de optelling en vermenigvuldiging van complexe getallen, de beschrijving van complexe getallen in termen van poolcoördinaten,
|
|
- Lien Vermeiren
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hoofdstuk 1 Complexe getallen 1.1 Rekenen met complexe getallen We kunnen reële getallen opvatten als punten van een rechte lijn, de getallenrechte. Net zo kunnen we complexe getallen opvatten als punten van het vlak. Om voor punten van het vlak de naam getallen waar te maken, moeten we een optelling en een vermenigvuldiging voor punten in het vlak gaan definiëren. In deze paragraaf bespreken we het begrip complex getal, de optelling en vermenigvuldiging van complexe getallen, de beschrijving van complexe getallen in termen van poolcoördinaten, quotiënten van complexe getallen, de geconjugeerde van een complex getal, diverse rekenregels, de meetkundige interpretatie van complexe getallen We nemen in het platte vlak een loodrecht assenstelsel. Van dit assenstelsel noemen we de horizontale as de reële as en de verticale as de imaginaire as. Ieder punt in het vlak wordt ten opzichte van dit assenstelsel bepaald door twee coördinaten a en b, die uiteraard reëel zijn. We noemen het punt (a, b) een complex getal, dat we in de regel in plaats van met (a, b) zullen noteren als a+bi. De punten (a,0) op de eerste as noteren we eenvoudigweg met a en de punten (0, b) op de tweede as met bi. In het bijzonder is i het 33
2 34 Complexe getallen punt (0, 1). Voor een complex getal gebruiken we vaak de letter z of w. De verzameling complexe getallen wordt aangegeven met C. imaginaire as bi z = a + bi 0 a reële as (Som) We definiëren de som van twee complexe getallen z 1 = a 1 + b 1 i en z 2 = a 2 + b 2 i als volgt: z 1 + z 2 := (a 1 + a 2 ) + (b 1 + b 2 )i. Bijvoorbeeld is (1 + i) + ( 2 + 4i) = 1 + 5i. Optelling van complexe getallen is dus de coördinaatsgewijze optelling in het vlak. Meetkundig is het de bekende vectoroptelling. Door uitschrijven gaan we eenvoudig na dat voor deze optelling van complexe getallen alle rekenregels gelden die we van de optelling van reële getallen kennen. Bijvoorbeeld is de optelling commutatief : voor alle complexe getallen z en w geldt z + w = w + z. De optelling is ook associatief : voor alle complexe getallen z 1, z 2, z 3 geldt (z 1 + z 2 ) + z 3 = z 1 + (z 2 + z 3 ) (Product) We definiëren het product van twee complexe getallen z 1 = a 1 + b 1 i en z 2 = a 2 + b 2 i door z 1 z 2 := (a 1 a 2 b 1 b 2 ) + (a 1 b 2 + a 2 b 1 )i. Dit lijkt een ingewikkelde formule, maar hij is eenvoudig te onthouden. Werk het product (a 1 + b 1 i) (a 2 + b 2 i) uit, gebruik makend van de rekenregels voor reële getallen, en gebruik als extra eigenschap i 2 = 1, dan volgt de formule van het rechterlid. Ga na dat (1 + i) ( 2 + 4i) = 2 + 4i + ( 2)i + i(4i) = 6 + 2i. Vanwege de manier waarop we deze vermenigvuldiging gedefinieerd hebben is het niet verwonderlijk dat voor de vermenigvuldiging van complexe getallen en de interactie met de optelling van complexe getallen dezelfde rekenregels gelden als voor de reële getallen, met de extra eigenschap i 2 = 1. De verificatie hiervan is betrekkelijk veel maar eenvoudig rekenwerk. Naast commutativiteit en associativiteit is de zogenaamde distributiviteit van de vermenigvuldiging over de optelling een voorbeeld van zo n rekenregel: voor alle complexe getallen z 1, z 2, z 3 geldt z 1 (z 2 + z 3 ) = z 1 z 2 + z 1 z 3.
3 1.1 Rekenen met complexe getallen (Absolute waarde en argument) Vermenigvuldiging van complexe getallen heeft ook een meetkundige interpretatie. Daarbij gebruiken we de nu te bespreken absolute waarde en argument, zie verder en We kunnen in het vlak een punt, behalve in Cartesische coördinaten, ook weergeven met poolcoördinaten: de absolute waarde is de afstand tot de oorsprong; het argument is de hoek met de positieve x as. De absolute waarde van het complexe getal z = a + bi (met a en b reëel!) is gelijk aan a 2 + b 2. Het argument is slechts op een veelvoud van 2π na bepaald. Als we het argument kiezen tussen π en π dan spreken we van de hoofdwaarde van het argument. De hoofdwaarde van het argument van punten op de negatieve reële as is π. Voor de oorsprong is het argument ongedefinieerd. z z arg(z) Als een complex getal z absolute waarde z en argument ϕ heeft, dan zijn de coördinaten respectievelijk z cos ϕ en z sinϕ, zodat we dat complexe getal kunnen schrijven als z = z cos ϕ + i z sinϕ, z = z (cos ϕ + i sinϕ). of Voorbeeld. Het complexe getal i heeft absolute waarde = 1 en argument π/2. Het complexe getal 1+i heeft absolute waarde ( 1) = 2; de hoofdwaarde van het argument is 3π/4. Het getal is dus ook te schrijven als 2 (cos(3π/4) + i sin(3π/4)). Het voordeel van deze schrijfwijze is dat we onmiddellijk zien wat absolute waarde en argument van 1 + i zijn (Reële en imaginaire deel) Als z = a + bi met a, b R, dan heten a en b respectievelijk het reële deel van z, genoteerd door Re(z), en het imaginaire deel van z, genoteerd door Im(z). Re en Im zijn dus afbeeldingen van C
4 36 Complexe getallen naar R. Merk op dat het imaginaire gedeelte van een complex getal reëel is! De volgende eigenschappen volgen direct uit de definities: Re(z 1 + z 2 ) = Re(z 1 ) + Re(z 2 ), Re(z 1 z 2 ) = Re(z 1 )Re(z 2 ) Im(z 1 )Im(z 2 ), Im(z 1 + z 2 ) = Im(z 1 ) + Im(z 2 ), Im(z 1 z 2 ) = Re(z 1 )Im(z 2 ) + Im(z 1 )Re(z 2 ). Uit de absolute waarde en het argument van een complex getal z kunnen we eenvoudig het reële en imaginaire gedeelte vinden: Re(z) = z cos(arg(z)), Im(z) = z sin(arg(z)). Omgekeerd vinden we uit het reële en imaginaire gedeelte de absolute waarde van z met de formule z = Re(z) 2 + Im(z) 2. Vaak denkt men dat (de hoofdwaarde van) het argument gegeven wordt door de formule ( Im(z) ) arg(z) = arctan. Re(z) Dit is juist als Re(z) > 0, maar in het algemeen onjuist. Ga dit zelf na aan de hand van het complexe getal 1 i. De volgende (niet zo belangrijke) formule is wel correct als z niet op de negatieve reële as ligt: arg(z) = 2 arctan Im(z) z + Re(z) (Driehoeksongelijkheid) De absolute waarde heeft de volgende eigenschap: z 1 + z 2 z 1 + z 2. Deze eigenschap staat bekend als de driehoeksongelijkheid. Zie verder Opgave (Absolute waarde en argument: rekenregels) Beschouw twee complexe getallen z 1 en z 2 met poolcoördinaten ( z 1, ϕ 1 ) en ( z 2, ϕ 2 ), respectievelijk. Dan geldt z 1 = z 1 cos ϕ 1 + i z 1 sinϕ 1, z 2 = z 2 cos ϕ 2 + i z 2 sinϕ 2,
5 1.1 Rekenen met complexe getallen 37 waaruit volgt: ( z 1 z 2 = z 1 z 2 (cos ϕ 1 cos ϕ 2 sinϕ 1 sinϕ 2 ) + ) i(cos ϕ 1 sinϕ 2 + cos ϕ 2 sinϕ 1 ) ( ) = z 1 z 2 cos(ϕ 1 + ϕ 2 ) + i sin(ϕ 1 + ϕ 2 ). Hieruit volgen de volgende twee belangrijke formules (mod=modulo): z 1 z 2 = z 1 z 2, arg(z 1 z 2 ) = arg(z 1 ) + arg(z 2 ) (mod 2π). (1.1) Door herhaald toepassen van deze regels vinden we voor n complexe getallen z 1, z 2,...,z n : z 1 z 2 z n = z 1 z 2 z n, arg(z 1 z 2 z n ) = arg(z 1 ) + arg(z 2 ) + + arg(z n ) (mod 2π). (1.2) Zijn z 1, z 2,...,z n alle gelijk aan het getal z, dan vinden we: z n = z n, arg(z n ) = n arg(z) (mod 2π). (1.3) (Het quotiënt) Voor ieder complex getal z 0 bestaat ook 1/z. Immers, 1/z dient te voldoen aan z (1/z) = 1, dus wegens formule (1.1) aan z 1/z = 1 = 1, arg(z) + arg(1/z) = arg(1) = 0, zodat we 1/z in poolcoördinaten kunnen definiëren door 1 = 1 z z, arg(1/z) = arg(z). Het quotiënt z/w van twee complexe getallen (met w 0) definiëren we nu als het product z (1/w). In termen van poolcoördinaten volgt met formule (1.1) voor het quotiënt: z/w = z / w, arg(z/w) = arg(z) arg(w) (mod 2π). (1.4)
6 38 Complexe getallen Voor dit quotiënt gelden de gebruikelijke rekenregels; zo is bijvoorbeeld z 1 z 2 w 1 w 2 = z 1w 1 z 2 w 2. We kunnen van 1/z ook het reële en imaginaire deel opsporen. Stel z = a+bi met a, b R en niet beide nul. Dan is 1 z = 1 a + bi = a bi (a + bi)(a bi) = a bi a 2 + b 2. Ga na dat i = 3 4i 25 en dat 1 + i 2 + 3i = 5 i (De geconjugeerde) Als z = a + bi met a, b R een complex getal is, dan heet a bi de geconjugeerde van z, ook genoteerd als conj(z) of z. Conjugeren is dus spiegelen t.o.v. de reële as. Ieder van de volgende eigenschappen kan eenvoudig nagegaan worden, meetkundig of door invullen. Re(z) = Re( z), Im(z) = Im( z), Re(z) = 1 2 (z + z), Im(z) = 1 2i (z z), z = z, arg(z) = arg( z), z 1 + z 2 = z 1 + z 2, z 1 z 2 = z 1 z 2, z + z = 2 Re(z), z z = z 2. Merk op dat uit de laatste formule volgt 1 z = z z 2, in overeenstemming met We vinden dus 1/z door eerst te spiegelen t.o.v. de x as en dan door z 2 te delen (Meetkundige interpretatie) Laat z = a+bi en w = c+di twee complexe getallen zijn. De absolute waarde z w heeft als meetkundige interpretatie de afstand van z tot w. Immers, z w = (c a) 2 + (d b) 2, terwijl de stelling van Pythagoras vertelt dat dit de afstand is van z tot w. Van deze interpretatie kunnen we soms gebruik maken:
7 1.1 Rekenen met complexe getallen 39 De vergelijking z i = 5 heeft als oplossingen precies die complexe getallen z die afstand 5 tot i hebben. Dit is een cirkel om i met straal 5. Natuurlijk kunnen we deze vergelijking ook omwerken tot de bekende vergelijking van een cirkel: als z = x + iy, dan volgt z i = 5 z i 2 = 25 x+(y 1)i 2 = 25 x 2 +(y 1) 2 = 25. De vergelijking z a = z b heeft als oplossingen alle punten z die dezelfde afstand tot a en b hebben. Dit is de middelloodlijn tussen a en b. Er is ook een meetkundige interpretatie voor het vermenigvuldigen met een complex getal; deze interpretatie volgt uit We illustreren haar aan de hand van het vermenigvuldigen met i. Als z 0, dan is zi = z i = z, terwijl arg(zi) = arg(z) + arg(i) = arg(z) + π/2. Met andere woorden, zi wordt uit z verkregen door z over de hoek π/2 te roteren. Op een zelfde manier volgt dat z vermenigvuldigen met 1 + i betekent dat we z in absolute waarde oprekken met een factor 2 en het resultaat draaien over de hoek π/ Rekenen met complexe getallen vereist een redelijke rekenvaardigheid. We dienen steeds een keuze te maken of we de representatie in Cartesische coördinaten of in poolcoördinaten zullen gebruiken. Ruwweg kunnen we daarbij de volgende vuistregels hanteren: als de berekening hoofdzakelijk optellingen bevat, dan is gebruik van Cartesische coördinaten raadzaam; als de berekening hoofdzakelijk vermenigvuldigingen bevat, dan is rekenen in poolcoördinaten aan te bevelen. Bij het oplossen van vergelijkingen speelt een rol dat twee complexe getallen aan elkaar gelijk zijn dan en slechts dan als zowel de reële als imaginaire gedeelten aan elkaar gelijk zijn; voor twee complexe getallen ongelijk 0 geldt dat ze gelijk zijn dan en slechts dan als ze dezelfde absolute waarden hebben en de argumenten op een veelvoud van 2π na gelijk zijn. Met deze eigenschappen kunnen we complexe vergelijkingen omzetten in reële vergelijkingen. Dat is overigens niet altijd handig of nodig Voorbeeld. We lossen de vergelijking z 2 = 2i op.
8 40 Complexe getallen (Eerste oplossing) Bij deze oplossing schrijven we z = x + iy (met x en y reëel) en vullen in: x 2 + 2ixy y 2 = 2i. Gelijkstellen van de reële en imaginaire delen levert de twee vergelijkingen x 2 y 2 = 0 en 2xy = 2. Uit de eerste vergelijking (voor de reële getallen x en y) volgt x = y of x = y. Invullen in de tweede geeft x 2 = 1 en x 2 = 1. De vergelijking x 2 = 1 heeft geen (reële!) oplossingen en de vergelijking x 2 = 1 leidt tot x = 1 of x = 1. We vinden ten slotte de twee oplossingen 1 + i en 1 i. (Tweede oplossing) Gebruik makend van de absolute waarde en het argument redeneren we als volgt. z 2 = 2i z 2 = 2 en arg(z 2 ) = π/2 + 2kπ (k geheel) z 2 = 2 en 2 arg(z) = π/2 + 2kπ (k geheel) z = 2 en arg(z) = π/4 + kπ (k geheel). Hieruit volgen de twee oplossingen 2 (cos(π/4) + i sin(π/4)) en 2 (cos(5π/4) + i sin(5π/4)) (we gebruiken enkel de waarden k = 0 en k = 1, omdat we voor k = 2 weer dezelfde oplossing vinden als voor k = 0, voor k = 3 dezelfde oplossing als voor k = 1 enz.). Ga na dat dit dezelfde getallen zijn als beschreven in de eerste oplossing. 1.2 De complexe e macht, sinus en cosinus Tot nu toe kunnen we met complexe getallen alleen optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen, en machtsverheffen tot een gehele macht. We zullen nu laten zien hoe we in de complexe getallen de e macht en de sinusen cosinusfunctie definiëren Definitie. (Complexe e macht) Voor ieder complex getal z definiëren we het complexe getal e z door e z = e Re(z), arg(e z ) = Im(z).
9 1.2 De complexe e macht, sinus en cosinus Merk op dat we in deze definitie de van de reële getallen bekende e macht gebruiken. Als z een reëel getal is, dan is e z = e z en arg(e z ) = 0, dus definitie levert de reële e macht op en breidt derhalve de definitieverzameling van de e macht uit van R naar C. Omdat de reële e macht nooit 0 is, volgt dat de complexe e macht ook nooit 0 is: e z = e Re(z) 0, en een getal waarvan de absolute waarde ongelijk 0 is, is zelf ongelijk Voorbeeld. Het complexe getal e πi heeft absolute waarde e Re(πi) = e 0 = 1 en argument Im(πi) = π zodat e πi = 1. Het getal e 1+πi/2 heeft absolute waarde e Re(1+πi/2) = e 1 en argument Im(1+πi/2) = π/2 zodat e 1+πi/2 = ei Voorbeeld. Om de vergelijking e z = 1+i op te lossen stellen we de absolute waarden links en rechts gelijk en ook de argumenten. Met z = x+iy betekent dit e x = 2 en y = π + 2kπ met k geheel. 4 We vinden dus de volgende (oneindige) oplossingsverzameling: { 1 2 log(2) + i(π 4 + 2kπ) k Z }, waarin log de natuurlijke logaritme is Stelling. e z 1 e z 2 = e z 1+z 2. Bewijs. e z 1 e z 2 = e z 1 e z 2 = e Re(z 1) e Re(z 2) = e Re(z 1)+Re(z 2 ), e z 1+z 2 = e Re(z 1+z 2 ) = e Re(z 1)+Re(z 2 ). Het linker en het rechterlid hebben dus dezelfde absolute waarde. Ook geldt arg(e z 1 e z 2 ) = arg(e z 1 ) + arg(e z 2 ) = Im(z 1 ) + Im(z 2 ), arg(e z 1+z 2 ) = Im(z 1 + z 2 ) = Im(z 1 ) + Im(z 2 ). Het linker en het rechterlid hebben dus ook hetzelfde argument, en daarmee zijn ze gelijk Stelling. (e z ) n bestaat voor ieder complex getal z en voor iedere gehele (dus ook negatieve) n. Voor iedere gehele n en iedere complexe z geldt (e z ) n = e nz.
10 42 Complexe getallen Bewijs. Omdat voor iedere z het getal e z 0, bestaat (e z ) n voor iedere z en iedere gehele (dus ook negatieve) n. Resteert het bewijs van de gelijkheid (e z ) n = e nz. Voor positieve n is deze eigenschap een gevolg van de vorige. Voor n = 0 zijn linkerlid en rechterlid per definitie 1. Nu n = 1. Wegens is de absolute waarde van 1/e z gelijk aan (e z ) 1 = e z 1 = ( e Re(z)) 1 = e Re(z) Re( z) = e en analoog vinden we voor het argument ( arg (e z ) 1) = arg(e z ) = Im(z) = Im( z). Dus is (e z ) 1 = e z. Dat nu de eigenschap voor alle negatieve n waar is volgt uit Stelling Gevolg. e 2πin = 1, e πin = ( 1) n voor iedere gehele n. Beide eigenschappen volgen direct uit de definitie van e z en Stelling Stelling. De functie e z is periodiek met periode 2πi. Bewijs. e z+2πi = e z e 2πi = e z 1 = e z De formules in Gevolg zijn een bijzonder geval van een algemene eigenschap. Laat ϕ een reëel getal zijn. Dan is e iϕ een complex getal met absolute waarde 1 en argument ϕ, dus: Eigenschap. Voor ieder reëel getal ϕ geldt e iϕ = cos ϕ + i sinϕ. Deze relatie legt het verband tussen de e macht, de sinus en de cosinus en geeft bovendien een andere veel gebruikte notatie voor een complex getal in termen van zijn absolute waarde en argument: Zo is bijvoorbeeld 1 + i = 2 e πi/ Uit volgt voor reële ϕ z = z e iarg z. e iϕ = cos ϕ i sin ϕ,
11 1.2 De complexe e macht, sinus en cosinus 43 zodat voor iedere reële ϕ geldt ) cos ϕ = 1 2 (e iϕ + e iϕ, ) sin ϕ = 1 2i (e iϕ e iϕ. We definiëren nu voor complexe z de sinus en de cosinus Definitie. (Complexe sinus en cosinus) ) cos z = 1 2 (e iz + e iz, ) sin z = 1 2i (e iz e iz. Wegens resulteren deze definities voor het geval dat z reëel is in de van ouds bekende sinus en cosinus Stelling. De sinus en de cosinus zijn periodiek met periode 2π. Ook geldt Bewijs. sin(z + 2π) = 1 2i = 1 2i sin 2 (z) + cos 2 (z) = 1 z C. (e i(z+2π) e i(z+2π) ) ) (e iz e iz = sin z, = 1 2i (e iz e 2πi e iz e 2πi ) want e 2πi heeft absolute waarde 1 en argument 2π, en is dus ook gelijk aan 1. Net zo tonen we aan dat de cosinus periodiek is met periode 2π. De betrekking sin 2 (z) + cos 2 (z) = 1 vinden we door de definities van sin(z) en cos(z) in te vullen Voorbeeld. Los op de vergelijking cos(z) = 2. Het is duidelijk dat er binnen R geen oplossingen zijn. We moeten oplossen 1 ( e iz + e iz) = 2. 2
12 44 Complexe getallen Noem e iz = w, dan is w 0 wegens en vinden we de vergelijking Hieruit volgt w + 1 w = 4, w 2 4w + 1 = 0, (w 2) 2 = 3, w = 2 ± 3. e iz = e Im(z) = w = 2 ± 3, dus Im(z) = log(2 ± 3). arg(e iz ) = Re(z) = arg w = 0 (mod 2π), dus Re(z) = k 2π, k Z. Alle oplossingen van de vergelijking zijn dus z = ilog(2 + 3) + k 2π, k Z, z = ilog(2 3) + k 2π, k Z. Merk op dat de absolute waarde van de complexe cosinus dus niet altijd kleiner dan of gelijk is aan 1, zoals voor de reële cosinus! Stelling. e z = e z, sin(z) = sin( z), cos(z) = cos( z). Bewijs. e z ) = e z = e Re(z) = e Re( z), arg (e z = arg(e z ) = Im(z) = Im( z), dus e z = e z. sin(z) = 1 ) ( 1 ) (e 2i iz e iz = 2i)(e iz e iz = 1 ( ) eī z e ī z 2i = 1 2i ) (e i z e i z = 1 ) (e i z e i z 2i = sin( z). De formule voor cos(z) wordt analoog bewezen.
13 1.3 Complexe polynomen Met de rekenregel e z e w = e z+w voor de complexe e macht zijn de diverse gonioformules snel af te leiden en handig te onthouden. Herschrijf bijvoorbeeld de gelijkheid e 2it = e it e it (voor reële t) als volgt: cos(2t) + i sin(2t) = (cos t + i sint)(cos t + i sint). Werk het rechterlid uit en vergelijk het reële deel en het imaginaire deel van het linkerlid en van het uitgewerkte rechterlid: cos(2t) = cos 2 t sin 2 t en sin(2t) = 2 sintcos t. Deze formules gelden ook voor complexe waarden van t; dat is eenvoudig te verifiëren door de definitie van de complexe sinus en cosinus toe te passen. Uit de gelijkheid e ia e ib = e i(a+b) is op soortgelijke manier af te leiden dat cos(a + b) = cosacos b sinasinb; sin(a + b) = sinacos b + cos asinb. 1.3 Complexe polynomen Het oplossen van vergelijkingen is een belangrijke bezigheid in de wiskunde. Met complexe getallen kunnen we meer vergelijkingen aan dan enkel met reële getallen. Een veel voorkomend type vergelijking is de veeltermvergelijking of polynoomvergelijking. In deze paragraaf bespreken we het begrip complex polynoom en een aantal typen polynoomvergelijkingen (Complexe polynomen) Een uitdrukking van de gedaante a n z n + a n 1 z n a 1 z + a 0 waarin a 0,...,a n complexe getallen zijn, heet een complex polynoom (of complexe veelterm) in z. Als a n 0 dan heet n de graad van het polynoom. De getallen a 0,...,a n heten de coëfficiënten van het polynoom. Zijn ze alle reëel, dan noemen we het polynoom reëel. Laat p(z) een polynoom zijn. Als p(α) = 0, dan heet α een nulpunt van het polynoom of ook wel een wortel of oplossing van de (polynoom)vergelijking p(z) = 0. We gebruiken in deze paragraaf, en ook later, regelmatig de formules (1.2) en (1.3): z 1 z 2 z n = z 1 z 2 z n, arg(z 1 z 2 z n ) = arg(z 1 ) + arg(z 2 ) + + arg(z n ) (mod 2π)
14 46 Complexe getallen en in het bijzonder als z 1 = z 2 =... = z n = z: z n = z n, arg(z n ) = n arg(z) (mod 2π) Voorbeeld. We bepalen alle oplossingen in C van z 3 = i. Zo n oplossing moet voldoen aan z 3 = z 3 = i = 1, dus z = 1. Ook moet gelden arg(z 3 ) = 3 arg(z) = arg(i) = π 2 + k 2π, k Z, zodat arg(z) = π 6 + k 2π 3, k Z. Op veelvouden van 2π na vinden we dus slechts 3 verschillende waarden van arg(z), namelijk voor k = 0, 1 en 2. De drie oplossingen van de vergelijking zijn dus z = cos π 6 + i sin π 6, z = cos 5π 6 + i sin 5π 6, z = cos 9π 6 + i sin 9π Net zo als in dit voorbeeld lossen we in het algemeen de vergelijking z n = a op, waarin n een natuurlijk getal is en a een complex getal met a 0. Immers, uit z n = a volgt z n = z n = a, dus z = n a, arg(z n ) = n arg(z) = arg(a) + k 2π, k Z, arg(z) = 1 n arg(a) + k 2π n, k Z. Op veelvouden van 2π vinden we dus n verschillende waarden voor arg z, namelijk voor k = 0,..., n 1. De vergelijking z n = a heeft dus n verschillende oplossingen, die alle op de cirkel z = n a liggen en waarvan de onderlinge hoekafstand van twee opeenvolgende 2π/n is. Hieronder zijn de vier oplossingen van z 4 = 1 geschetst.
15 1.3 Complexe polynomen 47 i 1 1 i De vergelijking z n = 0 geeft aanleiding tot n vergelijkingen z = 0. De vergelijking z n = 0 heeft dus n samenvallende oplossingen 0. Zie ook In het bijzonder heeft de vergelijking z 2 = a, a 0 twee oplossingen, beide met absolute waarde a en met respectievelijk 1 2 arg(a) en 1 2 arg(a) + π als argument. We onderzoeken nu in het algemeen de nulpunten van een n e graads complex polynoom p(z) Stelling. Als voor een complex polynoom p(z) van graad n geldt p(α) = 0, dan bevat p(z) een factor z α, d.w.z. er bestaat een polynoom q(z) van graad n 1 zo dat p(z) = (z α)q(z). Bewijs. Voor iedere keuze van α kunnen we p(z) delen door z α. We vinden dan een quotiënt q(z) en een rest r, een complex getal. Dus: Nu is p(α) = 0, zodat p(z) z α = q(z) + r z α, p(z) = (z α)q(z) + r. 0 = p(α) = (α α)q(α) + r dus r = Als p(α) = 0, dan kan p(z) geschreven worden als (z α)q(z). Als q(α) = 0, dan bevat ook q(x) een factor (z α), en geldt dus p(z) = (z α) 2 r(z), enz.
16 48 Complexe getallen Definitie. α heet een nulpunt van multipliciteit m van een complex polynoom p(z) als er een polynoom t(z) met t(α) 0 bestaat zo dat p(z) = (z α) m t(z). De multipliciteit van een nulpunt α is dus het aantal factoren (z α) van p(z) Als p(z) een polynoom van graad n is, dan volgt direct uit het voorgaande dat het aantal nulpunten van p(z), ieder geteld met zijn multipliciteit, hoogstens n is. In feite geldt een nog veel sterkere eigenschap Stelling. (Hoofdstelling van de algebra) Ieder complex polynoom van graad n heeft precies n nulpunten als ieder nulpunt geteld wordt met zijn multipliciteit. Het bewijs van deze stelling valt buiten het kader van deze cursus. Merk op dat we de stelling al bewezen hebben voor polynomen van het type z n a. Merk ook op dat de hoofdstelling van de algebra niet geldt binnen de reële getallen: x is een reëel polynoom van graad 2 dat binnen R geen nulpunten heeft (Graad 1) Voor polynomen van graad 1 is het nulpunt altijd direct te vinden: Uit az + b = 0, a 0 volgt z = b/a (Graad 2) We beschouwen nu polynomen van graad 2: az 2 + bz + c, a 0. We herschrijven het polynoom als volgt az 2 + bz + c = a(z 2 + b b 4ac z) + c = a(z + a 2a )2 b2 + 4a Noem nu z + b 2a = w, dan vinden we de (kwadratische) vergelijking w 2 = b2 4ac 4a 2. Deze heeft twee oplossingen voor w (tenzij b 2 4ac = 0), zie 1.3.4, waaruit direct de twee oplossingen voor z volgen. Bovenstaande techniek heet kwadraat afsplitsen. Merk op dat we de abc formule niet gebruiken; die geeft aanleiding tot wortels van complexe getallen en die hebben we niet gedefinieerd..
17 1.3 Complexe polynomen Voorbeeld. Beschouw de vergelijking z 2 + (2 + 4i)z + i = 0. Kwadraat afsplitsen levert (z + (1 + 2i)) 2 = 3 + 3i, zodat wegens z i = 4 18(cos( 3π 8 ) + i sin(3π 8 )) of z i = 4 18(cos( 11π 8 ) + i sin(11π 8 )). Hieruit volgt z = cos( 3π 8 ) + i( sin 3π 8 ) of z = cos( 3π 8 ) + i( sin 3π 8 ) (Graad 3 en hoger) Het is nog mogelijk om voor polynomen van graad 3 en graad 4 algoritmen te geven die leiden naar de drie of vier nulpunten van deze polynomen. Voor polynomen van graad hoger dan vier bestaan dergelijke algoritmen niet, en is het dus betrekkelijk toevallig als we de nulpunten exact kunnen vinden. Uiteraard bestaan er algoritmen die de nulpunten numeriek benaderen. Tot slot van deze paragraaf besteden we enige aandacht aan polynomen waarvan de coëfficiënten reëel zijn Stelling. Beschouw het polynoom p(z) = a n z n + a n 1 z n a 1 z + a 0, waarin a n, a n 1,..., a 1, a 0 reëel zijn. Als het complexe getal α voldoet aan p(α) = 0, dan geldt ook p(ᾱ) = 0. Bewijs. Gegeven is a n α n + a n 1 α n a 1 α + a 0 = 0.
18 50 Complexe getallen Complex conjugeren geeft a n α n + a n 1 α n a 1 α + a 0 = 0. Toepassen van de rekenregels levert dan a n ᾱ n + a n 1 ᾱ n a 1 ᾱ + a 0 = 0, dus p(ᾱ) = Gevolg. Elk polynoom (ongelijk het nulpolynoom) met reële coëfficiënten is ontbindbaar in factoren van graad 1 of 2 met reële coëfficiënten. Bewijs. Laat p(z) een polynoom met reële coëfficiënten zijn. Als α een reëel nulpunt van p is, dan kan p(z) geschreven worden als p(z) = (z α)q(z), waarin q ook een polynoom met reële coëfficiënten is. Als α een niet reëel nulpunt is, dan is ᾱ ook een nulpunt en is p(z) = (z α)(z ᾱ) r(z) = (z 2 (α + ᾱ)z + αᾱ) r(z) = (z 2 2Re(α)z + α 2 ) r(z). De eerste factor heeft reële coëfficiënten, dus r(z) ook. Aangezien q(z) en r(z) lagere graad hebben dan p(z), kunnen we deze constructie herhalen, net zo lang tot we voor q(z) of r(z) een polynoom van graad 0, dus een reële constante, gevonden hebben Voorbeeld. Van het polynoom p(z) = z 5 6z z 3 z 2 + 6z 25 is gegeven dat 3 4i een nulpunt is. We gaan dit polynoom ontbinden in reële factoren van graad 1 en 2. Omdat het polynoom reële coëfficiënten heeft, is 3 + 4i ook een nulpunt, en moet het een factor (z 3 + 4i)(z 3 4i) = z 2 6z + 25 bevatten. Een staartdeling geeft dan p(z) = (z 2 6z + 25)(z 3 1). De laatste factor heeft z = 1 als nulpunt en bevat dus een factor z 1: p(z) = (z 2 6z + 25)(z 1)(z 2 + z + 1). De derde factor is verder onontbindbaar.
19 1.4 Complexwaardige functies van een reële variabele, harmonische trillingen Complexwaardige functies van een reële variabele, harmonische trillingen We beschouwen in deze paragraaf complexwaardige functies van een reële variabele t, gedefinieerd op een interval I. Aan de orde komen: continuïteit van zulke functies, differentiatie en integratie van dergelijke functies, de rol van deze functies bij de beschrijving van harmonische trillingen Als we de variabele van een complexwaardige functie als de tijd opvatten dan vormen de functiewaarden een baan in het complexe vlak. Een voorbeeld is de functie f(t) = e it, waarin t de reële getallen doorloopt. Voor iedere t is f(t) een complex getal met coördinaten (cos t, sint). Als t een interval met lengte 2π doorloopt, dan beschrijft f(t) een cirkel in C om de oorsprong met straal 1. Beschouwen we t als de tijd, dan beschrijft f(t) een eenparige cirkelbeweging Definitie. (Reële en imaginaire deel) Laat f : I C een complexwaardige functie zijn. Dan definiëren we Re(f) : I R en Im(f) : I R voor alle t I door Re(f)(t) = Re(f(t)), Im(f)(t) = Re(f(t)). Dus f(t) = (Re f)(t) + i(im f)(t) (Continuïteit) Een complexwaardige functie f : I C heet continu in t = α I als lim f(t) = f(α), t α dus als ( ) ( ) lim Re(f)(t), Im(f)(t) = Re(f)(α), Im(f)(α). t α Hieruit volgt dat een complexwaardige functie f continu in t = α is dan en slechts dan als de beide coördinaatfuncties Re(f) en Im(f) continu zijn in t = α. Daaruit volgt weer dat de complexwaardige functie f continu is op I dan en slechts dan als de beide coördinaatfuncties Re(f) en Im(f) continu zijn op I. In het bijzonder vinden we dat als de beide coördinaatfuncties
20 52 Complexe getallen Re(f) en Im(f) combinaties (som, product, quotiënt let wel op delen door 0 en samenstelling) zijn van continue functies gedefinieerd op I, de functie f continu is op I (Differentieerbaarheid) Een complexwaardige functie f : I C heet differentieerbaar in t = α als lim t 0 f(α + t) f(α) t = f (α) bestaat. Uiteraard is f (α) hier een complex getal. Noteren we f(α+ t) f(α) door f, dan geldt dus voor kleine t f f (α) t. De richting van f (α) is dus de richting van de raakvector aan de baan Stelling. f (α) = Re(f) (α) + i Im(f) (α). Bewijs. f (α) = lim t 0 = lim t 0 = lim t 0 f(α + t) f(α) t Re(f)(α + t) + iim(f)(α + t) Re(f)(α) iim(f)(α) t Re(f)(α + t) Re(f)(α) + t Im(f)(α + t) Im(f)(α) t +i lim t 0 = Re(f) (α) + iim(f) (α) Deze stelling zegt dus dat het reële gedeelte van de afgeleide de afgeleide is van het reële gedeelte, en analoog dat het imaginaire gedeelte van de afgeleide de afgeleide is van het imaginaire gedeelte Eigenschap. Net zo als dat bij reëelwaardige functies gebeurt, tonen we de volgende eigenschappen van het differentiëren van complexwaardige functies aan: optelregel: (f + g) (α) = f (α) + g (α); productregel: (f g) (α) = f (α)g(α) + f(α)g (α).
21 1.4 Complexwaardige functies van een reële variabele, harmonische trillingen In principe kunnen we de afgeleide van een complexwaardige functie vinden door het reële en het imaginaire deel afzonderlijk te differentiëren en de resultaten weer samen te voegen volgens Stelling Vaak is dat onhandig. Met de definitie van afgeleide gaan we eenvoudig na dat d (a t) = a dt voor ieder complex getal a. Daaruit leiden we met de optel en productregel direct af dat d dt (a nt n +a n 1 t n 1 + +a 1 t+a 0 ) = n a n t n 1 +(n 1)a n 1 t n 2 + +a 1 waarin a n,..., a 0 complexe getallen zijn. De volgende eigenschap is wat we op grond van de kettingregel zouden verwachten: Stelling. Laat a(t) een complexwaardige differentieerbare functie zijn. Dan is d dt ea(t) = a (t)e a(t). Bewijs. We splitsen e a(t) in het reële en imaginaire gedeelte, differentiëren en voegen het resultaat weer samen; hiervoor gebruiken we x(t) = Re(a(t)) en y(t) = Im(a(t)). e a(t) = e x(t)+iy(t) = e x(t) cos y(t) + i e x(t) siny(t), dus, gebruik makend van de regels voor reëelwaardige functies en van stelling 1.4.6, vinden we: d dt ea(t) = e x(t) x (t)cos y(t) e x(t) y (t)siny(t) + i e x(t) x (t)sin y(t) + i e x(t) y (t)cos y(t) = e x(t) x (t)cos y(t) + i e x(t) x (t)sin y(t) + i e x(t) y (t)cos y(t) + i 2 e x(t) y (t)sin y(t) = e x(t) (cos y(t) + i siny(t))(x (t) + iy (t)) = e a(t) a (t).
22 54 Complexe getallen Voorbeeld. ) d (e 2 t sin4t dt 2 ( ) = Im d 2 e (1+4i)t dt 2 = Im ( (1 + 4i) 2 e (1+4i)t) = Im ( ( i)e t (cos 4t + i sin4t) ) = 8e t cos 4t 15e t sin4t (Integratie) We gaan nu over tot bepaalde en onbepaalde integralen van een complexwaardige functie f. De bepaalde integraal b a f(t)dt wordt net zo gedefinieerd als voor een reëelwaardige functie. We verdelen het interval [a, b] in eindig veel deelintervalletjes met lengte ( t) i, kiezen in ieder deelinterval een punt ξ i en vormen de Riemannsom n i=1 f(ξ i ) ( t) i De integraal is nu de limiet van de Riemannsom voor maximale deelintervallengte naar nul. Nu geldt voor de Riemannsom n i=1 f(ξ i )( t) i = n i=1 Re(f)(ξ i )( t) i + i n i=1 Im(f)(ξ i )( t) i, zodat we vinden voor de limiet voor maximale deelintervallengte naar nul b a f(t)dt = b a b Re(f)(t)dt + i a Im(f)(t)dt. Deze eigenschap zegt dus dat het reële gedeelte van een integraal de integraal van het reële gedeelte is, en dat het imaginaire gedeelte van een integraal de integraal van het imaginaire gedeelte is.
23 1.4 Complexwaardige functies van een reële variabele, harmonische trillingen Stel F is een primitieve van de complexwaardige functie f. Dan is Re(F) = Re(f) en Im(F) = Im(f) zodat b a f(t)dt = b a b Re(f)(t)dt + i a Im(f)(t)dt = Re(F)(b) Re(F)(a) + i(im(f)(b) Im(F)(a)) = F(b) F(a). De hoofdstelling van de integraalrekening geldt dus ook voor complexwaardige functies De volgende eigenschappen komen bij toepassingen veel voor. Stel T > 0 en definieer ω = 2π T. Dan is voor n Z, n 0 en voor n = 0 is T 0 e inωt dt = 1 inω einωt T T 0 t=0 = 1 ) (e 2πin e 0 = 0, inω e i0ωt dt = T 0 dt = T. De voor reëelwaardige functies geldende regels voor partiële integratie en substitutie gelden ook voor complexwaardige functies Voorbeeld. We bepalen voor iedere n Z c n = t e 2πint dt Partiële integratie levert voor n 0 c n = t 1 4πin e2πint πin 0 e 2πint dt.
24 56 Complexe getallen Deze laatste integraal is 0 wegens het vorige voorbeeld, dus c n = 1 4πin = i 4πn voor n 0 c 0 = 1/ Complexe e machten worden vaak gebruikt bij het beschrijven van harmonische trillingen Definitie. (Harmonische trilling) Laat A een positief reëel getal zijn en ω en ϕ reële getallen. Dan heet de functie A cos(ωt + ϕ) (t R) een harmonische trilling met amplitudo A, hoeksnelheid ω en fasehoek ϕ. In plaats van het woord hoeksnelheid wordt vaak het woord hoekfrequentie, of soms zelfs kortweg frequentie, gebruikt Een harmonische trilling is periodiek, en de periode is T = 2π ω. Deze periode heet de trillingstijd. De frequentie (in Herz) is het aantal trillingen per tijdseenheid, dus gelijk aan 1/T. De hoekfrequentie is dus 2π maal zo groot als de frequentie in Herz Laat a een complex getal zijn met absolute waarde A en argument ϕ. Dan is a = A(cos ϕ + i sinϕ) = Ae iϕ. Dan is zodat a e iωt = A e iϕ e iωt = Ae i(ωt+ϕ) = A cos(ωt + ϕ) + iasin(ωt + ϕ), A cos(ωt + ϕ) = Re(a e iωt ). Iedere harmonische trilling is dus het reële gedeelte van de complexwaardige functie a e iωt. Omgekeerd, als t de reële getallen doorloopt, dan beschrijft a e iωt
25 1.4 Complexwaardige functies van een reële variabele, harmonische trillingen 57 een baan in het complexe vlak, in parametervoorstelling gegeven door { x = A cos(ωt + ϕ) y = A sin(ωt + ϕ). Dit is de parametervoorstelling van een eenparige cirkelbeweging in het vlak om de oorsprong met straal A, hoeksnelheid ω en starthoek ϕ. Iedere harmonische trilling is dus de projectie op de reële as van zo n eenparige cirkelbeweging in het complexe vlak. Voor de meeste berekeningen met harmonische trillingen blijkt dat werken met het reële gedeelte niet echt handig is. We hebben echter al een eenvoudige formule voor het reële gedeelte van een complex getal gezien: Re(z) = 1 (z + z). 2 Voor de harmonische trilling vinden we dus ( A cos(ωt + ϕ) = Re a e iωt) = 1 ) (a e iωt + a e 2 iωt = 1 ( a e iωt + ā e iωt). 2 Merk op dat ā e iωt de gespiegelde t.o.v. de reële as is van ae iωt. De harmonische trilling is dus de som van twee gespiegelde eenparige cirkelbewegingen in het complexe vlak en omgekeerd Voorbeeld. ) ) 5 sin(3t) + 12 cos(3t) = 5 1 2i (e 3it e 3it (e 3it + e 3it ) ) = (6 5 2 i e 3it + ( i e 3it. Inderdaad is 5 sin(3t) + 12 cos(3t) de som van twee geconjugeerde eenparige cirkelbewegingen in het) complexe vlak en dus een harmonische trilling. Stel ϕ = arg (6 5 2 i = arctan Dan is 5 sin3t + 12 cos(3t) = 13 2 eiϕ e 3it e iϕ e 3it = 13 2 (e i(3t+ϕ) + e i(3t+ϕ) ) = 13 cos(3t + ϕ). De harmonische trilling ) heeft dus een amplitudo 13, hoeksnelheid 3 en fasehoek ϕ = arctan( 5 12.
26 Algebra 2 Verzamelingenleer en Algebra 58 Complexe getallen 1.5 Aantekeningen Veel uitgewerkte voorbeelden van het rekenen met complexe getallen zijn te vinden in [6] en [7] (zie de bibliografie aan het eind van de syllabus). De constructie van complexe getallen kan opgevat worden als een speciaal geval van een constructie van rekensystemen die in Algebra 2 aan de orde komt. De formulering van de complexe getallen met behulp van paren reële getallen zoals in dit hoofdstuk gegeven dateert uit 1833 en gaat terug op W.R. Hamilton ( ), zie [1], p Hamilton wist deze constructie nog te generaliseren tot een rekensysteem met elementen van de vorm a+bi+cj+dk (met a,b,c,d R), waarin i 2 = 1, j 2 = 1, k 2 = 1, ij = k = ji, jk = i = kj, ki = j = ik; dit is het rekensysteem der quaternionen. Voor de lineaire algebra ligt het nut van complexe getallen daarin dat we allerlei polynoomvergelijkingen kunnen oplossen (dat zal in de volgende hoofdstukken blijken). Rekenen met polynomen komt bij Verzamelingenleer en Algebra uitgebreider aan de orde. De Hoofdstelling van de Algebra gaat terug op C.F. Gauss ( ), zie [1]; er bestaan diverse bewijzen van deze stelling, sommige algebraïsch, sommige analytisch. Een bewijs dat gebruik maakt van complex integreren wordt behandeld Functie theorie bij Functietheorie. Dat er geen expliciete formules bestaan om veeltermvergelijkingen van graad 5 en hoger op te lossen, vergt de nodige algebraïsche voorkennis; soortgelijke algebraïsche technieken zijn nodig om een vergelijkbaar verschijnsel te Algebra begrijpen, namelijk dat er van sommige in bekende functies uit te drukken functies geen primitieven bestaan die zelf weer combinaties van bekende functies zijn (een voorbeeld van zo n functie is e x2 ). Zulke technieken (voornamelijk uit de groepentheorie en de lichaamstheorie) komen aan de orde bij latere (keuze)vakken in de algebra. De analyse van functies f : C C (d.w.z. differentieerbaarheids- en integreerbaarheidskwesties) komt aan de orde bij het vak Functietheorie. Deze complexe analyse wordt veel gebruikt in de elektrotechniek en de mathematische fysica. 1.6 Opgaven 1 1 Schrijf de volgende complexe getallen in de vorm a + bi met a en b reëel: 7 + i a. (2 + 3i)(1 i), d i, b. ( i 3)( i 3), e. 9 3i 1 + 3i, c i, f. z (z + 1) 2, met z = i.
27 1.6 Opgaven 59 2 Schrijf de volgende complexe getallen in de vorm r(cos ϕ+isinϕ), waarbij r > 0 en π ϕ π, en teken deze punten in het complexe vlak: a. 3, d. 3 + i, b. 2i, e i, c. 1 + i, f. 4 4i. 3 Teken in het complexe vlak een willekeurig complex getal z, met ongespecificeerd reëel en imaginair deel en ongespecificeerde absolute waarde en argument. a. Teken zonder te rekenen (!) de volgende complexe getallen op hun juiste positie t.o.v. z: z + 2, 2z, 1, z 2i, iz, z, iz. z b. Idem voor de getallen z(cos(π/2) i sin(π/2)), 3z(cos(7π/6)+i sin(7π/6)) en z(cos(2π/3) + i sin(2π/3)). 4 Schets in het complexe vlak de verzameling van die z C die voldoen aan: z + 1 i 2 2 en π 2 arg z 3π 4. 5 Bepaal de verzameling van complexe getallen z die voldoen aan: a. z i = z + 3i, d. Re(z 2 + 1) = 0 en z = 2, b. z 3i = 4 + 2i z, e. arg(z/z) = 2π 3. c. Re(z 2 ) = Im(z 2 ), 6 Bewijs de driehoeksongelijkheid z 1 + z 2 z 1 + z 2 aan de hand van de volgende onderdelen. a. Bewijs de ongelijkheid voor z 1 = 1; schrijf daarbij z 2 in poolcoördinaten: z 2 = r(cos φ + i sinφ). b. Bewijs de ongelijkheid z 1 + z 2 z 1 + z 2 voor z 1 0 door aan beide kanten een factor z 1 naar buiten te halen. Laat verder zien dat voor complexe getallen z 1, z 2,...,z n geldt: z 1 + z z n z 1 + z z n.
28 60 Complexe getallen 2 7 Teken de volgende getallen in het complexe vlak en schrijf hen in de vorm a + bi: a. 2e πi/2, d. e 5πi/3, b. 3e 2πi/3, e. e ( πi/3)+3, c. 2e πi/4, f. e 5πi/6+2kπi, k Z. 8 Los de volgende vergelijkingen op: a. e z = 1 + i, d. e z = 1, b. e z = 1 + 3i, e. e z2 = i, c. e Re(z) = 5, f. e 2iz = 1+i 1 i. 9 Laat met behulp van de definities van cosinus en sinus zien dat voor alle complexe z geldt: a. sin2z = 2 sinz cos z. b. cos 2z = cos 2 z sin 2 z. 10 Los de volgende vergelijkingen op: a. 1 2 (eiz + e iz ) = 0, b. sin(2z) = Los de volgende vergelijkingen op en teken de oplossingen in het complexe vlak: a. z 6 = 1, e. (z + 2 i) 6 = 27i, b. z 3 = 8, f. z 2 = z, c. z 4 = 16i, g. z 3 = z. d. (z + i) 4 = 1,
29 1.6 Opgaven Los de volgende vergelijkingen op en teken de oplossingen in het complexe vlak: a. z 2 + z + 1 = 0, b. z 2 2iz + 8 = 0, c. z 2 (4 + 2i)z i = 0, d. z 2 (i + z 2 ) = a. De vergelijking z 3 + (2 3i)z 2 + ( 2 6i)z 4 = 0 heeft een oplossing z = i. Bepaal de andere oplossingen. b. De vergelijking z 4 +4z 3 +3z 2 14z+26 = 0 heeft een oplossing z = 1+i. Bepaal de andere oplossingen. c. Van een derdegraads polynoom met reële coëfficiënten is gegeven dat 5 en 1 + 2i nulpunten zijn. Bepaal zo n polynoom. d. Van een vierdegraads polynoom met reële coëfficiënten is gegeven dat i en 2 3i nulpunten zijn. Bepaal zo n polynoom. 14 Ontbind in reële factoren van zo laag mogelijke graad: a. z 4 3z 2 4, b. z 3 + 3z 2 + 4z + 2, c. z 4 + z 3 + 2z 2 + z a. Bereken (1 + i) 11. b. Van het complexe getal z is gegeven dat z 4 = 8 π 3 + 8i en arg(z) π. 2 Geef de exacte waarde van z 23 en van arg(z 23 ), gemeten tussen 0 en 2π. 16 Bewijs dat voor elk natuurlijk getal n geldt: (cos ϕ + i sinϕ) n = cos nϕ + i sinnϕ (formule van De Moivre, naar de Franse wiskundige A. de Moivre ( )). Bepaal hiermee formules voor cos 3ϕ en sin4ϕ in termen van cosϕ en sin ϕ.
30 62 Complexe getallen 4 17 a. Bepaal de afgeleide van de functie f(t) = t 2 e 3it. b. Laat zien dat voor de functie f(t) = 1 4 t(1 it)eit geldt: f (t)+f(t) = te it. 18 Gegeven is de functie f(t) = e t cos t. Bereken f (10) (t). 19 Herschrijf elk van de volgende uitdrukkingen in de vorm A cos(ωt+ϕ) met reële A, ω en ϕ en met A > 0: a. ie 3it ie 3it, b. (1 + i)e 5it + (1 i)e 5it, c. ( i 3)e 2it + ( i 3)e 2it, d. 3 sin(2t) + 4 cos(2t), e. 2 sin(t + 1) 3 cos(t + 1). 20 Zij p(z) = az 2 + bz + c een complex polynoom met a 0. Bewijs de volgende bewering: Het polynoom p heeft een dubbel nulpunt (nulpunt met multipliciteit 2) dan en slechts dan als b 2 4ac = 0. In de bewering zijn twee implicaties opgenomen. Behandel beide implicaties apart als volgt. Te bewijzen: als p een dubbel nulpunt heeft dan geldt b 2 4ac = 0. Neem dus aan dat p een dubbel nulpunt heeft, zeg λ. Lever het bewijs van deze stap als volgt. Er geldt p(z) = az 2 + bz + c = a(z λ) 2. Druk b en c uit in termen van λ en verifieer dat b 2 4ac = 0. Te bewijzen: als b 2 4ac = 0 dan heeft p een dubbel nulpunt. Splits een kwadraat af en maak gebruik van de relatie b 2 4ac = Oefenen op tentamenniveau 21 Bepaal de verzameling van de elementen z C die voldoen aan z z (1 z) 2 = 1.
31 1.6 Opgaven Los de volgende vergelijking op in C : e 2iz = 1 + i 1 i. 23 a. Schets in het complexe vlak de verzameling van alle z C waarvoor geldt arg(z) = π 4, en de verzameling van alle z C waarvoor geldt b. Bereken alle z C waarvoor geldt z + 2i = z 3. arg(z) = π 4 en z + 2i = z Het polynoom z 4 2z 3 + 9z 2 8z + 20 heeft z = 1 + 2i als nulpunt. Geef de ontbinding in reële factoren van zo laag mogelijke graad en bereken de andere nulpunten. 25 Schrijf 3 cos(3t) sin(3t) in de vorm A cos(ωt + φ) met reële A > 0, ω en φ.
32 64 Complexe getallen
16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i
16.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i Voorbeeld 2: Los op in 4x 2 + 12x + 15 = 0 4x 2 + 12x + 9 + 6 = 0 (2x + 3) 2 + 6 = 0 (2x + 3) 2 = -6 (2x + 3) 2 = 6i 2 2x + 3 =
Nadere informatieComplexe e-macht en complexe polynomen
Aanvulling Complexe e-macht en complexe polynomen Dit stuk is een uitbreiding van Appendix I, Complex Numbers De complexe e-macht wordt ingevoerd en het onderwerp polynomen wordt in samenhang met nulpunten
Nadere informatieLineaire Algebra 1. Faculteit Wiskunde en Informatica Technische Universiteit Eindhoven
Lineaire Algebra 1 Faculteit Wiskunde en Informatica Technische Universiteit Eindhoven 2012-2013 ii Syllabus bij Lineaire Algebra 1 (2WF20) Inhoudsopgave 1 Complexe getallen 1 1.1 Rekenen met complexe
Nadere informatieAanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen
Aanvulling bij de cursus Calculus 1 Complexe getallen A.C.M. Ran In dit dictaat worden complexe getallen behandeld. Ook in het Calculusboek van Adams kun je iets over complexe getallen lezen, namelijk
Nadere informatie8.1 Rekenen met complexe getallen [1]
8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn
Nadere informatiez 1 z 2 r 2 r 1 z 2 z 1 r 1 r 2
Lesbrief 10 Complexe getallen 1 Het complexe vlak Zoals we ons reële getallen kunnen voorstellen als de punten van een lijn waarop 0 en 1 zijn vastgelegd, zo kunnen we ons de complexe getallen voorstellen
Nadere informatie10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden
10.0 Voorkennis 5 1 6 6 cos( ) = -cos( ) = -½ 3 [cos is x-coördinaat] 5 1 3 3 sin( ) = -sin( ) = -½ 3 [sin is y-coördinaat] 1 Voorbeeld 1: Getekend is de lijn k: y = ½x 1. De richtingshoek α van de lijn
Nadere informatieLineaire algebra 1 najaar Complexe getallen
Lineaire algebra 1 najaar 2008 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat is vaak erg praktisch, we weten bijvoorbeeld dat de functie f(x) := x 2 + 1 steeds
Nadere informatie6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1
WIS6 1 6 Complexe getallen 6.1 Definitie Rekenen met paren De vergelijking x 2 + 1 = 0 heeft geen oplossing in de verzameling R der reële getallen (vierkantsvergelijking met negatieve discriminant). We
Nadere informatieComplexe getallen. 5.1 Constructie van de complexe getallen
Les 5 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat is vaak erg praktisch, we weten bijvoorbeeld dat de functie f(x) := x 2 +1 steeds positief is en in het bijzonder
Nadere informatie4 + 3i 4 3i (7 + 24i)(4 3i) 4 + 3i
COMPLEXE GETALLEN Invoering van de complexe getallen Definitie Optellen en vermenigvuldigen Delen De complexe getallen zijn al behoorlijk oud; in de zestiende eeuw doken ze op bij het oplossen van algebraïsche
Nadere informatie5.1 Constructie van de complexe getallen
Les 5 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat is vaak erg praktisch, we weten bijvoorbeeld dat de functie f(x) := x 2 +1 steeds positief is en in het bijzonder
Nadere informatieWiskunde 2 voor kunstmatige intelligentie (BKI 316) Bernd Souvignier
Wiskunde 2 voor kunstmatige intelligentie (BKI 316) Bernd Souvignier najaar 2004 Deel I Voortgezette Analyse Les 1 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat
Nadere informatieJe moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig.
6 Totaalbeeld Samenvatten Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Complexe getallen. Een eigen samenvatting maken is nuttig. Begrippenlijst: 21: complex getal reëel deel
Nadere informatieSignalen en Transformaties
Signalen en Transformaties 201100109 Docent : Anton Stoorvogel E-mail: A.A.Stoorvogel@utwente.nl 1/29 Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica EWI Complexe getallen z D a C bi We definiëren de complex
Nadere informatieAanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran
Aanvulling basiscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de basiscursus (Basisboek wiskunde van Jan van de Craats en Rob Bosch) staan. Die
Nadere informatieLes 1 Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen
Vwo 5 / Havo 4 Wis D Hoofdstuk 8 : Complexe getallen Pagina van Les Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen Definities Verzamelingen Er zijn verschillende verzamelingen N = Natuurlijke getallen =,2,,.. Z
Nadere informatieBestaat er dan toch een wortel uit 1?
Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Complexe getallen en complexe functies Jan van de Craats Universiteit van Amsterdam, Open Universiteit CWI Vacantiecursus 2007 Wat zijn complexe getallen? Wat zijn
Nadere informatieComplexe getallen in context
Complexe getallen in context voor wiskunde D ( 5 VWO) R.A.C. Dames H. van Gendt Versie, november 006 Deze module is ontwikkeld in opdracht van ctwo. Copyright 006 R.Dames en H. van Gendt Inhoud Inhoud...3
Nadere informatieAanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran
Aanvulling aansluitingscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de Aansluitingscursus staan. Die onderwerpen zijn: complexe getallen en volledige
Nadere informatieDe wortel uit min één. Jaap Top
De wortel uit min één Jaap Top IWI-RuG & DIAMANT j.top@rug.nl 20 maart 2007 1 Marten Toonder, verhaal de minionen (1980) 2 3 4 5 Twee manieren om complexe getallen te beschrijven: algebraïsch, als uitdrukkingen
Nadere informatieOverzicht Fourier-theorie
B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van
Nadere informatieMathematical Modelling
1 / 95 Mathematical Modelling Ruud van Damme Creation date: 21-08-08 Last adapt: 30-08-09 2 / 95 Overzicht 1 Inleiding 2 Complexe getallen: rekenen 3 Complexe getallen: iets meer dan rekenen alleen 3 /
Nadere informatieTW2040: Complexe Functietheorie
TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 21 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 32 Outline 1 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie
Nadere informatieHoofdstuk 8 : Complexe getallen
1 Hoofdstuk 8 : Complexe getallen Les 1 Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen Definities Verzamelingen Er zijn verschillende verzamelingen getallen : (1) N = Natuurlijke getallen = 1,2,3,.. (2) Z = Gehele
Nadere informatieTW2040: Complexe Functietheorie
TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 18 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 31 Outline 1 Section I.1 Complex numbers K. P. Hart
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking Tentamen Calculus, DM, maandag januari 7. (a) Gevraagd is het polynoom f() + f () (x ) + f (x ). Een eenvoudige rekenpartij
Nadere informatieDe wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton
De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton Van de middelbare school kent iedereen wel de a, b, c-formule (hier en daar ook wel het kanon genoemd) voor de oplossingen van de vierkantsvergelijking
Nadere informatie2 Modulus en argument
Modulus en argument Verkennen Modulus en argument Inleiding Verkennen Probeer zelf te bedenken hoe je een complex getal kunt opschrijven vanuit de draaihoek en de lengte van de bijbehorende vector. Uitleg
Nadere informatieComplexe eigenwaarden
Complexe eigenwaarden Tot nu toe hebben we alleen reële getallen toegelaten als eigenwaarden van een matrix Het is echter vrij eenvoudig om de definitie uit te breiden tot de complexe getallen Een consequentie
Nadere informatie1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NP003B 4 november 04,.30 5.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en
Nadere informatieComplexe getallen: oefeningen
Complexe getallen: oefeningen Hoofdstuk 2 Praktisch rekenen met complexe getallen 2.1 Optelling en aftrekking (modeloplossing) 1. Gegeven zijn de complexe getallen z 1 = 2 + i en z 2 = 2 3i. Bereken de
Nadere informatieInfi A oefententamen ψ
Infi A oefententamen ψ Aanwijzingen Motiveer alle antwoorden. Werk rustig, netjes en duidelijk. Zorg dat je uitwerking maar één interpretatie toelaat. Alle informatie op dit opgavenblad mag bij alle (deel)opgaven
Nadere informatieLineaire dv van orde 2 met constante coefficienten
Lineaire dv van orde 2 met constante coefficienten Homogene vergelijkingen We bekijken eerst homogene vergelijkingen van orde twee met constante coefficienten, d.w.z. dv s van de vorm a 0 y + a 1 y + a
Nadere informatieComplexe functies. 2.1 Benadering door veeltermen
Wiskunde voor kunstmatige intelligentie, Les Complexe functies Nadat we de complexe getallen hebben leren kennen, is het een voor de hand liggende vraag of hiervoor net als voor de reële getallen ook functies
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde B
Bereken: Bereken algebraisch: Bereken eact: De opgave mag berekend worden met de hand of met de GR. Geef bij GR gebruik de ingevoerde formules en gebruikte opties. Kies op een eamen in dit geval voor berekenen
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)
Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2
Nadere informatie1. Orthogonale Hyperbolen
. Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies
Nadere informatieAanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran
Aanvulling basiscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de basiscursus (Basisboek wiskunde van Jan van de Craats en Rob Bosch staan. Die
Nadere informatieFORMULARIUM. www.basiswiskunde.be. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10
FORMULARIUM wwwbasiswiskundebe Inhoudsopgave Algebra 2 2 Lineaire algebra 4 3 Vlakke meetkunde 5 4 Goniometrie 7 5 Ruimtemeetkunde 0 6 Reële functies 2 7 Analyse 3 8 Logica en verzamelingen 6 9 Kansrekening
Nadere informatieSpeciale functies. 2.1 Exponentiële functie en natuurlijke logaritme
Wiskunde voor kunstmatige intelligentie, 006 Les Speciale functies We ebben in de vorige les een aantal elementaire functies bekeken en iervoor gezien oe we deze functies kunnen afleiden. In wezen waren
Nadere informatieTW2040: Complexe Functietheorie
TW2040: Complexe Functietheorie week 4.3, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 2 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 34 Outline 1 Conforme afbeeldingen 2 K. P. Hart TW2040:
Nadere informatieVoorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie
Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008
Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :
Nadere informatieAntwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen
1. Rekenen met complexe getallen 1.1 a. 9 b. 9 c. 16 d. i e. 1 1. a. 1 b. 3 c. 1 d. 4 3 e. 3 4 1.3 a. 3 i b. 3 i c. i d. 5 i e. 15 i 1.4 a. 33 i b. 7 i c. 4 3 i d. 3 5 i e. 5 3 i 1.5 a. 1 ± i b. ± i c.
Nadere informatieBekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:
Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x
Nadere informatieWiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014
Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes
Nadere informatiePolynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2
Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van
Nadere informatieIn dit college bekijken we een aantal technieken om integralen te bepalen van trigonometrische functies en van rationale functies.
03 college 5: meer technieken In dit college bekijken we een aantal technieken om integralen te bepalen van trigonometrische functies en van rationale functies. Opmerking over de notatie. Net als in het
Nadere informatieStudiehandleiding Basiswiskunde cursus
Studiehandleiding Basiswiskunde cursus 2008 2009 Materiaal Bij dit college heb je nodig: Het boek Basisboek wiskunde van Jan van de Craats en Rob Bosch Isbn: 90 430 1156 8 De syllabus Aanvulling basiscursus
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, uur.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, 9.00-12.00 uur. Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven. De uitwerkingen van deze opgaven dienen
Nadere informatieBestaat er dan toch een wortel uit 1?
Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Complexe getallen en complexe functies voor beginners Jan van de Craats Universiteit van Amsterdam Open Universiteit craats@science.uva.nl Complexe getallen worden
Nadere informatie1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE
E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE Uiterste inleverdatum dinsdag oktober, voor het begin van het college N.B. Je moet de hele uitwerking opschrijven en niet alleen het antwoord geven. Je moet het huiswerk
Nadere informatieOp deze manier ligt φ exact vast (als we zouden zeggen 0 φ 2π zouden we de reële getallen dubbelop hebben, en dat willen wij als wiskundigen niet).
Moddergooien n.a.v. 31 augustus Allereerst: hartelijk dank voor de vragen; als dat zo doorgaat en als jullie zo blijven komen en ook nog eens huiswerk maken, dan weet ik zeker dat ik dicht bij 100% ga
Nadere informatieMore points, lines, and planes
More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)
Nadere informatieVoorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen
Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt
Nadere informatie12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.
12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. Dit is in de punten (1,0) en (-1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (-1,0) heeft
Nadere informatieInhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen
Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt
Nadere informatieWiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 2 januari 2014
Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen januari 4 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt 3pt pt pt pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes
Nadere informatieMachten, exponenten en logaritmen
Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde
Nadere informatiePraktische opdracht Wiskunde B Complexe Getallen
Praktische opdracht Wiskunde B Complexe Get Praktische-opdracht door een scholier 1750 woorden 12 mei 2003 5,2 86 keer beoordeeld Vak Wiskunde B Inleiding Deze praktische opdracht wiskunde heeft als onderwerp:
Nadere informatieTentamen Functies en Reeksen
Tentamen Functies en Reeksen 6 november 204, 3:30 6:30 uur Schrijf op ieder vel je naam en bovendien op het eerste vel je studentnummer, de naam van je practicumleider (Arjen Baarsma, KaYin Leung, Roy
Nadere informatieInhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie
Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008
Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op ,
1 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op 25-11-1998, 9.00-12.00 uur Opgave 1 1. Formuleer de Cauchy-Riemann-vergelijkingen.
Nadere informatieWiskundige Technieken
1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 009-010 1ste semester 7 oktober 009 Wiskundige Technieken 1. Integreer de volgende differentiaalvergelijkingen: (a) y + 3x y = 3x (b) y + 3y + y = xe
Nadere informatiedx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π
Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Functietheorie (2Y480) op 23 januari 2002,
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (2Y8) op 23 januari 22, 9.-2. uur De uitwerkingen der opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk
Nadere informatieCalculus. P.J.I.M. de Paepe Korteweg de Vries Instituut Universiteit van Amsterdam
Calculus P.J.I.M. de Paepe Korteweg de Vries Instituut Universiteit van Amsterdam 30 november 2006 Hoofdstuk 1 Complexe getallen 1.1 Introductie In dit hoofdstuk gaat het over complexe getallen. We voeren
Nadere informatieExamen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica
Examen GO7E Wiskunde II (3sp maandag juni 3, 8:3-:3 uur Bachelor Geografie en Bachelor Informatica Auditorium De Molen: A D Auditorium MTM3: E-Se Auditorium MTM39: Sh-Z Naam: Studierichting: Naam assistent:
Nadere informatieIII.2 De ordening op R en ongelijkheden
III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.
Nadere informatieAlgebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies
Algebra groep 2 & 3: Standaardtechnieken kwadratische functies Trainingsweek juni 2008 Kwadraat afsplitsen Een kwadratische functie oftewel tweedegraads polynoom) px) = ax 2 + bx + c a 0) kan in verschillende
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Module 10 De afgeleide functie: Rekenregels en Toepassingen (versie 22 augustus 2011)
Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 10 De afgeleide functie: Rekenregels en Toepassingen (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 Definitie Betekenis van de afgeleide 1 2 Standaardafgeleiden
Nadere informatieWiskunde voor relativiteitstheorie
Wiskunde voor relativiteitstheorie HOVO Utrecht Les 1: Goniometrie en vectoren Dr. Harm van der Lek vdlek@vdlek.nl Natuurkunde hobbyist Overzicht colleges 1. College 1 1. Goniometrie 2. Vectoren 2. College
Nadere informatieComplexe getallen. José Lagerberg. November, Universiteit van Amsterdam. José Lagerberg (FNWI) Complexe getallen November, / 30
Complexe getallen José Lagerberg Universiteit van Amsterdam November, 2017 José Lagerberg (FNWI) Complexe getallen November, 2017 1 / 30 1 Complexe getallen en complexe e-machten Complexe getallen en complexe
Nadere informatief : z z 2 + c. x n = 1 2 z n dan krijgen we z n+1 = z 2 n + a 2 a2 4 De parameter c correspondeert dus met a middels c = a 2 a2 4
Juliaverzamelingen en de Mandelbrotverzameling In de eerste twee colleges hebben we gezien hoe het itereren van een eenvoudige afbeelding tot ingewikkelde verschijnselen leidt. Nu gaan we dit soort afbeeldingen
Nadere informatie) translatie over naar rechts
Hoofdstuk opmerkingen/adviezen Leer deze grafieken precies! Zorg dat je de volgende formules ziet in de grafieken: Periode sinus, cosinus en tangens: resp,, sin( ) sin( ) cos( ) cos( ) cos( ) c a k a k
Nadere informatieWiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014
Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 3 november 0 Normering voor pt vragen andere vragen naar rato): pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes
Nadere informatie3 Opgaven bij Hoofdstuk 3
3 Opgaven bij Hoofdstuk 3 Opgave 3. Voor k beschouwen we de functie f k : x sin(x/k). Toon aan dat f k 0 uniform op [ R, R] voor iedere R > 0. Opgave 3.2 Zij V een verzameling. Een functie f : V C heet
Nadere informatieK.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren:
K.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( ) a f '( ) 0 n f ( ) a f '( ) na n f ( ) c g( ) f '( ) c g'( ) f ( ) g( ) h( ) f '( ) g'( ) h'( ) ( som regel) p( ) f ( ) g( ) p'( ) f '( )
Nadere informatieZomercursus Wiskunde. Module 8 Complexe getallen (versie 22 augustus 2011)
Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 8 Complexe getallen (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 De getallenverzameling C 1 2 Het complex vlak of het vlak van Gauss 7 3 Vierkantsvergelijkingen
Nadere informatieComplexe getallen in context
Complexe getallen in context voor wiskunde D ( 5 VWO) R.A.C. Dames H. van Gendt Versie 4, juni 0 In deze vierde versie zijn alleen een aantal zetfouten verbeterd. Inhoudelijk is deze versie geheel gelijk
Nadere informatieDifferentiaalvergelijkingen Technische Universiteit Delft
Differentiaalvergelijkingen Technische Universiteit Delft Roelof Koekoek WbMT2048 Roelof Koekoek (TU Delft) Differentiaalvergelijkingen WbMT2048 1 / 1 Het vinden van een particuliere oplossing Voor een
Nadere informatieUitgewerkte oefeningen
Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4
Nadere informatieTW2040: Complexe Functietheorie
TW2040: Complexe Functietheorie week 4.10, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 23 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline 1 2 3 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie
Nadere informatieDe Laplace-transformatie
De Laplace-transformatie De Laplace-transformatie is een instrument dat functies omzet in andere functies. Deze omzetting, de transformatie, heeft nette wiskundige eigenschappen. Zowel in de kansrekening
Nadere informatieCOMPLEXE GETALLEN. voor Wiskunde D. Jan van de Craats
COMPLEXE GETALLEN voor Wiskunde D Jan van de Craats Herziene versie, 3 augustus 007 Illustraties en LATEX-opmaak: Jan van de Craats Prof. dr. J. van de Craats is hoogleraar in de wiskunde aan de Universiteit
Nadere informatieTRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER
TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER Cursusjaar 2009 / 2010 2 Inhoudsopgave 1 FOURIERANALYSE 5 1.1 INLEIDING............................... 5 1.2 FOURIERREEKSEN.......................... 5 1.3 CONSEQUENTIES
Nadere informatiee x x 2 cos 2 (sin t) cos(t) dt
Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NP3B 5 november, 8.3.3 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boeken) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden. Maak uw redenering
Nadere informatie18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)
8.I.00 Wiskundige Analyse I, theorie 60% van de punten) Beantwoord elk van de vragen I,II,III en IV op één van de dubbele geruite bladen. Schrijf op elk van die dubbele geruite bladen, bovenaan de eerste
Nadere informatieSamenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van
Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =
Nadere informatie1 Complexe getallen in de vorm a + bi
Paragraaf in de vorm a + bi XX Complex getal Instap Los de vergelijkingen op. a x + = 7 d x + 4 = 3 b 2x = 5 e x 2 = 6 c x 2 = 3 f x 2 = - Welke vergelijkingen hebben een natuurlijk getal als oplossing?...
Nadere informatieMathematical Modelling
Mathematical Modelling Ruud van Damme Creation date: 21-08-08 Overzicht 1 Inleiding 2 Overzicht 1 Inleiding 2 Bijeenkomsten Vrijdagmiddagen: 13:45 17:30 (tijden in benadering) 13:45-14:15: nabespreken
Nadere informatieGoniometrische functies
Goniometrische functies gonè (Grieks) = hoek metron (Grieks) = maat Goniometrie, afkomstig van de Griekse woorden voor hoek en maat, betekent letterlijk hoekmeetkunde. Daarmee wordt aangegeven dat het
Nadere informatieExamen Complexe Analyse vrijdag 20 juni 2014, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen. Het examen bestaat uit 4 schriftelijke vragen.
Examen Complexe Analyse vrijdag 0 juni 04, 4:00 8:00 uur Auditorium De Molen Naam: Studierichting: Het examen bestaat uit 4 schriftelijke vragen. Elke vraag telt even zwaar mee. Het boek Visual Complex
Nadere informatie2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?
Vraag Een vloeistoftank met onbeperkte capaciteit, bevat aanvankelijk V liter zuiver water. Tijdens de eerste faze stroomt water, dat zout bevat met een concentratie van k kilogram per liter, de tank binnen
Nadere informatieK.1 De substitutiemethode [1]
K. De substitutiemethode [] Voorbeeld : Differentieer de functie f() = ( + ) 5 Voor het differentiëren van deze functie gebruik je de kettingregel: Stap : Schrijf de functie f() als volgt: y = u 5 met
Nadere informatieV Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding
V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R IV.0 Inleiding V. Homogene kwadratische vormen Een vorm als H (, ) = 5 4 + 8 heet een homogene kwadratische vorm naar de twee variabelen en. Een vorm als K (,
Nadere informatieOver de construeerbaarheid van gehele hoeken
Over de construeerbaarheid van gehele hoeken Dick Klingens maart 00. Inleiding In de getallentheorie worden algebraïsche getallen gedefinieerd via rationale veeltermen f van de n-de graad in één onbekende:
Nadere informatie. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom
8. Fouriertheorie Periodieke functies. Veel verschijnselen en processen hebben een periodiek karakter. Na een zekere tijd, de periode, komt hetzelfde patroon terug. Denk maar aan draaiende of heen en weer
Nadere informatie