interieurarchitectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de twee-cycli-opleiding interieurarchitectuur aan de Vlaamse hogescholen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "interieurarchitectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de twee-cycli-opleiding interieurarchitectuur aan de Vlaamse hogescholen"

Transcriptie

1 ONDERWIJSVISITATIE interieurarchitectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de twee-cycli-opleiding interieurarchitectuur aan de Vlaamse hogescholen Vlaamse Hogescholenraad 29 november 2004

2 voorwoord De visitatiecommissie van de opleiding Interieurarchitectuur brengt met dit rapport verslag uit over haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen die resulteren uit het onderzoek dat zij in het voorjaar 2004 heeft verricht naar de kwaliteit van de twee-cycli-opleiding Interieurarchitectuur in Vlaanderen. De visitatie en dit rapport passen in de werkzaamheden van de hogescholen en van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 58bis van het hogescholendecreet van Met dit rapport wordt de bredere samenleving geïnformeerd over de wijze waarop de hogeschool en meer bepaald de betrokken opleiding omgaat met de kwaliteit van haar onderwijs. Toch is het rapport in de eerste plaats bedoeld voor de hogeschool die de opleiding aanbiedt. Op basis van de bevindingen van het rapport kan de hogeschool nu en in de nabije toekomst actie nemen om de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding te handhaven en verder te verbeteren. De lezer moet er zich echter terdege bewust van zijn dat het rapport slechts een momentopname biedt van het onderwijs in de opleiding en dat de rapportering van de visitatiecommissie slechts één fase is in het proces van kwaliteitszorg. De VLHORA dankt allen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit proces van zelfevaluatie en visitatie. De visitatie was niet mogelijk geweest zonder de inzet van al wie binnen de hogeschool betrokken was bij de voorbereiding en de uitvoering ervan. Tevens is de VLHORA bijzondere dank verschuldigd aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor de betrokkenheid en deskundige inzet waarmee zij hun opdracht hebben uitgevoerd. Luc Van de Velde secretaris-generaal Roland Vermeesch voorzitter

3 inhoudsopgave voorwoord...2 de visitatie interieurachitectuur inleiding de visitatiecommissie samenstelling taakomschrijving werkwijze voorbereiding bezoek aan de instelling rapportering... 6 bevindingen en aanbevelingen de opleiding Interieurarchitectuur in Vlaanderen bespreking van de thema s beschrijving van het beleid en de kwaliteitszorg concretisering van de kwaliteitszorg personeel materiële en financiële randvoorwaarden onderwijsdoelstellingen onderwijsprogramma werkveldervaring en afstudeerwerk internationalisering leersituatie toetsing en evaluatie studie- en studentenbegeleiding studeerbaarheid en studierendement afgestudeerden maatschappelijke dienstverlening onderzoek conclusies terugmeldingsrapporten Hogeschool Antwerpen bespreking van de thema s conclusie Hogeschool voor Wetenschap & Kunst bespreking van de thema s conclusies Provinciale Hogeschool Limburg bespreking van de thema s conclusies bijlagen curriculum vitae van de visitatieleden thema s van het zelfevaluatierapport bezoekschema lijst van gebruikte afkortingen... 54

4 de visitatie interieurachitectuur 1 inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit van haar bevindingen over de onderwijskwaliteit van de opleiding Interieurarchitectuur, die zij in het voorjaar 2004 in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht. De opleiding is een twee-cycli-opleiding die aangeboden wordt door de Hogeschool Antwerpen, de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst en de Provinciale Hogeschool Limburg. Dit initiatief past in de werkzaamheden van de hogescholen en van de VLHORA met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 58bis van het hogescholendecreet van de visitatiecommissie 2.1 samenstelling De visitatiecommissie werd samengesteld door de Raad van Beheer van de VLHORA in zijn vergadering van 13 juni De commissie was als volgt samengesteld: Voorzitter: Martin Valcke Leden : Rudy De Potter José Depuydt Leen Scholiers Raphaël van Amerongen Het secretariaat werd waargenomen door Klara De Wilde, kwaliteitscoördinator bij de VLHORA. Voor een kort curriculum vitae van de commissieleden, zie bijlage 1. 4

5 2.2 taakomschrijving De visitatiecommissie heeft als taak op basis van het door de hogeschool opgestelde zelfevaluatierapport en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken, na te gaan in hoeverre de kwaliteit van de onderwijsprocessen van de opleiding, geconcretiseerd in 15 thema s, beheerst wordt en aanbevelingen te formuleren om te komen tot kwaliteitsverbetering binnen de betrokken opleiding. Voor de thema s van de zelfevaluatie, zie bijlage werkwijze voorbereiding De visitatiecommissie werd geïnstalleerd op 14 januari Tijdens deze vergadering werd de handleiding van het visitatieproces toegelicht. Op dat moment heeft de commissie tevens de bezoekdagen vastgelegd, het bezoekschema opgesteld en de wijze van voorbereiding van het bezoek besproken. De commissie analyseerde het zelfevaluatierapport en de bijlagen om zich een beeld te vormen van de opleiding en van de kwaliteitszorg in de opleiding. Individuele bevindingen, commentaar en punten van verdere bevraging werden besproken op de voorbereidende vergadering die plaatsvond op de vooravond van elk bezoek bezoek aan de instelling Tijdens het bezoek heeft de commissie gesprekken gevoerd met alle geledingen die betrokken zijn bij het onderwijs in de opleiding Interieurarchitectuur. De gesprekken zijn een goede aanvulling geweest op het zelfevaluatierapport en werden door de commissie als open ervaren. Tijdens het bezoek werd in de mogelijkheid tot bijkomende gesprekken voorzien. Deze mogelijkheid kon worden gebruikt zowel op verzoek van personen uit de bezochte instelling als op verzoek van de visitatiecommissie. Verder heeft de commissie kennis genomen van bijkomende informatie, zoals verslagen, cursussen, voorbeelden van examenvragen, van afstudeerwerken en van stagewerken. Tevens werd een bezoek gebracht aan de gebouwen en de infrastructuur. Het bezoek werd afgesloten met een mondelinge rapportering aan de beleidsverantwoordelijken, waarin de commissie haar eerste bevindingen van de visitatie weergaf. Voor het bezoekschema, zie bijlage 3. 5

6 2.3.3 rapportering Als laatste stap in het visitatieproces legt de commissie haar bevindingen en aanbevelingen vast in een terugmeldingsrapport per bezochte instelling en in een globaal openbaar rapport voor de opleiding in Vlaanderen. Dit rapport werd door de voltallige commissie becommentarieerd en op punt gesteld in oktober De opleiding heeft de gelegenheid gekregen om op dit rapport te reageren. Voor zover de commissie zich kon terugvinden in de opmerkingen van de hogeschool, werden ze verwerkt in het rapport. De commissie heeft de opleiding op de hoogte gebracht van haar beslissing ter zake. 6

7 bevindingen en aanbevelingen 1 de opleiding Interieurarchitectuur in Vlaanderen woord vooraf De opleiding Interieurarchitectuur (IAR) wordt aangeboden door drie hogescholen in Vlaanderen: - de Hogeschool Antwerpen (campus Henry Van de Velde - Antwerpen); - de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst (campus Sint-Lucas in Gent en Brussel); - de Provinciale Hogeschool Limburg (campus Diepenbeek). De opleiding Interieurarchitectuur is ontstaan uit de richting binnenhuisarchitectuur. Door het decreet betreffende de hogescholen van 1994 werden de kandidaturen van de opleidingen Architectuur (AR) en IAR samengevoegd. De studenten IAR schrijven zich in voor de opleiding AR. Na de eerste cyclus kiezen de studenten tussen de opleiding AR (3 jaar) en de opleiding IAR (2 jaar). Deze samenvoeging heeft de studentenaantallen negatief beïnvloed. Ook de oprichting van de één-cyclusopleiding interieurvormgeving (IV) had een heroriëntatie van de studenten tot gevolg. Met de invoering van de BA/MA-structuur krijgt de opleiding IV opnieuw een afzonderlijke bachelor (BA) en master (MA). De bezoeken waren over het algemeen goed voorbereid en georganiseerd door de hogescholen. De visitatiecommissie apprecieerde de open geest van de gesprekken tijdens de bezoeken. 1.1 bespreking van de thema s beschrijving van het beleid en de kwaliteitszorg De opleiding Interieurarchitectuur is in de drie hogescholen opgezet in de ruimere context van een departement, een hogeschool en een associatie. In alle hogescholen geniet de opleiding een relatief grote autonomie in functie van het organiseren van de onderwijsprocessen. Er zijn duidelijke verschillen in de mate waarin er een structurele samenwerking bestaat tussen het opleidingsniveau en het instellingsniveau. De commissie stelt vast dat de kansen die de ruimere context van het departement/de hogeschool/de associatie biedt op het vlak van ervaring, kennis en expertise onvoldoende benut worden. Dit is niet enkel de verantwoordelijkheid van de opleiding, maar ook van de instelling. De opleiding staat inzake beleid voor een aantal uitdagingen, zoals de implementatie van de BA/MA-structuur, de academisering en de uitbouw van een dynamisch human resources management (HRM). De commissie stelt vast dat er in de hogescholen aanzetten zijn en initiatieven worden uitgewerkt, maar dat een globale aanpak ontbreekt. De commissie heeft begrip voor de situatie van deze relatief kleine opleiding met een beperkte personeelsbezetting die een veelheid aan taken moet uitvoeren. Des te dringender is een globale denkoefening nodig over het toekomstig beleid waarin alle geledingen, ook de studenten, betrokken moeten worden. De commissie waardeert uitdrukkelijk de persoonlijke inzet van de docenten. 7

8 De opleiding IAR bevindt zich in een bijzondere relatie tot de opleiding AR. De visitatiecommissie stelde een terugkerende discussie vast over het civiel effect van het diploma IAR. Ze is van mening dat deze discussie alleen maar kan worden uitgeklaard door een gezamenlijk overleg van de drie instellingen over het beroepsprofiel in directe relatie tot de beroepsverenigingen van AR en IAR. Aangezien de opleiding IAR vanaf volgend jaar opnieuw een afzonderlijke BA en MA krijgt, is dit het uitgelezen moment om deze discussie te voeren. Vanuit internationaal perspectief is een corporatistische reflex te vermijden. Inzake de kwaliteitszorg heeft de commissie een aantal goede aanzetten vastgesteld. Punt van zorg is wel dat in geen enkele opleiding de kwaliteitscyclus volledig doorlopen is en vertaald werd in concrete verbeterplannen op werkvloerniveau. De commissie vraagt extra aandacht voor de participatie van alle actoren in het kwaliteitsproces. De commissie dringt ook aan op meer integrale kwaliteitszorg. Het is de commissie opgevallen dat indien een personeelslid een duidelijke en voldoende ruime taakopdracht heeft als kwaliteitscoördinator, er een duidelijkere impact is van kwaliteitszorg op de opleiding als geheel. De commissie stelt vast dat de meeste opleidingen een onduidelijke of vage invulling geven aan het begrip academisering. Ze kan hier evenwel begrip voor opbrengen omdat dit voor hen een recent ingevoerde decretale verplichting is. Ter zake was deze visitatie georganiseerd op een scharniermoment. Voor de commissie gebeurde de invulling van de evaluatie op dit punt vooral met het oog op de toekomst. De opmerkingen hieronder moeten dan ook begrepen worden als eerste ideeën, prikkels en aandachtspunten. In de drie opleidingen werden de plannen met betrekking tot academisering vooral ingevuld vanuit de opleiding AR. Het valt ook op dat de consequenties van de academisering niet worden doorgetrokken naar alle dimensies van het onderwijs, zoals personeel, onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Inzake het personeelsbeleid werd de samenwerking met de associatiepartners (onder meer voor vorming) weinig benut. Op het vlak van het onderwijsbeleid mist de commissie een herdenken van de wetenschappelijke basis van het curriculum en van de wetenschappelijke kwaliteit van de leermiddelen. Inzake onderzoek ontbreekt de link met het onderwijs, zoals een methodiek en een theorie van de IAR en het betrekken van studenten in het lopende onderzoek. De commissie is van mening dat de opleidingen als geheel hier in de nabije toekomst meer aandacht aan moeten besteden. Ter zake werd een positieve grondhouding geobserveerd concretisering van de kwaliteitszorg De commissie stelt vast dat het uitvoeren en verwerken van de zelfevaluatie een leerproces is geweest voor de opleidingen, waarbij het ene rapport een meer kritische analyse oplevert dan de andere. De drie opleidingen hebben echter nog geen kwaliteitszorg uitgebouwd die kan worden getypeerd als SMART: Specifiek, Meetbaar, Attractief, Realistisch en Tijdsgerelateerd. Zoals reeds werd aangestipt bij het beleid, pleit de commissie voor een actieve participatie van alle actoren bij de kwaliteitszorg. De commissie heeft wel een aantal waardevolle initiatieven gezien om de kwaliteitszorg vorm te geven en de betrokkenheid van de actoren te stimuleren, zoals consensusgesprekken, proefvisitatie en evaluatieformulieren (Evatel en Evadoc). Waardevol is dat er in alle opleidingen IAR een afzonderlijke opleidingsraad is of wordt geïnstalleerd die een rol kan spelen bij de uitbouw van een integrale kwaliteitszorg. 8

9 1.1.3 personeel Bij de drie opleidingen valt de grote betrokkenheid en de beroepsexpertise van de docenten op, maar de commissie heeft eveneens vastgesteld dat de vraag naar onderwijsexpertise en naar specifieke IAR-expertise niet in alle instellingen evenwichtig is ingevuld. In de drie opleidingen is de ruimte voor verjonging, vervrouwelijking en bevordering nagenoeg afwezig. Eén opleiding heeft nagedacht wat het ideale personeelskader zou moeten zijn. De commissie suggereert dat elke opleiding die denkoefening zou maken, om op termijn een evenwichtige personeelsstructuur te realiseren die de volle breedte van het takenpakket kan opnemen, met name onderwijs, curriculumvernieuwing, academisering, vakdeskundigheid, theorie en praktijk. De opleidingen moeten in die denkoefening ook een evenwichtige verdeling tussen voltijdse medewerkers en deeltijdse medewerkers en tussen vaste aanstellingen en tijdelijke contracten uitwerken. Inzake navorming adviseert de commissie om een en ander niet te laten afhangen van het persoonlijk initiatief, maar professionaliseringstrajecten uit te bouwen. Ter zake vraagt de commissie uitdrukkelijk om samen te werken met andere opleidingen binnen de hogescholen, met andere instellingen of met de associatiepartners. Voor bepaalde opleidingen adviseert de commissie om specifieke expertise in te huren materiële en financiële randvoorwaarden De commissie heeft begrip voor de grenzen van de materiële en financiële voorwaarden om de opleiding te realiseren. De commissie vraagt vooral aan het instellingsbeleid dat zij voor deze eerder kleine opleidingen de randvoorwaarden niet onder een bepaalde kritische drempel laten vallen. De commissie heeft uitdrukkelijk gekeken naar de mogelijke kansen die een positieve wending kunnen geven. Zo ziet de commissie vooral kansen in meer samenwerking met de andere opleidingen in de directe omgeving. De infrastructuur kan bijvoorbeeld gedeeld worden met Beeldende Kunsten, Productontwikkeling (PO), Interieurvormgeving (IV), AR en Stedenbouw (SB). Voor de bibliotheek bestaat reeds een samenwerking bij alle opleidingen. Bij twee opleidingen stelt de commissie zich vragen over de adequaatheid van de technische ateliers, bij twee andere opleidingen over de beschikbaarheid van een technische bibliotheek. De materiële infrastructuur die beschikbaar is voor het onderwijs reflecteert meestal de vrij traditionele werkvormen. Uitstekend is het studielandschap en de ateliers die telkens optimaal ingericht werden voor het realiseren van het onderwijs en het onderzoek. De infrastructuur is minder inspirerend voor het realiseren van innoverende onderwijsvormen zoals peer teaching en probleemgestuurd onderwijs (PGO) die voor de theoretische vakken goed bruikbaar zijn. De commissie heeft geen voorbeelden gezien van methodes die zouden leiden tot het aanboren van derde geldstromen en onderzoeksgelden. 9

10 1.1.5 onderwijsdoelstellingen Elke opleiding probeert uitdrukkelijk een opleidingsvisie te formuleren. De commissie schuift enkele aandachtspunten naar voren. Een eerste aandachtspunt heeft de commissie bij de mate waarin de huidige invulling van de opleiding de actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk volgt. Een tweede aandachtspunt heeft betrekking op het doorbreken van de enge invulling van de opleiding en te streven naar meer interdisciplinaire invulling van de IAR waarbij de eigen invulling in samenwerking met BK, IV, AR en SB naar voren kan komen. De derde aandachtspunt slaat op het toelaten van flexibele persoonlijke studietrajecten van studenten waarbij alternatieve beroepsuitoefeningen naar voren kunnen komen. De commissie is van oordeel dat de opleiding meer het voortouw zou kunnen nemen in de ontwikkeling van het beroepsveld. De commissie vraagt dat de opleiding haar identiteit beter in de verf zou zetten. De confrontatie met de richtinggevende beroepsprofielen en de feitelijke taakstelling in het actuele beroepsveld, zou kunnen leiden tot de volgende lijst van eventuele bijkomende aandachtspunten: - de conceptontwikkeling vanuit de beleving van het interieur als zodanig, waarbij de beoogde ervaring (experience) wordt ontleend aan het programma van eisen en wensen; - vanuit het architectonisch concept een meer directe gerichtheid op een meer diepgaande interieurarchitectonische uitwerking; - een daaruit voortvloeiende aandacht voor materialisatie van het interieur, kleurgebruik, verlichting, losse en vaste meubilering, stoffering, grafische toepassingen en de detaillering op een adequaat schaalniveau; - het maken van modellen/maquettes die de interieurarchitectonische elementen in een duidelijke uitwerking laten zien; - de gelegenheid om hierin kunst als toegepaste kunst te betrekken onderwijsprogramma De commissie heeft vastgesteld dat de opleidingen een eigen BA/MA IAR naar voren schuiven. Zij onderschrijft de sterkte van de samenwerking met AR en het behoud ervan, maar pleit ervoor dat de identiteit van IAR sterker in de verf wordt gezet. In de huidige programma s valt een sterke scheiding op tussen de theoretische en de praktijkgerichte vakken. De commissie moedigt benaderingen aan waarbij de theorie en de praktijk in sterke mate geïntegreerd worden. Uiteraard hangt dit samen met een meer doordachte keuze van onderwijsvormen waarbij de integratie kan worden bevorderd. De commissie constateert dat het programma nog te veel uitgaat van contactonderwijs en te weinig van zelfstudie. De commissie suggereert om hier bij de curriculumherziening in het kader van de BA/MA-structuur meer aandacht aan te besteden. De commissie neemt de uitgesproken wens over van de studenten en het beroepsveld om een stage in de opleiding te integreren. Vooral een benadering van de stage als een kennismaking met de volle complexiteit van het beroepsveld van de IAR wordt hierbij verkozen. Opvallend was ook de vraag om op een meer 10

11 systematische manier contact te hebben met het beroepsveld via onder meer gastcolleges, bezoeken en workshops werkveldervaring en afstudeerwerk stage De commissie herhaalt de aanbeveling van hierboven. Ze neemt de uitgesproken wens over van studenten en beroepsveld om een stage in de opleiding te integreren. Vooral een benadering van de stage als een kennismaking met de volle complexiteit van het beroepsveld van de IAR wordt hierbij verkozen. Opvallend was ook de vraag om op een meer systematische manier contact te hebben met het beroepsveld via onder meer gastcolleges, bezoeken en workshops. afstudeerwerk In de drie opleidingen valt de centrale plaats op van het afstudeerproject. Rekening houdend met de geformuleerde uitgangspunten en de werken die ze gezien heeft, komt de commissie tot de conclusie dat er kwaliteitsvol werk wordt afgeleverd. Externen worden voldoende bij de evaluatie en de opvolging betrokken. De transparantie van de beoordeling zou kunnen verbeteren. De commissie benadrukt ook de onderzoeksbasis van het afstudeerwerk. Denkpisten die de commissie heeft vastgesteld bij de diverse bezoeken waarbij een thesis gekoppeld wordt aan het afstudeerwerk en eventueel een stage, is een mogelijke uitweg. De commissie vraagt ook aandacht voor de systematische uitwerking van een eventuele digitale portfolio voor alle studenten. Slechts bij één opleiding stelt de commissie vast dat er aandacht was voor de auteursrechten op het werk van de studenten internationalisering De commissie vraagt aandacht voor de internationale dimensie in de opleiding. Dit heeft betrekking op studenten, inhoud van de opleiding, betrokkenheid van docenten in internationale happenings Voor wat betreft de studenten vindt de commissie het niet aanvaardbaar dat de studenten een buitenlandse studie-ervaring in een bepaalde instelling ontraden wordt. De commissie vindt dit een vrij eigenaardige situatie voor een opleiding waar de internationale samenwerking hand over hand toeneemt. Voor wat betreft de andere aspecten zou internationalisering een brede invulling kunnen krijgen, waarbij studenten en docenten participeren in mobiliteitsprogramma s, waarbij internationale vakgenoten worden aangetrokken als gastdocenten en waarbij de inhoudelijke invulling van het programma op haar internationale dimensie zou worden gescreend. De ADSL-week van de Hogeschool Antwerpen vindt de commissie voorbeeldig. 11

12 1.1.9 leersituatie onderwijsvormen Het onderwijs is zeker tijdens de eerste jaren vrij schools van aard, vooral bij de theoretische en ondersteunende vakken. De adequaatheid van het ateliermodel is overduidelijk. Meer innovatieve onderwijsbenaderingen kunnen een verrijking betekenen. De commissie waardeert het verticale studiomodel van AR in één hogeschool, waarbij studenten uit 3 de, 4 de en 5 de jaar samen aan projecten werken. Een geïntegreerd gebruik van e-learning ontbreekt. De nodige expertise om dit op te zetten is nagenoeg afwezig. Over het algemeen ontbreekt een visie op en kennis van passende alternatieve onderwijsvormen. De commissie vraagt hierover een denkoefening op te starten. Samen met de reflectie op de onderwijsvormen moeten ook de evaluatievormen bekeken worden. De commissie vraagt ook aandacht voor de inplanning van de onderwijsvormen en de effecten ervan op de studiebelasting. Het ontwikkelen van en de professionalisering in verband met onderwijsvormen zouden aandachtspunten kunnen worden vanuit het perspectief van de instelling en/of associatie. leermiddelen De kwaliteit van de getoonde leermaterialen loopt sterk uiteen. Bij de opmaak van de leermiddelen vraagt de commissie om met volgende bedenkingen rekening te houden: - bij gebruik van (of compilaties van) bestaande teksten moet de ondersteuningswaarde in het leerproces aangegeven worden; - bij de algemene theoretische vakken moet de relevantie van alle cursusuitwerkingen bewaakt worden; - de wetenschappelijke verantwoording (bijvoorbeeld structuur, bronvermelding, citaten en literatuurlijst) dient aanwezig te zijn; - bij voorkeur wordt een huisstijl ontwikkeld. De leermiddelen zijn ook niet echt uitgewerkt om activerende leervormen, onder meer zelfstudie, te kunnen ondersteunen. De commissie suggereert om de nodige expertise aan te trekken om de docenten te ondersteunen toetsing en evaluatie Voor de theoretische en ondersteunende vakken is de toetsing zeer reproductiegericht. In de ateliers is er aandacht voor permanente en formatieve evaluatie, maar er komt weinig zelf- of peertoetsing voor. De commissie apprecieert de deelname van externen aan de formatieve evaluaties in de ateliers. De commissie pleit voor meer transparantie van de beoordeling. De beoordelingscriteria moeten geëxpliciteerd worden en vooraf beschikbaar zijn voor externe juryleden en studenten. 12

13 studie- en studentenbegeleiding De commissie apprecieert de lage drempel tussen de studenten en de docenten. Het persoonlijk contact tussen hen anticipeert op mogelijke problemen. Er zijn geen specifieke problemen gesignaleerd. De ombudsdienst is gekend bij de studenten, maar ze hebben geen directe inspraak in de aanstelling van de onafhankelijke ombudspersoon. De commissie raadt aan om de studentenparticipatie versneld in te voeren en de studenten formeel lid te maken van de beleids- en adviesorganen studeerbaarheid en studierendement De commissie meent dat meer aandacht moet worden besteed aan de analyse van de in-, door- en uitstroom van studenten. Dergelijke analyses kunnen aanwijzingen opleveren die nuttig zijn voor de optimalisering van de onderwijsdoelstellingen, het opleidingsprogramma, de leersituatie en de toetsing en evaluatie. Bovendien leveren deze analyses directe aanwijzingen voor een functionele studiebegeleiding van de studenten in alle fases van de opleiding. Studietijdmetingen zijn embryonaal aanwezig. Er worden geen directe problemen gesignaleerd voor wat betreft studietijd en studierendement. De opleiding wordt zwaar maar doenbaar geacht afgestudeerden Afgestudeerden en vertegenwoordigers van het beroepsveld zijn over het algemeen tevreden over de genoten opleiding. Zij signaleren wel dat er weinig contacten of mogelijkheden tot contact zijn met de opleiding. De commissie adviseert om een alumnibeleid voor deze doelgroep op te zetten maatschappelijke dienstverlening De commissie waardeert de initiatieven ter zake, maar stelt vast dat ze een ad-hoc karakter hebben en geen beleidsmatige uitwerking weerspiegelen. Zij vraagt de opleidingen om hier in het kader van de academisering voldoende aandacht aan te besteden onderzoek De aandacht voor onderzoek verschilt van opleiding tot opleiding, maar de invulling voor wat IAR betreft is toch overal embryonaal aanwezig is en de expertise ter zake is in beperkte mate ontwikkeld. 13

14 Een beleid in samenwerking met andere partners (al dan niet binnen de context van de associatie) dringt zich op. De commissie vraagt dringend een omvattende denkoefening om het thema onderzoek/academisering in zijn volle breedte te onderzoeken en uit te werken. Daarbij geeft ze volgende adviezen: - bepaal de directe relatie tussen eigen en gepubliceerd onderzoek en het IAR-onderwijs; - start strategische samenwerkingsverbanden op met universiteiten (nationaal en internationaal). De commissie waardeert het selectieve karakter van reeds opgestarte samenwerkingsverbanden; - werk ter zake een personeelsbeleid uit (doctoraten, clusteren werkbelasting in bepaalde periodes); - ontwikkel geïntegreerde onderzoekscapaciteiten bij de studenten (bijvoorbeeld bij het eindwerk); - ontwikkel en expliciteer de methodologie van het ontwerpend onderzoeken en veranker die in een ruimer internationaal - methodologisch kader; - start de ontwikkeling op van de theorie van de interieurarchitectuur. 1.2 conclusies De commissie constateert dat de kwaliteit van de opleidingen IAR over het algemeen voldoende tot goed is. Voor de toekomst zijn er volgens commissie vier prioritaire aandachtspunten: - het ontwikkelen van de eigen identiteit IAR in relatie tot AR maar ook IV, BK, PO en SB; gezien de ontwikkeling van internationale samenwerking in het beroepsveld moet hierbij aandacht besteed worden aan de internationale dimensie in de opleiding IAR; - professionalisering van het docentenkorps op het vlak van onderwijskunde en onderzoek; hierbij raadt de commissie aan om gebruik te maken van externe expertise binnen de hogeschool of de associatie; - het thema onderzoek en de academisering in zijn volle breedte en diepte uitwerken; - het organiseren van een stage, waarbij aangeraden wordt een aanpak gezamenlijk uit te werken met de drie instellingen. 14

15 2 terugmeldingsrapporten 2.1 Hogeschool Antwerpen inleiding De opleiding Interieurarchitectuur (IAR) maakt deel uit van het departement Ontwerpwetenschappen van de Hogeschool Antwerpen en ressorteert onder het Hoger Instituut voor Architectuurwetenschappen Henry van de Velde. De Hogeschool Antwerpen telt 7 departementen verspreid over 4 locaties: Antwerpen, Lier, Mechelen en Turnhout. Het departement Ontwerpwetenschappen omvat naast de gevisiteerde opleiding, nog twee twee-cycliopleidingen, namelijk architectuur (AR) en productontwikkeling (PO). De Hogeschool Antwerpen maakt deel uit van de associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen, die echter geen academische tegenhanger heeft van deze opleiding. Voor de academisering van de opleiding IAR worden contacten gelegd met andere universiteiten, onder meer de VUB. De opleiding Interieurarchitectuur is ontstaan uit de richting binnenhuisarchitectuur. Door het decreet betreffende de hogescholen van 1994 werden de kandidaturen van de opleidingen architectuur en binnenhuisarchitectuur samengevoegd. Deze samenvoeging heeft de studentenaantallen negatief beïnvloed. Ook de oprichting van de opleiding interieurvormgeving had een heroriëntatie van de studenten tot gevolg. Met de invoering van de bachelor-masterstructuur krijgt de opleiding Interieur Architectuur opnieuw een afzonderlijke BA en MA. De visitatiecommissie dankt de Hogeschool Antwerpen en het departement Ontwerpwetenschappen voor de efficiënte organisatie van de visitatie van de opleiding Interieurarchitectuur. Uit de gesprekken met alle geledingen en het bezoek bleek een grote betrokkenheid bij de opleiding. De docenten geven blijk van een groot persoonlijk engagement en identificatie met de opleiding bespreking van de thema s beschrijving van het beleid en de kwaliteitszorg in de opleiding De opleiding is opgezet in de context van een bredere instelling, namelijk de Hogeschool Antwerpen en de Associatie Antwerpen. Het valt op hoe deze ruimere context de kwaliteit van de opleiding in positieve en soms minder positieve zin beïnvloedt. De hogeschool geeft de departementen een grote autonomie op het vlak van onderwijs, organisatie en structuur. Het departement kan hier zeer autonoom over beslissen binnen de centrale beleidslijnen en de toegekende budgetten. Via de centrale diensten krijgen de departementen een waaier van ondersteuning aangeboden, onder meer op het vlak van ICT, didactische navorming, onderwijsvernieuwing en academisering. Het departement bepaalt zelf in welke mate ze van het aanbod gebruik maakt. Het blijft ook de verantwoordelijkheid van het departement om de interne dynamiek van vernieuwing te stimuleren en te behouden. 15

16 Interieurarchitectuur is een opleiding die zich heel uitdrukkelijk wenst te profileren in het opleidingenaanbod en dit in de toekomst nog uitdrukkelijker wil doen. Hoewel de kandidaturen AR en IAR samen worden georganiseerd, zijn er voldoende onderscheidende elementen in het programma ingebouwd via de keuzemodules. In de nieuwe BA/MA-structuur zal er een aparte BA en MA IAR worden aangeboden. Alle betrokkenen zijn zich bewust van de uitdagingen die hiermee samenhangen. Daarbij valt op dat de opleiding ondersteund door het departement vooral de weg kiest van samenwerking met de opleidingen in de eigen omgeving (Architectuur en Productontwikkeling) en bilaterale samenwerking met (inter)nationale academische instellingen. De commissie stelt vast dat de samenwerking met de institutionele partners in de directe omgeving beperkter is (andere opleidingen/departementen van de hogeschool en de centrale hogeschooldiensten). De visie op de opleiding en de verdere ontwikkeling van de opleiding Interieurarchitectuur is tot op bepaalde hoogte expliciet, maar een verdere operationalisering dringt zich op en zou moeten worden gedeeld door alle betrokkenen van de opleiding. Vóór het visitatiebezoek was de beleidsvorming voor de commissieleden minder duidelijk. Vooral op basis van de gesprekken kon ze vaststellen dat een en ander in beweging komt inzake beleidsontwikkeling. Het is een punt van aandacht om te garanderen dat iedereen van de opleiding betrokken blijft bij dit proces. Ook de studenten moeten bij dit proces betrokken worden. De commissie stelt dat de academisering van de opleiding een prioritair aandachtspunt is bij het bepalen van de eigen identiteit en vooral het verbeteren van de eigen kwaliteit. De commissie vraagt met aandrang om de interpretatie van het begrip academisering in zijn volle breedte en diepte uit te werken (onderwijs, personeel en onderzoek). De commissie waardeert dat de opleiding streeft naar een eigen identiteit en finaliteit: een master Interieurarchitectuur. Contacten met afgestudeerden en het beroepsveld geven aan dat vrij snel actie moet worden genomen om het civiel effect van dit eigen diploma te garanderen. Zoals reeds eerder werd opgemerkt, is de positie van de opleiding en het departement binnen de Hogeschool Antwerpen een punt van aandacht. De opleiding en het departement nemen het voortouw in een aantal zaken zoals kwaliteitszorg en de BA/MA-hervorming, maar de opleiding loopt ook duidelijk tegen haar eigen grenzen aan. Voor een aantal punten is duidelijk externe - ondersteuning nodig om de vernieuwing verder te kunnen zetten. Dergelijke expertise kan worden aangeleverd vanuit de centrale hogeschooldiensten, vanuit andere opleidingen/departementen, vanuit de associatiepartners of andere (inter)nationale partners. Inzake het zelfevaluatierapport (ZER) heeft de commissie de indruk dat er veel informatie verzameld werd, maar die werd te weinig systematisch verwerkt of geanalyseerd. Zo waren er in de voorbereidende stukken zeer weinig gegevens voorhanden over verschillende jaren. Dit maakte het moeilijk om ontwikkelingen of trends vast te stellen. De commissie waardeert wel dat het zelfevaluatierapport tot stand is gekomen via een groot aantal consensusgesprekken. Dit heeft de betrokkenheid van de opleiding zeker vergroot en heeft een dynamiek op gang gebracht. Het ZER bevat een uitgebreide inventaris van observaties en actiepunten, maar heel wat verbeterpunten zijn nog niet omgezet in concrete actieplannen concretisering van de kwaliteitszorg De commissie stelt een duidelijke investering vast in kwaliteitszorg door de aanstelling van een departementale kwaliteitscoördinator met een taakopdracht van 25%. Daarnaast is binnen de opleiding IAR een docent verantwoordelijk voor de coördinatie van de kwaliteitszorg. 16

17 De specifieke verantwoordelijkheden zijn schriftelijk vastgelegd. De praktische invulling van de taak ligt bij de betrokkenen. De kwaliteitscoördinatoren hebben geen specifieke vorming of navorming gekregen maar leren al doende op de werkvloer. De expertise van deze coördinatoren moet echter verder ontwikkeld worden. De commissie suggereert om hierbij gebruik te maken van de expertise die aanwezig is in andere departementen, de centrale hogeschooldiensten of de associatie. Als meetinstrument van de kwaliteitszorg wordt gebruik gemaakt van PROZA. Om inzicht te krijgen in de sterke punten en aandachtspunten van de opleiding en om verbetertrajecten op te stellen werden bevragingen georganiseerd. Daarbij werden verschillende belanghebbenden samengebracht in consensusgroepen. De resultaten van de bevragingen werden verwerkt tot het ZER. De commissie waardeert dat bij deze uitgebreide raadpleging van alle geledingen externen betrokken werden (VEV). In het ZER zijn duidelijke aandachtspunten en verbeterpunten geformuleerd, maar de commissie stelt zich de vraag of de kwaliteitscirkel al rond is en of de volgende stappen reeds gezet worden om een duurzame opvolging te garanderen. Concrete actieplannen ontbreken nog. Tot op heden zijn er nog geen operationele instrumenten uitgewerkt die de kwaliteitszorg verankeren, zoals evaluatieformulieren, checklists, regelmatige metingen, evaluaties van individuele opleidingsonderdelen en aanpassen van de organisatiestructuur om betrokkenheid van de studenten te garanderen. Heel wat verbeterpunten zijn nog niet geconcretiseerd in concrete actieplannen. De commissie suggereert om hierbij het SMART-principe toe te passen en daarom actieplannen uit te werken die Specifiek, Meetbaar, Attractief, Realistisch en Tijdsgerelateerd worden gedefinieerd. De commissie raadt ook aan om een permanente opleidingscommissie IAR te installeren, met een verplichte participatie van de studenten als volwaardige leden, om de kwaliteitszorg verder uit te bouwen personeel De opleiding beschikt over een gedreven, enthousiast en gemotiveerd docententeam. Bij het personeel valt een zeer duidelijk accent op professionele vakkennis waar te nemen. De commissie waardeert dat heel wat docenten zelf ook interieurarchitect zijn en dat ook personeel met deze expertise betrokken is bij de theoretische praktijkvakken en de administratieve en technische ondersteuning. Het docententeam is vrij beperkt in omvang. In combinatie met het groot aantal deeltijdse medewerkers leidt dit tot een grote belasting voor het personeel. Er zijn budgetten voor navorming, onder meer voor deelname aan congressen, maar door de grote belasting blijft de deelname beperkt. De commissie stelt zich vragen bij de ontwikkeling van onderwijskundige/didactische kennis en vaardigheden, die zouden toelaten af te stappen van een vrij schools systeem (vooral in de eerste cyclus) en meer actieve leervormen te stimuleren bij vooral de theoretische vakken. Dit zou bovendien de verschuiving van een veeleer professioneel gerichte opleiding naar een meer academische opleiding bevorderen. Ook hier suggereert ze om externe expertise aan te trekken, in samenwerking met de hogeschool en/of met de associatiepartners. 17

18 De commissie onderkent het probleem van de vele vaste aanstellingen, de beperkte ruimte om nieuwe docenten aan te trekken en/of het personeel te laten doorstromen. Ze waardeert dat werd nagedacht over het ideale personeelskader. De commissie stelt zich wel vragen bij het personeelsbeleid inzake functioneringsgesprekken en de directe opvolging en evaluatie van het personeel inzake kennis en vaardigheden die de IAR-expertise overstijgen materiële en financiële randvoorwaarden De commissie is onder de indruk van de infrastructuur. De opleiding heeft er duidelijk voordeel bij om de locatie te delen met de andere opleidingen AR en PO. De infrastructuur is up-to-date en werd toekomstgericht uitgewerkt. De gebouwen werden recent vernieuwd en zijn ruim, met voldoende werkruimtes, ateliers, studio s en werkgroepruimtes. Op de campus is een documentatiecentrum aanwezig. Dit omvat: - een specifieke technische bibliotheek (naslagwerken, monsters en een uitleendienst voor didactisch materiaal) met een oriëntatie op IAR en met tools die het gebruik ervan ondersteunen (onder meer een zelf ontwikkeld zoekprogramma). De technische bibliotheek wordt gerund door een interieurarchitecte; - een audiovisueel lokaal met een fotostudio en een archief voor fotomateriaal. De campusbibliotheek is een afspiegeling van de samenwerking tussen de drie opleidingen van de campus AR, IAR en PO. De samenstelling van de collectie roept bij de commissie niet onmiddellijk vragen op. De bibliotheek beschikt over een ruim budget. Voor aankopen wordt het OP systematisch geconsulteerd. De computerinfrastructuur is up-to-date en het beheer ervan krijgt zeer veel aandacht. Op het vlak van software stellen de studenten IAR vragen over het gebruik van tekenprogramma ARKEY. Zij zouden liever een couranter professioneel pakket (AUTOCAD/Vectorworks) gebruiken. De bestaande infrastructuur is er nog niet op gericht om een elektronische leeromgeving voor de volledige opleiding in te voeren. In het budget van het departement is er een ruime allocatie voor de ondersteuning van de IAR-opleiding, maar de middelen voor onderwijsontwikkeling en onderzoek zijn ontoereikend. Het wordt als positief gezien dat er een tweede geldstroom op gang gebracht is in functie van de academisering. Er wordt gesuggereerd om een derde geldstroom aan te trekken bijvoorbeeld in samenwerking met een universiteit (zoals het IST-programma van de Europese Gemeenschap) onderwijsdoelstellingen Zoals eerder opgemerkt is er tot op bepaalde hoogte een missie voor het IAR-onderwijs. Die is nog niet volledig vertaald in operationele doelstellingen en nog niet in competenties verwoord. De onderwijsvisie is onvoldoende gekend en gedeeld door alle docenten. Er is bijvoorbeeld een opvallende discrepantie vast te stellen in de perceptie van de onderwijsvisie tussen de docenten uit de eerste en de tweede cyclus. Dat bleek duidelijk uit de gesprekken met de docenten. 18

19 De onderwijsvisie heeft vooral betrekking op het geïntegreerd onderwijs van de ontwerpgerichte vakken (geïntegreerd ontwerpen). Onduidelijk blijft nog de integratie van de theoretische en ondersteunende vakken. Aspecten zoals het stimuleren van het probleemoplossend vermogen en het samengaan van onderzoek, experiment en multidisciplinaire synthese in functie van het ontwerpend onderzoek moeten verder gespecificeerd en geëxpliciteerd worden. De samenwerking met de opleiding Architectuur wordt ten volle benut, maar het onderscheidend karakter van de IAR-opleiding vraagt verdere aandacht. In de bachelorjaren moeten de opleidingsonderdelen bekeken worden in termen van gemeenschappelijkheid (omwille van de rendabiliteit) en eigenheid (eigen beoogd karakter). Het visitatiebezoek vond duidelijk plaats in een periode waarin de onderwijsvisie soms impliciet en soms expliciet ter discussie stond (BA/MA-hervorming, structuurdecreet, academisering). Het valt op dat in deze discussie de visie gedomineerd wordt door de begrippen onderzoekend ontwerpen en geïntegreerde ontwerpvakken. In deze visie ontbreekt een discussie over het gehele onderwijsconcept en de aanpak van de academisering. Er is nog geen - volledig uitgewerkte - visie van wat academisering betekent op de onderwijsdoelstellingen. Het departement schuift een eigen interpretatie van academisering naar voren via ontwerpend onderzoek. Het blijft onduidelijk wat de toegepast-wetenschappelijke betekenis is van deze interpretatie en de methodologische aanpak ervan (omgaan met literatuur, hypothesestellend onderzoek, uitwerken van een theorie van de interieurarchitectuur). De impact van academisering op de onderwijsdoelen bij de verschillende opleidingsonderdelen ontbreekt. De commissie stelt zich anderzijds de vraag of in de onderwijsdoelstellingen voldoende artistieke elementen zijn opgenomen waarbij met name de conceptontwikkeling als een elementair onderdeel is opgenomen. De commissie meent dat daarin de historische achtergrond vanuit de Beaux Arts wordt ontkend. Dit houdt verband met het verzorgen van een culturele onderbouw en de aandacht voor het idee-noterend tekenen. Sommige commissieleden stellen zich de vraag of het ontwikkelen van deze vaardigheid voldoende aandacht krijgt. De afgestudeerden gaven aan dat voor een aantal doelgebieden het beheersingsniveau verder zou moeten gaan dan kennis en inzicht. Met name vragen zij en het beroepsveld een beheersing op toepassingsniveau van bijvoorbeeld prijsbestekken, projectmanagement, omgaan met klanten en communicatievaardigheden. De afgestudeerden vragen meer aandacht voor talenkennis op een indirecte manier. De technische terminologie zou bijvoorbeeld in opleidingsonderdelen in verschillende talen kunnen worden aangebracht. Er wordt niet gevraagd naar aparte talencursussen. Het beroepsveld en de afgestudeerden worden nog niet systematisch bevraagd. Nochtans zouden zij nuttige feedback kunnen leveren om de doelstellingen verder te concretiseren opleidingsprogramma De commissie waardeert de grote aandacht die wordt besteed aan de professionele aspecten van de opleiding, in eerste instantie ontwerpvaardigheden. De opleiding is duidelijk gericht op een directe inzetbaarheid in de beroepspraktijk. 19

20 De eerste cyclus wordt samen voor AR en IAR georganiseerd. De studenten vinden echter dat IAR wel een eigen identiteit heeft. In het programma zijn voldoende onderscheidende elementen via keuzemodules en praktijkoefeningen ingebouwd om het onderscheid tussen AR en IAR aan te duiden. De studenten zijn over het algemeen tevreden over het programma. De studenten vragen meer projectwerk in studio s naar analogie met de AR, waarbij in team geïntegreerde opdrachten worden afgewerkt. De commissie heeft kennis genomen van het nieuwe curriculum waarbij in verticale studio s worden voorzien, waar studenten uit verschillende studiejaren samenwerken. De studenten vragen ook om meer praktijkervaring in te bouwen, via stages maar ook via bedrijfsbezoeken waar ze de processen op de werkvloer kunnen zien. De commissie vraagt de nodige aandacht te besteden aan de verticale coherentie van de opleiding Interieurarchitectuur. Studenten en afgestudeerden rapporteren een kloof tussen beide cycli van de opleiding. De commissie suggereert om de programmahervorming in het kader van de BA/MA na te kijken op deze kloof. De commissie heeft akte genomen van de nieuwe ontwikkeling waarbij heel wat opleidingsonderdelen geïntegreerd (zullen) worden en in onderlinge samenhang aan de hand van thema s worden aangepakt. De commissie wil de opleiding aanmoedigen om deze aanpak uit te breiden tot de theoretische en ondersteunende vakken. Ze herhaalt hierbij de suggestie om externe, onderwijskundige expertise aan te trekken om dit te ondersteunen. Een aanpak met uitdagende thema s (bijvoorbeeld ecologie en ethiek) kan de opmerkingen helpen opvangen van studenten met betrekking tot het actualiteitsgehalte van de opleiding. Daarbij kan ook het aspect onderzoek en experiment duidelijker aan bod komen en zich op die manier gedurfder profileren. De neerslag van de leerstof in de syllabi kan vollediger en functioneler (toepassingsgericht en gericht op de werkelijkheid), waarbij meer aandacht wordt besteed aan de studeerbaarheid via zelfstudie. Het niveau van de opleidingsonderdelen en het atelierwerk wekt vertrouwen, maar het niveau van de opleiding moet, met het oog op de toekomstige ontwikkelingen inzake de academisering, onderzocht worden afstudeerwerk en/of werkveldervaring stage De stage is nu een keuzevak en blijft beperkt tot een bedrijfsstage. De commissie meent, in overeenstemming met de afgestudeerden en het beroepsveld, dat de stage een verplichte component in het programma moet worden. Zij suggereert de stage ook niet te beperken tot een bedrijfscontext, maar het gehele beroepsveld van de IAR in overweging te nemen. De commissie vraagt dat de opleidingscommissie voorstellen en acties zou uitwerken in overleg met het beroepsveld en de afgestudeerden. Terloops vermeldt de commissie dat het beroepsveld open staat voor het invoeren van de stage en overleg mogelijk is. Het beroepsveld stelt wel dat zo n stage minstens twee maanden zou moeten duren. Een eventuele integratie van een stage met de toekomstige masterproef is een te overwegen optie. 20

21 afstudeerwerk De huidige invulling van het afstudeerwerk is een afspiegeling van de professionele context waarin interieurarchitecten zullen terechtkomen. In het licht van de academisering van de opleiding wordt aanbevolen om aanvullend op de praktische uitwerking van de opdracht ook steeds in een wetenschappelijk gedeelte te voorzien. De commissie suggereert eveneens om het afstudeerwerk niet te beperken tot een concreet project maar ook een theoretische thesis toe te laten, zoals dat in de masteropleiding AR bestaat. Deze optie is ingeschreven in het nieuwe curriculum De commissie beveelt dan ook aan deze optie actief te ondersteunen en niet zomaar als een optie open te laten. De studenten zijn tevreden over de begeleiding door de docenten. Ze stellen zich wel de vraag waarom het onderwerp van de opdracht pas na het eerste semester van het laatste jaar gegeven wordt. Na het onderzoek en het uitwerken van het concept blijft er weinig tijd over voor het ontwerp. De commissie suggereert om de opdracht te geven bij de start van het academiejaar. De commissie waardeert de zeer persoonlijke en directe begeleiding van de afstudeerwerken en de inspanningen voor de continue evaluatie. Meer expliciet uitgewerkte beoordelingscriteria kunnen de objectiviteit versterken (die worden bij voorkeur ook in de studiegids omschreven). De suggestie wordt meegegeven om afstudeerwerken een rol te laten spelen bij de maatschappelijke dienstverlening en een zekere interactie in begeleiding en beoordeling van het werk daarin te bevorderen internationale dimensie De opleiding ziet de internationalisering als een verrijking, zowel voor de student (cultuur, maturiteit) als voor de opleiding. De studenten krijgen infosessies over de mogelijkheden van studentenuitwisseling. De resultaten die zijn verworven aan de buitenlandse instellingen worden opgenomen in de toetsing, wat duidelijk vermeld wordt in de overeenkomst met de student. De deelname aan uitwisselingsprogramma s is echter vrij beperkt. De commissie vraagt om studenten sterker te motiveren en te sensibiliseren om hun opleiding internationaler in te vullen. Er kan gewezen worden op de meerwaarde op het vakgebied zelf, maar ook op de waarde van de kennismaking met een andere (onderwijs)cultuur. Er is een netwerk opgebouwd van partnerinstellingen, deels via het departement, deels via de opleiding en dus specifiek gericht op IAR. Naast de studentenuitwisselingen organiseert het departement jaarlijks een internationale week, de ADSLweek (Antwerp Design Seminars and Lectures) met buitenlandse gastsprekers. Naast de eigen studenten nemen ook buitenlandse studenten eraan deel. Waar het accent in het verleden sterk bij AR lag, werd vanaf dit academiejaar de kans benut om de ADSL-week open te trekken voor de opleidingen IAR en PO. De studenten IAR zijn positief over de mogelijkheden tot contact en/of samenwerking met de studenten uit de andere opleidingen. De docentenmobiliteit is vrij laag. De commissie vraagt om ook docenten te stimuleren om gedurende kortere periodes (enkele weken) naar het buitenland te gaan. 21

architectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de twee-cycli-opleiding architectuur aan de Vlaamse hogescholen

architectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de twee-cycli-opleiding architectuur aan de Vlaamse hogescholen ONDERWIJSVISITATIE architectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de twee-cycli-opleiding architectuur aan de Vlaamse hogescholen Vlaamse Hogescholenraad 29 november 2004 voorwoord De visitatiecommissie

Nadere informatie

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE EEN KIJK VAN ONDERUIT Prof.dr. Rita Godyns, decaan Faculteit Toegepaste Taalkunde Hogeschool Gent Universiteit Gent Overzicht: situering van de opleiding het visitatieproces

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Op weg naar een competentiegericht curriculum

Op weg naar een competentiegericht curriculum Op weg naar een competentiegericht curriculum Dag van de Onderwijsvernieuwing 8 juni 2005 Eva Marrannes Agenda Inleiding Specifieke context van het departement Communicatie Van beroepsprofiel naar Conclusie

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om

Nadere informatie

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen (Raad van Bestuur, 23 april 2013, 27 mei 2014, 31 maart 2015, 12 april 2016, 28 maart 2017 en 27 maart 2018) UITGANGSPUNTEN De Universiteit Antwerpen wenst

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Associaties, bama-structuur en flexibilisering Frank Baert Jaarlijkse Algemene vergadering van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen 25 juni 2004 Europese

Nadere informatie

Stafmobiliteit gewikt en gewogen

Stafmobiliteit gewikt en gewogen Stafmobiliteit gewikt en gewogen Isabelle De Ridder Vlaamse Onderwijsraad Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) Strategische adviesraad voor het beleidsdomein onderwijs en vorming - Opdracht: o Adviezen op vraag

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Kwaliteitszorg UHasselt. Voorstelling intern kwaliteitszorgsysteem

Kwaliteitszorg UHasselt. Voorstelling intern kwaliteitszorgsysteem Kwaliteitszorg UHasselt Voorstelling intern kwaliteitszorgsysteem Inhoud Kwaliteitszorgsysteem UHasselt: kader Interne kwaliteitszorg: PLAN: Beleidsdocumenten DO: Actoren (instelling/faculteit/opleiding)

Nadere informatie

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd. Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie DREAM-project Evaluatie DREAM-project De Vlaamse overheid ondersteunt een aantal initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap en de ondernemerszin.

Nadere informatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Voorstel tot aanbevelingen van VIVAS I. Inleiding...2 II. Het erkenningsbesluit en bewonersparticipatie...2 1 Prestatiebeoordeling

Nadere informatie

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Decretale context De aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding

Nadere informatie

Internationale leerresultaten in het curriculum. Workshop

Internationale leerresultaten in het curriculum. Workshop Internationale leerresultaten in het curriculum Workshop Structuur van de sessie 1. Overlopen lijst competenties en deze koppelen aan een concrete opleiding 2. Het meten van draagvlak bij docenten: de

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

Strategische onderwijsdoelstellingen: realisaties

Strategische onderwijsdoelstellingen: realisaties Strategische onderwijsdoelstellingen: realisaties 1.1 De opleidingen hebben een uitgeschreven en gedragen onderwijsvisie. 1.2 De opleidingen beschikken over een dynamisch competentieprofiel dat o.a. aan

Nadere informatie

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) Rijselstraat 5 8200 Brugge T 050 38 12 77 F 050 38 11 71 www.howest.be Informatiebrochure Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) ACADEMIEJAAR 2013-2014 Inhoud Doel

Nadere informatie

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE Behaal een academisch diploma. Ontwikkel uw loopbaan als gerontoloog U bent nu net afgestudeerde bachelor of enige tijd werkzaam als zorgverstrekker in een ziekenhuis,

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april 2012 INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Beleidsplan AUHL

Beleidsplan AUHL Beleidsplan AUHL 2019-2024 S I T U E R I N G Associatie Universiteit Hogescholen Limburg (AUHL) is één van de 5 Vlaamse associaties en heeft als partnerinstellingen: Hogeschool PXL en Universiteit Hasselt,

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Transcriptie Toespraak Einde visitatiebezoek Universiteit Antwerpen 12 feb 2009

Transcriptie Toespraak Einde visitatiebezoek Universiteit Antwerpen 12 feb 2009 Transcriptie Toespraak Einde visitatiebezoek Universiteit Antwerpen 12 feb 2009 Hieronder vind je een transcriptie van de toespraak die de voorzitter van de visitatiecommissie (Jacques Van Remortel) aan

Nadere informatie

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009 Concept 8 oktober 2009 Concept Wat vooraf ging... Invoering Bologna Concept Bolognaverklaring 19 juni 1999: verhoging mobiliteit binnen Europa bachelor-masterstructuur studiepunten (credits) uitwisseling

Nadere informatie

Afstudeerpresentatie masteropleiding Spaans. Institute for Graduate Studies and Research. Lianda Bonapart

Afstudeerpresentatie masteropleiding Spaans. Institute for Graduate Studies and Research. Lianda Bonapart Afstudeerpresentatie masteropleiding Spaans Institute for Graduate Studies and Research Lianda Bonapart Curriculumraamwerk voor de bacheloropleiding Spaans aan het IOL Una propuesta curricular para la

Nadere informatie

Slimme IT. Sterke dienstverlening. E-START ONDERSTEUNING OP MAAT VAN LOKALE BESTUREN BIJ E-GOVERNMENT EN ORGANISATIEONTWIKKELING

Slimme IT. Sterke dienstverlening. E-START ONDERSTEUNING OP MAAT VAN LOKALE BESTUREN BIJ E-GOVERNMENT EN ORGANISATIEONTWIKKELING Slimme IT. Sterke dienstverlening. 1 E-START ONDERSTEUNING OP MAAT VAN LOKALE BESTUREN BIJ E-GOVERNMENT EN ORGANISATIEONTWIKKELING 2Dienstverlenende vereniging E-START WAAROM? 3 Lokale besturen komen steeds

Nadere informatie

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) Informatiebrochure Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) ACADEMIEJAAR 2012-2013 Inhoud Doel van de opleiding Situering van de opleiding Onderwijsvormen Onderwijsorganisatie

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

1) Beschikt de opleiding over een heldere, actuele en gedragen missie, visie en profilering?

1) Beschikt de opleiding over een heldere, actuele en gedragen missie, visie en profilering? Beoordeling 1) Beschikt de opleiding over een heldere, actuele en gedragen missie, visie en profilering? Een heldere en actuele visie op zowel het beroep waarvoor wordt opgeleid als op de wijze waarop

Nadere informatie

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. ROWF Les op locatie in de beroepsopdracht van de HvA. De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. Het doel is de

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Schema voor de evaluatie van het onderwijsproces van een opleiding

Schema voor de evaluatie van het onderwijsproces van een opleiding Schema voor de evaluatie van het onderwijsproces van een opleiding 1. Curriculumontwikkeling Deelproces Product Verantwoordelijke Medewerkers Een curriculum ontwikkelen curriculum opleidingsteam studenten

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

H O G E R O N D E R W I J S in beeld 2008-2009 H O G E R O N D E R W I J S in beeld S T U D E N T E N HOGESCHOLENONDERWIJS aantal inschrijvingen (bachelor- en masteropleidingen, en basisopleidingen en initiële lerarenopleidingen (afbouw))

Nadere informatie

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding Lerarenopleidingen versterken Visie hogescholen bij de conceptnota Johan Veeckman, voorzitter VLHORA 1 Algemene aandachtspunten Nood aan promotie

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

adviesnota de 20-20-doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit

adviesnota de 20-20-doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit adviesnota de 20-20-doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit definities en criteria die gebruikt worden om de studentenmobiliteit te meten en te registreren 1/6 Situering Het Leuven / Louvain-la-Neuve

Nadere informatie

Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject

Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject Inhoud 1. Bekendheid van de opleiding 2. Algemene tevredenheid over

Nadere informatie

bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN

bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN Globale achtergrond van waaruit dit herstelplan is ontstaan. De opleiding communicatiemanagement

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Okt2015 Uitgangspunten Het kwaliteitsbeleid van de (A)OSR is gebaseerd op de ontwikkeling van keurmerk naar alliantie die het ICLON aan de met hem samenwerkende scholen

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2015-2020 Vlaamse Ouderenraad vzw 5 november 2014 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel Advies 2014/3 naar aanleiding

Nadere informatie

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes:

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes: ZER Informatica Resultaten programma-evaluatie Programma-evaluatie 5 enquêtes: - Overgang secundair onderwijs universiteit - Studenten die niet aan examens deelnamen / met hun opleiding stopten - Evaluatie

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen september 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 3 Beoordeling standaarden 10 pagina 2 1 Inleiding Vanuit

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

3 academische bachelor- en masteropleidingen. 3 instellingen in de Associatie K.U.Leuven. in de Beeldende Kunsten

3 academische bachelor- en masteropleidingen. 3 instellingen in de Associatie K.U.Leuven. in de Beeldende Kunsten studiegebied studiegebied O P L E I D I N G E N I N A S S O C I A T I E K. U. L. 3 instellingen in de Associatie K.U.Leuven 3 academische bachelor- en masteropleidingen Sint-Lucas Beeldende Kunst Gent

Nadere informatie

Het hoger onderwijs verandert

Het hoger onderwijs verandert achelor & master Sinds september 2004 is de hele structuur van het hoger onderwijs veranderd. Die nieuwe structuur werd tegelijkertijd ingevoerd in andere Europese landen. Zo sluiten opleidingen in Vlaanderen

Nadere informatie

Advies over het nieuwe NVAO-reglement

Advies over het nieuwe NVAO-reglement Raad Hoger Onderwijs 8 oktober 2013 RHO-RHO-ADV-002 Advies over het nieuwe NVAO-reglement Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32 2 219 81 18 www.vlor.be info@vlor.be

Nadere informatie

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland Brussel, april 2014 CVN heeft

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 2.3 Organisatie-ondersteunend

FUNCTIEFAMILIE 2.3 Organisatie-ondersteunend Doel van de functiefamilie Interne klanten bijstaan via ontwikkeling en uitbouwen van specifieke dienstverlening die verband houdt met één of meer functionele domeinen ertoe bij te dragen dat de organisatie

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond

Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond PERSBERICHT Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond maandag 7 december 2009 van 14.00 tot 17.00 uur, Brussel Paleis der Schone Kunsten Volgens het structuurdecreet

Nadere informatie

Toetsprogramma. Wat is een toetsprogramma? Hoe een toetsprogramma ontwikkelen? 1. Zicht op alle evaluatie-activiteiten

Toetsprogramma. Wat is een toetsprogramma? Hoe een toetsprogramma ontwikkelen? 1. Zicht op alle evaluatie-activiteiten Toetsprogramma Wat is een toetsprogramma? Een toetsprogramma is meer dan de optelsom van alle evaluatie-activiteiten van een opleiding en meer dan een willekeurige mix van evaluatie-activiteiten. Van een

Nadere informatie

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 1 april 2014. INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

Participatiedecreet. Infofiche 1. WAT VOORAFGING

Participatiedecreet. Infofiche 1. WAT VOORAFGING Infofiche Participatiedecreet Het participatiedecreet legt de voorwaarden vast waaraan studentenparticipatie in het Vlaamse hoger onderwijs moet voldoen. VVS heeft nog enkele vragen om dit decreet aan

Nadere informatie

Kwaliteitsdefinitie. Analyse. Draaiboek voor evaluatie van de studie archeologie

Kwaliteitsdefinitie. Analyse. Draaiboek voor evaluatie van de studie archeologie Versie april 2008 1 Draaiboek voor evaluatie van de studie archeologie Afkortingen: OLC : opleidingscommissie OS : onderwijssecretaris (Olga Yates / Jaap Hoff) PO : portefeuillehouder onderwijs (Corinne

Nadere informatie

Onderwijsevaluaties UHasselt

Onderwijsevaluaties UHasselt Onderwijsevaluaties UHasselt 2013-2014 Agenda Context Methodologie & instrumenten Vragenlijst opleidingsonderdelen Tijdspad Rapportage Volgende stappen 2 Nood aan optimalisatie van onderwijsevaluatie Nakende

Nadere informatie

Werken aan diversiteit, gelijke kansen en. hoger onderwijs

Werken aan diversiteit, gelijke kansen en. hoger onderwijs Werken aan diversiteit, gelijke kansen en taalbeleid in het hoger onderwijs Een procesmatige aanpak in de hoop op duurzame resultaten 18 mei 2011 Oriëntatie op divers talent in de lerarenopleiding 1. Context

Nadere informatie

0 1 19 46 11 77 3,87 persoonlijke groei, maatschappelijk engagement)

0 1 19 46 11 77 3,87 persoonlijke groei, maatschappelijk engagement) KWALITEITSBAROMETER STUDENTEN (AFNAME 2e SEMESTER 09-10) Bachelor in de Medische beeldvorming Algemeen # respondenten: 84 (51,2%) imago van HUB in Vlaanderen imago van HUB in Vlaanderen internationale

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Benedictuspoort Campus Maria Middelares

Commissie Hoger Onderwijs. Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen. Benedictuspoort Campus Maria Middelares Commissie Hoger Onderwijs Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de HBO5-opleidingen Benedictuspoort Campus Maria Middelares 126433 Rapport in het kader van het kwaliteitstoezicht van de hbo5-opleidingen

Nadere informatie

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd, verder

Nadere informatie

Master in de journalistiek

Master in de journalistiek BRUSSEL t Master in de journalistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit van België. Je kunt hier je studietraject verderzetten en verrijken, ook

Nadere informatie

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen 22 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 2.1 Uitgangspunten voor de beoordeling van het bijzonder

Nadere informatie

Concreet aan de slag: checklist strategisch vto-beleidsplan

Concreet aan de slag: checklist strategisch vto-beleidsplan Concreet aan de slag: checklist strategisch vto-beleidsplan De weg is belangrijker dan de wegwijzer Tussen de wil om het huidige vormingsbeleid meer af te stemmen op de uitdagingen inzake toenemende kwaliteitseisen

Nadere informatie

Kwaliteitszorg en accreditatie

Kwaliteitszorg en accreditatie Infofiche Kwaliteitszorg en accreditatie Om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen, worden opleidingen en instellingen beoordeeld. Enerzijds is er interne kwaliteitszorg die binnen de hogeschool of universiteit

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125

H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125 H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125 BIJLAGE 6.4. CHECKLIST Inleiding De onderwerpen en facetten waarover de commissie zich een oordeel moet vormen, zijn

Nadere informatie

Werkplan 1 juli 2009 1 juli 2011

Werkplan 1 juli 2009 1 juli 2011 Expertisecentrum Onderwijs & ICT Suriname UTSN Twinning Project 2008/1/E/K/005 Werkplan 1 juli 2009 1 juli 2011 Bijlage C bij het Rapport Haalbaarheidsstudie Wim de Boer (SLO), Pieter van der Hijden (Sofos

Nadere informatie

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Academiejaar 2013/2014 navorming Mentor Klinisch Onderwijs Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Navorming Mentor Klinisch Onderwijs Deze opleiding is een samenwerking van het departement Gezondheid en

Nadere informatie

Het kwaliteitshandboek: neerslag van het kwaliteitsbeleid

Het kwaliteitshandboek: neerslag van het kwaliteitsbeleid Het kwaliteitshandboek: neerslag van het kwaliteitsbeleid Informatieronde SOK 10 juni 2011 Waarom een kwaliteitsbeleid? Weten wat er speelt (systematisch gegevens verzamelen) Borgen en verbeteren Verantwoorden

Nadere informatie

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR Reactieformulier Curriculum.nu visie Negen ontwikkelteams, leraren en schoolleiders werken aan de actualisatie van het curriculum voor alle leerlingen in het primair

Nadere informatie

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Telefoonnummer : Datum :

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut :   Telefoonnummer : Datum : PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Email : Telefoonnummer : Datum : 1 Inhoud Onderwijscv... 3 1. Onderwijsvisie... 7 2. Didactisch ontwerp en uitwerking

Nadere informatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)

Nadere informatie

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden Evaluatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen in Vlaanderen en Brussel in functie van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen Syntheserapport 22 maart 2017 1 Inleiding

Nadere informatie

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat 26 9000 GENT 09 335 22 22

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat 26 9000 GENT 09 335 22 22 identificatie opleiding Winkelmanagement modulenaam Integratie basis opleidingsonderdeel Werkplekleren 2: de klant code module goedkeuring door aantal lestijden studiepunten 6 datum goedkeuring structuurschema

Nadere informatie

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews PLATO - Centre for Research and Development in Education and Lifelong Learning Leiden University Content Vraagstellingen voor case studies m.b.t.

Nadere informatie

Reflectievragen voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren

Reflectievragen voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren Doelstelling Dit instrument is bedoeld voor het management van een opleiding en opleidingsteams. Het reikt reflectievragen aan voor het ontwerpen van

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS) Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische (RAOS) Wat? (Kwaliteitsstandaarden NVAO) Hoe? Wanneer? Door wie? Bij wie? Output Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 1. De heeft een geëxpliciteerde

Nadere informatie

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren Project evalueren studenten in het UZA Nancy Van Genechten Katrien Van den Sande Yvonne Gilissen Werkgroep mentoren en Hogescholen Hoe is dit gegroeid?? Mentorendag 2010 Hoe verder na vraag Mentoren hadden

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Herindiening van Masteropleiding Informatica - 120 studiepunten Juni 2004 I. Indiener 1. Faculteit / Gemeenschappelijke Raad - Onderwijscommissie WETENSCHAPPEN - Onderwijscommissie

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

Nota herindeling academiejaar (21 mei 2014)

Nota herindeling academiejaar (21 mei 2014) Nota herindeling academiejaar (21 mei 2014) VVS wil: - Tegelijk aandacht voor nieuwe onderwijs- en examenvormen in de denkoefening over de herindeling van het academiejaar. - Een minimumduur voor de blok-

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie