6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?
|
|
- Alexander Hermans
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting door M woorden 23 januari ,4 8 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H20 1 Brutowinst/verkoopresultaat/transactieresultaat= het verschil tussen de verkoopprijs van de verkochte artikelen en de inkoopprijs ervan. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben? Omdat een ondernemer in een handelsonderneming het risico loopt op nee-verkopen. Uitkocht? Klant komt niet snel meer terug. Risico s behouden van voorraad: - diefstal en brand (te verzekeren) - bederf ( niet te verzekeren) - prijsdaling (prijsrisico niet te verzekeren) Economische voorraad= De economische voorraad is de voorraad waarover de onderneming prijsrisico loopt. Technische voorraad + ingekochte maar nog niet ontvangen goederen de verkochte maar nog niet afgeleverde goederen = economische voorraad. Technische voorraad= De technische voorraad is de Neemt toe door: Neemt af door: voorraad die werkelijk in het bedrijf aanwezig is en die we door tellen(inventariseren) kunnen bepalen. - het incourant raken van een artikel (niet te verzekeren) Een onderneming streeft naar een zo laag mogelijk prijsrisico en een zo klein mogelijk economische voorraad. Dit is moeilijk te plannen. Soort voorraad Technische voorraad Ontvangst ingekochte goederen Aflevering verkochte goederen Economische voorraad Nieuw voorinkoopcontract Nieuw voorverkoopcontract Voorinkopen van een voorinkoopcontract Nieuw voorinkoopcontract Ontvangst ingekochte goederen van een voorinkoopcontract Voorverkopen van een voorverkoopcontract Nieuw voorverkoopcontract Aflevering van verkochte goederen van een voorverkoopcontract Pagina 1 van 10
2 Fifosysteem= Bij het fifosysteem (first in, first out) worden de goederen bij verkoop afgeboekt tegen de prijs van de langst aanwezige partij. De onderneming gaat er dus administratief van uit dat de goederen die het eerst werden ingekocht, ook weer het eerst worden verkocht. Als inkoopprijs van de verkochte goederen geldt bij de fifosysteem de inkoopwaarde van de goederen die het langst in heet magazijn aanwezig zijn. Meer transacties à meer werk Het bepalen van de inkoopwaarde van de omzet is dus veel werk. Dat wordt steeds lastiger wanneer een groot aantal artikelen op deze manier moeten worden gewaardeerd. Bezwaren van de fifo-methode= 1) Het belangrijkste bezwaar van de fifo-methode is dat deze bij stijgende prijzen tot een te gunstige berekening van de brutowinst leidt, en omgekeerd. Bij deze methode wordt de brutowinst dus op een verkeerde manier berekend. 2) De waardering op de balans. De voorraad wordt namelijk niet gewaardeerd tegen actuele prijzen (dus tegen de inkoopprijs die geldt om het moment dat de balans wordt opgesteld), maar tegen historische prijzen (prijzen uit het verleden). Kenmerken: 1) oudste partij wordt het eerst verkocht 2) voorraad staat tegen actuele prijzen op de balans 3) hogere winst bij stijgende prijzen (dan bij lifo) 4) veel reenwerk (bij inkoopwaarde van de omzet en vooraad) H20 3 Lifo-methode= Bij de lifo-methode (last in, first out) wordt de inkoopwaarde van de verkopen bepaald door de inkoopprijs van de goederen die het laatst zijn ingekocht. Bij de lifo-methode gaat men er dus administratief van uit dat de goederen die het laatst zijn binnengekomen, er bij de verkoop als eerst uitgaan. De nadruk ligt hierbij op de term administratief ; in werkelijkheid zullen ongetwijfeld bij een verkoop de goederen die het langst in het magazijn liggen, als eerst het bedrijf verlaten. Meer transacties à Meer werk Bezwaren bij de lifo-methode: 1)De onderneming komt op een te hoge brutowinst uit bij stijgende prijzen. 2) De voorraadwaardering onjuist (de waarde van de voorraad is gelijk aan die van een hele oude partij) Kenmerken: 1) laatst ingekochte partij wordt als eerst verkocht 2) voorraad staat tegen oude(re) prijzen op de balans 3) lagere winst bij stijgende prijzen (dan bij fifo) 4) veel rekenwerk (bij inkoopwaarde van de omzet en voorraad) H20 4 Vaste verrekenprijs= De vaste verrekenprijs is een schatting van de gemiddelde inkoopprijs (inclusief de geschatte inkoopkosten) voor een komende periode. De vaste verrekenprijs is gebaseerd op verwachte prijzen. Heb je voor een bepaalde periode de VVP vastgesteld, dan worden in die periode de ingekochte artikelen tegen die prijs in het magazijn opgeslagen. Op het moment dat ze het magazijn verlate, worden ze tegen de VVP afgeboekt. Voordat de goederen in het magazijn worden opgeslagen, worden er meer ksoten gemaakt dan alleen de inkoopwaarde van de goederen. Er moeten offertes worden Pagina 2 van 10
3 gevraagd, er moet een bestelbon worden gemaakt, artikelen moeten worden vervoerd, de artikelen moeten worden gecontroleerd enzovoort. Alle kosten die hiermee te maken hebben noem je inkoopkosten. Toepassing van de vaste verrekenprijs leidt tot een iets andere opvatting van de brutowinst. Voorcalculatie (voordat de periode begint is de verwachte BW gelijk aan) ; verwachte afzet x (verwachte verkoopprijs vvp) Nacalculatie (na de afloop van de periode blijkt soms dat de verkoopprijs, inkoopprijs en inkoopkosten anders dan verwacht). Gerealiseerd verkoopresultaat: - gerealiseerd verkoopresultaat = werkelijke afzet x (werkelijke verkoopprijs vvp) - resultaat op inkoopprijs = werkelijke inkopen x (geschatte inkoopprijs werkelijke inkoopprijs) Samen resultaat op inkopen - resultaat op inkoopkosten = geschatte inkoopkosten werkelijke inkoopkosten Bereken resultaat op inkopen: Werkelijke inkoop x vvp (werkelijke inkoopwaarde + werkelijke inkoopkosten) 21 1 Duurzame productiemiddelen= Duurzame productiemiddelen zijn activa die meer dan één productieproces meegaan. Bijvoorbeeld gebouwen, computers, transportmiddelen enz. Overdrachtskosten: extra kosten als je een pand koopt. Installatiekosten: kosten die je maakt voordat je een machine in gebruik kunt nemen. Duurzame productiemiddelen gaan langer dan 1 jaar mee; meelooptijd > 1 jaar Waarden: - Aanschafwaarde (aanschafprijs, installatiekosten) - Boekwaarde (verschil tussen aanschafwaarde en alle verrichte afschrijven) - Restwaarde (positief bijv auto s de inruilwaarde, negatief bijv bij hoge verwijderkosten, sloopkosten) Levensduur: - Economische levensduur (de tijd dat het duurzaam productiemiddel waarde heeft voor het bedrijf) Kan bekort worden door: 1) verbetering techniek 2) blijvende verandering van de vraag - Technische levensduur ( de tijd waarin het duurzaam productiemiddel technisch nog kan produceren) Aanschafprijs van duurzame productiemiddelen: is de prijs machine + bij behorende kosten Afschrijven= Afschrijven is het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardevermindering (door het gebruik of het verstrijken van de tijd) van duurzame productiemiddelenenerzijds komt de afschrijving tot uitdrukking op de balans, waar het duurzame productiemiddel voor een lagere waarde wordt opgenomen dan in de periode daarvoor. Anderzijds stelt de waardevermindering een verlies of een kostenpost voor: we verdelen het totale bedrag van de aanschaf over alle perioden dat een duurzaam productiemiddel meegaat. De grootte van de afschrijving op duurzame productiemiddelen is afhankelijk van: - de waarde van het duurzame productiemiddel - de levensduur Technische levensduur= Dit is de periode waarin het productiemiddel de prestaties kan leveren waarvoor het is aangeschaft. Door reparaties en vervanging van onderdelen kunnen we de technische levensduur verlengen. Omdat we daarvoor hoge kosten moeten maken, is de economische levensduur korter dan de technische levensduur. Economische levensduur= Dit is de periode waarin het op economische gronden (dus rekening houdend met onderhoudskosten, beschikbare nieuwe apparatuur enz) verstandig is het productiemiddel te gebruiken. - de restwaarde Pagina 3 van 10
4 Restwaarde= Restwaarde is de geschatte verwachte opbrengst van het duurzame productiemiddel bij verkoop aan het eind van de levensduur. Als we kosten moeten maken om het duurzaamproductiemiddel aan het eind van de levensduur te verwijderen, noemen we die sloopkosten. Sloopkosten brengen we in mindering op de restwaarde. - het gebruik Geld à aankoop à duurzaam productiemiddel à terugverdienen à geld Van geld naar geld is de omlooptijd H21 2 Afschrijvingsmethode: methode om de totale afschrijving te verdelen over jaren - vast percentage van de aanschafwaarde = (A- R) / n - vast bedrag per prestatie ; bijvoorbeeld bij auto s een vast bedrag per gereden km Aanschafprijs (A), exclusief BTW Restwaarde (R) Economische levensduur (n) Boekwaarde/Balanswaarde= De boekwaarde is de waarde waarvoor een duurzaam productiemiddel op de balans staat. De boekwaarde is gelijk aan de aanschafprijs verminderd met het bedrag tot dan toe is afgeschreven. H21 3 Gederfde interest= kosten die met het duurzame productiemiddel samenhangen bijv interest mis Kosten duurzaam middel= afschrijvings en interest en complementaire kosten Complementaire kosten= zijn alle kosten die samenhangen met het duurzaam productiemiddel op de afschrijving en interest kosten na. (Bijv; onderhoud,reparatie, energie, loon, en kosten van grondstoffen) Interest berekenen= aanschafprijs + restwaarde/2 PAS OP!! BIJ DE INTERESTBEREKENING KIRJG JE A+R EN BIJ DE BEREKENING VAN DE AFSCHRIJVING HEB JE A-R!!! Om interest kosten op duurzame productiemiddelen te bereken, zijn verschillende methoden mogelijk. Veel gebruikte methode: jaarlijks wordt interest berekend over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen gedurende de gehele levensduur. Hierbij berekenen we jaarlijks een gelijk bedrag aan interest. De totale kosten van afschrijving en interest zijn bij deze methode jaarlijks gelijk. H22 1 Toegevoegde waarde= de waarde die een bedrijf toevoegt aan een al bestaande waarde. Fiscus: belastingdienst winkeliers betalen meestal 19% ze dragen af de omzetbelasting die ze ontvangen van de klanten de betaalde omzetbelasting. O en 6 %: o is voor export en 6% valt onder de meeste levensmiddelen. Vrijstelling van BTW: kosten medische verzorging H22 2 Brutowinstopslag = brutowinst : inkoopprijs x 100% Brutowinstopslagmethode bestaat uit= - nettowinst - inkoopkosten (bijv; transport, verzekerings, bestelkosten en invoerrechten) - overheadkosten (verkoopkosten bijv reclamekosten, algemene kosten bijv interestkosten) Brutowinst = kosten + nettowinst Verkoopprijs exl btw= inkoopprijs + brutowinstopslag Pagina 4 van 10
5 Bereken de verkoopprijs volgens de brutowinstopslagmethode Inkoopprijs. Brutowinst..% van + Verkoopprijs ex btw.... Omzetbelasting % van + Verkoopprijs inclusief btw... Nettowinst over een periode = brutowinst van periode- de kosten van periode Deze methode om de verkoopprijs vast te stellen is heel geschikt wanneer je geen conurrenten hebt. Je kunt dan het brutowinstpercentage en dus de prijs net zo hoog maken als je zelf wilt maar er zijn ook grenzen: hoe hoger de prijs, hoe moeilijker het product te verkopen is. Bereken de verkoopprijs volgens de brutowinstopslagmethode Inkoopprijs.. Brutowinstopslag % van.. + Verkoopprijs ex btw.. Btw 19% of 6% x verkoopprijs ex btw.. + Verkoopprijs inclusief btw.. H22 3 Voorcalculatorische nettowinst= het berust op een schatting, de begrote nettowinst hiermee kun je controleren en eventueel maatregelen nemen. Verwachte nettowinst: Brutowinst (verwachte bedrijfskosten + verwachte interestopbrengsten) Verwachte brutowinst: Verwachte omzet inkoopwaarde van deze omzet Verwachtte bedrijfskosten: Inkoopkosten + Overheadkosten Verwachte omzet: Verwachte afzet x verkoopprijs Inkoopwaarde van deze omzet: Verwachte afzet x inkoopprijs Overheadkosten: Algemene kosten (+interest) + verkoopkosten Bereken de voorcalculatie nettowinst volgens de brutowinstopslagmethode Omzet Inkoopwaarde omzet + Verwachte bw inkoopkosten overheadkosten + Verwachte bedrijfskosten - Verwachte nettowinst Nacalculatorische nettowinst: werkelijke nettowinst of wel gerealiseerde nettowinst, wat te doen voorcalculatie bijstellen of maatregelen nemen. (werkelijke opbrengst werkelijke kosten) Werkelijke nettowinst: Werkelijke brutowinst (werkelijke bedrijfskosten + werkelijke interestopbrengsten) Werkelijke brutowinst: Werkelijke omzet Inkoopwaarde van deze omzet Werkelijke bedrijfskosten: Inkoopkosten + Overheadkosten Werkelijke omzet: Werkelijke afzet x verkoopprijs Inkoopwaarde van deze omzet: Werkelijke afzet x inkoopprijs Pagina 5 van 10
6 Overheadkosten: Algemene kosten (+ interest) + verkoopkosten Bereken de nacalculatie nettowinst volgens de brutowinstopslagmethode Omzet Inkoopwaarde omzet + Werkelijke bw werkelijke inkoopkosten. werkelijke overheadkosten..+ Werkelijke bedrijfskosten.- Werkelijke nettowinst Omzet: is altijd exl omzetbelasting, afzet x verkoopprijs Kosten voor de onderneming (overhead +inkoop) - Overhead kosten: kosten die noodzakelijk zijn om de organisatie draaiende te houden bestaande uit verkoopkosten en algemene kosten+ interest kosten. -Verkoopkosten: reclame, kosten verkoopafdeling, provisie vertegenwoordigers,vervoer -Algemene kosten: afschrijving,energie,onderhoud, kosten directie - Inkoopkosten (bijv; transportkosten, invoerrechten, verzekeringskosten, bestelkosten) H23 1 Verkoopprijs incl omzetbelasting: verkoopprijs exl omzetbelasting + omzetbelasting Verkoopprijs exl omzetbelasting: kostprijs + nettowinstopslag Kostprijs: vaste verekenprijs + opslag overheadkosten Vaste verekenprijs: geschatte inkoopprijs+opslag voor inkoopkosten Als nettowinstopslag van verkoopprijs dan moet je percentage van verkoopprijs nemen. Nettowinstopslagmethode - nauwkeuriger berekening verkoopprijs - opsporen kostenverschillen is mogelijk (verschillen tussen werkelijke en toegestane kosten) Bereken de verkoopprijs volgens de nettowinstopslagmethode Verwachte gemiddelde inkoopprijs.. Opslag voor inkoopkosten (..% x inkoopprijs)..+ Vaste verrekenprijs. Opslag(en) voor overheadkosten(..% x vvp).+ Kostprijs per product. Opslag voor nettowinst (..% x kostprijs) + Verkoopprijs exclusief btw.. Drie opslagen: 1) Opslag voor inkoopkosten - transportkosten - verzekeringskosten - invoerrechten - bestelkosten Pagina 6 van 10
7 2) Opslag voor overheadkosten - algemene kosten - verkoopkosten 3) Opslag voor nettowinst (voor de eigenaar/eigenaren) - het werk van de eigenaren - het risico dat ze hun vermogen kwijtraken - beschikbaar stellen eigen vermogen (interestvergoeding) Gewenste verkoopprijs incl btw= verkoopprijs excl btw + btw per product Verkoopprijs excl btw= kostprijs + opslag nettowinst Opslag nettowinst= opslag..% nettowinst x kostprijs Kostprijs= vaste verrekenprijs + opslag voor overheadkosten Vaste verrekenprijs= Geschatte inkoopprijs + Opslag voor inkoopkosten Opslag voor overheadkosten= Opslag..% overheadkosten x vasten verrekenprijs Opslag voor inkoopkosten= Opslag..% inkoopkosten x geschatte inkooppprijs H23 2 De verwachte kosten moeten worden terugverdiend met de verkoop. Dus als je het opslagpercentage wilt bereken moet je: Bereken de opslagpercentage voor inkoopkosten De verwachte inkoopkosten per artikel = aantal verwachte kosten : verwachte verkoop In procenten van de inkoopprijs is dit= berekende verwachte inkoopkosten p/artikel geschatte inkoopprijs per artikel x 100% H23 3 Verkoopresultaat: afzet x(verkoopprijs -kostprijs) Bereken het verwachte verkoopresultaat Verwachte omzet Kostprijs van de omzet. - Verwacht verkoopresultaat. VERWACHT VERKOOPRESULTAAT STTAAT GELIJK AAN DE VOORCALCULATORISCHE NETTOWINST Voorcalculatorische nettowinst = Verwacht verkoopresultaat + verwachte begrotingsafwijjkingen (meestal 0) Verwachte verkoopresultaat= Verwachte omzet excl btw verwachte omzet tegen kostprijs Verwachte omzet excl btw= begrote afzet x verkoopprijs exlc btw Verwachte omzet tegen kostprijs= begrote afzet x kostprijs Bereken de voorcalculatorische nettowinst volgens de nettowinstopslagmethode Verwachte afzet x verkoopprijs.. Verwachte afzet x kostprijs.. - Verwachte verkoopresultaat Verwacht begrotingsresultaat (o) +/- Verwachte nettowinst H23 4 Er zijn twee manieren om de werkelijke/gerealiseerde nettowinst te berekenen: 1) Gerealiseerde nettowinst = werkelijke opbrengst werkelijke kosten 2) Gerealiseerde nettowinst = Verkoopresultaat (afzet x (verkoopprijs kostprijs)) + budgetresultaat (toegestane Pagina 7 van 10
8 kosten werkelijke kosten) Budget resultaat kun je opsplitsen (Budgetresultaat: toegestane kosten werkelijke kosten) - resultaat op inkopen - resultaat op overheadkosten Het resultaat op inkopen kunnen we splitsen in - resultaat op inkoopprijs - resultaat op inkoopkosten Nacalculatorische nettowinst is bedoeld als vergoeding voor hun werkzaamheden, dekking van het risico dat ze hun EV verspelen, vergoeding voor het beschikbaar stellen van het vermogen. Bereken de nacalculatorische nettowinst volgens nettowinstopslagmethode Werkelijke afzet x verkoopprijs. Werkelijke afzet x kostprijs - Werkelijk verkoopresultaat.. Budgetresultaat op inkopen. Budgetresultaat op overheadkosten +/- Werkelijke nettowinst. Gerealiseerd budgetresultaat: te splitsen in resultaat op inkopen+resultaat op overhead kosten Bereken budgetresultaat op inkopen Inkopen Toegestaan gedrag (werkelijke inkopen x vvp) Werkelijke inkoopwaarde omzet Werkelijke inkoopkosten. + Totaal werkelijk inkoopbedrag. - Resultaat op inkopen Bereken budgetresultaat op overheadkosten Toegestane overheadkosten. Werkelijke afzet x overheadkosten per product Werkelijke overheadkosten.- Resultaat op overheadkosten Nacalculatorische nettowinst = Werkelijk verkoopresultaat x werkelijk budgetresultaat Werkelijk verkoopresultaat= Omzet excl btw omzet tegen kostprijs Werkelijk budgetresultaat= resultaat op inkoopprijs + resultaat op overheadkosten + resultaat op inkoopkosten Omzet excl btw = werkelijke afzet x verkoopprijs excl btw Omzet tegen kostprijs = werkelijke afzet x kostprijs Resultaat op inkoopprijs = (werkelijke afzet x toegestane inkoopprijs) (werkelijke afzet x werkelijke inkoopprijs) Resultaat op overhead= Toegestane overheadkosten werkelijke overheadkosten Resultaat op inkoopkosten = Toegestane inkoopkosten werkelijk inkoopkosten Begroting= verwacht aantal producten toegestane x kosten per product Budget = werkelijk aantal producten x toegestane kosten per product Werkelijk bedrag = werkelijk aantal producten x werkelijke kosten per product Gerealiseerd nettowinst: gerealiseerd budgetresultaat als het nadelig is en + als het voordelig is met het gerealiseerd verkoopresultaat. Pagina 8 van 10
9 Resultaat op inkopen: resultaat op inkoopprijs + resultaat op inkoopkosten. H24 1 Variabelen kosten: Dit zijn kosten die onmiddellijk reageren op bedrijfsdrukte (bijv inkoopwaade van de omzet, extra productie kosten en inkoopwaarde van de verkochte goederen) Constante kosten/ vaste kosten : Reageren niet op een wijziging in de bedrijfsdrukte tot de maximale productiekosten (bijv de huur) Vaste kosten genoemd, kan veranderen door wijziging van verkoopcapaciteit of prijswijziging. - Wijziging verkoopcapaciteit: is als je uitbereid naar meer producten dan je aankunt in je magazijn waardoor je moet uitbereiden en dus meer kosten maakt. - Prijswijziging: als de huurprijs toeneemt, dit kan ook proportioneel zijn dit houdt in dat als de afzet daalt met 10% dat de varabelen kosten met 10% af. Bij TVK: schuin omhoog Bij GVK: recht opzij Propertioneel = lineair Progressief = stijging Degressief = daling Propertioneel variabele kosten = GVK = linear. Bij bedrijfsdrukte blijven de kosten per eenheid gelijk. Progressief variabele kosten = bijv loon bij overwerk. Bij bedrijfsdrukte nemen de kosten per eenheid toe. Degressief variabele kosten = kwalitateitskorting à bij bedrijfsdrukte nemen de kosten per eenheid af. H24 2 Break-even afzet= afzet waarbij de nettowinst nul is totale constante kosten : dekkingsbijdrage per product = C : (p v) Break-even omzet= break-even afzet x verkoopprijs Als een onderneming één product verkoopt, hebben we, om de break-even afzet/omzet te vinden: - verkoopprijs per stuk nodig - de variabele kosten per stuk nodig - de totale constante kosten per periode nodig Dekkingsbijdrage=Dekkingsbijdrage per product is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten per product. Met de totale dekkingsbijdrage moeten we de constante kosten dekken, wat er dan nog over blijft is de nettowinst. Dekkingsbijdrage is tot het BEP. Functies: 1) CK dekken 2) winst Dekkingsbijdrage= afzet x (verkoopprijs variabele kosten per product) 3 Methodes om de break-even afzet/ omzet (1+2) te berekenen: 1) Omzet Inkoopwaarde vd omzet - Brutowinst. Overige variabele kosten.. - Dekkingsbijdrage.. Constante kosten - Pagina 9 van 10
10 Nettowinst Bij de break-even afzet is de nettowinst gelijk aan 0,- waardoor de dekkingsbijdrage gelijk is aan de constante kosten. 2) TO = TK Totale opbrengst = Totale kosten 3) BEA= C : (p-v) C = de totale constante kosten per periode p = de verkoopprijs per product v = de variabele kosten per product BEO = 100% : Brutowinst in % - Totale variabele kosten in % x TCK Bijvoorbeeld: BEO = 100% : 22 % - 7 % x BEO = Bij gevraagde omzet is het niet x TCK maar x TCK + NW Bw%-Tv% kan dienen ter dekking van de TCK. Bijvoorbeeld 22%-7% = 15% kan dus dienen ter dekking van de TCK. Berekenen van de break-even omzet, nodig hebben: - de brutowinstmarge als percentage van de omzet - de variabele kosten als percentage van de omzet - de totale constante kosten per periode PAS OP DE LIJNEN IN DE GRAFIEK NIET VERDER TEKENEN DAN DE MACIMALE BEDRIJFSDRUKTE!!!! H24 3 Break-even afzet en omzet in 1 grafiek herkennen door: - TO en TK lijn - Constante kosten en dekkingsbijdrage lijn Pagina 10 van 10
Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2
Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2 Samenvatting door H. 663 woorden 19 maart 2016 3 7 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Categoriale Kostenindeling Functionele kostenindeling De functionele kostenindeling.
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2
Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door een scholier 1707 woorden 15 januari 2013 5,2 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O: Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1: Niet-productie onderneming:
Nadere informatieb Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico
Docentenhandleiding Hoofdstuk 20 1 a Kenmerkend voor een handelsonderneming is dat de goederen in (vrijwel) dezelfde staat (tegen een hogere prijs) worden verkocht als zij worden ingekocht. b Economische
Nadere informatieb Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico
Hoofdstuk 20 1 a Kenmerkend voor een handelsonderneming is dat de goederen in (vrijwel) dezelfde staat (tegen een hogere prijs) worden verkocht als zij worden ingekocht. b Economische voorraad: de voorraad
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2
Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door Antje 2821 woorden 17 januari 2015 6,7 17 keer beoordeeld Vak M&O M&O Eenmanszaak deel 2 1. De functionele kostenindeling 1.1.Inleiding
Nadere informatie* goed lezen! * let op terugrekenen!
SCHEMA OPLOSSING BRUTOWINSTOPSLAGMETHODE opbouw verkoopprijs inkoopprijs bij: brutowinstopslag (% van inkoop-* of verkoopprijs*) verkoopprijs exclusief bij: omzetbelasting (% van verkoopprijs exclusief)
Nadere informatie6, Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november keer beoordeeld. M&O eenmanszaak deel 2
Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november 2006 6,5 366 keer beoordeeld Vak M&O M&O eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1 : De functionele kostenindeling 1.2 Twee soorten kostenindelingen: Categoriale
Nadere informatieSamenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld
Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1
Nadere informatieDE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO
De Eenmanszaak deel 2 VWO DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING Jannes Timmers Copyright Jannes Timmers 2015 Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op een
Nadere informatieHoofdstuk 3: Resultaten
Hoofdstuk 3: Resultaten M&O HAVO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H3: Resultaten Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatieHoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode
www.jooplengkeek.nl Nettowinstopslagmethode Inkoopprijs + opslag voor inkoopkosten Vaste verrekenprijs + opslag voor overheadkosten Kostprijs + netto winstopslag Verkoopprijs (exclusief BTW) BTW Verkoopprijs
Nadere informatiePDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie
PDB Financiële administratie & Kostprijscalculatie berekeningen PDB Financiële administratie & Kostprijscalculatie berekeningen drs. H.H. Hamers drs. W.J.M. de Reuver Dit antwoordenboek behoort bij het
Nadere informatieHoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! www.jooplengkeek.
www.jooplengkeek.nl De voorraad Hoofdstuk 21 Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! 1 De voorraad Hoofdstuk 21 Waarom is het belangrijk wat de
Nadere informatie5,6. Samenvatting door een scholier 1549 woorden 21 december keer beoordeeld. Hoofdstuk 9
Samenvatting door een scholier 1549 woorden 21 december 2004 5,6 18 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 9 Samengestelde interest: interest wordt aan het eind van elke periode bij de hoofdsom
Nadere informatieM&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 2: Prijsberekening i M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H2: Prijsberekening Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatiev6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5
v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5 Berekeningen altijd toevoegen als voor een antwoord een berekening nodig is. Verklaren, uitleggen, motiveren. als daar om wordt gevraagd. Opgave 1 nettowinstopslagmethode
Nadere informatieProefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63
Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2
Nadere informatieHoofdstuk 3: Resultaten
Hoofdstuk 3: Resultaten M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H3: Resultaten Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatieDeze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd
Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN 978-94-92705-01-3 VERSIE 2 dd 04-07-2018 1 Examentraining 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 De juiste
Nadere informatieManagement en Organisatie Hoofdstuk 20 communicatiebeleid 20.1 persoonlijke verkoop
Samenvatting door een scholier 3422 woorden 22 maart 2009 6.2 51 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Management en Organisatie Hoofdstuk 20 communicatiebeleid 20.1 persoonlijke verkoop Persoonlijke
Nadere informatieSamenvatting M&O De Industrie
Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting door Y. 1310 woorden 5 juli 2017 8,9 4 keer beoordeeld Vak M&O De industrie Hoofdstuk 1 Kosten= de geldwaarde van alle noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen
Nadere informatieUitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie
Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie Vraag 1 Machinekosten: Machine inclusief 21% omzetbelasting 96.800. Dat is exclusief omzetbelasting 96.800 1,21 = 80.000 Installatiekosten van 10.000 horen
Nadere informatieEen balans is altijd in evenwicht (het debettotaal moet altijd gelijk zijn aan het credittotaal).
Samenvatting door Floor 3156 woorden 9 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak M&O Inhoudsopgave Hoofdstuk 3: balans en winst-en-verliesrekening; Hoofdstuk 9: enkelvoudige en samengestelde interest; Hoofdstuk
Nadere informatieDit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
PDB KOSTENCALCULATIE 4 OEFENEXAMEN 3 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 20 t/m 27
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 20 t/m 27 Samenvatting door een scholier 3202 woorden 1 november 2008 6,2 78 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans 20.1 Brutowinst: verschil tussen de
Nadere informatie6.2 De functie van de banken
Samenvatting door een scholier 2358 woorden 15 februari 2004 6 32 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 6 Samenvatting 6.2 De functie van de banken Bank: Instelling die zich bezighoudt met
Nadere informatieOEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE
OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan
Nadere informatieDit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
PDB kostencalculatie 4 Oefenexamen 2 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven
Nadere informatieManagement & Organisatie Proeftoets SE 6 havo 5
Naam: Beste leerling, Dit schoolexamen voor het vak M&O betreft de nieuwe hoofdstukken 20 tot en met 25 alsmede van de hoofdstukken 28 tot en met 30 en heeft als onderwerpen: - toepassingen van informatie-
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN
HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN Opgave 1 a. Wat is het kenmerk van constante kosten? b. Is dit altijd een gegeven? Motiveer het antwoord. Opgave 2 a. Wat is het kenmerk van variabele kosten? b. Leg uit wat progressief
Nadere informatieManagement & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.
Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,
Nadere informatieDirect costing en break even analyse
6 hoofdstuk Direct costing en breakevenanalyse 6.1 D 6.2 B 6.3 A 6.4 D 6.5 D 6.6 C 6.7 B 6.8 A 6.9 C 6.10 B 6.11 B 1.440.000 / 4.800 = 300 6.12 A 4.800 700 1.440.000 1.000.000 = 920.000 6.13 C 1.000.000
Nadere informatieWelke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)
www.jooplengkeek.nl Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) Omzet belasting (BTW) Toegevoegde waarde: de waarde die het bedrijf toevoegt aan een al bestaande waarde. Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Berekeningen
Samenvatting Management & Organisatie Bereke Samenvatting door een scholier 834 woorden 7 november 2003 6,5 127 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoe uit te rekenen Lineaire lening: 1. Bereken
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat is het kenmerk van constante kosten? Constante kosten hebben als eigenschap, dat de kosten niet worden beïnvloed door een hogere of lagere productie. b.
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie H12 t/m H18
Samenvatting Management & Organisatie H12 t/m H18 Samenvatting door M. 2637 woorden 21 april 2013 6,7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent M&O samenvatting H12+ H13 H12 1 Als een onderneming goederen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management Samenvatting door een scholier 459 woorden 23 juni 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Omzet % Omzet incl. BTW 119,00% BTW
Nadere informatieb. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%
Opgave 8.1 a. Indirecte kosten afhankelijk van de materiaalkosten: 500.000 100% = 125% 400.000 Opslag indirecte kosten: 125% 4.000 5.000 + 15.100 Opgave 8.2 a. Indirecte kosten afhankelijk van de directe
Nadere informatieBreak-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.
www.jooplengkeek.nl Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. De omzet is dus gelijk aan de kosten. Om het break-evenpunt te berekenen gaan
Nadere informatieManagement & Organisatie Proeftoets SE 6 vwo 6
Naam: Beste leerling, Dit schoolexamen voor het vak M&O betreft de nieuwe hoofdstukken 21 tot en met 29 alsmede van de hoofdstukken 33 tot en met 37 en heeft als onderwerpen: - toepassingen van informatie-
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet? Dit is de afzet waarbij
Nadere informatie2 Constante en variabele kosten
2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN Opgave 1 a. Wanneer spreken we van vaste activa? Wanneer een productiemiddel langer dan 1 jaar meegaat. b. Welke uitgaven behoren tot de vaste activa? Alle uitgaven die noodzakelijk
Nadere informatieBIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.
BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.) Een handelaar wil de van het artikel Bomol berekenen. Hij
Nadere informatieDaarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.
1 Kosten van duurzame productiemiddelen 1.1 Inleiding Een onderneming maakt kosten om omzet te kunnen behalen. De kosten vormen de basis voor de totstandkoming van de verkoopprijs. Een belangrijk onderdeel
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 4 Opgave 1 a. Wanneer spreken we van vaste activa? Wanneer een productiemiddel langer dan 1 jaar meegaat. b. Welke uitgaven behoren tot de vaste activa? Alle uitgaven die noodzakelijk zijn om
Nadere informatieHet verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen
Samenvatting door F. 643 woorden 19 juni 2013 6,4 23 keer beoordeeld Vak M&O 4.2 De verandering van het eigen vermogen: het resultaat Een niet-productieonderneming koopt goederen in en probeert die goederen
Nadere informatieOpgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =
Opgave 9.1 Normale productie is: 70% 12.000 = 8.400 eenheden Overbezetting is: 10.800-8.400 = 2.400 eenheden Opgave 9.2 a. Onderbezetting bij productie: 20.000-18.000 = 2.000 eenheden b. Onderbezetting
Nadere informatieELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm
ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Module 1: Handelsondernemingen Hoofdstuk 5: Standaardisering van de berekeningen
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wanneer spreken we van vaste activa? Wanneer een productiemiddel langer dan 1 jaar meegaat. b. Welke uitgaven behoren tot de vaste activa? Alle uitgaven die
Nadere informatiemodellen m&o havo Modellen voor management en organisatie 1. Inleiding
Modellen voor management en organisatie 1. Inleiding In de economie is een groot aantal conceptuele modellen in gebruik, die een systematische beschrijving geven van de wijze waarop een onderneming bijvoorbeeld
Nadere informatieEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden
EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden Kostprijscalculatie 9 november 2013 Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124. Opgave 1.4 1. 25,24. 2. 1.486,35. 3. 28.459.000,-. 4. 4.659,-.
Nadere informatieDit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
Kostencalculatie niveau 4 Examenopgaven Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.
Nadere informatieFinancieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
Eamenlijn Diploma Module Niveau MBO 4 Positionering Versie 1.2 Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 13 juli 2011 Vastgesteld
Nadere informatieRente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?
Rente Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente? Als een bedrijf een nieuwe machine wil kopen, is daar niet
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC
UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC Opgave 1 Antwoord A Economische voorraad is: Voorinkopen + aanwezige voorraad voorverkopen Antwoord A = Economische voorraad plus voorverkopen voorinkopen
Nadere informatieBij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.
www.jooplengkeek.nl Nacalculatie bij homogene productie Berekening van het bedrijfsresultaat Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124.
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 171. 2. 26,176. 3. 13.758,57. Opgave 1.2 1. 16.687. 2. 832. 3. 469,078. Opgave 1.3 1. 250,-. 2. 11,94114769. 3. 124. Opgave 1.4 1. 25,24. 2. 1.486,35. 3. 28.459.000,-. 4. 4.659,-.
Nadere informatieMeerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,-
Meerkeuzevragen: 1. John maakt voetballen in Afrika. Hij verdient netto 45,- per week. Hij krijgt een loonsverhoging tijdens het WK voetbal van 1,5 %. Hoeveel verdient deze jongen dan netto per kwartaal?
Nadere informatieHoofdstuk 22. De kosten van duurzame productiemiddelen. Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit!
www.jooplengkeek.nl De kosten van duurzame productiemiddelen Hoofdstuk 22 Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit! Duurzame bezittingen gaan we afschrijven in meerdere jaren. (niet in
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele kosten
Nadere informatieRegels voor activa ; Waarderingsgrondslagen
www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?
Nadere informatieANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9
ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet?
Nadere informatieAntwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof
Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof 1 Antwoordenboek Inhoudsopgave Antwoorden opgaven hoofdstuk 1 t/m 4... 3 Antwoorden en normering proefexamen Associatie...
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieOPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN
OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging)
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging) Samenvatting door een scholier 1415 woorden 20 oktober 2003 5,8 18 keer beoordeeld Vak M&O Eenmanszaak = een bedrijf dat door
Nadere informatieTOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016
TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten
Nadere informatieELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie
ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Module 1: Handelsondernemingen
Nadere informatieSamenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5
Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst
Nadere informatieAnnuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter
Samenvatting door Y. 1479 woorden 5 juli 2017 6,3 4 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen= schuldrest. Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen.
Nadere informatieAntwoorden hoofdstuk 11
Antwoorden hoofdstuk 11 Opgave 11.1 a. Bruto % Afval 15 % Netto 21,25 kg = 85 % Bruto moet x 21,25 kg = 25 kg worden aangewend. 85 b. In de kostprijs wordt opgenomen 25 x 3,60 = 90 Opgave 11.2 Bruto %
Nadere informatieMotiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave JAARREKENING WOENSDAG 29 JUNI 2016 12.15 15.15 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina
Nadere informatieANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8
ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 Opgave 1 De zoon van Jansen schaft een duurzaam productiemiddel aan voor 544.500 inclusief btw. Naast de aanschafprijs moet de zoon van Jansen nog meer uitgaven doen om het
Nadere informatieSamenvatting M&O Alle stof
Samenvatting M&O Alle stof Samenvatting door een scholier 2181 woorden 27 april 2016 8,9 6 keer beoordeeld Vak M&O Theorieoverzicht M&O Wat staat erin? 1. 2. 3. Samenvatting alle theorie Formulelijst Overzicht
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 16
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 16 Samenvatting door een scholier 3375 woorden 8 oktober 2001 7 200 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 9 Een balans is een overzicht van bezittingen,
Nadere informatieUitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie
Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie Vraag 1 Wat zijn de functies van kostprijsberekening? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a. het berekenen van de economische gebruiksduur van een
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10
UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000
Nadere informatieBasiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel
Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Basiskennis Calculatie (BKC ) 1 / 11 Vraag 1 Toetsterm 1.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 BV = beginvoorraad
Nadere informatieSamenvatting m&o hoofdstuk 9: 9.2
Samenvatting door een scholier 2639 woorden 7 januari 2004 5,1 49 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Samenvatting m&o hoofdstuk 9: 9.2 balans: dit is een overzicht van de bezittingen, de schulden
Nadere informatieDEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest
EZE TK ESTT UT 36 TEMS. MULO- kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-V kandidaten maken de items 1 t/m 36. ntrest eschouw de volgende beweringen: 1 ntrest is een vergoeding voor geleend geld. Het intrestbedrag
Nadere informatieDit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten:
Nadere informatieVast percentage van de aanschafwaarde
Afschrijvingen Wouke koopt een bedrijfsauto. Zij verwacht hem drie jaar te gebruiken. Elk jaar wordt de auto minder waard. Wouke houdt deze waardevermindering in de boekhouding bij: zij boekt een bepaald
Nadere informatieToegepast Rekenen Opdrachten:
Toegepast Rekenen Opdrachten: Hfst 1: Rekenen Opdr. 1: a. 66 : 3 = c. -66 : (-3) = e. 12 - (+5) = b. 66 : (-3) = d. -12 + 5 = f. -12 (-5) = De omzet van een laptopwinkel is 15.000,-. De verkoopprijs per
Nadere informatieHoofdstuk 25, 30 en 31
V5 M&O Samenvatting SE2 Hoofdstuk 25, 30 en 31 1 Hoofdstuk 25 Breakeven analyse Variabele kosten zijn afhankelijk van de productie/afzet. Proportioneel variabele kosten stijgen in dezelfde mate als de
Nadere informatieKaarten module 4 derde klas
1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef
Nadere informatiewww.jooplengkeek.nl Kostensoorten
www.jooplengkeek.nl Kostensoorten Grondstoffen Arbeid Overige variabele kosten Duurzame productiemiddelen Grond Diensten van derden Belastingen Financiering 1 Kostensoorten Financiering Financieringskosten
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatie2015 Nederlandse Associatie voor Examinering
Basiskennis Calculatie (BKC ) Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 26 vragen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven correctiemodel
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 26
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 26 Samenvatting door een scholier 1708 woorden 25 januari 2010 6,1 23 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O, Samenvatting Hoofdstuk 26: Kosten en
Nadere informatieFabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs
www.jooplengkeek.nl Voorcalculatie Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs Verkoop kosten Reclamekosten
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak M&O havo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatie2 Kostprijsberekening en opslagmethode
2 Kostprijsberekening en opslagmethode 2.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie hebben we al uitgebreid stilgestaan bij het bepalen van de kostprijs. We hebben kennisgemaakt met directe en indirecte
Nadere informatieLANDSEXAMEN HAVO 2015-2016
LANDSEXAMEN HAVO 2015-2016 Eamenprogramma MANAGEMENT EN ORGANISATIE H.A.V.O. 1 Het eindeamen Het eindeamen bestaat uit het centraal eamen en het commissie-eamen. Het centraal eamen wordt afgenomen in één
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart 2012 9 7 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 15 Samengestelde interest Bij samengestelde interest krijg je niet alleen rente over het
Nadere informatieCumulatieve. De economische gebruiksduur van het verbeterde type bestelwagen is 4 jaar.
PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 3 Opgave 3.1 a. Jaar Afschrijving interest complementaire totale Cumulatief aantal kilometers Kosten per kilometer 1 73.000 1.000 6.000 80.000 50.000 1,60 2
Nadere informatieSamenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld
Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni 2014 6 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Management en Organisatie Hoofdstuk 26 paragraaf 1 'Kostensoorten' Kostensoorten binnen een industriële
Nadere informatieHoofdstuk 1. Opgave ,60 1,05 100/80 1,21 = 31,13, afgerond 32, /121 32,- = 5,55.
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. 19,60 1,05 100/80 1,21 = 31,13, afgerond 32,-. 2. 21/121 32,- = 5,55. 3. 20% van ( 32,- 5,55) = 5,29. Verkoopwinst is de standaardwinst, die hier berekend wordt vanuit het winstpercentage
Nadere informatie