B fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "B fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v."

Transcriptie

1 Meervouden A + s, en, of eren De meeste zelfstandige naamwoorden kunnen in het enkelvoud en in het meervoud voorkomen. In de Nederlandse taal kan dat op drie manieren. Voorbeelden + s tafel - tafels broer - broers Voorbeelden + en stoel - stoelen taart - taarten Voorbeelden + eren kind - kinderen ei - eieren Uitzonderingen op de meervouden van zelfstandige naamwoorden zijn: B fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v. duif - duiven dief - dieven slurf - slurven C fblijft f Bij een aantal vreemde woorden die eindigen op aaf of oof, verandert de f niet in de v, maar behoudt het woord de f in het meervoud. Ook andere vreemde woorden behouden in het meervoud de f. fotograaf - fotografen filosoof - filosofen triomf - triomfen D S wordt z Bij sommige woorden die eindigen op een s, verandert in het meervoud de s in de z. huis - huizen poes - poezen grens - grenzen 38

2 E s blijft s Bij sommige woorden die eindigen op een s, verandert de s niet in de z, maar behoudt in het meervoud de s. kers - kersen kaars - kaarsen kous - kousen F meervouden met trema Als er geen klemtoon op de laatste lettergreep bacterie - bacteriën porie - poriën ligt, komt er op de laatste e een trema. Als de klemtoon op de laatste lettergreep knie - knieën industrie - industrieën idee - ideeën zee - zeeën ligt, komt er ook nog een extra e bij. G woorden die eindigen op ik, es of et Woorden die eindigen op ik, es of et en onbeklemtoond verdubbeling. havik - haviken dreumes - dreumesen lemmet - lemmeten slimmerik - slimmeriken luiwammes - luiwammesen zijn, krijgen in het meervoud geen H woorden die eindigen op us of urn Woorden uit het Latijn eindigend op us krijgen in de meeste gevallen in het meervoud een i. Woorden die eindigen op urn kunnen in het meervoud een s eraan vast krijgen of ze eindigen op een 8. musicus - musici museum - museums / musea 39

3 Verkleinwoorden A uitgangen die eindigen op je, kje, pje, tje of etje De meeste Nederlandse zelfstandige naamwoorden, krijgen bij een verkleining je, kje, pje, tje of etje achter het grondwoord. Bij woorden die eindigen op ing, verandert de g in een k. koek - koekje ketting - kettinkje boom - boompje tafel - tafeltje bloem - bloemetje Bij sommige woorden verandert bel - belletje knar - knarretje het hele woord. B woorden die eindigen op a, 0 of u Wanneer een woord eindigt op a, 0 of u, krijg je dubbel aa, 00 en uu voor de uitgang tje. auto - autootje pagina - paginaatje menu - menuutje 40

4 Hoofdletters I ~ l' ~ A nieuwe zin Aan het begin van een nieuwe zin schrijf je altijd een hoofdletter. Ik ga naar huis. Ga je met me mee? B namen Bij namen van mensen, plaatsen, landen en instanties gebruik je een hoofdletter. Jeroen Rotterdam Spanje ANWB C woorden die van namen zijn afgeleid Bij woorden die van namen zijn gemaakt (zie B) gebruik je een hoofdletter. Surinaams Amsterdams Piets boek o feestdagen en historische gebeurtenissen Namen die afgeleid zijn van een feestdag of een historische gebeurtenis, schrijf je met een hoofdletter. Kerstmis Tweede Wereldoorlog 4-1

5 Leestekens A punt Een punt schrijf je aan het eind van elke zin. Ik heb vakantie. Opa en oma zijn naar Benidorm. B vraagteken Een vraagteken Ga je mee naar de disco? Is deze plaats vrij? schrijf je aan het eind van een vraagzin. C uitroepteken Een uitroepteken gebruik je na een uitroep of een bevel. Goed gedaan! Ga weg! D komma Een komma wordt geplaatst om een rustmoment aan te geven in een enkelvoudige of in een samengestelde zin. Zeg, kom je nog? Ik kom zo naar buiten, maar pak eerst even mijn tas. Tussen twee bijzinnen staat er een komma tussen de twee persoonsvormen. Omdat jij riep, kwam ik meteen. Toen ik voorbij fietste, toeterde de auto. In een opsomming worden de verschillende genoemde onderdelen gescheiden door een komma, behalve het laatste onderdeel. Ik houd van: patat, tomatensoep en tosti's. We gaan straks lezen, rekenen en gymen. E dubbele punt Een dubbele punt gebruik je aan het begin van een citaat. De badmeester zei: "Nu gaan jullie twee baantjes op je rug zwemmen." De schorre goochelaar fluisterde: "Van wie kan ik even een horloge lenen?" 42

6 Een dubbele punt gebruik je aan het begin van een opsomming. Deze herken je door verschillende onderdelen achter elkaar op te sommen. De onderdelen worden gescheiden door komma's. Het laatste onderdeel wordt gescheiden door het woord en en wordt afgesloten door een punt. Ik ga kopen: brood, melk, kaas en thee. In de uitverkoop waren: tv's, wasmachines en centrifuges. Een dubbele punt gebruik je als je een nadere uitleg wilt geven; een verklaring. We kwamen tot de volgende conclusie: zo kan het niet langer. Hij heeft een klas gedoubleerd, dat wil zeggen: hij is blijven zitten. F aanhalingstekens Aanhalingstekens gebruik je aan het begin en einde van een citaat. Wanneer er iets gezegd wordt (of geschreeuwd, gefluisterd, enz.), schrijf je dat tussen dubbele aanhalingstekens. Olivier zei: "Hoi, mam!" Sjors zegt: "Ik ga nu eerst mijn kamer opruimen." Een leesteken als komma schrijf je buiten de aanhalingstekens. "Ik voel me misselijk", zei de kok. "Lust jij roti?", vroeg mijn buurman. Leestekens als punt, vraagteken en uitroepteken schrijf je binnen de aanhalingstekens. "Ga je mee naar de film?", vroeg mijn vriendin. Tessa riep: "Zo lust ik er nog wel tien!" Kasper fluisterde: "Ik ben al acht jaar." Wanneer een uitspraak onderbroken wordt, bijvoorbeeld door zei hij, sluit je het eerste deel af met aanhalingstekens en open je het vervolg weer met aanhalingstekens. "Hee", zei Eva, "Waarom ga je niet mee?" "Ja doei", riep Luuk, "Doe het zelf!" Wordt binnen een bestaande tekst een andere tekst aangehaald, aanhalingstekens worden gebruikt: kunnen enkele Piet zei: "Mark zei net: 'Ik doe niet mee'." De journalist riep: "De president heeft net verteld: 'Dit land heeft nieuwe verkiezingen nodig'." 43

7 G trema Met een trema (twee puntjes op een klinker) kun je laten zien dat twee klinkers los van elkaar gelezen moeten worden. Dit doe je voor een goede uitspraak. ruïne coördinator Soms schrijf je geen trema terwijl je er wel één zou verwachten. die uit andere talen zijn overgenomen. marmoleum museum speciaal station Dit komt vaak voor bij woorden Koppelteken A uitspraak Een koppelteken gebruik je om een woord makkelijker uit te spreken. doe-het-zelfzaak na-apen B aardrijkskundige namen Een koppelteken gebruik je bij aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan. Noord-Brabant Nieuw-Zeelander C cijfers en symbolen Een koppelteken gebruik je als er een cijfer, symbool of afkorting in het woord voorkomt. 65-jarige $-teken tv-kabel o hoofdletter Een koppelteken gebruik je als er één of meer hoofdletter(s) in voorkomen. Zuid-Afrika Sint-Maarten E voorvoegsel Een koppelteken gebruik je na de voorvoegsels: oud, loco, ex, adjunct, semi, vice, pro en anti. ex-minister loco-burgemeester 44

8 Het aan elkaar schrijven van woorden Samenstellingen worden over het algemeen aan elkaar geschreven. A bijwoorden omdat waarvoor erop B getallen tot honderd en de veelvouden van honderd en duizend vierenzestig zestien honderd Let op! tweehonderd vijfentachtigduizend Weglaatstreepje Een weglaatstreepje gebruik je om aan te geven dat we een deel van het woord (vaak een samenstelling) weglaten. Het weglaatstreepje komt op de plaats te staan van het weggelaten deel. zon- en feestdagen voor- en nadelen schoolboek en -tas Tussenletters A tussenletters en Wanneer het eerste deel van een zelfstandig naamwoord alleen meervoud heeft op en, schrijf je en. fietsenhok klassendienst pannenkoek B tussenletter e Als het eerste deel ook een meervoud heeft op s schrijf je e. gemeente - gemeenten / gemeentes --+ gemeenteraad keuze - keuzen / keuzes --+ keuzemenu Als het eerste deel alleen een meervoud op s heeft, schrijf je e. garage - garages --+ garagehouder horloge - horloges --+ horlogemaker 45

9 Als het eerste deel gaat over iets waar er maar één van bestaat, schrijf je e. zonnestelsel Koninginnedag Als het eerste deel een versterking is, schrijf je e. beresterk reuzeleuk C tussen letter s Als je de s tussen twee woorden hoort, schrijf je een s. jongensdroom stationsplein Als je de s ook schrijft bij andere samenstellingen met hetzelfde eerste woord, schrijf je een s. stationsplein stationsstraat 46

10 Afbreekregel Op de grens tussen twee lettergrepen ta-fel be-de-ien Tussen de delen van een samenstelling tafel-poot schoen-zool Tussen een voorvoegsel ont-dekken af-ruimen en het grondwoord Tussen het grondwoord en een achtervoegsel als het laatste met een medeklinker begint of als het grondwoord zwem-ster druip-rek eindigt met een klinker. Op andere plaatsen als we zoveel mogelijk medeklinkertekens Voorbeeld: pu-bliek di-ploma naar het tweede deel brengen. Als een x tussen twee klinkers staat, mag je rondom de x niet afbreken. exa-men re-iaxen De ng en nk mogen uit elkaar gehaald worden. han-ger pin-ken Bij het afbreken van een woord mag er niet één letter alleen blijven staan. enig (kun je niet afbreken) egel (kun je niet afbreken) 47

11 Apostrof A meervouden We gebruiken een apostrof bij het meervoud van alle woorden die eindigen op een lange 8, 0, i, en u. En bij woorden die eindigen op yen die je uitspreekt als ie. la - la's foto - foto's ski - ski's paraplu - paraplu's baby - baby's B bezit Wanneer je aangeeft wiens bezit iets is, krijg je na de 8, e, i, 0, u of y, ook 's. opa's boek Theo's huis Uitzondering: Als de e aan het einde onbeklemtoond is, komt de s eraan vast. Wanneer je aangeeft wiens bezit iets is en het woord eindigt op een sisklank, komt er achter de s een apostrof. Kees' huis Alex' jas Marquez' boeken everkleinwoorden Bij verkleinwoorden baby'tje loly'tje die eindigen op een y, krijg je tje. I / o letters weglaten Bij sommige woorden wordt een deel van het woord weggelaten en krijg je de apostrof ervoor in de plaats. Het woord des gebruiken we tegenwoordig niet meer en is vervangen door de apostrof. De apostrof komt in de plaats te staan van de weggelaten letters. des morgens ~ 's morgens des Gravenhage ~ 's-gravenhage (Den Haag) Bij sommige woorden wordt een deel van het woord weggelaten de plaats. Ook kan het om één letter gaan. Amsterdam ~ A'dam Rotterdam ~ R'dam zo een ~ zo'n zijn ~ z'n en krijg je de apostrof ervoor in 48

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12 Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1040 woorden 26 februari 2014 4,5 16 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1 Leestekens Punt Aan het eind van

Nadere informatie

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS (ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je op een juiste manier in meervoud schrijven. - Hoofdletters op een juiste manier gebruiken. - Onbepaalde hoofdtelwoorden

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling Samenvatting door L. 1375 woorden 4 november 2013 5,2 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Persoonvorm à tegenwoordige tijd - ik erbij of jij/je erachter = alleen

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Spelling

Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting door een scholier 1180 woorden 1 juni 2004 6,5 85 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Alle spellingregels WW spelling Persoonsvorm? Ja Nee? TT: zo simpel

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Wat is een zelfstandig naamwoord? Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets,

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm Samenvatting door L. 1035 woorden 12 november 2014 6,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1. Werkwoordspelling Persoonsvorm Vinden van de pv: zin in andere tijd zetten à veranderende

Nadere informatie

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig

Nadere informatie

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Wat is een zelfstandig naamwoord? Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Een zelfstandig naamwoord geeft aan: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets, berg een gebeurtenis: feest, botsing

Nadere informatie

9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands

9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart 2018 9,6 2 keer beoordeeld Vak Nederlands onderwerp pvtt pvvt ik stam stam + de/te je/jij achter pv stam stam + de/te je/jij voor pv stam +t stam +

Nadere informatie

als iets niet letterlijk is bedoeld.

als iets niet letterlijk is bedoeld. Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven

Nadere informatie

Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm

Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm Inleiding Veel mensen hebben moeite met de spelling van Nederlandse werkwoordsvormen. Vaak komt dat doordat ze de grammaticale basisregels

Nadere informatie

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij. Groep 6 Spelling Thema 1 Op heterdaad betrapt ng (tong) ch (pech) ei (reis) ij (ijs) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik

Nadere informatie

1. morgen krijgen we duitsers op bezoek. 2. in onze klas zitten ook kinderen uit irak, somalië en marokko. 3. ik doe boodschappen bij de aldi.

1. morgen krijgen we duitsers op bezoek. 2. in onze klas zitten ook kinderen uit irak, somalië en marokko. 3. ik doe boodschappen bij de aldi. 2 Hoofdletter Wanneer gebruik je een hoofdletter? Aan het begin van de zin Morgen kom ik. Als de zin met een apostrof begint, krijgt het tweede woord een hoofdletter: s Morgens werk ik. t Gaat goed. Bij

Nadere informatie

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht: Dyslexiebehandeling Informatiepakket leerkracht: - Werkwijze bij Onderwijszorg Nederland (ONL) - Klankenschema - Stappenplan - Kopie overzichts-steunkaart - Uitleg losse steunkaarten - Uitleg steunkaart

Nadere informatie

Woorden die eindigen op ig en lijk

Woorden die eindigen op ig en lijk Kaartje bij woordpakket slaperig Woorden die eindigen op ig en lijk Hoor je /ug/ zonder klemtoon aan het eind van een woord? Schrijf dan ig. Hoor je /luk/ zonder klemtoon aan het eind van een woord? Schrijf

Nadere informatie

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen. Samenvatting door een scholier 1095 woorden 29 juni 2004 5,8 70 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1: Reclame Werkwoordsspelling: Bij een werkwoord als persoonsvorm moet

Nadere informatie

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1.2.3 Trappen van vergelijking 20 INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden

Nadere informatie

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen

Nadere informatie

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6

kettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 Ik hoor ju. ik schrijf je. kettinkje Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 buiginkje palinkje schuttinkje woninkje Categorie 43f Verkleinwoorden

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

De verschillende vormen van het werkwoord

De verschillende vormen van het werkwoord De verschillende vormen van het werkwoord PV tt stam ( bij ik ervoor en erachter, bij je/jij erachter) Stam + t ( bij alle andere vormen van enkelvoud) Meervoud ( bij alle vormen van meervoud) Ik loop---

Nadere informatie

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een

Nadere informatie

LIJST MET DE MEEST VOORKOMENDE SPELFOUTEN. AcroPDF - A Quality PDF Writer and PDF Converter to create PDF files. To remove the line, buy a license.

LIJST MET DE MEEST VOORKOMENDE SPELFOUTEN. AcroPDF - A Quality PDF Writer and PDF Converter to create PDF files. To remove the line, buy a license. Spelfout tegen: Woorden splitsen Wat heb ik fout gedaan? Voorbeeld MOGELIJKE REGELS 1a woord verkeerd gesplitst ploo-ien i.p.v. plooi-en Bij twee medeklinkers kun je tussen die medeklinkers splitsen. De

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen

Nadere informatie

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs Toetsen 91 92 Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager

Nadere informatie

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Basisspelling Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van

Nadere informatie

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen

namen steden landen Namen steden. werelddelen 61 Namen landen hoofdletter werelddelen. namen, N Namen inwoners van inwoners van landen 61 regelwoord Amsterdam, Nederland, Nederlander, Amsterdamse, Nederlandse Woorden die beginnen met een hoofdletter: Namen van steden. Namen van landen of werelddelen. Namen van inwoners van landen. Namen

Nadere informatie

Zbeling Sbeling Speling Spelling

Zbeling Sbeling Speling Spelling Zbeling Sbeling Speling Spelling Beknopt overzicht spellingregels: Meervoud van zelfstandige naamwoorden -s of s: Als er geen uitspraakprobleem is, schrijf je de -s vast: horloges, cafés, bureaus, milieus,

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Spelling. 1. Werkwoorden

Spelling. 1. Werkwoorden Stijl en spelling Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste stijl- en spellingregels die in de onderbouw bij Nederlands zijn behandeld. Bij schrijfopdrachten en bij het examen wordt in de bovenbouw

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Jaarplanning spelling

Jaarplanning spelling Week 1 Jaarplanning spelling medeklinker(s) en klinkers die door 1 letter worden weergegeven (pen, bol) Kinderen spellen woorden die zijn samengesteld uit 2 eerder geleerde woorden (fietsbel, taalschrift,

Nadere informatie

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over

2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over Naam Datum Klas Ik luister goed. Ik vul de woorden in. 1 in een 2 leerde ze op school 3 haar met haar 4 leest boeken uit de van de stad en gaat graag naar het zich bij opa en oma in de, dat is in 6 Met

Nadere informatie

Thema 10. We ruilen van plek

Thema 10. We ruilen van plek Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in

Nadere informatie

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling Basisspelling Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van de Nederlandse spelling; regels die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs nog wordt geoefend.

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.

1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort. 1. poes 2. draak 3. muts 4. wolk Duo betekent twee De /u/ doet dus niet mee 5. krant 6. schaap Hoor je na een s een /g/? Dan schrijf je ch en nooit een g! 7. feest / vier Ik verdeel het woord in klankgroepen.

Nadere informatie

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/. Groep 5 Spelling Thema 1 Een plek om te werken De /f/ is de fietspompletter. Je hoort met f (fluit) /ffff/. De /v/ is van vlieg. Je hoort /vvvv/. met v (vis) woorden met aar (jaar) luisterwoord woorden

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Doelgroepen Leestekens op maat Leestekens op maat is bedoeld voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs, voor de

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens.

Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Leestekens op maat Het Muiswerkprogramma Leestekens op maat is een programma voor het aanleren van een juist gebruik van leestekens. Doelgroepen Leestekens op maat Leestekens op maat is bedoeld voor groep

Nadere informatie

Klankgroep en lettergreep

Klankgroep en lettergreep Spellingwijzers groep 4 Voor de ouders Klankgroep en lettergreep Een klankgroep is een soort hulpmiddel bij het aanleren van spellingregels. Wat hoor je als je een woord langzaam in stukjes uitspreekt.

Nadere informatie

Overzicht categorieën Taal actief groep 7

Overzicht categorieën Taal actief groep 7 Overzicht categorieën Taal actief groep Introductie Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde

Nadere informatie

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

Thema 4. Straatmuzikanten

Thema 4. Straatmuzikanten Thema 4 Straatmuzikanten Les 4.1 tinnen ideeën pakketten resultaat passage Les 1 de, jarig Een man met korte, grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje. Waar hoor

Nadere informatie

naamwoord naamwoord 1F enkelvoud van zelfstandig 1F meervoud van zelfstandig 1F zelfstandig naamwoord 1F lidwoord 1F werkwoord 1F samenstelling

naamwoord naamwoord 1F enkelvoud van zelfstandig 1F meervoud van zelfstandig 1F zelfstandig naamwoord 1F lidwoord 1F werkwoord 1F samenstelling GROEP 4 1F hakwoord (1) 1F plankwoord (4) 1F eeuw-ieuw-woord (7) 1F klankgroepenwoord (10) f>v, s>z (10) één woord met twee één woord met drie één woord met meer X ordenen van de letters ei-plaat uitbreiden

Nadere informatie

Na de uitslag moest Rob onmiddellijk een Europese bestemming noemen. Razendsnel dacht hij na.

Na de uitslag moest Rob onmiddellijk een Europese bestemming noemen. Razendsnel dacht hij na. Tekst finale spellingwedstrijd + uitleg probleemwoorden De televisiequiz Stel je voor: je meldt je aan voor een televisiequiz. Tot je verrassing word je uitgenodigd. De vragen beantwoord je zo goed mogelijk.

Nadere informatie

Spelling & Formuleren. Week 2-7

Spelling & Formuleren. Week 2-7 Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE

Nadere informatie

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]?

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]? Het Adjectief Groen, groot, dik, donker, zijn allemaal adjectieven. We kunnen ze op verschillende manieren in een zin gebruiken. Als we het adjectief direct voor een substantief zetten, komt er soms een

Nadere informatie

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t. v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch

Nadere informatie

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in

Nadere informatie

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling 6 instapkaarten inhoud instapkaarten Spelling thema 1 les 1 cat. 5a 1 thema 1 les 3 cat. 5b 2 thema 1 les 5 cat. 9a 3 thema 1 les 7 cat. 9b 4 thema 1 les 9 cat. 10a 5 thema 1 les 11 cat. 10b 6 thema 1

Nadere informatie

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8 Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 6 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 6 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6 Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 en 2 groep 6 oorsprong opbrengst behandeling onlangs Categorie 13b Woorden met cht Thema

Nadere informatie

De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)

De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so) Groep 2 Groep 3 Bron: Opbrengstgericht werken met de leerlijn spelling A.Machielsen & M.Gerritse, CED-Groep 2011 De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so) Groep Leerstofaanbod groep 2 en 3 verd.

Nadere informatie

Woorden die beginnen met en eindigen op s. Meer uitleg vind je bij woordpakket 14 op bladzijde 44 van het leerlingenboek.

Woorden die beginnen met en eindigen op s. Meer uitleg vind je bij woordpakket 14 op bladzijde 44 van het leerlingenboek. Kaartje bij woordpakket panty s Woorden die beginnen met en eindigen op s Hoor je een /s/ voor een woord, die niet bij het woord hoort? Schrijf dan s (apostrof-s). Eindigt een woord in het enkelvoud op

Nadere informatie

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?

Nadere informatie

Woorden waarin je /ie/, /i/ of /j/ hoort en y schrijft. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek.

Woorden waarin je /ie/, /i/ of /j/ hoort en y schrijft. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek. Kaartje bij woordpakket baby Woorden waarin je /ie/, /i/ of /j/ hoort en y schrijft Bedenk of je het woord schrijft met ie, i, j of y. Dat kun je niet horen, dat moet je onthouden. Je schrijft teddy. Je

Nadere informatie

De leerlijn spelling CED-Groep

De leerlijn spelling CED-Groep De leerlijn spelling CED-Groep Onderstaande tabel geeft de leerlijn spelling van CED-Groep weer. Deze leerlijn is gebaseerd op een eerdere versie van M. Gerritse en M. Greevenbosch (2008) en verder ontwikkeld

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Studiewijzer TaalCompetent

Studiewijzer TaalCompetent TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen

Nadere informatie

Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis

Spelling in Beeld R 3. woorden op ~t en ~d. het paard de staart het land de krant het sportveld de goudvis 3 regelwoorden woorden op ~t en ~d Hoor je aan het eind van een woord /t/? Maak het woord langer. Dan weet je of je t of d schrijft. Je hoort /paarden/, je schrijft paard. Je hoort /staarten/, je schrijft

Nadere informatie

Over dit boek 13 1 Zinsbouw

Over dit boek 13 1 Zinsbouw INHOUD Over dit boek 13 1 Zinsbouw 17 1.1 Inleiding 17 1.2 Werkwoorden 19 1.2.1 Werkwoordsvolgorde 19 1.2.2 Meervoud of enkelvoud? 21 1.2.2.1 Onduidelijk onderwerp 21 1.2.2.2 Hoeveelheidsaanduider 22 1.2.2.3

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch

Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8 Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8 toelichting overweging samenleving redenering Categorie 13b Woorden met cht Thema

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling Lesperiode: week 1 t/m week 3 Aantal lessen per week: 4 Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling thema 1 les 1/13a cat. 13 a/b 1 thema 1 les 3/13b volt. dw. 2 thema 1 les 5/14a cat. 16 a/b 3 thema 1 les 7/14b volt. dw. 4 thema 1 les 9/15a cat. 16d

Nadere informatie

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d

hond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d Categorie 44a Woorden met eind d of midden d die klinkt als t Thema 6 groep 7 Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) hond Ik schrijf t Ik schrijf d Categorie 44a

Nadere informatie

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7. Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.

Nadere informatie

De hele m i c k van taal

De hele m i c k van taal De hele m i c k van taal Website: www.taalmick.weebly.com Door: Foppe Gall Onderdelen in dit boekje: stijl grammatica werkwoordspelling spelling van 1F, 2F naar 3F Domein: Media, Ict, Cultuur, Kunst 2

Nadere informatie

De persoonsvorm vind je door de tijd in de zin te veranderen. De werkwoorden die mee veranderen zijn persoonsvormen.

De persoonsvorm vind je door de tijd in de zin te veranderen. De werkwoorden die mee veranderen zijn persoonsvormen. Samenvatting door een scholier 2350 woorden 20 maart 2012 5.8 109 keer beoordeeld Vak Nederlands Hoofdstuk 1 Werkwoordspelling 1.1 Persoonsvorm De persoonsvorm vind je door de tijd in de zin te veranderen.

Nadere informatie

Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt.

Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt. Lettergrepen Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt. Om een woord in lettergrepen te verdelen, kijken we naar de klinkers. Als

Nadere informatie

De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so)

De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so) Groep 2 Groep 3 De leerlijn spelling CED-Groep (Voor po- sbo- so) Groep Leerstofaanbod groep 2 en 3 z - Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n,

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling 7 instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling Spelling thema 1 les 1/13a cat. 10 a/b 1 thema 1 les 3/13b t.t. 2 thema 1 les 5/14a cat. 33 a/b 3 thema 1 les 7/14b t.t. 4 thema 1 les 9/15a cat.

Nadere informatie

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders,

Lesbrief groep 5/6. Beste ouders, Lesbrief groep 5/6 Beste ouders, Het is al weer een tijdje geleden dat we een lesbrief aan jullie hebben gestuurd. Maar met de start op onze prachtige nieuwe school, ook gelijk maar een doorstart met de

Nadere informatie

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij. Groep 7 Spelling Thema 1 Het landje van ons woorden met ng (tong) woorden met cht (lucht) woorden met i die klinkt als ie (liter) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank

Nadere informatie

Huiss%jlbrochure. Schrij0ips. 1. Kleine of hoofdle6er?

Huiss%jlbrochure. Schrij0ips. 1. Kleine of hoofdle6er? Huiss%jlbrochure Schrij0ips 1. Kleine of hoofdle6er? Beroepen krijgen een kleine le6er. ministerie minister Afgeleiden krijgen ook een kleine letter: gedeputeerde gouverneur minister-president regeringscommissaris

Nadere informatie

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij

schrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij Groep 8 Spelling Thema 1 Je zit op mijn lip woorden met ng (tong) woorden met cht (lucht) woorden met ei (reis) woorden met ij (ijs) hoor je de zingende /n/, dan schrijf je -ng hoor je na een korte klank

Nadere informatie

instapkaarten spelling

instapkaarten spelling instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling thema 1 les 1/13a cat. 13 a/b 1 thema 1 les 3/13b volt. dw. 2 thema 1 les 5/14a cat. 16 a/b 3 thema 1 les 7/14b volt. dw. 4 thema 1 les 9/15a cat. 16d

Nadere informatie

Leestekens, geen punt!

Leestekens, geen punt! Leestekens, geen punt! Hier volgt een bloemlezing uit het 40 pagina's tellende boek: Leestekens, geen punt!. Er zijn slechts enkele zinnen per oefening en van de informatie afgebeeld. In het originele

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Niveau 1 mkm-woorden; medeklinkers, korte en lange klanken, tweetekenklanken. Niveau 2 Medeklinkercombinaties; mkmm- eenvoudig, mmkm

Niveau 1 mkm-woorden; medeklinkers, korte en lange klanken, tweetekenklanken. Niveau 2 Medeklinkercombinaties; mkmm- eenvoudig, mmkm Beschrijving van de Categorieën Cito 5 Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n, b/r/oe/k)) Spelling in de lift werkboeken Veilig leren lezen KIM

Nadere informatie

slee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4

slee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4 Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4 Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. slee Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4 daarmee fee twee tree

Nadere informatie

Onthoudschrift spelling groep 8:

Onthoudschrift spelling groep 8: Onthoudschrift spelling groep 8: THEMA 1 Categorie basiswoord woordgroep 9A -ng tong weet/ 13B -ch lucht weet als je acht, echt, ucht of icht hoort schrijf je ch behalve bij hij ligt, hij legt, hij zegt

Nadere informatie

woorden met drie medeklinkers

woorden met drie medeklinkers Groep 4 Blok 1 Woordpakket 1 woorden met drie medeklinkers Er zit een strik om zijn borst. 1 Hak het woord in klanken. 2 Schrijf voor elke klank de goede letter of letters op. Let op de volgorde. s-t-r-i-k

Nadere informatie

Snelspelwijzer Onze Taal

Snelspelwijzer Onze Taal Wim Daniëls in samenwerking met Genootschap Onze Taal Snelspelwijzer Onze Taal Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen Inhoudsopgave Inleiding 7 I Algemene regels 9 II Klinkers 19 III Medeklinkers

Nadere informatie

Leerlijn Spelling 1. Leerlijn Spelling Leerinhouden LEERINHOUDEN KLAS 3

Leerlijn Spelling 1. Leerlijn Spelling Leerinhouden LEERINHOUDEN KLAS 3 Leerlijn Spelling 1 Leerlijn Spelling Leerinhouden LEERINHOUDEN KLAS 3 Klinkers (2) De vrije klinker aan het eind van een woord (2 A) - a, o, u eind woord: ja, zo, nu (2.1.1) - ee: mee (2.1.2) - ie: die

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Leerlijn Spelling voor leerlingen die uitstromen naar Praktijkonderwijs GROEP 3

Leerlijn Spelling voor leerlingen die uitstromen naar Praktijkonderwijs GROEP 3 Leerlijn Spelling voor leerlingen die uitstromen naar Praktijkonderwijs GROEP 2 - Leerlingen analyseren klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n, b/r/oe/k). - Leerlingen

Nadere informatie

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3

Nadere informatie