> In plaats van losse filmpjes of niet-methodische materialen

Transcriptie

1 Inleiding Nieuwe zaken koppelt geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek aan actualiteit. Met aantrekkelijke en flexibel inzetbare lessen op basis van het laatste nieuws, brengt Nieuwe zaken wekelijks de wereld in uw klas. Met resultaat! Kinderen leren meer in kortere tijd én onthouden de stof beter. En bovendien: met Nieuwe zaken leren kinderen over vandaag, waar ze ook morgen iets aan hebben. 1. Wat is Nieuwe zaken? Nieuwe zaken is één online digibordpakket voor de zaakvakken. 36 keer per jaar maakt de educatieve redactie van Nieuwe zaken een kant-en-klare les, op basis van een aansprekend en actueel nieuwsbericht. Met onder meer sprekende beelden en interactieve opdrachten. Door te leren van het nieuws, verbinden kinderen de kennis direct aan de wereld om hen heen. Nieuwe zaken maakt prikkelende educatie van actualiteit! Elke les van Nieuwe zaken past binnen de leerlijnen van de kennisgebieden en draagt bij aan de realisatie van de kerndoelen. 2. Hoe ziet een les eruit? Vieze restaurants in het nieuws? Dan krijgt u bijvoorbeeld een les over bacteriën en schimmels. Laura Dekker? Goed voor een les over ontdekkingsreizigers door de eeuwen heen. De lessen verschijnen steeds compleet online op het digibord. Zo kunt u de lessen eenvoudig klassikaal behandelen en hoeft u zelf heel weinig voor te bereiden. Alleen de werkbladen print u uit. Een doorsnee les bevat: een filmfragment dat het nieuwsbericht introduceert; een educatieve animatie die de essentie van een proces of concept voor alle leerlingen in één klap duidelijk maakt (bijvoorbeeld het groeien van een plant of de kringloop van het water); interactieve opdrachten die u vanaf het digibord klassikaal kunt doen; werkbladen waarmee uw leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen. Elke les kunt u flexibel inzetten. Een standaard les duurt 45 minuten, maar u kunt er ook een korte les van maken door niet alle aangeboden lesonderdelen te behandelen. En heeft u juist behoefte aan méér lesstof? Dan kunt u uit de voeten met Meer over deze week : korte, extra lesstof die u elke dag kunt toepassen. 3. Waarom Nieuwe zaken? Nieuwe zaken gaat verder dan losse filmpjes of niet-methodische materialen en is makkelijk inzetbaar als onderdeel van de methoden. > In plaats van losse filmpjes of niet-methodische materialen Nieuwe zaken heeft het aantrekkelijke van een YouTube-filmpje, met de didactische zekerheid van een educatieve methode. Nieuwe zaken koppelt nieuws aan educatie. > Als onderdeel van de methoden Nieuwe zaken integreert de vier kennisgebieden geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek in één pakket. De lessen leggen verbanden tussen deze verschillende vakgebieden. Met lessen van Nieuwe zaken kunt u vaak in kortere tijd dezelfde kennis overbrengen van lessen uit de methoden. U kunt een les van Nieuwe zaken in veel gevallen dus gebruiken als vervanging van een methodeles. Gebruikt u oude edities van methoden? Ook dan is Nieuwe zaken een uitkomst. Want actueler dan Nieuwe zaken kan onderwijs niet zijn. 1

2 Systeemeisen Om effectief met Nieuwe zaken te kunnen werken heeft u een computer nodig die is aangesloten op een digitaal schoolbord. Nieuwe zaken is te openen met een browser. Het programma is getest onder Internet Explorer 7.0 en hoger, Mozilla Firefox 4.0 en Google Chrome. De software maakt gebruik van Flashplayer 10.0 of hoger en van Google Earth 6.0 of hoger. Het programma is gemaakt voor een schermresolutie van 1024 bij 768. Dat betekent dat wanneer u over een breedbeeldscherm beschikt, er aan weerszijden zwarte balken worden getoond. Hardware Laptop of PC Digitaal schoolbord Schermresolutie 1024 x 768 Software Actuele internet browser: Internet Explorer, Mozilla Firefox of Google Flashplayer 10.0 of hoger Google Earth 6.0 of hoger 2

3 Uitleg bij de schermen van Nieuwe zaken De homepage De lespagina toont het overzicht van de les. 1. Links in het scherm staat de titel van de les. 2. Daarboven staan de vakgebieden waar de les aan gekoppeld is, in dit geval aan de vakgebieden aardrijkskunde en techniek. 3. Rechtsboven ziet u de lesdoelen 4. en de begrippen die aan bod komen. 5. Daaronder ziet u het fragment uit de actualiteit, waaraan deze les gekoppeld is. 6. Onder de kop Aan de slag staan buttons waarmee de verschillende lesonderdelen geopend kunnen worden. 7. Na één keer klikken komt hier de titel van het betreffende lesonderdeel te staan. Bij nog een keer klikken wordt het lesonderdeel geopend. 8. Onder meer over deze week krijgt u ander nieuws uit deze week te zien. Hier wordt telkens een korte opdracht aan gekoppeld. 3

4 De menubalk a b c d e f g h i j k a) Verplaats de menubalk van onderin het scherm naar bovenin het scherm (of andersom) door op deze button te klikken. b) Klik op deze button om de volledig schermmodus aan of uit te zetten. Bij de volledige schermmodus werkt het toetsenbord niet. c) Klik op nakijken om de gegeven antwoorden te controleren. d) Klik op antwoorden en de juiste antwoorden worden gegeven. e) Klik op deze button om de oefening opnieuw te starten. f) Klik op beeld en vink Pennentool aan als u aantekeningen wilt maken. De Pennentool verschijnt in beeld. Vink Aantekeningen aan om uw aantekeningen zichtbaar te maken of haal het vinkje weg als u ze wilt verbergen. Aantekeningen blijven bij deze les bewaard. Als u uitlogt en het programma opnieuw opent zijn uw aantekeningen verdwenen. g) Klik hierop om terug te gaan naar de homepage van deze les. h) Klik op wissen om de aantekeningen bij deze les te wissen. i) Het leerkrachtmenu bevat verschillende onderdelen. De Lesbeschrijving toont stappen per les voor de leerkracht. Dit document kan op het digibord worden weergegeven, maar ook als pdf zodat het vervolgens geprint kan worden. De Weetjes en tips bevatten extra informatie over het onderwerp van de les. U kunt hier eventueel met de Pennentool aantekeningen aan toevoegen. Door te klikken op Leerlingwerkbladen kunt u de werkbladen openen op het digibord, of als pdf om ze te printen. Het Overzicht lessen toont alle beschikbare lessen. U kunt ze sorteren op weeknummer, titel, vakgebied of kerndoel. Ten slotte vindt u in dit menu de algemene handleiding van Nieuwe zaken. j) Extra informatie over de inhoud, de functies en toepassing van Nieuwe zaken. k) Uitloggen. Het venster wordt automatisch gesloten. 4

5 De lesonderdelen Google Earth Deze button verwijst naar een Google Earth-vlucht. Om hier gebruik van te maken moet Google Earth (versie 6.0 of hoger) op uw computer geïnstalleerd zijn. Controleer of u minimaal versie 6.0 van Google Earth hebt door het programma te openen. Klik vervolgens op help en dan op over Google Earth. Er verschijnt een scherm met het versienummer. Een nieuwe versie kunt u gratis downloaden. Klik op de Google Earth-button. Volg de instructies op het scherm. Klik op deze button. De melding hierboven verschijnt. Klik op het logo en vervolgens op Open. 5

6 Zorg dat het overzicht met plaatsen open staat door op het driehoekje bij Plaatsen te klikken. Klik op de plaats met de titel van de les; hier Boeddhisme. U ziet een aantal plaatsen verschijnen. Als u op de link met de naam uit de les klikt krijgt u een informatieblokje. Als u vervolgens op een groene pijl bij een plaatsnaam klikt, vliegt u naar de plaats toe. 6

7 Wilt u in één keer van plaats naar plaats vliegen? Klik dan op het koffertje (Tour starten). In sommige plaatsen zijn 3D gebouwen opgenomen. Ga naar Lagen en zorg dat het vinkje bij 3D gebouwen aan staat om deze gebouwen te kunnen zien. 7

8 Gatentekst Klik op een woord en klik vervolgens op een lege plek in de tekst. Het woord wordt nu in de tekst geplaatst. U kunt ook eerst op een lege plek in de tekst klikken en vervolgens een woord selecteren. Als er een woord in de tekst staat, wordt de knop nakijken actief. 8

9 Raadsel Los het raadsel op. Klik op een nummer (of op de balk ernaast) om een extra aanwijzing te openen. Klik op het vraagteken (of op de balk ernaast) om het antwoord te laten zien. Wanneer er meerdere raadsels zijn, kunt u rechtsonder met de pijlen naar het volgende raadsel bladeren. Met de voorste pijl gaat u terug naar het eerste raadsel. 9

10 Quiz Selecteer het antwoord op de vraag door op de letter of op het kader te klikken. Het geselecteerde antwoord is te herkennen aan het geelomrande kader. Ga naar de eerste, vorige of volgende quizvraag door te klikken op een van de pijlen rechtsonder. 10

11 Raad het plaatje Klik op een vakje om een deel van het plaatje te openen. Als u op antwoorden klikt worden alle vakjes één voor één geopend. Als alle vakjes open zijn verschijnt het antwoord boven het plaatje. Wanneer er meerdere plaatjes zijn, kunt u rechtsonder met de pijlen naar het eerste, vorige of volgende plaatje gaan. 11

12 Waar hoort het bij? Plaats de begrippen en/of afbeeldingen bij de juiste categorieën. 12

13 Wat hoort bij elkaar? Bij Wat hoort bij elkaar moeten begrippen bij de afbeeldingen geplaatst worden. Een begrip of afbeelding is geselecteerd als er een geel kader om staat. Selecteer een begrip en klik op de bijpassende afbeelding om een antwoord te geven. Het begrip wordt dan automatisch in de balk boven of onder de afbeelding geplaatst. 13

14 Op de goede plaats Sleep de woorden of afbeeldingen naar de goede plaats. Als u op antwoorden klikt, vliegen alle woorden of afbeeldingen één voor één naar de goede plaats. 14

15 Woordweb U kunt met uw leerlingen een woordweb maken. U kunt de woorden op het veld schrijven of typen met het virtuele toetsenbord. Gebruik de Pennentool om een woordweb te maken. Klik op deze knop om een nieuw woordweb te maken. Vul een naam en eventueel een beginwoord in en klik op OK. 15

16 Werkbladen Deze werkbladen zijn een exacte weergave van de werkbladen van de leerlingen. Wanneer u op antwoorden klikt verschijnen de juiste antwoorden in de werkbladen. Gebruik de Pennentool om antwoorden in te vullen. Rechts in het scherm ziet u de zoomtool. U kunt deze tool gebruiken om in te zoomen en om de pagina te verschuiven. Door op het handje te klikken zet u de pagina terug in de optimale weergave, zoals hier getoond wordt. 16

17 Wat vind jij? Inventariseer welke leerlingen er voor of tegen de stelling zijn. Laat leerlingen argumenten aandragen voor beide opties. Bekijk daarna of de verhouding eens/oneens hetzelfde is gebleven. Gebruik de Pennentool om argumenten van leerlingen te noteren. 17