Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren"

Transcriptie

1 (Tekst geldend op: ) Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 25 februari 1985, Hoofddirectie Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp, nr. 334 P 885; Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530), artikel 59i van de Wet op de rechterlijke organisatie (Stb. 1972, 463), de artikelen 4, vijfde lid, en 31, vijfde lid, van de Beroepswet (Stb. 1955, 47) en artikel 5, vijfde lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530); De Raad van State gehoord (advies van 17 mei 1985, nr. W / ); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 22 oktober 1985, Hoofddirectie Organisatie Rechtspleging en Rechtshulp, nr P 885; Hebben goedgevonden en verstaan: 1: Begripsomschrijvingen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. opleiding: de opleiding, bedoeld in artikel 2; b. binnenstage: de stage, bedoeld in artikel 3, eerste lid; c. buitenstage: de stage, bedoeld in artikel 3, tweede lid. 1a [Vervallen per ] 2: De opleiding Artikel 2 Er is een opleiding die ten doel heeft toekomstige rechterlijke ambtenaren de kennis, de vaardigheden en de ervaring te verschaffen, die nodig zijn om een rechtsprekende functie, dan wel de functie van officier van justitie te kunnen uitoefenen. De opleiding duurt zes jaar en omvat een binnenstage, een buitenstage en een vormingsprogramma. Artikel 3 1. De binnenstage bestaat uit vijf deelstages, die worden doorgebracht bij een rechtbank en een tot het openbaar ministerie behorend parket. Tevens kunnen elders door te brengen deelstages van korte duur worden ingelast. 2. De buitenstage wordt elders dan bij een rechtbank of een tot het openbaar ministerie behorend parket doorgebracht. Onze Minister bepaalt op voorstel van de rector, waar deze stage wordt doorgebracht. Tijdens de buitenstage worden werkzaamheden verricht die kunnen bijdragen aan het verwerven van kennis, vaardigheden en ervaring, dienstig voor de uitoefening van de in artikel 2 bedoelde functies. 3. De tijdsduur en volgorde van de binnenstage en buitenstage worden geregeld in het opleidingsreglement, bedoeld in artikel In bijzondere individuele gevallen, kan Onze Minister de tijdsduur en de volgorde der binnenstage en buitenstage vaststellen in afwijking van het bepaalde in het opleidingsreglement. Zodanige vaststelling geschiedt niet dan nadat de rector en, bij verlenging, de functionele autoriteit, daaromtrent zijn gehoord.

2 Artikel 4 1. Het vormingsprogramma bestaat uit vaardigheidsleergangen en studiebijeenkomsten; het wordt doorlopen tijdens de binnenstage. 2. Voor het deelnemen aan het vormingsprogramma is de rechterlijk ambtenaar in opleiding voor een door Onze Minister te bepalen gedeelte van de arbeidsduur vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden in de binnenstage. Artikel 5 1. Bij de aanvang van de binnenstage stelt de functionele autoriteit na overleg met de betrokkene en in overeenstemming met de rector voor elke rechterlijk ambtenaar in opleiding afzonderlijk een werkprogramma vast, aangevende: a. met welke werkzaamheden de rechterlijk ambtenaar in opleiding zal worden belast; b. welke deelstages de rechterlijk ambtenaar in opleiding zal moeten volgen. Zoveel mogelijk worden daarbij tijdstippen en perioden vermeld. 2. Jaarlijks stelt de rector na overleg met de betrokkene en in overeenstemming met de functionele autoriteit voor elke rechterlijk ambtenaar in opleiding afzonderlijk een studieprogramma vast, aangevende welke vaardigheidsleergangen en studiebijeenkomsten de rechterlijk ambtenaar in opleiding zal volgen. Zoveel mogelijk worden daarbij tijdstippen en perioden vermeld. 3. De functionele autoriteit, respectievelijk de rector, draagt er zorg voor dat aan het werkprogramma, respectievelijk het studieprogramma, de hand wordt gehouden. 4. De functionele autoriteit wijst voor de begeleiding van de rechterlijk ambtenaar in opleiding tijdens de deelstages, in overeenstemming met de rector, een mentor aan. 5. Bij verschil van opvatting tussen de functionele autoriteit en de rector over de inhoud van het werkprogramma en het studieprogramma, over de uitvoering van deze programma's en over het aanwijzen van een mentor, beslist Onze Minister. Artikel 6 Het toezicht op de buitenstage berust bij de rector. Artikel 7 1. Indien een rechterlijk ambtenaar in opleiding voor zijn benoeming reeds meer dan een jaar ervaring in de rechtspraktijk of andere naar het oordeel van Onze Minister relevante ervaring heeft verworven, kan Onze Minister de opleiding bekorten met ten hoogste de duur van die ervaring, voor zover die meer dan een jaar bedraagt, doch niet met meer dan drie jaar. 2. Onze Minister kan de opleiding verlengen a. indien de periode, waarvoor de benoeming in tijdelijke dienst van een rechterlijk ambtenaar in opleiding is verleend, ingevolge artikel 21, derde lid, onderdelen a en b, is verlengd: met ten hoogste eenzelfde periode; b. indien de volledige arbeidsduur van een rechterlijk ambtenaar in opleiding op zijn eigen verzoek is gewijzigd in een niet volledige arbeidsduur dan wel zijn arbeidsduur op zijn eigen verzoek anderszins is gewijzigd: met ten hoogste een jaar; c. in andere gevallen, indien Onze Minister zulks, met het oog op het met gunstig resultaat beëindigen van de opleiding, nodig oordeelt: met ten hoogste een jaar. De verlenging op grond van de onderdelen a tot en met c gezamenlijk kan niet meer dan drie jaar bedragen en heeft in beginsel slechts betrekking op de binnenstage.

3 3. In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, bepaalt Onze Minister op welke onderdelen van de opleiding de bekorting of de verlenging betrekking heeft en in welke volgorde de binnenstage en buitenstage worden doorlopen. De laatste volzin van artikel 3, vierde lid, is van toepassing. 4. In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden het werkprogramma en het studieprogramma aangepast en vastgesteld overeenkomstig artikel 5, eerste en tweede lid. Artikel 8 1. Indien Onze Minister in de loop van de opleiding op grond van een beoordeling, bedoeld in artikel 25, op grond van het oordeel van de rector, bedoeld in artikel 26, dan wel op grond van andere ambtsberichten, alsnog tot het oordeel komt dat de rechterlijk ambtenaar in opleiding de opleiding niet met gunstig resultaat zal kunnen afsluiten of niet geschikt is voor een der in artikel 2 bedoelde functies, beëindigt hij diens opleiding. 2. Indien Onze Minister na voltooiing van de opleiding op een van de gronden als bedoeld in het eerste lid, alsnog tot het oordeel komt dat de rechterlijk ambtenaar in opleiding de opleiding niet met gunstig resultaat heeft beëindigd of niet geschikt is voor een der in artikel 2 bedoelde functies, maakt hij bekend niet te zullen overgaan tot een benoeming dan wel de voordracht voor een benoeming als bedoeld in artikel Alvorens de in het eerste en tweede lid bedoelde beslissingen te nemen hoort Onze Minister de functionele autoriteit en de rector. 3: Uitvoering en bekostiging van de opleiding Artikel 9 Het studiecentrum rechtspleging is belast met de uitvoering van de opleiding van rechterlijke ambtenaren. Het studiecentrum rechtspleging is een onder de Raad ressorterende dienst als bedoeld in artikel 40 van het Besluit financiering rechtspraak Artikel 10 De Raad en het College van procureurs-generaal kunnen gezamenlijk algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan het studiecentrum rechtspleging. Artikel De Raad en het College van procureurs-generaal wijzen gezamenlijk een rector en een conrector van de opleiding aan; als zodanig zijn de rector en de conrector verantwoording verschuldigd aan de Raad en het College van procureurs-generaal gezamenlijk. 2. Een aanwijzing ingevolge het eerste lid wordt eerst van kracht nadat Onze Minister daarin heeft toegestemd. Artikel Het studiecentrum rechtspleging dient met inachtneming van het bepaalde in dit besluit een opleidingsreglement vast te stellen. 2. Het opleidingsreglement en wijzigingen daarin treden niet in werking dan nadat de Raad en het College van procureurs-generaal gezamenlijk daarin hebben toegestemd. Artikel 13 Het studiecentrum rechtspleging bekostigt de opleiding uit de daarvoor door de Raad en het College van procureurs-generaal beschikbaar gestelde gelden.14 [Vervallen per ]

4 Artikel 15 [Vervallen per ] 4: Toelating tot de opleiding Artikel 16 Onze Minister beslist omtrent de toelating tot de opleiding na advies van een selectiecommissie. Hij laat geen kandidaat tot de opleiding toe dan op aanbeveling van die commissie. Artikel Leden van de in artikel 16 bedoelde selectiecommissie zijn: a. twee presidenten van een rechtbank alsmede zes andere bij een rechtbank werkzame rechterlijke ambtenaren; b. een hoofdofficier met de titel hoofd van het arrondissementsparket, alsmede drie andere rechterlijke ambtenaren die werkzaam zijn bij een tot het openbaar ministerie behorend parket; c. vier personen, niet behorend tot een der onder a en b bedoelde groepen en niet werkzaam bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie; d. vier ambtenaren van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De in onderdelen a tot en met c bedoelde leden worden voor vier jaar benoemd door Onze Minister, die met betrekking tot de in onderdelen a en b bedoelde leden eerst het advies inwint van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. Onze Minister benoemt de in onderdeel d bedoelde leden voor onbepaalde tijd. 2. Elk jaar treden drie van de in het eerste lid, onder a tot en met c, bedoelde leden af volgens een door de commissie op te stellen rooster van aftreden. Zij zijn niet aansluitend herbenoembaar, behoudens in de gevallen, bedoeld in de laatste volzin. Tussentijds benoemden treden af op het tijdstip waarop degenen, wier plaats zij hebben ingenomen, volgens het rooster zouden zijn afgetreden. Eerst- en tussentijds benoemden zijn aansluitend herbenoembaar indien zij niet meer dan twee jaar lid van de commissie zijn geweest. 3. Onze Minister wijst uit de leden een voorzitter aan. De commissie kiest uit haar midden één of meer plaatsvervangende voorzitters. Artikel De selectiecommissie heeft tot taak Onze Minister, ten behoeve van diens beslissing omtrent de toelating tot de opleiding, van advies te dienen over het vermogen van kandidaten om de opleiding met gunstig resultaat te doorlopen en over hun geschiktheid voor een der in artikel 2 bedoelde functies. 2. Ten behoeve van haar advies stelt de selectiecommissie ten aanzien van de kandidaten een onderzoek in; dit kan zowel een beperkt als een volledig onderzoek zijn. 3. Indien de selectiecommissie een beperkt onderzoek heeft ingesteld en reeds op grond van het resultaat daarvan oordeelt dat zij geen gunstig advies zal kunnen uitbrengen, doet zij daarvan terstond mededeling aan Onze Minister. 4. In andere gevallen dan die, bedoeld in het derde lid, stelt de selectiecommissie een volledig onderzoek in, dat ten minste omvat: a. het inwinnen van schriftelijke inlichtingen bij door de kandidaat opgegeven referenten; b. een persoonlijk onderhoud met de kandidaat door niet meer dan vijf leden van de commissie; c. kennisneming van de uitslag van een ten aanzien van de kandidaat ingesteld psychologisch onderzoek. De selectiecommissie brengt in deze gevallen zo spoedig mogelijk na het persoonlijk onderhoud

5 met de kandidaat gemotiveerd advies uit aan Onze Minister. 5. De selectiecommissie kan haar voorzitter machtigen bepaalde beslissingen namens de commissie te nemen. Een zodanige machtiging, de aard en omvang van het beperkt onderzoek en wat overigens met betrekking tot de werkwijze van de commissie behoort te worden geregeld, legt de commissie neer in een reglement van orde dat de instemming van Onze Minister behoeft. Artikel 19 Onze Minister beslist zo spoedig mogelijk na de ontvangst van het advies. Artikel 20 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 16 tot en met 19 kan Onze Minister, gehoord de selectiecommissie, zonodig de toelatingsprocedure nader regelen. 5. De benoeming van toegelatenen tot de opleiding Artikel Degene, die is toegelaten tot de opleiding, wordt door Onze Minister benoemd als rechterlijk ambtenaar in opleiding in tijdelijke dienst bij de gerechten voor de duur van drie jaar en twee maanden. Onze Minister stelt tevens vast bij welke rechtbank en welk tot het openbaar ministerie behorend parket de rechterlijk ambtenaar in opleiding zijn ambt gedurende deze periode vervult. 2. Onze Minister kan in het kader van een reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk 4A van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren de vaststelling van de rechtbank of het tot het openbaar ministerie behorend parket waarbij een rechterlijk ambtenaar in opleiding zijn ambt vervult wijzigen. 3. Onze Minister kan, de functionele autoriteit en de rector gehoord, de periode waarvoor een benoeming in tijdelijke dienst is verleend verlengen: a. indien een rechterlijk ambtenaar in opleiding dit verzoekt en naar het oordeel van Onze Minister voortzetting van de opleiding nog zinvol kan zijn: met ten hoogste één jaar; b. indien daarvoor naar het oordeel van Onze Minister redenen aanwezig zijn: met de periode gedurende welke de rechterlijk ambtenaar in opleiding geheel of gedeeltelijk geen werkzaamheden heeft verricht; c. indien de opleiding, ingevolge artikel 7, tweede lid, onderdelen b en c, is verlengd: per grond met ten hoogste een jaar. 4. Indien de opleiding met toepassing van artikel 7, eerste lid, is bekort, kan Onze Minister, na overleg met de rector, de duur van de benoeming in tijdelijke dienst bepalen op een periode korter dan drie jaar, doch niet korter dan twee jaar. Ten aanzien van de verlenging van een verkorte benoeming in tijdelijke dienst is het derde lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 21a 1. Om benoemd te kunnen worden als rechterlijk ambtenaar in opleiding dient het afsluitend examen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, te voldoen aan de eisen van het tweede lid. 2. Het afsluitend examen is zodanig samengesteld dat ten minste grondige kennis van en inzicht in de volgende rechtsgebieden is verkregen: a. burgerlijk recht, met inbegrip van burgerlijk procesrecht; b. strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht; en c. bestuursrecht, met inbegrip van bestuursprocesrecht. 3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder afsluitend examen, bedoeld in die

6 leden, tevens begrepen het schakelprogramma, bedoeld in artikel 2b, eerste en tweede lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Artikel 21b 1. De rechterlijk ambtenaar in opleiding legt aan het begin van de opleiding ten overstaan van de rector en in aanwezigheid van een getuige, de eed of belofte af volgens het formulier zoals dat is vastgesteld in de bijlage bij dit besluit. 2. Het formulier, bedoeld in het eerste lid, wordt na het afleggen van de eed of belofte ondertekend door de rechterlijk ambtenaar in opleiding, de rector en de getuige. 3. De rector houdt een register bij waarin de formulieren betreffende de door de rechterlijke ambtenaren in opleiding afgelegde eed of belofte worden bewaard. 4. De rechterlijk ambtenaar in opleiding ontvangt van de rector een afschrift van het formulier betreffende de door hem afgelegde eed of belofte. Artikel Tenzij de opleiding op grond van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, is beëindigd, wordt een rechterlijk ambtenaar in opleiding aansluitend aan de benoeming in tijdelijke dienst benoemd in vaste dienst bij de gerechten. Onze Minister stelt tevens vast bij welke rechtbank of welk tot het openbaar ministerie behorend parket de rechterlijk ambtenaar in opleiding, die in vaste dienst is benoemd, zijn ambt vervult. 2. Onze Minister kan in het kader van een reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk 4A van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren de vaststelling van de rechtbank of het tot het openbaar ministerie behorend parket waarbij een rechterlijk ambtenaar in opleiding zijn ambt vervult wijzigen.22a [Vervallen per ] Artikel 22b [Vervallen per ] Artikel 23 [Vervallen per ] 6: Bijzondere rechten en verplichtingen, beoordeling en ontslag Artikel De rechterlijk ambtenaar in opleiding volgt de opleiding overeenkomstig hetgeen bij of krachtens dit besluit is bepaald. Hij dient zich daarbij te houden aan de hem door of namens zijn functionele autoriteit en de rector gegeven aanwijzingen. 2. De rechterlijk ambtenaar in opleiding brengt tijdens en na beëindiging van de binnenstage en de buitenstage aan de rector schriftelijk verslag uit van zijn verrichtingen en bevindingen. Van dit verslag verstrekt hij een afschrift aan zijn hoofd van dienst. Artikel Een rechterlijk ambtenaar in opleiding wordt regelmatig beoordeeld. Daarbij wordt tegen de achtergrond van zijn toekomstige functie gelet op de wijze waarop hij de hem opgedragen werkzaamheden heeft uitgevoerd. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met het stadium van opleiding waarin de rechterlijk ambtenaar in opleiding verkeert. 2. De beoordeling wordt voorbereid door een door de functionele autoriteit aan te wijzen functionaris tezamen met degene die verantwoordelijk is of medeverantwoordelijk is voor het functioneren van de rechterlijk ambtenaar in opleiding. 3. De beoordeling geschiedt telkens tegen het einde van de eerste, de tweede, de derde, de vierde en de vijfde deelstage van de binnenstage en tegen het einde van de buitenstage door de

7 functionele autoriteit. 4. Ten behoeve van het opmaken van de beoordeling kan de functionele autoriteit bepalen dat bepaalde functionarissen als informant of adviseurs optreden. 5. Op verzoek van de te beoordelen rechterlijk ambtenaar in opleiding om bepaalde functionarissen als adviseur of informant aan te wijzen beslist de functionele autoriteit. Artikel 25a De rector stelt, na instemming van de Raad en het College van procureurs-generaal, het model vast van de lijst, waarop de beoordeling wordt vastgelegd. Artikel 25b 1. Een beoordeling wordt opgemaakt op basis van op competenties en resultaatsgebieden gerichte functieprofielen. 2. Indien de feitelijke verrichte werkzaamheden afwijken van die welke in artikel 25, eerste lid, zijn bedoeld, worden die op de beoordelingslijst vermeld. 3. Nadat de beoordeling is opgemaakt wordt deze door degene die verantwoordelijk is voor het functioneren van de rechterlijk ambtenaar in opleiding met de rechterlijk ambtenaar in opleiding besproken. Een samenvatting van dit beoordelingsgesprek wordt op de beoordelingslijst vastgelegd. Artikel 25c 1. De rechterlijk ambtenaar in opleiding kan binnen twee weken na het beoordelingsgesprek schriftelijk bedenkingen tegen de beoordeling indienen bij de functionele autoriteit. De functionele autoriteit kan de termijn van twee weken verlengen. 2. De functionele autoriteit stelt de beoordeling vast, wanneer de rechterlijk ambtenaar in opleiding geen bedenkingen heeft in gediend binnen de in het eerste lid genoemde termijn. 3. De rechterlijk ambtenaar in opleiding die bedenkingen heeft ingediend, wordt in de gelegenheid gesteld deze mondeling bij de functionele autoriteit toe te lichten. Deze kan bepalen dat andere personen bij dit gesprek aanwezig zijn. 4. De functionele autoriteit wijzigt de beoordeling in zover hij de bedenkingen van de rechterlijk ambtenaar in opleiding deelt en stelt de beoordeling vast. 5. Bij de vaststelling van de beoordeling deelt de functionele autoriteit de rechterlijk ambtenaar in opleiding schriftelijk mee of hij wijzigingen in de beoordeling heeft aangebracht, en, zo ja welke. Daarbij vermeldt hij in voorkomend geval de redenen waarom hij niet of niet volledig aan de bedenkingen is tegemoet gekomen. Artikel 25d 1. De rechterlijk ambtenaar in opleiding kan bezwaar maken tegen de vastgestelde beoordeling. 2. Indien de rechterlijk ambtenaar in opleiding bezwaar heeft gemaakt tegen de vastgestelde beoordeling wint de functionele autoriteit, alvorens hierop te beslissen, het advies in van een commissie, tenzij het bezwaar reeds aanstonds gegrond wordt geacht. 3. Indien het bevoegd gezag niet onder toepassing van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht een adviescommissie heeft belast met het adviseren omtrent bezwaren tegen vastgestelde beoordelingen, stelt het daartoe een commissie in. Van de commissie maakt in elk geval deel uit een ambtenaar aangewezen door de Sectorcommissie rechterlijke macht als

8 bedoeld in artikel 50 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Artikel Ten minste eenmaal per jaar vormt de rector zich een oordeel omtrent de wijze waarop de rechterlijk ambtenaar in opleiding de onderscheidene vaardigheidsleergangen en studiebijeenkomsten heeft doorlopen. 2. De rector vermeldt zijn oordeel op een lijst waarvan het model door Onze Minister wordt vastgesteld en bespreekt daarna dit oordeel met de rechterlijk ambtenaar in opleiding. Een samenvatting van het gesprek wordt eveneens op de lijst vastgelegd. De rector zendt de lijst vervolgens zo spoedig mogelijk aan Onze Minister. De rechterlijk ambtenaar in opleiding ontvangt een afschrift van de lijst. 3. Tegen het oordeel van de rector kan een belanghebbende beroep instellen bij Onze Minister. 4. Indien Onze Minister de bezwaren kennelijk geheel gegrond acht, stelt hij dienovereenkomstig het oordeel nader vast. In andere gevallen dan in de vorige volzin bedoeld stelt Onze Minister het oordeel, al dan niet gewijzigd, eerst vast na terzake het advies te hebben ingewonnen van de commissie, bedoeld in artikel 25d, derde lid. Artikel 27 Indien Onze Minister een der beslissingen, bedoeld in artikel 8, heeft genomen, kan hij de rechterlijk ambtenaar in opleiding op die grond ontslaan. Indien de rechterlijk ambtenaar in opleiding reeds in vaste dienst is benoemd, kan hij evenwel, in afwijking van de eerste volzin, slechts worden ontslagen, indien het na een zorgvuldig onderzoek van maximaal zes maanden niet mogelijk is gebleken om hem binnen het gezagsbereik van Onze Minister of bij een gerecht een andere, mede in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden, passende functie aan te bieden dan wel indien hij weigert deze functie te aanvaarden. De mededeling dat tot ontslag wordt overgegaan wordt uiterlijk vijfenveertig dagen gedaan voor afloop van de in de vorige zin bedoelde termijn van zes maanden. Artikel 28 Een rechterlijk ambtenaar in opleiding maakt voor het voltooien van de vierde deelstage van de binnenstage aan Onze Minister zijn keuze bekend voor een van de in artikel 2 bedoelde functies. Een gemaakte keuze kan na het voltooien van de vierde deelstage van de binnenstage alleen in zeer bijzondere gevallen worden gewijzigd. Artikel 28a 1. Een rechterlijk ambtenaar in opleiding die gedurende de buitenstage de keuze, bedoeld in artikel 28, wenst te wijzigen, dient daartoe een met redenen omkleed verzoek bij Onze Minister in. 2. Onze Minister beslist op het verzoek na overleg met de rector en de functionele autoriteit. 3. Indien het verzoek wordt toegewezen: a. past, indien nodig, de functionele autoriteit het werkprogramma en de rector het studieprogramma aan en stellen zij deze programma's overeenkomstig artikel 5, eerste en tweede lid, opnieuw vast, en b. bepaalt Onze Minister overeenkomstig artikel 3, tweede lid, waar de buitenstage wordt doorgebracht. Artikel 29 Een rechterlijk ambtenaar in opleiding, die de opleiding met gunstig resultaat heeft beëindigd en geschikt wordt geacht voor een van de in artikel 2 bedoelde functies, wordt, overeenkomstig diens keuze, benoemd in de functie van gerechtsauditeur dan wel benoemd in de functie van substituut-officier van justitie. Bij de vaststelling van de rechtbank of het parket waarbij het ambt,

9 bedoeld in de eerste volzin, wordt vervuld, wordt de voorkeur van de betrokken rechterlijk ambtenaar in opleiding en het dienstbelang in aanmerking genomen. 7: Slotbepalingen Artikel 30 [Vervallen per ] Artikel 31 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.32 [Vervallen per ] Artikel 33 [Vervallen per ] Artikel 34 [Vervallen per ] Artikel 35 [Vervallen per ] Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State. 's-gravenhage, 24 oktober 1985 De Minister van Justitie, F. Korthals Altes Beatrix Uitgegeven de negenentwintigste oktober 1985 De Minister van Justitie, F. Korthals Altes Bijlage als bedoeld in artikel 21b, eerste lid, van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren Formulier voor het afleggen van de eed of belofte door een rechterlijk ambtenaar in opleiding Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle overige wetten zal eerbiedigen. Ik zweer/verklaar dat ik noch direct, noch indirect in welke vorm dan ook valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn benoeming. Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn benoeming aan niemand iets heb gegeven of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen. Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn benoeming van niemand giften heb aanvaard en niemand beloften heb gedaan en dat ik dit ook niet zal gaan doen. Ik zweer/beloof dat ik gegevens waarover ik bij de uitoefening van mijn ambt de beschikking krijg en waarvan ik het vertrouwelijke karakter ken of redelijkerwijs moet vermoeden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift mij tot mededeling verplicht of uit mijn ambt de noodzaak tot mededeling voortvloeit, geheim zal houden; Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de aan mij opgedragen werkzaamheden zal verrichten, dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik! Op..., werd te... ten overstaan van (1)..., en in tegenwoordigheid van (2)... door (3)... de bovenvermelde eed/belofte afgelegd. (1)... (2)... (3)...

Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren (Tekst geldend op: 08-03-2006) Besluit van 24 oktober 1985, houdende vaststelling van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 620 Besluit van 10 december 2001, houdende bepalingen inzake het afleggen van de eed of belofte door en de vergoeding van buitengriffiers en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 778 Besluit van 16 november 2010, houdende regels met betrekking tot de overeenkomstige toepassing van het krachtens de Wet rechtspositie rechterlijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 857 Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 162 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding van rechters

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Definities

Hoofdstuk I. Definities Wet van 31 oktober 1991, houdende regelen betreffende de openbaarheid van bestuur Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 32 Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99)

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-05-2015) Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 569 Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 947 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 236 Voorstel van wet van de leden Duivesteijn en Santi tot wijziging van de Woningwet (landelijke ombudsman voor huurders) Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0007013/geldigheidsdatum_29-07-2010/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0007013/geldigheidsdatum_29-07-2010/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0007013/geldigheidsdatum_/afdrukken pagina 1 van 11 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar (Tekst geldend op: ) Besluit van 11 november 1994, houdende regels ter uitvoering

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING Tekst zoals deze geldt op 24 januari 2011 BESLUIT van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op grond van artikel 126 Grondwet

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht; Reglement behandeling bezwaarschriften Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: Het Reglement behandeling bezwaarschriften

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 200 25 927 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende

Nadere informatie

Regeling beoordelingsgesprekken O2A5

Regeling beoordelingsgesprekken O2A5 Regeling beoordelingsgesprekken O2A5 Het bestuur van O2A5, gelet op het resultaat van het gevoerde overleg met het personeelsdeel van de (G)MR; besluit: vast te stellen de navolgende Regeling beoordelingsgesprekken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 335 Besluit van 30 augustus 2013, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken en het

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:

Nadere informatie

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien;

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien; Wet van. tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur

Nadere informatie

Reglement Tuchtcommissie

Reglement Tuchtcommissie Reglement Tuchtcommissie 1 mei 2016 Artikel 1 De in dit Reglement Tuchtcommissie voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en voorts de navolgende:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 120 Wet van 23 februari 1998 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten (arbeidsvoorwaarden Rechterlijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB NEDERLANDS-VLAAMSE ACCREDITATIE ORGANISATIE Gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht: Overwegende dat het wenselijk is een adviescommissie in te stellen

Nadere informatie

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda; REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN van het Samenwerkingsverband VO/VSO Midden Holland en Rijnstreek ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften

REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE BESLUIT. Begripsbepalingen. De commissie voor de bezwaarschriften REGELING BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE AWB STICHTING WAARBORGFONDS POLITIE Het bestuur van de Stichting Waarborgfonds Politie Gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht Overwegende dat het wenselijk

Nadere informatie

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006 Verordening behandeling bezwaarschriften 2006 Het Algemeen Bestuur van de IGSD Veluwerand; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 14-6-2006; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 258 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Heijnen, Schouw, Van Gent, Ortega-Martijn en Ouwehand, houdende de oprichting van een Huis voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 324 Besluit van 4 juli 2001, houdende nadere regels met betrekking tot het aantal toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders en de duur van de

Nadere informatie

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle Het bevoegd gezag, zijnde het College van Bestuur van de Openbare Rechtspersoon Openbaar

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 258 Voorstel van wet van de leden Van Raak, Heijnen, Schouw, Voortman, Segers en Ouwehand, houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 45 Besluit van 8 februari 2010, houdende wijziging van het Besluit van 1 september 1995 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur

Nadere informatie

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 29 mei 2007, nummer ; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; overwegende dat

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1 WET van 20 december 1988, houdende regels betreffende de samenstelling en de bevoegdheden van de Staatsraad (Wet Staatsraad) (S.B. 1988 no. 95), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 129 Besluit van 3 februari 2006 tot wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 16972 Wijziging van de Wegenverkeerswet (Verlenging geldigheidsduur en decentralisatie afgifte rijbewijzen) Nr. 13 HERDRUK NADER GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 08-06-2005) Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (Wet toezicht collectieve beheersorganisaties

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 8 Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet) T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - 2 G E N E R A A L Vergaderjaar 2011-2012 33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 617 Besluit van 10 december 2001, houdende nadere regels met betrekking tot de uitoefening van rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Roermond Nr. 232396 29 december 2017 Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Nadere informatie

KLACHTENREGELING CEDERGROEP

KLACHTENREGELING CEDERGROEP KLACHTENREGELING CEDERGROEP Inhoudsopgave Hoofdstukken Onderwerp Artikel Pagina 1 Begripsbepalingen art.1 1 2 Behandeling van de klachten 2 t/m 6 Paragraaf 1 De contactpersoon art. 2 2 Paragraaf 2 De vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding zoals in 2001 gepubliceerd in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden onder nummer 194. 194 Wet van 12 april 2001, houdende toetsing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19859 Regelen betreffende de openbaarheid van bestuur (Wet openbaarheid van bestuur) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Vastgesteld 21 maart 2014. Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014

Vastgesteld 21 maart 2014. Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 Onderwerp Vaststelling Regeling ambtseed of belofte Veiligheidsregio Groningen 2014 Vastgesteld 21 maart 2014 Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 Blad bekendmakingen 2014 nr 14,

Nadere informatie

Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum

Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum Het bevoegd gezag van de Stichting Het Rijnlands Lyceum, gelet op de bepalingen van de Wet op het primair

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda; REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN van het Samenwerkingsverband VO/VSO Midden Holland en Rijnstreek ----------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 222 Wet van 25 mei 2009 tot wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot

Nadere informatie

Klachtenregeling Virenze

Klachtenregeling Virenze Status Definitief Pagina 1 van 5 Klachtenregeling Virenze Artikel 1: begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. De instelling: alle onder Virenze ressorterende bedrijfsonderdelen en

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Citeertitel: Wettelijke grondslag Jeugdwet, Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vastgesteld door College

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gelet op de bepalingen van de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 05-03-2012) Besluit van 22 december 1988, houdende vaststelling van een algemene maatregel van rijksbestuur tot regeling van de vrijwillige hulpverlening aan gewonden, zieken, krijgsgevangenen,

Nadere informatie

Regeling. beoordelingsgesprekken. leraar-la

Regeling. beoordelingsgesprekken. leraar-la Regeling beoordelingsgesprekken leraar-la S.K.O. Het Groene Lint Inleiding. Het opstellen van een beoordeling van het functioneren van een medewerker is geen nieuw fenomeen binnen de organisatie. Het is

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Reglement klachtencommissie Artikel 1 Definities 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. Artikel 2 Doel van de klachtencommissie 2.1. 2.2.

Reglement klachtencommissie Artikel 1 Definities 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. Artikel 2 Doel van de klachtencommissie 2.1. 2.2. Reglement klachtencommissie De klachtenreglement geeft de afhandeling van klachten aan zoals die naar behoren wordt gevolgd door Sentinelzorg. Alle medewerkers van Sentinelzorg proberen hun werk zo professioneel

Nadere informatie

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS ROC A12 (Onderdeel van de Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland Midden) 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur op 4 juli 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs

Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs De inwerkingtreding van de Kwaliteitswet per 1 augustus 1998 hield onder meer in dat schoolbesturen verplicht werden een klachtenregeling voor elk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 123 Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door

Nadere informatie

Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Conceptwetsvoorstel College voor mensenrechten en gelijke behandeling Wet van, houdende omvorming van de Commissie gelijke behandeling tot het College voor mensenrechten en gelijke behandeling (Wet College

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming

Nadere informatie

Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale regelingen Orionis Walcheren

Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale regelingen Orionis Walcheren Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft, gelet op de Gemeenschappelijke Regeling Orionis Walcheren, de Participatiewet en aanverwante

Nadere informatie

27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN

27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN 27 BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN DOOR DE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR BEZWAARSCHRIFTEN PERSONELE AANGELEGENHEDEN Inhoudsopgave Onderwerp Artikel * Inleidende bepaling 27:1:1 * Begripsomschrijvingen 27:1:2

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN Kwartiermaker RUD Groningen April 2013 1 Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Groningen; gelet op de instemming van de BOR

Nadere informatie