Bijlage 2 21 voor de jeugd 2.0 Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 2 21 voor de jeugd 2.0 Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant"

Transcriptie

1 Bijlage 2 21 voor de jeugd 2.0 Samenwerking op in Zuidoost-Brabant Versie 6 februari 2014 Hoort bij raadsvoorstel

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Dagbehandeling en verblijf met behandeling Achtergrond 1.2 Inhoudelijk toekomstperspectief Plaatsing van jeugdigen binnen deze vormen van zorg Bekostiging Crisisdienst, AMHK, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Achtergrond 2.2 Inhoudelijk toekomstperspectief Argumenten beslispunten Cliëntroute naar JB/JR, AMHK en crisisdienst Bekostiging Positionering crisisdienst 2.7 Scenario s GGZ Jeugd, zorgverzekeraar en huisartsen Achtergrond 3.2 Inhoudelijk toekomstperspectief Cliëntroutes bij GGZ-jeugd Samenvatting in schema Toegang tot jeugdhulp Achtergrond 4.2 Bepalen juiste zorg 4.3 Plaatsing van kinderen in de juiste zorgvorm Beschikking 5. Financiën & samenwerking Inleiding 5.2 Sturingsfilosofie regie Zuidoost Brabant Sturingsinstrumenten 5.4 Bekostiging 5.5 Transformatieprikkel Budgetverdelingsmodel Intergemeentelijke samenwerking 41 Bijlage 1: Cijfers jeugdmonitor en macrobudget Bijlage 2: 21 voor het AMHK, Advies over visie, werkwijze en positionering van het toekomstig regionaal Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling in regio Zuidoost-Brabant. Door BMC Bijlage 3: Samenvatting van en toelichting op reacties instellingen op vorige concept-versie 21 voor de jeugd 2.0 2

3 Inleiding Sinds eind 2010 trekken we als 21 gemeenten in de regio Zuidoost Brabant gezamenlijk op om te komen tot een Regionale Strategische Agenda Transitie Jeugdzorg. Als onderdeel daarvan zijn in 2011 zijn in de regio Zuidoost Brabant uitgangspunten voor de transformatie van het stelsel vastgesteld. Op basis van deze uitgangspunten is in 2012 een functioneel model als inspiratiemodel vastgesteld door de 21 wethouders in Zuidoost Brabant. Door het Rijk is aangegeven dat minimaal bovenlokaal moet worden samengewerkt bij de organisatie van Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, zeer specialistische en intramurale, samenvoeging AMK en steunpunt(en) Huiselijk Geweld en de kindertelefoon. In het regionale plan 21 voor de jeugd, dat op 12 juni 2013 in het regionaal POHO is vastgesteld, is afgesproken hoe de regionale samenwerking er ten aanzien van de verschillende zorgvormen uitziet. Als het gaat om ambulante zorg aan kind en gezin dan worden op regionaal niveau product- en prijsafspraken gemaakt met grote instellingen, waarbij lokaal bepaald wordt welke en hoeveel zorg al dan niet wordt ingekocht. Tevens is afgesproken dat iedere gemeente generalistenteams gaat inrichten, waar zoveel mogelijk de toegang tot specialistische zorg wordt belegd. Voor behandeling gekoppeld aan een verblijf is afgesproken dat dit op regionaal niveau bekostigd wordt, waarbij gezien de hoge kosten, regionaal een systeem van risicospreiding zal worden gehanteerd. Ten aanzien van Jeugdbescherming en Jeugdreclassering is afgesproken dat regionale bekostiging plaatsvindt, waarbij lokaal het volume wordt afgesproken. Voor zowel het regionale AMHK als een regionale crisisdienst is afgesproken dat dit gezamenlijk bekostigd wordt via volumeafspraken, zodat een minimale bezetting gegarandeerd kan worden. Ten aanzien van de verschillende vormen dagbehandeling was nog geen knoop doorgehakt. De beslispunten uit 21 voor de jeugd zijn vertaald in een vervolgagenda, waar het afgelopen half jaar aan gewerkt is in 7 verschillende projectgroepen: 1. Projectgroep versnelling. Deze projectgroep bereidt inhoud en (bestuurlijk) proces van de versnelling (overheveling ambulante ) voor. 2. Klankbordgroep Regionale Transitie Arrangementen (RTA). Continuïteit van zorg in 2015 met behoud van infrastructuur en beperking van frictiekosten wordt vertaald in een RTA. Opleverdatum 31 oktober Projectgroep Crisisdienst, AMHK, JB en JR. Deze projectgroep werkt de beslispunten uit 21 voor de jeugd verder uit: voorstel integrale regionale crisisdienst, voorstel nieuwe regionaal meldpunt AMHK, voorstel organisatie JB en JR, evt kindertelefoon. 4. Projectgroep huisartsen, GGZ, ziektekostenverzekeraar. Deze projectgroep richt zich op afspraken met (huis)artsen, GGZ en zorgverzekeraars en doet voorstel tot afspraken. 5. Projectgroep dag- deeltijd en intramurale voorzieningen. Deze projectgroep ontwikkelt een voorstel voor dit specialistisch aanbod, de beoogde regionale samenwerking per zorgvorm en geeft het raakvlak met het (passend) onderwijs aan. 6. Projectgroep risicospreiding en juridische construct van de intergemeentelijke samenwerkingsvarianten. Deze projectgroep werkt een voorstel voor financiën, voor risicospreiding 2 en 4 jaar en intergemeentelijke samenwerking/samenwerkingsvarianten uit. 7. Projectgroep producten en prijsafspraken. Dit is een vervolg op projectgroep 6 en start vanaf eind Deze projectgroep komt tot product en prijsafspraken: vertaling van transitiearrangement en voorbereiden van product en prijsafspraken alle zorgvormen (volgend uit de hierboven genoemde projectgroepen). Graag willen wij u nu een tussenrapportage aanbieden. Dit document vormt een vervolg op 21 voor de jeugd en moet beschouwd worden als tussenstap op de weg naar Net als in de vorige versie van 21 voor de jeugd, is een aantal beslispunten hierin geformuleerd, maar ook een aantal uitwerkingspunten, welke in een vervolgagenda met vervolgprojectgroepen wordt vertaald. Om te komen tot dit stuk zijn veel gesprekken gevoerd met uitvoerders van de huidige. Dit zijn zowel gesprekken geweest met hulpverleners, als beleidsmedewerkers/stafmedewerkers als bestuurders van instellingen. Op 27 november 2013 heeft een tussentijdse bestuurlijke bijeenkomst plaatsgevonden met wethouders en bestuurders van instellingen. Niet alle opdrachten zijn conform planning uitgevoerd. De werkgroep financiën heeft haar planning moeten aanpassen vanwege een aantal redenen: - Landelijke gegevens en cijfers welke geleverd zijn bleken onvoldoende betrouwbaar. - Het Regionaal Transitie Arrangement diende 31 oktober 2013 te worden opgeleverd. 3

4 - Het macrobudget en de berekeningswijze werd onder andere op basis van de wetsbehandeling in de Tweede kamer aangepast. De werkgroep De Versnelling heeft haar input al eerder opgeleverd. Dit heeft geresulteerd in een bestuursovereenkomst die op 27 november 2013 is ondertekend in een POHO. Per 1 januari 2014 zal gestart worden met de uitvoering van de ambulante onder verantwoordelijkheid van de gemeenten in Zuidoost Brabant. In dit rapport zijn de bevindingen van de overige werkgroepen opgenomen. 4

5 H.1 Dagbehandeling en verblijf met behandeling: Beslispunten: 1. Instemmen met regionale capaciteitsbekostiging van de zorgvorm behandeling met verblijf met regionale risicospreiding. 2. Instemmen met het uitwerken van plaatsingskaders voor nader te specificeren vormen van behandeling met verblijf 3. Instemmen met het continueren van een plaatsingscommissie voor Zuid Nederland voor de gesloten en de landelijke specialistische verblijfsvormen. 4. Instemmen met het maken van regionale product- en prijsafspraken voor nog te specificeren vormen van dagbehandeling. Beslispunten voor vervolgopdracht: 1. Uitwerken van afspraken (met instellingen en met andere regio s uit Zuid Nederland) rondom plaatsing. 1.1 Achtergrond Een belangrijk uitgangspunt binnen de transitie (maar ook binnen andere transities in het sociaal domein) is dat kinderen zoveel mogelijk opgroeien en zich ontwikkelen in een gewone thuissituatie, in de eigen buurt en deelnemen aan het reguliere onderwijs of andere opvang. Een van de uitdagingen is om het uitplaatsen van jeugdigen naar speciale voorzieningen zoveel mogelijk voorkomen en het gebruik van dergelijke voorzieningen terug te dringen. Tegelijkertijd is er het besef dat er altijd jeugdigen zullen zijn bij wie dit, vanwege kindgebonden problematiek en/of de opvoedsituatie thuis niet haalbaar is. Om deze redenen zullen er kinderen blijven die (tijdelijk): 1. niet kunnen deelnemen aan een regulier dagprogramma, zoals het reguliere basis- of voorgezet onderwijsprogramma of de reguliere kinderopvang/peutergroep. Dit verstaan we onder de zorgvorm dagbehandeling 2. niet in eigen gezinssituatie kunnen wonen. Dit verstaan we onder zorgvorm behandeling met verblijf Op dit moment is deze zorg doelgroepgebonden georganiseerd. Dat wil zeggen dat er nu 4 doelgroepen zijn: a. jeugdigen met een GGZ diagnose en een zorgbehoefte b. Jeugdigen met een (L)VG diagnose en zorgbehoefte c. Jeugdigen binnen gezinnen met een opvoedproblematiek en een zorgbehoefte d. Jeugdigen met een leerproblematiek 5

6 1.2 Inhoudelijk toekomstperspectief Een aantal bewegingen zal vanaf 2015 gemaakt worden: - Terug naar het normale : Jeugdigen groeien zoveel mogelijk op in een huiselijke setting en nemen deel aan gewone daginvulling en vrijetijdsactiviteiten. Als dit om welke reden dan ook dit niet mogelijk is willen we dat de begeleiding/ondersteuning zoveel mogelijk aansluit bij het gewone leven. - Niet zozeer het precies vaststellen van de problematiek en de doelgroep (en daarmee de wijze van financiering en indicatiestelling) staan centraal, maar het antwoord op de vraag om ondersteuning en begeleiding die het kind/de jongere nodig heeft. Alles met het doel zo veilig en gunstig mogelijk op te groeien. - De hulp die buitenshuis gegeven wordt, wordt indien mogelijk gecombineerd met ambulante hulp of ondersteuning in het gezin en aandacht voor de leefomgeving. Hierbij wordt contact gezocht met het generalistenteam, waarbij afgesproken wordt op maat tussen specialistische instelling en het generalistenteam over de gezamenlijke aanpak en wie (welk onderdeel van) de ambulante begeleiding in het gezin voor zijn/haar rekening neemt Factoren die een rol spelen bij het bepalen van de juiste zorg Er zijn verschillende redenen waarom ondersteunende hulp voor jeugdigen niet in de natuurlijke omgeving kan plaatsvinden, waardoor dagbehandeling of behandeling met verblijf moet plaatsvinden. De volgende factoren spelen een rol bij de vraag welke zorgvorm het best passend is bij deze jeugdigen: a. De vraag of behoefte aan ondersteuning b. De ernst van de problematiek van het kind/de jeugdige c. De thuissituatie d. Veiligheidsrisico s e. Druk op opvoeders, professionals en omgeving Ad a. De vraag of behoefte aan ondersteuning We onderscheiden hierbij 4 vraagcategorieën, waarbij verschillende doelstellingen voorop staan. In de praktijk is er vaak sprake van een combinatie van deze vragen en zijn er meerdere redenen waarom ondersteuning wenselijk is. 1. Leren omgaan met beperkingen en problemen en gebruik maken van de mogelijkheden. Hierbij is sprake van kindgerelateerde problematiek. Als gevolg daarvan kunnen jeugdigen vastlopen op de verschillende leefgebieden: thuis, op school en in de vrije tijd. Er kunnen verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen of een combinatie van oorzaken: o psychiatrische problematiek van het kind o o een (verstandelijke) beperking van het kind traumatische ervaringen in het leven van het kind (hieronder vallen ook verwaarlozing en mishandeling in de opvoedingssituatie) 2. Leren perspectief te zien Het gaat hier met name om jongeren met gedragsproblemen, die niet openstaan voor ondersteuning of hulp. Ze hebben motivatie- en identiteitsproblemen. Deze jongeren hebben vaak weinig normbesef en geen of weinig doel in het leven. Een ondersteuningsplan op maat probeert de jongere opnieuw te laten wennen aan een dagritme, positieve ervaringen te laten meemaken en zelfvertrouwen op te laten bouwen. 3. Behoefte aan een veilige plek Hierbij gaat het om kinderen en jongeren die opgroeien in een gezinssituatie waar de ouders/verzorgers niet in staat zijn de belangen van kinderen voorop te stellen. Dit kan te maken hebben met psychiatrische problematiek of ernstige beperkingen bij de ouders, maar ook bijvoorbeeld met een situatie van vechtscheiding. De begeleiding/ondersteuning is er vooral op gericht om tijdelijk een veilige plek te bieden waar het kind vertrouwd kan opgroeien. 6

7 4. Leren om op eigen benen te staan Het gaat hier om jongeren die vanwege eigen problematiek en/ of vanwege de thuissituatie vaak langdurig wonen of gewoond hebben in intramurale voorzieningen, niet terug naar huis kunnen en grote moeite hebben om zich zelfstandig te redden. Hier kan net zoals bij a. verschillende problematiek aan ten grondslag liggen. Ad b. Ernst en problematiek van het kind Afhankelijk van de ernst van de problematiek wordt samen met ouders en het kind een zorgvuldige afweging gemaakt welke zorg het best past bij het kind. Ad c. De thuissituatie Uitgangspunt is behandeling of begeleiding in de thuissituatie, uitgaande van eigen kracht en van de kracht van het sociaal netwerk. Het begrippenpaar draaglast-draagkracht is hier van toepassing: een stabiele thuissituatie verhoogt de draagkracht. Ad d. Veiligheidsrisico s Hierbij is het van belang een goede balans te vinden tussen enerzijds de bescherming en de veiligheid van de jeugdige, maar anderzijds de kansen van het kind om zich goed te ontwikkelen. Veiligheid staat voorop, maar bij opgroeien hoort het opdoen van eigen ervaringen om van te leren. Het is soms lastig om binnen de zwaarste zorgvorm (behandelgroep in een gesloten of beperkende voorziening) de juiste balans te vinden tussen vrijheid bieden en bescherming. Ad e. Druk op opvoeders, professionals en omgeving Het gedrag en/of de problematiek van een kind kan een flinke belasting betekenen voor het oorspronkelijke gezin, maar ook voor de ondersteunende professionals, het netwerk of voor bijvoorbeeld een potentieel pleeggezin. Dit kan een reden zijn om te moeten kiezen voor een zwaardere en meer beperkende vorm van zorg Specificering zorgvormen In de volgende twee paragrafen worden beide zorgvormen onder de loep genomen en een verdere onderverdeling gemaakt, die voor zowel Jeugd GGZ als huidige AWBZ vormen als huidige provinciale geldt Dagbehandeling Hieronder verstaan we alle vormen van ondersteuning, waarbij het kind een zorgbehoefte heeft, waardoor het kind niet aan de normale dagsituaties kan deelnemen, dus niet aan het reguliere basisonderwijs of aan het reguliere kinderdagverblijf kan deelnemen of dat een kind voorbereid moet worden op deelname aan regulier basisonderwijs of opvang. Het kan zijn dat een kind hiertoe (tijdelijk) van de leerplicht ontheven wordt. Als gekozen wordt voor een vorm van dagbehandeling is er bijna altijd sprake van kindgebonden problematiek, waarbij wordt ingestoken op het leren omgaan met beperkingen en problemen en gebruik maken van de mogelijkheden. Dagbehandeling wordt waar mogelijk en wenselijk gecombineerd met hulp in de thuissituatie. Hiertoe is een nauwe samenwerking met het generalistenteam nodig. De vormen van dagbehandeling kunnen grofweg in 2 categorieën worden onderverdeeld, die op een verschillende wijze samenhangen met het onderwijs: a. Vervangende daginvulling Het gaat hier om kinderen, die tijdelijk of langdurig zo n grote behoefte hebben aan specialistische ondersteuning, dat het volgen van onderwijs of deelname aan een regulier kinderdagverblijf niet mogelijk is. Het betreft hier bijvoorbeeld kinderen en jongeren die behoren tot de groep met (verstandelijke) beperkingen, die niet of slechts zeer beperkt naar school kunnen of gebruik kunnen maken van reguliere voorzieningen. Hieronder valt bijvoorbeeld het Medisch Kinderdagverblijf of voorzieningen voor kinderen, die worden voorbereid om op latere leeftijd alsnog deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Er zijn ook kinderen en jongeren die vanwege gedragsproblematiek tijdelijk niet naar school kunnen. Soms wordt deze behandeling gecombineerd met een verblijf op een school die daartoe specifiek is ingericht (bijvoorbeeld de Zwengel: deze school wordt vanuit onderwijsgelden bekostigd, maar hieraan gekoppeld vindt behandeling door Herlaarhof plaats). 7

8 b. Naschoolse behandeling Het gaat hier om kinderen, die veelal kunnen deelnemen aan het gewone (of speciaal) onderwijs, maar voor wie na schooltijd aanvullende behandeling nodig is in een groep. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Boddaert. Deze kinderen/jongeren ontvangen samen met hun gezin behandeling. Onderdeel van de dagbehandeling is een groepsbehandeling van het kind/de jongere, dat tevens dient als ontlasting van het gezin. Versterken van het gezinspotentieel is een prioriteit Zorgvormen Behandeling met verblijf Aan de hand van eerder genoemde criteria wordt bekeken welke gezinsvervangende plek het best geschikt is voor het kind en voor het gezin. Daarbij is het uitgangspunt om het kind als het kan in een situatie op te vangen, die het meest lijkt op een gewone gezinssituatie. Het kan echter zo zijn dat dit vanwege de veiligheid en ontwikkelingsmogelijkheden van het kind of vanwege het beroep dat gedaan wordt op de ondersteuners/professionals niet mogelijk is en een kind in meer aangepaste en beschermde omgeving moet worden geholpen. Behandeling met verblijf kan aan dagbehandeling vooraf gegaan zijn dan wel daarop volgen. We hanteren een indeling van licht (zoveel mogelijk gelijkend op een reguliere thuissituatie) naar zwaar: a. Begeleiding door geselecteerde en gecoachte vrijwillige opvoeders (pleegzorg) Het gaat dan voornamelijk om kinderen of jongeren waarbij niet de eigen problematiek op de voorgrond staat, maar waarbij het kind/de jongere om diverse redenen niet thuis kan wonen. Het kind/de jongere kan worden geplaatst in een pleeggezin of bij een hospita, waarbij via een zorgvuldige procedure de gezinnen of hospita s geselecteerd worden, gematcht worden aan de jeugdige en begeleid worden door een professional. Als het kan wordt het pleeggezin gezocht in het directe netwerk van het gezin (netwerkplaatsing). De gezinnen en de hospita s zelf zijn vrijwilligers. Dit is zo normaal mogelijk. Het kind/de jongere woont in een gewone gezinssituatie, gaat naar een reguliere school en neemt aan gewone vrijetijdsactiviteiten deel. Hieraan kunnen wel ambulante vormen van zorg vanuit specialistische zorg voor de begeleiding van pleegouder en/of het kind gekoppeld worden als dat wenselijk of noodzakelijk is. b. Gezinssituatie waarbij een professionele behandeling is Dit is bedoeld voor kinderen/jongeren, waarbij ook ernstige eigen problematiek of ontwikkelingsachterstand een rol speelt, zodat een professionele behandeling voor de ontwikkeling van deze jeugdigen noodzakelijk is. Het gaat dan bijvoorbeeld om gezinshuizen, waar 1 van de ouders in dienst is van een specialistische instelling of professionele pleeggezinnen en zorgbedrijven, die tegen dagvergoeding de kinderen/jongeren begeleiden/behandelen. Ook gaat het om professionele hospita ( op kamers ) projecten. Ondanks de professionele begeleiding lijkt de situatie op die van een normale gezinssituatie en in veel gevallen gaat het kind/de jongere naar een reguliere school en neemt aan normale vrije tijdsactiviteiten deel. c. Behandelgroepen/woonvormen in de wijken Hierbij gaat het om kleinschalige voorzieningen in de wijken, gerund door professionals van specialistische instellingen. In veel gevallen gaan de kinderen/jongeren daarbij naar het reguliere of speciale onderwijs in de wijk (in sommige gevallen kan dit ook zijn een school op de locatie van intramurale voorzieningen) en nemen deel aan reguliere vrijetijdsactiviteiten. Hieronder valt ook de begeleiding aan de 16+ ers die ondersteuning nodig hebben bij het leren op eigen benen te staan. Voor hen zijn er vormen van begeleid wonen in de wijk, vaak als overgang van een beschermende omgeving naar zelfstandigheid. Maar er zijn ook specialistische opvangvoorzieningen en woonvoorzieningen in de wijk. d. Behandelgroep op het terrein van de voorziening Hierbij wordt het kind of de jongere opgevangen in een intramurale voorziening. Dit zijn vaak kleine overzichtelijke settings, waarbij ook de vrijetijdsinvulling en de school soms op het terrein van de voorziening geregeld is. Behandeling is gericht op alle leefgebieden. e. Behandelgroep in gesloten/beperkende voorziening Het gaat hierbij om opvang van kinderen/jeugdigen waarbij vaak eigen problematiek speelt, maar ook de veiligheid/bescherming voorop staat. Dat kan zijn bescherming van het kind tegen eigen gedrag (weglopen, risicovol en/of suïcidaal gedrag), maar kan ook zijn bescherming tegen de omgeving 8

9 (bijvoorbeeld loverboys). Bij deze plaatsing is altijd een uitspraak van de rechter noodzakelijk (kan zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk zijn). Bij de behandeling zullen veiligheidsaspecten vaak een belangrijke rol spelen. Voorbeelden hiervan zijn Plus (Vreekwijk en Icarus) en Forensische plekken bij de Catamaran Samenhang met passend onderwijs Ten gevolge van zowel de bewegingen binnen passend onderwijs als binnen de transitie om zwaardere vormen van zorg terug te dringen, zal in de toekomst vaker gekozen worden voor plaatsing in het regulier onderwijs, aangevuld met ambulante hulp. Is toch dagbehandeling nodig, dan is een samenwerking met reguliere onderwijsvoorzieningen noodzakelijk, zoals bijvoorbeeld tussen het Medisch Kinderdagverblijf en de reguliere kinderopvang, tussen Boddaert/naschoolse behandeling en voortgezet onderwijs en tussen voorschool (voor licht verstandelijk gehandicapten) en het onderwijs, voor een goede overdracht van leerlingen. Ook tussen behandeling met verblijf en het onderwijs is een duidelijke samenhang. Afhankelijk van het soort verblijf gaat het kind naar een reguliere school of speciaal onderwijs of een school op de locatie van een instelling. Het onderwijs zelf wordt nagenoeg altijd gefinancierd uit onderwijsgelden en is geen onderdeel van transitie. Het zijn echter wel duidelijk communicerende vaten. Als vanuit de transitie zwaardere wordt teruggedrongen, zullen meer kinderen/jongeren deel gaan nemen aan het reguliere onderwijs, waardoor hier een groter beroep wordt gedaan op het onderwijs en ambulante begeleiding vanuit het onderwijs en vanuit de zorg. Anderzijds is het ook zo dat als het gebruik van speciaal onderwijs wordt teruggedrongen, er een groter beroep gedaan kan worden op ambulante zorg gekoppeld aan het reguliere onderwijs. Gesloten bevindt zich op locaties waar een eigen onderwijsinstelling aanwezig is, die voor het voortbestaan afhankelijk is van het aantal cliënten binnen de zorginstelling, maar ook van het aantal indicaties voor speciaal onderwijs uit de omgeving. Op dit moment is het zo dat kinderen voor gebruikmaking van zowel speciaal onderwijs als van twee verschillende indicatietrajecten moeten doorlopen, die niet op elkaar zijn afgestemd. Het is van belang dat de gemeenten met het onderwijs in overleg treden (subregionale OOGO s) om de toegangs/indicatie trajecten en de ondersteuningsarrangementen op elkaar af te stemmen, zodat jeugdigen en hun ouders geen hinder ondervinden van de twee toegangspoorten en verschillende financiering. 1.3 Plaatsing van jeugdigen binnen deze vormen van zorg Plaatsingscoördinatie Zuidoost Brabant Voor het daadwerkelijk zoeken van beschikbare en juiste plekken voor verschillende vormen van verblijf is kennis nodig van de capaciteit, de kosten, specifieke kenmerken van de zorgvormen etc. Op dit moment is deze taak belegd bij plaatsingscoördinatie van BJZ, die dit voor heel Zuidoost-Brabant doet. Het is goed om deze functie op minimale schaal van Zuidoost Brabant te organiseren. Deze plaatsingscoördinatie verzorgt de plaatsing van jeugdigen binnen een verblijfsvorm. Voor de vormen (landelijk) gesloten en specialistische verblijfsfuncties levert de plaatsingscoördinatie een voorstel aan de hieronder genoemde plaatsingscommissie Zuid Nederland. Plaatsingscommisie Zuid Nederland Bij plaatsing van een jeugdige in een gesloten/beperkende voorziening binnen Zuid Nederland is op dit moment een plaatsingscommissie actief. Deze bekijkt in welke Jeugdzorg Plus instelling het kind het best geplaatst kan worden, ook afhankelijk van beschikbaarheid van plaatsen. In 2014 zal een gemeentelijke vertegenwoordiger gaan deelnemen aan de stuurgroep van deze plaatsingscommissie (vanuit Tilburg). Deze plaatsingscommissie willen we continueren vanaf 2015 en op basis van de ervaring van 2014 de precieze werkwijze en samenstelling bepalen. De taken van de plaatsingcommissie zullen worden uitgebreid met de plaatsing van jeugdigen binnen andere specialistische verblijfsfuncties (GGZ en VG sector). Hiertoe zullen in 2014 afspraken gemaakt worden met andere regio s en instellingen uit Zuid Nederland. 9

10 1.4 Bekostiging Bekostiging dagbehandeling Het is sterk afhankelijk van je lokale aanbod aan zorg, de wijze waarop deze zorg vorm gegeven wordt en de wijze waarop (subregionaal) vorm gegeven wordt aan passend onderwijs, welke behoefte er lokaal is aan dagbehandeling. Wel hebben de verschillende vormen van dagbehandeling vaak een gemeenteoverstijgend bereik. Hierbij valt op dat net zoals bij ambulante zorg in de omgeving van Helmond/de Peel andere aanbieders actief zijn dan in de omgeving Eindhoven. Voorgesteld om wel regionale afspraken te maken over de producten en de prijzen, maar per gemeente af te spreken welk volume afgenomen wordt. Het bekostigingssysteem kan lokaal (subregionaal) gecombineerd worden met ambulante zorg, waardoor substitutie van zorgvormen in de praktijk mogelijk is (dus inzet van ambulante zorg in combinatie met regulier kinderdagverblijf waar mogelijk in plaats van bijvoorbeeld een Medisch Kinderdagverblijf). Subregio de Peel is voornemens zelf product- en prijsafspraken voor bepaalde vormen van dagbehandeling te maken, die in deze subregio geleverd worden. De andere 15 subregio s maken gezamenlijk product- en prijsafspraken voor alle vormen van dagbehandeling in de regio. Mochten de subregio s dezelfde producten onder dezelfde voorwaarden af willen nemen, kan gebruik gemaakt worden van elkaars afspraken. Bekostiging Behandeling met verblijf Deze zorg is zeer ingrijpend voor het kind en het gezin en het is een kostbare voorziening. Ook is er het besef dat de hulp alleen geboden kan worden als het aanbod goed is georganiseerd op bovenlokaal (en soms ook bovenregionaal) niveau. Daarom is binnen 21 Voor de jeugd gekozen voor samenwerking op dit terrein. De samenwerking bestaat uit een gezamenlijke capaciteitsbekostiging en het hanteren van een systeem van risicospreiding, zodat iedere gemeente in staat is de benodigde plaatsen te bekostigen, maar uiteindelijk alleen het eigen gebruik betaalt. Om binnen deze zorgvormen ervoor te zorgen dat kinderen zoveel mogelijk worden opgevangen in pleeggezinnen en gezinshuizen in plaats van intramurale voorzieningen, wordt de bekostiging van de verschillende vormen van verblijf gecombineerd. Het bekostigingssysteem dat gehanteerd gaat worden zal substitutie van verschillende behandelvormen mogelijk moeten maken en het inzetten van lichtere vormen moeten stimuleren. In de bekostiging zou een onderscheid gemaakt moeten worden tussen de kosten die gepaard gaan met het verblijf ( hotel functie) en de kosten die gepaard gaan met de begeleiding/behandeling. 10

11 H.2 Crisisdienst, AMHK, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Beslispunten 1. Instemmen met het regionaal borgen van jeugdbescherming en jeugdreclassering in een gecertificeerde organisatie, met behoud van minimaal 75% van de huidige formatie en met de extra noodzakelijke flexibele schil in 2015 en Instemmen met het huidige Bureau Jeugdzorg en de William Schrikker Groep verzoeken de organisatie gezamenlijk, bedoeld in het vorige punt, vorm te geven binnen de inhoudelijke regionale visie, en Bureau Jeugdzorg de opdracht te geven dit vorm te geven 3. Instemmen met het regionaal borgen van minimaal 75% van de huidige formatie van het AMK in het AMHK en minimaal 75% van de huidige formatie van spoedeisende zorg binnen de crisisdienst, en met de extra noodzakelijke flexibele schil in 2015 en Instemmen met regionale capaciteitsbekostiging jeugdbescherming en jeugdreclassering en regionale bekostiging van AMHK en crisisdienst. 5. De middelen die de Centrumgemeenten in het kader van het regionaal kompas inzetten op de steunpunten huiselijk geweld worden in 2015 en 2016 doorgezet in het AMHK. Opdracht voor verdere uitwerking: 1. Onderzoek naar doorontwikkeling crisisdienst naar één integrale regionale crisisdienst voor inwoners van alle leeftijden van de regio, samen met de instellingen. 2. Afspraken maken met de Raad voor de Kinderbescherming over de cliëntroute Achtergrond In 21 Voor de jeugd is op deze onderdelen reeds besloten: o Om jeugdbescherming en jeugdreclassering gezamenlijk te bekostigen; o Om AMHK en crisisdienst gezamenlijk te bekostigen met volumegarantie voor de instelling; o De ontwerpfase regionaal te doen en de uitvoering zoveel mogelijk lokaal/subregionaal; o De jeugdbeschermer / jeugdreclasseerder een tandemfunctie vervult met de generalist in het gezin, die inhoudelijke hulp levert. De jeugdbeschermer / jeugdreclasseerder geeft samen met de generalist het plan van aanpak vorm en is toezichthouder. Ook is voor deze voorzieningen op het gebied van veiligheid in grote lijnen bepaald hoe ze samenwerken met de generalistenteams. Jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders vormen een koppel met de betrokken generalist. De eersten zijn vooral betrokken bij de toezichttaak, de laatste bij het gezin en het uitvoering geven aan het gezinsplan. Over de crisishulp is gezegd dat deze zo snel mogelijk weer moet overdragen aan de normale hulp van het generalistenteam. En het AMHK moet overleggen met de generalist over de wenselijke en nodige hulp. Crisisdienst Een crisisdienst (nu Spoedeisende Zorg van Bureau Jeugdzorg) biedt acute, niet medische, hulp. Ze verrichten 24 uur per dag, zeven dagen per week crisisinterventie voor kinderen en gezinnen. Medewerkers van het crisisteam, Spoedeisende zorg, moeten in onoverzichtelijke situaties en onder druk professioneel en adequaat handelen om de veiligheid van kinderen én ouders te bevorderen voor de eerste 48 uur. Deze crisisdienst werkt samen met diverse organisaties. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Steunpunten Huiselijk Geweld Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) maakt op dit moment deel uit van de provinciale en wordt uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg. Het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) is een verantwoordelijkheid van zowel Centrumgemeenten Eindhoven en Helmond als opdrachtgevers en de regiogemeenten als gedeeltelijke uitvoerders vanuit de WMO en de uitvoering is belegd bij uitvoerende instellingen Lumens Groep en de LEV Groep. Dit moet worden samengevoegd tot één Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) en de wettelijke grondslag hiervoor wordt verankerd in de nieuwe Wmo. In deze notitie wordt gesproken over hetgeen de Centrumgemeenten Eindhoven en Helmond momenteel afnemen bij de Steunpunten Huiselijk Geweld. Hiermee doelen we niet op de gedeeltelijke lokale uitvoerders; die uitvoering wordt wisselend uitgevoerd in de gemeenten. Jeugdbescherming en jeugdreclassering (JB en JR) In het huidig systeem zijn JB en JR twee aparte disciplines met een geheel eigen werkwijze. Het doel van JB is het waarborgen van de veiligheid van het kind in een gezin. De JR begeleidt jongeren tussen 12 en 18 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd. Het doel van de JR is het voorkomen van recidive en het 11

12 vergroten van de maatschappelijke participatie. JB en JR worden momenteel vooral vanuit Bureau Jeugdzorg en William Schrikker Groep aangeboden. Daarnaast opereren er nog een aantal landelijk werkende instellingen voor specifieke doelgroepen, zoals Nidos voor vluchtelingen. Deze instellingen blijven landelijk gefinancierd en daarmee buiten de opdracht van dit project. In de concept Jeugdwet is bepaald dat gemeenten jeugdbescherming (JB) en jeugdreclassering (JR) moeten laten uitvoeren door een gecertificeerde instelling Inhoudelijk toekomstperspectief Opdracht In de nieuwe Jeugdwet wordt aangegeven dat gemeenten vanaf 1 januari 2015 regionaal moeten samen werken op het terrein van jeugdbescherming (JB), jeugdreclassering (JR), steunpunt huiselijk geweld (SHG) en algemeen meldpunt kindermishandeling (AMK). Tot op heden worden de taken van JB, JR, Spoedeisende Zorg en AMK uitgevoerd door provinciale organisatie Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg wordt, op basis van de Wet op de, gefinancierd door de provincie, die hiertoe middelen van het rijk ontvangt. Het SHG wordt gefinancierd uit de rijksmiddelen Kompas, waarvoor de gemeenten Eindhoven en Helmond de rol van centrumgemeente vervult ten behoeve van de regio. Uitvoerende instelling van SHG in onze regio zijn de Lumensgroep (Eindhoven e.o.) en de Levgroep (Helmond e.o). Het rijk schrijft voor dat JB, JR, AMK, SHG regionaal moeten worden aangestuurd en dat daarbij AMK en SHG op moeten gaan in een organisatie/organisatieonderdeel onder de naam AMHK (Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling). Dat het SHG en AMK samen moeten gaan wordt door het rijk gemotiveerd door de overlap m.b.t. jeugdigen. Bij 50% van de zaken betreffende huiselijk geweld zijn ook kinderen betrokken. Opdracht vanuit het Rijk over het huidige Bureau Jeugdzorg en de Landelijk Werkende instellingen: Het huidige Bureau Jeugdzorg werkt in opdracht van de provincie. Deze provinciale opdracht vervalt per 2015 en komt grotendeels onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Een groot deel van de huidige expertise en menskracht werkt nu voor Bureau Jeugdzorg. Daarnaast wordt dit gedeeltelijk geleverd door William Schrikkergroep, Steunpunten Huiselijk Geweld van Lumens Groep en Lev-groep en crisisdiensten van MEE Zuidoost Brabant en GGZ. De provincie en het rijk hebben gemeenten gevraagd frictiekosten zoveel mogelijk te beperken. Dit willen wij doen door onder andere bemensing vanuit de huidige organisaties in de nieuw te vormen organisatie, te borgen. Voor Bureau Jeugdzorg betekent de gehele transitie een opheffing van het bestaan van hun huidige opdracht en daarmee ook het ontslaan van alle huidige medewerkers, met alle (financiële) gevolgen van dien. Om expertise te behouden en de frictiekosten van Bureau Jeugdzorg niet hoog op te laten lopen, vraagt de provincie de gemeenten om de huidige Bureau Jeugdzorg de nieuwe taken ook in 2015 uit te laten voeren, in een voor de regio passende organisatievorm. In de periode tussen juni en december 2013 zijn er diverse communiqués geweest vanuit het rijk, provincie en Bureau Jeugdzorg omtrent bovenstaande onderwerpen. Een en ander is in een stroomversnelling geraakt door de brief van 22 november 2013 van de staatssecretarissen Teeven en Van Rijn. Daarin vragen zij onder andere om een inventarisatie van wat nu regionaal wordt ingezet door Bureau Jeugdzorg en om uiterlijk 16 december tot afspraken te komen over de inzet in 2015 en de hoogte van de frictiekosten. Deze deadline is later verzet naar 28 februari De laatste stand van zaken is dat in een overleg tussen B7 (de 7 grootste Brabantse gemeenten), provincie, Bureau Jeugdzorg en het Rijk is afgesproken dat Bureau Jeugdzorg alle Brabantse regio s voorziet van een advies, gespecificeerd op de vraag van die regio met zo min mogelijk frictiekoste. Op 20 december hebben VNG, VWS, VenJ en IPO afspraken gemaakt over de toekomst van de functies die nu door de Bureaus Jeugdzorg worden vervuld. Gemeenten dienen zich maximaal in te spannen om deskundigheid te behouden en nemen voor 28 februari 2014 een bestuurlijk besluit over de continuïteit van de huidige Bureaus Jeugdzorg. Taken kunnen eventueel bij andere organisaties worden neergelegd, maar voor 2015 geldt zorgcontinuïteit, waardoor afspraken over inzet van personeel met de huidige Bureaus Jeugdzorg daaraan kunnen bijdragen. In 2.6 zijn twee scenario s met argumenten voor en tegen weergegeven, voor de wijze waarop JB, JR, AMHK en crisisdienst in de regio Zuidoost-Brabant georganiseerd kunnen worden. Deze argumenten zijn mede tot stand gekomen door input vanuit momenteel leverende instellingen, afgezet tegen onze opdracht en doelen. 12

13 Crisisdienst: Figuur 2: Overzicht van de onderdelen van de crisisdienst In de huidige situatie is het zo snel mogelijk overdragen naar de reguliere hulpverlening al het streven. In de praktijk blijkt echter, niet altijd na 48 uur overgedragen kan worden. Daarom richten wij ons in dit advies niet alleen op het deel ambulancedienst, maar ook op de vier weken na een crisis. De crisisdienst biedt maximaal vier weken ambulante ondersteuning / samenwerking met het lokale generalistenteam. De medewerker van de crisisdienst vervult hierbij een belangrijke onafhankelijke rol. De generalist (al dan niet vooraf al bekend aan het gezin) staat als het ware naast het kind en het gezin. Zij moeten het gezin motiveren te veranderen. De medewerker van de crisisdienst denkt vanuit de crisis en kijkt naar de oplossing waaraan gewerkt moet worden. Deze oplossingen in crisissituaties vergen een bepaalde specialistische expertise en kennis. Gemeenten zullen die ambulante hulp op eigen wijze invullen. We adviseren echter wel om voor de eerste twee jaar beide onderdelen ( ambulance en ambulante hulp) gezamenlijk in te kopen. Bij sterk functionerende generalistenteams, die zich de komende jaren zullen ontwikkelen, kan de bezetting van de crisisdienst wellicht tijdens kantoortijden afnemen in de toekomst, waardoor een combinatie gemaakt kan worden van functies binnen de overkoepelende organisatie; Daarnaast lijkt het een logische keuze te zijn om de regionale crisisdienst niet alleen in te richten voor jeugd, maar ook voor volwassenen. Wanneer er een crisis bij een volwassene is, wordt die nu via de crisisdiensten voor volwassenen opgepakt. Het is in ieders belang deze crisis integraal op te pakken voor het gezin. Door de koppeling tussen de jeugd en volwassenen crisisdienst, kan er breed gekeken worden wat er nodig is om de veiligheid terug te brengen. Omdat een dergelijke aanpak het terrein van jeugd overstijgt, adviseren wij de gemeenten om deze mogelijkheid te bevorderen. Aandachtspunten Afspraken over de samenwerking met onder andere de interne partners van de regionale organisatie, het Veiligheidshuis, de huidige aanbieders van crisisdienst en de Raad voor de Kinderbescherming. 13

14 Voor de tandemfunctie van de crisisdienstmedewerker met de generalist in de ambulante hulp van de crisisdienst geldt dat deze niet ingezet wordt als er sprake is van een JB- of JR-maatregel. Dan vervult de medewerker JB/JR de tandemfunctie met de generalist Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling In opdracht van de 21 gemeenten in Zuidoost Brabant (met de gemeente Eindhoven als opdrachtgever) heeft het BMC een advies opgesteld over de visie, de werkwijze en positionering van het toekomstig regionaal Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK). Ambtelijk is dit advies overgenomen. Het volledig advies van BMC is als bijlage bij dit rapport opgenomen. Hieronder geven we de hoofdlijnen van het advies weer. Uitgangspunten Het toekomstig AMHK moet er op gericht zijn om eerder, maar ook efficiënter, hulp te bieden en de veiligheid van alle betrokkenen duurzaam te borgen. Negen uitgangspunten 1 vormen de basis van de visie voor een geïntegreerd AMHK: 1. Veiligheid staat voorop 2. Deskundige taxatie/ beoordeling van de situatie van het gezin/ het huishouden 3. Duidelijkheid bieden over casus-, proces-, en ketenregie 4. Versterken van eigen kracht, sociale omgeving en netwerk 5. Passende interventie en direct inzetbaar 6. Belang van het kind staat voorop 7. Laagdrempelig bespreken van vermoedens (burgers en professionals) 8. Vroegsignalering en preventie 9. Eenheid in drang- en dwangkader (civiel, straf, bestuurlijk) Organisatie en werkwijze - Het AMHK heeft een aantal (wettelijke) functies en bevoegdheden, zoals advies, consult, melding, onderzoek, toeleiding naar hulp en terugkoppeling aan de melder over de genomen stappen. Een aantal taken, zoals preventie, voorlichting, regievoering en expertiseontwikkeling, is niet wettelijk vereist, maar wel gewenst binnen het toekomstige AMHK Zuidoost-Brabant. - Zowel regionaal als lokaal heeft het AMHK één gezicht, waardoor de herkenbaarheid van het adviesen meldpunt wordt vergroot. - Het AMHK verricht haar taken op regionale schaal. Daardoor zijn verschillende (boven)regionale combinatiefuncties mogelijk. Zo is het van belang om spoedeisende zorg en crisisinterventies in de regio te verbinden aan het AMHK. Samenwerking met Noordoost Brabant is te overwegen. - Het AMHK is de spin-in-het-web als het gaat om een integraal drang- en dwangkader op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het is dan ook noodzakelijk dat alle straf- en zorgpartners tot een zelfde visie en onderlinge afgestemde aanpak komen en gezamenlijke doelstellingen formuleren voor een effectieve inzet van het veiligheidsplan. Het is van belang dat het AMHK afstemming zoekt met de veiligheidshuizen. De generalist blijft de vertrouwensrelatie met het gezin behouden. Samenwerking en positionering Doelmatigheid en expertisebehoud wijzen in de richting van aanhaken bij de gecertificeerde instelling, samen met crisisdienst en spoedhulp. Op momenten dat specifieke expertise nodig is in een casus, is het van belang dat deze expertise wordt opgeschaald en kan worden ingevlogen. In het kader van één gezin, één plan, één regisseur, blijft de generalist bij het gezin betrokken en is de expert degene die tijdelijk in het gezin opereert en samenwerkt met de generalist om de gestelde doelen te kunnen behalen. De expertiseontwikkeling van het AMHK en de verbindingen met het lokale veld moeten worden gezien als een groeimodel. Het is om die reden van belang dat de verwachtingen helder zijn, er duidelijke samenwerkingsafspraken worden gemaakt en deskundigheidsbevordering en voorlichting op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling zowel lokaal als regionaal continu worden toegepast. Tot slot is het van belang dat tijdig sprake is van afschalen van een casus. 1 Gebaseerd op Een Veilig Thuis; Gemeentelijke visie op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, d.d. 20 juni 2013, G4. 14

15 Jeugdbescherming en jeugdreclassering In 21 Voor de jeugd hebben we aangegeven dat we één gecertificeerde instelling voor JB/JR willen. De organisaties Bureau Jeugdzorg (BJZ) en William Schrikker Groep (WSG) bedienen samen de grootste doelgroep op het gebied van JB en JR. Zij dienen vanaf 2015 met elkaar een samenwerkingsvorm aan te gaan, zodat gemeenten maar met één contractpartner hoeven te werken en er geen last van ondervinden dat er aan de achterkant meerdere organisaties actief zijn. In de voorgaande paragrafen is al duidelijk gemaakt dat een nauwe samenwerking tussen het AMHK en de crisisdienst om inhoudelijke redenen en uit het oogpunt van efficiëntie zeer aan te bevelen is. 2.3 Argumenten beslispunten 1.Instemmen met het regionaal borgen van jeugdbescherming en jeugdreclassering in een gecertificeerde organisatie, met behoud van minimaal 75% van de huidige formatie en met de extra noodzakelijke flexibele schil in 2015 en In opdracht van het Rijk moeten gemeenten de zorgcontinuïteit in 2015 borgen, alsook de benodigde infrastructuur en het beperken van frictiekosten. Deze opdracht is geformuleerd in het RTA en in schrijven van Staatssecretarissen Teeven en van Rijn. Gezien de specifieke taken van Bureau Jeugdzorg, kennen zij hierin een andere positie dan de overige zorgaanbieders. Uiterlijk 28 februari 2014 moeten gemeenten concreet maken welke functies (jeugdbescherming, jeugdreclassering, AMK, toegang crisis en een kennis/opleidingsfunctie) zij bij de nieuwe organisatie die Bureau Jeugdzorg kan vormen willen afnemen. VNG, IPO en Rijk hebben afspraken gemaakt over de toekomst van deze functies die nu door BJZ worden vervult. Het is van belang dat de continuïteit van alle functies gewaarborgd wordt, ook wanneer deze elders een functie krijgen. Wanneer op 28 februari geen garanties zijn afgegeven door de regio, treedt een overgangsregeling in werking. Dit houdt in dat gemeenten in 2015 een budgetgarantie aan BJZ en/of hun rechtsopvolgers moeten geven van minimaal 80% van het budget in Inzet is een regionale borging van minimaal 75% afname bij van het huidige formatie van Bureau Jeugdzorg voor de jaren 2015 en Dat betekent dat BJZ naar een vaste formatie gaat van 75% van de huidige formatie en een extra flexibele schil (van eerst ca 21% van de huidige formatie). De ambitie is om de flexibele personele schil in de periode af te bouwen tot minimaal 75% ten opzichte van het huidige personeelsbestand. Naast formele afbouw met het stopzetten van tijdelijke contracten en natuurlijk verloop, zal inhoudelijk gestuurd worden op een kanteling van strafrecht naar opvoeding, van dwang naar drang, en meer sturing op samenwerking tussen jeugdbeschermers en generalistische teams, vanuit een integrale gezinsondersteuning. Organisatorische sturing vindt plaats op het terugdringen van dubbelingen in de keten tussen uitvoerende organisaties, en een efficiëntieslag in doorlooptijden en procedures van melding onderzoek- begeleiding. Om deze inhoudelijke kanteling te maken, is het nodig om de huidige kennis deels te behouden, met een afbouwscenario vanaf Aangezien het nu lastig is om een reële inschatting te maken in het aantal benodigde fte per 2015, om te kunnen voldoen aan de wettelijke taak van zorgcontinuïteit en om de generalistische teams de kans te geven om te groeien in hun kennis en kunde, stellen we voor om een flexibele personele schil te hanteren: : 75-ca 96% : 75- ca 85% : ca 75% Hiermee wordt voldaan aan de Rijksopdracht in het borgen van de aanwezige kennis en het beperken van de frictiekosten voor BJZ medewerkers in Instemmen met het huidige Bureau Jeugdzorg en de William Schrikker Groep te verzoeken de organisatie gezamenlijk, bedoeld in het vorige punt, vorm te geven binnen de inhoudelijke regionale visie, en Bureau Jeugdzorg de opdracht te geven dit vorm te geven Voornamelijk wegens de opdracht die de gemeenten vanuit het Rijk hebben gekregen om zorgcontinuïteit te waarborgen, ook op jeugdbescherming en jeugdreclassering, om frictiekosten te beperken en concreet aan te geven wat wij van Bureau Jeugdzorg en de William Schrikker Groep in 2015 afnemen en dit binnen een gecertificeerde instelling uitgevoerd moet worden, is het meest voor de hand liggend om de huidige grootste aanbieder(s) hiervoor de opdracht te geven dit uit te voeren voor 2015 en Er zijn geen andere instellingen die deze taak vanaf 2015 uit kunnen / willen voeren in de regio Zuidoost Brabant. Eveneens zijn deze organisaties bekend met de regionale wensen, samenwerkingspartners en dergelijke. 15

16 3.Instemmen met het regionaal borgen van minimaal 75% van de huidige formatie van het AMK in het AMHK en minimaal 75% van de huidige formatie van spoedeisende zorg binnen de crisisdienst, en met de extra noodzakelijke flexibele schil in 2015 en Deze borging geeft ook antwoord op de vraag van het Rijk wat de overname is van Bureau Jeugdzorg. Een afname van 75% is minimaal en zal zeker in de eerste jaren extra inzet vragen. De generalistenteams werken dan nog niet optimaal en de transformatie van alle instellingen en inwoners vergt een langere periode voordat grootse maatschappelijke effecten hierop te verwachten zijn. Door deze garantie van 75% te bieden, kunnen de organisaties zich daar op inrichten en voldoen gemeenten aan de opdracht van het Rijk om dit inzichtelijk te maken. 4. Instemmen met regionale capaciteitsbekostiging jeugdbescherming en jeugdreclassering en regionale bekostiging van AMHK en crisisdienst. Zie 2.5 voor toelichting. 5. De middelen die de Centrumgemeenten in het kader van het regionaal kompas inzetten op de steunpunten huiselijk geweld worden in 2015 en 2016 doorgezet in het AMHK. De Centrumgemeenten Eindhoven en Helmond financieren de huidige Steunpunten Huiselijk Geweld, uitgevoerd door Lumens Groep en Lev Groep. Voor 2015 en 2016 zal de inzet vanuit sec het Steunpunt Huiselijk Geweld, ingevoerd in het nieuwe AMHK, niet verminderen en derhalve zullen de middelen 1:1 daarvoor overgenomen moeten worden. 2.4 Cliëntroute naar JB/JR, AMHK en crisisdienst De cliëntroute naar de jeugdbescherming, jeugdreclassering, het AMHK en de crisisdienst zal via verschillende wegen lopen: JB/JR: Generalistenteams (en eventueel andere door gemeenten aan te wijzen professionals) zullen degenen zijn die een raadsmelding doen via de Raad voor de Kinderbescherming. Indien er een maatregel uitgesproken wordt, wordt er een jeugdbeschermer of jeugdreclasseerder aan de generalist en het gezin gekoppeld. In de gevallen waarin een raadsmelding gedaan wordt, er een maatregel wordt opgelegd en er nog geen generalist gekoppeld is aan de casus, gebeurt dat direct. AMHK: Het AMHK is bereikbaar voor advies en consultatie van inwoners, vrijwilligers en professionals. Echter, gemeenten profileren in eerste instantie hun generalistenteams voor advies-, consultatie- en ondersteuningsfuncties. Als de problematiek complexer is, of mensen liever op afstand advies vragen, kan dat via het AMHK. Het AMHK levert voor gezinnen zelf geen hulp. In de in 2014 te realiseren regiovisie Huiselijk Geweld zal dit meegenomen worden. Crisisdienst: De crisisdienst is in beginsel 24x7 bereikbaar voor crises. Zij hebben een telefonische bereikbaarheidsdienst voor alle inwoners en professionals. Echter, er zal eerst (snel) gekeken worden of een generalist uit het lokale veld beschikbaar is gedurende kantoortijden. Anders gaan zij er op af, zoals eerder beschreven. Zij werken hiervoor samen met de crisisdiensten van LVB, GGZ en specialistisch zorgaanbod. 2.5 Bekostiging We kiezen in de regio voor een uitvoeringsorganisatie die meerdere functies uitvoert, omdat we daarmee volumevoordelen zien. Dat betekent dat ook de bekostiging van zo n organisatie een regionale aangelegenheid is. Voor de eerste twee jaren willen we afspraken maken over die regionale bekostiging, een periode die lang genoeg zou moeten zijn om expertise van huidige aanbieders niet weg te laten vloeien. Voor het AMHK en de crisisdienst willen we kiezen voor gezamenlijke capaciteitsbekostiging. De beschikbaarheid is een belangrijk punt en deze bekostigingswijze sluit daarbij aan. De 21 gemeenten kunnen voor de financiële dekking zowel gebruik maken van jeugdbudgetten als van Wmo-budgetten. Het Wmo-budget wordt al aangewend voor de huidige bekostiging van de Steunpunten huiselijk geweld. De diverse crisisdiensten en het meldpunt kindermishandeling worden bekostigd uit jeugdbudgetten. Over het volume wordt in het hoofdstuk financiën meer gezegd. 16

17 Voor de functie Jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt voorgesteld om product en prijsafspraken te met een lokale volumebepaling. Gemeenten hebben op grond van de wet een leveringsplicht ten aanzien van jeugdbescherming of jeugdreclassering. Om die reden wordt - op basis van het feitelijk gebruik voor elke gemeente een passend volume bepaald. 2.6 Positionering crisisdienst Crisisdienst Op dit moment zijn er diverse instellingen/partijen die crisishulp bieden aan jeugdigen. Bureau Jeugdzorg, onderdeel Spoedeisende hulp pakt daarin de meeste zaken van jeugdigen op. Daarnaast kennen we de crisisdienst GGZ, van waaruit zowel jeugdigen als volwassenen worden geholpen en crisismedewerkers bij bijvoorbeeld MEE. Daarnaast is een groot aantal instellingen werkzaam na de eerste fase van het oppakken en beslechten van de crisis, bijvoorbeeld via ambulante hulpverlening en het leveren van crisisbedden. Ten aanzien van een toekomstige vormgeving van deze crisiszorg speelt een aantal overwegingen een rol: De wens van zowel gemeenten als de instellingen om op termijn uit te groeien tot een gezamenlijke aanpak bij crisissen van o tot 100 Het is nog de vraag of het wenselijk is om dit vanuit 1 organisatie te doen, waar alle instellingen personeel aan afstaan, i.v.m. verschillende financieringsregimes, verschillende wettelijke kaders en maatregelen van waaruit gewerkt wordt De keuze voor een positionering van de taken van Spoedeisende zorg per 1 januari 2015 moet niet belemmerend werken voor het uitgroeien naar een integrale crisisaanpak voor 0 tot 100 Voorstel: op dit moment de huidige taken van Spoedeisende zorg BJZ (minimale variant) aan te haken aan ofwel AMHK ofwel JB/JR en een plan te maken om gezamenlijk met instellingen en financiers (zorgverzekering, kern-awbz) te komen tot een integrale crisisaanpak. Voorstel: De huidige taken van Spoedeisende zorg van Bureau Jeugdzorg aan te haken aan Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, danwel aan het AMHK en een plan te maken om gezamenlijk met instellingen en financiers (zorgverzekering, kern-awbz) te komen tot een integrale crisisaanpak. 2.7 Scenario s Onderstaande scenario s geven de organisatiemogelijkheden weer om JB, JR, AMHK en Crisisdienst te organiseren. In deze scenario s dient de crisis altijd onderdeel uit te maken van een andere organisatie, omdat het te klein en inefficiënt is om apart te organiseren: Scenario 1: één organisatie met daarin twee onderdelen: JB/JR enerzijds, AMHK en crisis anderzijds Argumenten voor - De 21 gemeenten zijn opdrachtgever van één organisatie, waarmee gestuurd kan worden op output, transformatiedoelstellingen, samenwerking en dergelijke. Er is sprake van één contractpartner; - Vermindering van de kwetsbaarheid van diverse kleinere organisaties, door één grotere organisatie met meer expertise op te richten; - Bij incidenten is één partij aanspreekpunt voor de gemeente(n); - Als bij een kind direct ingegrepen moet worden, kan dat vanuit één opdracht gebeuren en wordt er niet langs elkaar af gewerkt - Expertise kan in een back office gebundeld worden, zodat niet iedere aparte entiteit / organisatie dit hoeft te organiseren, behouden en bekostigen; - Zowel de crisisdienst als het AMHK hebben een 24x7 bereikbaarheid nodig, dit kan in de toekomst wellicht gecombineerd worden wat betreft bezetting; - Voor crisisdienst kan, bij sterk functionerende generalistenteams, de bezetting van de crisisdienst wellicht tijdens kantoortijden afnemen in de toekomst, waardoor een combinatie gemaakt kan worden van functies binnen de overkoepelende organisatie; - De nieuwe organisatie is een onafhankelijke organisatie in de keten van acute zorg; - Er zijn korte lijnen te realiseren; - Er kan een meer eenduidige aanpak ontwikkeld worden binnen AMHK en crisisdienst, zodat deze trajecten niet los van elkaar verlopen. 17

18 - Het AMHK heeft veel taken die dicht tegen de taken aanliggen van de JB, zoals het rechtstreeks verzoeken om maatregelen (ten behoeve van een voorlopige onder toezichtstelling, voorlopige onder voogdij plaatsing en rechterlijke machtiging gesloten ) kunnen voorleggen aan de Raad voor de Kinderbescherming - Inhoudelijk komt het werk tussen JB/JR en het AMHK sterk overeen: het inschatten van risico s, maken van veiligheidsplan en het bepalen van het niet onderhandelbare deel hierin - Het is efficiënter als medewerkers van een crisisdienst tijdens rustige tijden werkzaamheden ten behoeve van het AMHK en/of JB/JR kunnen uitvoeren - De crisisdienst voert ook maatregelen van een voorlopige ondertoezichtstelling en de voorlopige voogdijmaatregel uit. Medewerkers van spoedeisende zorg dienen hiertoe over dezelfde certificering te beschikken als de medewerkers van JB/JR. - De AMHK medewerkers hoeven niet dezelfde certificering te hebben, maar de omschrijving van de bevoegdheden en vereisten aan AMHK medewerkers ligt daar dicht tegenaan. Argumenten tegen - Voor cliënten moet helder zijn waar men terecht moet en hoe onderdelen zich tot elkaar verhouden. Vragen zullen ontstaan over (ongewenste) gegevensuitwisseling etc. - Kennis en expertise moet zeker wel beschikbaar zijn voor professionals in het veld, en er moet een telefoonnummer zijn voor burgers met acute problemen. Dit kan allemaal gerealiseerd worden binnen de nieuwe organisatie. - Het is de vraag of expertise uit de moederorganisatie (SHG) geborgd kan blijven, als de werknemers daar niet meer in dienst zijn. - Het is de vraag in hoeverre één organisatie die vanuit de jeugdwet wordt ingericht, zich op zowel jeugd en volwassenen kan richten. Echter, ook bij jeugdbescherming, crisis en AMK-taken zijn vaak de volwassenen de doelgroep en niet (alleen) de jeugdige. - Het is een grotere en daardoor waarschijnlijk meer bureaucratische organisatie dan scenario Scenario 2 : Twee los van elkaar functionerende organisaties JB/JR in één organisatie, AMHK in de andere organisatie (daarbij de afweging waar de Spoedeisende zorg aan te haken) Argumenten voor - Minder bureaucratie; kleinere slagvaardigere organisaties - Het biedt duidelijkheid aan de cliënt dat het verschillende organisaties zijn voor jeugdbescherming / jeugdreclassering versus AMHK. Argumenten tegen - Deze instellingen moeten juist de laagdrempelige professionals aan gaan bieden die in de lokale structuren aan het werk zijn. Het is wel van belang dat de lokaal werkende professionals daarvoor korte lijnen hebben met het AMHK. - Voor wat betreft jeugd, is het AMHK in veel gevallen het voorportaal voor jeugdbescherming - Kleine organisaties, waardoor meer overhead, ondersteuning en managementkosten (bijvoorbeeld 2 directeuren) - Twee maal oprichtings- of overnamekosten voor (gedeeltelijk) nieuwe organisaties - Scenario 2 met AMHK vanuit een welzijnsinstelling aangeboden: - Argumenten voor - De welzijnsinstellingen bieden nu de Steunpunten Huiselijk Geweld aan en heeft veel expertise op dat gebied. - Indien samen met de crisisdienst is 24 uurs bereikbaarheid gezamenlijk in te richten - Aansluiting bij de Wmo 18

19 Scenario 2a: met AMHK vanuit een welzijnsinstelling aangeboden: Binnen dit scenario is door de welzijnsinstelling indringend verzocht om de opdracht te krijgen het AMHK vorm te geven en uit te voeren, met als belangrijkste argumentatie dat een welzijninstelling met een laagdrempelige eropaf mentaliteit beter in staat is om deze functie uit te voeren. Argumenten voor: - Minder bureaucratie; kleinere slagvaardigere organisaties - Het biedt duidelijkheid aan de cliënt dat het verschillende organisaties zijn voor jeugdbescherming / jeugdreclassering versus AMHK. Argumenten tegen: - De meldingen bij het SHG komt op dit moment voor 75% binnen via de politie. De laagdrempelige toegang van het SHG betreft slechts 25% van de toestroom. - Binnen het sociaal domein gaat het nodige veranderen. Veel gemeenten kiezen er voor om de toegang tot sociale voorzieningen te concentreren in een generalistenteams, soms ook voor volwassenen. In de toekomst zal dat betekenen dat, na een eerste crisishulp door het AMHK, steeds meer de generalist de casus snel zal overnemen. De generalistenteams zullen daarbij vooral laagdrempelig zijn en het AMHK is als specialisme te beschouwen die middels op- en afschalen worden ingezet. - Het AMHK dient onafhankelijk te zijn georganiseerd van het zorgaanbod. De welzijnsinstelling levert ook een zorgaanbod, middels bijvoorbeeld nog regulier maatschappelijk werk. - Er is geen affiniteit met drang en dwang, die het AMK in haar taken heeft en houdt. - De associatie van een welzijnsinstelling met kindermishandeling, drang en dwang kan weerstand oproepen. - Taken van het huidige AMK die overgaan naar de nieuwe organisatie AMHK verschillen duidelijk van de taken van het SHG. In 75% van de AMK-situaties betreft het meldingen van professionals. Het huidige AMK is geen laagdrempelige voorziening en hoeft dat als specialistische voorziening ook niet te zijn. Professionals weten de organisatie te vinden. De resterende meldingen van burgers over vermoedens van kindermishandeling kunnen beter niet wijkgebonden plaatsvinden omdat daarmee de drempel tot melden juist verhoogd wordt en de kans op privacyschending groter is. - Inhoudelijke taken en bevoegdheden van SHG en AMK verschillen nogal. Het SHG is sterk gericht op het op gang brengen van hulp direct volgend op de situatie van huiselijk geweld. Voor een groot deel zal deze hulp overgaan naar generalistenteams. Signalen van kindermishandeling en kinderverwaarlozing komen in principe van het de professionele veld dat met kinderen werkt: kinderopvang, onderwijs, jeugdartsen, generalistenteams enzovoorts. Met die eerste signalen gaan professionals eerst zelf aan de gang conform hetgeen in de regio afgelopen jaren ontwikkeld is (methode Signs of Safety). Alleen bij ernstige situaties (of twijfels daar over) wordt AMK ingeschakeld, omdat deze ook zonder medeweten van ouders onderzoek kan doen. - AMK is als enige instelling bevoegd om zonder medeweten van ouders onderzoek naar kindermishandeling te doen en indien nodig rechtstreeks de Raad voor de kinderbescherming in te schakelen. Ziekenhuizen en huisartsen die vermoedens hebben van kindermishandeling dienen dit te melden bij het AMK die vervolgens een medisch forensisch onderzoek uitvoert. Op basis daarvan wordt door hen OM of RvdK ingeschakeld. Deze taken zijn ongeschikt om bij een welzijnsinstelling onder te brengen, omdat dit de lage drempel voor de instelling niet ten goede komt. - Indien samen met crisisdienst: De crisisdienst voert ook maatregelen van een voorlopige ondertoezichtstelling en de voorlopige voogdijmaatregel uit. Medewerkers van spoedeisende zorg dienen hiertoe over dezelfde certificering te beschikken als de medewerkers van JB/JR. 19

20 H.3 GGZ Jeugd, zorgverzekeraar en huisartsen Beslispunt 1. Het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ en het Onderhandelingsakkoord als vertrekpunt nemen voor beleidsontwikkeling GGZ-Jeugd voor de periode Realiseren van versterking van de samenhang van het gezondheidsdomein, sociaal domein en onderwijsdomein door elkaar te informeren bij enkelvoudige problematiek en door afstemming bij complexe of risicovolle problematiek 3. Het schematisch overzicht doorverwijzing J-GGZ, uit paragraaf 3.6 als samenvattend regionaal vertrekpunt nemen voor verdere uitwerking op lokaal/subregionaal niveau Vervolgopdracht 1. De ambtelijke werkgroep de opdracht geven om op basis van 1 ste beslispunt te komen tot voorstellen, na overleg met instellingen en zorgverzekeraars, voor nadere inhoudelijk invulling van de bezuinigingstaakstelling voor de komende periode. 2. De ambtelijke werkgroep opdracht geven om op basis van het 2 de beslispunt met betrokken partijen te komen tot een samenwerkingsprotocol met betrekking tot informeren en afstemmen. 3. De ambtelijke werkgroep de opdracht geven om op basis van het 3 de beslispunt voor 1 april 2014 een overzicht te presenteren van de keuzen die lokaal/subregionaal gemaakt zijn. 4. De ambtelijke werkgroep de opdracht geven om met de ziektekostenverzekeraars te komen tot samenwerkingsafspraken: in verband met de landelijk vastgestelde overgangsperiode voor de GGZ jeugd, over de relatie tot de GGZ-volwassenen en de relatie met de sociale wijkteams. 3.1 Achtergrond Momenteel zijn de gemeenten en het Rijk samen met veldpartijen bezig om te kijken welke waarborgen noodzakelijk zijn, om de jeugdhulp zoals jeugd-ggz goed vorm te geven. Een aantal van deze waarborgen is in de wet opgenomen, zoals kwaliteitseisen en continuïteit van zorg in De opdracht van de werkgroep betreft het maken van een ontwerp over de verbinding met GGZ, vanuit huisartsen, ziekenhuizen, generalistenteams, onderwijs en jeugdgezondheidszorg. Daarbij dient de werkgroep te bezien welke afspraken regionaal dan wel subregionaal gemaakt moeten worden. De voorliggende rapportage betreft een uitwerking van het eerder vastgestelde document 21 voor de jeugd, maar leidt nog niet tot alles omvattende afspraken omdat er eerst landelijk duidelijkheid moet zijn over de wijze van zachte landing GGZ sector en omdat de tussenfase nodig is om tot een scherpere vervolg opdracht te komen. Het betreft om die reden vooral een informatief hoofdstuk, dat zijn uitwerking moet krijgen in de subregio s en in een volgende versie van 21voordejeugd. De GGZ is een sector gericht op het herstel of stabiliseren van mensen met psychische aandoeningen, waarbij de zorg wordt geboden waar dat noodzakelijk is, maar niet meer dan nodig is. Uitgangspunt is zorg op maat, waarbij ook de patiënt, hun familie en het netwerk rondom de patiënt een belangrijke rol spelen. Kerntaken van de huidige J-GGZ zijn te omschrijven als: o preventie o advisering en consultatie o diagnostiek o behandeling en begeleiding o medicatie o opname (BOPZ, RM, enz) De J-GGZ valt momenteel grotendeels onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Als een opname in een GGZ-instelling langer dan een jaar duurt, dan valt deze zorg onder de AWBZ. Dit geldt ook voor extramurale begeleiding en beschermd wonen. Collectieve preventie, selectieve preventie en maatschappelijke ondersteuning op het vlak van GGZ valt onder de WMO. De stoornissen die behandeld worden in de J-GGZ zijn zeer divers en kunnen sterk variëren in duur. Voor een deel van de kinderen in de jeugd-ggz zijn de problemen van tijdelijke aard. Wel is er bij sommige aandoeningen of stoornissen, zoals bijvoorbeeld depressies, angststoornissen of een trauma als gevolg van misbruik, vaak een blijvende kwetsbaarheid en dus kans op herhaling. Er zijn ook stoornissen die in meer of mindere mate blijvende beperkingen met zich mee brengen. Zowel op het gebied van emoties en gedrag als in cognitief functioneren van kinderen. Dit komt bijvoorbeeld voor als er sprake is van aan autisme verwante stoornissen, schizofrenie, ADHD en combinaties daarvan. Sommige aandoeningen 20

21 vragen om nauwe samenwerking met het onderwijs of somatische artsen. Binnen het veld zijn veel verschillende hulpverleners actief, die ambulante zorg, deeltijdzorg, en intramurale zorg leveren. Verreweg het merendeel van de zorgtrajecten is ambulant (± 97%), waarbij jongeren niet worden opgenomen in een instelling. Behandeling met behulp van e-health is in ontwikkeling. De voorkeur gaat uit naar vroege interventies, die hebben een groot effect op de latere kwaliteit van leven. Vroeg investeren in psychische problemen draagt bij aan een kwalitatief goede en ook economisch gezonde samenleving door minder schooluitval, betere arbeidsparticipatie en minder behoefte aan zorg op latere leeftijd. Ongeveer 5% van alle jeugdigen in Nederland heeft een psychische stoornis die leidt tot ernstige beperkingen in hun functioneren en/of risico s van een verstoorde ontwikkeling. Het gaat dan jaarlijks landelijk om ongeveer kinderen, van de 3,5 miljoen kinderen tot en met 17 jaar in Nederland. De meest voorkomende problemen zijn: o Aandachttekortstoornissen en gedragsstoornissen (31%) o Pervasieveontwikkelingsstoornissen (oa Asperger, autisme. 21%) o Relatieproblemen (bv tussen ouder-kind. 13%) o Overige stoornissen zuigeling/kind/adolescent (10%) o Angsstoornissen (9%) o Aanpassingsstoornissen (7%) 3.2 Inhoudelijk toekomstperspectief Per 2014 wordt er landelijk een aantal veranderingen in de GGZ doorgevoerd. De afspraken zijn gemaakt in het kader van het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ en zijn nadien bekrachtigd en aangescherpt in de onderhandelaarsakkoord Doel van dit GGZ-akkoord is een goede en doelmatige zorg voor patiënten met psychische aandoeningen. Zowel de Jeugdwet als het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ delen een aantal belangrijke doelstellingen. Beide steken in op preventie, eigen kracht, destigmatisering, demedicalisering, normalisering en probleemoplossend vermogen van gezinnen en hun sociale netwerk. Een belangrijk element in beide ontwikkelingen is ook de zorg op maat en op de juiste plek. Geen over- of onderbehandeling en het beroep op zwaardere hulp verminderen. Wij stellen om die reden dan ook voor om onderstaande indeling ook in het kader van de zorg voor jeugd te hanteren Waar in het oude GGZ stelsel gesproken wordt van 1 e, 2 e en 3 e lijns GGZ-zorg, zal er nu uitgegaan worden van: a) Huisartsenzorg/POH GGZ b) Generalistische basis GGZ c) Gespecialiseerde GGZ Ad a) Huisartsenzorg GGZ De huisartsenzorg kenmerkt zich door een sterke poort waarin patiënten met psychische problematiek adequaat worden herkend, behandeld of waar nodig verwezen worden naar de generalistische GGZ of gespecialiseerde GGZ. Bezien vanuit de zorginfrastructuur is huisartsenzorg 1e lijns zorg. Bezien vanuit het Bestuursakkoord GGZ wordt de GGZ zorg van de huisarts/poh-ggz 0 de lijn GGZ zorg genoemd. De generalistische basis GGZ wordt 1 ste lijns GGZ genoemd. En specialistische GGZ wordt 2 de lijn GGZ genoemd. Dat kan verwarrend zijn. Wij zullen daarom zo veel mogelijk spreken over basis GGZ en specialistische GGZ. Veel huisartsen beschikking over een praktijkondersteuner (POH/S dan wel POH/GGZ), deze is gespecialiseerd in somatiek dan wel in GGZ problematiek. De POH GGZ signaleert, diagnosticeert, intervenieert en ondersteunt bij psychische problemen in samenwerking met de huisarts. De werkzaamheden zijn gericht op het helder krijgen van psychische aspecten van gezondheidsproblematiek, goede doorverwijzing en urgentiebepaling, kortdurende begeleiding, psycho-educatie, continuïteit van zorg/ casemanagement en preventie. De POH GGZ betreft veelal (60%) een SPV er met veel kennis van de chronische psychiatrische volwassen cliënten. De SPV er heeft als achtergrond een functie die in het verlengde ligt van de 2 de lijns psychiatrie. Dat is dus wezenlijk anders dan hetgeen gevraagd wordt vanuit jeugdproblematiek: jeugd 0 de lijns GGZ werk verrichten en indien nodig opschalen naar 1 ste lijns werk en daarnaast kennis van jeugdpsychiatrie in relatie tot opvoeding en kennis van de basisinfrastructuur van 21

22 het jeugdveld. Eigenlijk een POH GGZ Jeugd. Deze functie is in ontwikkeling. Hier zal nog een flinke slag gemaakt moeten worden. Het is de bedoeling dat een huisarts patiënten met psychische problematiek beter gaat herkennen, meer patiënten zelf gaat behandelen en/of patiënten gerichter gaat verwijzen naar de generalistische basis GGZ of de gespecialiseerde GGZ. Door het organiseren van een adequate ondersteuningsfunctie (POH- GGZ) bij de huisarts wordt huisartsen de mogelijkheid geboden om patiënten te stimuleren tot meer zelfzorg door het aanbieden van e-health behandelingen, door verbetering van de screeningsfunctie of door tijd te maken om de patiënt (met ondersteuning van een andere hulpverlener) zelf te behandelen. Ad b) Generalistische Basis GGZ Wanneer de huisarts/poh-ggz inschat dat de patiënt meer hulp nodig heeft kan hij doorverwijzen naar de generalistische basis GGZ. De generalistische basis GGZ is alleen op verwijzing toegankelijk, niet alleen door de huisarts maar ook door andere hulpverleners (hierover meer in het volgende hoofdstuk). Het gaat bij de generalistische basis GGZ om lichte tot matige, niet complexe problematiek. De basis GGZ is ook verantwoordelijk voor goede nazorg, ondersteuning en terugvalpreventie bij mensen die al eerder behandeld zijn voor een psychische aandoening. Op dit moment vinden in de regio Zuidoost Brabant pilots plaats waarbij de huisartsenzorg en de koppeling met onderwijs en generalistenteam in proefopstelling worden uitgeprobeerd. De lessen die we hiervan kunnen leren zullen worden meegenomen in de verdere doorontwikkeling van de samenhang tussen het gezondheidsdomein, sociaal domein en onderwijsdomein. Ad c) Gespecialiseerde GGZ Soms is er sprake van complexe psychische problematiek. Jeugd en jongeren waarbij een hoge mate van complexiteit van behandeling nodig is, door gespecialiseerde professionals, vallen binnen de gespecialiseerde GGZ. Diagnostiek gebeurt onder de verantwoordelijkheid van een GZ of klinisch psycholoog, psychotherapeut of psychiater. De behandeling is gericht op herstel of op rehabilitatie. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een aanpak waarbij ambulante behandeling uitgangspunt is. Als het niet anders kan wordt een patiënt klinisch behandeld, met als uiterste remedium gedwongen opname. Ook de toegang tot de gespecialiseerde GGZ is alleen mogelijk na verwijzing van een bevoegde professional. Wanneer blijkt dat een patiënt in een stabiele situatie verkeert en dat gespecialiseerde GGZ niet meer nodig is, wordt de patiënt overgedragen aan de huisarts of de basis GGZ Van gespecialiseerde GGZ naar generalistische basis GGZ Om te komen tot minder behandelingen in de duurdere gespecialiseerde GGZ, zijn een aantal voorstellen gedaan: 1) Lichte/ milde problematiek op de juiste plek in de keten. In het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ is overeengekomen dat minimaal 20% van de patiënten die op dit moment in de gespecialiseerde GGZ worden behandeld patiënten met lichte en milde problematiek betreft; deze patiënten kunnen in de toekomst in de generalistische basis GGZ worden behandeld. 2) Zwaardere problematiek in de gespecialiseerde GGZ Uit innovaties in de zorg blijkt dat het mogelijk is om patiënten met zwaardere psychische problematiek in de generalistische basis GGZ te behandelen dan -gemiddeld gezien op dit moment gebeurt in de eerstelijns psychologische zorg. Daarmee kan een deel van de patiënten uit de huidige gespecialiseerde GGZ in de toekomst in de generalistische basis GGZ worden behandeld. 3) Ook stabiele chronische problematiek in de basis-ggz In het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ is afgesproken dat de ambulantisering van mensen die (langdurig) in een kliniek zijn opgenomen wordt voortgezet. In principe worden deze patiënten door de gespecialiseerde GGZ door middel van bijvoorbeeld ACT of FACT-teams ondersteund. In stabiele situaties kan een patiënt echter worden overgedragen aan de huisarts of de generalistische basis GGZ. Voor het traject generalistische basis GGZ dat per 2014 wordt geïmplementeerd wil VWS een monitor ontwikkelen om de ontwikkeling in de hele GGZ-keten goed te volgen. Op dit moment is het traject van de generalistische basis-ggz nog volop in ontwikkeling. 22

23 Schematisch ziet dat er als volgt uit: Uitgangspunten voor toekomstig beleid GGZ-J Met het omarmen van de uitgangspunten uit het Bestuurlijkakkoord Toekomst GGZ leggen we een stevige basis voor toekomstig J-GGZ beleid. Onder andere ten aanzien van demedicalisering, destigmatisering, ambulatisering en het terugdringen van de 3 e, 2 e, 1 e naar 0 e lijn. Samen met de zorgverzekeraar en de instellingen dient hieraan vorm te worden gegeven. Daarnaast is het van belang het sociaal domein, het gezondheidsdomein en het onderwijsdomein met elkaar te verbinden. Deze drie domeinen hebben eigen bevoegdheden en hebben alle drie te maken met de GGZ-Jeugd. De verwijzing naar generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ steunt op drie belangrijke vindplaatsen. De huisarts waar één patiënt één plan geldt. Het onderwijs, waar één leerling één plan geldt. En de generalistenteams waar één gezin één plan geldt. Ieder met zijn eigen invalshoek, maar allemaal met oog voor het kind en zijn/haar gezin. Afstemming door middel van directe lijnen tussen deze drie pijlers is van essentieel belang. Alleen zo kan er voorkomen worden dat er langs elkaar heen gewerkt wordt en dat één patiënt één plan, één leerling één plan en één gezin één plan, met elkaar in overeenstemming zijn. Aandachtspunt hierbij is het ontwikkelen van een protocol voor het vragen van toestemming aan cliënten voor afstemming tussen generalistenteam, school en huisarts. Daarnaast is aandacht nodig voor de afstemming en/of informering van de drie hier bovengenoemde pijlers. Bij enkelvoudige hulpverlening kunnen partijen volstaan met het elkaar op de hoogte brengen (informeren). In complexe, risicovolle en acute situaties dient afstemming plaats te vinden. 23

24 Samenhang voor wat betreft informeren en afstemmen in het sociaal domein, gezondheidsdomein en onderwijsdomein, als volgt in beeld: 3.3 Cliëntroutes bij GGZ-Jeugd In principe is de GGZ geen vrij toegankelijke zorg. In de Jeugdwet is vastgelegd welke functionarissen rechtstreeks toegang kunnen verlenen tot GGZ, dit zijn de huisarts, kinderarts en jeugdarts. Voor een behandeling bij de GGZ is daarom altijd een verwijzing nodig. De nieuwe jeugdwet biedt gemeenten de ruimte om toegang tot GGZ ruimer in te richting. In elke gemeente zijn een aantal plaatsen waar kinderen, jeugd, jongeren en/of gezinnen zich bevinden te onderscheiden, waar professionals werken die geconfronteerd kunnen worden met hulpvragen, de zogenaamde vindplaatsen. Doorverwijzingen naar de GGZ zal veelal vanuit deze vindplaatsen gebeuren. Gemeenten moeten een keus maken op welke wijze toegang tot GGZ verkregen kan worden vanuit welke vindplaatsen. De belangrijkste vindplaatsen worden hieronder verder uitgewerkt, deze zijn: 1. Huisarts / POH 2. School / ZAT 3. JGZ / Jeugdarts 4. Generalistenteam (Sociaal wijkteam / CJG) 5. Ziekenhuis / kinderarts 6. GGZ Ad 1. Huisarts De huisarts is een laagdrempelige vindplaats, patiënten komen hier vaak op eigen initiatief. Huisartsen hebben over het algemeen een goede vertrouwensband met hun patiënten en patiënten hebben vaak een positieve houding ten opzichte van hun huisarts. Een huisarts ziet over het algemeen de meeste tot alle leden uit een gezin. Elke huisarts werkt volgens het één patiënt één plan principe. De Praktijk Ondersteuner Huisarts GGZ (POH/GGZ) werkt voor de huisarts als de verbinder. Hij legt verbanden tussen de verschillende leefgebieden van de patiënt. Krijgt hij een casus van de huisarts dan bepaalt hij of er sprake is van een enkelvoudig probleem. Is dat zo, dat wordt het probleem door huisarts/poh-er zelf opgepakt of passend doorverwezen. Is er sprake van een meervoudig probleem dat zal de POH-er verbinding leggen een generalist uit het generalistenteam. Een huisarts mag volgens de wet naar alle vormen van jeugdhulp doorverwijzen. Zo n 80% van de verwijzingen naar de GGZ gebeurt vanuit de huisarts. 24

COMMISSIESTUK. Informatief

COMMISSIESTUK. Informatief COMMISSIESTUK Informatief COMMISSIE BURGERS Agendanummer 7 d.d. 10 juni 2014 De leden van COMMISSIE BURGERS van de gemeente Asten Onderwerp : 21 voor de jeugd 2.0 Portefeuillehouder : WIII Samenvatting

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. - Kennis nemen van de notitie 21 voor de jeugd 2.0. vormen van dagbehandeling. Agenda nr.

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. - Kennis nemen van de notitie 21 voor de jeugd 2.0. vormen van dagbehandeling. Agenda nr. Raadsvoorstel Agenda nr.8 Onderwerp: Vaststellen van bestuurlijke kaders uit de notitie 21 voor de jeugd 2.0 Soort: Kaderstellend Opsteller: E.J.M. Toonen-van den Berg Portefeuillehouder: T.C.W. Maas Zaaknummer:

Nadere informatie

Bestuurlijke kaders voor de uitvoering van 21 voor de jeugd

Bestuurlijke kaders voor de uitvoering van 21 voor de jeugd Bijlage 1. Bestuurlijke kaders voor de uitvoering van 21 voor de jeugd Aanleiding In deze notitie worden de beslispunten uit 21 voor de jeugd 2.0 toegelicht en onderbouwd. Deze beslispunten vormen de bestuurlijke

Nadere informatie

21 voor de jeugd 2.0 Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant

21 voor de jeugd 2.0 Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant 21 voor de jeugd 2.0 Samenwerking op in Zuidoost-Brabant Versie 5 maart 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 4 H.1 Dagbehandeling en behandeling met verblijf... 6 1.1 Achtergrond... 6 1.2 Inhoudelijk toekomstperspectief...

Nadere informatie

Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK

Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER 2013 - VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK Een product van het Ondersteuningsprogramma AMHK van de VNG 14 november 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Huidige

Nadere informatie

OPENBARE BESLUITENLIJST COLLEGE 18 FEBRUARI 2014

OPENBARE BESLUITENLIJST COLLEGE 18 FEBRUARI 2014 OPENBARE BESLUITENLIJST COLLEGE 18 FEBRUARI 2014 : 180101 SAMLEV Corsanummer : 2014.00028 : Besluitenlijst met notulen van de collegevergadering van 11 februari 2014. Samenvatting : : De besluitenlijst

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 11

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 11 Raadsvoorstel Agenda nr. 11 Onderwerp: Vaststellen van het beleidsplan 'Regiovisie aanpak huiselijke kring en kindermishandeling 2015-2018' en kennis nemen van de genomen besluiten door de gemeenten Helmond

Nadere informatie

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. Beleidsplan Onderdeel Vrij en niet vrij toegankelijke jeugdhulp In deze memo wordt nader in gegaan op de volgende onderwerpen: A. Eenduidige definiëring typen jeugdhulp B. Definiëring welke jeugdhulp wel

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: Transitie jeugdzorg inkoop Registratienummer: 00523307 Datum: 25 juni 2014 Portefeuillehouder: M. Schlösser Steller: E. Meulman Nummer: RIB-MS-1407 1. Inleiding Per 1-1-2015

Nadere informatie

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Aan de Raad Agendapunt: 9 Onderwerp: Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Kenmerk: Status: SaZa - Welzijn / YK Besluitvormend Kollum, 3 december 2013 Samenvatting Gemeenten worden

Nadere informatie

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake Lokaal en regionaal beleidskader voor jeugdzorg. Samenvatting Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

Jeugdhulp in Nissewaard

Jeugdhulp in Nissewaard Jeugdhulp in Nissewaard Projectleider decentralisatie jeugdhulp Angela van den Berg Regisseur jeugd en gezin JOT kernen Jolanda Combrink Inhoud 1. Wat verandert er? 2. Beleidskaders 3. Jeugdhulpplicht

Nadere informatie

U wordt gevraagd (achteraf) in te stemmen met bijgevoegde conceptbrief aan Bureau Jeugdzorg waarin de eerder gemaakte afspraken worden verwoord.

U wordt gevraagd (achteraf) in te stemmen met bijgevoegde conceptbrief aan Bureau Jeugdzorg waarin de eerder gemaakte afspraken worden verwoord. Ambtelijke toelichting / voorstel aan het college zaaknummer : 119802 steller : Jacqueline Gadella-Molhoek portefeuillehouder : wethouder P. (Piet) Vat Onderwerp : Budgetgaranties Bureau Jeugdzorg Gevraagd

Nadere informatie

gemeente Eindhoven 14R5732 Raadsvoorstel Regionaal plan jeugdzorg 21 voor de jeugd 2.0.

gemeente Eindhoven 14R5732 Raadsvoorstel Regionaal plan jeugdzorg 21 voor de jeugd 2.0. gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer 14R5732 14bst00245 Beslisdatum B&W 4 februari 2014 Dossiernummer 14.06.552 Raadsvoorstel Regionaal plan jeugdzorg 21 voor de jeugd 2.0. Inleiding Per 1 januari

Nadere informatie

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Versie 14/11/2013 Inleiding De verantwoordelijkheid voor een positief opvoed- en opgroeiklimaat, preventie, vroegsignalering

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013 1. Transitie Jeugdzorg Woerden, 17 oktober 2013 Inhoud Stand van zaken Jeugdwet Regionaal Transitiearrangement Regionale Samenwerking Jeugdwet Voor de zomer wetsvoorstel ingediend 9, 10 en 15 oktober:

Nadere informatie

* *

* * ADVIESNOTA AAN DE RAAD Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *13.0018090* 13.0018090 Raadsvergadering: 6-2-2014 Voorstel:.. Agendapunt:.. Onderwerp positionering Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

Nadere informatie

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam Perceelbeschrijving Jeugd en gezinsteam Samenwerkende gemeenten Holland Rijnland: Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink ONDERWERP Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente AGENDANUMMER SAMENVATTING

Nadere informatie

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet hoorn.nl Wmo Partici patiewet Jeugdwet gemeente Aanleiding Jeugdwet huidige stelsel versnipperd samenwerking rond gezinnen schiet tekort druk op gespecialiseerde

Nadere informatie

Medisch specialist ziekenhuis

Medisch specialist ziekenhuis Factsheet Medisch specialist ziekenhuis en de Jeugdhulp Almere 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *14.0012361* 14.0012361 Raadsvergadering: 23-10-2014 Voorstel: 8.62 Agendapunt: 9 Onderwerp Regiovisie Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Noord-

Nadere informatie

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Onderwerp: Voorstel/alternatieven

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Lingewaard 11 Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00129* 14RDS00129 Onderwerp Regiovisie - aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2015-2019 regio Arnhem & Achterhoek 1 Samenvatting Met dit voorstel

Nadere informatie

Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande

Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande Onderwerpen Cijfers Beleidsnota Inkoop Budget Vervolgproces Nieuwe taken: 5+5 1.

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond Visie en Stappenplan Transitie Jeugdzorg IJmond versie 8 februari 2012 1 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014

Nadere informatie

Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis

Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis Annemiek van Woudenberg transitiemanager Land van Cuijk Jeannette Posthumus CJG manager Land van Cuijk 2013 RICHTEN 2014 INRICHTEN 2015

Nadere informatie

Portefeuillehoudersoverleg sociaal domein

Portefeuillehoudersoverleg sociaal domein Portefeuillehoudersoverleg sociaal domein Algemeen Agendapunt: 8 Onderwerp: AMHK Gooi en Vechtstreek Steller: Directieoverleg Sociaal Domein Kenmerk: 14.0000252 Status: Ter instemming Behandeling: 23 januari

Nadere informatie

1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr.7c

1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr.7c Agenda nr.7c Onderwerp: Soort: Opsteller: Portefeuillehouder: Zaaknummer: Informatieve notitie betreffende de inkoop jeugdhulp Informatieve notitie E.J.M. Toonen-van den Berg T.C.W. Maas SOM/2014/003961

Nadere informatie

21 voor de jeugd Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant

21 voor de jeugd Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant 21 voor de jeugd Samenwerking op jeugdzorg in Zuidoost-Brabant Voorwoord Beste medebestuurders, Onze jeugd, daar zijn we trots op. Die willen wij een wereld overdragen die weer een stukje beter is dan

Nadere informatie

J. Schouwerwou F. Veltman Zaaknummer : Voorstel: Instemmen met het "Transitiearrangement Regio Fryslân"

J. Schouwerwou F. Veltman Zaaknummer : Voorstel: Instemmen met het Transitiearrangement Regio Fryslân Aan de gemeenteraad van4 : Gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân Raadsvergadering : 11 december 2013 Commissievergadering : 3 december 2013 Agendapunt : 10 Nummer : 2013/097 Datum voorstel

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond *2012/8521* 2012/8521 registratienummer 2012/8521 Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014 en de Bestuursafspraken

Nadere informatie

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER BUREAU JEUGDZORG NOORD-HOLLAND Elk kind heeft recht op goede ontwikkelkansen en om op te groeien in een veilige omgeving. Als dit niet vanzelf gaat, wordt door het lokale veld

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN Samenvatting Kompas voor de zorg voor de jeugd in Fryslân De zorg voor de jeugd valt vanaf 2015 onder de taken van de gemeente. De 27 Friese gemeenten

Nadere informatie

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf E. Verblijf (gezinsvervangende opvang) Verblijf is bedoeld voor jeugdigen voor wie wonen in een (veilige) thuissituatie tijdelijk of langdurig niet mogelijk is. Aanbieders en lokale teams streven ernaar

Nadere informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS. Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ 19-11-2012. OCW Aanval op de uitval, RMC, plusvoorziening: 320 mln Onderwijsachterstanden-beleid (incl VVE): 249 mln SO, VSO, rugzakjes, praktijk

Nadere informatie

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost 2015-2018 Inleiding Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. Gemeenten worden bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle vormen

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Transitie en Transformatie Jeugd. 9 oktober 2013

Informatiebijeenkomst Transitie en Transformatie Jeugd. 9 oktober 2013 Informatiebijeenkomst Transitie en Transformatie Jeugd 9 oktober 2013 Welkom Aanvullende vragen kunnen worden gesteld via: transitie@reuseldemierden.nl Programma Welkom Stand van zaken Jeugdwet Plan van

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP Transitie Jeugdzorg 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP 2 Vragen van het organisatiecomité De transities in het sociale domein, een antwoord op? Wat is de transitie Jeugdzorg precies? Hoe ziet

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur Transitie Jeugdzorg Door José Vianen; Adviseur relevante thema s 1. Transitie jeugdzorg 2. Wat beogen we? 3. Kansen van de transitie 4. Concept wettekst 5. Richtlijnen en planning 1 Aanleiding van de transitie:

Nadere informatie

Toelichting BenW-adviesnota

Toelichting BenW-adviesnota Onderwerp: Toelichting BenW-adviesnota Afdeling/team : Welzijn Regionaal beleids- en afsprakenkader Wmo 2015 Afdelingshoofd : Bremmers, P.H.M. Auteur : Bankers, J. Datum vergadering : 08 december 2014

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Jeugdzorg Brabant Noord Oost. 11 november 2013

Jeugdzorg Brabant Noord Oost. 11 november 2013 Jeugdzorg Brabant Noord Oost 11 november 2013 Betrokken partijen Regionaal Transitie-arrangement Noordoost- Brabant Gemeenten Zorginstellingen Financiers, Provincie, Zorgkantoor VGZ en Zorgverzekeraar

Nadere informatie

: 3 december 2013 : 16 december : dhr. J.L.M. Vlaar :

: 3 december 2013 : 16 december : dhr. J.L.M. Vlaar : RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid : 3 december 2013 : 16 december 2013 : dhr. J.L.M. Vlaar : Zaaknummer

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s CONVENANT DEEL 1 ALGEMEEN 1. Aanleiding Door de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de crisishulp aan jeugdigen en hun ouders. Voor het maken van een

Nadere informatie

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! Als we over cliënten praten, bedoelen we kinderen, jongeren en hun ouders. Als we over ouders praten, bedoelen we ook eenoudergezinnen, verzorgers, voogden en/of

Nadere informatie

Model Programma van Eisen AMHK

Model Programma van Eisen AMHK Model Programma van Eisen AMHK Inleiding Een programma van eisen is noodzakelijk voor het geven van een opdracht aan één of meer organisaties of personen om een AMHK in te richten. Een programma van eisen

Nadere informatie

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie

Nadere informatie

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl Datum 27 oktober 2010 Onderwerp Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Telefoonnummer 070-3738602 Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen. Raadsvoorstel Aan : Gemeenteraad Datum vergadering : 15 oktober 2014 Agenda nummer : 2014-07-13997 Portefeuillehouder : K. Krook Onderwerp : Vaststelling beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen

Nadere informatie

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing Bestuursopdracht 2012 Subregio West-Brabant Oost Oktober 2012 Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing Bestuursopdracht 2012 Subregio

Nadere informatie

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg Juli 2012 Het college van Reimerswaal vindt het belangrijk om de gemeenteraad mee te nemen in de transitie van de jeugdzorg. Het geven van goede informatie hoort hier

Nadere informatie

CONCEPT SPOORBOEKJE. A) Generalisten

CONCEPT SPOORBOEKJE. A) Generalisten Spoorboekje transformatie jeugdzorg West Brabant Oost (WBO) In 2015 worden wij gemeenten in de regio West Brabant Oost - verantwoordelijk voor de jeugdzorg. In ons Regionaal Transitie Arrangement (RTA)

Nadere informatie

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland 1. Inleiding De staatssecretaris van VWS heeft in 2012 in een beleidsbrief verklaard dat op termijn alle gemeenten verantwoordelijk zijn voor de hele

Nadere informatie

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Beleid Jeugdhulp De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Agenda Wie ben ik? - Sandra Raaijmakers, beleidsmedewerker jeugdzorg Wat is mijn doel voor de avond? - Informeren over stand

Nadere informatie

Eén Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) in Drenthe

Eén Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) in Drenthe *14.09055* Behandeld door: A. de Vries d.d. 21-04-2014 Afdeling/Cluster: SEM Telefoonnr.: VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Openbaar Geheimhouding: Nee Portefeuillehouder: J.F.A.

Nadere informatie

Stappenplan ten behoeve van het ontwikkelen van een AMHK

Stappenplan ten behoeve van het ontwikkelen van een AMHK Stappenplan ten behoeve van het ontwikkelen van een AMHK Een product van het Ondersteuningsprogramma AMHK van de VNG 24 oktober 2013 Inhoudsopgave Inleiding 5 Hoofdfase Richten 8 Hoofdfase Inrichten 10

Nadere informatie

Bijlage 2. Productbeschrijvingen Verblijf middel, Verblijf middelzwaar, Verblijf zwaar, Verblijf extra zwaar en Verblijf Spoedhulp

Bijlage 2. Productbeschrijvingen Verblijf middel, Verblijf middelzwaar, Verblijf zwaar, Verblijf extra zwaar en Verblijf Spoedhulp Bijlage 2. Productbeschrijvingen Verblijf middel, Verblijf middelzwaar, Verblijf zwaar, Verblijf extra zwaar en Verblijf Spoedhulp Verblijf is er op gericht behandeling te bieden waar uithuisplaatsing

Nadere informatie

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek Betreft Vergaderdatum hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek 25-februari-2014 Gemeenteblad 2014 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De hoofdlijnennotitie

Nadere informatie

Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente Uitloopavond commissie sociaal 28 aug. 2013 Annemarie Kristen-Reerink Kirsten Boelen Kristel Fiselier Wat gaan we vertellen? 1. Stand van zaken 2. Notitie Samenwerken

Nadere informatie

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Jeugdzorg in Brabant Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007 Introductie 1. Wet op de Jeugdzorg 2. Financiën 3. Bureau Jeugdzorg 4. Het zorgaanbod 5. Actuele ontwikkelingen Wet op de Jeugdzorg

Nadere informatie

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper PAOG nascholing JGZ 26-11-2013 Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper Gemeenten: verantwoordelijk voor sociale domein Nieuwe verantwoordelijkheden Per 1-1-2015, invoering 3 decentralisaties

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Gemeente

Hoofdstuk 2. Gemeente Fawzi Salih van K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd heeft voor u een eerste screening gemaakt van hoofdstuk 2. Het resultaat van de screening is terug te vinden op de volgende pagina s. De samenvatting per

Nadere informatie

Productenoverzicht Inkoop sociaal domein

Productenoverzicht Inkoop sociaal domein Productenoverzicht sociaal domein In het onderstaande overzicht staat per transitie aangegeven wat voor producten er zijn en op wat voor wijze deze producten worden ingekocht. De producten in het groen

Nadere informatie

BIJLAGE 4: Beleidsdocument. 1. Indeling zorgfuncties

BIJLAGE 4: Beleidsdocument. 1. Indeling zorgfuncties BIJLAGE 4: Beleidsdocument 1. Indeling zorgfuncties In de inkoopstrategie is een nieuwe indeling van zorgfuncties beschreven: Ambulante Jeugdhulp Jeugdhulp uitgevoerd door de JGT s (zonder verblijf) Ambulante

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp 10 november 2014 Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp Geachte heer, mevrouw, Op 1 januari 2015 gaat de nieuwe Jeugdwet

Nadere informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam . OCW Aanval op de uitval, RMC, plusvoorziening: 320 mln Onderwijsachterstanden-beleid (incl VVE): 249 mln SO, VSO, rugzakjes, praktijk ond en leerwegonder

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Bureau Jeugdzorg Noord-Holland 2 Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Ieder kind heeft het recht om op te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Dat gaat niet altijd vanzelf. Soms is hulp nodig

Nadere informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs Om het kind Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs Enkele feiten en cijfers 100.000 gezinnen 143.000 jeugdigen tot 18 jaar 67.000 jongeren 18 23 jaar Totaal budget

Nadere informatie

Transformatie Jeugdzorg

Transformatie Jeugdzorg Transformatie Jeugdzorg Inhoud presentatie 1. Opdracht gemeente en besluitvorming 2. Zorgstructuur jeugd Oosterhout 3. Terugblik 2015 4. Doelen en aandachtsgebieden 2016 e.v. 5. Vragen Nieuw jeugdzorgstelsel

Nadere informatie

Kempische Krachtsessie CJG-partners in de Kempen

Kempische Krachtsessie CJG-partners in de Kempen Kempische Krachtsessie CJG-partners in de Kempen Reusel, 13 juni 2014 Welkom Opening en welkom door wethouder Toon Antonis (Reusel-De Mierden) Programma 1. Toelichting op het Dienstverleningsmodel Jeugdhulp

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : B.J.N Fintelman : Beleid en Projecten : J.R.A. (Nelly) Wijnker Voorstel aan de raad Onderwerp : Beleidsplan

Nadere informatie

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013 Stelselwijziging jeugd Informatie 20 februari 2013 Inhoud - Decentralisatie jeugdzorg - In dialoog met ouders www.krimpenaandenijssel.nl Was Wordt OUD NIEUW (2015) AWBZ J-LVG en PGB voor J-LVG / J-GGZ

Nadere informatie

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten: Voorstel Cluster : samenleving Nummer : 5 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 20 april 2015 Onderwerp : Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling Inleiding Als gevolg van

Nadere informatie

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen André Schoorl Programma stelselherziening jeugd Aanleiding Conclusies Parlementaire werkgroep 2011: - Huidige stelsel is versnipperd - Samenwerking rond gezinnen schiet

Nadere informatie

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd (2015-2019)

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd (2015-2019) Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd (2015-2019) Heerenveen, juli 2013 Bestuursopdracht beleidsplan Zorg voor jeugd gemeente Heerenveen 1.Aanleiding De zorg voor de jeugd valt vanaf 2015 onder

Nadere informatie

Geachte mevrouw Veldhuijzen van Zanten - Hyllner,

Geachte mevrouw Veldhuijzen van Zanten - Hyllner, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport t.a.v. mw. M. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Schedeldoekshaven 131 2511

Nadere informatie

L. van de Ven raad00716

L. van de Ven raad00716 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email L. van de Ven 3570 lve@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00716 Kaderstellende notitie voor de transformatie van

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013 Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013 23 maart 2007 1 Doelen van van de de avond avond 2 Programma Terugblik Inleiding stelselwijziging, tijdpad

Nadere informatie

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg. Onderwerp Decentralisatie Jeugdzorg Status Informerend Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg. Inleiding Gemeenten worden verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst inkoop jeugdzorg West Brabant Oost 27 augustus. Welkom. Jeugdzorg@breda.nl

Informatiebijeenkomst inkoop jeugdzorg West Brabant Oost 27 augustus. Welkom. Jeugdzorg@breda.nl Informatiebijeenkomst inkoop jeugdzorg West Brabant Oost 27 augustus Welkom Jeugdzorg@breda.nl Programma - dagvoorzitter Simone Mante 17:00 uur Opening door wethouder van Lunteren 17:15 uur Toegang tot

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1110466 Datum: 28 januari 2014 Behandeld door: M. Megens Afdeling / Team: MO/BMO Onderwerp: Raadsvoorstel bij beleidsplan jeugdzorg Purmerend Samenvatting:

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013 Transitie jeugdzorg Ab Czech programmamanager gemeente Eindhoven januari 2013 1. Samenhangende maatregelen Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie participatie Decentralisatie AWBZ begeleiding Passend

Nadere informatie

Hieronder geven we u alvast wat informatie over deze onderwerpen.

Hieronder geven we u alvast wat informatie over deze onderwerpen. Betreft: Themabijeenkomst jeugd 16 februari 2017 Datum: 13 februari 2017 1 DOELSTELLING BIJEENKOMST Op 16 februari 2017 vindt de derde en laatste voorlichtingsbijeenkomst plaats over de inkoopstrategie

Nadere informatie

Raadsvoorstel 11-3-2014. 14int00269. Organisatievorm regionale samenwerking aan Jeugdzorg in Twente

Raadsvoorstel 11-3-2014. 14int00269. Organisatievorm regionale samenwerking aan Jeugdzorg in Twente Raadsvoorstel raadsvergadering 11-3-2014 agendapunt nummer 14int00269 onderwerp Organisatievorm regionale samenwerking aan Jeugdzorg in Twente Aan de gemeenteraad. Samenvatting voorstel In de notitie "Samenwerken

Nadere informatie

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen Transitie Jeugdzorg Inhoud Waar gaat het over? Over welke taken jeugdzorg gaat het? Waarom een transitie? Om welke cliënten gaat het? Wie zijn betrokken? Wanneer vindt de transitie plaats? Financiële aspecten

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/009141

RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/009141 RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/009141 COMMISSIE Burgers op 13 oktober 2014 Onderwerp: Voorstel over Beleidsplan jeugdhulp in de Peelregio 2015-2016 en de verordening jeugdhulp peelgemeente

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. Prioriteitenlijst gedwongen kader

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. Prioriteitenlijst gedwongen kader Stelselwijziging Jeugd Factsheet Prioriteitenlijst gedwongen kader Prioriteitenlijst gedwongen kader Per 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van het gedwongen kader: jeugdbescherming

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Uitgangspuntennotitie lokale inkoop Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet

Uitgangspuntennotitie lokale inkoop Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet Uitgangspuntennotitie lokale inkoop Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet Achtergrond: De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) maakt gemeenten per 1 januari 2015 bestuurlijk en financieel

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014 *ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014 Agendanr. 9. Aan de Raad No.ZA.14-28578/DV.14-380, afdeling Samenleving. Sellingen, 11 september 2014 Onderwerp: Inzet middelen cliëntondersteuning

Nadere informatie