Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2006/2007, juli 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2006/2007, juli 2006"

Transcriptie

1 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 26/27, juli 26 Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen, verspreiding en de veranderingen daarin. Het landelijke project vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Vogelbescherming Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door SOVON Vogelonderzoek Nederland. De tellingen worden uitgevoerd door een groot aantal waarnemers van vogelwerkgroepen, beherende instanties, provincies en instituten. Er worden bijna maandelijks tellingen uitgevoerd in monitoringgebieden (alle watervogelsoorten, in Rijkswateren en overige Vogelrichtlijngebieden), pleisterplaatsen (ganzen en zwanen) en in januari de Midwintertelling. Beste tellers, Het nieuwe telseizoen begint voor ons nog altijd rustig met het tellen van een beperkt aantal telgebieden. U leest het goed, het nieuwe telseizoen 26/27 gaat 15 juli weer officieel van start. Het 15 e telseizoen wat door SOVON wordt gecoördineerd en het 32 e seizoen vanaf 1975/76, het eerste jaar van onze langjarige trends. Veel van de watervogels zijn nu echt klaar met de reproductie. Met de jongen groot of misschien alles mislukt; het einde is er nu gewoon. Meerkoeten en Kieviten zijn weer aan het groeperen, evenals veel ruiende eenden. Jonge en oude Kokmeeuwen zijn duidelijk de steden weer aan het opzoeken. De eerste noordelijke steltlopers hebben Nederland al bereikt, een enkele Regenwulp en in het binnenland hier en daar wat Bosruiters, Witgatjes of een enkele Oeverloper. Aalscholverslaapplaatsen buiten de broedgebieden beginnen weer vol te lopen. Wie er een beetje oog voor heeft kan de eerste Kieviten en een enkele Blauwe Reiger naar het zuidwesten zien vertrekken. Redenen om ook in juli de vaste telgebieden weer eens af te lopen en te tellen hoeveel watervogels er zitten. Het kan knap warm zijn half juli en vanwege de vakantie ook verhoudingsgewijs druk in recreatiegebieden. Een beetje vroeg beginnen kan daarom in dit soort gebieden wel handig kan zijn. Net als Nederland (binnenland): 15 juli selectie van monitoringgebieden Waddengebied: Beek-Ubbergen, vorige maand blijven de watervogeltellingen dit keer beperkt tot de bekende monitoringgebieden in de zoete & zoute delta, IJsselmeer, Randmeren & Oostvaardersplassen, Lauwersmeer en de steekproefgebieden in het Waddengebied. Voor degene die het nog niet is opgevallen. Op onze website is voor veel van de Nederlandse vogelsoorten informatie over aantallen, trends en verspreiding geplaatst. Hiervoor zijn de gegevens van de verschillende monitoringprojecten gebruikt, dus ook de data van de watervogelmonitoring. Zeer de moeite om hier eens even te gaan kijken, of om snel wat basisgegevens op het scherm te toveren. Ga daarvoor naar en klik daar op soorten. De rest wijst zich dan vanzelf. Deze gegevens zijn vrij te gebruiken, mits de bron zoals die in de figuren staat aangegeven wordt genoemd. Figuren zijn op te slaan met een rechtsklik met de muis op de betreffende figuur en de afbeelding op te slaan als... Met dank aan al het noeste telwerk van de afgelopen dertig jaar. Doe er uw voordeel mee. Succes met de tellingen in dit nieuwe seizoen en groeten. michel.klemann@sovon.nl 15 juli steekproeftelling (13:5h) 12 augustus Selectie van monitoringgebieden 16 september Monitoringgebieden, ganzen- & zwanentelling 12 augustus Steekproeftelling (12:55h) 9 september Integrale telling (11:45h) NB. Bij voorkeur niet van de teldatum afwijken, echter bij slecht weer of andere overmacht kunnen tellingen nog één dag voor tot twee dagen na de teldatum worden uitgevoerd.

2 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 26/27, augustus 26 Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen, verspreiding en de veranderingen daarin. Het landelijke project vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Vogelbescherming Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door SOVON Vogelonderzoek Nederland. De tellingen worden uitgevoerd door een groot aantal waarnemers van vogelwerkgroepen, beherende instanties, provincies en instituten. Er worden bijna maandelijks tellingen uitgevoerd in monitoringgebieden (alle watervogelsoorten, in Rijkswateren en overige Vogelrichtlijngebieden), pleisterplaatsen (ganzen en zwanen) en in januari de Midwintertelling. Beste tellers, Een nieuwe maand, een nieuwe telling. De bekende monitoringgebieden zullen 12 augustus weer geteld gaan worden. Na de afgelopen hittegolf kunnen aantallen en verspreiding wel eens heel anders uitvallen dan wat andere jaren het geval is. Hitte en met name droogte is van grote invloed op de verspreiding van watervogels. De oevers van de droogvallende plassen werden heel breed en graslandgebieden veranderden in enkele weken tijd in dorre vlakten waarop Kieviten en meeuwen hijgend de dag doorbrachten. Op dit moment is er daardoor sprake van een veel geconcentreerder voorkomen van watervogels dan andere jaren. Maar de hittegolf is weer even voorbij en nu ik dit schrijf valt de regen met bakken uit de lucht. Dat was ondertussen wel noodzaak. Veel plassen, vennen en ondiepe beken zijn de afgelopen weken bijna of zelfs geheel droog komen te staan. De waterstand in de grote rivieren daalde vele centimeters per dag. Het waterpeil in de IJssel bij Zutphen stond eind juli met 35 cm NAP een stuk lager dan afgelopen maart met 69 cm NAP. De waterstand in Rijn & Maas is momenteel op hetzelfde lage niveau uitgekomen als het droge jaar 23. Groei van blauwalg en het lokaal optreden van botulisme in verschillende oppervlaktewateren haalden de pers. De regen die nu naar beneden komt is daarom heel welkom. Nederland (binnenland): 12 aug selectie van monitoringgebieden Waddengebied: Beek-Ubbergen, Tijdens deze laatste hittegolf werden wéér enkele records gebroken. Dat het klimaat veranderd, daar wordt niet meer aan getwijfeld. Wat zal daarvan de invloed zijn op de watervogels? Waren de Dunbekmeeuwen die begin mei Nederland aandeden een voorproefje van wat ons nog meer te wachten staat? We gaan het allemaal bijhouden met het Watervogelproject. De komende telling blijven de watervogeltellingen wederom beperkt tot de bekende monitoring-gebieden in de zoete & zoute delta, IJsselmeer, Randmeren & Oostvaardersplassen, Lauwersmeer en de steekproefgebieden in het Waddengebied. Voor een ieder die geïnteresseerd is in de broedvogels van de Waddenzee wil ik nog even melden dat het zojuist verschenen trilaterale rapport; Breeding Birds in the Wadden Sea in 21" te downloaden is van Om zo snel mogelijk te kunnen reageren op botulisme-uitbraken de vraag om dode watervogels door te geven via de dode-vogel-invoerpagina op onze website. Succes met de tellingen 12 augustus en groeten. 12 aug steekproeftelling (12:55h) 16 september Monitoringgebieden, ganzen- & zwanentelling 14 oktober Monitoringgebieden, ganzen- & zwanentelling 9 september Integrale telling (11:45h) 21 oktober Steekproeftelling (1:16h), ganzen- & zwanentelling NB. Bij voorkeur niet van de teldatum afwijken, echter bij slecht weer of andere overmacht kunnen tellingen nog één dag voor tot twee dagen na de teldatum worden uitgevoerd.

3 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 26/27, nr 1 september 26. Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen, verspreiding en de veranderingen daarin. Het landelijke project vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Vogelbescherming Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door SOVON Vogelonderzoek Nederland. De tellingen worden uitgevoerd door een groot aantal waarnemers van vogelwerkgroepen, beherende instanties, provincies en instituten. Er worden maandelijks tellingen uitgevoerd in monitoringgebieden (alle watervogelsoorten, in Rijkswateren en overige Vogelrichtlijngebieden), pleisterplaatsen (ganzen en zwanen) en in januari de Midwintertelling. Beste mensen, Bijna is het weer zover en dan gaat het nieuwe watervogeltelseizoen 26/7 weer in volle omvang van start. In de zomer worden er in verschillende grotere wateren ook tellingen uitgevoerd maar nu in september zijn alle waarnemers die meedoen aan de maandelijkse tellingen weer aan de beurt. Ik hoop dat jullie met het binnen krijgen van deze nieuwsbrief weer veel zin krijgen om met de tellingen te beginnen. Op 2 september komen de regiocoördinatoren van de watervogeltellingen nog bij elkaar om de laatste voorbereidingen voor het nieuwe seizoen af te ronden en ook plannen voor verdere verbeteringen te maken. Een van de verbeterpunten is natuurlijk de verdere toename van het aantal waarnemers wat de telgegevens digitaal doorstuurt. Doe jezelf en ons een plezier en zet de stap naar digitale doorgifte van de gegevens. Heb je hiervoor extra uitleg nodig neem contact op met michel.klemann@sovon.nl. Het digitale systeem is de laatste weken nog verder geperfectioneerd en je kunt nu ook op het scherm (en ook printen) de topografische ondergrond en de begrenzing van je telgebied digitaal bekijken (klik op de k van kaart in het telgebiedenoverzicht). Tellers van midwintergebieden zullen ook zien dat telgegevens van deze gebieden alleen in januari kunnen worden ingevuld zodat er geen vergissing kan ontstaan bij het doorgeven van deze januariresultaten. Mocht je nu zo n midwintergebied eigenlijk vaker (maandelijks) willen tellen geef dat dan even apart aan ons (of de RC) door, dan veranderen we de status van dat gebied van een midwintergebied naar een maandelijks telgebied. Bij de RC-dag zullen Wigle Braaksma en Sieds Nederland (binnenland): 16 september monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling Beek-Ubbergen, Boersma afzwaaien als respectievelijk midwinter RC voor Utrecht en maandelijkse tellingen RC voor Friesland. Zij hebben jarenlang voor een goed verloop van de tellingen in hun regio gezorgd waarvoor we ze veel dank verschuldigd zijn. In Friesland zullen de werkzaamheden door Romke Kleefstra worden uitgevoerd, voor Utrecht zijn we nog op zoek naar een Midwinter RC. In Brabant zal de rol van Midwinter RC worden vervuld door Mark van der Zijden. Deze nieuwsbrief vormt weer een mooie dwarsdoorsnede van informatie over watervogels. In de bijdrage van Kees de eerste indicaties over het ganzenbroedseizoen in het hoge noorden (en kijk op de verschillende links voor nog veel meer informatie). Ook het komende seizoen zal het intekenen van ganzen op de kaart doorgaan (begint in oktober) en let op dat met ingang van dit seizoen we onderscheid gaan maken in Grote- en Kleine Canadese Gans. De volgsoorten Kuifeend en Rosse Grutto komen in respectievelijk de bijdragen van Arjan (belangrijke ruiconcentratie in Limburg) en Romke (meer dan 155. Rosse Grutto s in mei 26 in de Waddenzee) aan de beurt. De andere twee volgsoorten voor dit seizoen zijn Kleine Rietgans en Lepelaar. Deze soorten zullen op gezette tijden de inhoud van de nieuwsbrieven in 26/7 bevolken. Dat tegenwoordig SOVON ook over lijken gaat kun je lezen in de bijdrage van Roy. Ik wens jullie allen een zeer plezierige eerste septembertelling toe. Marc van Roomen Waddengebied: 9 september integrale telling (11.45 hw) Overige teldata voor dit seizoen 14 oktober 26 monitoringgebieden, ganzen en zwanentelling 18 november 26 monitoringgebieden, ganzen en zwanentelling 16 december 26 monitoringgebieden, ganzen en zwanentelling 13 jan 27 midwintertelling, monitoringgebieden, ganzen en zwanentelling 17 februari 27 monitoringgebieden, ganzen en zwanentelling 17 maart 27 monitoringgebieden, ganzen en zwanentelling 14 april 27 monitoringgebieden, telling Brand- en Rotgans 5 mei 27 telling Rotgans 12 mei 27 selectie van monitoringgebieden 16 juni 27 selectie van monitoringgebieden Overige teldata voor dit seizoen 21 oktober 26 steekproeftelling (1.16), ganzen en zwanentelling 11 november 26 integrale telling (13.4) 23 december 26 steekproeftelling (11.15), ganzen en zwanentelling 2 januari 27 integrale telling (1.45) 1 februari 27 steekproeftelling (13.4), ganzen en zwanentelling 17 maart 27 steekproeftelling (8.24), ganzen en zwanentelling 21 april 27 integrale telling (13.15) 5 mei 27 telling Rotgans 19 mei 27 integrale telling (12.26) 16 juni 27 steekproeftelling (11.26) NB. Bij voorkeur niet van de teldatum afwijken, echter bij slecht weer of andere overmacht kunnen tellingen nog één dag voor tot twee dagen na de teldatum worden uitgevoerd.

4 Rondzwervende groepen Grauwe Ganzen op stoppelvelden vormen de eerste voorboden van een nieuw ganzen- en zwanenseizoen. Expedities in de broedgebieden in de afgelopen zomer lichtten al een tipje van de sluier op wat we in de komende maanden kunnen verwachten. De Alterra-expeditie van Bart Ebbinge op Taimyr leverde grote aantallen ruiende Rotganzen op, maar zoals verwacht op grond van de lemmingcyclus waren er heel weinig families te vinden (zie voor details: detail&id=11977#). Een andere expeditie van Helmut Kruckenberg op het eiland Kolguyev (Barentsz Zee) berichtte over goede broedresultaten van Kol- en Brandganzen (details via: blessgans.de/index.php?id=15). Voor beide soorten lijkt dit eiland tot één van de belangrijkste broedplaatsen te behoren. Eén kolonie Brandganzen telde naar schatting liefst paar. Op Taimyr werden ruim 1 Rotganzen en een kleine 5 Kolganzen geringd. Op Kolguyev waren de vangers minder succesvol: 19 Kolganzen en 3 Toendrarietganzen werden van halsbanden voorzien. Verder werden 15 Brandganzen gekleurringd. Bovendien werd een Kolgans gezenderd. Wie in het voorjaar de gezenderde Kollen heeft gevolgd zal zich hebben verbaasd over de omzwervingen van de verschillende vogels en de risico s van de voorjaarstrek over Rusland. Voor wie het heeft gemist: kijk op Terug in Nederland. Inmiddels zijn veel tellingen van het afgelopen seizoen verwerkt. In verband met de evaluatie van het nieuwe opvangbeleid hebben we geprobeerd de resultaten eerder binnen te krijgen als gewoonlijk. Voor de opvanggebieden waar groepen werden ingetekend is dat goed gelukt en zijn vrijwel alle tellingen reeds vergist. Van de tellingen buiten de opvanggebieden is ook aantal Nederland min-max 99-3 gem Figuur 1. Seizoensverloop van Kuifeend in Nederland in 24/5 (balkjes) en 1999/2-23/4. NL: Zoet-Zout jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun Ganzen en zwanen Kuifeend: zoete volgsoort al heel veel binnen maar liggen er her en der nog gegevens bij de waarnemers (wie zich aangesproken voelt:snel opsturen!). Eerste analyses met gegevens uit voorgaande seizoenen wijzen er op dat het aandeel in de opvanggebieden per provincie sterk verschilt. Soms bleek bijna 5% in de opvanggebieden te zitten, soms maar enkele procenten. Meer daarover in de volgende nieuwsbrieven. De evaluatie van de opvanggebieden zal het komende seizoen worden voortgezet, en start met ingang van de oktobertelling. We hopen dat het intekenenen geen extra belasting heeft gevormd en dat iedereen weer meedoet, de gegevens vormen een zeer waardevolle bron van informatie. In de volgende nieuwsbrief zullen we ook berichten over nieuwe mogelijkheden om de ingetekende groepen digitaal door te geven. De komende telling is traditioneel de internationale Grauwe Ganzentelling. Eerder hebben we al eens laten zien dat het tegenwoordig voornamelijk de eigen broedvogels zijn die we dan binnen onze grenzen hebben, en in veel mindere mate Scandinavische broedvogels. In 25 broedden er naar schatting 25. paar Grauwe Ganzen in Nederland. Zoals uit het recent uitgekomen zomerganzen -rapport blijkt (pdf via verkrijgbaar, kijk onder publicaties ), zijn ook van verschillende andere soorten grote aantallen in de nazomer te verwachten. Tel dus gewoon alle soorten mee bij de komende telling! De septembertelling geeft namelijk een goed beeld van de populaties in de nazomer, incl. alle nog niet-broedende individuen en eerstejaars vogels. Met ingang van dit seizoen maken we op de telformulieren en bij de digitale invoer onderscheid tussen Grote- en Kleine Canadese Gans. Let daar dus op bij het doorgeven van de resultaten. Kijk in de ANWB vogelgids voor het onderscheid, hierover ook in een van de volgende nieuwsbrieven meer. Kees Koffijberg Dit seizoen is de Kuifeend één van de vier volgsoorten die met enige regelmaat zal worden besproken in deze nieuwsbrief. Van augustus tot en met maart worden er maandelijks zo n Kuifeenden geteld in ons land. De huidige aantallen zijn zo n 3% hoger dan in het midden van de jaren zeventig en stabiel ten opzichte van een decennium geleden. De trend hangt in ieder geval samen met de uitbreiding, stabilisatie en mogelijk recent weer afname van de belangrijkste voedselbron, de driehoeksmossel. Dit schelpdier, oorspronkelijk afkomstig uit het Zwarte Zeegebied, is tegenwoordig een veel voorkomende zoetwatermossel in geheel Europa. De meeste Kuifeenden zitten in het Markermeer (seizoensmaximum in 24/5 41. in september, 3.4% van de internationale flyway-populatie), het IJsselmeer (23., december), het Veluwemeer (18., november Nederland en december), het Ketelmeer / Vos- 2 semeer (17., augustus), het Haringvliet (1., december) en het Volkerakmeer (9., augustus). Het seizoenspatroon geeft aan dat de meeste Kuifeenden in november-februari in ons land verblijven. De aantallen in de vroege herfst (augustus-september), wanneer de vogels ruien, doen echter niet veel onder voor het seizoenmaximum. De populatie in augustus wordt waarschijnlijk zelfs nog wat onderschat omdat er gebieden zijn die pas vanaf september (soms oktober) geteld worden al worden de belangrijkste concentratiegebieden die hierboven al genoemd zijn dan al wel geteld. In juli al worden regelmatig meer dan 1. Kuifeenden gemeld in het Markermeer (maximum in 1994/95-24/5 Kuifeend 34. in 22). In augustus pleisteren er nog steeds veel (38. in 2) en zitten fraaie groepen in het IJsselmeer (max. 26. in 2), Volkerakmeer (24. in 1996), Ketelmeer Zoete / Vossemeer Rijkswateren (17. in ) en Haringvliet (16. W in 21). In september springen de aantallen in het Markermeer 14 in het oog (58. in september 1998). Daarbuiten zijn september- 12 concentraties alleen gemeld in het IJsselmeer (17., september 1994) en het Volkerakmeer(12. in september 1997). 1 Buiten het IJsselmeergebied, de Randmeren en de Zoete 8 Delta zijn grote concentraties schaars. Opvallend zijn dan ook de Kuifeenden, waarvan ruim de helft mannetjes, die op 15 augustus 26 aanwezig waren in een Spaarbekken De Lange Vlieter 4 net ten noorden van Heel in Midden-Limburg (A. Ovaa). Zo n nazo- 2 merconcentratie is fors in vergelijking met het wintermaximum voor heel Limburg (ca. 45). Het hoge aantal in dit spaarbekken jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt n komt echter niet geheel onverwachts aangezien de aantallen in september, de eerste maand dat er watervogels worden geteld, de laatste jaren zijn gegroeid (max in 23, figuur 2). Ook op de aangrenzende plas, de Boschmolenplas, pleisteren in september regelmatig een paar honderd Kuifeenden. De Lange Vlieter Regionale gebieden 1.75 Z

5 aantal Kuifeenden september De Lange Vlieter Boschmolenplas elders Wadden: Rosse Grutto als volgsoort Ondanks dat de tellingen in het Waddengebied eigenlijk geen zomerstop kennen, begint ook voor de zoute tellers een nieuw seizoen. De kickoff vormt voor de meesten de integrale telling op 9 september aanstaande. Dat wordt ongetwijfeld een fraaie telling, want we mogen rekenen op een prachtig hoog tij halverwege de ochtend. Voor de zoute wateren is de Rosse Grutto dit jaar de volgsoort, waarvan in onze kustgebieden twee ondersoorten voorkomen. Daarvan overwintert de lapponica-ondersoort in West-Europa. De populatie bestaat uit ca vogels, waarvan de broedgebieden in Noord-Scandinavië liggen. In strenge winters is het merendeel te vinden in de Britse estuaria. De ondersoort taimyrensis gebruikt de Waddenzee om bij te tanken tijdens de trek tussen de broedgebieden in Siberië (Taimyr-schiereilanden) en de West-Afrikaanse getijdengebieden. Deze populatie bestaat uit ca. 7. exemplaren. In mei zijn beide ondersoorten in de Waddenzee te vinden. Dat vertaalt zich ook in een flinke voorjaarspiek in het seizoenspatroon. Sinds de millenniumwisseling bedraagt die piek gemiddeld ca. 11. rosse grutten, alhoewel de laatste drie integrale mei-tellingen daar duidelijk overheen gaan. Zo werden in mei 24 zo n 15. exemplaren geteld, in mei 25 bijna 125. en ook de afgelopen mei-telling leverde een flink aantal op. Het voorlopige (onvolledige) aantal indiceert al zo n 155. Rosse Grutto s. De grootste concentraties waren te vinden op Griend (39.75), De Hengst (38.) en langs de Nederland aantal Figuur 3. Seizoensverloop van Rosse Grutto in Nederland in 24/5 (balkjes) en 1999/2-23/4. NL: Zoet-Zout al 15 jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun Nederland min-max 99-3 gem Figuur 2. Aantallen Kuifeenden in De Lange Vlieter, de Boschmolenplas (beide nabij Heel) en elders in de Midden-Limburgse Maasplassen. is een zeer rustige plas, het is verboden er op te varen, wel is het mogelijk er omheen te wandelen (T. Cuijpers). Wellicht dat de rust Kuifeenden aantrekt die s nachts in de omgeving foerageren. Ook het heldere en schone water van het spaarbekken zelf zou een positieve factor kunnen zijn (aanbod of bereikbaarheid voedsel in de vorm van kleine slakjes of driehoeksmosselen?). Daarnaast zou de toename ook verband kunnen houden met de groeiende broedpopulatie in de regio (incl. aangrenzende delen van België en Duitsland, G. Kurstjens). Omdat grote delen van het rivierengebied in juli en augustus niet geteld worden is het niet geheel duidelijk of er elders in het binnenland vergelijkbare concentraties aanwezig zijn maar dat lijkt onwaarschijnlijk. Bekende ruiplaatsen in het westen van het land wat verder van de kust af zijn Spaarbekken Beerenplaat (Oude Maas, nabij Oud-Bijerland, max. in 1 seizoenen 1747 in juli en 296 in augustus), Spaarbekken Petrusplaat, Biesbosch (resp. 252 en 259) en Spaarbekken Gijster, Biesbosch (resp. 134 en 355). In september liggen de aantallen in de Beerenplaat over Nederland het algemeen lager (max. 55) terwijl in 7 de Petrusplaat en Gijster nog duizenden vogels zwemmen (resp. 34 en 1955). Dieper landinwaarts zijn concentraties 6 van ruim 3 vogels in het vroege najaar al bijzonder (Maas bij Kerkdriel 5 en Waal bij Lent, beide in september). De ontwikkeling van een nieuwe nazomerpleisterplaats zo diep in het binnenland 4 is dus wel bijzonder. Het is opmerkelijk dat alle genoemde pleisterplaatsen 3 wat dieper in het binnenland spaarbekkens zijn. Welke factor (rust, 2 helderheid water in combinatie met voedsel?) deze plassen zo aantrekkelijk maken is een interessante vraag. 1 Arjan Boele 75/76 8/81 85/86 9/91 95/96 /1 gemiddeld aantal gemiddeld aantal gemiddeld aantal Rosse Grutto Waddenzee 75/76 8/81 85/86 9/91 95/96 /1 Zoute Delta 2 Zoete Rijkswateren /76 8/81 85/86 9/91 95/96 /1 Rosse Gebied Nederla Wadden Zoute D Zoete R Regiona 8Figuur 4. De trend van de Rosse Grutto in de Nederlandse 15 Waddenzee en Zoute Delta op basis van gemiddelde aantallen per 6maand. 1 4Groninger kust (2.7). Berekening van de aantallen doortrekkers gedurende mei (op basis van zender- en kleurringonderzoek) wijzen zelfs op zo n 3. exemplaren die voor langere 5 2 of kortere tijd van de Waddenzee gebruik maken. In het najaar (late zomer) zijn augustus en september belangrijke maanden. We ma- ken jul dan aug nog sep doortrek okt nov mee dec van jan de feb taimyrensis-ondersoort, mrt apr mei jun terwijl jul aug sep okt n de lapponica s dan reeds arriveren. Lagen de aantallen voor deze maanden enkele jaren terug nog op ruim 5. exemplaren, tijdens de laatste twee september-tellingen bedroeg het aantal Rosse Grutto s resp en ruim 8. individuen. Tijdens die laatste september-telling Regionale gebieden werden flinke concentraties 13 vastgesteld op Z gemiddeld aantal gemiddeld aantal W

6 Watervogeltellingen projectcoördinatie formulieren etc. ganzen en zwanen Marc van Roomen ( , Michel Klemann ( , Kees Koffijberg ( , Ameland (35.3) en langs de kusten van Friesland (16.7) en Groningen (14.2). De komende integrale telling is wat dat betreft qua datum een gunstige om een goede indruk van de aantallen Rosse Grutto s te krijgen. In de Nederlandse Waddenzee is de trend van de Rosse Grutto zowel op de korte als de lange termijn positief. Het is daarmee een van de wormenetende soorten die een toename laat zien. Dat is lang niet overal het geval. In de internationale Waddenzee neemt de soort alleen toe in het Nederlandse deel en is er vooral in Sleeswijk-Holstein sprake van sterke afname. In Groot-Brittannië is er sprake van fluctuerende aantallen. Op de lange termijn laten Schotse en Engelse estuaria een toename zien, terwijl er de laatste paar jaar weer sprake is van een afname. In de estuaria van Wales zijn de aantallen Rosse Grutto s op de lange termijn sterk afgenomen. Dichter bij huis zien we in de Zoute Delta juist stabiele aantallen. Al met al een soort waarvan we tijdens de komende telling in ieder geval flinke aantallen mogen verwachten. En mocht de situatie het toestaan, let op de pootjes want er zijn inmiddels flink wat Rosse Grutto s gekleurringd met vlaggetjes en al. Succes! Romke Kleefstra Wij gaan over lijken! Verzamelt u mee? SOVON wil door monitoring van dode wilde vogels voldoende zekerheid krijgen over de afwezigheid van vogelgriep onder in het wild levende vogels in Nederland. Daarom zijn wij op zoek naar mensen die met enige regelmaat dode vogels vinden en die vogelkadavers willen verzamelen. Die kadavers worden dan in een laboratorium onderzocht om na te gaan of een vorm van vogelgriep de doodsoorzaak is. Het onderzoek richt zich op soorten met een verhoogd risico op introductie en verspreiding van vogelgriep. Dit zijn Blauwe reiger, zwanen, ganzen, eenden, futen, Buizerd, Kievit, Goudplevier, Grutto, Kemphaan en meeuwen. Om goed laboratoriumonderzoek mogelijk te maken zoeken we verse en complete kadavers van die soorten. Mensen die verwachten in de komende maanden een aantal van dergelijke kadavers te vinden, kunnen een grote bijdrage leveren aan het onderzoek. Als u zich aanmeldt ontvangt u van SOVON een pakket waarin materialen zitten om kadavers schoon en eenvoudig te vervoeren, alsmede een ontheffing om dat te doen. Het transport naar het laboratorium wordt door SOVON verzorgd. Een uitgebreide beschrijving van dit project is te vinden op waar u zich ook kunt aanmelden. Voor aanmeldingen of vragen kunt u ook contact opnemen met Roy Slaterus (projectcoördinator), roy.slaterus@sovon.nl, Roy Slaterus Wie coördineert wat: regiocoördinatie De eerstgenoemde persoon coördineert de maandelijkse tellingen, voor de midwintertelling is er soms een aparte coördinator (ZO) Zoute Delta Cor Berrevoets, ( , c.m.berrevoets@rikz.rws.minvenw.nl) (NH) Noord-Holland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling, Kees Scharringa ( , / , k.scharringa@landschapnoordholland.nl) (ZH) Zuid-Holland Arjan Boele ( , arjan.boele@sovon.nl), (ZL) Zeeland Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl) (FR) Friesland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling Marten Wesselius ( , m.wesselius@fryslan.nl), (GR) Groningen Kees Koffijberg ( , kees.koffijberg@t-online.de), Midwintertelling Guido Meeuwissen ( , meeuwissenbuis@wanadoo.nl) (DR) Drenthe Harold Steendam ( , harold_steendam@hotmail.com), Midwintertelling René Oosterhuis ( , reneoosterhuis@hetnet.nl) (FL) Flevoland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Rob van Swieten ( , r.swieten2@chello.nl) (OV) Overijssel Gerrit Gerritsen ( , gj.gerritsen@prv-overijssel.nl) (GL) Gelderland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Henk Hubers ( , henk.hubers@hetnet.nl) (UT) Utrecht Arjan Boele ( , arjan.boele@sovon.nl), Midwintertelling vacature (NB) Noord-Brabant Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Mark van der Zijden, ( , mvdzijden@home.nl) (Li) Limburg Ton Cuijpers ( , ajghcuijpers@hetnet.nl) (WG) Waddengebied Eilanden Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Vaste wal Noord-Holland Romke Kleefstra (zie Noord-Holland), Vaste wal Friesland Romke Kleefstra (zie Friesland), Vaste wal Groningen Kees Koffijberg (zie Groningen) (RG) Grote Rivieren Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Informatie over coördinatie in (IJ) IJsselmeergebied, (RM) Randmeren, (BR) Beneden Rivieren, (NZ) Noordzee via SOVON Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Deze nieuwsbrief wordt toegezonden aan tellers en/of coördinatoren. De resultaten van de komende telling a.u.b. zo spoedig mogelijk naar SOVON Vogelonderzoek Nederland, Antwoordnummer 255, 6573 ZX Beek-Ubbergen sturen. Vergeet niet de gebiedscodes in te vullen. Een postzegel is niet nodig!! Nb! In deze nieuwsbrieven genoemde aantallen zijn voorlopig en vaak nog onvolledig! Ze zijn dus niet geschikt voor verder gebruik.

7 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 26/27, nr 2 oktober 26. Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen, verspreiding en de veranderingen daarin. Het landelijke project vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Vogelbescherming Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door SOVON Vogelonderzoek Nederland. De tellingen worden uitgevoerd door een groot aantal waarnemers van vogelwerkgroepen, beherende instanties, provincies en instituten. Er worden maandelijks tellingen uitgevoerd in monitoringgebieden (alle watervogelsoorten, in Rijkswateren en overige Vogelrichtlijngebieden), pleisterplaatsen (ganzen en zwanen) en in januari de Midwintertelling. Beste mensen, Met de meldingen van recordaantallen Rosse Grutto s en Bonte Strandlopers in de Waddenzee en opmerkelijk vroeg teruggekeerde Kolganzen op verschillende plaatsen in het land is het seizoen 26/7 meteen vol van start gegaan. De weersomstandigheden waren natuurlijk prima afgelopen september. Het zal mij benieuwen wat oktober voor ons in peto heeft, na de heetste juli-, natste augustus- en de warmste septembermaand sinds tijden. Het insturen van digitaal doorgeven van gegevens is wederom weer goed van start gegaan en tot nu toe is 72% van de ingestuurde gegevens digitaal aan ons doorgegeven. Zie het overzicht achter op deze nieuwsbrief. We hebben de indruk dat het insturen van papieren formulieren nog wat achter blijft. Kortom ook die formulieren zijn natuurlijk zeer welkom en schroom niet om deze snel op te sturen. Regelmatig krijgen wij vragen of er nog telgebieden vrij zijn die geteld moeten worden (maandelijkse tellingen). Ja die zijn er en om het vinden van nieuwe waarnemers te vergemakkelijken en ook het overzicht voor jullie te vergroten hebben we ze nu op onze website gezet. Zowel onder monitoring/winter- en trekvogels/watervogels/hoe meedoen vind je een knop (vacant) naar een overzicht van vacante gebieden maar vooral ook in de keuzebalk na het inloggen voor het digitaal doorgeven van tellingen is er de extra keuzeknop vacatures bijgekomen waarmee je gebieden kunt bekijken en je belangstelling kenbaar kunt maken. Mogelijk dat je zelf nog wat erbij zou willen doen of je kent iemand in je omgeving die wel mee wil tellen? In deze nieuwsbrief staat weer een mooi overzicht met actuele gegevens over de volgsoort Lepelaar van de hand Nederland (binnenland): 14 oktober monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling Beek-Ubbergen, van Arjan Boele. Het is daarmee tevens de laatste bijdrage van Arjan aan de watervogelnieuwsbrieven. Hij gaat zich helemaal storten op de coördinatie van het Landelijk Soortonderzoek Broedvogels (maar blijft nog wel regiocoördinator maandelijkse tellingen voor Utrecht). Arjan wordt zeer bedankt voor zijn bijdragen en vanaf november zal op zijn plaats een mooie inbreng worden geleverd door Jan-Willem Vergeer. Jan-Willem zal op het coördinerende vlak ook de coördinatie van de winter/watervogeltellingen in Zuid-Holland gaan verzorgen. Nu met ingang van oktober gaan we ook het tweede jaar in van het evaluatieproject ganzen op de kaart en dat gaat ook met een nieuwtje gepaard namelijk dat het mogelijk is geworden via het digitaal doorgeven van je telgegevens ook de exacte locaties van groepen ganzen en zwanen digitaal door te geven. Dit is niet alleen mogelijk voor waarnemers met een opvanggebied maar ook voor waarnemers daarbuiten. In het stuk van Kees staat meer informatie over deze spannende ontwikkeling. Als je Grote Zilverreigers tijdens je telling hebt lees dan vooral even goed het stukje over slaapplaatstellingen bij Grote Zilverreigers. Mogelijk dat je daar nog een zeer zinvolle bijdrage kunt leveren. Dat landelijke monitoring spannend is blijkt keer op keer maar ook vergelijkingen met trends in andere landen in zeer de moeite waard. Romke zet wat dat betreft wat zeer recente resultaten voor de verschillende waddenzeelanden op een rij die tijdens een recente internationale workshop aan de orde kwamen. Ik wens jullie een hele goede oktobertelling toe. Marc van Roomen Waddengebied: 21 oktober steekproeftelling (1.16 hw), ganzen- en zwanentelling Overige teldata voor dit seizoen 18 november 26 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 16 december 26 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 13 jan 27 midwintertelling, monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 17 februari 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 14 april 27 monitoringgebieden, telling Brand- en Rotgans 5 mei 27 telling Rotgans 12 mei 27 selectie van monitoringgebieden 16 juni 27 selectie van monitoringgebieden Overige teldata voor dit seizoen 11 november 26 integrale telling (13.4) 23 december 26 steekproeftelling (11.15), ganzen- en zwanentelling 2 januari 27 integrale telling (1.45) 1 februari 27 steekproeftelling (13.4), ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 steekproeftelling (8.24), ganzen- en zwanentelling 21 april 27 integrale telling (13.15) 5 mei 27 telling Rotgans 19 mei 27 integrale telling (12.26) 16 juni 27 steekproeftelling (11.26) NB. Bij voorkeur niet van de teldatum afwijken, echter bij slecht weer of andere overmacht kunnen tellingen nog één dag voor tot twee dagen na de teldatum worden uitgevoerd.

8 Ganzen en zwanen Waarnemers die in het weekeinde van 16/17 september op pad waren vielen met hun neus in de boter. Naast grote aantallen Grauwe Ganzen werden al diverse groepen Kolganzen opgemerkt, in Friesland zelfs groepen van enkele 1en vogels. Tegelijk passeerde langs de kust het eerste golfje rotganzentrek. Op 23/24 september verschenen de eerste grotere aantallen Kleine Rietganzen in ZW-Friesland. Plaatselijk werden ook al enkele Toendra- en Taigarietganzen waargenomen. Uit het oosten van Oost-Duitsland kwamen berichten van nog meer Kolganzen en Toendrarietganzen. Kortom, de kop van het nieuwe seizoen is er af! Net als in het voorbije seizoen wordt ook in 26/7 de verspreiding van ganzen en zwanen rondom de opvanggebieden gedetailleerd in kaart gebracht. Groepen worden ingetekend op kaarten om zo de verspreiding precies vast te leggen. Op die wijze ontstaat inzicht in de benutting van de speciale opvanggebieden die in het kader van het nieuwe Beleidskader Faunabeheer zijn aangewezen. In de komende SOVON-Nieuws verschijnt een eerste impressie van de resultaten van 25/6. Tellers die telgebieden hebben in en rond opvanggebieden vinden in de envelop nog een afzonderlijk pakket met kaarten en een instructie hoe het intekenen in z n werk gaat. Voor hun is het intekenen standaard en vergelijkbaar met de werkwijze van vorig jaar. Nieuw is de mogelijkheid locaties van ganzen en zwanengroepen online in te voeren. Op die wijze hopen we het verwerken van de tellingen zowel bij jullie als bij ons te vergemakkelijken en de hoeveelheid post en papier wat in te dammen. Vanwege het gemak om stippen online in te voeren hebben we gemeend deze mogelijkheid ook aan te bieden aan tellers die niet rond opvanggebieden tellen, maar toch enthousiast zijn om groepen ganzen en zwanen in te tekenen. Het beschikbaar hebben van gedetailleerde verspreidingsgegevens biedt veel analysemogelijkheden (denk aan ingrepen in landschap, plaatsingsbeleid windmolenparken e.d.) en geeft ook de kans bijv. in te spelen op latere veranderingen in grenzen van opvanggebieden. In een aantal gebieden, bijv. in de regio Gelderland, tekenen ganzen- en zwanentellers al een aantal jaren groepen ganzen en zwanen op kaarten in. We kunnen deze facultatieve mogelijkheid alleen aanbieden via online invoer. Wil je van de optie gebruik maken, log dan in op de startpagina van en volg de instructies. Het digitaal stippen zetten is ondergebracht bij het reguliere digitale watervogeltelformulier. Een pdf van de instructie om stippen op de kaart (ook werkwijze in het veld) te zetten is elders op de site te vinden, onder Voerde je nog helemaal geen tellingen digitaal in: ook zonder stippen te zetten kun je telgegevens op een digitaal formulier invullen. Vorig seizoen werd ruim 6% van de telformulieren reeds digitaal doorgegeven. Een beetje nieuw, is ook de mogelijkheid canadese ganzen op te splitsen in Kleine en Grote Canadese Gans. Sommigen van jullie deden dat al langer, maar het onderscheid is sinds september ook doorgevoerd in de formulieren. Grote Canadese Ganzen zijn de bekende zwaanhalzige canadese ganzen die op de meeste plaatsen in Nederland worden gezien en die ook het grootste deel van de eigen broedpopulatie vormen. Kleine Canadese Ganzen, waaronder de Hutchins Canadese Gans en de Kleinste Canadese Gans of Cackling Goose, worden doorgaans minder vaak gezien. Er zijn echter een aantal locaties waar juist Klein(st)e Canadese Ganzen voorkomen. Hybriden van de verschillende soorten komen ook voor (en Kleine Canadese Ganzen hybridiseren met o.a. Brandgans), maar het grootte-onderscheid blijft ook dan de simpelste regel om de soorten te onderscheiden. Voor de geinteresseerden: de world bird database van Avibase geeft een mooi overzicht van soorten en ondersoorten: 66DEC989D64&ts= Kees Koffijberg Lepelaar: zoute en zoete volgsoort jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun Figuur 1. Voorlopige aantallen Lepelaars in 26/7 in het Waddengebied in vergelijking met de seizoenen 2/1-24/5. In juli en augustus zijn alleen steekproefgebeden onderzocht, in september is er een integrale telling georganiseerd. Van november tot en met januari verblijven onze Lepelaars in Zuidwest-Europa en vooral West-Afrika (m.n. Banc d Arguin, Mauretanië, meer dan 4 kilometer ten zuiden van ons land). De eerste tientallen vogels, waarschijnlijk overwinteraars uit Frankrijk of Spanje, keren in februari terug en worden dan vooral gezien in de Hollandse polders. Afrikaanse Lepelaars arriveren pas in april of mei in ons land. De hoogste aantallen worden jaarlijks gemeld in juli-september met steevast een piek in augustus als alle jongen uitgevlogen zijn, de vogels zich concentreren op nazomerpleisterplaatsen en er nog maar weinig vogels zuidwaarts zijn getrokken. In oktober zijn vrijwel alle vogels weer uit ons land verdwenen. Het seizoenspatroon in het Waddengebied (zie lijn met gemiddelde in figuur 1) komt goed overeen met het landelijke patroon. De laatste decennia is de Lepelaar in ons land sterk toegenomen als broedvogel (van 29 paren in 1975 naar 1768 paren in 26). Omdat er buiten ons land in West-Europa maar heel weinig Lepelaars broeden is het logisch dat het aantal niet-broedvogels in ons land wordt bepaald door de eigen broedpopulatie (en hun nakomelingen) en het is geen verrassing dat deze twee populaties sterk correleren (figuur 2). De nazomerpopulatie in ons land bedraagt momenteel minimaal 5 exemplaren (1768 broedparen in 26; 2 adulte vogels per paar met gemiddeld 1 uitgevlogen jong; O. Overdijk) met daarnaast bovendien nog een onbekend aantal niet-broedende vogels. In september werd er in het Waddengebied weer een integrale telling uitgevoerd. Helaas zijn nog lang niet alle tellingen ontvangen zodat het niet mogelijk is in te schatten hoeveel vogels er gezien zijn. In totaal zijn op dit moment 762 vogels doorgegeven waarvan er 612 in het Waddengebied foerageerden (figuur 1). De meeste vogels werden gemeld op Vlieland (22, waarvan 28 in de Kroon s polders) en langs de Friese Waddenkust bij Blija (118). In het binnenland werd een flinke groep gemeld in de uiterwaarden van de Nederrijn bij Amerongen (33). In augus-

9 sep) - (jul niet-broedvogels aantal broedpopulatie (paren) Figuur 2. Relatie tussen het aantal broedparen en het aantal niet-broedvogels (gemiddeld aantal in juli - september, incl. bijschatting voor niet-getelde gebieden) in tus werden grotere aantallen gemeld uit Oerd en Hon, Ameland (163), Rottumerplaat (79) en het Volkerakmeer (73) terwijl in juli het Haringvliet (316), Vlieland (12) en Rottumerplaat (61) de belangrijkste plekken waren. In de nazomer van 25 werden de grootste aantallen gemeld in het Haringvliet (431 in juli) en het Markiezaat (299 in september). Trekkende Lepelaars worden vaak langs de kust gezien. In juli, augustus en september 26 zijn er ruim 15 gemeld in Nederland en België (zie dubbeltellingen niet uitgesloten). De meeste vogels vlogen over trektelposten langs de Noordzee (ca. 1 met o.a. 269 over de Hondsbossche Zeewering en 16 over De Vulkaan, Den Haag). In het binnenland vallen de aantallen over telpost IJmeerdijk, Almere (222) en telpost Dordtse Biesbosch (76) op. Bijna 4% van de trekkende Lepelaars passeerde op slechts drie dagen: 1 september (159), 21 september (29) en 23 september (148). Het valt op dat de topdagen samenvallen met een vrij sterke oostelijke wind. Tijdens de topdag in 25 (2 oktober) kwam de wind meest uit noordelijke richtingen maar ook in dat jaar vielen goede dagen samen met oostelijke wind. De wegtrek in vooral september past prima in het beeld van figuur 1 met afnemende aantallen tussen de watervogeltellingen rond 15 augustus en rond 15 oktober. Tijdens het aanstaande telweekend zullen waarschijnlijk nog enkele tientallen Lepelaars gezien worden. In oktober 2-25 werden er gemiddeld 52 doorgegeven (maximum 13). Tellers in de Delta (Grevelingen, Oosterschelde) maken deze maand de meeste kans op deze mooie, sierlijke soort. Arjan Boele Wadden: de uiteenlopende trends van verschillende Waddenlanden De integrale septembertelling was een prachtige. Perfecte weersomstandigheden en een hoog tij zorgden voor een geslaagde telling. Spanning ten top, want er lijken voor enkele soorten records uit de bus te rollen. In de nieuwsbrief van november zult u het fijne er van lezen! In deze nieuwsbrief enige aandacht voor de workshop Seriously Declining Trends in Migratory Waterbirds die op 31 augustus jl. in Wilhelmshaven georganiseerd werd. In een zevental lezingen ging aandacht uit naar de negatieve trends die veel soorten watervogels in de internationale Waddenzee laten zien. Jan Blew van de Joint Monitoring Group of Migratory Birds in the Wadden Sea ging nader in op de actuele trends van wadvogels, gebaseerd op de gezamenlijke watervogelmonitoring van de Waddenzee-landen. Hierbij kwamen vooral onderlinge verschillen in trends van de Wadden-regio s Denemarken (DK), Sleeswijk-Holstein (SH), Nedersaksen (NS) en Nederland (NL) tot uiting. Voor schelpdiereters als Scholekster en Kanoet geldt dat de trend voor de hele Waddenzee negatief is. In zekere zin geldt dat ook voor de Eider (vooral SH), alsook Zilvermeeuw (alhoewel nog onduidelijk is hoe groot het aandeel schelpdieren in diens dieet is). Bij de wormeneters lopen trends veel meer uiteen en wijken positieve trends van wormeneters in het Nederlandse Waddengebied vaak sterk af van de trends in de andere regio s. Dat geldt voor verschillende soorten, zoals Goudplevier (figuur 3) en Rosse Grutto (figuur 4). Uit de voorlopige cijfers blijkt inmiddels al dat de afgelopen septembertelling voor de Rosse Grutto een najaarsrecord voor de soort heeft opgeleverd in Nederland. Het voorlopige aantal ligt al op bijna 1. rosse grutten, terwijl dat tijdens de voorgaande vier septembertellingen betrof. Het past in de ontwikkelingen die we zien. Wat dan tevens opvalt in de vergelijking van de verschillende Wadden-regio s - en wat ook uit beide onderstaande figuren blijkt - is dat de Nederlandse trends vaak haaks staan op die van Sleeswijk-Holstein. Soorten als Goudplevier, Zilverplevier, Bonte Strandloper, Rosse Grutto en Wulp nemen in Sleeswijk-Holstein af terwijl deze in de Nederlandse Waddenzee toenemen. Hypothesen over de oorzaken van deze verschillen lopen uiteen van effecten van klimaat-verandering, schelpdiervisserij tot verschillen in het beheer van kwelders. Al met al interessante trends op basis van de watervogelmonitoring die wachten op een andere analyse van veranderingen en de mogelijke oorzaken. Romke Kleefstra Figuur 3 De trend van Goudplevier in de Waddenzee van Denemarken (DK), Sleeswijk-Holstein (SH), Niedersachsen (NS) en Nederland (NL). De lijn geeft alleen de trend aan, niet de afzonderlijke jaarwaarden. Op de y-as staan seizoensgemiddelden. Figuur 4 De trend van Rosse Grutto in de Waddenzee van Denemarken (DK), Sleeswijk-Holstein (SH), Niedersachsen (NS) en Nederland (NL). De lijn geeft alleen de trend aan, niet de afzonderlijke jaarwaarden. Op de y-as staan seizoensgemiddelden.

10 Slaapplaatstellingen Grote Zilverreigers De afgelopen twee winters zijn door een flink aantal waarnemers slaapplaatsen van Grote Zilverreigers opgespoord en geteld. Het initiatief hiertoe kwam van een groep Utrechtse vogelaars o.l.v. John van Dort. Hierbij zijn elk seizoen drie simultaantellingen uitgevoerd. Wegens verplichtingen elders heeft John aan SOVON gevraagd de coördinatie van deze tellingen over te nemen. Dit doen we graag. De tellingen vonden plaats in dezelfde weekenden als de watervogeltellingen. Dit heeft als voordeel dat de resultaten vergeleken kunnen worden. Daarnaast kunnen de waarnemingen van de tellers overdag bruikbare aanwijzingen opleveren voor de slaapplaatstellers. Mocht je dus overdag in je telgebied Grote Zilverreigers zien, schroom dan niet te achterhalen waar deze vogels s avonds slapen. Je kan daarvoor de slaapplaatstellers informeren, of zelf proberen een telling uit te voeren. De beste manier is om vanaf een half uur voor zonsondergang te posten bij een rustende groep. Deze vogels zullen vrijwel altijd in een rechte lijn naar de slaapplaats vliegen. Met wat gebiedskennis is de slaapplaats vaak de volgende dag gevonden. Het is niet de bedoeling in elk telweekend ook een slaapplaatstelling te organiseren, maar op dit moment ontbreekt een goed beeld van de situatie voorafgaand aan de winter. Vandaar dat we graag een oktobertelling willen organiseren. In voorgaande jaren is alleen in december-maart geteld. Voor opgave of informatie kun je terecht bij Olaf Klaassen, Olaf.Klaassen@SOVON.nl Overzicht % binnengekomen tellingen (per post en digitaal) in t/m regio aantal gebieden sept Waddengebied Friesland 37 5 Groningen Drenthe Overijssel 27 4 Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Flevoland Gelderland Noord-Brabant Limburg & Limburgse Maas Randmeren Rijn (Waal-Rijn-IJssel) Brabantse & Gelderse Maas Beneden Rivieren Zeeland 532 Percentage Digitaal ingestuurd 72 Watervogeltellingen projectcoördinatie Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) formulieren etc. Michel Klemann ( , michel.klemann@sovon.nl) ganzen en zwanen Kees Koffijberg ( , kees.koffijberg@sovon.nl) Wie coördineert wat: regiocoördinatie De eerstgenoemde persoon coördineert de maandelijkse tellingen, voor de midwintertelling is er soms een aparte coördinator (ZO) Zoute Delta Cor Berrevoets, ( , c.m.berrevoets@rikz.rws.minvenw.nl) (NH) Noord-Holland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling, Kees Scharringa ( , / , k.scharringa@landschapnoordholland.nl) (ZH) Zuid-Holland Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl), (ZL) Zeeland Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl) (FR) Friesland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling Marten Wesselius ( , m.wesselius@fryslan.nl), (GR) Groningen Kees Koffijberg ( , kees.koffijberg@t-online.de), Midwintertelling Guido Meeuwissen ( , meeuwissenbuis@wanadoo.nl) (DR) Drenthe Harold Steendam ( , harold_steendam@hotmail.com), Midwintertelling René Oosterhuis ( , reneoosterhuis@hetnet.nl) (FL) Flevoland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Rob van Swieten ( , r.swieten2@chello.nl) (OV) Overijssel Gerrit Gerritsen ( , gj.gerritsen@overijssel.nl) (GL) Gelderland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Henk Hubers ( , henk.hubers@hetnet.nl) (UT) Utrecht Arjan Boele ( , arjan.boele@sovon.nl), Midwintertelling vacature (NB) Noord-Brabant Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Mark van der Zijden, ( , mvdzijden@home.nl) (Li) Limburg Ton Cuijpers ( , a_cuijpers@hetnet.nl) (WG) Waddengebied Eilanden Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Vaste wal Noord-Holland Romke Kleefstra (zie Noord-Holland), Vaste wal Friesland Romke Kleefstra (zie Friesland), Vaste wal Groningen Kees Koffijberg (zie Groningen) (RG) Grote Rivieren Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Informatie over coördinatie in (IJ) IJsselmeergebied, (RM) Randmeren, (BR) Beneden Rivieren, (NZ) Noordzee via SOVON Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Deze nieuwsbrief wordt toegezonden aan tellers en/of coördinatoren. De resultaten van de komende telling a.u.b. zo spoedig mogelijk naar SOVON Vogelonderzoek Nederland, Antwoordnummer 255, 6573 ZX Beek-Ubbergen sturen. Vergeet niet de gebiedscodes in te vullen. Een postzegel is niet nodig!! Nb! In deze nieuwsbrieven genoemde aantallen zijn voorlopig en vaak nog onvolledig! Ze zijn dus niet geschikt voor verder gebruik.

11 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 26/27, nr 3 november 26. Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen, verspreiding en de veranderingen daarin. Het landelijke project vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Vogelbescherming Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door SOVON Vogelonderzoek Nederland. De tellingen worden uitgevoerd door een groot aantal waarnemers van vogelwerkgroepen, beherende instanties, provincies en instituten. Er worden maandelijks tellingen uitgevoerd in monitoringgebieden (alle watervogelsoorten, in Rijkswateren en overige Vogelrichtlijngebieden), pleisterplaatsen (ganzen en zwanen) en in januari de Midwintertelling. Beste tellers, Het leek er niet van te komen, maar nu doet de herfst toch echt zijn intrede. Tot nu toe werden we als tellers flink verwend met rustig weer en aangename temperaturen maar nu zijn de herfststormen gearriveerd en worden de nachten kouder. Een beetje watervogelteller laat zich hier natuurlijk niet door ontmoedigen. De ervaring uit voorgaande jaren leert ons dat weer of geen weer, we kunnen op jullie rekenen! Niemand zal in de afgelopen weken de grote influxen van Koperwieken en de eerste Kramsvogels zijn ontgaan maar ook bij de watervogels is er natuurlijk een hoop beweging. Wat nu precies dat vroege en late aankomen en de trends daarin allemaal bepaald is nog verre van duidelijk. Klimaatsverandering ligt natuurlijk voor de hand en als vogels langer in het noorden en oosten kunnen blijven foerageren zou dat een mechanisme kunnen zijn voor een later vertrek naar Nederland. Zeer waarschijnlijk spelen deze factoren dan ook een rol van betekenis. Toch is dit lang niet het enige verhaal om de huidige patronen te verklaren. Waarom komen Kolganzen juist eerder naar Nederland de laatste tijd? Een relatie met juist een minder geschikt worden van oostelijke foerageergebieden ligt dan meer voor de hand. Verdwijnen de geschikte foerageergebieden daar of is er sprake van meer verstoring? De in Afrika overwinterende steltloperpopulaties laten zich wat de timing betreft nog niet zo van de wijs brengen en kwamen in juli en augustus, ruim voor verslechtering van het winterweer, al weer langs op weg naar het zuiden. Ook de variatie in broedsucces kan een groot verschil uitmaken in het tijdstip van aankomst in Nederland waarbij vooral voor vogels die samen met hun jongen naar het zuiden trekken het patroon is dat een vroege aankomst weinig Beek-Ubbergen, jongen betekend en het in jaren met veel jongen allemaal wat langzamer gaat. Niet alleen omdat de vogels langer in de broedgebieden verblijven (eerst moeten de jongen vliegvlug worden) maar mogelijk ook wel omdat de herfsttrek in kleinere etappes verloopt. Al dit soort onderzoek en het verklaren van patronen begint bij een grondige beschrijving van wat er buiten gebeurd en dat is nu juist wat we doen met onze maandelijks etellingen. Door dit stug vol te houden kunnen we beschrijven welke soorten vroeger, welke later en welke geen verschil in doortrektijd laten zien. In deze nieuwsbrief o.a. aandacht voor de volgsoort Kleine Rietgans waarvoor november tot de piekmaanden behoort. Door de maandelijkse tellingen van SOVON en de wekelijkse tellingen van Fred Cottaar zijn we bijzonder goed op de hoogte van het voorkomen van deze op Spitsbergen broedende populatie. Ook de Kuifeend krijgt in deze nieuwsbrief weer de nodige aandacht met een overzicht van de tot nu toe binnengekomen gegevens en achtergronden over de voedselecologie en concurrentie met Toppers. In de bijdrage van Romke komt hij superlatieven te kort over de hoge aantallen in september in de Waddenzee. De resultaten liegen er inderdaad niet om met zeer hoge aantallen voor Rosse Grutto, Bonte Strandloper en voor het eerst sinds jaren weer de Kanoet. Als laatste nog een melding van een verandering in de coordinatie van de maandelijkse tellingen in Noord-Brabant. De coördinatie aldaar zal door Jan-Willem Vergeer worden vervuld. Jan Schoppers concentreert zich helemaal op Gelderland en Flevoland. Ik wens jullie een spannende novembertelling toe. Marc van Roomen Nederland (binnenland): 18 november monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling Overige teldata voor dit seizoen 16 december 26 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 13 jan 27 midwintertelling, monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 17 februari 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 14 april 27 monitoringgebieden, telling Brand- en Rotgans 5 mei 27 telling Rotgans 12 mei 27 selectie van monitoringgebieden 16 juni 27 selectie van monitoringgebieden Waddengebied: 11 november integrale telling (13.4 hw) Overige teldata voor dit seizoen 23 december 26 steekproeftelling (11.15), ganzen- en zwanentelling 2 januari 27 integrale telling (1.45) 1 februari 27 steekproeftelling (13.4), ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 steekproeftelling (8.24), ganzen- en zwanentelling 21 april 27 integrale telling (13.15) 5 mei 27 telling Rotgans 19 mei 27 integrale telling (12.26) 16 juni 27 steekproeftelling (11.26) NB. Bij voorkeur niet van de teldatum afwijken, echter bij slecht weer of andere overmacht kunnen tellingen nog één dag voor tot twee dagen na de teldatum worden uitgevoerd.

12 Ganzen en zwanen Tijdens de oktobertelling was duidelijk dat het nieuwe seizoen in volle hevigheid was begonnen. Vrijwel overal in het land werden grotere aantallen Kolganzen geteld; met vooral in Friesland al ongewoon grote concentraties. En dan te bedenken dat eind oktober nog steeds Kolganzen ver in het oosten zatten. Wie de route van de gezenderde Kolgans Adri heeft gevolgd zal zich hebben verbaasd over de trekbewegingen die zo n vogel in een seizoen onderneemt (gevangen in Nederland, via Oekraïne naar mogelijk broedgebied op Yamal, ruien op Oost-Taimyr en inmiddels op weg richting winterkwartier (laatste peiling op 22 oktober ten ZO van Moskou, zie Het komende seizoen zullen door Helmut Kruckenberg i.s.m. Alterra nog 1 Kolganzen van satellietzenders worden voorzien. Waarnemers in het noorden van het land konden half oktober ook de eerste Kleine Zwanen verwelkomen. De buitendijkse gebieden zaten bovendien vol met Brandganzen. Eerste impressies van de broedresultaten wijzen op een slechts broedseizoen bij de Rotgans (zoals verwacht enkele procenten eerstejaars in de populatie). Van de Kolgans zijn inmiddels door diverse waarnemers enkele duizenden vogels op leeftijd gecontroleerd en schommelt het percentage eerstejaars tussen de 15 en 2%, duidelijk minder dan de vorige twee seizoenen (resp. 24% en 26%). Het aantal jongen per succesvol paar schommelt rond de 2; af en toe worden ook paren met 4-5 jongen gesignaleerd. Kleine Rietganzen daarentegen kwamen met een uitzonderlijk groot aantal jongen uit de broedgebieden op Spitsbergen (c. 18%). Dit seizoen is deze soort de volgsoort en zullen we geregeld tussentijdse telresultaten laten zien. Naast de maandelijkse tellingen worden door Fred Cottaar en anderen ook wekelijkse tellingen van Kleine Rietganzen in ZW-Friesland uitgevoerd, en wordt getracht alle aanwezige halsbanden af te lezen en gegevens omtrent het broedsucces te verzamelen. De eerste vogels in Friesland verschenen eind september (4 op 2 september bij Idzega), nadat in de eerste week van september reeds trekkende vogels waren gesignaleerd bij de Eemshaven in Noord-Groningen ( nl). De eerste grote aantallen arriveerden op 24 september, traditioneel op de pleisterplaatsen rond Piaam, Oudemirdum en Oudega. Dit moment viel ongeveer een week later dan in voorgaande jaren. In eerste instantie werden ongeveer 11% eerstejaars vastgesteld; inmiddels is dit opgelopen tot 15-2%. Succesvolle families komen dus kennelijk iets later naar Friesland (wat ook een verklaring voor de latere aankomst zou kunnen zijn). De aantallen waren rond 25 oktober toegenomen tot 25. vogels, en de vogels hebben zich inmiddels verspreid over meerdere gebieden rondom Oudega, Idzega, Elahuizen en Oudemirdum. Naar verwachtig zal het aantal begin november een top bereiken, en zullen bij de komende maandelijkse telling in november inmiddels veel vogels zijn doorgevlogen naar België. Hier werden op 11 oktober al de eerste 1 Kleine Rietganzen gezien. Door het goede broedsucces zullen de aantallen vermoedelijk een fractie hoger komen liggen dan in voorgaande jaren. De goede broedresultaten waren mogelijk doordat de sneeuw in de broedgebieden vroeg was gesmolten en de vogels direct na aankomst met broeden konden beginnen (J. Madsen). In de volgende nieuwsbrief kunnen we hopelijk ook meer melden omtrent het broedsucces van Kleine Zwanen en Brandganzen. Kuifeend en Driehoeksmossel: een sterke band Kees Koffijberg & Fred Cottaar De Kuifeend is een echte duikeend. Overal in Europa vormen schelpdieren buiten het broedseizoen het stapelvoedsel. Deze schelpdieren moeten in flinke aantallen voorkomen op plekken waar Kuifeenden ze goed kunnen vinden (op de juiste diepte) en waar ze niet teveel concurrentie van andere schelpdierpredatoren ondervinden. Voorts moeten er nabij de voedselgebieden geschikte rustplaatsen aanwezig zijn, liefst in de vorm van flinke, rustige open wateren. De afstand tussen rust- en foerageerplaats mag niet veel groter zijn dan een kilometer of vijf, verder vliegen kost al snel te veel energie. In Nederland, en dan vooral in het IJsselmeergebied, heeft Joep de Leeuw veel kennis vergaard over het hoe en waarom van het voorkomen van Kuifeenden. Veel kennis is gebundeld in zijn proefschrift Demanding Divers. Het voedsel zoeken onder water geschiedt op de tast. Dat is ook wel nodig omdat groepen Kuifeend vaak de nachtelijke uren benutten om voedsel te zoeken. De meeste grotere concentraties Kuifeenden in Nederland moeten het in het winterhalfjaar vooral hebben van de Driehoeksmossel, een zoetwatermossel die in de twintigste eeuw sterk in aantal toenam in ons land. De Driehoeksmossel is in Nederland vooral bekend van het IJsselmeer, het Markermeer en de Randmeren (waar hij midden jaren negentig Figuur 1. Voorlopige aantallen Kuifeenden in 26/7 (balkjes) in drie regio s in vergelijking met de seizoenen 2/1-24/5 (minimale, maximale en gemiddelde aantallen). 5 Randmeren 2 Rivieren 3 Beneden Rivieren jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun

13 sterk toenam), maar komt tegenwoordig ook talrijk voor in veel nadere zoete meren en langs de rivieren. Niet alle grote concentraties Driehoeksmosselen zijn echter goed beschikbaar voor Kuifeenden. Soms zitten de mosselen te diep, tot een diepte van vijf meter gaat goed, dieper duiken kunnen Kuifeenden wel (tot wel 15 meter diep!), maar kost zoveel energie dat het vaak niet rendabel meer is. De eerder genoemde concurrentie-problemen komen we tegen in delen van het IJsselmeer. Hier vinden we lokaal grote hoeveelheden uit de kluiten gewassen Driehoeksmosselen in het IJsselmeer, waar s winters grote groepen Toppereenden hun buik aan rondeten. De Kuifeend delft bij deze rechtstreekse concurrentie van de grote neef het onderspit en wijkt uit naar elders (bijv. Markermeer). De Driehoeksmosselen van het Markermeer zijn over het algemeen wat kleiner en lichter dan hun soortgenoten in het IJsselmeer, een reden voor de Topper om er zijn snavel voor op te halen. Voor de kleinere Kuifeend kan het zeker lonend zijn om die kleinere (en vaak niet al te diep zittende) mosselen van het Markermeer te eten, mits hij er genoeg van te pakken kan krijgen zonder er al te veel voor te moeten doen. Het Markermeer is ondiep en de bodem is rijk aan slib. Het vele opgewervelde bodemslib levert in het Markermeer meer problemen op voor de Driehoeksmosselen dan in het veelal van een zandiger bodem voorziene IJsselmeer. Sinds begin jaren negentig is de hoeveelheid Driehoeksmosselen in het Markermeer duidelijk afgenomen, een ontwikkeling waar de Kuifeenden niet blij mee zijn. De gevolgen zijn er dan ook naar: hoewel het Markermeer nog altijd een van de belangrijkste gebieden voor de soort in Nederland blijft, is duidelijk sprake van een negatieve aantalsontwikkeling. Tot slot een blik op de tot nu toe beschikbare tellingen van het seizoen 26/7. De cijfers van enkele voor de Kuifeend belangrijke gebieden zijn nog niet beschikbaar, maar uit de tot nu toe beschikbare gegevens vallen over het algemeen geen grote schommelingen op te maken. Lokale schommelingen zijn er natuurlijk wel. Zo valt op dat er in het Haringvliet in september en oktober veel minder Kuifeenden zaten dan de afgelopen jaren gebruikelijk was, terwijl het aantal in het nabije Volkerakmeer juist sterk gestegen is. Kennelijk zijn de condities in dit meer momenteel beter dan die in het Haringvliet. Verder valt op dat de reeds beschikbare gegevens van de Randmeren in bijna alle gevallen wijzen op een negatieve trend. Onduidelijk is nog of de Kuifeenden in de IJsselmeer-regio zich aan het verplaatsen zijn, of dat er sprake is van een daadwerkelijke afname. Jan-Willem Vergeer Wadden: uiterst geslaagde septembertelling In de wandelgangen werd al druk gespeculeerd over recordaantallen watervogels tijdens de integrale telling in september jl. Eén en ander hing o.a. samen met de enthousiaste berichten van Vlieland. Hier zag het op het Posthuiswad en de Vliehors letterlijk zwart van de steltjes. Door laag overvliegende Cessna s lieten zich bij aanvang van de telling wolken vogels zien. In totaal werden ruim 356. watervogels geteld. Per hoofdgebied werd in de Waddenzee nog niet eerder een dergelijk aantal vastgesteld en als ik de kippenvel-bezorgende wolken vogels niet met eigen ogen had aanschouwd, dan had ik het niet kunnen geloven. De telgroep heeft op de zondag na de telling nog eens een kijkje genomen en onder dezelfde omstandigheden werd opnieuw een tapijt steltlopers op de Vliehors vastgesteld. Vooral bij een hoog tij als in september, waarbij de Hengst volledig onder water verdwijnt, is de Vliehors van steeds groter belang als hvp jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun Als piekmaand voor veel soorten en met het hoge tij werden ook elders grote aantallen vastgesteld. Sommige soorten springen er duidelijk uit. Dat geldt voor onze volgsoort, de Rosse Grutto. Het voorlopige aantal komt reeds op ruim 1., een record voor september. Grote concentraties bevonden zich in de westelijke Waddenzee, zoals op Vlieland (55.5), Terschelling (21.6) en Richel (16.3). Opmerkelijk is het hoge aantal Kanoeten, waarvan het voorlopige aantal richting de 185. gaat en dat terwijl we tijdens de voorgaande septembertellingen nog niet eens de helft telden. Ook medewerkers van het NIOZ meldden grotere aantallen, waarbij gekleurringde exemplaren relatief schaars waren, hetgeen indiceert dat vermoedelijk veel Kanoeten van elders zijn gekomen (bijv. The Wash). Grote concentraties werden her en der vastgesteld, waaronder op Vlieland (38.8), Engelsmanplaat (38.), Schiermonnikoog (21.9), Richel (15.), Friese Kust (bijna 18.) etc. Opvallend dus dat er ook grote aantallen in de oostelijke Waddenzee voorkwamen en dat er op veel verschillende plekken behoorlijke concentraties werden aangetroffen. Ook een maand na de septembertelling telden NIOZ-medewerkers rond de Richel nog ca. 4. stuks. Voor de Waddenzee wordt het ook steeds interessanter om de aantallen Goudplevieren in de gaten te houden nu de soort er in steeds grotere aantallen voorkomt. Het voorlopige totaal van bijna 42. wilsters bevestigt dat, beduidend meer dan tijdens voorgaande septembertellingen Figuur 2. Voorlopige aantallen Rosse Grutto in 26/7 in het Waddengebied in vergelijking met de seizoenen 2/1-24/5. In juli, augustus en oktober zijn alleen steekproefgebeden onderzocht, in september is er een integrale telling georganiseerd.

14 ( ). De meeste Goudplevieren werden geteld op de Friese kust (19.), Texel (85) en de Groninger kust (715). Een andere soort die zich in steeds grotere aantallen laat zien is de Kleine Zilverreiger. Inmiddels staat de teller al op 97, waarvan 39 op Schiermonnikoog, 19 op Terschelling, 13 op Texel en 11 op de Friese kust. En zo zijn er nog flink wat soorten waarvan de aantallen er mochten zijn, zoals Zilverplevier (bijna 58.), Drieteenstrandloper (65), Bonte Strandloper (zo n 41.) en Kokmeeuw (ruim 165.). Tenslotte nog wat aardige schaarse soorten. Op het Normerven werden 172 IJslandse Grutto s vastgesteld. Alsof men op Vlieland al niet genoeg verwend was, werden tijdens de telling ook nog Roodpootvalk, Blonde Ruiter en een Geelpootmeeuw vastgesteld. Ruigpootbuizerds werden gezien op Ameland en de Friese kust, terwijl Velduilen alleen werden opgemerkt op Engelsmanplaat en Ameland. Aardig zijn ook de vier Grote Zilverreigers op de Friese kust, toch een schaarse soort in zoute wateren. Ook werd hier nog een Europese Flamingo gezien. Een fraaie telling dus of - om de coördinator van Vlieland maar eens te citeren - een vette telling met gruwelijk veel vogels. Romke Kleefstra Overzicht % binnengekomen tellingen (per post en digitaal) in t/m regio aantal gebieden sept okt Waddengebied Friesland Groningen Drenthe Overijssel Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Flevoland Gelderland Noord-Brabant Limburg & Limburgse Maas Randmeren Rijn (Waal-Rijn-IJssel) Brabantse & Gelderse Maas Beneden Rivieren Zeeland Percentage Digitaal ingestuurd Watervogeltellingen projectcoördinatie Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) formulieren etc. Michel Klemann ( , michel.klemann@sovon.nl) ganzen en zwanen Kees Koffijberg ( , kees.koffijberg@sovon.nl) Wie coördineert wat: regiocoördinatie De eerstgenoemde persoon coördineert de maandelijkse tellingen, voor de midwintertelling is er soms een aparte coördinator (ZO) Zoute Delta Cor Berrevoets, ( , c.m.berrevoets@rikz.rws.minvenw.nl) (NH) Noord-Holland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling, Kees Scharringa ( , / , k.scharringa@landschapnoordholland.nl) (ZH) Zuid-Holland Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl), (ZL) Zeeland Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl) (FR) Friesland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling Marten Wesselius ( , m.wesselius@fryslan.nl), (GR) Groningen Kees Koffijberg ( , kees.koffijberg@t-online.de), Midwintertelling Guido Meeuwissen ( , meeuwissenbuis@wanadoo.nl) (DR) Drenthe Harold Steendam ( , harold_steendam@hotmail.com), Midwintertelling René Oosterhuis ( , reneoosterhuis@hetnet.nl) (FL) Flevoland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Rob van Swieten ( , r.swieten2@chello.nl) (OV) Overijssel Gerrit Gerritsen ( , gj.gerritsen@overijssel.nl) (GL) Gelderland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Henk Hubers ( , henk.hubers@hetnet.nl) (UT) Utrecht Arjan Boele ( , arjan.boele@sovon.nl), Midwintertelling vacature (NB) Noord-Brabant Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl), Midwintertelling Mark van der Zijden, ( , mvdzijden@home.nl) (Li) Limburg Ton Cuijpers ( , a_cuijpers@hetnet.nl) (WG) Waddengebied Eilanden Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Vaste wal Noord-Holland Romke Kleefstra (zie Noord-Holland), Vaste wal Friesland Romke Kleefstra (zie Friesland), Vaste wal Groningen Kees Koffijberg (zie Groningen) (RG) Grote Rivieren Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Informatie over coördinatie in (IJ) IJsselmeergebied, (RM) Randmeren, (BR) Beneden Rivieren, (NZ) Noordzee via SOVON Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Deze nieuwsbrief wordt toegezonden aan tellers en/of coördinatoren. De resultaten van de komende telling a.u.b. zo spoedig mogelijk naar SOVON Vogelonderzoek Nederland, Antwoordnummer 255, 6573 ZX Beek-Ubbergen sturen. Vergeet niet de gebiedscodes in te vullen. Een postzegel is niet nodig!! Nb! In deze nieuwsbrieven genoemde aantallen zijn voorlopig en vaak nog onvolledig! Ze zijn dus niet geschikt voor verder gebruik.

15 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 26/27, nr 4 december 26. Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen, verspreiding en de veranderingen daarin. Het landelijke project vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Vogelbescherming Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door SOVON Vogelonderzoek Nederland. De tellingen worden uitgevoerd door een groot aantal waarnemers van vogelwerkgroepen, beherende instanties, provincies en instituten. Er worden maandelijks tellingen uitgevoerd in monitoringgebieden (alle watervogelsoorten, in Rijkswateren en overige Vogelrichtlijngebieden), pleisterplaatsen (ganzen en zwanen) en in januari de Midwintertelling. Beste tellers, Tja, gelukkig werk ik niet bij het weer want het doen van voorspellingen is een hachelijke onderneming. De voorspelde herfststormen uit de novembernieuwsbrief zijn wel gekomen maar het koudere weer zeker niet. Zelden was het in november zo warm. Wat wel is gebleven natuurlijk is dat of het nu wel of geen goed weer is, geteld wordt er. Zelf had ik in november redelijk last van de harde wind tijdens de telling op Terschelling. Het water werd dermate opgestuwd dat het tellen van de Groede een hele onderneming was en ik ondanks een waadpak in een slenk toch nog water schepte. Gelukkig maken de vogels veel goed en de aanblik van de Kleine Zilverreigers op de Boschplaat en die Kleine Alk over zee maakte de reis naar Terschelling toch weer meer dan waard. Tijdens de telling van het Pannerdensch kanaal werd ik ook al weer verwend met een mooie Roodhalsgans. In deze nieuwsbrief nadrukkelijk wat meer aandacht voor de bijzondere soorten die we allemaal vroeg of laat tijdens onze tellingen zullen aantreffen. Wie veel buiten komt en goed naar vogels kijkt (en dat doe je tijdens een telling) zal tegen schaarsere en soms zelfs zeldzame (water)vogelsoorten aanlopen. Naast het doorgeven van deze waarneming als onderdeel van de watervogeltelling willen we ook al jaar en dag dat dezelfde waarneming binnen het BSP wordt ingevoerd, omdat daarmee de precieze waarneemlocatie wordt vastgelegd en details over leeftijd en geslacht. Tot voor kort was dat nog een heel gedoe, vooral het doorgeven van de precieze waarneemlocatie. Daar is echter nu verandering in gekomen met de vernieuwde digitale invoer voor het BSP project. In deze nieuwsbrief meer daarover. Als je nu ingelogd bent om je watervogeltellingen in te Beek-Ubbergen, voeren, kun je daarna in één moeite door via de BSP invoer de bijzondere waarnemingen op een simpele manier doorgeven met een stip op de kaart. Ook biedt het programma de mogelijkheid om prachtige overzichten van verspreiding en seizoenspatroon in het hele land te genereren. Van harte aanbevolen! Over stippen op de kaart gesproken. Na de introductie van de mogelijkheid om ganzengroepen digitaal door te geven zijn er in oktober en november al van 2 gebieden stippen digitaal binnengekomen. Dat is een prachtige start! We hopen dat dit aantal nog verder zal toenemen in de komende maanden, zeker als u de andere telgegevens ook al digitaal doorgeeft. Daarnaast hebben we voor dit belangrijke project ook weer een hoop ingetekende kaartjes op papier binnen gekregen dus het tweede jaar evaluatie ganzenfoerageergebieden is goed van start gegaan. Na de komende decembertelling is het al heel snel het einde van dit kalenderjaar en staat de midwintertelling van januari voor de deur. De coördinatoren van de Midwintertelling (zie achterop) zijn inmiddels druk bezig om deze telling rond te krijgen en als u ook jaarlijks aan deze telling meedoet zult u van hen de midwinternieuwsbrief etc. ontvangen. Mocht u in januari een extra gebiedje of uw ganzen- en zwanengebied op alle soorten watervogels willen tellen (en u deed dat niet in voorgaande jaren) neem dan contact op met de midwintercoördinator. Veel plezier en goed weer tijdens de komende telling. Marc van Roomen Nederland (binnenland): 16 december monitoring gebie den, ganzen- en zwanentelling Overige teldata voor dit seizoen 13 jan 27 midwintertelling, monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 17 februari 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 14 april 27 monitoringgebieden, telling Brand- en Rotgans 5 mei 27 telling Rotgans 12 mei 27 selectie van monitoringgebieden 16 juni 27 selectie van monitoringgebieden Waddengebied: 23 december steekproeftelling (11.15 hw), ganzen- en zwanentelling Overige teldata voor dit seizoen 2 januari 27 integrale telling (1.45) 1 februari 27 steekproeftelling (13.4), ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 steekproeftelling (8.24), ganzen- en zwanentelling 21 april 27 integrale telling (13.15) 5 mei 27 telling Rotgans 19 mei 27 integrale telling (12.26) 16 juni 27 steekproeftelling (11.26) NB. Bij voorkeur niet van de teldatum afwijken, echter bij slecht weer of andere overmacht kunnen tellingen nog één dag voor tot twee dagen na de teldatum worden uitgevoerd.

16 Ganzen en zwanen Herfst 26 verpulvert temperatuurrecord viel onlangs op de site van het KNMI te lezen. Bij de tellingen in de afgelopen maanden hebben we dat gemerkt; het was ongewoon warm. Mogelijk is sprake van het warmste najaar sinds 176. Aflezers van pootringen hebben dat gemerkt; door het hoge gras was er amper iets van poten te zien, laat staan van kleurringen. Wellicht dat de extreem late aankomst van Kleine Zwanen dit najaar iets met dat warme weer te maken heeft. Bij de meeste ganzen was eerder sprake van een vroege aankomst; een tendens die al een aantal jaren gaande is. Zetten we de aantallen die in oktober en november worden geteld af tegen het seizoensmaximum (meestal in januari) dan werd tot en met 1989/9 gemiddeld resp. 22% en 35% van het maximum in deze maanden geteld. Na 1989/9 is dit snel toegenomen (figuur 1). Voor de laatste vijf seizoenen bedraagt het voor oktober gemiddeld 32%; voor november 86%. In 24/5 werd zelfs voor het eerst het seizoensmaximum al in november bereikt in plaats van januari. Een deel van de algehele toename van ganzen in Nederland (ganzendagen, over het hele seizoen gerekend) wordt door deze grotere najaarsaantallen bepaald. En de vroege aankomst wordt niet alleen bij ons opgemerkt. Ganzentellers in het oostelijk deel van Duitsland zien met name Kolgans en Toendrarietgans steeds eerder verschijnen, en...ze trekken er veel sneller door. De meeste gebieden kennen er tegenwoordig een korte piek rond half oktober; vervolgens duiken ze dus al op in onze omgeving. Het ligt voor de hand die korte doortrekpiek vanuit voedselbeschikbaarheid te verklaren (bijv. minder oogstresten, sneller ploegen, etc), lokaal wellicht ook door verstoring van jacht. Maar dat verklaart niet waarom de vogels daar ook eerder verschijnen. Wellicht is dus sprake van veranderingen op veel grotere schaal. In deze context zijn ook de peilingen van de met satellietzenders uitgeruste vogels interessant, omdat ze iets van het terreingebruik tussen de broedgebieden en de najaarspleisterplaatsen in West-Europa onthullen. Helaas is van de gezenderde Kolganzen nog maar één vogel actief (zie www. blessgans.de/?146). Wie Adri in de loop van het najaar heeft gevolgd, heeft gezien dat de vogel met een grote boog via de rivier de Ob richting Centraal-Polen is gevlogen. Helaas worden sinds 9 november geen betrouwbare peilingen meer ontvangen. De zender werd voor het laatst op 18 november getraceerd, maar er kon geen positie uit worden bepaald vanwege (vermoedelijk) een lage batterijspanning. Misschien dat de vogel in de komende tijd wordt gevonden via een ringaflezing (hij draagt ook een reguliere zwarte halsband). Succesvoller zijn de peilingen bij gezenderde Dwergganzen, kijk op Hier zijn liefst drie verschillende projecten te volgen, met spectaculaire trekbewegingen. Het digitaal intekenen van ganzengroepen via de online invoer op is goed van start gegaan maar kan nog wel meer medewerking gebruiken. Er is inmiddels een vaste en enthousiaste groep waarnemers die gretig van deze mogelijkheid gebruik maakt en dankbaar afscheid heeft genomen van papieren formulieren en kaarten. Misschien is voor een aantal andere mensen niet alles duidelijk of zijn er nog vragen omtrent de online invoer en het zetten van stippen op de kaart. Neem in dat geval contact op met Michel Klemann (michel.klemann@sovon.nl) of Henk van der Jeugd (henk.vanderjeugd@sovon.nl). Uiteindelijk kost digitaal doorgeven van groepen -voor wie die mogelijkheid heeft uiteraard! - minder moeite dan steeds kaarten en formulieren invullen. Doen dus! Een nieuwtje is verder dat vanaf 1 december Goosetrack in de lucht is. is een initiatief van een aantal organisaties, waaronder Provincie Friesland, Vogelbescherming, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Natuurschool en SOVON. Goosetrack wil niet alleen ganzenliefhebbers bereiken, maar richt zich ook op een breder publiek dat wil genieten van de grote aantallen ganzen in ons land. Daartoe is er bijv. de mogelijkheid om op excursie te gaan en zijn accommodaties voor een verblijf in belangrijke ganzengebieden in te zien. Voor tellers is goosetrack interessant omdat waarnemingen van geringde Grauwe Ganzen en Brandganzen online doorgegeven kunnen worden en de eerdere waarnemingen van deze vogels op te vragen zijn. Alle ringprojecten van Grauwe Ganzen (incl. Scandinavië) en Brandganzen (Oostzeegebied, Rusland en Nederland) zijn in Goosetrack verwerkt. Wie in het veld niet kan wachten, kan zelfs per SMS de waarneming doorgeven, en krijgt per SMS antwoord omtrent de herkomst van de vogel! In de volgende nieuwsbrief komt weer een overzicht hoe het de Kleine Rietganzen dit najaar is vergaan. Kees Koffijberg 1 9 oktober november aantal in % van seiz.max Figuur 1. Aantallen ganzen in oktober en november, uitgedrukt als percentage van het uiteindelijke seizoensmaximum in hetzelfde seizoen. Er is gecorrigeerd voor niet-getelde gebieden (aantallen bijgeschat). Meer informatie is in het komende watervogelrapport 24/5 in te zien.

17 Geheel vernieuwde BSP-invoer Wie maandelijks het veld in gaat om in een telgebied watervogels of ganzen en zwanen te tellen komt met enige regelmaat ook schaarse en een enkele keer zeldzame soorten tegen. Sommige soorten zoals IJsvogel en Slechtvalk kunnen worden vermeld op het watervogeltelformulier. Deze waarnemingen worden echter niet automatisch opgenomen in het Bijzondere Soorten Project - niet broedvogels (BSP) van SOVON, vooral omdat een exacte locatie (kilometerhok) ontbreekt. Wij willen watervogeltellers dan ook oproepen hun waarnemingen van schaarse en zeldzame niet-broedvogels door te geven aan dit project dat zich speciaal richt op het verzamelen van losse waarnemingen. Net als de watervogeltellingen kunnen ook BSP-waarnemingen worden ingevoerd op Onlangs is de BSP-invoer op onze website geheel vernieuwd. Waarnemingen kunnen nu worden doorgegeven door het zetten van een stip op een kaart. Verder kan een waarnemer zijn of haar eigen waarnemingen bekijken waarbij alle waarnemingen die sinds 1989 zijn ingestuurd, dus ook die op papier, beschikbaar zijn. Het is mogelijk seizoenspatronen, trendgrafiekjes en (regionale) verspreidingskaarten te maken voor pleisterende en/of trekkende exemplaren van zowel de eigen waarnemingen als van de complete database waar in totaal meer dan 24. waarnemingen van bijna 1 soorten in staan (zie voorbeeld). Daarnaast is het bijvoorbeeld mogelijk alle eigen waarnemingen op te slaan als excel-bestand. Via het menu-item Beheer gebieden kunt u kaartjes maken en bewaren van gebieden waar u regelmatig leuke soorten ziet (bijvoorbeeld uw telgebied) zodat waarnemingen daarvan eenvoudig en snel kunnen worden ingevoerd. We nodigen u uit er eens naar te kijken, de uitleg te lezen, er van te genieten en vooral... het te gebruiken. Geef waarnemingen door! En voor wie de smaak te pakken heeft: pak oude notitieboekjes er eens bij, want ook Dwergganzen, Roodhalsganzen, IJsvogels, Beflijsters, Zwarte Ibissen, Grote- en Duinpiepers, Velduilen etc. uit zijn nog erg welkom! Arjan Boele Kanoeten en de korte lijntjes met Engeland Opmerkelijke aantallen geven altijd reden tot discussie, torentjesoverleg en veel verkeer. Dat geldt zeker voor de integrale telling van september. Zoals in de vorige nieuwsbrief al werd vermeld, waren de aantallen Rosse Grutto s en Kanoeten hoger dan verwacht. Ook de voorlopige aantallen van Bonte Strandloper en Zilverplevier pakken hoog uit. Dat roept vragen op. Voor de Rosse Grutto past het in de trend die de soort in ons Waddengebied laat zien. Gelet op de datum van de telling (9 sept.) konden we rekening houden met flinke aantallen vanwege de overlap in aanwezigheid van de lapponica- en taimyrensis-ondersoorten. Ook de Bonte Strandloper was met zo n 4. exemplaren rijkelijk vertegenwoordigd en het aantal Zilverplevieren was aan de hoge kant met bijna 5. exemplaren. Voor de Bonte Strandloper werd eerder zo n septemberaantal vastgesteld in 23, maar tijdens andere recente septembertellingen betrof het doorgaans ca. 3.. Bij de Zilverplevier lagen de aantallen in september in de afgelopen vijf jaar tussen de exemplaren. Waar komen al die steltjes vandaan? Het is dan handig korte lijntjes te onderhouden met de Britse collega s van BTO. In het kader van hun Wetland Bird Survey (WeBS) tellen ook zij in september. De Britten hadden juist extreem lage aantallen Bonte Strandlopers en Zilverplevieren in de estuaria en vroegen zich af waar die waders gebleven waren. Het zou deels de hogere aantallen op het Nederlandse wad kunnen verklaren, maar de resultaten van de Duitse en Deense wadden kunnen extra inzicht bieden. Het grote aantal Kanoeten (185.) tijdens de septembertelling is niet vrij van discussie. De grote actieradius van de soort en het geconcentreerd overtijen op slechts enkele hvp s kunnen leiden tot tel-artefacten, vooral wanneer tellingen niet simultaan worden uitgevoerd. In september werden echter alle grote concentraties geteld door ervaren wadvogelaars tijdens één tij op zaterdag de negende. Hing het grote aantal in de Nederlandse Waddenzee dan mogelijk samen met lagere aantallen in Groot-Brittannië? Dat lijkt niet het geval te zijn, want via de korte lijntjes meldden de Britten in september ruim 18. knots te hebben geteld en dat was ook aan de hoge kant (afgelopen jaren ca in september). De Britse en Nederlandse aantallen bij elkaar opgeteld lijken zowaar een groei van de islandica-populatie te indiceren, vooral wanneer we bedenken dat er naar alle waarschijnlijkheid ook nog islandica s

18 op Duits en Frans wad hebben gezeten. Begin jaren negentig werd deze populatie op 33. individuen geschat en sindsdien is het aantal teruggelopen. Op basis van de internationale telling in september lijkt het aantal richting de 4. te gaan. Dat zou goed nieuws zijn, ware het niet dat een mogelijk later vertrek van canutus-kanoeten parten kan spelen. Gezien de teldatum (begin september) en het wat langer blijven rondhangen op het westelijke wad door de ondersoort in recente seizoenen (T. Piersma, pers.med.) valt dit vooralsnog niet uit te sluiten. Indien het zou gaan om substantiële aantallen kan dit ook van invloed zijn op het vastgestelde aantal in september. Dat gegeven in combinatie met de resultaten van internationaal telwerk leidt tot interessante vragen. Herstelt de islandica-populatie zich misschien en/of is er aantalsmatig een steeds grotere overlap tussen de canutus- en islandica-ondersoorten door een vertraagd vertrek van de canutus? Wordt vervolgd! Tot slot een tip. Voor wie meer wil lezen over de invloed van verminderde voedseldichtheid en voedselkwaliteit op de Kanoet is het artikel Shellfish dredging pushes a flexible avian top predator out of a marine protected area van Jan van Gils e.a. in het online wetenschapsblad PLoS Biology zeer de moeite waard. Dit is kosteloos te downloaden via Romke Kleefstra Overzicht % binnengekomen tellingen (per post en digitaal) in t/m regio aantal gebieden sept okt nov Waddengebied Friesland Groningen Drenthe Overijssel Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Flevoland Gelderland Noord-Brabant Limburg & Limburgse Maas Randmeren Rijn (Waal-Rijn-IJssel) Brabantse & Gelderse Maas Beneden Rivieren Zeeland Percentage Digitaal ingestuurd Watervogeltellingen projectcoördinatie Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) formulieren etc. Michel Klemann ( , michel.klemann@sovon.nl) ganzen en zwanen Kees Koffi jberg ( , kees.koffi jberg@sovon.nl) Wie coördineert wat: regiocoördinatie De eerstgenoemde persoon coördineert de maandelijkse tellingen, voor de midwintertelling is er soms een aparte coördinator (ZO) Zoute Delta Cor Berrevoets, ( , c.m.berrevoets@rikz.rws.minvenw.nl) (NH) Noord-Holland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling, Kees Scharringa ( , / , k.scharringa@landschapnoordholland.nl) (ZH) Zuid-Holland Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl), (ZL) Zeeland Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl) (FR) Friesland Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Midwintertelling Marten Wesselius ( , m.wesselius@fryslan.nl), (GR) Groningen Kees Koffi jberg ( , kees.koffi jberg@t-online.de), Midwintertelling Guido Meeuwissen ( , meeuwissenbuis@wanadoo.nl) (DR) Drenthe Harold Steendam ( , harold_steendam@hotmail.com), Midwintertelling René Oosterhuis ( , reneoosterhuis@hetnet.nl) (FL) Flevoland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Rob van Swieten ( , r.swieten2@chello.nl) (OV) Overijssel Gerrit Gerritsen ( , gj.gerritsen@overijssel.nl) (GL) Gelderland Jan Schoppers ( , jan.schoppers@sovon.nl), Midwintertelling Henk Hubers ( , henk.hubers@hetnet.nl) (UT) Utrecht Arjan Boele ( , arjan.boele@sovon.nl), Midwintertelling vacature (NB) Noord-Brabant Jan-Willem Vergeer ( , jan-willem.vergeer@sovon.nl), Midwintertelling Mark van der Zijden, ( , mvdzijden@home.nl) (Li) Limburg Ton Cuijpers ( , a_cuijpers@hetnet.nl) (WG) Waddengebied Eilanden Romke Kleefstra ( romke.kleefstra@sovon.nl), Vaste wal Noord-Holland Romke Kleefstra (zie Noord-Holland), Vaste wal Friesland Romke Kleefstra (zie Friesland), Vaste wal Groningen Kees Koffi jberg (zie Groningen) (RG) Grote Rivieren Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Informatie over coördinatie in (IJ) IJsselmeergebied, (RM) Randmeren, (BR) Beneden Rivieren, (NZ) Noordzee via SOVON Marc van Roomen ( , marc.vanroomen@sovon.nl) Deze nieuwsbrief wordt toegezonden aan tellers en/of coördinatoren. De resultaten van de komende telling a.u.b. zo spoedig mogelijk naar SOVON Vogelonderzoek Nederland, Antwoordnummer 255, 6573 ZX Beek-Ubbergen sturen. Vergeet niet de gebiedscodes in te vullen. Een postzegel is niet nodig!! Nb! In deze nieuwsbrieven genoemde aantallen zijn voorlopig en vaak nog onvolledig! Ze zijn dus niet geschikt voor verder gebruik.

19 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 26/27, nr 5 januari 27. Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen, verspreiding en de veranderingen daarin. Het landelijke project vindt plaats in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring en wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Vogelbescherming Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De landelijke coördinatie wordt verzorgd door SOVON Vogelonderzoek Nederland. De tellingen worden uitgevoerd door een groot aantal waarnemers van vogelwerkgroepen, beherende instanties, provincies en instituten. Er worden maandelijks tellingen uitgevoerd in monitoringgebieden (alle watervogelsoorten, in Rijkswateren en overige Vogelrichtlijngebieden), pleisterplaatsen (ganzen en zwanen) en in januari de Midwintertelling. Beste mensen, Als jullie dit lezen is 27 van start gegaan. Ik wens jullie veel plezier en geluk in dit nieuwe jaar, mooie vogels en veel tel-belevenissen. Traditiegetrouw trekken er tijdens de komende januaritelling in Europa en daarbuiten duizenden tellers op uit om watervogels te tellen. In Nederland doen er bijna 16 waarnemers mee aan deze midwintertelling die hier al sinds 1967 wordt georganiseerd. Op 13 januari 27 zal in Nederland de 41e editie plaats vinden. Naast de door jullie getelde maandelijkse gebieden zullen er in deze maand een zo groot mogelijk aantal aanvullende kleinere wateren, agrarisch gebied en bebouwde kom worden onderzocht. Mede door de midwintertelling weten we voor januari het beste wat er aan totale aantallen watervogels in Nederland aanwezig is. Naast dat met de midwintertelling de meer algemene soorten goed in kaart worden gebracht (Wilde Eend, Waterhoen etc.) is het ook een telling die door zijn omvang (grote teldekking, veel waarnemers) veel schaarsere overwinteraars in beeld weet te brengen. Als je bijvoorbeeld de waarnemingen van het aantal Witgatjes tijdens de midwintertelling op een rij zet blijkt dat er een behoorlijke toename als overwinteraar zichtbaar wordt (figuur 1). Ook de verspreiding komt mooi uit de verf (figuur 2) met grotere aantallen in het westen en zuid-westen van het land en verder langs grotere en kleinere rivieren. Waarschijnlijk vallen er langs kleinere beken in het oosten van het land en mogelijk Noord-Friesland nog wel wat Beek-Ubbergen, Witgatten te ontdekken. Een andere schaarse soort is de IJsvogel. Deze blauwe juweel kent weer topjaren nu de winters niet meer zo streng zijn en de waterkwaliteit en het bekenmilieu is verbeterd (figuur 1). IJsvogels worden vanaf 1998/99 meegeteld en in 26 werden er meer dan 3 IJsvogels geteld. In 22/3 was de winter ietsje strenger en meteen is dat zichtbaar in een lager aantal welke zich daarna weer hersteld. De verspreiding laat verschillende concentratiegebieden zien maar geeft ook aan dat tellers op veel plekken een kans maken op deze soort. De schaarste in Friesland in januari is waarschijnlijk reëel maar ook daar blijft het opletten. De ijsvogel is in januari ook soort van de maand van de VOFF. Zie voor een overzicht van dit project met elke maand een andere aandachtssoort. Hoewel we bij de Midwintertelling al een behoorlijke teldekking hebben kunnen we altijd nog wel nieuwe tellers gebruiken. Mogelijk ben je al door de midwinter RC (zie achterop) benaderd om nog een paar gebiedjes erbij te tellen of je ganzen en zwanengebied in januari op alle soorten watervogels te onderzoeken? Mocht dat niet zo zijn en het lijkt je wel wat neem dan met hun contact op. Veel plezier tijdens de komende, 41e midwintertelling! Marc van Roomen Nederland (binnenland): 13 januari midwintertelling, monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling Overige teldata voor dit seizoen 17 februari 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 monitoringgebieden, ganzen- en zwanentelling 14 april 27 monitoringgebieden, telling Brand- en Rotgans 5 mei 27 telling Rotgans 12 mei 27 selectie van monitoringgebieden 16 juni 27 selectie van monitoringgebieden Waddengebied: 2 januari integrale telling (1.45 hw) Overige teldata voor dit seizoen 1 februari 27 steekproeftelling (13.4), ganzen- en zwanentelling 17 maart 27 steekproeftelling (8.24), ganzen- en zwanentelling 21 april 27 integrale telling (13.15) 5 mei 27 telling Rotgans 19 mei 27 integrale telling (12.26) 16 juni 27 steekproeftelling (11.26) NB. Bij voorkeur niet van de teldatum afwijken, echter bij slecht weer of andere overmacht kunnen tellingen nog één dag voor tot twee dagen na de teldatum worden uitgevoerd.

20 aantal 25 Witgat aantal IJsvogel Figuur 1. Aantallen waargenomen Witgatjes (links) en IJsvogels (rechts) tijdens de midwintertelling Witgat IJsvogel Figuur 2. Verspreiding van Witgat (links) en IJsvogel (rechts) in Nederland op basis van midwintertellingen Ganzen en zwanen De vorige keer kondigden we al aan terug te komen op de volgsoort Kleine Rietgans. Half oktober werden tijdens de telling ruim 16.6 Kleine Rietganzen in ZW-Friesland waargenomen. Op 29 oktober vond een speciale internationale telling plaats, die in Nederland wordt gecoördineerd door Fred Cottaar. Normaal gesproken bevinden zich rond die datum de meeste Kleine Rietganzen in Friesland. Dat ging ook dit jaar op, al waren de aantallen kleiner dan verwacht (36.1). Zeker gezien de uitstekende broedresultaten van ruim 17% (in jaren niet voorgekomen) wordt dit seizoen een populatie van ver boven de 5. vogels verwacht. In België waren nog maar mondjesmaat vogels aanwezig (139), dus een belangrijk deel van de populatie bevond zich nog in Denemarken en Noorwegen, wat naderhand binnengekomen gegevens ook bevestigen. Een deel van deze vogels arriveerde in de eerste week van november en werd ook gezien op de bekende trektelpost Blåvands Huk, ten noorden van Esbjerg. Tevens verplaatsen zich vogels van Friesland naar België. Ook hier vielen de Kleine Rietganzen in het oog van trektellers (Vijfhoek/Amsterdam en De Nolle/Vlissingen, De aantallen in België liepen in deze periode op tot 14.6 (Eckhart Kuijken/Christine Verscheure). Half november telden de Friese tellers altijd nog 34. Kleine Rietganzen. Begin december zaten zelfs nog minimaal 1. vogels in Denemarken (Jesper Madsen). Het zwaartepunt van de verspreiding ligt daarmee voor de tijd van het jaar veel noordelijker dan gewoonlijk. Kennelijk zorgt het extreem zachte weer ervoor dat de vogels geen enkele noodzaak zien uit Denemarken weg te trekken, laat staan zich geheel naar België te verplaatsen. Belgische ganzentellers klagen dan ook dat ze tot dusverre weinig ganzen konden tellen; niet alleen van de Kleine Rietgans, maar ook van de daar normaliter talrijk aanwezige Kolganzen. Ze het huidige weerbeeld door, verwachten we dat de meeste Kleine Rietganzen nog voor de jaarwisseling naar Denemarken terugkeren! Het broedsucces van de Kleine Rietganzen was zoals gemeld erg goed. Succesvolle families brachten gemiddeld 1,9 jong mee naar Friesland. Het lijkt er dus op dat veel paren hebben gebroed, maar dat uiteindelijk maar een klein aantal jongen per familie vliegvlug is geworden (vermoedelijk dus veel predatie van eieren/kuikens?). Bij andere soorten zijn de broedresultaten vergeleken met eerdere jaren minder florissant. Kolganzen hebben ongeveer 16% eerstejaars in de populatie; Brandganzen ca. 1%. Voor beide soorten ontlopen deze cijfers zich nauwelijks van de jaarlijkse sterfte, zodat de populatie als geheel maar weinig veranderd zal zijn ten opzichte van het vorige seizoen. Voor het eerst is dit seizoen ook een grote steekproef voor Knobbelzwaan-families verzameld (>6. vogels). Broedresultaten lijken hier erg slecht (hooguit 5% eerstejaars), maar dit is wellicht aan de lage kant omdat op dit moment nog vooral resultaten van gebieden beschikbaar zijn waar het bekend is dat er weinig families verblijven (Randmeren, IJsselmeer). Goed nieuws voor liefhebbers van geringde zwanen. In de Wieringermeer zijn half december 28 Kleine Zwanen gevangen en van gele halsbanden voorzien (serie vanaf 9A). Een aantal van deze zwanen dragen een GPS zender. Waarnemingen van deze vogels worden graag per omgaande ontvangen. Doorgeven kan via ncfs.cfm Kees Koffijberg & Fred Cottaar

Watervogeltellingen in Nederland

Watervogeltellingen in Nederland Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 24/25, juli 24. Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen,

Nadere informatie

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2005/2006, juli 2005

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2005/2006, juli 2005 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2005/2006, juli 2005 Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen,

Nadere informatie

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2013/2014, juli 2013

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2013/2014, juli 2013 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 213/214, juli 213 Nederland is bij uitstek een land van wetlands en watervogels. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen,

Nadere informatie

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 F (024) 684 81 22 Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 E info@sovon.nl

Nadere informatie

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2010

Nationale Tuinvogeltelling 2010 Nationale Tuinvogeltelling 21 Huismus wederom het hoogste aantal, Merel het vaakst gemeld De Nationale Tuinvogeltelling van 23 en 24 januari werd voor de 7 e keer georganiseerd door Vogelbescherming Nederland,

Nadere informatie

TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE

TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE Arjan Boele en Frank Engelen In de loop van het jaar vliegen er veel aalscholvers over trektelpost De Horde. Nu er op deze post al sinds 1997 geteld wordt, willen

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

GROTE EN KLEINE ZILVERREIGERS IN UTRECHT, EEN VERGELIJKING

GROTE EN KLEINE ZILVERREIGERS IN UTRECHT, EEN VERGELIJKING GROTE EN KLEINE ZILVERREIGERS IN UTRECHT, EEN VERGELIJKING Gert Ottens Zoals de meeste lezers hopelijk weten is het Bijzondere Soorten Project-niet broedvogels (BSP) bedoeld om waarnemingen van schaarse

Nadere informatie

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Sovon-rapport 2013/74 Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank

Nadere informatie

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Tellingen 2001 en 2002 B.W.J. Oosterbaan T. Damm 2005 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten

Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten Kees Koffijberg & Jeroen Nienhuis SOVON Vogelonderzoek Nederland met medewerking van: Ruud Brouwer Opgesteld

Nadere informatie

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007.

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007. Beste wintervogeltellers en telsters. Moordrecht 1 november 2007 Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007. telgegevens In de Waardvogel van september 2007 staat een artikel van

Nadere informatie

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden Kusttellingen Telling januari 1990 de Noordkust slechts 2 januariwaarnemingen bekend, van resp. 5 en 2 kanoeten. Zie verder tabel 3. Jan van t Hoff De opvallendste waarnemingen uit de Dollard zijn de hoge

Nadere informatie

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg NOTITIE Bosch & Van Rijn A. Schipper Groenmarkstraat 56 3521 AV Utrecht DATUM: 8 mei 2017 ONS KENMERK: 17.02976/RogVe UW KENMERK: gunning per email dd 6 februari 2017 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE:

Nadere informatie

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust.

Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust. Verslag Wadvogeltellingen langs de Wieringerkust. Over de periode December 2015 tot en met November 2016. Elke maand worden er Wadvogeltellingen gedaan in o.a het NL - Waddengebied tijdens hoog water.

Nadere informatie

Brandganzen in de Workumerwaard

Brandganzen in de Workumerwaard Brandganzen in de Workumerwaard foto Sieds Waarnemingen: GEBIED: Zuidwest Friesland DATUM: 22-11-2014 TIJD: WEER: hele dag Eerst bewolkt met wat regen, later lichter met zon; eerst vrij strakke ZO-wind,

Nadere informatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie Achter de Schotbalken Een evaluatie Sinds 2010 is de regeling van de toegang tot het gebied achter de schotbalken opnieuw onder de loep genomen. In het verleden was er een ontheffing nodig die was aan

Nadere informatie

Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar

Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar Ganzensymposium Fryske Akademy & NOU, 19 mei 2017 Julia Stahl & Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland

Nadere informatie

Project Monitoring Watervogels en Slaapplaatsen Zuid-Holland nieuwsbrief 2018/19 nr.3

Project Monitoring Watervogels en Slaapplaatsen Zuid-Holland nieuwsbrief 2018/19 nr.3 Project Monitoring Watervogels en Slaapplaatsen Zuid-Holland nieuwsbrief 2018/19 nr.3 Beste tellers, Nijmegen, 1-2-2019 In deze nieuwsbrief de eerste resultaten van de 53 e Midwintertelling en een vooruitblik

Nadere informatie

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten Het Kenniscentrum Weidevogels 1 heeft in 2008 het initiatief genomen in Noord-Holland het gehele weidevogelseizoen onderzoek te

Nadere informatie

PONTISCHE MEEUWEN EN GEELPOOTMEEUWEN IN UTRECHT; EEN VERGELIJKING

PONTISCHE MEEUWEN EN GEELPOOTMEEUWEN IN UTRECHT; EEN VERGELIJKING PONTISCHE MEEUWEN EN GEELPOOTMEEUWEN IN UTRECHT; EEN VERGELIJKING Gert Ottens In navolging van de interessante verhandelingen van Bram Rijksen over de herkenning van zeemeeuwen (de Kruisbek 2012-3 en 4)

Nadere informatie

Ganzen in de Bommelerwaard. Brandganzen nabij Brakel

Ganzen in de Bommelerwaard. Brandganzen nabij Brakel Ganzen in de Bommelerwaard Brandganzen nabij Brakel Inventarisatierapport Natuurwacht Bommelerwaard Maart 2012 Ganzen in de Bommelerwaard Inleiding Nederland is een favoriete bestemming voor de wilde ganzen

Nadere informatie

Monitoring van Steenuilen in : een succes!

Monitoring van Steenuilen in : een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Arjan Boele Het zou ideaal zijn jaarlijks alle Steenuil-territoria in ons land in kaart te brengen,

Nadere informatie

5 december Beste wintervogel-tellers en -telsters

5 december Beste wintervogel-tellers en -telsters 5 december 2008 Beste wintervogel-tellers en -telsters Bij deze de nieuwsbrief over de wintervogeltelling van 15 en 16 november 2008. Deze nieuwsbrief is gebaseerd op de 34 ontvangen (deel)districten.

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

Digitale invoer Midwintertellingen

Digitale invoer Midwintertellingen Digitale invoer Midwintertellingen Intro Digitale invoer kan met name in het begin als veel ingewikkelder worden ervaren dan het invullen van papieren formulieren en dat klopt ook. Maar de ervaring leert

Nadere informatie

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater Rapportage van onderzoek In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Grote zilverreiger (Egretta alba) 9 A027 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De grote

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

HET VOGELRICHTLIJNGEBIED UITERWAARDEN VAN DE NEDERRIJN

HET VOGELRICHTLIJNGEBIED UITERWAARDEN VAN DE NEDERRIJN HET VOGELRICHTLIJNGEBIED UITERWAARDEN VAN DE NEDERRIJN Erik van Winden Het gebied omvat de noordelijke en zuidelijke uiterwaarden langs de Nederrijn, over een lengte van 29 km tussen Wijk bij Duurstede

Nadere informatie

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Nummer: INBO.A.2013.7 Datum advisering: 19 februari 2013

Nadere informatie

We zagen in de 30 getelde gebieden vogels verdeeld over 87 soorten. De meest getelde was zoals gewoonlijk de smient met exemplaren.

We zagen in de 30 getelde gebieden vogels verdeeld over 87 soorten. De meest getelde was zoals gewoonlijk de smient met exemplaren. Moordrecht 9 februari 2013 Normaal beschrijf ik het weer in het telweekeinde en soms net ervoor, deze keer iets verder terugkijken. Vanaf onze telling in december 2012 tot de midwintertelling in januari

Nadere informatie

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland 2013 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Deze fraaie vogel is de laatste decennia sterk afgenomen (-95%).Ten

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij In totaal werden 28374 tellingen doorgegeven verdeeld over meer dan 900.000 verschillende individuen. Er werden 125.550 huismussen

Nadere informatie

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen Sovon-rapport 2013/47 Vogels in Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Lepelaar (Platalea leucorodia) (A034) 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De lepelaar

Nadere informatie

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends, PROVI N^IE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus 64 8300 AB EMMELOORD Telefoon (0320)-255265 Fox (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij*

Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij* Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij* Er deden 40496 verschillende mensen mee in totaal werden 28232 tellingen doorgegeven verdeeld over meer dan 631800 verschillende individuen.

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in Olaf Klaassen Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in 2011-2015 In opdracht van: Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2015/47 Postbus 6521

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

Afschotregistratie ganzen en Smienten (P5) Rapportage seizoen

Afschotregistratie ganzen en Smienten (P5) Rapportage seizoen Afschotregistratie ganzen en Smienten (P5) Rapportage seizoen 2005-2006 In Alterra-Technische opdracht van het Ministerie rapportage van Landbouw, - Afschotregistratie Natuur en Voedselkwaliteit ganzen

Nadere informatie

Watervogels in het Lauwersmeer in 2010/2011

Watervogels in het Lauwersmeer in 2010/2011 Natuurplaza (gebouw Mercator 3) Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen T (024) 741 04 10 E info@sovon.nl I www.sovon.nl Watervogels in het Lauwersmeer in 2010/2011 Romke Kleefstra, Peter de Boer & Jan Willems

Nadere informatie

Extra stippen in het BMP: meer info, meer mogelijkheden

Extra stippen in het BMP: meer info, meer mogelijkheden Extra stippen in het BMP: meer info, meer mogelijkheden Dankzij de komst van autoclustering beschikken we anno 2012 voor meer dan de helft van alle getelde BMP-gebieden over de precieze ligging van de

Nadere informatie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke

Nadere informatie

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en ederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Floor A. Arts RWS Centrale

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011 Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011 Dit overzicht bevat bijzondere vogelwaarnemingen die gemaakt zijn op de Strabrechtse Heide. Hieronder vallen fenologische waarnemingen, opmerkelijke trekvogels,

Nadere informatie

Digitale invoer Watervogeltellingen

Digitale invoer Watervogeltellingen Intro Digitale invoer Watervogeltellingen Watervogel- Ganzen- & Zwanen- Midwinter- Wintervogeltellingen Digitale invoer kan met name in het begin als veel ingewikkelder worden ervaren dan het invullen

Nadere informatie

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 3 december 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties (vanaf

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 26

Nadere informatie

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: Niet in Bijlage I genoemde en geregeld voorkomende trekvogel zoals bedoeld in artikel 4. 2 van de Vogelrichtlijn. Voor Natura 2000 relevant als broedvogel

Nadere informatie

Vastgoedbericht juni 2008

Vastgoedbericht juni 2008 Vastgoedbericht juni 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex en het aantal verkochte

Nadere informatie

Digitale invoer BSP. Waarneming doorgeven

Digitale invoer BSP. Waarneming doorgeven Digitale invoer BSP Nadat je bent ingelogd op www.sovon.nl met je waarnemerscode (bestaande uit vier hoofdletters en twee cijfers) en je wachtwoord, verschijnt afhankelijk van de projecten waar je aan

Nadere informatie

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202 KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep Mededeling nr. 202 Broedvogel inventarisatie DE LAGUNE EN HET GROENE STRAND 2010 door Jaap van Oudenaarden en Peter Vermaas. 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - doel -

Nadere informatie

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers p 1 Totaal aantal leerplichtige asielzoekers In het onderzoek is het aantal leerplichtige asielzoekers bepaald op basis van het aantal asielzoekers

Nadere informatie

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2010/2011, juli 2010

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2010/2011, juli 2010 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2010/2011, juli 2010 Nederland is bij uitstek een watervogel- en wetlandland. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen,

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid licht gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Werkloosheid licht gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-030 21 april 2011 9.30 uur Werkloosheid licht gedaald Werkloosheid in maart met 5 duizend gedaald Vooral minder jonge werklozen dan een jaar geleden

Nadere informatie

Leningen oversluiten Het oversluitonderzoek

Leningen oversluiten Het oversluitonderzoek Leningen oversluiten Het oversluitonderzoek Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft in het eerste kwartaal van 2017 onderzoek gedaan naar leningen voor het oversluiten

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2017 en januari 2018

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2017 en januari 2018 Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2017 en januari 2018 Sander J. Lilipaly Floor A. Arts Maarten Sluijter Pim A. Wolf Postbus 315 Edisonweg 53D 4100

Nadere informatie

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) STATUS Het gebied valt onder de volgende beschermingsregimes: N2000 gebied Oudeland van Strijen (Aanwijzingsbesluit is definitief) BESTAAND

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april

Nadere informatie

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd Persbericht Pb14-070 20 november 2014 09.30 uur Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd - Meer mensen aan het werk - Aantal WW-uitkeringen vrijwel onveranderd - WW-uitkeringen toegenomen vanuit seizoengevoelige

Nadere informatie

Scholeksterweekend Ameland 2013

Scholeksterweekend Ameland 2013 Scholeksterweekend Ameland 2013 Van vrijdag 8 februari tot en met zondag 10 februari werd onder leiding van Bruno Ens en Kees Oosterbeek een scholeksterweekend georganiseerd op Ameland voor ringers en

Nadere informatie

Toerisme in Caribisch Nederland 2016

Toerisme in Caribisch Nederland 2016 Paper Toerisme in Caribisch Nederland 216 Juli 217 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Losse elektronische publicatie, 1 Inhoud 1. Bonaire 3 1.1 Samenvatting 216 3 1.2 Toeristen per vliegtuig 4 1.3

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus 40225 8004 DE Zwolle Middelburg, 17 oktober 2017 Onderwerp: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Krammer-Volkerak

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802054 Beschermd natuurmonument: Oostvaardersplassen

Nadere informatie

Vogels in de projectgebieden van het programma Rust voor Vogels Ruimte voor Mensen: overzicht van aantallen en trends tot en met 2014

Vogels in de projectgebieden van het programma Rust voor Vogels Ruimte voor Mensen: overzicht van aantallen en trends tot en met 2014 Koffijberg K. &van den Bremer L. Vogels in de projectgebieden van het programma Rust voor Vogels Ruimte voor Mensen In opdracht van: Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport

Nadere informatie

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter) Gouwebos midmaandwintertellingen van vogels trends 1994-2014 samengesteld door Cok Scheewe Foto (Huig Bouter) Inleiding Al meer dan 20 jaar worden in de winterperiode in het Gouwebos door de vogelwerkgroep

Nadere informatie

FaunaRegistratieSysteem (FRS): Stap-voor-Stap Instructie Tellingen voor WBE secretarissen & Telling Coördinatoren

FaunaRegistratieSysteem (FRS): Stap-voor-Stap Instructie Tellingen voor WBE secretarissen & Telling Coördinatoren FaunaRegistratieSysteem (FRS): Stap-voor-Stap Instructie Tellingen voor WBE secretarissen & Telling Coördinatoren Inhoudsopgave: Korte Inleiding -A- Klaarzetten Telplan door FBE -B- WBE mogelijkheden VOORAF

Nadere informatie

Water- en roofvogeltelling januari uitgevoerde telling. De telling wordt

Water- en roofvogeltelling januari uitgevoerde telling. De telling wordt 195 Water- en roofvogeltelling januari 1989 Piet van Vliet Inleiding Dit verslag geeft de telresultaten van en een korte beschouwing over deze jaarlijks uitgevoerde telling. De telling wordt steeds gehouden

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2008 Amsterdam, februari 2008 Lichte stijging aantal werkzoekenden in januari Het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww) is in januari 2008 toegenomen met 2.000 (+ 0,4%)

Nadere informatie

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Handleiding tellingen Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Als er onduidelijkheden zijn over

Nadere informatie

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling AANTAL. Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling Sinds 1973 worden elke veertien dagen de vogels in de westelijke Eempolders geteld. Dat is nu dus al ruim 38 jaar. Wat rekenwerk levert op dat op

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid licht gedaald www cbs nl Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-017 15 maart 2012 9.30 uur Werkloosheid licht gedaald In februari minder werklozen dan in januari Licht stijgende trend in de afgelopen vier

Nadere informatie

Kwartelkoningen in Nederland in 2012

Kwartelkoningen in Nederland in 2012 Kwartelkoningen in Nederland in 2012 Jan Schoppers & Kees Koffijberg Sinds 2001 wordt het voorkomen van Kwartelkoningen in Nederland op de voet gevolgd en worden zoveel mogelijk roepplaatsen beschermd

Nadere informatie

Datum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Datum: 13 april Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch. Gids: Pim Datum: 13 april 2019 Excursie: Middagexcursie Brabantse Biesbosch Gids: Pim Rond de klok van 13.00 uur ontmoette ik Wil en zes andere deelnemers uit de regio Den Haag. Door omstandigheden zat Wil in een

Nadere informatie

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 1. Status De kokmeeuw was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De kokmeeuw is een

Nadere informatie

Watervogels in het Veerse Meer:

Watervogels in het Veerse Meer: Watervogels in het Veerse Meer: habitatgebruik en trends F.A. Arts & M.S.J. Hoekstein Delta Project Management INTERMEDIAIR ECOLOGIE EN MILIEU www.deltamilieu.nl Delta Project Management Watervogels in

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels

Nadere informatie

Voortoets Natuurbeschermingswet wintergasten gemeente Zwolle. Resultaten tellingen winterhalfjaar 2010/2011

Voortoets Natuurbeschermingswet wintergasten gemeente Zwolle. Resultaten tellingen winterhalfjaar 2010/2011 Voortoets Natuurbeschermingswet wintergasten gemeente Zwolle Resultaten tellingen winterhalfjaar 2010/2011 Colofon Titel: Voortoets Natuurbeschermingswet wintergasten gemeente Zwolle Subtitel: Resultaten

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015 Floor A. Arts, Sander

Nadere informatie

Rapportage. PR onderzoek - Press Affairs meewind.nl. Amsterdam, Standaard rapportage. Gesloten vragen

Rapportage. PR onderzoek - Press Affairs meewind.nl. Amsterdam, Standaard rapportage. Gesloten vragen DirectResearch Herengracht 454 1017 CA Amsterdam 020 770 75 79 info@directresearch.nl www.directresearch.nl Rapportage Amsterdam, 07-04-2016 PR onderzoek - Press Affairs meewind.nl Standaard rapportage

Nadere informatie

Werkloosheid daalt verder in september

Werkloosheid daalt verder in september Persbericht Pb14-061 16 oktober 2014 9.30 uur Werkloosheid daalt verder in september - Opnieuw meer mensen aan het werk - In de afgelopen vijf maanden vooral minder mannen werkloos - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Vastgoedbericht juli 2009

Vastgoedbericht juli 2009 21 augustus 20 Vastgoedbericht juli 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het

Nadere informatie

Aantal werklozen in december toegenomen

Aantal werklozen in december toegenomen Persbericht Pb15-002 22-01-2015 09.30 uur Aantal werklozen in december toegenomen - In de afgelopen drie maanden meer mensen op de arbeidsmarkt - Jeugdwerkloosheid vrijwel onveranderd - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Handleiding tellingen reewild in FRS

Handleiding tellingen reewild in FRS Handleiding tellingen reewild in FRS Jaarlijks vinden in het voorjaar de schemertellingen reeën volgens het landelijk telprotocol plaats. De reewildcommissies organiseren de tellingen en verzorgen de verwerking

Nadere informatie

Vastgoedbericht december 2009

Vastgoedbericht december 2009 Vastgoedbericht december 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het aantal verkochte

Nadere informatie

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim Datum: Vrijdag 5 april 2019 Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie Gidsen: Taco & Pim Op deze fraaie vrijdagochtend waren de gidsen Taco & Pim in de gelukkige omstandigheid om een groep uit Ede

Nadere informatie

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Steeds minder startersleningen beschikbaar RAPPORT Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar Uitgevoerd in opdracht van www.starteasy.nl INHOUD Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar

Nadere informatie

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2017/2018, juni 2018

Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 2017/2018, juni 2018 Watervogeltellingen in Nederland Nieuwsbrief seizoen 217/218, juni 218 Nederland is bij uitstek een land van wetlands en watervogels. Met watervogeltellingen worden objectieve gegevens verzameld over aantallen,

Nadere informatie

STICHTING IT EIBERTSHIEM

STICHTING IT EIBERTSHIEM 4/6/2013 WWW.OOIEVAARS.NL STICHTING IT EIBERTSHIEM Jaarverslag 2012 H.Folkertsma TOP. Van stadsmensen wordt vaak beweerd dat ze geen verstand van de natuur hebben. Of dat zo is waag ik te betwijfelen,

Nadere informatie

Geringde Grauwe Ganzen in Limburg

Geringde Grauwe Ganzen in Limburg Voslamber B. Geringde Grauwe Ganzen in Limburg Geringde Grauwe Ganzen in Limburg In opdracht van: Berend Voslamber Sovon-rapport 2016/56 Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-013 18 februari 2010 9.30 uur Werkloosheid verder toegenomen In een jaar tijd 131 duizend werklozen meer Bijna tweederde van de stijging voor rekening

Nadere informatie

(Vrijwillige) toetsing natuurbeheerplannen 2014

(Vrijwillige) toetsing natuurbeheerplannen 2014 (Vrijwillige) toetsing natuurbeheerplannen 2014 Kenmerken levering 20 juli 2013 12 provincies 12 x Beheergebied Vergelijking begrenzing collectieve gebieden 2013 versus 2014 In juli 2013 heeft DR van het

Nadere informatie