Ontstaan Waar komt die angst vandaan? Mythe test

Transcriptie

1 Ontstaan Waar komt die angst vandaan? Mythe test 1

2 Waar komt die angst vandaan? Mythe test Waar komt die angst vandaan? Mythe test De Tibetanen Waar komt die angst vandaan? Mythe test De Tibetanen 2

3 Waar komt die angst vandaan? Klasgesprek Waarom vind je dat persoon X beter wiskunde kan dan persoon Y Wat is een cliché Waar komen onze ideeën over wie al dan niet goed wiskunde kan vandaan Hoe voelen we er ons zelf bij om in een hokje geduwd te worden Wie ken je die tegen alle clichés in toch wiskundig is (kan zoekopdracht zijn) Waar komt die angst vandaan? Math anxiety Begrip gevoel van spanning, hulpeloosheid, mentale desorganisatie en demotivatie ontstaat wanneer men zich ervan bewust is dat men wiskundige problemen moet oplossen. onderzoek bevestigt significante relatie is tussen wiskunde-angst en wiskundige prestaties Oorzaken omgevingsfactoren (ervaringen) met leerkrachten, in klas intellectuele factoren (talent) talent voor abstract denken persoonlijke factoren (attitude, zelfvertrouwen) leerstijl Waar komt die angst vandaan? Math anxiety test Dat kan ik zeker NIET goed oplossen LOS de vragen 1 tot 5 OP, NOTEER het antwoord, OMCIRKEL hoe jij je daarbij gevoeld hebt en geef een SCORE die aangeeft hoe zeker je bent van je oplossing. Betekenis van de symbolen: : Ik vind het leuk : Ik ben een beetje zenuwachtig : Ik ben heel zenuwachtig : Ik vind het helemaal niet leuk Betekenis van de score Ik betwijfel of ik dat goed kan oplossen Dat kan ik zeker WEL goed oplossen 3

4 Waar het vertrouwen heen? Self efficacy Wie is goed in Computer hardware repareren dansen Waar het vertrouwen heen? Self efficacy Begrip Geloof in eigen capaciteiten en doeltreffendheid om een bepaalde taak tot een goed einde te brengen Inschatting van eigen kunnen verschilt van opdracht tot opdracht. (kaartlezen, toonvast zingen, een computerprogramma installeren, een bouwplan lezen, tekenen, raadsel oplossen) Beeld van eigen deskundigheid bepaalt hoe sterk iemand gelooft in eigen capaciteiten. Kan in sterke mate verschillen van de werkelijke prestaties Waar is het vertrouwen heen? Self efficacy test Dat kan ik zeker NIET goed oplossen LOS de vragen 1 tot 5 OP, NOTEER het antwoord, OMCIRKEL hoe jij je daarbij gevoeld hebt en geef een SCORE die aangeeft hoe zeker je bent van je oplossing. Betekenis van de symbolen: : Ik vind het leuk : Ik ben een beetje zenuwachtig : Ik ben heel zenuwachtig : Ik vind het helemaal niet leuk Betekenis van de score Ik betwijfel of ik dat goed kan oplossen Dat kan ik zeker WEL goed oplossen 4

5 Waar komt die angst vandaan? Self efficacy gevolgen cognitieve proces motivatie proces affectieve proces selectie proces Waar komt die angst vandaan? Self efficacy oplossingen Succesvol people s level overwinnen of motivation, van obstakels affective states Spiegelen and actions van een are model based (Bandura more onen modelling) what they believe than on what is objectively Sociale overtuiging true Somatische en emotionele toestand 5

6 DOELGROEP 10- tot 14-jarige meisjes en jongens die graag dansen en bewegen en ervan overtuigd zijn dat ze niet abstract en wiskundig kunnen denken HOE Vertrekken vanuit dans Intuïtief en spontaan gebruik maken van wiskunde Richting Schalen Spiegelen Combinatieleer Reken- en tekenregels Breuken (ritme) OPBOUW ritmespel verhaal uitdaging dans abstract noteren (abstraheren) inoefenen toonmoment reflectie naar wiskunde 6

7 voorbeelden VOORBEELD 1: De KlapDans De KlapDans doel: wiskundig communiceren abstraheren schematiseren schema s lezen en vervolledigen voorspellen op basis van bestaande regels Kleinste gemeen veelvoud Verdeel je naam in lettergrepen Klap of stamp HARD bij de laatste lettergreep en zacht bij alle andere klassikaal 7

8 Ritme ti NE ti NE ti NE fr e de RIK fre de RI K ti NE ti NE ti NE fr e Lettergrepen de RIK fre de RI K Uitdagingen Wanneer vallen de klemtonen samen? Probeer het ook uit voor AnneKatrien en Jeremy. Voorspel wanneer de klemtonen zullen samenvallen 8

9 VOORBEELD 2: De Handshake dans De handshake dans doel: wiskundig communiceren abstraheren schematiseren schema s lezen en vervolledigen voorspellen op basis van bestaande regels werken met formules 1 handdruk = rechterhand schudden rode handschoen (of sticker) aan rechterhand per 4 samen Verhaal inleidend verhaal voorbeeld: soorten handdrukken met gestrekte arm met gebogen arm met linkerhand erbij op muziek, telkens in maten van 8 met een traag en een sneller ritme 9

10 Ritme Uitdaging HOEVEEL unieke handdrukken met: 2 personen 3 personen 4 personen 5 personen 6 personen De handshake dans TEKENEN (schematiseren) 2 personen 3 personen 4 personen 10

11 De handshake dans 2 personen = 1 3 personen = 3 4 personen = 6 De handshake dans 5 personen = 10 6 personen = 15 VOORBEELD 3: De Gekke Ochtenddans 11

12 De gekke ochtenddans bedenk een beweging die je doet als je s ochtends opstaat teken deze beweging op papier geef het papier door aan je buur laat je buur de beweging raden is het exact wat je bedoelde? De gekke ochtenddans wat doe je als je s ochtends wakker wordt noteer de bewegingen op een dobbelsteen schrijf de dans neer dans! Onderzoek en bevindingen 12

13 ONDERZOEK MASTERPROEF (Ugent) ONDERZOEK bij 750 leerlingen in 58 testscholen BACHELORPROEF OSO om MovingMath ook op de bank te kunnen gebruiken BACHELORPROEF OSO om MovingMath ook voor jarigen te gebruiken RESULTAAT Boek over MovingMath, met o.a. lesfiches, uitgeverij Garant Website MovingMath soiree op 18 en 25 maart 2010 in Gent lerarencongressen in 2009 en 2010 Inhoud boek Math anxiety en self efficacy : feiten en oorzaken oplossingen Effect van MovingMath: wet. onderzoek bij >700 kinderen en jongeren Lesfiches: 30 volledig uitgewerkte lessen Handleiding voor uitwisseling via YouTube 13

14 Opbouw lesfiches 1. Koppeling naar leerinhouden 2. Ritmespel als opwarmer 3. Een danswijzer met variaties 4. Uitgewerkt Voorbeeld 5. Reflectie naar wiskundige vaardigheden en wiskunde 6. Achtergrondinformatie bij het thema van de dans Dansfiches Dansfiches 14

15 Dansfiches Dansfiches Dansfiches 15

16 Dansfiches MOVINGMATH: SMALL IS ALL Wat is het NIET? En Wat dan WEL? VOLLEDIG LESUUR KEUZE 15 MIN TOT 50 VERVANGING WISKUNDELESSEN WISKUNDIG STERKE KLASSEN MUST VOOR ALLE LEERLINGEN MUST VOOR ALLE LEERKRACHTEN AANVULLING, APETIZER, SYNTHESE BRUIKBAAR IN 3 DE GRAAD LAGER, 1 ste LEERJAAR A EN B AANBOD VOOR WIE HET LEUK VINDT (bv. via hoekenwerk) VOOR WIE ER ZELF IN GELOOFT MOVINGMATH: SMALL IS ALL 16