbij het papier dat mobiliseerbare kredieten op halflange termijn vertegenwoordigt). De banken zijn aldus gedwongen, in de voorgeschreven mate en als tegenpost van de deposito's die zij beheren, zelf deel te nemen aan de financiering van een deel van de kredieten die zij toestaan. De mogelijkheid tot herdiscontering van het papier met halflange looptijd wordt hierdoor in dezelfde mate verminderd. Het papier dat mobiliseerbare kredieten op halflange termijn vertegenwoordigt wordt gezocht door de banken die de activabestanddelen welke in de teller van Mobiliseerbare kredieten op halflange termijn aan de industrie en de uitvoer, verleend door de banken en door de financiële instellingen (Miljarden Franse franken) Uitstaande bedragen per einde Gefinancierd door : Banken 8,87 10,44 11,40 Banque de France 3,45 3,72 4,35 Gespecialiseerde instellingen 0,10 0,02 0,05 Financiële instellingen 0,08 0,08 0,10 Total 12,50 14,26 15,90

17 1.7 de thesauriecoëfficijnt mogen opgenomen worden, moeten aanvullen. Uit dien hoofde neemt dat papier een plaats in op de geldmarkt zoals de overheidseffecten en de andere verhandelbare particuliere effecten. Zoals gezegd in paragraaf (2) van het verslag, werd in Frankrijk onlangs een hypotheekmarkt opgericht. De hypotheekmarkt heeft, in tegenstelling met de hier bestudeerde markt, geen betrekking op de kredieten aan de nijverheid of voor de uitvoer, noch op de kredieten op halflange termijn; het papier dat er verhandeld wordt moet leningen vertegenwoordigen die uitsluitend toegestaan werden met het oog op de bouw of de aankoop van particuliere woningen en waarvan de oorspronkelijke looptijd ten minste 10 jaar bedraagt. Het kan evenwel van belang zijn hier enkele gegevens te verstrekken betreffende de organisatie van de nieuwe markt. De markt zal geleidelijk worden opengesteld voor de banken, de financiële instellingen, de volksbanken, de landbouwkredietkassen, de spaarkassen, de kassen voor onderling krediet, de verzekeringsmaatschappijen, de pensioenkassen en de investeringsmaatschappijen. De deelnemers verhandelen het papier door bemiddeling van tussenpersonen of makelaars die zij vrij kunnen kiezen. Het Crédit Foncier de France is belast met het toezicht op en de regulering van de markt. Uit een eventuele tussenkomst van deze instelling mag in geen enkel geval besloten worden dat zij zou instaan voor de mobilisering van de hypothecaire vorderingen van de instellingen die het papier uitgeven. Zij behoudt zich het recht voor, wanneer zij het wenselijk acht, papier te kopen dat aangeboden wordt door andere instellingen dan de emittenten of hun avalgevers, of papier af te staan tegen prijzen die zij zelf vaststelt, ten einde de geregelde en de goede werking van de markt te bevorderen. 2. Duitse Bondsrepubliek. a) Kredieten aan de industrie. De industriële investeringskredieten ( 1 ) worden toegestaan door : 1) de banken; 2) de spaarkassen, de cooperatieve kredietkassen en hun centrale kassen, 3) twee gespecialiseerde instellingen : de Kreditanstalt fllr Wiederaufbau, publiekrechtelijke instelling die zich thans bezighoudt met speciale financieringen op overheidsmiddelen en met de financiering van de ontwikkelingslanden voor rekening van de Bondsrepubliek, en de Industriekreditbank, die kredieten op halflange en lange termijn verleent aan kleine en middelgrote bedrijven die niet belangrijk genoeg zijn om over te gaan tot uitgiften op de kapitaalmarkt. 4) de institutionele beleggers, met name de verzekeringsmaatschappijen en de pensioenkassen, waarvan de tussenkomsten sedert enkele jaren uitbreiding hebben genomen. Voor het papier dat kredieten aan de industrie vertegenwoordigt, bestaat er geen markt en geen mogelijkheid tot mobilisering. b) Kredieten aan de uitvoer. In 1952 hebben de grote banken, de belangrijkste regionale banken en de belangrijkste Landeszentralbanken en particuliere instellingen de Ausfuhrkredit ( 1 ) Volgens een vordering van de Deutsche Bundesbank, welke betrekking heeft op de publikatie van de maandelijkse balansstatistieken, hebben de kredieten op halflange termijn een looptijd die begrepen is tussen 6 maanden en 4 jaar. Zij hebben doorgaans de vorm van kredieten in rekeningcourant. De discontokredieten worden beschouwd als zijnde op korte termijn, ongeacht hun looptijd. Aktiengesellschaft (A.K.A.) opgericht, in 1966 omgevormd tot A.K.A. AusfuhrkreditGesellschaft m.b.h., die tot doel heeft papier dat betrekking heeft op uitvoerverrichtingen te disconteren. De interventiemogelijkheden waarover de A.K.A. beschikt komen van twee verschillende kredietplafonds : een plafond «A» en een plafond «B». Het plafond «A» bestaat in een kredietlijn van oorspronkelijk DM 270 miljoen en thans DM 1,5 miljard, die door de aangesloten banken aan de A.K.A. werd verleend. De uitvoerderskredietnemers onderschrijven promessen aan de order van de A.K.A. die ze endosseert en onder de aangesloten banken verdeelt op een vooraf overeengekomen wijze. Bij verkrapping van hun kaspositie, kunnen de banken van de centrale bank leningen op onderpand krijgen ten belope van 90 pct. van het nominaal bedrag van het papier dat ze in portefeuille hebben. Het plafond «B» bestaat in een herdisconteringskrediet bij de centrale bank. Aanvankelijk vastgesteld op DM 600 miljoen, bedroeg het DM 300 miljoen sedert 1960, maar het werd in juli 1966 gebracht op DM 900 miljoen. In het raam van het plafond «B» onderschrijven de uitvoerders promessen aan de order van de bemiddelende bank, die er aldus de eerste houder van wordt. Een rugtekening van de A.K.A. geldt als waarborg voor de bank die het papier in haar bezit heeft. Laatstgenoemde bank mag het papier of wel in portefeuille houden, of wel voor herdiscontering aanbieden bij de A.K.A., na het geëndosseerd te hebben. Rekening houdend met de geringe middelen waarover zij beschikt, tracht deze instelling het papier dat ze herdisconteert op de markt te plaatsen, in hoofdzaak bij andere banken; indien ze op de markt geen koper vindt, wendt zij zich tot de Deutsche Bundesbank, binnen de perken van het plafond «B». De centrale bank komt dus slechts in laatste instantie, nadat alle mogelijkheden van de markt werden aangewend. Krachtens een beslissing van 5 mei 1960 moeten de kredieten van het plafond «B» bij voorrang worden aangewend ten gunste van de ontwikkelingslanden. De looptijd en de kostprijs van de kredieten verschillen naar gelang van de kredietlijnen : 1) voor de kredieten van het plafond «A» is de looptijd 12 tot 36 maanden voor de produktieperiode van kapitaalgoederen en tot 5 jaar voor de eigenlijke kredietperiode; de kostprijs bedraagt thans 8,25 pct., inclusief de door de A.K.A. geïnde endosseringsprovisie; 2) voor de kredieten van het plafond «B» is de looptijd 12 tot 48 maanden in totaal; de kostprijs, met inbegrip van de endosseringsprovisie van de bank van de uitvoerder en van de A.K.A., bedraagt thans 6,5 pct., d.i. 1,5 pct. meer dan de officiële discontovoet. Het merendeel van de kredietinstellingen verlenen eveneens uitvoerkredieten zonder de tussenkomst van de A.K.A. 3. Nederland. a) Kredieten aan de industrie. Drie categorieën instellingen verlenen kredieten voor de financiering op halflange en lange termijn van de industriële investeringen : 1) de institutionele beleggers (de levensverzekeringsmaatschappijen, de pensioenfondsen en, in mindere mate, de spaarkassen), waarvan de leningen in het algemeen een looptijd hebben van 10 tot 20 jaar; 2) de banken waarvan de tussenkomsten op dit gebied van recente datum zijn, maar tijdens de jongste jaren een aanzienlijke ontwikkeling hebben genomen, en waarvan de leningen in het algemeen een looptijd hebben van ten hoogste 10 jaar, alsmede gespecialiseerde dochtermaatschappijen van de banken;

18 18 3) op bijkomende wijze, twee instellingen met een semipubliek karakter : de Nationale Investeringsbank (vroeger Herstelbank) en de Middenstandsbank. Voor het papier dat betrekking heeft op kredieten aan de industrie bestaat er geen markt noch een regelmatige mogelijkheid tot mobilisering. b) Kredieten aan de uitvoer. De financiering op halflange termijn van de uitvoer geschiedt door : 1) de banken en hun gespecialiseerde dochtermaatschappijen; 2) de Export Financiering Maatschappij, N.V. (E.F.M.), opgericht in 1951 door de Herstelbank en acht grote banken. Er bestaat geen markt voor het papier dat betrekking heeft op uitvoerkredieten en de banken kunnen het desbetreffende papier dat zij in portefeuille hebben niet mobiliseren. Daarentegen kan het papier in het bezit van de E.F.M. soms gemobiliseerd worden 1) de bankenaandeelhouders nemen soms deel aan de financiering van de door de E.F.M. verleende kredieten, met name door discontering van het papier dat in bezit is van deze instelling; 2) de E.F.M. beschikt over mobiliseringsmogelijkheden bij De Nederlandsche Bank; krachtens een overeenkomst tussen de twee instellingen, welke jaarlijks hernieuwd wordt, aanvaardt De Nederlandsche Bank als onderpand van voorschotten het papier uitgeschreven aan de order van de E.F.M. waarvan de looptijd 3 jaar niet overtreft en zij disconteert eveneens dat papier, voor zover de looptijd niet langer is dan 105 dagen; voor die gezamenlijke mobiliseringsmogelijkheden is een grens van 50 miljoen gulden gesteld; het betreft hier evenwel tijdelijke mogelijkheden; deze laatste voorwaarde vindt niet haar concrete toepassing in de vaststelling van een maximumperiode, maar in een bepaling volgens welke de maximale gemiddelde aanwending van de gezamenlijke mobiliseringsmogelijkheden 25 pct. van 50 miljoen mag bedragen. Ter zake van het krediet op halflange termijn blijft de tussenkomst van De Nederlandsche Bank dus beperkt tot de kredieten aan de uitvoer, en dit ten gunste van één enkele instelling en bovendien binnen zeer beperkte grenzen. Zij is inderdaad van oordeel dat de kredieten op halflange termijn door spaarmiddelen moeten gefinancierd worden. 4. VerenigdKoninkrijk. a) Kredieten aan de industrie. Die kredieten kenden geen grote ontwikkeling; zij werden verleend door : 1) de banken; 2) de gespecialiseerde instellingen, zoals de Finance Corporation for Industry, en de Industrial and Commercial Finance Corporation. Voor het papier dat betrekking heeft op kredieten aan de industrie bestaat er geen markt en geen mobiliseringsmogelijkheid, wat verklaart waarom de banken slechts weinig kredieten van dit type verstrekken. b) Kredieten aan de uitvoer. Deze kredieten worden verleend door afzonderlijke banken of door bankconsortiums onder leiding van een hunner of door een «merchant bank». Er bestaat geen markt voor het papier dat betrekking heeft op kredieten aan de uitvoer, maar sedert februari 1961 mobiliseert de Bank of England dat papier onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen. De voornaamste voorwaarden waarvan de Bank of England de mobilisering van een krediet bij haar afhankelijk maakt, zijn thans de volgende : 1) een bank of een groep banken moet de verbintenis aangegaan hebben de exportverrichting te financieren; 2) het krediet moet gedekt zijn door een waarborg van het Export Credit Guarantee Department (E.C.G.D.); 3) de looptijd van het krediet moet ten minste 2 jaar bedragen; 4) de terugbetaling van het krediet moet geschieden door middel van betalingen met geregelde tussentermijnen (normaal ten minste om de 6 maanden). De herfinanciering toegestaan door de Bank of England bereikt, op basis van het door het E.C.G.D. gewaarborgde bedrag, ten hoogste het binnen de 18 maanden terug te betalen bedrag, of wel 30 pct. van het gewaarborgde oorspronkelijke krediet. De Bank of England heft geen provisie noch andere kosten en herdisconteert het papier tegen de discontovoet (thans 5,5 pct.) welke door de banken zelf wordt aangerekend. Laatstgenoemde blijven volledig verantwoordelijk tegenover de Bank of England o.m. wat de betaling van de interesten betreft. De banken moeten elk kwartaal aan de Bank of England mededelen het bedrag van de transacties die ze gefinancierd hebben of waarvoor zij een financieringsverbintenis hebben aangegaan en die voor herfinanciering in aanmerking zouden kunnen komen. De herfinancieringsmogelijkheid bij de Bank of England stelt de banken in staat het mobiliseerbare deel van hun kredieten aan de uitvoer als liquide middelen te beschouwen, wat hun liquiditeitscoff ficient doet toenemen en hun bijgevolg in de mogelijkheid stelt hun nietliquide activa te verhogen en inzonderheid meer nietmobiliseerbare kredieten op halflange termijn voor exportfinanciering te verstrekken. De Bank of England mag de herfinancieringsmogelijkheden afschaffen of wijzigen op voorwaarde dat zij de betrokken banken 3 maanden vooraf hiervan in kennis stelt. 5. Besluiten. In Frankrijk zijn er geregelde mobiliseringsmogelijkheden voor het papier dat kredieten op halflange termijn aan de industrie en de uitvoer vertegenwoordigt en bestaat er een markt voor het aldus mobiliseerbaar papier. In de andere landen verstrekt de centrale bank sommige mobiliseringsfaciliteiten voor het papier dat op kredieten aan de uitvoer betrekking heeft.

19 HOOFDSTUK XII «VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE» EN HOOFDSTUK XIII «GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN» VAN HET STATISTISCH GEDEELTE 1. Boeking van de passiva en activa van de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de aangesloten verenigingen. Tot nog toe werden de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de aangesloten verenigingen gerangschikt bij de sector van de «geldscheppende instellingen» ten belope van hun direct en op ten hoogste een maand opvraagbare passiva ( 1 ) en van hun kortlopende activa, en bij de sector van de «nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen» voor hun overige activa en passiva. Waren de direct en op ten hoogste een maand opvraagbare passiva van de Kas en van de aangesloten verenigingen groter dan hun kortlopende activa, dan beschouwde men het verschil als een krediet van de Kas, als geldscheppende instelling, aan de Kas, als nietgeldscheppende openbare kredietinstelling, en, omgekeerd, indien de kortlopende activa groter waren dan de direct en op ten hoogste een maand opvraagbare passiva ( 2 ). (1) In de cijfers van de data en de periodes die aan 30 juni 1963 voorafgingen, waren deposito's op meer dan een maand begrepen welke niet konden worden geëlimineerd. (2) Voor de data en de periodes die aan 30 juni 1963 voorafgingen, was de boekingswij ze enigszins verschillend; in hoofdstuk XIII werd het overschot van de direct en op ten hoogste een maand opvraagbare passiva op de kortlopende activa opgenomen onder de «Diversen»; in hoofdstuk XII werd het bij wijze van aanpassing gevoegd bij de vorderingen van de geldseheppende instellingen en afgetrokken van de vorderingen van de nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen op de bedrijven en particulieren. Cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, september 1963, blz. 174, «Hoofdstuk XIII «Geldscheppende instellingen» van het statistisch gedeelte. Wijziging van sommige gegevens». Deze methode was erop gericht in de statistiek van de geldhoeveelheid, voor zover mogelijk, alle verplichtingen op te nemen die aan deze begripsbepaling beantwoorden, waaruit onvermijdelijk voortvloeide dat de tegenposten van de geregistreerde verplichtingen en de oorsprong van hun veranderingen dienden te worden afgezonderd. Deze methode vertoonde evenwel nadelen. De geldscheppende instellingen onderscheiden zich van de andere financiële instellingen door het feit dat wanneer zij vorderingen op de nietgeldscheppende nationale sectoren of op het buitenland verkrijgen, zulks meestal en onmiddellijk aanleiding geeft tot een vermeerdering van de inzonderheid monetaire verplichtingen van de instelling die de vorderingen heeft verkregen of van andere gelijkaardige instellingen. In de jongste jaren is evenwel gebleken dat er geen nauwe samenhang bestaat tussen de evolutie van de activa op korte termijn van de Kas en van de aangesloten verenigingen en de evolutie van hun direct en op ten hoogste een maand opvraagbare passiva of van de verplichtingen van andere geldscheppende instellingen. Onder die omstandigheden kunnen de veranderingen van genoemde activa moeilijk worden beschouwd als een oorzaak van geldschepping of van geldvernietiging. Bij de gevolgde werkwijze deden zich bovendien moeilijkheden van statistische aard voor : naar de termijn konden de activa van de Kas en van de aangesloten verenigingen niet met de gewenste nauwkeurigheid worden ingedeeld want de balansgegevens van die instellingen bevatten niet al de daartoe

20 20 vereiste gegevens; dientengevolge was het niet uitgesloten dat bij de als kortlopend geregistreerde activa ook sommige activa op langere termijn voorkwamen die men niet had kunnen uitschakelen. De nadelen die aldus voortvloeiden uit de splitsing van de Kas en de aangesloten verenigingen in twee groepen instellingen, werden niet door even grote voordelen gecompenseerd. Inderdaad, de direct en op ten hoogste een maand opvraagbaar passiva van de hierboven aangehaalde instellingen vertegenwoordigden slechts een gering gedeelte van de geldhoeveelheid en de wijzigingen ervan waren van geen betekenis voor de algemene evolutie van deze hoeveelheid. Om die redenen werd besloten de Kas en de aangesloten verenigingen niet langer voor een gedeelte van hun activiteit in de sector van de «geldscheppende instellingen» onder te brengen. Voortaan worden deze instellingen beschouwd als geheel deel uitmakend van de sector der «nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen». Die wijziging van de indeling heeft tot gevolg dat sommige tabellen van de hoofdstukken XII en XIII van het statistisch gedeelte van dit Tijdschrift een verandering ondergaan. In hoofdstuk XIII zijn, met ingang van 30 juni 1963, verbeteringen aangebracht aan de cijfers van de tabellen die betrekking hebben op bedragen waarin tot nog toe de activa en passiva van de Kas en van de aangesloten verenigingen begrepen waren (tabellen XIII1, 2 en 4); in hoofdstuk XII, waarin alleen jaargegevens voorkomen, zijn de cijfers van de tabellen die de gegevens bevatten per 31 december 1963 laatste beschikbare datum (tabellen XIIlb en XII3b) gecorrigeerd. De cijfers van tabel XIII3, die de veranderingen per kwartaal vermeldt, werden vanaf het derde kwartaal van 1963 opnieuw berekend op grond van bedragen die aan de nieuwe definities beantwoorden; de cijfers van tabellen XII2 en 4, die de bewegingen van 1963 weergeven, werden opgesteld door de som te maken van de veranderingen van het eerste halfjaar, berekend volgens de bedragen overeenstemmend met de vroegere definities, en van de veranderingen van het tweede halfjaar, berekend op grond van de bedragen beantwoordend aan de nieuwe definities. Er wordt aan herinnerd dat voorheen reeds verschillende wijzigingen, die van kracht wer den op 30 juni 1963, aan sommige tabellen van hoofdstuk XIII van het statistisch gedeelte werden aangebracht. Deze wijzigingen werden toen in dit Tijdschrift (') omstandig toegelicht. In het deel 2 van dit artikel wordt die nota volledig overgenomen, nadat ze werd bijgewerkt in het licht van hetgeen werd gezegd over de gewijzigde registratie van de statistieken betreffende de verrichtingen van de Kas en van de aangesloten verenigingen. 2. Wijzigingen aangebracht met ingang van 30 juni 1963 aan verschillende tabellen van hoofdstuk XIII «Geldscheppende instellingen» van het statistisch gedeelte. Op 30 juni 1963 werd een belangrijke wijziging gebracht aan de basisgegevens die gebruikt worden bij het opstellen van de tabellen XIII1 «Gezamenlijke balansen van de geldscheppende instellingen», XIII2 «De balansen van de Nationale Bank van België, de geldscheppende openbare instellingen en de depositobanken», XIII3 «Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid», XIII4 «Geldhoeveelheid» en XIII5 «. Goud en nettodeviezenvoorraad van de geldscheppende instellingen» van het statistisch gedeelte van dit Tijdschrift ( 2 ). Deze wijziging van de basisgegevens bestaat in de toepassing van eenvormige criteria door alle banken ten aanzien van de boeking van de verplichtingen aan en de tegoeden op het Groothertogdom Luxemburg. Vóór 30 juni 1963 werden die verplichtingen en die tegoeden door sommige banken opgenomen bij de verplichtingen aan en de tegoeden op België. SihcIsdien worden ze op gelijke wijze gerangschikt bij de verplichtingen aan en de vorderingen op het buitenland, zoals het dient te zijn met het oog op de voorbereiding van de monetaire statistieken die op België betrekking hebben. (1) Cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, september 1963, bovenvermeld artikel. (2) Cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, november 1955, blz. 317, c De vorming van de geldhoeveelheid», november 1957, blz. 417, en november 1958, blz. 352, a Gezamenlijke balansen der geldscheppende instellingen en oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid Herziening van sommige statistische gegevens», juli 1961, blz. 18, a De balansen van de Nationale Bank van België, de geldscheppende openbare instellingen en de depositobanken» en januari 1965, blz. 22, c Aanpassing van bepaalde reeksen van de c Statistieken» B. Hoofdstuk XIII : Geldscheppende instellingen».

Nationale Bank van België

Nationale Bank van België Tijdschrift van de Nationale Bank van België LI e Jaargang Deel I N" 4 - April 1976 Verschijnt maandelijks INHOUD : 3 Aanbevelingen van monetair beleid op 22 maart 1976 door de Nationale Bank van België

Nadere informatie

Kas en stukken met geldwaarde

Kas en stukken met geldwaarde KLASSE 3 FINANCIELE REKENINGEN Deze klasse bevat de rubrieken en de rekeningen van de geldwaarden, de deposito's op zicht en op termijn, de leningen en voorschotten op één jaar en minder, alsook de effectenportefeuilles.

Nadere informatie

Delhaize Groep N.V. Osseghemstraat 53 1080 Brussel - België Rechtspersonenregister: 0402.206.045

Delhaize Groep N.V. Osseghemstraat 53 1080 Brussel - België Rechtspersonenregister: 0402.206.045 Delhaize Groep N.V. Osseghemstraat 53 1080 Brussel - België Rechtspersonenregister: 0402.206.045 UITGIFTE VAN 250.000.000 EUR CONVERTEERBARE OBLIGATIES TERUGBETAALBAAR IN 2009 MET OPHEFFING VAN HET VOORKEURRECHT

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE AANDEELHOUDERS

BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE AANDEELHOUDERS UCB NV - Researchdreef 60, 1070 Brussel - Ondernemingsnr. 0403.053.608 (RPR Brussel) BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE AANDEELHOUDERS over het gebruik en de nagestreefde doeleinden van het

Nadere informatie

INHOUD. Veertigste jaargang Deel II Juli-december De monetaire school versus de inkomens-bestedingsmethode, door Prof. R.T. Selden.

INHOUD. Veertigste jaargang Deel II Juli-december De monetaire school versus de inkomens-bestedingsmethode, door Prof. R.T. Selden. NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Veertigste jaargang Deel II Juli-december 1965 ALGEMEEN Blz. De monetaire school

Nadere informatie

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 16.12.2014 C(2014) 9950 final Mededeling van de Commissie van 16.12.2014 Richtsnoerennota van de Commissie over de tenuitvoerlegging van een aantal bepalingen van Verordening

Nadere informatie

Naamloze vennootschap Havenlaan Brussel RPR BTW BE

Naamloze vennootschap Havenlaan Brussel RPR BTW BE KBC GROEP Naamloze vennootschap Havenlaan 2 1080 Brussel RPR 0403.227.515 BTW BE 403.227.515 Verslag van de Raad van Bestuur van KBC Groep NV opgesteld overeenkomstig (i) artikel 604, tweede lid van het

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet. Artikel 2 Bij het Ministerie van

Nadere informatie

XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967

XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

FNG NAAMLOZE VENOOTSCHAP Statutaire zetel: Zoetermeer, Nederland. Nederlandse Kamer van Koophandel: (de "Vennootschap")

FNG NAAMLOZE VENOOTSCHAP Statutaire zetel: Zoetermeer, Nederland. Nederlandse Kamer van Koophandel: (de Vennootschap) FNG NAAMLOZE VENOOTSCHAP Statutaire zetel: Zoetermeer, Nederland Nederlandse Kamer van Koophandel: 16014685 (de "Vennootschap") BIJZONDER VERSLAG VAN HET BESTUUR MET BETREKKING TOT HET TOEGESTAAN KAPITAAL

Nadere informatie

PUNCH INTERNATIONAL NAAMLOZE VENNOOTSCHAP 9830 Sint-Martens-Latem, Koperstraat 1A RPR (Hierna, de Vennootschap )

PUNCH INTERNATIONAL NAAMLOZE VENNOOTSCHAP 9830 Sint-Martens-Latem, Koperstraat 1A RPR (Hierna, de Vennootschap ) PUNCH INTERNATIONAL NAAMLOZE VENNOOTSCHAP 9830 Sint-Martens-Latem, Koperstraat 1A RPR 0448.367.256 (Hierna, de Vennootschap ) BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 604 VAN HET

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964

TIJDSCHRIFT. XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven.

Nadere informatie

DECEUNINCK Naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet 8800 Roeselare, Brugsesteenweg

DECEUNINCK Naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet 8800 Roeselare, Brugsesteenweg DECEUNINCK Naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet 8800 Roeselare, Brugsesteenweg 374 0405.548.486 RPR Kortrijk (de Vennootschap) BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR

Nadere informatie

FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen. BTW BE RPR Antwerpen - afdeling Mechelen. (de "Vennootschap")

FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen. BTW BE RPR Antwerpen - afdeling Mechelen. (de Vennootschap) FNG NV Naamloze vennootschap Bautersemstraat 68A 2800 Mechelen BTW BE 0697.824.730 RPR Antwerpen - afdeling Mechelen (de "Vennootschap") BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR MET BETREKKING TOT HET

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A, RICHTLIJN VAN DE RAAD van 22 februari 1990 tot wijziging van Richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet

Nadere informatie

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Mei en september 2006 Conform artikel 11 van het koninklijk besluit

Nadere informatie

INHOUD. Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966

INHOUD. Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966 ALGEMEEN Blz. Normering van

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting

TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELUKS Departement Studiën XLIIIe Jaargang, Deel II, 1\1` 3 September 1968 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar

CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar Overeenkomstig artikel 27bis, 2, eerste lid, litt. c) van het koninklijk

Nadere informatie

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012

No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012 ... No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012 Bij Kabinetsmissive van 8 november 2012, no.12.002573, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

ageas SA/NV Société Anonyme/Naamloze Vennootschap Markiesstraat 1 1000 Brussel RPR Brussel 0451.406.524

ageas SA/NV Société Anonyme/Naamloze Vennootschap Markiesstraat 1 1000 Brussel RPR Brussel 0451.406.524 ageas SA/NV Société Anonyme/Naamloze Vennootschap Markiesstraat 1 1000 Brussel RPR Brussel 0451.406.524 BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE AANDEELHOUDERS betreffende het gebruik en de doeleinden

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT INHOUD. Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962

TIJDSCHRIFT INHOUD. Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHUNT MAANDELIJKS INHOUD Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962 ALGEMEEN Nr. Blz. Produktie- en investeringstempo's,

Nadere informatie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt

Nadere informatie

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/12 - Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE EN DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING INZAKE BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN, ONDERTEKEND TE ANKARA OP 2 JUNI

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments... Page 1 of 5 Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Personenbelasting

Nadere informatie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt

Nadere informatie

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 22 20 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, 7 juli 2017 Kenmerk: NBB_2017_21 uw correspondent:

Nadere informatie

ageas SA/NV Naamloze Vennootschap Markiesstraat 1 1000 Brussel RPR Brussel 0.451.406.524

ageas SA/NV Naamloze Vennootschap Markiesstraat 1 1000 Brussel RPR Brussel 0.451.406.524 ageas SA/NV Naamloze Vennootschap Markiesstraat 1 1000 Brussel RPR Brussel 0.451.406.524 BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE AANDEELHOUDERS betreffende het gebruik en de doeleinden van het

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende een waarborgregeling voor de ondernemingen die zijn getroffen door de dioxinecrisis in 1999

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende een waarborgregeling voor de ondernemingen die zijn getroffen door de dioxinecrisis in 1999 Stuk 182 (1999-2000) Nr. 4 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1999-2000 29 maart 2000 ONTWERP VAN DECREET houdende een waarborgregeling voor de ondernemingen die zijn getroffen door de dioxinecrisis in 1999 TEKST

Nadere informatie

Delhaize Groep NV Osseghemstraat 53 1080 Brussel, België Rechtspersonenregister 0402.206.045 (Brussel) www.delhaizegroep.com

Delhaize Groep NV Osseghemstraat 53 1080 Brussel, België Rechtspersonenregister 0402.206.045 (Brussel) www.delhaizegroep.com Delhaize Groep NV Osseghemstraat 53 1080 Brussel, België Rechtspersonenregister 0402.206.045 (Brussel) www.delhaizegroep.com BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OPGESTELD IN UITVOERING VAN DE ARTIKELEN

Nadere informatie

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft: Artikel 130 Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 29 / 95 van 27 oktober 1995 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 95 / 029 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN

BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN 1. De huidige Hoge Raad van Financiën vindt haar oorsprong in het Koninklijk Besluit van 31 januari 1936 houdende instelling van een hoogen raad van

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden Employee Benefits Institute 1. Welke zijn de nieuwe rentevoeten die AXA Belgium waarborgt

Nadere informatie

MINISTERIE VAN FINANCIEN VAN BELGIE Administratie der directe belastingen VERKLARENDE NOTA 276 INT. (Not.) (A) 1999 "Het formulier 276 Int.-Aut. is aangepast voor computerverwerking en dient bijgevolg

Nadere informatie

KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN

KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN BV KOOPOVEREENKOMST OP HOOFDLIJNEN Ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid..bv. te. ( KvK nummer ) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36912 29 december 2014 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2014, CZW/S&B

Nadere informatie

MEDEDELING NR. D. 134

MEDEDELING NR. D. 134 70.293/PC4A/MS Brussel, 18 april 1995 MEDEDELING NR. D. 134 Betreft : Aanwenden als dekkingswaarden van "vorderingen op herverzekeraars". Toepassing van artikel 10 3-8 van het koninklijk besluit van 22

Nadere informatie

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend

Nadere informatie

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni Naar een internationale kapitaalmarkt? door Prof. R.N. COOPER 1 1

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni Naar een internationale kapitaalmarkt? door Prof. R.N. COOPER 1 1 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni 1970 ALGEMEEN Blz. Naar een internationale

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1083 woorden 18 januari 2006 5,8 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent 4 Financieel beleid: interestberekeningen

Nadere informatie

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE EN DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING

Nadere informatie

Verslag van de raad van bestuur in het kader van de bepalingen van de artikelen 583, 596 juncto 603 en 598 van het wetboek vennootschappen

Verslag van de raad van bestuur in het kader van de bepalingen van de artikelen 583, 596 juncto 603 en 598 van het wetboek vennootschappen Verslag van de raad van bestuur in het kader van de bepalingen van de artikelen 583, 596 juncto 603 en 598 van het wetboek vennootschappen Gebruik makend van haar prerogatieven in het kader van het toegestane

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 juni 2005 (24.06) (OR. fr) 10467/05 ECOFIN 220 FIN 223

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 juni 2005 (24.06) (OR. fr) 10467/05 ECOFIN 220 FIN 223 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 juni 2005 (24.06) (OR. fr) 10467/05 ECOFIN 220 FIN 223 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN ("DE OVEREENKOMST")

EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN (DE OVEREENKOMST) EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN ("DE OVEREENKOMST") Deze Overeenkomst is tot stand gekomen door onderhandelingen

Nadere informatie

GALAPAGOS. Bijzonder verslag van de Raad van Bestuur overeenkomstig Artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen

GALAPAGOS. Bijzonder verslag van de Raad van Bestuur overeenkomstig Artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen GALAPAGOS Naamloze Vennootschap Generaal De Wittelaan L11 A3, 2800 Mechelen, België Ondernemingsnummer: 0466.460.429 RPR Antwerpen (afdeling Mechelen) (de Vennootschap ) Bijzonder verslag van de Raad van

Nadere informatie

INHOUD. Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968

INHOUD. Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968 ALGEMEEN N' Blz. Vergroting

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid

Nadere informatie

XLVe Jaargang, Deel I, 1 1` 4 April 1970

XLVe Jaargang, Deel I, 1 1` 4 April 1970 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHUNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLVe Jaargang, Deel I, 1 1` 4 April 1970 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan ondernemingen

Centrale voor kredieten aan ondernemingen Centrale voor kredieten aan ondernemingen Brussel, woensdag 16 oktober 2013 Rudy TROGH Inleiding Kredieten zijn belangrijk en zelfs noodzakelijk voor de economie... maar houden een risico in van niet-betaling

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel toezicht op de beleggingsondernemingen

COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel toezicht op de beleggingsondernemingen COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel toezicht op de beleggingsondernemingen Brussel, 3 januari 2000. D4/EB/3 OMZENDBRIEF AAN DE BIJKANTOREN VAN BELEGGINGSONDERNEMINGEN DIE RESSORTEREN

Nadere informatie

BIJLAGE IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN HET STOCKBONUS PLAN

BIJLAGE IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN HET STOCKBONUS PLAN BIJLAGE IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN HET STOCKBONUS PLAN INHOUD 1. Doel... 1 2. Definities... 1 3. Toekenning van het aantal Eenheden... 3 4. Vernietiging... 4 5. Bijzondere gevallen... 4 5.1. Definitieve

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2019; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 houdende de voorwaarden waaronder kredietmaatschappijen erkend kunnen worden en ter bepaling

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 2004O0013 NL 22.12.2004 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, l EGIRichtiijn 681360 c1 4-3 C14-3 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der Lid-Staten en van hun familie binnen de Gemeenschap [68/360/EEG)

Nadere informatie

Boekhoudplan. KLASSEN en ONDERKLASSEN

Boekhoudplan. KLASSEN en ONDERKLASSEN Boekhoudplan KLASSEN en ONDERKLASSEN Balansrekeningen KLASSE 1 KLASSE 2 KLASSE 3 KLASSE 4 FONDSEN EN PROVISIES VAN DE MAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID VASTGELEGDE MIDDELEN FINANCIELE REKENINGEN REKENINGEN VAN

Nadere informatie

Keytrade Bank Luxembourg SA - Voorwaarden inzake kredietopening,

Keytrade Bank Luxembourg SA - Voorwaarden inzake kredietopening, Keytrade Bank Luxembourg SA - Voorwaarden inzake kredietopening, Artikel 1. Voorwerp van deze Algemene Voorwaarden 1.1 De Algemene Voorwaarden van Keytrade Bank Luxembourg SA (hierna de Bank ), regelen

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks INHOUD. Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste jaar Vol. I. Januari-Juni 1945

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks INHOUD. Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste jaar Vol. I. Januari-Juni 1945 NATIONALE BANK VAN BELGIË' Afdeeling Studiën en Documentatie O TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting Verschijnt maandelijks Birtiotlitg!e. INHOUD Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste

Nadere informatie

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Maatschappelijke Zetel: Zinkstraat 1, 2490 Balen Ondernemingsnummer BTW BE RPR Antwerpen, afdeling Turnhout

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Maatschappelijke Zetel: Zinkstraat 1, 2490 Balen Ondernemingsnummer BTW BE RPR Antwerpen, afdeling Turnhout 1. Inleiding NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Maatschappelijke Zetel: Zinkstraat 1, 2490 Balen Ondernemingsnummer BTW BE 0888.728.945 RPR Antwerpen, afdeling Turnhout Verslag van de Raad van Bestuur overeenkomstig

Nadere informatie

Effectenleningen en cessies-retrocessies van effecten

Effectenleningen en cessies-retrocessies van effecten Circulaire _2009_29 dd. 30 september 2009 Effectenleningen en cessies-retrocessies van effecten Toepassingsveld: Verzekeringsondernemingen onderworpen aan de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle

Nadere informatie

Hypothecair krediet: duurzame groei

Hypothecair krediet: duurzame groei Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecair krediet: duurzame groei Brussel, 6 mei 2011 In het eerste trimester van 2011 werden 24% meer hypothecaire kredieten verstrekt dan in het eerste

Nadere informatie

RONDSCHRIJVEN Nr. B 84/1.

RONDSCHRIJVEN Nr. B 84/1. 4 BANKCOMMISSIE RONDSCHRIJVEN Nr. B 84/1. Mijnheer, Betreft : Spaardeposito s. Het koninklijk besluit van 29 december 1983 tot wijziging, op het stuk van de inkomsten uit spaardeposito s, van het koninklijk

Nadere informatie

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010 Beroepsvereniging van het Krediet Persbericht Hypothecair krediet : het recordjaar 2010 Brussel, 9 februari 2011 - De Beroepsvereniging van het Krediet (BVK), lid van Febelfin, de Belgische federatie van

Nadere informatie

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP 136 (1973-1974) - N 1 CULTUURRAAD VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP ZITTING 1973-1974 12 DECEMBER 1973 ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de begroting van de Culturele Zaken van de Nederlandse

Nadere informatie

1. Hernieuwing van de machtiging van de Raad van Bestuur in het kader van het toegestaan kapitaal

1. Hernieuwing van de machtiging van de Raad van Bestuur in het kader van het toegestaan kapitaal BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 603 EN 604 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN In overeenstemming met artikel 603 en 604 van het Wetboek van Vennootschappen stelt de Raad

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Investeer nu in een duurzame toekomst.

Investeer nu in een duurzame toekomst. Investeer nu in een duurzame toekomst. Investeer in de groei van Bij werkt uw geld aan een duurzame samenleving waarin levenskwaliteit centraal staat. U kunt daaraan bijdragen door certificaten van aandelen

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten Ontwerpadvies van 9 september 2015 In het kader van een individuele vraagstelling omtrent

Nadere informatie

Dmat Newsletter nr. 3 Bescherming van de spaarders

Dmat Newsletter nr. 3 Bescherming van de spaarders DMAT TASK FORCE Dmat Newsletter nr. 3 Bescherming van de spaarders Inleiding Als antwoord op de problemen die zich de jongste maanden op de financiële markten hebben voorgedaan, heeft de wetgever een aantal

Nadere informatie

De looptijd van een obligatie is bekend van bij de aanvang (met uitzondering van eeuwigdurende obligaties).

De looptijd van een obligatie is bekend van bij de aanvang (met uitzondering van eeuwigdurende obligaties). Obligatie Verklarende fiche Wat is een obligatie? Een obligatie is een verhandelbaar schuldeffect. Een obligatie kopen komt er dus op neer geld uit te lenen aan de instelling (een Staat of een bedrijf)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

OVEREENKOMST EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE DOOR DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE AAN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDONESIA

OVEREENKOMST EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE DOOR DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE AAN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDONESIA II OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDONESIA EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE INZAKE DE VERLENING VAN EEN FINANCIELE HULP DOOR DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE AAN DE REGERING

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.1.2015 L 15/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/81 VAN DE RAAD van 19 december 2014 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de toepassing van Verordening

Nadere informatie

Deceuninck Naamloze vennootschap Brugsesteenweg 374 8800 Roeselare RPR Gent, afdeling Kortrijk BTW BE 0405.548.486. (de Vennootschap )

Deceuninck Naamloze vennootschap Brugsesteenweg 374 8800 Roeselare RPR Gent, afdeling Kortrijk BTW BE 0405.548.486. (de Vennootschap ) Deceuninck Naamloze vennootschap Brugsesteenweg 374 8800 Roeselare RPR Gent, afdeling Kortrijk BTW BE 0405.548.486 (de Vennootschap ) BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVEREENKOMSTIG ARTIKELEN

Nadere informatie

Zitting 1964-1965-7800

Zitting 1964-1965-7800 Zitting 1964-1965-7800 3 RIJKSBEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1965 HOOFDSTUK IXA - NATIONALE SCHULD MEMORIE VAN TOELICHTING NR. 2 Algemeen Een vergelijking van de ramingen voor het dienstjaar 1965 met die

Nadere informatie

Jaarrekening 2016 Stichting Piloot met Missie Gouda

Jaarrekening 2016 Stichting Piloot met Missie Gouda Jaarrekening 2016 Stichting Piloot met Missie Gouda Mei 2017 (vaststelling jaarrekening) Stichting Piloot met Missie, Gouda Pagina 1 van 6 Inhoud Balans per 31 december 2016 3 Toelichting op de balans

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt:

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Artikel 2 Bij het Ministerie

Nadere informatie

Stichting Poolse Weeskinderen Naarden Statenlaan 19 1405EV Bussum. KvK-nummer: 41194422 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2014

Stichting Poolse Weeskinderen Naarden Statenlaan 19 1405EV Bussum. KvK-nummer: 41194422 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2014 Stichting Poolse Weeskinderen Naarden Statenlaan 19 1405EV Bussum KvK-nummer: 41194422 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2014 Inhoud JAARSTUKKEN 2014 JAARREKENING Balans Staat van baten en lasten Toelichting

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 maart 2000 (OR. en) 6485/00 Interinstitutioneel dossier: 99/0172 (CNS) LIMITE ECOFIN 56 NIS 30

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 maart 2000 (OR. en) 6485/00 Interinstitutioneel dossier: 99/0172 (CNS) LIMITE ECOFIN 56 NIS 30 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 maart 2000 (OR. en) 6485/00 Interinstitutioneel dossier: 99/0172 (CNS) LIMITE ECOFIN 56 NIS 30 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET Stuk 11 - A (1980-1981) - Nr. 1 VLAAMSE RAAD ZITTING 1980-1981 21 OKTOBER 1980 ONTWERP VAN DECREET waarbij nieuwe voorlopige kredieten worden geopend die in mindering komen van de begroting van de Vlaamse

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Volmacht buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering

Volmacht buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering Volmacht buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering Ondertekende volmachten moeten de vennootschap bereiken per post, voor of ten laatste op donderdag 20 april 207, gericht aan: Telenet Group Holding

Nadere informatie

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ***** COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.1998 COM(1998) 801 def. 98/ 0364(CNB) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de monetaire regelingen in de Franse territoriale gemeenschappen

Nadere informatie