Nieuwsbrief Platform Verantwoord Huisdierenbezit

Transcriptie

1 Wat doet het PVH voor haar achterban? Het PVH vertegenwoordigt de houders van gezelschapsdieren binnen de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) en het Forum Welzijn Gezelschapsdieren. Dit zijn overlegplatforms van organisaties en deskundigen die de minister van LNV adviseren over strategische vraagstukken op het gebied van de gezondheid en het welzijn van gehouden dieren respectievelijk gezelschapsdieren. Het PVH is de afgelopen jaren zeer actief betrokken geweest bij een reeks van beleidsdossiers vanuit LNV en heeft hard gewerkt aan het opbouwen en structureren van haar eigen organisatie. Voorbeelden hiervan zijn: Belangenbehartiging betekent deskundigheid en betrokkenheid. De kennis binnen de bestaande koepels wordt met behulp van diersoortspecifieke werkgroepen (Hond, Kat, Kleine Zoogdieren, Vogels, Reptielen & Amfibieën, Vissen & Ongewervelden) en projectgroepen (Voeding bijzondere dieren) verzameld, op volledigheid en kwaliteit beoordeeld en beschikbaar gesteld voor het grote publiek en de aangesloten achterban. Voor dit doel is samenwerking aangegaan met het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en verschillende onderwijsinstellingen. Deze zijn: Wageningen Universiteit, Faculteit Diergeneeskunde, de Agrarische Hogescholen in Den Bosch, Dronten (STOAS), Leeuwarden (Van Hall Instituut) en PTC+ in Barneveld. Binnen het beleid van de overheid wordt zelfregulering van de sector gestimuleerd. Aan processen m.b.t. weten regelgeving en (beperkte) zelfregulering wordt door het PVH leiding en sturing gegeven. Samenwerking met andere partijen in het veld (inclusief de overheid) is noodzakelijk. Partijen hebben daarvoor wel een aanspreekpunt en een heldere structuur nodig. Week van het Huisdier Zaterdag 13 mei tot en met 21 mei is het de week van het huisdier met als thema Huisdier & kind. PVH is een van de initiatiefnemers van de week van het huisdier, welke als doelstelling heeft het verantwoord houden van huisdieren. Dingen die in deze week aan de orde komen zijn onder andere de leuke aspecten van huisdieren en het aanbrengen van een verantwoordelijkheidsgevoel bij kinderen. Ook het voorkomen van bijtincidenten is een belangrijke kwestie. Colofon Nieuwsbrief van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit KvK Apeldoorn nr Onder verantwoordelijkheid van het PVH-bestuur Eindredactie: C. Verheijen Postbus AB Barneveld website: Tel Fax: Copyright PVH 2006 Paul Overgaauw directeur PVH Per 1 januari 2006 jl. is Dr. P. Overgaauw aangesteld als directeur van het PVH. Hij is het afgelopen jaar werkzaam geweest bij de RDA en het Forum Welzijn Gezelschapsdieren. In deze Nieuwsbrief stelt hij zich voor. Eindrapport Forum Welzijn Gezelschapsdieren Op 23 Maart 2006 werd door het Forum Welzijn Gezelschapsdieren aan minister Veerman van LNV, het eindrapport (actieplan) onder de naam: Gedeelde Zorg aangeboden, samen met het Rapport Feiten en cijfers Oproep: poep eten honden Wageningen Universiteit en Researchcentrum doet onderzoek naar het eten van poep door honden. Om de oorzaken te achterhalen hebben zij een uitgebreide digitale enquête opgesteld voor hondenbezitters (ook als uw hond géén poep eet!) De enquête kunt u vinden op De resultaten zullen vertrouwelijk worden behandeld en alle deelnemers zullen op de hoogte gehouden worden van de voortgang van het onderzoek. Voor verdere actuele zaken zie: 1

2 Naar een slagvaardig en professioneel PVH In de huidige situatie draagt het Stichtingsbestuur zowel de beleidsmatige als de operationele verantwoordelijkheid. Daarmee wordt het PVH door de groeperingen buiten de genoemde organisaties te vaak gezien als een overlegorgaan van de vijf (zes) deelnemers. Zowel bestuur als groep van Adviseurs typeren het PVH op dit moment als een sterk inhoudsgerichte overlegcultuur. Betrokkenen nemen deel aan bijeenkomsten vanwege de inhoudelijke bijdrage die men kan leveren. Uit onderzoek blijkt dat de achterban niet altijd tevreden is over de interne communicatie en dat niet altijd duidelijk is wat de meerwaarde van het overleg is. De bekendheid van het PVH bij de achterban is daardoor te gering. Diezelfde achterban heeft maar in geringe mate een positief beeld. Wel is men positief over het bestaan en functioneren van het huidige secretariaat, maar geeft tegelijk aan dat op dit moment de functie van het secretariaat marginaal is. Onlangs werd het Platform aangewezen als gesprekspartner voor de overheid namens de sector gezelschapsdieren. Dat betekent dat de Stichting zich moet beraden hoe ze deze positie waar wil maken. Met name is van groot belang dat de sector zich ook inderdaad vertegenwoordigd voelt door het Platform. Het PVH moet op de eerste plaats de rol vervullen van drager van kennis en kunde en op basis daarvan invloed uitoefenen op beleidsmakers. Op strategisch vlak staat de hoofddoelstelling van het PVH niet ter discussie. Daarnaast geeft het bestuur aan dat er zo snel mogelijk een begin gemaakt moet worden met het slagvaardig en professioneel maken van de eigen organisatie. In een snel veranderende omgeving loopt het PVH in toenemende mate aan tegen beperkingen in het eigen functioneren op strategisch en operationeel niveau. Er is na de recente ontwikkelingen meer dan ooit behoefte aan een bestuur dat het beleid, de positionering en de continuïteit van het PVH, als eerste prioriteit heeft. Het ultieme doel is het PVH om te vormen tot een professioneel opererende organisatie, die daadwerkelijk slagvaardig kan opkomen voor de welzijnsbelangen van gezelschapsdieren en die daarmee/daardoor tevens de belangbehartiger is van alle organisaties die daarbij betrokken zijn. Voor een optimaal functioneren van zo n organisatie is een structuur noodzakelijk waarin heldere communicatielijnen bestaan tussen het bestuur en de basis van de sector. De basis moet zich vertegenwoordigd weten. Dit kan alleen worden bereikt middels een aanpassing van het bestaande organisatiemodel waarbij een scheiding tot stand wordt gebracht tussen beleid en operatie en waarbij, gedragen door de sector, een aanzienlijk grotere inspanning wordt geleverd. We zullen de functie van elk onderdeel in het nieuwe model toelichten, daarbij komen achtereenvolgens aan de orde: 1. Raad van Toezicht 2. Dagelijks Bestuur, 3. Algemeen Bestuur, 4. Werkgroepen, 5. Projectgroepen, 6. Bureau PVH. Het huidige bestuur moet worden omgevormd tot een Raad van Toezicht (RvT). De RvT toetst het beleid van het PVH aan de statutaire doelstellingen van de stichting en brengt daarover gevraagd en ongevraagd advies uit. Het Dagelijks Bestuur (DB) is verantwoordelijk voor de invulling van het beleid op basis van de statutaire doelstellingen van het PVH en vervolgens uitvoering van dit beleid. Het is belast met de dagelijkse leiding van het PVH en is verantwoordelijk voor de continuïteit van de bedrijfsprocessen van het PVH. Het Algemeen Bestuur (AB) bestaat uit de leden van het Dagelijks Bestuur (DB) aangevuld met de voorzitters van de Werkgroepen. Werkgroepen (WG s) vormen de vaktechnische basis van het PVH. In principe hebben Werkgroepen een permanent karakter en werken zij aan elke vraagstelling die voor de betreffende diergroep aan de orde is of kan zijn. Voor een specifieke problematiek en gericht op een begrensd thema kan het Dagelijks Bestuur (DB) een Projectgroep (PG) instellen. In principe hebben Projectgroepen een tijdelijk karakter en werken zij aan het antwoord op een zo concreet mogelijke en nauw omschreven vraag. Ze rapporteren aan het Algemeen Bestuur (AB). Het Bureau van het PVH valt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van het DB. Het geeft ondersteuning in het realiseren van de doelstellingen van het PVH en het geformuleerde beleid. Het Bureau neemt een centrale positie in bij het stroomlijnen van informatie. 2

3 Paul Overgaauw stelt zich voor Als de hele familie een veehouderijbedrijf heeft en de liefde voor het dier daarnaast blijkt aangeboren te zijn, is de keuze om dierenarts te worden niet groot meer. Na de middelbare school is eerst gekozen voor de Agrarische Hogeschool in Dronten. Met veel geluk werd ik in 1978 direct ingeloot voor diergeneeskunde. De studie werd afgerond in 1985 met als differentiatie gezelschapsdieren en als afstudeerscriptie Voeding in dierenasielen. Er werd gestart in een gemengde praktijk in Alphen a/d Rijn met de nadruk op gezelschapsdieren. Verdere praktijkervaring werd opgedaan in een tweedelijns (specialisten) praktijk. Na 3 jaar werd overgestapt naar een functie als Technical Manager in het bedrijfsleven. Daar kreeg ik de kans om te promoveren op een onderwerp op het gebied van de zoönosen (spoelworminfecties van hond en kat en volksgezondheidaspecten) en werd erkend als dierenarts-specialist veterinaire microbiologie door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde. Ook ben ik erkend parasitoloog. In 2005 werd tijdelijk extra personeel gezocht bij het ministerie van LNV waar diverse werkgroepen bij de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) zich bogen over het welzijn van gezelschapsdieren (Forum). Als voorzitter van verschillende werkgroepen heb ik meegewerkt aan het opstellen van verschillende adviezen. Een groot winstpunt hierbij bleek de enthousiaste samenwerking te zijn van de verschillende partijen in de sector, inclusief het ministerie, en naar mijn mening kan vanuit het Forum duidelijk gemaakt worden hoe belangrijk de gezelschapsdierensector is in Nederland is. Niet alleen in aantallen, maar ook economisch en dat maatregelen ter verbetering van het welzijn van dieren echt noodzakelijk zijn. Bij het PVH ben ik betrokken geraakt via de voorzitter, Tony Achterkamp, die lid is van de RDA. Daardoor ben ik lid geworden van een werkgroep die de professionele organisatiestructuur ging voorbereiden. Daarnaast gaf ik uitleg over de voortgang binnen het Forum en de RDA tijdens vergaderingen. Een belangrijk plan dat mogelijk op korte termijn gestart zal worden is de oprichting van een Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren. Een dergelijk centrum kan vanuit een te vormen dagelijks bureau van het PVH mede georganiseerd worden. Op 1 januari 2006 ben ik in Barneveld begonnen toen het werk in Den Haag afgerond was. Foto: Paul Overgaauw Subsidie voor professionalisering PVH toegekend Het LNV heeft een subsidie toegekend voor een periode van 3 jaar ten behoeve van de professionalisering van het Platform Verantwoord Huisdierenbezit. De financiële afhankelijkheidspositie van het PVH was tot nu toe dusdanig risicovol dat er geen mogelijkheden waren om de organisatie op strategisch en operationeel niveau vergaand te professionaliseren. Met behulp van een driejarige basisfinanciering vanuit het Ministerie van LNV, zal het PVH moeten werken aan een systematiek van zelffinanciering om het voorbestaan voor de jaren daarna veilig te stellen. De subsidie-aanvraag was in augustus 2005 ingediend omdat bezitters van gezelschapsdieren (georganiseerd of ongeorganiseerd) in beleidsdiscussies met de overheid gebaat zijn bij een professionele organisatie die opkomt voor hun belangen (en die van hun dieren) en waarlangs samenwerking met andere partijen kan worden gestroomlijnd. Maar om als professioneel functionerende organisatie voort te bestaan zal het PVH over een budget moeten beschikken. Er zijn niet alleen kosten verbonden aan de normale exploitatie van het bureau, ook de bestuurders zullen een vergoeding moeten krijgen. Het PVH heeft alleen een toekomst als professionele organisatie, indien het mogelijk wordt om boven het niveau van vrijwilligerswerk uit te stijgen. 3

4 Eindrapport Forum Welzijn Gezelschapsdieren Het aantal gezelschapsdieren in Nederland neemt toe. De maatschappij vindt het welzijn van deze dieren belangrijk en eigenaren geven steeds meer geld uit aan de verzorging van het dier. Toch worden door betrokkenen van de gezelschapsdierensector veel welzijnsproblemen geconstateerd. Dit kunnen gezondheids- of gedragsproblemen zijn, stress of erfelijke gebreken. Concrete oorzaken zijn onder meer tekortkomingen in de fokkerij, verzorging, huisvesting, transport of handel. Op 23 maart 2006 werd door het Forum Welzijn Gezelschapsdieren aan minister Veerman van LV het eindrapport (actieplan) onder de naam Gedeelde Zorg aangeboden, samen met het rapport Feiten en cijfers. Het Forum is in januari 2005 door de minister benoemd als onderdeel van de Raad voor Dierenaangelegenheden en bestaat uit vertegenwoordigers van het Platform Verantwoord Huisdierbezit (PVH), Dibevo, Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), Faculteit Diergeneeskunde, Dierenbescherming en het Ministerie van LNV. Het actieplan geeft de afspraken weer van de partijen binnen de gezelschapsdierensector hoe het welzijn van gezelschapsdieren beter geborgd kan worden, wie daarin verantwoordelijkheid neemt. De maatregelen bestaan uit drie hoofdonderdelen. 1. Algehele identificatie en registratie van dieren, te beginnen met honden. Identificatie en registratie van gezelschapsdieren is volgens het Forum nodig om de nu nog vaak onduidelijke handel in honden en katten zichtbaar te maken. Ook bij de bestrijding van zoönosen (op de mens overdraagbare dierziekten), de aanpak van erfelijke ziekten en afwijkingen bij dieren en het opsporen van eigenaren van gevonden of kwijtgeraakte dieren is de invoering een belangrijk instrument. De minister stelt zich hierbij nog terughoudend op omdat uitvoering en handhaving als lastig wordt beschouwd. Het Forum heeft opdracht gekregen hier meer argumenten over te verzamelen ter ondersteuning. 2. Verbeteren van informatievoorziening aan consumenten over het houden van gezelschapsdieren. Dit zal gebeuren door een op te richten Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG). Goede, betrouwbare en laagdrempelige voorlichting is een belangrijke stap bij het bestrijden van welzijnsproblemen die ontstaan omdat kennis ontbreekt. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor het PVH. Het Platform vormt nl. de koepel van de liefhebbersorganisaties en beschikt daardoor over veel waardevolle praktijkkennis inzake het houden van (ook uitheemse) gezelschapsdieren. Kennis waar nu juist de gemiddelde dierenhouder lang niet altijd van op de hoogte is en die nu voor hem of haar gemakkelijk bereikbaar wordt. Door het ontwikkelen van een internetsite, een kwaliteitskeurmerk en de medewerking aan TV-programma s, de Week van het Huisdier en de geschreven media, zal deze voorlichting gestalte krijgen. Ook zal het informatiecentrum betrokken worden bij het ontwikkelen van dierenbijsluiters waarmee op eenvoudige wijze, al voor de aankoop van het dier, de potentiële houder zich kan oriënteren. 3. Certificering (erkenning) van ondernemingen die zich op welke manier dan ook bezig houden met gezelschapsdieren. Het betreft o.a dierenspeciaalzaken, tuincentra met een dierenafdeling, trimsalons, dierenpensions, maar ook groothandelsbedrijven in dieren én beroepsmatige fokkers. Certificering wordt als noodzakelijk beschouwd om de kwaliteit van de betrokken personen, de geleverde dieren en de geboden diensten te verhogen en daarmee het welzijn van de dieren te waarborgen. Minister Veerman beschouwt certificering in combinatie met wettelijk geformuleerde eisen als dé oplossing waarbij de overheidscontrole uiteraard gericht zou worden op de niet-gecertificeerde bedrijven want gecertificeerde bedrijven hebben hun zaken al op orde. Het rapport Feiten en Cijfers geeft een overzicht van aantallen dieren, economische gegevens en organisaties en verenigingen in de gezelschapsdierensector. Het maakt duidelijk dat dit een belangrijke sector is. 4

5 Studenten aan het werk Momenteel zijn er verschillende studenten aan het werk binnen het PVH. In de afgelopen periode hebben ook een aantal studenten hun project afgerond Huidige Projecten Cindy Breedijk, Hogeschool Inholland, Delft Project Inventarisatie kweeklijsten vogels 1. Inleiding Voor de negatieflijsten van vogels is het noodzakelijk om te inventariseren welke vogels, die met de voetnoot 2 op de negatieflijst uit 2003 zijn geplaatst, zich in gevangenschap kunnen voortplanten. Voor dit doel worden kweekverslagen bijgehouden door vogelkwekers. Ook zijn bewijzen van kweek in gevangenschap terug te vinden in bv. tentoonstellingscatalogi. Een aspect dat hierbij een rol speelt is wildvang van exoten. Waar mogelijk wordt ernaar gestreefd dit zoveel mogelijk door zgn. nakweek te vervangen. Een inventarisatie naar mogelijke alternatieven binnen organisaties van dierenliefhebbers kan voor dit doel zinvol zijn. Binnen het PVH zullen t.z.t. nog meer taken uitgevoerd worden, o.a. het actueel houden van de feiten en cijfers in de gezelschapsdierensector. Het rapport onder dezelfde naam, van de Raad voor Dierenaangelegenheden (ministerie van LNV), dient hiervoor als basis. 2. Doelstellingen van dit project Inventariseren van kweekverslagen van vogelsoorten die op de negatieflijst staan. Inventariseren naar alternatieven voor wildvang onder liefhebberij-organisaties. Waar relevant, feiten en cijfers verzamelen ter aanvulling of actualisering van de huidig bekende informatie. 3. Opdrachtbeschrijving De opdracht van dit project luidt: Inventariseer welke kweekverslagen beschikbaar zijn van vogels die momenteel nog op de negatieflijst staan; inventariseer of de georganiseerde dierenliefhebberij oplossingen kan aandragen voor wildvang en verzamel tegelijk relevante gegevens voor het rapport Feiten en cijfers in de Gezelschapsdierensector. Marloes v. d. Dungen, Germaine Hilgers, HAS Den Bosch. Project kennis (toekomstige) honden- en katten-bezitters 1. Inleiding Naar aanleiding van eerder projecten waarin o.a. een voorstel is gedaan voor de organisatiestructuur van het toekomstige Huisdier Informatiecentrum van het PVH, richt dit project zich op het inventariseren van de informatiebehoefte van niet-georganiseerde (toekomstige) huisdierbezitters. Op deze manier wordt duidelijk aan welke informatie wel of geen behoefte is. Dit is belangrijk voor de invulling van het toekomstige Huisdier Informatiecentrum. 2. Doelstellingen van dit project De algemene doelstelling voor het kenniscentrum luidt: betrouwbare informatie actief en passief beschikbaar stellen voor (primair) de toekomstige en niet-georganiseerde dierhouder en daarnaast voor de georganiseerde dierhouder. Inventariseren aan welke informatie het nietgeorganiseerde publiek, met name de dierhouders maar ook mensen zonder huisdieren, behoefte heeft; Eenzelfde inventarisatie houden onder leden van de Werkgroep Hond en Kat om uit te vinden wat zij menen dat een eigenaar moet weten; Vanuit deze resultaten een voorstel formuleren over hoe het kenniscentrum in de praktijk zijn inhoud kan communiceren. Dit betreft algemene informatie en specifieke informatie gericht op hond en kat (eventueel nog de kleine zoogdieren). Rosalinda Wassenaar, STOAS Hogeschool, Dronten Project digitale nieuwsbrief 1. Inleiding De algemene doelstelling voor het kenniscentrum luidt: betrouwbare informatie actief en passief beschikbaar stellen voor (primair) de potentiële en niet georganiseerde dierhouder en daarnaast voor de georganiseerde dierhouder. 2. Doelstellingen van dit project Het inventariseren van de mogelijkheden en het vervolgens opzetten van een structuur voor het opstellen en verzenden van een PVH-Nieuwsbrief per mail. Het inventariseren van de mogelijkheden van een professionele website voor het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren en het voorbereiden van de uitvoering hiervan. 5

6 Afgeronde projecten Marianne van Haarlem en Atsuko Shinohara, HAS Den Bosch, Writtle College, University of Essex Project dog welfare 1. Projectbeschrijving Het project heeft zich voornamelijk geconcentreerd op het gebruik van een website, met het doel om de (potentiële) hondeigenaar te informeren en te bereiken. Het is bekend dat dit in sommige gevallen een beperkte mogelijkheid is, andere mogelijkheden worden kort bekeken. Hondeneigenaren zoals zij hier worden genoemd, zijn een grote en diverse groep, om iedereen uit deze groep te bereiken is dit met 1 mogelijkheid te weinig. De geplande website zal zich richten op de gemiddelde hondeneigenaar, die geen expert is, maar die geïnteresseerd is en verantwoordelijk genoeg is om informatie op te zoeken en eventueel om hulp te vragen wanneer zij problemen tegenkomen. Voor deze groep is een website een heel goed beginpunt deze wijst hen in de juiste richting om voor algemene of specifieke informatie te kijken. De website moet dan ook werken als een hulpstuk. Zoals mensen van adressen van deskundigen te voorzien die hen met problemen kunnen helpen, die niet via een website kunnen worden opgelost. Voor de hondeneigenaren die niet de mogelijkheid hebben om hulp of informatie via het internet te zoeken, of die het probleem van hun hond niet herkennen, daarvoor zal een andere oplossing moeten komen. 2. Doelstellingen van dit project Definieer bestaande problemen die het welzijn van hond in Nederland bedreigen. Creëren van bewustzijn van problemen in Nederland bij de (potentiële) hondeneigenaar Verzorgen van gemakkelijke toegang tot informatie over hondenwelzijn door het maken van richtlijnen voor de website het PHV. Jelske Thoren en Ineke Kamminga, HAS Den Bosch Project: Op weg naar een Kenniscentrum 1. Doelstelling De algemene doelstelling voor het Kenniscentrum luidt: betrouwbare informatie actief en passief beschikbaar stellen voor (primair) de potentiële en niet georganiseerde dierhouder en daarnaast voor de georganiseerde dierhouder. De doelstellingen van dit project luiden: Een voorstel opstellen voor het PVH over de organisatiestructuur van het Kenniscentrum over gezelschapsdieren; Vanuit dit voorstel een aanzet geven voor het verwezenlijken van het kenniscentrum in de praktijk. 2. Opdrachtbeschrijving De opdracht van dit project luidt: beschrijf de structuur van een kenniscentrum en inventariseer de mogelijkheden om te komen tot de inrichting van een kenniscentrum. Hierbij komen de volgende actiepunten naar voren: Virtueel bedenken waaraan de organisatiestructuur van een kenniscentrum moet voldoen; Inwinnen van informatie bij andere kenniscentra over de organisatiestructuur en de problemen die naar voren zijn gekomen bij de opzet van het kenniscentrum; Raadplegen van belanghebbenden over de mogelijke randvoorwaarden waaraan het kenniscentrum volgens hun mening moet voldoen; Schrijven van een voorstel over de organisatiestructuur van het kenniscentrum; Voorleggen van het voorstel aan het PVH; Voorleggen van het voorstel aan de belanghebbenden; Voorleggen van het voorstel aan de klankbordgroep; Schrijven van een definitief voorstel over de organisatiestructuur van het kenniscentrum. De rapporten van de afgeronde projecten zijn bij het Bureau van het PVH op te vragen. 6

7 Verslag FelCan kattendag, 11 maart 2006 In samenwerking met het Platform Verantwoord Huisdierenbezit van de Stichting voor Gezelschapsdieren werd te PTC + in Barneveld de jaarlijkse FelCan kattendag gehouden. Het was een zeer leerzame dag voor de 270 deelnemers. Het congres werd geleid door de voorzitter van de Stichting FelCan, Prof. Dr. E. Gruijs, die deze dag ook afscheid nam van FelCan. Het wetenschappelijke gedeelte begon met een indringend verhaal van drs. Erik- Jan Tjalsma (Tweede lijn, Wilhelminaoord) over huidproblemen bij de kat en huidzoönosen. Niet alleen huidschimmelziekten werden uitvoerig en duidelijk besproken; maar ook vlooien, mijten, bacteriële infecties tot en met kattenkrabziekte en tuberculose en virale infecties als koepokken passeerden de revue. Bij sommige plaatjes hoorde men verspreid maar duidelijk een zacht gekreun uit de zaal komen, dan ging het ook om ziekten bij de mens. Drs. H. Bax, Dipl. ABVP-Feline Practice (Dierenzorggroep, dierenziekenhuis Gorinchem) besprak problematiek bij kittens. Veel kittens sterven in de periode direct na de geboorte en uiteraard is deze tijd ook daarom erg belangrijk. Vocht in de luchtwegen is het beste te verwijderen via een sinpel harmonica- foefje. Het probleem van anemie door isoerythrolyse t.g.v. bloedgroepantagonisme werd duidelijk uitgelegd en ook hoe een fokker dat kan voorkomen. Op het belang van colotrum en de maternale immuniteit werd breed ingegaan. Diverse zoötechnische kneepjes werden behandeld. Met mogelijke infecties van het kitten werd afgesloten. Na de koffiepauze werd doorgegaan met kattengedrag en vervolgens na de lunch met hoe de gedragsproblemen met klassieke methoden en moderne middelen te behandelen zijn. Uit België (Kortrijk, waar zij een tweede lijnspraktijk heeft) was Mw. DR. Christine Halsberghe overgekomen. Zij is in Frankrijk gediplomeerd als gedragstherapeut en wist zeer veel te vertellen over katten en hun eigenaardigheden. Het waren niet alleen twee zeer gedreven voordrachten maar ze waren ook zeer leerzaam, met name ook omdat op het gebied van feromonen, waarvan de kat normaliter diverse heeft, thans commercieel een en ander verkregen kan worden. Het middagprogramma werd voortgezet met een gedegen uiteenzetting over fertiliteitsproblemen en hoe deze te benaderen en behandelen door mevr. Dr. Auke Schaefers, Dipl. ECAR, Department Geneeskunde van gezelschapsdieren, FD, Utrecht. Gelardeerd met foto s van het geslachtsapparaat van de kat en schematische figuren waarin hormoonspiegels en oestrus waren weergegeven, werd het publiek, dat meer dan 140 collegadierenartsen telde en een groep van 130 fokkers en enkele andere cat fanciers, bijgeschoold. Het neutralisatiebeleid, krolsheidvoorkoming en castratie werden besproken. Bij de kat heeft ovariëctomie de voorkeur boven een medicamenteuze voorkoming van de krolshied als de eigenaar niet wenst te fokken. Progestagenen zijn net als bij de teef melkkliertumor-bevorderend en deze mammatumoren zijn bij de kat vaak kwaadaardig. Ook kan diabetes mellitus een gevolg zijn van deinvloed van progesttagenen. De melkklieren van de jonge poes zin tijdens het eerstwe levensjaar extreem gevoelig voor het ontwikkelen van fiboadenomateuze hyperplsie. Deze aandoening kan behandeld worden met progestron-receptor antagonisten. Tijdens de theepauze werd het publiek voor zover het dat wenste, de gelegenheid gegeven om te wisselen. Er kwamen namelijk een cohort nieuwe bezoekers binnen, in verband met het laatste verhaal, wat tevens het afscheidscollege was van Prof. Dr. E. Gruijs. Het gevolg was de grootste deel van de cat fanciers en een deel van de dierenartsen plaats maakt voor circa 130 anderen. De zaal was na de pauze even vol als er voor. Het ging tijdens het college over kat en hond gezien vanuit pathologie, de afsluiting van een tijdperk, en vooral over amyloïd en amyloïdosen, diabetes mellitus, acute fase eiwitten en de ziekte van Alzheimer. De dag werd afgesloten met een geanimeerde receptie. De congresgangers zaten bij alle lezingen druk te schrijven. Thuis konden ze niet alleen hun aantekeningen nazien, maar het ook nog eens nalezen in het congresboek waarin van elke spreker ruim tekst was opgenomen. Wat betreft het laatste verhaal, daarvan was er ook nog eens een artikel in DIER-EN-ARTS, dat in de congresmap zat en/of tijdens de receptie kon worden verkregen. Bron: Dier-en-Arts, April

8 Programma FelCan Hondendag, zaterdag 30 september 2006 Georganiseerd door de Stichting FelCan in samenwerking met het Platform Verantwoord Huisdierbezit te Barneveld. Toegang 15,00. Aanmelding v.a. 1 juli 2006 via website Voor dierenartsen zijn 8 Nascholingspunten aangevraagd bij de Technische Commissie Gezelschapsdieren Hondendag: Fertiliteitsproblemen, Groeistoornissen, DNA-diagnostiek, Hartaandoeningen, Nieuwe beeldvormende technieken Ontvangst v.a uur; start lezingen: uur. Programma Voorzitter: Welkom en inleiding Drs. R. van Noort (internist, Fac. Diergeneeskunde Utrecht): Hartaandoeningen bij de hond, laatste stand van zaken Drs. M. Kappen (dierenarts, Eersel): Fertiliteitsstoornissen bij de hond Pauze Dr. R.C. Nap (specialist orthopedie en voeding): Groeistoornissen t.g.v. van voeding, m.n bij grote hondenrassen Lunch Drs. Hans Mulders (dierenarts, Dordrecht): Nieuwe beeldvormende technieken Dr. W. van Haeringen (Van Haeringen Lab, Wageningen). DNA-diagnostiek, nieuwe ontwikkelingen Discussie en einde dag Stichting FelCan in samenwerking met het PVH (Stichting voor Gezelschapsdieren) te Barneveld Penningmeester: Yvonne C. Van Kerchove, Bakemaerf 253, 3315 JG Dordrecht, tel.nl: KvK Rotterdam Internet: adres: penningmeester@felcan.nl Symposium Actuele Zoönosen Zaterdag 17 juni 2006, Groenhorst College Barneveld In samenwerking met PTC+, Platform Verantwoord Huisdierenbezit en Vedias, organiseren een aantal studenten van de Aeresgroep (Groenhorst College Barneveld en CAH Dronten) in het kader van hun afstudeeropdracht een symposium voor dierenartsassistenten en andere geïnteresseerden. Het thema zijn actuele zoönosen en het ochtendprogeramma zal geheel gewijd zijn aan aviaire influenza oftewel de vogelgriep. Voor dit onderdeel van de dag zullen ook pluimveehouders worden uitgenodigd. Programma voorzitter Dr. D. Groothuis, voormalig veterinair inspecteur volksgezondheid Ontvangst Vogelgriep (Aviaire Influenza), alle actuele zaken op een rij dierenarts-pluimveespecialist GD: Feiten en visie op de veterinaire aspecten Mw. Dr. M. Koopmans, Hoofd Afd. Virologie RIVM Bilthoven: Feiten en visie op de humane aspecten Pauze Drs. P. van Rooijen, dierenarts Kortenhoef: De beleving & visie van een ervaringsdeskundige Studenten: Ophokken van watervogels & gedragsveranderingen Paneldiscussie sprekers + beleid + pluimveehouder + DB met ruime aandacht voor ethische aspecten Lunch voorzitter: studenten CAH-Groenhorst College Mw. Dr. M. Langelaar, RIVM Bilthoven: Zoönosen, die te maken hebben met ons voedsel Pauze Dr. P. Overgaauw, Dierenarts, Platform Verantwoord Huisdierenbezit: Kinderen, huisdieren & zoönosen Sluiting en Borrel 8