VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1993 VERSLAG

Transcriptie

1 Stuk 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G 1EF RAW VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET houdende de agemene uitgavenbegroting van de Vaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1993 VERSLAG namens de Commissie voor de Media uitgebracht door de heer F. Sarens aan de Commissie voor Financiën en Begroting Voor-itter : N... Vaste fedez : de heren S. De Ccrck G. Geens. mevrouw L. Neis-Van Liedekerke de heren F. Sarens E. Van Rompuy ; de heren M. Barthoomecussen. W. Seeuws. G. Swennen D. Van der Maeen : de heren A. Denys. L. Monset. D. Van Mecheen ; de heer H. Coveiers : de heer H. Van Dienderen. Parrr.\ L crvar1ger.s : de heren W. Demuyt. P. Desmet. L. Dhoore mevrouw A. Leysen. de heer E. Schucrmans ; dc heren F. Dieens. M. Logist. L. Peeters. J. Vande Lanottc ; de heren P. Dewae G. Verhofstadt. R. Wierinckx : de heer W. Verreycken ; dc heer H. Oaerts ; de heer J. Geyses.

2 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G P Zie : 15A (BZ 1992) - Nr. 1 : Ontwerp van decreet + Bijagen 1 tot XXV - Nrs. 2 tot 5 : Amendementen - Nr. 6-A : Versag namens de Commissie voor Binnenandse Aangeegenheden en Ambtenarenzaken - Nr. 6-B : Versag namens de Commissie voor Buitenandse en Europese Aangeegenheden - Nr. 6-C : Versag namens de Commissie voor Cutuur - Nr. 6-D : Versag namens de Commissie voor Economie Energie en Werkgeegenheid - Nr. 6-E : Versag namens de Commissie voor Huisvesting Ruimteijke Ordening en Landinrichting - Nr. 6F : Versag namens de Commissie voor Leefmiieu en Natuurbehoud Zie ook : 13-A (BZ 1992) - Nr. 1 : Toeichtingen + Errata + Erratum 16-A (BZ 1992) - Nr. 1 : Administratieve begroting - Nr. 2 : Wijzigingen 17-A (BZ 1992) - Nr. 1 : Versag van het Rekenhof + Erratum

3 P 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G NHOUDSTAFEL Bz. 1. neidende uiteenzetting door de heer H. Weckx Vaams minister van Cutuur en Brussese Aangeegenheden Opmerkingen en vragen van de eden en antwoord van de minister en een BRTN-deegatie De BRTN a) Het BRTN-meerjarenpan voor de periode stand van zaken b) De BRTN-begrotingen voor 1993 en c) De Vaamse Audiovisuee Regie (VAR) en zijn impact op de BRTN-begroting voor d) Het verhuren van BRTN-zendtijd aan privé-produktiemaatschappijen e) Het programma-aanbod van de BRTN (vraag naar een met het BBC-Newsnight vergeijkbaar avondprogramma ; de parementaire rubriek ; de zondagmorgen-programmatie van Radio 3 ; de nstructieve Omroep ; bevraging over inhoudeijke aspecten van het mediabeeid) _ f) Het BRTN-orkest g) De BRTN-deename in internationae samenwerkingsverbanden De overige aspecten van het mediabeeid a) De okae radio s b) De adviesraden in de mediasector c) Hup aan de schrijvende pers d) De probematiek van het tekort aan media-speciaisten in de administratie e) Varia (studieopdracht aan het Centrum voor de Studie van de Nieuwe Media ; aanbod van regionae teetekst en rokranten door bepaade kabemaatschappijen) Artikesgewijze bespreking en indicatieve stemmingen 1. Decreetsbepaingen Begrotingstabe V. Conformiteitsmotie _ BJLAGEN Bijage 1 : Jaarversag van de VAR Bijage 2 : Uitspitsing van de ontvangstenbegroting van de BRTN van Bijage 3 : Het verhuren van BRTN-zendtijd aan privé-produktiemaatschappijen. Gegevens met betrekking tot de kostprijs Bijage 4 : Overzicht van het concertseizoen van het BRTN-Fiharmanisch Orkest _

4 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G P DAMES EN HEREN De Commissie voor de Media heeft de haar toegewezen decreetsbepaingen en programma s van het ontwerp van decreet houdende de agemene uitgavenbegroting van de Vaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar besproken tijdens de vergadering van dinsdag 17 november. 1. NLEDENDE UTEENZETTNG DOOR DE HEER H. WECKX VLAAMS MNSTER VAN CULTUUR EN BRUSSELSE AANGELEGENHE- DEN De minister wijst er in eerste instantie op dat de Commissie voor Cutuur enkee weken geeden een uitvoerige bespreking aan het fimbeeid heeft gewijd. De kredieten met betrekking tot de fim ressorteren echter samen met de kredieten media en steun aan de pers onder het programma omdat de begroting 1993 voor het eerst gebaseerd is op de structuur van het departement - via de notie organisatieafdeingen - en het fimbeeid onder de bestuursdirectie Media vat. Met betrekking tot de BRTN wijst de minister erop dat de dotatie aan de BRTN - zoas de dotaties aan de andere parastataen in de cutuursector - onder organisatieafdeing 49 Diensten van de secretaris-generaa en meer bepaad onder programma werd ingeschreven. De kredictcn voor de produktie en coproduktie van cuturee fims werden voor het eerst gegroepeerd. Aan de rechtstreekse steun voor de produktie door de Vaamse Gemeenschap worden de diverse contributies in het kader van de Europese co-produktiefondsen en programma s zoas Eurimages - 10 mijoen - Audiovisuee Eureka - 3 mijoen - en media 95-4s mijoen - toegevoegd. De kredieten die op de diverse begrotingsartikeen voor fim- en audiovisuee festivas waren verspreid werden samengebracht. Van het totae bedrag - negen mijoen - is zeven mijoen bestemd voor de Stichting nternationae Fimfestivas van Vaanderen Gent-Antwerpen. Het resterende gedeete wordt verdeed over de andere festivas. Eén van die festivas is het Europees Jeugdfimfestiva van Vaanderen te Antwerpen. As stimuans voor dit festiva wordt een Prijs van de beste Jeugdfim voorgested. Het krediet voor prijzen van de Vaamse Gemeenschap is daarom verhoogd. Dc subsidies aan de fimverenigingen daarentegen bijven status quo. Het artike fimscenarioschrijvers is bedoed om naast de rechtstreekse steun aan originee Nederandstaig scenario en scenarioschrijvers een Vaamse deename mijoen frank - mogeijk te maken aan Europese initiatieven onder meer inzake opeiding en scenariowerking via Script Fund van het Media 95programma van de Europese Commissie. De promotie voor audiovisuee cutuur en de geschreven pers is zoas de jongste jaren integraa voor de VZW Fanders mage bedoed. n het regeerakkoord is geen bepaing opgenomen over een fimdecreet. De minister onderzoekt met de minister-president van de Vaamse regering die ook voor economie bevoegd is op wekc wijze de kredieten van cutuur en economie kunnen worden samengevoegd om cen stimuans voor de bevordering van de produktie te kunnen reaiseren. Voor de minister i.jkt het hoofdzaak dat de middeen aan produktie ctr niet aan structuren worden gespendeerd. Binnen de ont-

5 P 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G werp-begroting 1993 bijft de produktieondersteuning beminister dat een beangrijke doorbraak perkt Toch meent de werd gereaiseerd. De minister deet mee dat hij naar aaneiding van de besprekingen om Fimnet in de mogeijkheid te steen rechtstreekse voetbawedstrijden aan zijn abonnees door te geven niet aeen een akkoord met BRTN respectieveijk VTM had vooropgested maar dat Fimnet hem toegezegd heeft een bedrag van 100 mijoen frank te zuen inbrengen in een roend fonds ter ondersteuning van de audiovisuee produktie en industrie. Op dit ogenbik wordt onderhanded om de omroepen. de onafhankeijke producenten en de financiers bij het fonds te betrekken. De rechtstreekse hup aan de opiniepers - Vaamse uitgevers van dagbaden - bijft constant en wordt op basis van de bestaande regeing verdeed. Ook de subsidies aan de Beroepsvereniging der Begische Pers en het Pershuis bijven ongewijzigd. Wat de perssteun betreft zijn in het regeerakkoord een aanta bijkomende maatregeen vooropgested zoas openbaarheid van bestuur via pubikatie van genomen maatregeen door dc Vaamse regerin «steun aan initiatieven met het oog op de informatieve kwaiteit en met waarborg van de redactionee onafhankeijkheid verdere honorering van de expansiewetgevin~7 en meer in het agemeen de bevordering van de eescutuur. Samen met de minister-president werd het initiatief genomen besprekingen op te zetten met uitgevers journaisten en hoofdredacteurs van dag- en weekbaden en met het agentschap Bega. Het igt in de bedoeing om over een angere termijn afspraken tussen de overheid en de schrijvende pers vast te eggen. Wat de adviesraden inzake media betreft was in de begroting 1992 een krediet van 14 mijoen frank ingeschreven. Zoas voor ae andere besturen zijn die kredieten nu gebunded. Zij werden ondergebracht in programma 445 Agemeen Kunstenbeeid. De minister wijst de commissieeden erop dat wat de adviesraden betreft. hij nog kandidaturen inwacht voor de Raad van Recame en Sponsoring op Radio en Teevisie. Momentee werd nog sechts één kandidatuur ingediend. De minister erkent dat de wetgeving wat de Raad van Recame en Sponsoring op Radio en Teevisie betreft compex is omdat er minimum drie magistraten dee van uit moeten maken. Tot nu toe stede sechts één magistraat zich kandidaat en de minister wijst erop dat hij de minister van Justitie gevraagd heeft bij de korpsoversten aan te dringen opdat voor het einde van het jaar nog minstens twee Vaamse magistraten zich kandidaat zouden steen. De minister benadrukt dat hij deze beangrijke Raad ten aatste begin 1993 wi instaeren. Nog in verband met de adviesraden wijst de minister erop dat hij de Voorzitter van de Vaamse Raad heeft aangeschreven om een regeing voor de zitpenningen en vergoedingen van de Geschienraad uit te werken. Deze Geschienraad werd opgericht in uitvoering van het kabedecreet uit 1987 maar er is nog steeds geen regeing voor de zitpenningen en vergoedingen. Tensotte deet de minister mee dat in uitvoering van het regeerakkoord een voorontwerp van decreet betreffende de Mediaraad werd opgested. Dit voorontwerp werd voor advies aan de Mediaraad voorgeegd. Het ontwerp heeft tot doe de werking van de Mediaraad te dynamiseren en de

6 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G [61 coördinatie van de adviesverstrekking bij deze Raad te eggen. Wat de BRTN betreft is het ontwerp van begroting bepaad op basis van de nieuwe berekeningswijze die bij decreet van de Vaamse Raad van 1 jui jongsteden werd vastgeegd. De basisdotatie bedraagt mijoen frank. De aanvuende dotatie van 4 procent mijoen frank - wordt toegekend. Om de agemene begrotingspoitiek van de Vaamse Gemeenschap te kunnen aanhouden werd een begrotingsruiter ingeschreven waarbij bepaad wordt dat de dotatie aan de derden mijoen frank - in 1993 door de BRTN wordt uitbetaad. Met betrekking tot de BRTN beperkt de minister er zich toe te steen dat - de door de BRTN in het meerjarenpan voor 1993 ingeschreven financiëe asten en het bedrag van de investeringen ongewijzigd bijven ; - de personeeskredieten ager worden geraamd ; - geden ten bedrage van 50 mijoen frank trokken voor coprodukties met Nederand ; worden ui tge- - voor de radio de overige kredieten voor radio-ontkoppeing en voor radio Donna worden aangehouden ; - er ten opzichte van het meer.jarenpan een reductie is van de expoitatiekredieten. De eiding van de BRTN werd gevraagd de vergadering van de Commissie voor de Media bij te wonen. De aanwezige verantwoordeijken kunnen de commissieeden inichten over de opties van de autonome openbare omroep voor Tensotte deet de minister nog mee dat de BRTN op basis van de nieuwe formue voor de berekening van de dotatie intensief werkt aan de aanpassing van het meerjarenpan.. OPMERKNGEN EN VRAGEN VAN DE LEDEN EN ANTWOORD VAN DE MNSTER EN EEN BRTN-DELEGATE 1. De BRTN u) Het UKï N-meerjureizpai voor de periode stmd vur zakw Een id ergert zich aan het achterwege bijven van het meerjarenpan. Hij herinnert eraan dat het oorspronkeijk ingediende mccrjarcnpan in de maand apri door de Mediacommi&c werd verworpen en dat de BRTN tegeijkcrtijd de opdracht kreeg dit meerjarenpan te herwerken. Momentee heeft de BRTN echter nog steeds geen herwerkte vcrsic bij dc Raad van Bestuur ingediend. Het id wijst erop dat vogens het BRTN-decreet van 27 maart 1991 de begroting gebaseerd moet zijn op het meerjarenpan en dat het dccrcct dus met voeten getreden wordt. Hij vraagt een verkaring van de minister ter zake. Een ander id betreurt dat in tegensteing tot wat binnen de Mediacommissie werd afgesproken geen overegvergadering met een afvaardiging van de BRTN over de aanpassing van het mecr~jarcnpan heeft paatsgehad. Zij had dergeijke gedachtenwisseing erg op prijs gested. De minister antwoordt dat hij de BRTN begin jui gevraagd heeft om rekening houdenc met de wetteijke wijzigingen

7 P 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G zoas aangebracht in het BRTN-decreet van 1 jui 1992 na het zomerreces een vernieuwd meerjarenpan voor te eggen. Op verzoek van de minister icht de administrateur-generaa van de BRTN de stand van zaken ter zake toe. De administrateur-generaa deet mee dat het meerjarenpan wordt aangepast in de door de Commissie gevraagde richting. Dit betekent concreet dat het gecumueerd deficit dat in de oorspronkeijke versie in 1996 op 15 mijard werd begroot werd weggewerkt en dat nu uitgegaan wordt van een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. De inkomsten uit commerciëe sponsoring waarvoor geen wetteijke basis bestaat. worden niet meer opgenomen. Daarnaast wordt het pan ook aangepast aan de besissingen die in het najaar genomen werden inzake de financiering van de derden wat mee verkaart waarom het meerjarenpan momentee nog niet afgerond is. Vogens de huidige panning wordt het meerjarenpan op 7 december voorgeegd aan de Vaste Commissie van de BRTN zodat het nog tijdens de Raad van Bestuur van december goedgekeurd kan worden. De administrateur-generaa garandeert dat het nieuwe meerjarenpan zoas de begroting 1992 geen deficit za vertonen en dit ondanks het feit dat de BRTN de aatste jaren steeds geconfronteerd werd met een inhouding op de dotatie ten beope van respectieveijk 1.54 mijoen 119 mijoen en 708 mijoen frank in en Een id repiceert dat hij het met deze gang van zaken niet eens kan zijn Hij stet dat zijn fractie de BRTN-begroting voor 1993 in penaire zitting niet za goedkeuren indien niet tegeijkertijd het meerjarenpan goedgekeurd kan worden. Hij herinnert aan het BRTN-decreet van 27 maart 1991 dat uitdrukkeijk stet dat de aanvuende dotatie sechts toegekend kan worden indien het meerjarenpan werd goedgekeurd en hij stet duideijk dat zijn fractie de fiosofie van dit decreet consequent wi vogen. Hij erkent dat de begrotingsingreep van het najaar voor enige vertraging kon zorgen maar hij begrijpt niet dat een inevering van 70 mijoen op een budget van meer dan 9 mijard in 1996 de ganse redactie van het meerjarenpan op de heing kan zetten. Hij herhaat dan ook dat zijn fractie de goedkeuring van de BRTN-begroting 1993 afhankeijk maakt van de goedkeuring van het meerjarenpan. Een id suit zich hier bij aan en vraagt dat de BRTN zo vug mogeijk een door de Raad van Bestuur goedgekeurd meerjarenpan aan de Mediacommissie zou vooreggen. Na overeg tussen de administrateur-generaa van de BRTN en de Commissie wordt besist dat de Raad van Bestuur van de BRTN het ontwerp-meerjarenpan op maandag 30 november 1992 za bespreken én goedkeuren zodat het op woensdag 2 december 1992 in de Mediacommissie aan bod kan komen. De BRTN verbindt er zich toe ten aatste op donderdag 26 november 1992 het ontwerp-meerjarenpan dat aan de Raad van Bestuur za voorgeegd worden aan de diensten van de Vaamse Raad te bezorgen zodat de commissieeden tijdig over het stuk kumren beschikken. Eventuee opmerkingen en correcties aangebracht door de Raad van Bestuur van 30 november worden op 2 december aan de commissieeden voorgeegd. h) De BRTN-begrotingen voos 1993 en 1992 Een id drukt zijn ongenoegen uit over het feit dat hij ook dit jaar sechts zeer aattijdig over de definitieve versie van de BRTN-begroting kon beschikken. Hij betreurt dat hiermee een sechte traditie wordt verdergezet en verzet zich formee tegen deze gang van zaken die niet getuigt van goed bestuur.

8 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G P Hij vestigt bovendien de aandacht op het gebrek aan samenhang tussen de vooropige en de definitieve versie van de BRTN-begroting. n de versie van 29 september wordt wat de ontvangsten betreft een vergeijking gemaakt tussen de begroting 1993 en de vierde versie van de begroting 1992 in de definitieve versie van 10 november wordt de begroting 1993 vergeeken met de derde aangepaste versie van de begroting Bovendien worden in de versie van 29 september de inkomsten uit radiorecame in 1992 op 439 mijoen frank begroot in de versie van 10 november op 502 mijoen frank. Hij wenst hierbij nadere toeichting. Hetzefde id aakt het uiterst gesofisticeerd financieringssysteem dat in het BRTN-decreet van 1 jui 1992 werd opgenomen. Vogens hem verkaart de ingewikkedheid van de formue waarom ze in de begroting 1993 niet werd toegepast. Het recent goedgekeurde BRTN-decreet van 1 jui 1992 werd met name wat de dotatie aan de derden betreft met voeten getreden een gegeven dat ook werd gesignaeerd door het Rekenhof. Het id stet dat hierdoor de rechtszekerheid met betrekking tot de financiering van de BRTN in het gedrang komt en hij vraagt ter zake een verkaring van de minister. Het id dringt er tensotte op aan dat de minister de BRTN in de toekomst meer tijd zou geven voor het opsteen van haar bcgrotin g zodat uitingen van misnoegen ter zake (Stuk 15A( BZ 1992)-Nr. -Bijage V p.4 B. 1.) voortaan vermeden kunnen worden. nzake de procedure antwoordt de minister dat hij de definitieve versie van de BRTN-begroting onmiddeijk nadat deze op zijn kabinet is toegekomen heeft overgemaakt aan de minister van Financiën en Begroting en dat hij de betreffcnde documenten aeszins tijdig toegestuurd heeft gekregen. Het financieringssysteem van de BRTN is vogens de minister niet uitzonderijk gesofisticeerd. Hij wijst erop dat de gebruikte techniek in verschiende decreten gehanteerd wordt bijvoorbeed in de onderwijsdecreten. Wat de dotatie aan de BRTN betreft stet de minister dat deze voedig conform het decreet van 1 jui 1992 werd berekend. De decretaa vastgeegde dotatie bestaat uit de basisdotatie van 6809 mijard frank aangevud met 4 % of frank bijkomende dotatie. Tijdens de besparingsronde binnen de Vaamse Executieve werd echter overeengekomen dat de minister een besparing van 708 mijoen zou reaiseren door de dotatie aan de derden ten aste van de BRTN te eggen. Hiertoe werd een begrotingsruiter ingeschreven die ertoe strekt de dotatie voor de gemachtigde derden onder te brengen in de activiteiten die in aanmerking komen voor de aanvuende dotatie. Door deze opossing werd enerzijds een besparing gereaiseerd van 708 mijoen anderzijds werden de wetteijke beschikkingen niet met voeten getreden. Hetzefde id merkt vervogens op dat de BRTN-jaarrekening van 1991 afgesoten werd met een boni van 200 mijoen. Hij vraagt wek het overschot van 1992 za zijn en hoe groot de totae financiëe reserves van de BRTN momentee zijn. De afgevaardigde van de BRTN antwoordt dat het overgedragen gunstig resutaat voor 1991 geen 200 maar 1237 mijoen bedraagt en dat hiervan 708 mijoen wordt afgenomen om de begroting 1993 in evenwicht te kunnen indienen. Wat 1992 betreft op basis van de huidige prognoses mag hier hoogstens een evenwicht verwacht worden. De huidige financiëe reserve bedraagt 194 mijoen - dit is 1237 mijoen

9 P 15-A (BZ 1992) - Nr. 6-G overgedragen resutaat van 1991 pus 703 mijoen beschikbare reserve - waarvan zoas gezegd in mijoen wordt aangesproken. Het id vraagt tensotte enige toeichting bij de uitvoering van de BRTN-begroting voor Hij verwijst inzonderheid naar het BRTN-decreet van 27 maart 1991 waarin in artike 17 paragraaf 5 voorzien wordt dat de Vaamse Executieve jaarijks de tijdstippen en de wijze bepaat waarop de jaarijkse basisdotatie voor de werking en de jaarijkse aanvuende werkingstoeage voor de BRTN worden vereffend. Het id vraagt of de Executieve zich reeds bezonnen heeft over de concrete toepassing van dit artike met betrekking tot de begroting 1992 of met andere woorden reeds opdracht werd gegeven tot uitbetaing van de aanvuende BRTN-dotatie voor 1992 en zo ja. wanneer dit za gebeuren en op basis van weke criteria de uitbetaing is gebeurd. n dit verband dient immers verwezen naar het versag bij het decreet Chevaicr-Van Rompuy en meer bepaad naar de toeichting van de afgevaardigde van het Rekenhof die stet dat in het toekenningsbesuit rekening moet worden gehouden met de criteria die op hun beurt motten gebaseerd zijn op de invuing van het meerjarenpan. Vermits het meerjarenpan nog niet werd goedgekeurd vraagt het id de minister hoe hij dit probeem za opossen. De minister antwoordt dat de uitbetaing van de aanvuende dotatie 1992 momentee nog niet aan de orde is vermits het meerjarenpan nog niet werd goedgekeurd door de Vaamse Raad. Het id repiceert dat dit juist de kern van zijn betoog is : indien het wetteijk niet mogeijk is dc aanvuende dotatie van í37-1 mijoen Uit te betaen. heeft dit repercussies op de financiëe toestand van de BRTN in 1993 en dient ook de begrotin g 1993 opnieuw bekeken tc worden. Hij vraagt de minister dus opnieuw op weke basis de aanvuende dotatie za worden uitbetaad en suggereert dat een \rertcgcnwoordiger van het Rekenhof de Commissie hierover eventuee ophedering zou brengen. Hierop stet een ander id dat de probematiek van de uitbetaing van de aanvuende BRTN-dotatie van 1992 reeds aan bod is gekomen op de Commissie voor Financiën en Begroting en dat de minister voor Financiën en Begroting hierop reeds een schrifteijk antwoord heeft gegeven. Het id dat het probeem ter sprake bracht stet tensotte voor deze probematiek terug naar voor te brengen in de Commissie voor Financiën en Begroting. Daarnaast vraagt hij dat de minister het besuit van de Executieve met betrekking tot de toekenningscriteria zou meedeen aan de Commissie Media. De minister antwoordt dat dit geen probeem kan vormen. c) De Vaamsc Audiovisuee Regie (VAR) en zijp impuct op de BR TN-hegrotitg 1993 Een id vraagt in hoeverre de Vaamse Raad in het agemeen en de Mediacommissie in het bijzonder een controerecht hebben over de activiteiten van de VAR. Aangezien de VAR voor 51 % eigendom is van de BRTN en de BRTN gefinancierd wordt door een dotatie van de Vaamse Gemeenschap meent het id dat het parement hier controerecht heeft. Hij suggereert dat de Commissie hierover eventuee het Rekenhof zou horen. Hetzefde id is ook geïnteresseerd in de baans van de VAR. Hij wijst erop dat het budget nog steeds in stijgende ijn evoueert.

10 15-A (BZ 1992) - Nr. 6-G [ 10 1 Wat de controe van het Rekenhof op de VAR betreft stet de minister het vogende. Het Rekenhof heeft de controe over de inkomsten van de BRTN en dus impiciet ook over de opbrengsten van de VAR voor zover deze naar de BRTN toevoeien. De minister twijfet echter over de controerende bevoegdheid van het Rekenhof over de activiteiten van de VAR as dusdanig. De VAR is immers een commerciëe vennootschap waarin de BRTN enke participeert. Het id meent deze uitspraak te moeten verfijnen. De BRTN is hoofdaandeehouder van de VAR en dit impiceert vogens hem dat de VAR inderdaad onderworpen is aan de controe van het Rekenhof. De minister suggereert dat de Commissie hierover het Rekenhof zef zou horen. De Commissie stemt in met dit verzoek en vraagt de voorzitter het standpunt van het Rekenhof ter zake in te winnen. nzake inzage in de baans van de VAR deet de minister mee dat aangezien het hier een pubiek document betreft het cijfermateriaa bij de BRTN opgevraagd kan worden De aatste baans werd bij wijze van voorbeed as Bijage 1 bij dit versag opgenomen. Hetzefde id heeft zijn bedenkingen bij de door de BRTN geraamde inkomsten uit radiorecame nameijk 553 mijoen frank. Hij herinnert aan vroegere discussies in de Mediacommissie waarbij herhaadeijk werd gested dat de door de BRTN vooropgestede inkomsten uit radiorecame systematisch onderschat werden. Het id vraagt zich af of bi.j de opsteing van de begroting 1993 niet dezefde fout werd gemaakt. Een ander id suit zich hierbij aan en stet dat vogens hem ook de inkomsten uit de posten 1.1 tot en met merchandising dienstverening sponsoring coprodukties en mededeingen - onderschat werden. Zo acht hij het ongeoofwaardig dat de inkomsten uit sponsoring in 1993 sechts 104 mijoen zouden opbrengen terwij deze rubriek in 1991 reeds 133 mijoen opbracht. Hetzefde gedt voor de rubriek coprodukties die eveneens in 1993 minder zou opbrengen dan in Hieruit zou kunnen afgeeid worden dat de VAR zijn werk niet goed doet wat echter rekening houdend met dc freyucntie waarmee recameboodschappen verschijnen onwaarschijnijk is. Een andere mogeijkheid is dat er tarieven gehanteerd worden die ager iggen dan de marktprijs. Het id had hier graag enige verhedering gekregen. De administrateur-generaa van de BRTN antwoordt dat de inkomsten uit radiorecame-rubriek 1.6 van de bedrijfsopbrengsten - sechts een gedeete van de totae BRTN-inkomsten uit dc VAR vertegenwoordigen. Het overige gedeete van de inkomsten uit de VAR is mee opgenomen in de kredictcn toegcwczen aan de rubrieken 1.1 tot en met 1.S. De kredieten voor deze aatste rubrieken zijn met andere woorden gedeetci.jk afkomstig uit eigen inkomsten van de BRTN en gedeeteijk uit inkomsten die de BRTN via de VAR genereert. Op vraag van een id bezorgt de administrateur-generaa de Commissie een overzicht van het respecticvei.jk aandee van eigen BRTN-inkomsten en BRTN-inkomsten uit de VAR in de rubrieken 1.1 tot en met 1.6 van de bedrijfsopbrengstcn van de BRTN. Dit overzicht werd as Bijage 2 bij dit versag opgenomen. Dc administrateur-generaa voegt eraan toe dat de BRTN vee meer inkomsten uit de VAR zou kunnen genereren indien hij er bijvoorbeed toe bereid zou zijn meer ruimte te scheppen voor recame. Momentee gebruikt de BRTN vee minder rccamczcndtijd dan wettei.jk toegeaten. en dit is ccn bewuste optie die men vooropig niet wenst te vreraten. Enke indien cie financiëe nood hem hiertoe dwingt za de BRTN zijn toevucht nemen tot deze extra bron van inkomsten.

11 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G De administrateur-generaa besuit met te steen dat de inkomsten uit de VAR in bepaade gevaen waarschijnijk ook effectief onderschat zijn. Hij stet dat het hier een bewuste optie van de BRTN is omdat recame-inkomsten enorm gevoeig zijn aan een mogeijke recessie. Bovendien betreft het hier een materie waarmee de BRTN weinig ervaring heeft en daarom heeft men het wijs geacht deze inkomsten eerder te aag dan te hoog in te schatten. Een id repiceert met te steen dat de vraag naar meer recamezendtijd nog steeds het aanbod overschrijdt en dat de vrees van de administrateur-generaa voor een potse terugva van deze inkomsten zefs in periodes van recessie totaa ongegrond is. De administrateur-generaa tracht deze kritiek te weereggen maar het id is niet overtuigd. Een id vraagt tensotte een verkaring voor de daing van de inkomsten uit de verkoop van eigen programma s - rubriek 1.8 van de bedrijfsopbrengsten. n 1991 bedroegen deze inkomsten nog 22 mijoen in 1993 worden ze op sechts 13 mijoen geraamd. Hij vraagt tevens meer toeichting bij het mechanisme van deze verkoop en bij de werking van de betrokken dienst waarvan de resutaten aeszins niet schitterend genoemd kunnen worden. De administrateur-generaa stet dat het id hier een voorbarige concusie trekt. Een dee van de verkoopsactiviteiten van eigen BRTN-produkties werd overgeheved naar de VAR. De inkomsten waarnaar het id refereert vertegenwoordigen met andere woorden sechts een gedeete van de totae inkomsten uit de verkoop van eigen programma s nameijk het gedeete dat door de BRTN zef wordt gereaiseerd. Hetzefde fenomeen doet zich voor wat betreft de rubriek merchandising. Ook hier werd een gedeete van de activiteiten overgeheved naar de VAR. d) Hei verhrrw~~ vat1 BRTN-zendtijd aan privé-produktiemaatschapptjtw Een id deet mee dat hij vernomen heeft dat de BRTN tegen kostprijs zendtijd zou wien verhuren aan privé-produktiehuizen. Het id beseft weiswaar dat de BRTN een grote graad van autonomie heeft maar anderzijds dient erkend dat de werking en de investeringen van de BRTN voedig gefinancierd worden door overheidsged. Het id vraagt of de minister met dit vogens hem zeer vergaand initiatief van de BRTN kan instemmen. De minister erkent dat hij zich bewust is van het deicate karakter van dit recente BRTN-initiatief. Nochtans meent hij dat BRTN. zoang hij binnen het wetteijk kader en het kader van zijn opdracht handet niet verweten kan worden inkomsten uit zijn infrastructuur te verwerven. Momentee onderzoekt de administratie de juridische aspecten maar de minister moet erkennen dat zijn departement niet over genoeg gespeciaiseerd personee beschikt om ter zake sne en grondig advies uit te brengen. n sommige gevaen za weicht een beroep moeten worden gedaan op de diensten van een privé-bureau. Het id noteert dat de minister voor het juridisch onderzoek weicht een beroep za moeten doen op de privé-sector maar hij brengt de Commissie er tegeijkertijd van op de hoogte dat vogens zijn informatie de verhuur van zendtijd aan privé-produktiehuizen reeds op 6 december zou starten. Het id benadrukt dat hij op zich verheugd is over de dynamiek en de opboei van een zefstandige beedindustrie in Vaanderen geukkig gevog van het kabedecreet dat tijdens de CVP-PVV regering werd goedgekeurd maar toch vraagt

12 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G [ 12 1 hij zich af waarom de BRTN zoas in het vereden niet gewoon overgaat tot het aankopen van de rechten op het uitzenden van de betrokken produkties in Vaanderen. Hij vraagt dc minister waarom de BRTN afstand neemt van deze traditie. Tensotte had hij graag vernomen aan weke prijs de BRTN het net verhuurt hoe deze kostprijs bepaad wordt en of er een winstratio voor de BRTN wordt ingecacueerd. De administrateur-generaa benadrukt dat de BRTN binnen de grenzen van de wetteijkheid bijft ook a bestaat er omtrent deze grenzen in kringen van juristen we discussie. Wat de berekeningswijze van de huurprijs en de eventuee winstratio voor de BRTN betreft bezorgt de administrateurgeneraa een schrifteijk antwoord dat as Bijage 3 bij dit versag werd opgenomen. Tensotte benadrukt de administrateur-generaa dat de BRTN in het vereden atijd in de Vaamse beedindustrie ook buiten de BRTN geïnvesteerd heeft. Momentee betreft het hier een bedrag van 400 mijoen frank. De administrateur-generaa poneert dat er geen Vaamse fimindustrie geweest zou zijn zonder de steun van de BRTN. e) Het programma-aanbod van de BRTN Een id vraagt in hoeverre de BRTN concrete pannen heeft voor een met het BBC-Newsnight vergeijkbaar avondprogramma. De administrateur-generaa antwoordt dat de BRTN deze optie momentee in overweging neemt maar dat niet vergeten mag worden dat op de radio reeds Voor de dag en op dc teevisie De Zevende Dag en Panorama bestaan. Niettemin wordt er momentee door de bestuursdirecteur informatie in overeg met de hoofdredacteur van de nieuwsredactie en de poegen van Panorama en De Zevende Dag een gobaa voorste uitgewerkt om tot een met het BBC-Newsnight vergeijkbaar dageijks Aktuee op teevisie te komen zonder dat dit evenwe nadeige effecten voor De Zevende Dag en Panorama zou hebben. Het igt in de bedoeing dat de beheersorganen van de BRTN in dit verband nog voor eind december een besissing zouden nemen. Een ander id herinnert aan de begrotingsbesprekingen Media van de aatste jaren en vraagt nogmaas wanneer de omroep met een vowaardige parementaire rubriek naar het voorbeed van het Nederandse Den Haag Vandaag za starten. Hij vraagt in hoeverre de praktische probemen met name betreffende de aanwerving van bijkomende journaisten nog as gedig argument kunnen aangehaad worden. Het id wijst erop dat hij hier een bekommernis van ae raadseden vertokt. De minister repiceert dat de BRTN sinds enkee weken effectief met een parementaire rubriek is gestart. Weicht kan over de kwaiteit nog gediscusseerd worden maar het debat dient aeszins in andere termen gevoerd dan tijdens de vorige begrotingsbesprekingen. De administrateur-generaa suit zich hierbij aan. Het id dringt aan op een fundamentee kwaiteitsverbetering van de huidige parementaire rubriek. Een id maakt een opmerking met betrekking tot de zondagmorgen-programmatie van Radio 3. Hij vraagt dat deze zender een waardige tegenhanger van de eucharistieviering op Radio 1 zou programmeren. op Radio 3 wordt uitgezonden. Momentee richt de programmatie van Radio 3 zich met uitzendingen zoas Gregoriaanse muziek en programma s op universitair niveau tot een zeer specifiek pubiek terwij hij van oordee is dat een zondagmorgen-programma zich tot

13 [ A (BZ 1992) - Nr. 6-G een zo breed mogeijk pubiek moet richten. Hij herinnert de administrateur-generaa aan vroegere beoften in dit verband. De administrateur-generaa antwoordt dat hij de vraag beschouwt as een aanmoediging om zich as openbare omroep te bezinnen over de paats die uitzendingen van reigieus-fiosofische aard mogen bekeden. n de uitzendingen van de BRTN moeten ae segmenten van de bevoking en ae overtuigingen aan bod kunnen komen. De BBC moet ook hier het grote voorbeed voor de BRTN zijn. Hetzefde id uit vervogens zijn bekommernis over de paats van de nstructieve Omroep binnen de BRTN. Deze omroep werd destijds door de BRTN in samenwerking met het departement onderwijs en de universiteiten opgestart om het tweede kansonderwijs een reëe saagkans te geven. Momentee bijkt echter dat de BRTN deze opdracht niet aeen aan kan en het id vraagt of de minister in dit verband enige maatregeen voorziet. De minister antwoordt dat zich hier een grondige discussie tussen de minister van Onderwijs en de BRTN opdringt De administrateur-generaa voegt eraan toe dat hij voor de nstructieve Omroep zoas voor het BRTN-orkest denkt in de richting van een verzefstandiging os van de BRTN. Hij meent dat Vaanderen op die manier een pioniersro zou kunnen speen voor wat het verspreiden en vergroten van het onderwijsaanbod via de eektronische media betreft. Hetzefde id stet tensotte dat hij er moeiijkheden mee heeft wanneer het hoofd van de BRTN ondervraagd worden over de inhoudeijke aspecten van het omroepbeeid. Hij meent dat hier gevraagd wordt wat aan de concurrerende privé-omroep niet gevraagd kan worden. De minister antwoordt dat het id niet uit het oog mag veriezen dat de BRTN gefinancierd wordt met overheidsged. Hij verwijst bovendien naar de gepande hoorzitting met de eiding van de VTM die de Commissie een beter inzicht in de activiteiten van VTM kan geven. f) Het BRTN-orkest Een id vraagt de minister een ijst van de optredens van het BRTN-orkest in binnen- en buitenand. Hij herhaat vervogens dat hij tegen de fusie van het BRTN-orkest met het Fiharmonisch Orkest van Antwerpen gekant bijft. Hij meent dat beide orkesten op hoog niveau staan en dat beide evensvatbaar zijn. Een ander id wijst op de sechte financiëe toestand van het Fiharmonisch Orkest van de BRTN en stet dat deze toestand de BRTN-begroting bezwaart. Hij vraagt weke houding de BRTN in de komende jaren ten aanzien van dit orkest za innemen en vraagt of de geruchten over het aanspreken van aternatieve subidieringskanaen correct zijn. De minister beooft het id een ijst met de optredens van het BRTN-orkest in binnen- en buitenand. Deze ijst werd as Bijage 4 bij dit versag opgenomen. Vervogens antwoordt de minister dat ook hij geen voorstander is van een fusie van het BRTN-orkest met het Fiharmonisch Orkest van Antwerpen. Hij is evenas het id van oordee dat Vaanderen twee vowaardige fiharmonische orkesten mag teen. De gesprekken over een mogeijke fusie werden dan ook stopgezet.

14 15-A (BZ 1992) - Nr. 6-G c 14 1 Het BRTN-orkest zou ondergebracht worden in een V.Z.W. waarnaar het personee gedetacheerd zou worden. Deze structuur zou het orkest toeaten om buiten de rigide BRTNstructuur een meer dynamischer beeid te voeren om adus het orkest een grotere sagkracht te geven zodat ook sponsoring binnen de mogeijkheden zou komen te iggen. De minister deet mee dat de Executieve en de administratie deze denkpiste grondig hebben onderzocht maar dat de Executieve momentee nog geen standpunt heeft ingenomen. Dergeijke hervorming zou aeszins een ingrijpende wijziging in het Vaams orkestwezen betekenen. De administrateur-generaa van de BRTN voegt eraan toe dat de discussie rond het Fiharmonisch Orkest gesitueerd moet worden tegen de achtergrond van mogeijke besparingsmaatregeen binnen de BRTN. n het kader van een bezuinigings- en rationaisatiepoitiek werd bij de RTBF niet aeen het RTBF-orkest maar zefs de Weredomroep opgeheven met as gevog dat de BRTN-Weredomroep momentee vee verzoeken uit het Franstaig andsgedeete binnen krijgt. n Nederand werd in het kader van een bezuinigingspoitiek de nstructieve Omroep ondergebracht in een aparte stichting. Ook de BRTN dient zich te bezinnen over wat zij as essentiee taken beschouwt. Omdat de administrateur-generaa van oordee is dat het aanbieden van goede muziek op de BRTN niet onosmakeijk verbonden is met het bestaan van een eigen BRTN-orkest ontstond op een bepaad ogenbik het idee om op basis van samenwerking met een tweede vooraanstaand Vaams orkest één groot Vaams orkest te maken dat de vergeijking met de weredtop zou kunnen doorstaan. Deze gesprekken zijn echter afgesprongen en de BRTN-top heeft dan besist het orkest toch te behouden. Vogens berekeningen zou het orkest met een extra financiëe injectie van 120 mijoen tot de sub-top van Europa kunnen behoren. Omdat deze extra injectie voor de BRTN niet haabaar is wordt zoas reeds beschreven door de minister momentee gedacht in de richting van een verzefstandiging van het BRTN-orkest. Hierbij zou naast de BRTN en de Vaamse Executieve ook een derde partner nameijk de Vrienden van het Orkest voor een financiëe inbreng zorgen. Op deze manier zou de eefbaarheid van het orkest gegarandeerd worden terwij tegeijkertijd de ast voor de BRTN vericht zou worden. g) De B R TN-deename in internationae samen werkingsverbanden Een id verwijst naar rapporten van journaistenverenigingen van de Raad van Europa waarin gested wordt dat de media in grote mate hebben bijgedragen tot het opschroeven van het nationaisme dat aan de basis igt van de tragische gebeurtenissen in het voormaige Joegosavië. Het id vraagt of Vaanderen in het kader van de Raad van Europa za meewerken aan de remediërende acties die momentee gevoerd worden. Zo vraagt hij of de nieuwe repubieken en inzonderheid die repubieken die wensen toe te treden tot de Raad van Europa actief gehopen worden bij het tot stand brengen van een ordenteijke mediawetgeving die een grote communicatievrijheid mogeijk maakt. Specifiek met betrekking tot de BRTN had het id graag vernomen of de omroep actief bijdraagt tot de vorming van een nieuw mediaandschap in Midden- en Oost-Europa. Zo vraagt hij of de BRTN eventuee stages voor journaisten uit de Oosteuropese repubieken bij de BRTN organiseert of

15 [ A (BZ 1992) - Nr. 6-G anderzijds BRTN-journaisten naar Oost-Europa worden gezonden om daar mee te hepen bij de opbouw van nieuwe omroepsystemen. Het id wijst er ook op dat de Oosteuropese anden tot de periode van de revouties omroepsystemen kenden die gekenmerkt waren door een grote dwang van bovenuit en dat zefs vandaag in bepaade van deze anden de media nog atijd sterk gecontroeerd worden door de nieuwe machthebbers. Anderzijds kennen diezefde anden een totae commerciaisering van de nieuwe media wat evenmin ideaa is voor de opbouw van een evenwichtig mediaandschap. Het Brits mode waarin een openbare omroep met autonoom statuut centraa staat voorbeed dat gevogd wordt in Vaanderen vinden we in Oost-Europa vooropig niet terug. Maar ook het Frans mode met vrije radio s die enerzijds een dee van de beastingopbrengsten krijgen van de echte commerciëe radio s en anderzijds eigen recame-inkomsten hebben waardoor ze een zekere autonomie autonomie verwerven en aan de paatseijke communicatie kunnen werken wordt weinig gepromoot. Het id vraagt zich af in weke mate Vaanderen en de BRTN in het bijzonder kunnen bijdragen tot de opbouw van een evenwichtig mediaandschap in deze anden. De administrateur-generaa antwoordt dat de steun aan Midden- en Oosteuropese omroepen gecoördineerd wordt door de Europese Radio-Unie waarvan de BRTN dee uitmaakt. Hij voegt eraan toe dat de vroegere Organisation nternationae de Radiodiffusion et de Téévision (ORT) per 1 januari 1993 opgaat in de European Broadcasting Union (EBU) zodat er nog sechts één Europese radio-unie bestaat waarvan ae Europese omroepen ook de Oosteuropese dee uitmaken. Daarnaast organiseert de BRTN ook nog individuee hupacties. Zo komt er in 1993 een uitwisseing met Hongarije. De financiee directeur van de BRTN heeft in opdracht van de EBU in Poen het financiee systeem van de omroep mee uitgetekend. Daarnaast open nog geijkaardige projecten met Rwanda. Wat de opeiding van buitenanders betreft ziet de BRTN zich uit rationaiseringsoverwegingen verpicht zijn activiteiten af te bouwen. Lopende projecten zoas bijvoorbeed hupverening bij het opstarten van de teevisie in Rwanda in samenwerking met ABOS worden nog afgewerkt. Nieuwe initiatieven kunnen echter niet meer opgestart worden. Hetzefde id vraagt de stand van zaken inzake samenwerking tussen de keine openbare omroepen in het kader van de Europese Gemeenschap de Raad van Europa en het groter Europees samenwerkingsverband van de Conferentie voor Samenwerking en Veiigheid in Europa. De administrateur-generaa antwoordt dat deze probematiek een van de beangrijkste thema s za vormen op het congres van Pubic Broadcasters nternationa (PB) dat op uitnodiging van de BRTN in Brusse za paatsvinden. Door het congres in Brusse te organiseren in de onmiddeijke nabijheid van de Europese Commissie hoopt de BRTN de Europese Commissie beter te kunnen overtuigen van het uitzonderijk bean0 van de openbare omroep as cutuurinstrument. Zo bijft hij ervan overtuigd dat 75 % van het aanbod van de openbare omroep niet tot het vervakkend entertainment behoort. De openbare omroep richt zich tot ae geedingen van de bevoking minderheden incuis ook a worden hiermee geen hoge kijkcijfers behaad.

16 15-A (BZ 1992) - Nr. 6-G [ De overige aspecten van het mediabeeid a) De okae radios Een id merkt op dat er in de sector van de okae radio s momentee een grote maaise heerst. Zij vraagt in de eerste paats of de minister maatregeen za nemen inzake de zendvergunningen. n dit verband vestigt zij de aandacht op de probematiek van de vrije radio s in de Brussese regio. De Vaamse zenders worden hier verdrongen door de Franse vrije radio s die over een vee sterker zendvermogen beschikken. Een ander id vestigt de aandacht op het negatief advies dat de Adviesraad voor de Lokae Radio s betreffende de erkenning van 32 okae radio s heeft uitgebracht en hij vraagt de minsiter waarom dit negatief advies tot nu toe zonder gevog is gebeven. Het id wijst er op dat ook de betrokken adviesraad zich vragen stet. n zijn antwoord stet de minister dat zijn kabinet de aatste acht maanden gepoogd heeft in de sector van de okae radio s orde in de chaos te brengen. Zo werd van de federae overheid ondanks het arrest van het Arbitragehof nog steeds bevoegd voor de ethercontroe na maandenange onderhandeingen bekomen dat opnieuw opgetreden za worden tegen niet-erkende initiatieven. Een id merkt op dat ongetwijfed vee overtredingen geboekt zuen worden en hij vraagt wie - de federae of de Vaamse overheid - de noodzakeijke ethercontroe gaat bekostigen en wek budget hiervoor wordt voorzien. Hij vraagt tevens wanneer de controes zuen beginnen. De minister antwoordt dat de kosten verbonden aan de ethercontroe ten aste van de federae overheid vaen. Momentee zijn een aanta dossiers hangende die overhandigd zuen worden aan het parket. De minister hoopt dat het parket zijn verantwoordeijkheid za nemen en tot vervogingen za overgaan. nzake de zendvergunningen deet de minister mee dat zijn kabinet een voorontwerp van decreet kaar heeft dat korteings aan de Executieve voorgeegd za worden. Vervogens za bij de Raad van State een spoedadvies ingewonnen worden zodat het decreet binnen onafzienbare tijd bij de Vaamse Raad ingediend kan worden. n verband met het advies tot intrekking van de erkenning van 32 okae radio s door de Raad voor de Lokae Radio s stet de minister dat een aanta van de betrokken radio s bezwaarschriften tegen dit negatief advies hebben ingediend. Ondertussen heeft de administratie toch voor tien dossiers een advies tot intrekking uitgebracht advies dat inmiddes werd uitgevoerd. Een id stet dat hij vernomen heeft dat het hier radio s betreft die ondertussen niet meer actief zijn. De minister bevestigt deze opmerking maar voegt eraan toe dat de overige 22 zenders zich ondertussen aangepast hebben aan de bepaingen van het decreet waardoor een negatief advies niet meer verantwoord was. ndien deze zenders protest hadden aangetekend bij de Raad van State hadden ze ongetwijfed geijk gehaad. De minister voegt er we aan toe dat hij zijn administratie de opdracht heeft gegeven de 22 betrokken radio s van dichtbij te vogen. De minister vermedt tensotte dat hij zijn besissing heeft toegeicht aan een deegatie van de Raad voor Lokae Radio s die enke uit afgevaardigden van de Vaamse federatie bestond. Momentee iggen echter op verzoek van de Raad van Lokae Radio s opnieuw vijf voorsteen tot intrekking van

17 [ A (BZ 1992) - Nr. 6-G erkenning voor. Deze dossiers werden ondertussen reeds aan de juridische dienst van de administratie voorgeegd met het verzoek een juridisch verantwoorde besissing aan het kabinet over te maken. De minister verwacht deze dossiers eerstdaags en verzekert de Commissie dat hij op dat moment op basis van de bestaande regementering zijn verantwoordeijkheid za nemen. Een id vraagt de namen van de vijf betrokken zenders. De minister antwoordt dat het de radio s RDL in Herk-destad Vaanderen in Gee CRS in Linter Moetoen in Vivoorde en Radio Mecheen in Mecheen betreft. h) De adviesradm in de mediusector Een raad. id vraagt een overzicht van de kredieten per advies- Hetzefde id meent dat het totaa bedrag dat in de begroting 1993 voor de werking van de verschiende adviesraden in de sector van de media is voorzien nameijk 14 mijoen niet vostaat om de goede werking van deze raden te waarborgen. Hij verwijst in dit verband voora naar de beangrijke Raad voor Recame en Sponsoring op Radio en Teevisie. Een id vraagt een overzicht van de kredieten per adviesraad. Het id vraagt of de minister voor de samensteing van de Raad voor Recame en Sponsoring op Radio en Teevisie geen beroep kan doen op magistraten van de Raad van State. n zijn antwoord stet de minister dat het krediet van 14 mijoen frank we degeijk vodoende is om de goede werking van de adviesraden te verzekeren. Hij stet dat er in het vereden zefs sprake was van een overschot. ndien echter mocht bijken dat er toch een tekort zou zijn kan dit steeds opgevangen worden bi.j de begrotingscontroe van begin Op de vraa«van het id of de ontoereikende werking van de Raad voor Recame en Sponsoring op Radio en Teevisie niet aan een tekort aan middeen gewijd moet worden antwoordt de minister negatief. nzake de benoeming van magistraten in de Raad voor Recame en Sponsoring op Radio en Teevisie antwoordt de minister dat dit in het eerste besuit voor de Raad. toen nog de Raad voor Handespubiciteit op Radio en Teevisie was voorzien. maar dat de Raad van State weigerachtig stond tegenover het geven van een toestemming ter zake aan zijn eigen personee. Hierdoor diende het besuit te worden herzien. wat voor een gedeete de huidige moeiijkheden verkaart. Het id vraagt of de Raad van State we over een wetteijke grondsag beschikt om haar magistraten te beetten dee uit te maken van deze Raad. De minister antwoordt dat de vorige Executieve het advies van de Raad van State heeft gevogd. en dat vogens het huidige besuit goedgekeurd door de vorige Executieve de magistraten van de Raad van State niet meer gevraagd worden. Een id merkt op dat de kredieten voor hup aan de schrijvrende pers dit jaar bevroren werden op het bedrag van Hij meent dat dit in tegenspraak is met de uitspraak van de minister het puraisme in de schrijvende pers actief te wien stimueren. Het id meent dat dit met de huidige kredieten onmogeijk is. De minister antwoordt dat het bedrag dat in de begroting media werd ingeschreven as hup aan de schrijvende pers sechts een gedeete vertegenwoordigt van het gehee aan

18 15-A (BZ 1992) - Nr. 6-G [ 18 1 kredieten die hij voor de schrijvende pers wi voorzien. Het betreft hier nameijk een krediet dat gebaseerd is op de vroegere regeing inzake seectieve hup aan de pers en waarvan het grootste gedeete - 50 % - naar de krant De Morgen voeide. De verdeeseute bijft vooropig bewaard. Momentee open echter in samenwerking met de ministerpresident gesprekken met de sector - uitgevers en journaisten - die in de oop van december afgerond worden. Op basis van deze gesprekken zuen een aanta nieuwe initiatieven inzake steun aan de pers genomen worden die voor een dee gefinancierd zuen worden vanuit de begroting economie. Een id vraagt of de resutaten van deze initiatieven zo sne mogeijk in de Commissie besproken zouden kunnen worden. De minister verbindt zich hiertoe. d) De probematiek van het tekort aan media-speciaisten in de administratie Een id herinnert de minister aan vorige uitspraken en vraagt of het nijpend tekort aan media-speciaisten in de Vaamse administratie ondertussen werd opgevangen. Hij verwijst inzonderheid naar het dringend karakter van de controe op de uitvoering van het decreet op de okae radio s waarvoor hoog gekwaificeerd personee nodig is. De minister antwoordt dat hij bij de besprekingen in de interkabinetten-werkgroep absoute prioriteit heeft gevraagd voor de opvuing van de openstaande betrekkingen in de media-administratie. De aantrekking van ingenieurs bijft echter een probeem omdat de veroning in de administratie in het gehee niet concurrentiee is met deze in de privé-sector. De minister denkt eraan om voor deze compexe en sterk evouerende sector eventuee tot een samenwerkingsverband met Begacom op te zetten waarbij het hooggespeciaiseerd personee van Begacom een aanta diensten op zich zou nemen. e) Varia Een id herinnert de minister aan een studieopdracht die de vorige Executieve aan het Centrum voor de Studie van de Nieuwe Media gaf. Deze studie had tot doe de ganse communicatiesector door te ichten. Het id meent vernomen te hebben dat de resutaten van dit onderzoek inmiddes aan minister-president Van den Brande overhandigd werden. Zij vraagt of de minister bevoegd voor de media reeds inzage heeft gehad in deze studie en of hij op basis van dit rapport concrete initiatieven za nemen. De minister antwoordt dat het betreffende rapport sechts vrij recent werd afgerond en dat het studiebureau de resutaten korteings za komen toeichten. Een id verkaart dat hij vernomen heeft dat bepaade kabemaatschappijen regionae teetekst en rokranten aanbieden. Hij meent dat dit tegen de bepaingen van het kabedecreet indruist en vraagt weke houding de minister ter zake inneemt. De minister deet mee dat hij de kabemaatschappijen za uitnodigen voor een gesprek vermits deze activiteiten binnen het huidige wetteijk kader niet toegeaten zijn. Deze activiteiten komen in eerste instantie toe aan de regionae teevisiestations die stiaan groter in aanta worden. n dit verband is eventuee we een samenwerking tussen beide groepen mogeijk.

19 [ A (BZ 1992) - Nr. 6-G Het id repiceert dat de minister in deze zaak te aks optreedt en verwijt hem een te zwakke handhaving van de mediawetgeving. De genoemde activiteiten van de kabemaatschappijen hebben geen wetteijke grondsag en de minister moet dan ook krachtdadig ingrijpen. Een vrijbijvend gesprek biedt geen opossing. De minister antwoordt dat momentee een discussie rond de interpretatie van de juridische teksten oopt. Hij stet dat het hier een uiterst ingewikkede aangeegenheid betreft en dat de kabemaatschappijen het kabedecreet anders interpreteren dan de administratie. Daarom acht de minister overeg tussen de betrokken partijen aangewezen.. ARTKELSGEWJZE BESPREKNG EN NDCA- TEVE STEMMNGEN 1. Decreetsbepaingen Artikeen 13 (programma 44.3) en 37 Er worden geen opmerkingen geformueerd. Artike 79 Het amendement in hoofdorde van de heren W. De Vieghere en H. Van Dienderen (Stuk 15-A (BZ 1992) - Nr.3) ertoe strekkende artike 79 te verwerpen wordt met 6 stemmen tegen bij 2 onthoudingen verworpen. 2. Begrotingstabe Programma Het amendement in hoofdorde van de heren W. De Vieghere en H. Van Dienderen (Stuk 15-A (BZ 1992) - Nr.3) ertoe strekkende het niet-gespitste krediet met 708 mijoen te verhogen wordt met zes stemmen tegen bij twee onthoudingen verworpen. Programma Het amendement in bijkomende orde van de heren W. De Vieghere en H. Van Dienderen (Stuk 11%A (BZ 1992) - Nr.3) ertoe strekkende het niet-gespitste krediet met 708 mijoen te verhogen wordt met zes stemmen tegen bij twee onthoudingen verworpen. De aan de Commissie toegewezen decreetsbepaingen en programma s inzake media worden met zes stemmen voor tegen twee goedgekeurd.

20 15A (BZ 1992) - Nr. 6-G V. CONFORMTETSMOTE De conformiteit tussen de administratieve begroting 1993 en de agemene uitgavenbegroting 1993 wordt wat de materie Media betreft met zes stemmen voor tegen twee bevestigd. De voorzitter F. SARENS N...