Reeks 21 Gedekte klinker 'a' in gesloten lettergreep

Transcriptie

1 Reeks 21 Gedekte klinker 'a' in gesloten lettergreep acht als arm band bang bank barst blad blaft brand dacht dag drank gang gans glad glas grap gras half hals hand hang hard hart kalf kalm kamp kans klant klap klas knal knap kracht krant kwart lach lacht lag

2 lamp land lang last mag mand nacht pad pakt palm park plan plank plant plas plat ramp rand schat slag slak slang slap smal staf stal stam stang stank stap stapt start straf tand tang tram trap vals valt vang vast vlag vlak

3 vlam wacht wang want warm wast zacht zag zak zand zwak zwart

4 REEKS 22 Gedekte klinker 'e' in gesloten lettergreep bed belt bent berg best breng brengt denk echt elf elk erg fles geld heb heks helft helm help helpt hemd herfst hert kent kerk kers leg legt melk mens merk nest plek pret remt rest schelp scherp slecht snel

5 spel stem ster sterk tent trek trekt veld vent verf vers vlek werkt werp werpt zegt zelf zwem zwemt

6 REEKS 23 Gedekte klinker 'i' in gesloten lettergreep big blik blind bril dicht drink drinkt film films fris ging kind kist klim klimt klink kring licht lig ligt links lint mist niks pink prik pons ring schip schrift sint slim spin stift stil stip vist wild wind wipt

7 wist zich zing zingt

8 REEKS 24 Gedekte klinker 'o' in gesloten lettergreep bord blok bocht bonk brok dorp dorst golf grond grot jong klok klomp klop klopt knop komt korf korst kort kost krom mocht mond nog ons post rond schok slot soms stof stok stomp stop stopt storm toch tocht tong

9 volg volgt vork vorm wolf wolk wond worm worst zorg zorgt

10 REEKS 25 Gedekte klinker 'o' in gesloten lettergreep brug druk durf durft hulp jurk kruk krul kunt lucht lust muts plus punt rust schuld stuk turn turnt vlug zucht

11 REEKS 26 Vrije klinker 'aa' in gesloten lettergreep baard blaast braaf draad draag dwaas graag haalt haast kaars kaart klaar kraag kraan laag laars maakt maand naald naast paard paars plaag plaagt plaat plaats schaal schaap schaar slaap slaapt staan staart staat straat taart traag traan twaalf vaart

12 vraag vraagt zaad zaag zwaan zwaar

13 REEKS 27 Vrije klinker 'ee' in gesloten lettergreep beeld beest bleef bleek breed eend eens eerst feest geeft heeft kleed leeg leert leest meest neemt scheef schreef speel speelt spreek spreekt steek steekt steen streep vlees weegt zweet

14 REEKS 28 Vrije klinker 'oo' in gesloten lettergreep bloot boog boord brood doorn droog droom droomt groot hoofd hoog hoort knoop kookt koopt kroon loopt oog poort rood school sloot spook woont woord

15 REEKS 29 Vrije klinker 'uu' in gesloten lettergreep buurt schuur stuur

16 REEKS 30 Vrije klinker 'ie' in gesloten lettergreep brief fiets friet iets knie liefst lieg liegt niets schiet vlieg vliegt vriend

17 REEKS 31 Vrije klinker 'oe' in gesloten lettergreep bloed bloem bloes broek broer broers goed groen groep groet hoed moest noemt roept roert schoen schroef snoep stoel vloer vroeg woest zoekt

18 REEKS 32 Vrije klinker 'eu' in open lettergreep beurt gleuf kleur kleurt scheur

19 REEKS 33 'ie' in open lettergreep diepe dieren kiezen riemen schieten spiegel vliegen vlieger zieke

20 REEKS 34 'oe' in open lettergreep bloemen boeken boeren groene groepen groeten hoeden hoeken moeder moeders moeten noemen poezen schoenen stoelen voeten vroeger zoeken zoete

21 REEKS 35 'eu' in open lettergreep deuren keuken kleuren leuke sleutel sleutels vleugel vleugels

22 REEKS 36 Vrije klinker 'a-' in een open lettergreep apen bladen blazen dagen daken dame dames draden dragen gaten halen haren haven jager jagers jaren kale kamer lage lager mager maken nagel nagels namen plagen platen ramen rare samen schalen schapen slager slapen tafel tafels vader vaders varen vragen

23 wagen wagens water zadel zaken zaterdag zware

24 REEKS 37 Vrije klinker 'e-' in een open lettergreep beker bekers benen beren beter deken dekens delen deze eten even ezel gele geven heren kleren lepel leren leven negen negentien nemen regen spelen spreken steken teken tenen vele veren wegen weken weten zeker zeven zeventien

25 REEKS 38 Vrije klinker 'o-' in een open lettergreep auto bomen boten boter boven broden droge dromen grote groter hoge hoger holen horen knopen koken komen konijn kopen koper lopen mogen noten ogen olie open oren over poten rode scholen toneel tonen toren torens vogel vogels wonen zomer zonen

26 REEKS 39 Vrije klinker 'u-' in een open lettergreep buren sturen dure uren muren vuren ruwe zure

27 REEKS 40 a en o en u op het einde van een woord ga ja ma na nu pa sla sta vlo zo

28 REEKS 41 'ee' aan het einde van een woord of een lettergreep slee twee tweede

29 REEKS 42 De doffe klinker in een onbeklemtoonde lettergreep achter alle ander anker apen appel appels arme armen baarden bakker banden banken beelden beesten beker bekers bellen benen beren bergen beste beter bladen blaffen blauwe blazen blijven blinde bloemen bochten boeken boeren bomen borden boten boter bouwen boven brengen

30 broden bruine buiten buren dagen daken dame dames heren deken dekens delen denken deuren deze dichte diepe dieren dikke dingen dokter dokters donderdag donker dorpen draden dragen drinken droge dromen druiven durven duinen duiven dure eerste einde elke erge eten even ezel fietser

31 fijne flauwe flinke fluiten fouten frieten gangen gaten geiten gele geven glijden groene groente groepen groeten grote groter halen handen hangen haren harde harder haven heksen helpen heren herten huilen hoeden hoeken hoge hoger holen honden honderd horen ieder jager jagers jaren jongen

32 jongens juiste jurken kaarsen kaarten kale kamer kansen kanten kasten kelder kennen kerken keuken kiezen kijken kippen kisten klanten kleine kleiner kleren kleuren klimmen kloppen knopen koelen koken komen kopen koper korte koude kousen kranten krijgen kringen kruipen kunnen lage lager lampen landen

33 lange lappen laten later leggen lente lepel leren leuke leven lezen liefste lichte lichten liggen lijnen linkse lopen luide lusten maanden mager maken mantel meeste meester mensen messen moeder moeders moeten mogen mooiste morgen mouwen muren nachten nagel nagels namen nauwe negen nemen

34 nesten nieuwe noemen noten ogen onder onze open oren oude ouder ouders over paarse pakken plagen planten platen poezen poppen poten prikken punten ramen rechte regen rekken remmen rennen rijke rode roeren ronde ruiken ruime ruiten ruwe samen schalen schapen scherpe schieten schilder

35 schilders schoenen scholen schriften schrijven schuine slager slapen sleutel sleutels sokken soorten spelen spiegel springen spreken stappen staren steken sterke sterker stoelen stokken stoppen strenge sturen suiker tafel tafels tanden tante teken tenen tenten tijger tijgers tonen toren torens touwen treinen trekken turnen

36 tweede uren vader vaders vallen vangen varen varken varkens vaste vele venster veren verse vissen vleugel vleugels vliegen vlieger vinger vingers voeten vogel vogels volgen vormen vragen vroeger vrouw vuile vuren wagen wagens wangen warme wassen water wegen weide weken werken werpen weten

37 wijde wijzen wijzer wilde willen winkel winkels winter wippen witte winnen wolven wonen woorden wortel wortels zachte zadel zaken zeggen zeker zesde zetten zeven zieke zitten zingen zoeken zoete zolder zomer zonen zorgen zoute zullen zure zuster zware zwarte zwemmen

38 REEKS 43 Voorvoegsels be-, ge- en ver- begin bezoek gebouw geheim gelijk geluid geluk genoeg getal gevaar geweer gewoon gezicht gezond gezonde verdriet verhaal verkeer

39 REEKS 44 Tweeklank 'ei' eind klei plein einde klein trein geiten kleine treinen heide kleiner weide

40 REEKS 45 Tweeklank 'ij' blij blijf blijft blijven gelijk glijbaan glijden gordijn grijs kijken kijkt konijn krijg krijgen krijgt lijnen lijst opzij prijs rijke rijst schrijf schrijft schrijven tijd tijger tijgers vijfde vijfhoek vijftien voorbij vrijdag wijd wijde wijn wijs wijzen wijzer

41 REEKS 46 Tweeklank 'ui' bruin bruine buiten druif druiven duinen duiven fluit fluiten fruit geluid huid huilen huilt juist juiste kruik kruip kruipen kruipt kruis luid luide pruik pruim ruiken ruikt ruime ruiten schuim schuin schuine suiker trui vooruit vuile vuist

42 REEKS 47 Tweeklank 'aai' naai naait saai taai

43 REEKS 48 Tweeklank 'oei' groei roei roeiboot roeit

44 REEKS 49 Tweeklank 'ooi' gooi gooit hooi kooi mooi nooit

45 REEKS 50 Tweeklank 'eeu' geeuw leeuw sneeuw sneeuwbal sneeuwman meeuw

46 REEKS 51 Tweeklank 'ieuw' nieuw nieuws nieuwe kieuwen

47 REEKS 52 Tweeklank 'ou' bouw bouwen bouwt fout fouten gebouw goud hout jouw kou koud koude kous kousen mouw mouwen nou oud oude ouder ouders stout touw touwen vrouw zou zout zoute

48 REEKS 53 Tweeklank 'au' auto blauw blauwe flauw flauwe gauw nauw nauwe pauw saus

49 REEKS 54 Tweeklanken gevolgd door een doffe lettergreep bijen koeien luie mooier rijen uien vlooien vrije

50 REEKS 55 Woorden met één medeklinker vooraan eindigend op klinker of tweeklank gooi hooi kooi kou mooi naai nou roei saai taai zee zo zou

51 REEKS 56 Woorden met twee medeklinkers vooraan en eindigend op klinker of tweeklank blij drie groei klei knie sta slee trui twee vlo

52 REEKS 57 Woorden met één klinker of tweeklank vooraan en meer medeklinkers achteraan acht arm echt eend eens eerst eind elf elk iets ons

53 REEKS 58 Woorden met één medeklinker vooraan en achteraan bad bed fout gauw geeuw goed gooit goud heb huid hout jouw kous koud luid mouw naait nauw nieuw nooit pad pauw roeit rood saus tijd touw wijd zaad zout

54 REEKS 59 Woorden met 2 medeklinkers vooraan en één achteraan blaas blad blauw bleef bleek blijf blik bloed bloem bloes blok bloot braaf breed brief bril broek broer brok brood bruin draad droom druif druk dwaas flauw fles fluit friet fris fruit glas gleuf grap gras grijs groen groep groet

55 groot grot klaar klap klas klein kleur klim klok klop knal knap knoop knop kraag kraan krijg krom kroon kruik kruip kruis kruk krul plaag plaat plan plas plat plein plek plus pret prijs prik pruik pruim slaap slak slap slim sloot slot

56 smal snel snoep speel spel spin spook staan staat staf stal stam stap steek steen stem ster stil stip stoel stoep stof stok stop stout stuk stuur traan tram trap trein trek vlag vlak vlam vlees vlek vlieg vloer vlug vraag vroeg zwaan

57 zwaar zwak zweet zwem

58 REEKS 60 Woorden met 3 medeklinkers vooraan en één achteraan spreek spreekt straat straf strand streep streng

59 REEKS 61 Woorden met één medeklinker vooraan en 2 achteraan baard band beeld beest belt bent best beurt boord bord bouwt buurt doorn dorp durf feest fiets film gans geeft geld golf haalt haas t half hals hart heeft heks helm help hert hoort huilt hulp juist jurk kaars kaart kalf

60 kalm kamp kans kant kast kent kerk kers kiest kijkt kist komt kookt koopt korf kort kost kunt laars lamp last leert leest legt liegt ligt lijst lint loopt lust maakt meest melk mens merk mist moest muts naast neemt nest niets niks

61 noemt paars pakt palm park poort post punt ramp remt rest rijst roept roert ruikt rust sint soms soort taart tent turn vaart vals valt vast vent verf vers vist vork vorm vuist want warm wast weegt werk werp wint wipt wist woest

62 wolf wolk woont worm zegt zelf zoekt

63 REEKS 62 Woorden met één medeklinker vooraan en meer achteraan arts barst dorst durft films helft helpt herfst korst liefst turnt volgt werkt werpt worst zorgt

64 REEKS 63 Woorden met 2 medeklinkers vooraan en 2 achteraan blaast blaft blijft blind brand broers draagt droomt klant kleurt klimt klomp klopt krant krijgt kruipt kwart plaagt plaats plant pnns prikt slaapt speelt staart stapt start steekt sterk stift stomp stopt storm trekt twaalf vliegt vraagt zwart zwemt

65 REEKS 64 Woorden met 'sch-' of 'schr-' schaal schaap schaar schat scheef schelp scherp scherpe scheur schiet schieten schilder schilders schip schoen schoenen schok scholen school schreef schrift schriften schrijf schrijft schroef schuim schuin schuld schuur

66 REEKS 65 Woorden met '-ch-' acht achter bocht bochten dacht dicht dichte kracht lach lacht licht lichte lichten lucht mocht nacht nachten pech recht rechte rechts slecht toch tocht wacht zacht zich zucht

67 REEKS 66 Woorden met 'd' achteraan baard bad band bed beeld blad blind bloed boord bord brand brandweer breed brood eend eind gezond glad goed goedkoop goud grond hand hard hemd hoed hond honderd hoofd huid kind kleed koud land luid maand mand mond naald oud

68 paard pad rand rond rood schuld speelgoed strand tand tijd veld voorhoofd vriend wijd wild wind wond woord zaad zand zwembad

69 REEKS 67 Woorden met 'g' achteraan berg big boog brug dag dinsdag donderdag draag droog dwerg erg genoeg graag hoog krijg laag lag leeg leg lieg lig maandag mag nog omhoog omlaag oog rug slag traag vandaag volg vrijdag weeg wieg woensdag zaag zag zaterdag zeg

70 zondag zorg

71 REEKS 68 Woorden met '-ng' bang breng brengen ding dingen gang gangen ging hang hangen hangt ingang jong jongen jongens kring kringen lang lange langs ring ringen slang springen sprong stang streng strenge tang tong vang vangen vangt vinger vingers wang wangen zing zingen zingt

72 REEKS 69 Woorden met '-nk' anker bank banken bonk denk denken denkt donker drank drink drinken drinkt flink flinke klink links linkse pink plank stank winkel winkels

73 REEKS 70 Verdubbeling van de medeklinker alle alleen alles appel appels bakker bellen blaffen dikke hebben jullie kennen kippen klimmen kloppen kunnen lappen leggen liggen messen pakken poppen prikken rekken remmen rennen sokken stappen stokken stoppen trekken vallen vissen wassen willen winnen wippen witte zeggen zetten

74 zitten zullen zwemmen

75 REEKS 71 Woorden met een '-n' aan het einde van een doffe lettergreep apen armen baarden balden banden banken beelden beesten benen beren bergen bijen blazen blijven bloemen bochten boeken boeren bomen borden boten boven brengen broden buiten buren dagen daken deken delen denken deuren dieren dingen draden dragen drinken dromen druiven duinen

76 duiven durven eten even fluiten fouten gangen gaten geiten geven glijden groepen groeten halen handen hangen haren haven heksen helpen heren herten hoeden hoeken holen honden horen huilen ieren jaren jongen jurken kaarsen kaarten kansen kanten kasten kennen kerken keuken kiezen kijken kippen

77 kisten klanten kleren kleuren klimmen kloppen knopen koeien koken komen kopen kranten krijgen kringen kruipen kunnen lampen landen lappen laten leggen leven lezen lichten liggen lijnen lopen lusten maken mensen messen moeten mogen morgen mouwen muren nachten namen negen nemen nesten noemen noten

78 ogen open oren pakken plagen planten platen poezen poppen poten prikken punten ramen regen rekken remmen rennen riemen ringen roeren ruiken ruiten samen schalen schapen schieten schilder schoenen scholen schriften schrijven slapen sokken soorten spelen spiegel spreken springen stappen starten steken stoelen stokken

79 stoppen sturen tanden teken tenen tenten tonen toren touwen treinen trekken turnen uren vallen vangen varen varken veren vissen vliegen voeten volgen vormen vragen vuren wagen wagens wangen wassen wegen weken werken werpen weten wijzen willen winnen wippen wolven wonen woorden zaken zeggen

80 zetten zeven zingen zitten zoeken zonen zorgen zullen zwemmen