DEEL 1: CALAMITEITENPLAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL 1: CALAMITEITENPLAN"

Transcriptie

1 DEEL 1: CALAMITEITENPLAN Doc. nummer Case nummer 12IT ZK09438 Status vastgesteld door DB 18 november 2014 Versie d.d. 18 september 2017 (informatieve opschaling aangepast) Opgesteld door F. van Beek en C. Verheijen Eindredactie C. Verheijen

2 Actualisaties Het Handboek Calamiteiten, dat bestaat uit dit Calamiteitenplan, zes Deelbestrijdingsplannen en enkele Supplementen, wordt elk halfjaar geactualiseerd. Dit gebeurt o.a. naar aanleiding van verbeterpunten die zijn voortgekomen uit de evaluaties van calamiteiten en oefeningen of op basis van herzien beleid. Als uit deze actualisaties essentiële inhoudelijke wijzigingen voortkomen dan wordt de aangepaste versie ter vaststelling aangeboden aan het dagelijks bestuur. Uitgangspunt bij de halfjaarlijkse updates is ervoor te zorgen dat de actualisaties vóór het laagwaterseizoen en vóór het hoogwaterseizoen gereed zijn c.q. verstrekt kunnen worden aan interne en externe betrokkenen. Dat betekent voor 1 april respectievelijk 1 oktober. De calamiteitencoördinator zorgt ervoor dat de plannen voor die tijd indien nodig zijn vastgesteld door het AB. De aanpassingen kunnen gedurende het gehele jaar door de diverse vooraf vastgestelde verantwoordelijken worden aangebracht in een concept versie in Corsa, d.m.v. wijzigingen bijhouden. Kant en klare teksten of tabellen kunnen desgewenst ook aangeleverd worden bij de medewerker calamiteiten. De calamiteitencoördinator is verantwoordelijk voor alle teksten die betrekking hebben op de calamiteitenzorg in het algemeen, de lay-out, de uniformiteit, de bestuurlijke goedkeuring en de beschikbaarstelling van actuele stukken aan alle medewerkers binnen de calamiteitenorganisatie. De afdelingshoofden binnen de calamiteitenorganisatie worden verantwoordelijk geacht voor de actualiteit van de Deelbestrijdingsplannen. Zij dienen erop toe te zien dat o.a. de verbeterpunten die zijn benoemd bij de evaluaties van calamiteiten (en oefeningen) ook door hun medewerkers worden doorgevoerd in de bestrijdingsplannen. Versiebeheer Elke aangebracht wijziging krijgt een nummer mee die uit drie delen bestaat. 1. Het eerste nummer wordt alleen veranderd als het document structureel wordt herzien (bijvoorbeeld als over 4 jaar het Calamiteitenplan opnieuw wordt vastgesteld). 2. Het tweede nummer betreft aanmerkelijke tussentijdse wijzigingen in de opzet en inhoud van het rapport. 3. Het derde nummer verwijst naar de regelmatige aanpassingen in de actualiteit van gegevens of kleine tekstuele aanpassingen (gemiddeld één per kwartaal). De eerste versie is ingegaan per 1 januari 2004 en heeft versienummer gekregen. Het vastgestelde Calamiteitenplan staat altijd in de meeste actuele vorm op intranet en voor derden via Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Leeswijzer Kader van het Calamiteitenplan Calamiteiten Beheergebied en taken Wettelijk kader calamiteitenbestrijding en bevoegdheden Uitgangspunten van crisismanagement Calamiteitenorganisatie Waterschap Brabantse Delta Opbouw van de calamiteitenorganisatie Werkwijze van de calamiteitenorganisatie Middelen voor de calamiteitenorganisatie Personele invulling van de calamiteitenorganisatie Fasering van de calamiteitenbestrijding Melding en alarmering (van een incident of calamiteit) Op- en afschaling Fase 0: incident dagelijkse werkzaamheden Coördinatiefase 1: bestrijding van een ernstig incident WAT Coördinatiefase 2: bestrijding van dreigende calamiteit WOT Coördinatiefase 3: bestrijding van een calamiteit binnen één gemeente WBT Coördinatiefase 4: bestrijding van een calamiteit in meerdere gemeenten WBT Gecoördineerde Regionale IncidentbestrijdingsProcedure (GRIP) Nazorg en evaluatie Netwerkmanagement Netwerkpartners Wijze van afstemming met het netwerk / informatiemanagement Bijstand en steunverlening Integrale calamiteitenzorg Calamiteitenzorgsysteem Werkgroep proces crisisbeheersing Planvorming binnen het Calamiteitenzorgsysteem Bijlagen Kaart beheergebied waterschap Brabantse Delta Kaart waterbeheer bij derden Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 3

4 1. Inleiding Dit Calamiteitenplan beschrijft de algemene procedures voor een tijdige en adequate inzet van mensen en middelen van het waterschap bij de bestrijding van calamiteiten, veelal in afstemming en samenwerking met externe organisaties. Het plan draagt op deze manier bij aan een beter inzicht in de coördinatie, bestrijding, methode en organisatie van personeel en middelen bij een calamiteit of ramp. De wettelijke grondslag voor het opstellen van een Calamiteitenplan en het oefenen in doeltreffend optreden bij gevaar voor de waterstaatswerken is vastgelegd in de Waterwet, artikel 5.29 lid 1. Conform dit artikel is het ontwerp van dit Calamiteitenplan afgestemd op crisisplannen en voor het waterbeheer van belang zijnde rampbestrijdingsplannen. Het ontwerp is daarom voor commentaar gezonden aan het bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Het Calamiteitenplan wordt zo vaak als noodzakelijk blijkt, geactualiseerd en vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap. Het Calamiteitenplan is opgesteld volgens de methodiek van het calamiteitenzorgsysteem, dat in opdracht van de Unie van Waterschappen ontwikkeld is. Het calamiteitenzorgsysteem is het overkoepelende systeem dat zorgt voor de continuïteit van de calamiteitenorganisatie en is ingebed in de normale organisatiestructuur van waterschap Brabantse Delta. Het oefenen en opleiden is een integraal onderdeel van het calamiteitenzorgsysteem. Ter ondersteuning van de betrokken medewerkers zijn er als aanvulling op het Calamiteitenplan diverse deelbestrijdingsplannen en supplementen opgesteld; samen vormen deze het Handboek Calamiteitenzorg Brabantse Delta. Doel van deze documenten is om eenduidig vast te leggen op welke wijze de calamiteitenzorg plaatsvindt. In de plannen zijn de structuur en de werkwijze van de calamiteitenorganisatie vastgelegd. Ze bevatten geen kant-en-klare draaiboeken met concrete oplossingen voor elk knelpunt tijdens de bestrijding van calamiteiten. Het handboek geeft alleen het noodzakelijke houvast om deskundige medewerkers tijdens calamiteiten gestructureerd te laten zoeken naar de oplossingen. De uiteindelijke oplossing zelf wordt gevonden met behulp van het gezonde verstand, de kennis en vaardigheden die binnen het waterschap aanwezig zijn en de samenwerking met externen. Alle medewerkers binnen de calamiteitenorganisatie beschikken over het Handboek Calamiteitenzorg. De werkgroep Calamiteitenzorg draagt zorg voor de beschikbaarheid van actuele plannen. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 4

5 2. Leeswijzer In hoofdstuk 3 van dit Calamiteitenplan wordt de definitie van calamiteiten beschreven. Daarbij wordt aangegeven wat de taken van het waterschap zijn en de risico s die daaraan verbonden zijn. De wettelijke basis en bevoegdheden van het waterschap en van andere organisaties die bij de calamiteitenbestrijding betrokken zijn beschreven. Daarnaast zijn de uitgangspunten van modern crisismanagement benoemd. Deze uitgangspunten zijn de basis voor de inrichting van de calamiteitenorganisatie van het waterschap Brabantse Delta. Ook geven ze aan dat binnen een organisatie sprake moet zijn van integrale calamiteitenzorg, zodat de continuïteit van de calamiteitenorganisatie altijd blijft gewaarborgd. In hoofdstuk 4 van het Calamiteitenplan wordt de organisatiestructuur van de calamiteitenorganisatie beschreven, gebaseerd op de algemene uitgangspunten. Het Calamiteitenplan treedt in werking zodra de acties ter bestrijding van de calamiteit een bijzondere coördinatie nodig maken. Daartoe wordt de calamiteitenorganisatie geactiveerd waarbij in oplopende mate van opschaling het Waterschap Actie Team, het Waterschap Operationeel Team en het Waterschap Beleidsteam kunnen worden opgeroepen. De verschillende onderdelen van de calamiteitenorganisatie worden kort beschreven, waarbij vooral de taken binnen die onderdelen worden benoemd. Naast de theoretische invulling van de organisatie wordt ook aandacht besteed aan de praktische invulling, waarbij onder meer de personele bezetting wordt toegelicht. In hoofdstuk 5 wordt de coördinatiefasering bij het optreden van de calamiteitenorganisatie van het waterschap uitgewerkt. Doel van deze fasering is om snel aan alle betrokkenen inzichtelijk te maken op welk hiërarchisch niveau coördinatie van het optreden van het waterschap plaatsvindt en hoe deze fasering is afgestemd met de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) van de Veiligheidsregio s. In hoofdstuk 6 wordt het netwerk van waterschap Brabantse Delta in het kader van de calamiteitenbestrijding beschreven. Daarbij worden de relaties die het waterschap legt met externe organisaties bij de bestrijding van de verschillende soorten calamiteiten inzichtelijk gemaakt. Eén van de uitgangspunten van modern crisismanagement is immers de noodzaak van netwerkmanagement, ofwel de onderlinge afstemming en samenwerking tussen de diverse bij de calamiteiten betrokken organisaties. Tenslotte wordt in hoofdstuk 7 het calamiteitenzorgsysteem van het waterschap beschreven. Binnen dit systeem vallen alle activiteiten die worden ontplooid voor de calamiteitenorganisatie, zowel bij de preparatie (voorbereiding), de repressie (tijdens calamiteitenbestrijding), als ten behoeve van de nazorg. Het Calamiteitenplan is een onderdeel van het calamiteitenzorgsysteem, evenals de Deelbestrijdingsplannen, het calamiteitencommunicatieplan en het opleidings- en oefenprogramma. Het calamiteitenzorgsysteem is het overkoepelende systeem dat zorgt voor de continuïteit van de calamiteitenorganisatie. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 5

6 3. Kader van het Calamiteitenplan In dit calamiteitenplan is beschreven hoe de voorbereiding en uitvoering van de calamiteitenbestrijding bij waterschap Brabantse Delta is vormgegeven en de wijze waarop de benodigde kwaliteit wordt geborgd. Het calamiteitenplan vormt daarmee het beleids- en operationele kader voor de voorbereiding op en bestrijding van incidenten en calamiteiten Calamiteiten In artikel 5.29 lid 1 van de Waterwet is onder andere bepaald dat de beheerder voor de waterstaatswerken 1) onder zijn beheer 2) een calamiteitenplan vaststelt, dat voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels. 1) De Waterwet verstaat onder een waterstaatswerk: een oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk. 2) De Waterwet verstaat onder waterbeheer: de overheidszorg die is gericht op de in artikel 2.1 genoemde doelstellingen: a) voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met: b) bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c) vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Calamiteiten worden door waterschap Brabantse Delta gedefinieerd als: omstandigheden waarin de veiligheid van waterstaatswerken in gevaar is of dreigt te komen met mogelijk zodanig ernstige gevolgen voor waterkeringen, watersystemen, vaarwegen en/of rioolwaterzuiveringsinstallaties, rioolgemalen en rioolwatertransportleidingen. Kenmerken van calamiteiten zijn onder andere: - een combinatie van urgentie, dreiging en onzekerheid; - een gecoördineerde inzet is nodig van mensen en middelen, werkwijzen en communicatie tijdens bijzondere omstandigheden; - het kan nodig zijn om af te wijken van het bestuurlijk vastgestelde beleid of beslissingen te nemen waarin het vastgestelde beleid niet voorziet; - (grote) maatschappelijke consequenties die op het spel kunnen staan; - doorgaans (grote) belangstelling van de media; - (goede) samenwerking met andere overheden en instanties is veelal een voorwaarde voor een effectieve voorbereiding en uitvoering van tegenmaatregelen; - vaak (hoge) kosten waarin de begroting niet of in slechts beperkte mate voorziet; vaak (grote) economische- en milieugevolgen, ook voor andere instanties. Of er voor een (dreigend) incident moet worden opgeschaald is soms niet in harde voorwaarden of kenmerken uit te drukken. Soms speelt het onderbuikgevoel een rol. En om te bepalen of er sprake is van een dreigende calamiteit zou de risicomatrix als hulpmiddel kunnen worden gebruikt. De veiligheidsketen Het bieden van veiligheid vraagt om kwaliteit van bedrijfsprocessen die kunnen worden ondergebracht in de zogeheten veiligheidsketen : proactie preventie preparatie repressie nazorg/evaluatie. De keten dient gesloten te zijn om een goed resultaat te kunnen bereiken. Door de reguliere organisatie van het waterschap wordt het risicobeleid gemaakt van de processen die vallen in de pro-actiefase (voorkomen van risico s/wegnemen van structurele onveiligheid) en in de preventiefase (verkleinen van risico s). De calamiteitenorganisatie richt zich op de activiteiten die betrekking hebben op de andere drie fases. PROACTIE PREVENTIE PREPARATIE REPRESSIE NAFASE door reguliere organisatie door calamiteitenorganisatie ruimtelijke ordening/ infrastructuur vergunningverlening planvorming melding, alarmering medische en psychosociale nazorg water vasthouden, toezicht en opleidingen op- en afschaling schadeafhandeling bergen, afvoeren handhaving watersysteemanalyse metingen en trainingen bestrijdingsmaatregelen herstel, wederopbouw monitoring watertoets bebording, oefeningen informatiemanagement ontwikkelingsplannen afrasteringen veiligheidstoets voorlichting risicocommunicatie netwerkmanagement waterkeringen ruimte voor rivier aanschaf leiding en coördinatie/ evaluaties bestrijdingsmiddelen crisisbesluitvorming crisiscommunicatie procesbewaking Figuur: Veiligheidsketen Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 6

7 3.2. Beheergebied en taken Beheergebied Het beheergebied van waterschap Brabantse Delta wordt als volgt begrensd: - in het noorden door het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas; - in het oosten door het Drongelens kanaal, de waterscheidingen in de rest van het gebied richting Tilburg, Baarle-Nassau en Baarle-Hertog; - in het zuiden door de Belgische grens; - in het westen door het Volkerak/Zoommeer, de Schelde-Rijnverbinding en de grens met de provincie Zeeland. Voor het kwantiteitsbeheer is het beheergebied opgedeeld in de rayons Noord, Oost, Midden en West. De grenzen van deze rayons zijn grotendeels bepaald door de stroomgebiedsgrenzen, gemeentegrenzen en intensiteit van het gebied met betrekking tot het beheer en onderhoud. Voor wat betreft het kwantiteitsbeheer kent het gebied ook een indeling op basis van de hoogteligging. In het laaggelegen noordelijk deel van het gebied is sprake van peilbesluitgebieden, de zuidelijk en oostelijk gelegen hogere gebiedsdelen zijn vrij afwaterende gebieden. In het supplement Beschikbare kaarten is een kaart opgenomen van het beheergebied, inclusief de rayonindeling Taken Het waterschap is verantwoordelijk voor de waterstaatkundige zorg in zijn beheergebied (zie overzichtskaart in de bijlage). Dit omvat het gedeelte van Noord-Brabant dat gelegen is ten westen van de lijn Waalwijk - Tilburg Baarle Nassau tot aan de grens met de provincie Zeeland. Het waterschap heeft diverse taken op het gebied van het waterbeheer te weten: 1. de zorg voor waterkeringen; 2. de zorg voor de waterkwantiteit van oppervlaktewaterlichamen; 3. de zorg voor het ondiepe grondwater en kleine wateronttrekkingen buiten de bebouwde kom; 4. de zorg voor de waterkwaliteit van oppervlaktewaterlichamen; 5. het zuiveren van afvalwater; 6. de uitvoering van het beheer over de provinciale vaarwegen (rivieren) in het beheergebied van waterschap Brabantse Delta. Aan het uitvoeren van deze taken zijn risico s verbonden. De calamiteitenorganisatie richt zich op de voorbereiding op en bestrijding van ondergenoemde risico s. Ad 1 Waterkering De zorg voor de waterkering houdt in dat de waterkeringen inclusief de daarin gelegen kunstwerken voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen. De risico s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen het optreden van een hogere waterstand dan waarvoor de dijken berekend zijn of het bezwijken van de waterkering of een daarin gelegen kunstwerk, waardoor in het te beschermen gebied overstromingen ontstaan. Ad 2 Waterkwantiteit De zorg voor de waterkwantiteit betreft het regelen en beheersen van het waterpeil in oppervlaktewaterlichamen, op een zodanige manier dat er geen wateroverlast optreedt op plaatsen waar dat niet gewenst is en dat er voldoende water beschikbaar is voor de zoetwatervoorziening. De risico s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen het optreden van wateroverlast bijvoorbeeld ten gevolge van hevige neerslag of watertekort ten gevolge van langdurige droogte. Ad 3 Grondwater Het beheer over de ondiepe grondwaterstand buiten de bebouwde kom en de kleine wateronttrekkingen (inclusief de vergunningverlening) berust bij de waterschappen. Het beheer in het stedelijk gebied berust bij de gemeenten. Het beheer van de grondwaterkwaliteit ligt volgens de Wet Bodembescherming bij de provincie. Risico s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn betreffen het optreden van grondwateroverlast of onvoldoende (schoon) grondwater voor alle gebruiksdoeleinden. Ad 4 Waterkwaliteit De zorg voor de kwaliteit van het oppervlaktewaterlichaam behelst het transport en het zuiveren van het afvalwater van gemeentelijke rioleringen en bedrijven, het reguleren van lozingen en het nemen van andere maatregelen in het oppervlaktewaterlichaam. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 7

8 De risico s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam bijvoorbeeld door lozing van afvalstoffen óf door een natuurlijke oorzaak of door uitval of ontregeling van een zuiveringstechnisch werk. Ad 5 Zuiveren van afvalwater De zorg voor het zuiveren van afvalwater bestaat uit de volgende deelprocessen: - transporteren van afvalwater - zuiveren van afvalwater - verwerken en afzetten van zuiveringsslib. Het rioolwater van de gemeenten binnen het beheergebied van waterschap Brabantse Delta wordt vanaf de hoofdrioolgemalen via (pers)leidingen getransporteerd naar een van de rioolwaterzuiveringsinstallaties van het waterschap. Daar wordt het afvalwater gezuiverd en geloosd op het oppervlaktewater. De risico s die verbonden zijn aan de taak van afvalwater zuiveren zijn de uitval of ontregeling van een zuiveringstechnisch werk, verstoring van het zuiveringsproces, breuk in een rioolwater(pers)leiding, overstort van ongezuiverd rioolwater en geuroverlast. Ad 6 Vaarwegen De uitvoering van deze taak is op grond van de Verordening water Noord-Brabant (in medebewind) opgedragen aan het waterschap maar de eindverantwoordelijkheid berust bij de provincie. De uitvoering van het beheer over de (provinciale) vaarwegen houdt in dat de vaarwegen voldoende diepgang hebben voor de toegestane schepen, dat deze ongehinderd de rivieren kunnen bevaren en dat de sluisbediening adequaat plaatsvindt zonder dat er lange wachttijden ontstaan. De risico s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn betreffen aanvaringen - met gevolgen voor mens, milieu, materieel, schade aan sluis of brug- of ijsvorming waardoor doorvaart belemmerd wordt Wettelijk kader calamiteitenbestrijding en bevoegdheden Bij het bestrijden van calamiteiten kunnen bestuursorganen gebruik maken van bevoegdheden die onder normale omstandigheden buiten beeld blijven. In deze paragraaf is de vindplaats van de bevoegdheden van het waterschap genoemd en een korte toelichting. Volledigheidshalve zijn daarnaast ook wetten genoemd die samen het wettelijk kader tijdens calamiteiten vormen. Een meer uitgebreide toelichting bij ondergenoemde wetten en instructies is opgeslagen in de Corsa zaak met specialistische informatie over het calamiteitenplan Wettelijk kader bij voorkoming van calamiteiten In de volgende wet- en regelgeving worden bevoegdheden gegeven of zijn verplichtingen aan overheden opgelegd in het kader van het voorkomen van calamiteiten: - Waterwet opstellen calamiteitenplan en oefenen (artikel 5.29) Het waterschap moet een calamiteitenplan opstellen en oefenen in doeltreffend optreden bij gevaar. Het calamiteitenplan moet zijn afgestemd op crisisplannen en voor het waterbeheer van belang zijnde rampbestrijdingsplannen. Het ontwerp calamiteitenplan dient voor commentaar te worden gezonden aan het bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. - Waterbesluit regels ten aanzien van het calamiteitenplan (artikel 5.3) Hierin staan de inhoudelijk eisen die aan een calamiteitenplan worden gesteld Wettelijk kader bij bestrijding van calamiteiten Uit de volgende wet- en regelgeving volgen bijzondere bevoegdheden voor het waterschap tijdens het bestrijden van calamiteiten: - Waterschapswet (artikel 96) De dijkgraaf mag onder bijzondere omstandigheden maatregelen treffen waartoe het AB en DB bevoegd zijn als het niet mogelijk is deze besturen bij elkaar te roepen. Voor een snel en doeltreffend handelen bij dreigend en dringend gevaar beschikt de dijkgraaf over deze bijzondere bevoegdheid. Deze kan worden gebruikt zonder overleg vooraf, maar moet wel achteraf worden gemeld aan het bestuur dat de maatregelen normaal gesproken zou hebben getroffen. - Waterwet - duldplicht wateroverlast (artikel 5.26) Eigenaren en gebruikers van percelen in een oppervlaktewaterlichaam of bergingsgebied, moeten wateroverlast en overstromingen ten gevolge van de afvoer of tijdelijke berging van oppervlaktewater dulden. - Waterwet (artikel 5.30) Het dagelijks bestuur mag bij gevaar maatregelen treffen, zelfs in afwijking van wettelijke voorschriften. Behalve maatregelen die in strijd zijn met de Grondwet. Achteraf moet: - aan gedeputeerde staten worden gemeld dat gebruik is gemaakt van deze bevoegdheid, Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 8

9 - aan de minister worden gemeld dat gebruik is gemaakt van deze bevoegdheid indien een primaire waterkering is gevaar was, - het waterstaatswerk weer zoveel mogelijk in overeenstemming brengen met de legger, - worden geëvalueerd over de genomen maatregelen en het in overeenstemming brengen met de legger. Rapportage vindt plaats aan gedeputeerde staten en de veiligheidsregio. Bij een primaire waterkering wordt het rapport aan de minister en de veiligheidsregio gezonden. - Wet veiligheidsregio s Deze wet regelt onder andere dat het regionale bestuur een coördinerende rol vervult bij de bestrijding van rampen en de beheersing van een crisis door zowel afstemming tussen partners binnen de veiligheidsregio als daarbuiten te organiseren en faciliteren. In artikel 5 wordt gesteld dat de burgemeester het opperbevel heeft in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel. - Gemeentewet (artikelen 175 en 176) Handhaving van de openbare orde door de burgemeester en bevoegdheden bij rampen. - Onteigeningswet (titel III) onteigening bij watersnood Bij watersnood kan het dagelijks bestuur, de dijkgraaf en daarvoor aangewezen leden van het dagelijks bestuur, de waterkering van een ander ogenblikkelijk in bezit nemen als dat volstrekt noodzakelijk is. Onder watersnood wordt niet alleen verstaan doorgebroken of overstroomde dijken, maar ook dringend of dreigend gevaar voor doorbraak of overstroming. Het besluit tot inbezitneming moet zo spoedig mogelijk in de openbare register worden ingeschreven. Het eigendom gaat onmiddellijk op het waterschap over vrij van alle lasten en rechten. - Wrakkenwet (de artikelen 1 t/m 11) Ruimen van vaartuigen (wrakken) Vaartuigen of overblijfselen daarvan kunnen door het dagelijks bestuur worden geruimd zonder voor de schade aan het vaartuig of zaken aan boord van het vaartuig aansprakelijk te kunnen worden gesteld. Voorwaarde is dat het vaartuig in of op een waterstaatswerk aanwezig is. Het besluit dat het ruimen noodzakelijk is, wordt ter plaatse van het vaartuig, of in de directe omgeving daarvan, bekend gemaakt. Indien mogelijk wordt het besluit ook bekend gemaakt aan de schipper of een andere vertegenwoordiger van het vaartuig. De bekendmaking van het tijdstip van daadwerkelijk ruimen van het vaartuig wordt ten minste 48 uur van tevoren bekend gemaakt. - Aanbestedingswet 2012 ( ) Een-op-een gunnen bij dwingende spoed. Bij onvoorziene en niet aan het waterschap te wijten gebeurtenissen kan het dagelijks bestuur gebruik maken van de in de Aanbestedingswet 2012 genoemde Onderhandelingsprocedure zonder aankondiging (één-op-één gunnen). Voorwaarde is wel dat door dwingende spoed de termijnen van de reguliere aanbestedingsprocedures (inclusief de daarbij behorende termijnen) niet kunnen worden gevolgd. - Ambtsinstructie van de Commissaris der Koning (artikel 2) De commissaris geeft aanwijzingen met betrekking tot de wijze waarop wordt samengewerkt tijdens calamiteiten. De functionarissen zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen. Onze Minister wie het aangaat kan de aanwijzingen ongedaan maken. - Keur waterschap Brabantse Delta (artikel 4.22) Het bestuur kan onder bijzondere omstandigheden diverse handelingen verbieden. Bijvoorbeeld het onttrekken van (grond)water. - Instructie budgetbeheer en bewaking voor de exploitatiebegroting 2008 (7.c.) - Verplichting aangaan door budgethouders, zonder toereikend budget. In geval van een calamiteit of ter voorkoming van een calamiteit mag een budgethouder een financiële verplichting aangaan zonder toereikend budget. Onder een calamiteit wordt hier verstaan een gebeurtenis die de normale uitoefening van het waterschap verstoort en/of schade ten gevolg heeft. Achteraf moet de budgethouder zo spoedig mogelijk de ontstane overschrijding (laten) compenseren. - Aangaan verplichtingen door niet-budgethouders: Indien er goederen of diensten besteld moeten worden in het geval van spoed en/of calamiteit is een aanvrager gemachtigd tot het verstrekken van opdrachten tot maximaal 2.500,- (excl. BTW) met gebruikmaking van een zogenaamde spoed/calamiteitenbon uit het bestelsysteem die wordt aangemaakt door de besteller in het bestelsysteem. Deze bestelling wordt achteraf, te samen met de afleveringsbescheiden, voorgelegd aan de geautoriseerde budgethouder die akkoord geeft. Voor bestellingen die de grens van 2.500,- overschrijden is de aanvrager niet gemandateerd. Hiervoor dient vooraf goedkeuring te worden gevraagd aan de budgethouder, in uitzonderlijke gevallen telefonisch. - Wet taken meteorologie en seismologie (Wet tms). Per is deze wet in werking getreden. Het wetsvoorstel regelt de overheidszorg op het gebied van meteorologie en seismologie en overige geofysische terreinen. In de uitvoeringsregelgeving die onder deze wet zit, is o.a. geregeld dat bestuursorganen verplicht zijn om diensten (op het terrein van meteorologie, seismologie of andere geofysische terreinen) bij het KNMI af te nemen indien sprake is van werkelijk maatschappijontwrichtend weer, of calamiteiten waarbij het weer een belangrijke rol speelt. Het Rijk wil daarmee regelen dat uniforme informatie wordt verstrekt door één autoriteit als er sprake is van extreme omstandigheden. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 9

10 Mandaten bij bestrijding van calamiteiten Wat Wie Waarom Waar Beslissen dat tijdelijk wordt afgeweken van de vastgestelde zomer- en winterpeilen door hogere dan wel lagere peilen in te stellen. - Hoofd Beheer & Bediening Is gemandateerd in ondermandaatregeling S-D Artikel 6.1. Onderman. Regeling per Hoofd Beheer & Bediening (exclusief kapitaal intensieve teelten), bij zijn afwezigheid voorzitter WAT * - Voorzitter WOT voor kapitaalintensieve teelten. Hoofd Beheer & Bediening, bij zijn afwezigheid voorzitter WAT *. Hoofd Beheer & Bediening, bij zijn afwezigheid voorzitter WAT *. Dijkgraaf Hoofd Beheer & Bediening, bij zijn afwezigheid voorzitter WAT *. (Hoofd) Beheer & Bediening, bij zijn afwezigheid voorzitter WAT *. (Hoofd) Beheer & Bediening, bij zijn afwezigheid voorzitter WAT *. Hoofd Beheer & Bediening, bij zijn afwezigheid voorzitter WAT *. * bij voorkeur de WAT-voorzitter hoofd afd. Onderhoud. Is gemandateerd in ondermandaatregeling dijkgraaf. Is gemandateerd in ondermandaatregeling dijkgraaf. Is gemandateerd in ondermandaatregeling dijkgraaf. Besluit dagelijks bestuur 4 mei Is een feitelijke handeling. Is een feitelijke handeling. Is een feitelijke handeling. Artikel 4.22, lid 1, van de Keur. Artikel 4.22, lid 2 van de Keur. Artikel 3.2, lid 1 van de Keur. Besluiten tot het instellen en opheffen van een verbod -om: - water af en/of aan te voeren, te brengen en/of te onttrekken, naar, uit, op of aan oppervlaktewaterlichamen; - grondwater te onttrekken of water te infiltreren. Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk beperken van de scheepvaart (inclusief vaarsnelheid) en het weer intrekken van dit besluit. Besluiten tot het (laten) sluiten van coupures, sluizen en andere (afsluitbare) ondersteunende kunstwerken en het weer intrekken van dit besluit. Besluiten tot verlenen van ontheffing van het verbod voor het beregenen van grasland met grondwater bij grote droogte (5%- regeling). Beslissen dat water wordt ingelaten vanuit het Wilhelminakanaal. Beslissen dat bedieningsvarianten voor de sluizen en inlaatduiker worden toegepast. Beslissen dat afgeweken wordt van het doorspoelprotocol ter voorkoming van blauwalg. Beslissen dat geen water meer wordt ingelaten. (vanuit het Schelde-Rijnkanaal en/of Volkerak- Zoommeer). Grondwateronttrekkingsvergunninge n Toelichting In bovenstaande tabel is onderscheid gemaakt tussen besluiten en beslissen om het verschil te laten zien tussen respectievelijk publiekrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Besluiten Door een besluit, een publiekrechtelijke rechtshandeling, verandert de rechtspositie van betrokkenen. Het vaststellen van de Keur, waarin bijvoorbeeld staat dat sloten moeten worden onderhouden, is een besluit. Beslissen Het onderhouden van een sloot is een feitelijke handeling. Met een feitelijke handeling verandert de rechtspositie van betrokkenen niet. De in de tabel opgenomen beslissingen zijn niet in de mandaatregeling opgenomen omdat het geen besluiten zijn volgens de Awb. Voor het totale overzicht, en ook gezien de gevolgen van deze handelingen, zijn deze wel opgenomen in de tabel. Besluiten tijdens bijzondere omstandigheden (calamiteiten) In de ondermandaatregeling heeft de dijkgraaf aan het hoofd van de afdeling Beheer & Bediening en aan de voorzitter van het WOT de bevoegdheid gegeven om namens het dagelijks bestuur besluiten te nemen (zie bovenstaande tabel). Deze bevoegdheden gelden slechts bij bijzondere omstandigheden (calamiteiten). Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 10

11 3.4. Uitgangspunten van crisismanagement Een slagvaardige organisatie kan elke calamiteit het hoofd bieden. Deze slagvaardigheid wordt bereikt door zowel tijdens het voorbereiden op een calamiteit als tijdens het bestrijden van een calamiteit rekening te houden met een aantal uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn onderstaand weergegeven en onder andere gebaseerd op de ervaringen van het waterschap met calamiteiten uit het verleden Missie en Visie Missie De calamiteitenorganisatie wil zorgen voor een tijdige en adequate bestrijding van calamiteiten, zijnde omstandigheden waarin de veiligheid van waterstaatswerken in gevaar is of dreigt te komen, met ernstige gevolgen voor de waterkering, waterhuishouding, zuivering en oppervlaktewaterkwaliteit. Daarbij wordt ook nadrukkelijk gedacht aan de veiligheid van mensen, het milieu en de bedrijfscontinuïteit van andere bedrijven. De calamiteitenorganisatie wil zich waar mogelijk verder verbeteren en ontwikkelen. Daarnaast streeft het waterschap er nadrukkelijk naar om een veerkrachtige calamiteitenorganisatie te ontwikkelen die goed aansluit op haar omgeving. Visie De calamiteitenorganisatie heeft de volgende visie op de wijze waarop ze haar missie wil vervullen. - De calamiteitenorganisatie zorgt er voor dat inzet van kwalitatief en kwantitatief voldoende mensen en middelen mogelijk is. - Verbeterpunten uit opleidingen, trainingen, oefeningen en evaluaties van gebeurtenissen worden geborgd. - Er wordt nadrukkelijk samenwerking gezocht met de externe partners maar er wordt ook zeker gekeken naar organisaties die in een andere sector actief zijn en mogelijk andere visies of ideeën hebben. - Een actueel Handboek calamiteitenzorg, bestaande uit het calamiteitenplan, deelbestrijdingsplannen en supplementen, beschrijft de procedures Opschalingsstructuur Het inschakelen van de calamiteitenorganisatie vindt plaats op basis van het opschalingsprincipe. De meest gangbare weg bij het opschalen is via de bottom-up structuur. Dit geldt met name voor die aandachtsgebieden waarvoor het waterschap zelf verantwoordelijk is. Na een melding van een calamiteit bij de Coördinator Maatregelen wordt op diens voorstel opgeschaald. Afhankelijk van de aard van de melding kan het ook voorkomen, dat er volgens de top-down structuur gewerkt moet worden. In dat geval kan het opschalen op initiatief van de dijkgraaf of de Operationeel Leider in samenspraak met de calamiteitencoördinator geschieden Omvang calamiteitenorganisatie De aard en omvang van het incident of de calamiteit alsmede de omvang en impact van de gevolgen, bepalen de omvang van de benodigde calamiteitenorganisatie. De complexiteit van de situatie en de bestrijding, de intensiteit van de informatiestromen, de tijdsdruk en dergelijke zijn redenen voor het inschakelen van meer personeel om deze taken goed te kunnen uitvoeren Voortbouwen op de dagelijkse praktijk Tijdens een calamiteit moet het optreden zoveel mogelijk uitgaan van de normale, dagelijkse werkwijze. Dit betekent dat de taken die de leden van de calamiteitenorganisatie moeten uitvoeren in het verlengde liggen van hun dagelijkse werkzaamheden, met gebruik van de contactpersonen in de dagelijkse netwerken. Voor de personele invulling van de calamiteitenorganisatie betekent dit dat medewerkers zoveel mogelijk worden ingezet op plekken waar ze van hun specifieke expertise gebruik kunnen maken. Ook de bevoegdheden moeten overeenkomen met de bevoegdheden uit de dagelijkse praktijk Basisingrediënten Flexibiliteit boven starheid Het risico van een calamiteit neemt toe naarmate een organisatie of proces complexer wordt. De acceptatie van calamiteiten neemt echter af naarmate mensen minder gewend zijn dat calamiteiten kunnen voorkomen. Het waterschap dat een calamiteit bestrijdt, kan dus niet meer volstaan met voorbereiding op enkele specifieke calamiteiten. De calamiteitenorganisatie moet afhankelijk van de aard en omvang van een calamiteit flexibel kunnen worden ingevuld. Structuur De calamiteitenorganisatie is opgebouwd uit diverse onderdelen met eigen taken: een Waterschap Beleidsteam, Waterschap Operationeel Team en Waterschap Actie Team. Hiermee worden drie niveaus onderscheiden respectievelijk het beleidsmatig niveau, het tactisch niveau en het uitvoerend niveau. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 11

12 Procesbewaking Onder de druk van een calamiteit kan bij medewerkers het overzicht op de calamiteitenstructuur en op de wijze waarop binnen de structuur wordt gewerkt, verloren gaan. Dit is met name daar het geval waar coördinatie tussen verschillende onderdelen van de organisatie plaatsvindt. De procesbewaking is een aandachtspunt van iedereen, maar daarnaast is deze taak apart toebedeeld aan een procesbewaker. De calamiteitencoördinator treedt als procesbewaker op. Hij houdt zich niet bezig met de inhoudelijke bestrijding, maar zorgt voor de coördinatie van het algemene proces in de organisatie. Kennis en vaardigheden Calamiteitenbestrijders worden geselecteerd op basis van hun specifieke deskundigheid en bevoegdheden. De leden van alle genoemde teams beschikken over voldoende inhoudelijke kennis om een calamiteit het hoofd te kunnen bieden. Hun inbreng in de bestrijding van een calamiteit ligt in de lijn van hun dagelijkse werkzaamheden. Tijdens calamiteiten staat inhoudelijke bestrijding voorop Scheiding van beleid en uitvoering Tijdens de bestrijding van een calamiteit behoort elk onderdeel van de calamiteitenorganisatie zich met zijn eigen taken bezig te houden. Wanneer dit niet gebeurt, zullen bepaalde activiteiten niet en andere dubbel worden uitgevoerd, met alle coördinatieproblemen van dien. De calamiteitenorganisatie is vaak opgedeeld op basis van de soort activiteiten die plaatsvinden. Het Waterschap Beleidsteam houdt zich bezig met de strategie (beleidsvorming, bestuurlijke afstemming, lange termijn gevolgen, etc.), een Waterschap Operationeel Team houdt zich bezig met tactiek (operationele coördinatie, aanpak op hoofdlijnen, afstemming met coördinatiecentra van andere instanties, etc.) en tenslotte is het Waterschap Actie Team actief bezig met het daadwerkelijk bestrijden van de calamiteit. De afbakening tussen deze onderdelen van de calamiteitenorganisatie is essentieel. Net als in de dagelijkse praktijk van het waterschap moeten besluiten worden genomen door mensen met de hen toekomende beslissingsbevoegdheid. De omvang en de impact van het incident of calamiteit en de gevolgen ervan zijn redenen om functionarissen met een voor hun uit te oefenen functie in de calamiteitenorganisatie relatief ruime beslissingsbevoegdheid in te schakelen Netwerkmanagement Calamiteiten moeten meestal met meerdere organisaties worden bestreden. Deze organisaties vormen samen een netwerk. Met dit netwerk moet doeltreffend worden samengewerkt. Elke organisatie heeft haar eigen taken en verantwoordelijkheden op basis waarvan tijdens een calamiteit wordt opgetreden. Het samenspel van al deze organisaties bepaalt uiteindelijk of een calamiteit efficiënt wordt bestreden. Daarom zijn al in de voorbereiding op calamiteiten contacten gelegd en afspraken gemaakt met netwerkpartners zoals Rijkswaterstaat, provincie, gemeenten en de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant. Ook bij oefeningen kunnen netwerkpartners worden betrokken. De calamiteitenplannen van de belangrijkste netwerkpartners zijn op elkaar afgestemd, waardoor een soepele uitvoering van de activiteiten tijdens de calamiteitenbestrijding wordt bevorderd Informatiemanagement Informatiemanagement omvat de totale omgang met informatie. Tijdens een calamiteit is de beschikbaarheid van informatie essentieel voor de bestrijding. In de praktijk blijkt het vaak lastig om de benodigde informatie bij elkaar te krijgen. Daarnaast is het van belang dat de juiste informatie op de juiste plek aanwezig is. Dit vereist dat alle medewerkers zich bewust zijn van hun eigen informatiebehoefte, maar ook van de informatiebehoefte bij andere medewerkers en bij externe instanties. Een bekend risico bij informatiemanagement tijdens calamiteiten is sponswerking. Hiermee wordt bedoeld dat een groepje mensen wél informatie naar zich toe trekt, maar niet zorgt voor de verspreiding van de informatie. De bewuste omgang met informatie wordt bevorderd door gebruik van checklists en logboeken die ervoor zorgen dat niets over het hoofd wordt gezien. Daarnaast is het van belang om bij verzoeken om informatie of bij het verstrekken van informatie duidelijk te maken aan de ander voor wie de informatie bedoeld is, wat met de informatie gaat gebeuren en of van de ander nog speciale acties worden verwacht op basis van de informatie. Logboek Een logboek maakt onderdeel uit van het proces Informatiemanagement. De individuele deelnemers aan het Waterschap Beleidsteam, Waterschap Operationeel Team en Waterschap Actie Team houden een activiteitenlogboek bij. Het kan ook gebruikt worden door andere betrokken medewerkers. In het logboek worden alle activiteiten vastgelegd die door een persoon zijn gedaan om een en dezelfde calamiteit te bestrijden. Die activiteiten betreffen de ingekomen en uitgaande berichten, de gemaakte afspraken en de genomen maatregelen. Het bijhouden van een logboek dient een drieledig doel. - Ten eerste is het een middel op basis waarvan de deelnemers hun informatie in het WAT, WOT of WBT kunnen inbrengen. Daarmee wordt voorkomen dat belangrijke informatie die behandeld moet Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 12

13 worden in het overleg wordt vergeten. Deelnemers kunnen op die manier hun logboek als checklist gebruiken tijdens een overleg. - Ten tweede is het een middel om afspraken die door individuele teamleden worden gemaakt te borgen. Het dient dan als reminder voor de deelnemers. - Ten derde kan het persoonlijke logboek een belangrijke rol vervullen in de fase van verantwoording na afloop van de crisis. Met behulp van de logboeken van de verschillende teamleden kan achterhaald worden op basis van welke informatie bepaalde beslissingen zijn genomen. De logboeken worden na afloop van de calamiteit toegevoegd aan het betreffende calamiteitendossier Integrale calamiteitenzorg Door de relatief lage frequentie van calamiteiten kan de continuïteit van de calamiteitenorganisatie alleen worden gewaarborgd door buiten de bestrijding van calamiteiten om aandacht te schenken aan de voorbereiding van de organisatie. Deze voorbereiding bestaat uit diverse onderdelen zoals het schrijven van plannen, maken van afspraken met externe instanties, houden van oefeningen en opleidingen, nemen van technische maatregelen, etc. Al deze activiteiten samen vormen de integrale calamiteitenzorg, zoals beschreven in hoofdstuk 7. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 13

14 4. Calamiteitenorganisatie Waterschap Brabantse Delta 4.1. Opbouw van de calamiteitenorganisatie De opbouw van de calamiteitenorganisatie bij waterschap Brabantse Delta ziet er als volgt uit. Waterschap Beleidsteam (WBT) Waterschap Operationeel Team (WOT) Waterschap Actie Team (WAT) De samenstelling van het WAT, WOT en WBT wordt bepaald door de voorzitter en is afhankelijk van de aard en locatie van de calamiteit. Contactgegevens van leden van het WAT, WOT en WBT zijn opgenomen in het Supplement Contactgegevens personeel. Samenstelling Waterschap Actie Team (WAT): 1. Voorzitter WAT 2. Plotter (statusbordschrijver). Deze rol kan ook door een van de andere deelnemers vervuld worden. 3. Coördinator Maatregelen 4. Notulist = administratieve en secretariële ondersteuning. 5. Geo-ondersteuner 6. Eventuele andere vakinhoudelijke deskundigen die zijn gerelateerd aan de calamiteit. Dit wordt bepaald door de voorzitter van het WAT. Samenstelling Waterschap Operationeel Team (WOT): 1. Operationeel Leider = voorzitter van het WOT 2. Voorzitter van het WAT = liaison WAT 3. Communicatieadviseur 4. Juridisch adviseur 5. Calamiteitencoördinator = procesbewaker + plotter (statusbordschrijver) 6. Notulist = administratieve en secretariële ondersteuning 7. Eventuele andere afdelingshoofden die zijn gerelateerd aan de calamiteit bijv. technische en beleidsmatige medewerkers. Dit wordt bepaald door de voorzitter van het WOT. Samenstelling Waterschap Beleidsteam (WBT): 1. Dijkgraaf = voorzitter van het WBT en eindverantwoordelijke; 2. Secretaris-Directeur = secretaris/eerste adviseur 3. Operationeel Leider (OL) = liaison WOT 4. Hoofd van de afdeling Bestuur en Communicatie = communicatie adviseur 5. Hoofd van de afdeling Juridische Zaken en Vastgoed 6. Calamiteitencoördinator = procesbewaker + plotter (statusbordschrijver). 7. Notulist = administratieve en secretariële ondersteuning 8. Eventuele andere cluster- of afdelingshoofden die zijn gerelateerd aan de calamiteit. Dit wordt bepaald door de voorzitter van het WBT Werkwijze van de calamiteitenorganisatie Vergaderstructuur Voor het vergaderproces hanteert waterschap Brabantse Delta de zogenaamde BOB-structuur (Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming). Bij de start van de vergadering wordt stilgestaan bij het vergaderproces zodat de vergadering zo optimaal mogelijk kan verlopen. Daarbij wordt nagegaan of de samenstelling juist is, of ieders rol aan tafel duidelijk is, wat het doel van de vergadering is, er worden afspraken gemaakt over de bereikbaarheid en de eindtijd wordt gepland. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 14

15 Tijdens de Beeldvorming worden alle feiten, genomen maatregelen en verwachtingen benoemd en er wordt een tijdslijn uitgezet van de belangrijkste momenten. Daarnaast wordt een netwerkanalyse gemaakt waarbij de betrokken interne afdelingen en externe partners worden benoemd met de rol die zij hebben in de betreffende calamiteit. Daarna wordt een Knelpuntenanalyse gemaakt waaraan tevens een prioritering wordt gekoppeld. Tijdens de Oordeelsvorming worden per knelpunt alle mogelijke oplossingen benoemd met de voor- en nadelen ervan. Tenslotte volgt de Besluitvorming over de voorgestelde oplossingen, eventuele opschaling en andere beslispunten. Het BOB-proces is door de calamiteitenorganisatie van het waterschap uitgewerkt en vastgelegd in formats voor de calamiteitenagenda, -verslag en statusborden. Deze formats gelden voor zowel het WAT, WOT als WBT Algemene taken van het Waterschap Actie Team (WAT) Het Waterschap Actie Team coördineert de daadwerkelijke uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen in het veld en de aansturing ervan. De uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen zelf vindt veelal plaats door de veldmedewerkers, onder aansturing van de teamleiders. Taken WAT-voorzitter: De voorzitter van het WAT heeft de leiding over de operationele aspecten van de calamiteitenbestrijding voor zover dat valt binnen het bestaande beleid en de beschikbare bevoegdheden. Hij doet dat door: het op- en afschalen van een calamiteit, in samenspraak met de Operationeel Leider; het activeren van het Waterschap Actie Team in overleg met de calamiteitencoördinator: het vaststellen van overlegmomenten, wie daaraan moeten deelnemen en oproepen WAT-leden; het nemen van besluiten voor zover binnen bevoegdheid als WAT-voorzitter; het vaststellen van het WAT-verslag waarin o.a. de genomen besluiten en acties zijn vastgelegd; het periodiek informeren van de wachtdienst Communicatie, calamiteitencoördinator en Operationeel Leider over op- en afschaling en de stand van zaken; het zonodig instellen van een werkgroep netwerkanalyse en/of werkgroep scenario-analyse die betreffende analyses uitwerken en voorleggen in een WAT-vergadering; de Operationeel Leider adviseren om op te schalen naar coördinatiefase 2 als van de bestaande tactiek moet worden afgeweken of beslissingen moeten worden genomen die grote gevolgen hebben voor het tactische optreden van het waterschap en voor de strategie van het waterschap; bij opschaling naar coördinatiefase 2: het geven van een briefing in het WOT; bij opschaling naar coördinatiefase 2: het ondersteunen/adviseren van het WOT bij het bepalen van mogelijke oplossingen; bij opschaling naar coördinatiefase 2: het vertalen van de tactische besluiten van het WOT in operationele instructies voor het WAT; het zonodig (bij overbelasting van de Coördinatiewacht) inrichten van een callcenter, via de wachtdienst Facilitaire Zaken en in overleg met de Operationeel Leider. (De wachtdienst FZ belt een telefoniste die vervolgens zorgt voor bemensing van het telefoonteam); het zonodig regelen van catering, via de wachtdienst Facilitaire Zaken. WAT-leden: Het Waterschap Actie Team heeft tot taak het coördineren en de aansturing van de daadwerkelijke uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen. De teamleden doen dat door: het adviseren van de WAT-voorzitter over (verwachte) feiten, maatregelen, knelpunten en alle mogelijke oplossingen; het aansturen en coördineren van de inbreng vanuit het veld bij de bestrijdingsactiviteiten; het informeren, samenwerken en afstemmen met externe, uitvoerende organisaties die betrokken zijn bij de calamiteit; het informeren van de Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid van de betrokken gemeente(n) door de calamiteitencoördinator; het informeren van de Gemeenschappelijke Meldkamer door de Coördinatiewacht; het initiëren en (laten) uitvoeren van onderzoek en metingen; zonodig een onderzoeksstrategie ter advisering voorleggen aan het WOT; het verzamelen, interpreteren, actualiseren en monitoren van gegevens over o.a. waterkwaliteit, waterkwantiteit, schade; het (laten) uitvoeren van inspecties zodat schade vroegtijdig wordt gesignaleerd en kan worden hersteld; het zonodig voorbereiden en uitvoeren van de bestuursrechtelijke handhaving (spoedeisende bestuursdwang). De BOA beoordeelt of er proces-verbaal moet worden opgemaakt bij overtredingen; het informeren van de contactpersoon verzekeringen bij de afd. FEZ over geleden of veroorzaakte schade; het informeren en raadplegen van de preventiemedewerker over ongevallen en veilige arbeidsomstandigheden; Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 15

16 het raadplegen van de van toepassing zijnde deelbestrijdingsplannen (o.a. de lokale of bijzondere risico s/gevolgen/maatregelen en de beschreven maatgevende scenario s); het maken van scenario-analyse(s) en een netwerkanalyse in opdracht van de WAT-voorzitter; het verzorgen van de nodige documentatie (WAT-verslag, kaartmateriaal etc.); het bijhouden van een activiteitenlogboek door de afzonderlijke WAT-leden. bij opschaling naar coördinatiefase 2: het voorbereiden van adviezen aan het WOT; bij opschaling naar coördinatiefase 2: het uitvoeren van opdrachten en besluiten vanuit het WOT; bij GRIP-opschaling: deelnemen aan het COPI (Commando Plaats Incident) bij watergerelateerde calamiteiten door de Officier van Dienst Water- en Scheepvaartzorg (= Operationele Wacht) Algemene taken van het Waterschap Operationeel Team (WOT) Inschakelen van het WOT is noodzakelijk indien ernstige knelpunten ontstaan of beslissingen moeten worden genomen die grote gevolgen hebben voor het tactische optreden van het waterschap en voor de strategie van het waterschap. Het WOT werkt binnen geformuleerd beleid en dient op eigen gezag zaken op te pakken. Indien dit geformuleerde beleid niet toereikend is moet overleg met het beleidsniveau (WBT) plaatsvinden. Taken WOT-voorzitter: De voorzitter van het WOT (Operationeel Leider) heeft de leiding over de tactische aspecten van de calamiteitenbestrijding voor zover dat valt binnen het bestaande beleid en de beschikbare bevoegdheden. Hij doet dat door: het activeren van het Waterschap Operationeel Team, het vaststellen van de overlegmomenten en wie daaraan moeten deelnemen; het nemen van besluiten die op managementniveau genomen moeten worden en die niet gedelegeerd kunnen worden aan de voorzitter van het WAT; het vaststellen van het WOT-verslag waarin o.a. de genomen besluiten en acties zijn vastgelegd; het alarmeren en informeren van de dijkgraaf en de secretaris-directeur/wbt-lid, als de calamiteitenorganisatie of de Veiligheidsregio is opgeschaald; het periodiek informeren van de dijkgraaf over de stand van zaken; het zonodig instellen van een werkgroep netwerkanalyse en/of werkgroep scenario-analyse die betreffende analyses uitwerken en voorleggen in een WOT-vergadering; de voorzitter van het WBT adviseren om op te schalen naar coördinatiefase 3 of 4 als de calamiteit een of meerdere kenmerken vertoont die staan vermeld bij coördinatiefase 3 en 4; zonodig de Veiligheidsregio adviseren om op te schalen naar een GRIP-fase; besluiten om af te schalen naar coördinatiefase 1, in afstemming met de WAT-voorzitter; bij opschaling naar coördinatiefase 3 of 4: het geven van een briefing in het WBT; bij opschaling naar coördinatiefase 3 of 4: het ondersteunen/adviseren van het WBT bij het bepalen van mogelijke oplossingen en te nemen besluiten; bij opschaling naar coördinatiefase 3 of 4: het vertalen van de strategische besluiten van het WBT naar operationele richtlijnen of instructies voor het WOT; bij GRIP-opschaling van watergerelateerde calamiteiten: o als Algemeen Commandant Water- en Scheepvaartzorg deelnemen aan het Regionaal Operationeel Team (ROT); o het inbrengen van het waterschapsbeleid en -deskundigheid en het ondersteunen/adviseren van het ROT; o het vertalen en delegeren van de besluiten van het ROT naar richtlijnen of instructies voor het WOT. het zonodig inlichten van het Openbaar Ministerie, op advies van Juridische Zaken en na overleg met de dijkgraaf. WOT-leden: Het Waterschap Operationeel Team houdt zich bezig met de tactische aspecten maatregelen die bij de bestrijding van een calamiteit een rol spelen en voor zover die vallen binnen het bestaande beleid. De teamleden doen dat door: het adviseren van de WOT-voorzitter over (verwachte) feiten, maatregelen, knelpunten en alle mogelijke oplossingen op tactisch niveau; het toetsen van de door het WAT aangedragen beslispunten aan de doelstellingen die vanuit het bestaande beleid of de strategie van het WBT zijn vastgesteld; het toevoegen van de juridische en financiële context aan de door het WAT aangedragen technisch-inhoudelijke voorstellen; het coördineren en uitvoeren van interne en externe crisiscommunicatie en voorlichting 1 ), zonodig met behulp van ondersteunende communicatiemedewerkers: o in afstemming met andere organisaties t.b.v. eenduidige berichtgeving; Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 16

17 o het opstellen van een communicatiestrategie, kernboodschap, persberichten, woordvoering, mediawatching. o het benoemen van de communicatieve gevolgen van de gekozen tactiek en adviseren hoe hiermee om te gaan; het informeren, samenwerken en afstemmen met externe betrokken organisaties, op tactisch coördinerend niveau (bijv. ROT); het maken van scenario-analyse(s) en een netwerkanalyse op tactisch niveau, in opdracht van de WOT-voorzitter; het verzorgen van de nodige documentatie (WOT-verslag, kaartmateriaal etc.); het bijhouden van een activiteitenlogboek door de afzonderlijke WOT-leden. bij opschaling naar coördinatiefase 3 of 4: het voorbereiden van adviezen aan het WBT; bij opschaling naar coördinatiefase 3 of 4: het uitvoeren van opdrachten en besluiten vanuit het WBT. 1 ) Een gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop het waterschap uitvoering geeft aan de voorlichting en communicatie is weergeven in het supplement Communicatieplan van het handboek calamiteiten Algemene taken van het Waterschap Beleidsteam (WBT) Het Waterschap Beleidsteam houdt zich bezig met beleidsmatige en bestuurlijke aspecten die bij de bestrijding van een calamiteit een rol spelen. Dit houdt in dat het WBT o.a. de strategie voor de calamiteitenbestrijding bepaalt. Daarvoor is vaak ook afstemming met externe organisaties op beleidsniveau noodzakelijk. Deze afstemming vindt bijvoorbeeld plaats in een Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) of een Regionaal Beleidsteam (RBT). Taken WBT-voorzitter: De voorzitter van het WBT (dijkgraaf) heeft de leiding over de beleidsmatige en strategische aspecten van de calamiteitenbestrijding en geeft in bestuurlijke zin leiding aan de calamiteitenorganisatie. Hij doet dat door: het activeren van het Waterschap BeleidsTeam, het vaststellen van de overlegmomenten en wie daaraan moeten deelnemen; het nemen van besluiten die op bestuurlijk niveau genomen moeten worden en die niet gedelegeerd kunnen worden aan de voorzitter van het WOT; het nemen van beslissingen in geval dat afgeweken wordt van vastgesteld beleid of waarin beleid niet voorziet of die zijn voorbehouden aan het WBT; het vaststellen van het WBT-verslag waarin o.a. de genomen besluiten en acties zijn vastgelegd; het periodiek informeren van het bestuur over de stand van zaken; het zonodig opdracht geven om bestuurlijke/strategische scenario en/of netwerkanalyses uit te werken en voor te leggen in een WBT-vergadering; zonodig de Veiligheidsregio adviseren om op te schalen naar een GRIP-fase; het besluit om af te schalen naar coördinatiefase 2, in overleg met de WOT-voorzitter; het informeren, samenwerken en afstemmen met externe, bestuurlijke betrokkenen (bijv. burgemeester(s); het aanvragen van personele en materiële hulp van elders (o.a. Defensie), voor zover dit niet geschiedt op tactisch of operationeel niveau; de woordvoering namens het waterschap, op basis van een kernboodschap en de adviezen van de communicatieadviseur. bij GRIP-opschaling van watergerelateerde calamiteiten: o als voorzitter waterschap deelnemen aan het Gemeentelijk BeleidsTeam of het Regionaal BeleidsTeam; o het inbrengen van het waterschapsbeleid en -deskundigheid en het ondersteunen/adviseren van het GBT of RBT; o het vertalen en delegeren van de besluiten van het GBT of RBT naar richtlijnen of instructies voor het WBT of de OL. WBT-leden: Het Waterschap BeleidsTeam houdt zich bezig met de beleidsmatige, strategische en bestuurlijke analyse van de aspecten die bij de bestrijding van een calamiteit een rol spelen. De teamleden doen dat door: het toetsen van de door het WOT voorgestelde aanpak en beslispunten aan de doelstellingen die vanuit het beleid of de strategie van het WBT zijn vastgesteld; het analyseren van de gevolgen van de aanpak voor o.a. o P = Primair proces (continuïteit, bestuurlijk, organisatie) o P = People (o.a. veiligheid eigen medewerkers en burgers) o F = Finance (juridisch en financieel) o E = Earth/environment o A = Assets (informatie en onderzoek) Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 17

18 o R = Reputation (politiek, juridisch, haalbaarheid, imago) o S = Stakeholders (samenwerking, verhoudingen, communicatie, acceptatie en beleving bevolking) het zonodig formuleren van nieuw beleid en strategieën met betrekking tot de bestrijding van een calamiteit; het adviseren van de WBT-voorzitter over (verwachte) feiten, maatregelen, knelpunten en alle mogelijke oplossingen op bestuurlijk en strategisch niveau; het informeren, samenwerken en afstemmen met externe betrokken organisaties op bestuurlijk niveau; het toetsen van de door het WOT aangedragen bestuurlijk/strategische scenario-analyse(s) en netwerkanalyse aan het beleid en de strategie van het WBT; het toetsen van de door het WOT aangedragen communicatiestrategie aan de omgevingsanalyse, scenario-ontwikkeling, het beleid en de algemene strategie van het WBT. afstemming met andere organisaties t.b.v. eenduidige berichtgeving; het verzorgen van de nodige documentatie (WBT-verslag etc.); het bijhouden van een activiteitenlogboek door de afzonderlijke WBT-leden. bij GRIP-opschaling van watergerelateerde calamiteiten: o het voorbereiden van adviezen voor de dijkgraaf t.b.v. GBT of RBT; o het uitvoeren van opdrachten en besluiten vanuit het GBT of RBT; o het afstemmen van de communicatie en voorlichting met gemeente(n) Middelen voor de calamiteitenorganisatie Calamiteitenruimte Voor het coördineren van de bestrijding kunnen het WAT, WOT en WBT actief zijn. Om de calamiteitenvergaderingen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen kunnen zij te allen tijde beschikken over een speciaal daarvoor ingerichte ruimte. De calamiteitenruimte is gevestigd in het centrale kantoor van het waterschap (Hof van Bouvigne) en wordt gebruikt op het moment dat er een calamiteit plaatsvindt in, of betrekking hebbend op het waterschapsgebied van Brabantse Delta. Als er geen calamiteit is kan deze ruimte functioneren als normale vergaderruimte. In de calamiteitenruimte moet een aantal voorzieningen aanwezig zijn om als coördinatiecentrum te kunnen dienen. Minimaal benodigde voorzieningen in de calamiteitenruimte: Lectuur: - Handboek Calamiteitenzorg Brabantse Delta bestaande uit: het Calamiteitenplan, de Deelbestrijdingsplannen en de Supplementen - Activiteitenlogboek - Landelijk Draaiboek Hoogwater en Overstromingen van RWS - Calamiteitenplan Rijkswaterstaat Noord-Brabant Jaarboek Veiligheidsregio s - Handreiking risicocommunicatie (2003) - Regionaal Basisplan Overstromingen (Veiligheidsregio MWB 2008) - Handboek bijstand (Min. Van Veiligheid en Justitie december 2010) - Handboek dijkbewaking (waterschappen 2004) - Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking (Defensie 2007) - Crisis en Recht (Min. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2008) - Doorbraakscenario s dijkringen 24, 34, 34a en 35 - Divers kaartmateriaal van waterschapsgebied - Topografische atlas Faciliteiten: - Snelle digitale en fysieke bereikbaarheid/beschikbaarheid van dossiers m.b.t. calamiteiten zoals vergunningen, beheerregisters, overstromingsscenario s - Noodnet telefoon - Noodnet telefax - Telefoontoestel - Telefoonnummerlijsten personeel en externe betrokkenen (in Handboek Calamiteiten) - Televisie (o.a. voor rampenzender Omroep Brabant) - Draagbare radio op batterijen - Dvd-speler - Pc-/ laptop met internetaansluiting - Printmogelijkheid in directe nabijheid - Klok, satelliet gestuurd - Stiften en wisser voor magnetische borden - Koffieapparaat in de nabijheid - Noodstroomvoorziening (mogelijk via aggregaat) Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 18

19 Materiaal en materieel In het Supplement Materialen en Materieel (onderdeel van het Handboek Calamiteitenzorg) is een overzicht opgenomen van welke beschikbare materialen, materieel en calamiteitenbestrijdingsmiddelen op de verschillende locaties liggen opgeslagen Personele invulling van de calamiteitenorganisatie Het is noodzakelijk een calamiteitenorganisatie te hebben waarin de nodige medewerkers bereikbaar, aanspreekbaar en inzetbaar zijn. De structuur van een dergelijke organisatie komt overeen met die van een projectorganisatie. Vanuit verschillende disciplines worden medewerkers en middelen met specifieke expertise en mogelijkheden ter beschikking gesteld Wachtdienstregeling De calamiteitenorganisatie kan alleen effectief functioneren als de nodige medewerkers bereikbaar en binnen korte tijd beschikbaar zijn, ook buiten kantooruren. Dit is geborgd binnen het waterschap door een goed opgezette wachtdienst en het beschikbaar stellen van mobiele telefoons voor alle wachtdienstmedewerkers. In een wachtdienstrooster is per taak vastgelegd welke medewerkers bij de bestrijding van de calamiteiten kunnen worden ingezet. Uitgangspunt bij de samenstelling van het wachtdienstrooster van een taakgroep is dat deze uit minimaal 3 mensen bestaat. Enerzijds om een 24-uurs bezetting te borgen tijdens langdurige calamiteiten en anderzijds om verhindering van een medewerker op te kunnen vangen. In een van de supplementen van het handboek calamiteitenzorg zijn de richtlijnen opgenomen die gelden voor de bereikbaarheid, beschikbaarheid en de responstijden van de wachtdienstmedewerkers. De gegevens van de medewerkers, die bij de calamiteitenbestrijding ingeschakeld kunnen worden staan vermeld in de supplementen Contactgegevens netwerkpartners en Contactgegevens Personeel. Deze overzichten wordt regelmatig geactualiseerd in het kader van de integrale calamiteitenzorg Niet regulier werk Door de complexiteit van een situatie of de bestrijding, de intensiteit van de informatiestromen, de tijdsdruk of om andere redenen is het soms noodzakelijk om extra medewerkers in te schakelen die niet zijn opgenomen in de wachtdienstregeling. Deze situatie kan zich o.a. voordoen als een zogenaamd callcenter ingericht moet worden om de informatiestroom te kunnen verwerken. Ook is het in bijzondere omstandigheden soms noodzakelijk om medewerkers in te schakelen voor werkzaamheden die zij niet dagelijks vervullen. Als deze situatie zich voordoet dan zullen deze medewerkers zoveel mogelijk samenwerken met ervaren krachten. Indien gewenst kunnen zij deelnemen aan een (aanvullende) opleiding, training of oefening. In par van de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel (SAW) is daartoe het volgende bepaald. De ambtenaar is verplicht, indien het dagelijks bestuur of de (algemeen) directeur dit in het dienstbelang nodig acht, om: a) tijdelijk niet tot zijn betrekking behorende werkzaamheden te verrichten dan wel tijdelijk een andere betrekking waar te nemen; b) tijdelijke werkzaamheden te verrichten buiten de voor hem vastgestelde werktijden; c) zich buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking te houden Arbeidstijdenwet In de Arbeidstijdenwet staat hoe lang een werknemer per dag en per week mag werken en wanneer die recht heeft op pauze of rusttijd. Als een werknemer opgeroepen wordt en aan het werk moet telt dat als arbeidstijd. Voor een oproep staat minimaal een half uur arbeidstijd. De voornaamste regels voor wachtdiensten (consignatie) luiden als volgt: - een werknemer mag niet langer dan 13 uur per 24 uur werken; - per 4 weken mag een werknemer maximaal 14 dagen oproepbaar zijn; - per 4 weken mag een werknemer minimaal tweemaal 2 aaneengesloten dagen niet werken en ook niet oproepbaar zijn. - vanaf 11 uur voor een nachtdienst en tot 14 uur na een nachtdienst mag een werknemer niet oproepbaar zijn. In het supplement Sjabloon Ploegenroosters is een uittreksel van de Arbeidstijdenwet opgenomen Verantwoordelijkheid leidinggevenden De personele invulling van de diverse onderdelen van de calamiteitenorganisatie vindt plaats in samenspraak tussen de WAT-, WOT- en WBT-voorzitters. Uitgangspunt hierbij is dat alleen die mensen worden opgeroepen die strikt noodzakelijk zijn voor de aanpak van de calamiteit. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 19

20 Op de hiervoor beschreven wijze draagt elke afdeling zorg voor invulling van een deel van de calamiteitenorganisatie. Daar waar knelpunten optreden in de beschikbaarheid van personeel is het de verantwoordelijkheid van de leidinggevenden van de betrokken calamiteitenbestrijders om samen tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt besluit de secretaris-directeur Veiligheid Bij iedere gebeurtenis of calamiteit moet het waterschap zorgdragen voor VEILIGE werkomstandigheden. Dit geldt voor de eigen medewerkers, maar ook bij opdrachtverstrekking aan externe partijen. Hiervoor gelden de van toepassing zijnde instructiekaarten uit het Handboek Veilig Werken op Waterweb. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 20

21 5. Fasering van de calamiteitenbestrijding 5.1. Melding en alarmering (van een incident of calamiteit) Melding Het opstarten van de daadwerkelijke bestrijding van een incident of calamiteit begint met een melding. Deze meldingen worden gedaan door particulieren, bedrijven, door de Gemeenschappelijke Meldkamer in Tilburg of door iemand van waterschap Brabantse Delta. De meldingen komen meestal binnen via de telefoon, zowel binnen als buiten kantooruren. Het incident of calamiteit dient onmiddellijk te worden gemeld aan de Coördinatiewacht, die 24 uur bereikbaar is. Buiten kantooruren (17.00 tot 8.00 uur) krijgt iemand die het centrale nummer belt een antwoordapparaat. Voor het melden van calamiteiten kan de beller door het intoetsen van cijfer 1 worden doorverbonden naar de Coördinatiewacht die 24 uur bereikbaar is. De Coördinatiewacht vraagt naar zoveel mogelijk informatie waaronder de locatie, aard en omvang van het incident of calamiteit. Alle meldingen worden geregistreerd Alarmering Nadat de Coördinatiewacht (CW) is gealarmeerd maakt hij een eerste inschatting van de aard en omvang van het incident of calamiteit. - Hij alarmeert op basis daarvan onmiddellijk de interne medewerkers waaronder in ieder geval de Operationele Wacht. Daarnaast een BOAbij elk incident met een niet-natuurlijke oorzaak en de Zuiveringswacht als het incident/calamiteit betrekking heeft op het zuiveringssysteem. De Verkeerstoren wordt gealarmeerd zodat ook daar zo snel mogelijk de benodigde kennis en kunde ingezet kan worden. Tenslotte eventuele andere wachtdienstmedewerkers en externe instanties die de gebeurtenis zo adequaat mogelijk kunnen bestrijden. - Als de CW de situatie inschat op coördinatiefase 1, 2, 3 of 4 dan dient de calamiteitenorganisatie te worden opgestart. - Hij alarmeert dan de Coördinator Maatregelen (CM) die de coördinatie daarna (grotendeels) overneemt van de CW. - De CM alarmeert de voorzitter van het WAT en de calamiteitencoördinator en brengt hen op de hoogte van de locatie, aard en omvang van het incident of calamiteit. - De wachtdienst Communicatie wordt gealarmeerd door de calamiteitencoördinator. - De voorzitter van het WAT alarmeert bij een ingeschatte coördinatiefase 1, 2 of 3 altijd de Operationeel Leider (OL) en brengt hem op de hoogte van de locatie, aard en omvang van het ernstig incident of (dreigende) calamiteit. - De Operationeel Leider alarmeert en informeert de dijkgraaf en de secretaris-directeur over een opgeschaalde calamiteit zodat zij in ieder geval op de hoogte zijn. Bij coördinatiefase 1 stelt de WAT-voorzitter een WAT samen. Hij bepaalt locatie en tijdstip van de vergadering en communiceert dat met betreffende personen. Bij coördinatiefase 2 stelt de WOT-voorzitter (de OL) een WOT samen. Hij bepaalt locatie en tijdstip van de vergadering en de calamiteitencoördinator communiceert dat met betreffende personen. Bij coördinatiefasen 3 en 4 stelt de WBT-voorzitter (de dijkgraaf) een WBT samen. Hij bepaalt locatie en tijdstip van de vergadering en de calamiteitencoördinator communiceert dat met betreffende personen. Daarnaast worden door de afd. Communicatie alle medewerkers en bestuurders geïnformeerd via intranet. Nagaan Zij zijn dan in ieder geval voorbereid en kunnen adequaat reageren op eventuele vragen. Naast interne alarmering worden gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant in Tilburg en de betrokken gemeente(n) geïnformeerd over de opschaling bij het waterschap (zie paragraaf ). Een uitgebreide procedure m.b.t. meldingen en alarmeringen is opgenomen in het Supplement Stroomschema bestrijden calamiteiten. In 2012 zijn richtlijnen opgesteld voor het tijdsbestek waarbinnen iemand gealarmeerd moet worden en wanneer die op moet komen. Over het algemeen kan gesteld worden dat iemand binnen 15 minuten gealarmeerd dient te worden en binnen 60 minuten zijn bestrijdingstaken moet kunnen uitvoeren. De richtlijnen zijn als supplement 6 opgenomen in het handboek calamiteitenzorg. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 21

22 5.2. Op- en afschaling Formele op- en afschaling Calamiteiten verschillen in aard en omvang en gevolgen. Daarom wordt de mate waarin de calamiteitenbestrijdingsorganisatie wordt ingezet, aangepast aan de ernst van een calamiteit. Het opstarten of uitbreiden van de calamiteitenorganisatie wordt opschalen genoemd. Het op omgekeerde wijze aanpassen van de calamiteitenorganisatie wordt afschalen genoemd. Met op- of afschaling wordt bereikt dat coördinatie van de bestrijdingsmaatregelen en de besluitvorming in de crisisteams (WAT/WOT/WBT) plaatsvinden door de juiste beslissingsbevoegde en verantwoordelijke personen. De fasering werkt volgens het principe van de organisatorische opschaling. Als een incident of calamiteit een hoger niveau van verantwoordelijkheden vereist, wordt opgeschaald van uitvoerend naar tactisch en uiteindelijk strategisch niveau. De mate van coördinatie c.q. opschaling is afhankelijk van diverse factoren. Het dreigingsniveau en de (mogelijke) impact spelen hierbij een belangrijke rol zoals media-aandacht, financiële gevolgen of de mate van bestuurlijke betrokkenheid. Voor de mate van coördinatie en opschaling worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: - het opschalingsniveau past bij de aard en ernst van de calamiteit en de behoefte aan coördinatie en besluitvorming; - de drempel om op te schalen is laag en heeft tevens een lerend effect Informatieve opschaling Naast bovengenoemde formele opschaling, waarbij één of meerdere crisisteams actief worden, is het bij bepaalde incidenten/calamiteiten* denkbaar dat coördinatie door WAT, WOT of WBT niet nodig is. Maar het kan wel nodig zijn om -gelet op de aard en omvang- met hoge prioriteit diverse maatregelen te nemen. Het is ook dán van belang dat met name de informatievoorziening gecoördineerd verloopt. Voor zulke gevallen kan de WAT-voorzitter -op advies van de Coördinator Maatregelen en i.o.m. de OLbesluiten om informatief op te schalen. Dit besluit tot informatieve opschaling wordt met de daarbij horende argumenten door de WAT-voorzitter vastgelegd en gecommuniceerd met alle betrokkenen waaronder de Operationeel Leider, de coördinator maatregelen, de wachtdienst communicatie en de calamiteitencoördinator. Vervolgens informeren zij op hun beurt ook de eigen betrokken achterban (o.a. de coördinatiewacht, operationele wachten Watersysteem en/of Zuiveren en de dijkgraaf. Zodat voor alle betrokkenen duidelijk is wat de status is van het incident*. * Voorbeelden van incidenten waarbij informatief kan worden opgeschaald: - Als de Veiligheidsregio voor een watergerelateerde calamiteit is opgeschaald naar GRIP 1 of hoger (grote brand) maar er geen gecoördineerde aanpak door een WAT nodig is. In zulke gevallen wordt altijd minimaal informatief opgeschaald. - Als er sprake is van een zeer kort durend incident/calamiteit (bijv. verhoogde waterpeilen volgens bijlage 5 in deelbestrijdingsplan hoog binnenwater) met weinig of geen nadelige gevolgen. Binnen het calamiteitenzorgsysteem van waterschap Brabantse Delta worden de volgende coördinatiefasen onderscheiden: Fase 0 dagelijkse routine Coördinatiefase 1 coördinatie op operationeel niveau Coördinatiefase 2 coördinatie op tactisch niveau Coördinatiefase 3 coördinatie op strategisch niveau (binnen één gemeente) Coördinatiefase 4 coördinatie op strategisch niveau (regionaal/meerdere gemeenten) Bevoegdheden De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 1 ligt bij de voorzitter van het WAT in samenspraak met de Operationeel Leider. De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 2 ligt bij de voorzitter van het WOT (de OL) in samenspraak met de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf). De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 3 ligt bij de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf) in samenspraak met de Operationeel Leider. De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 4 ligt bij de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf) in samenspraak met de Operationeel Leider. Als de situatie het toelaat wordt besloten om de calamiteitenorganisatie af te schalen. De afschaling geschiedt in principe per fase. Van coördinatiefase 4 naar coördinatiefase 3 gebeurt door de dijkgraaf, i.s.m. de OL. Van coördinatiefase 3 naar coördinatiefase 2 gebeurt door de dijkgraaf, i.s.m. de OL. Van coördinatiefase 2 naar coördinatiefase 1 gebeurt door de Operationeel Leider, i.s.m. de WATvoorzitter. Van coördinatiefase 1 naar fase 0 gebeurt door de WAT-voorzitter, i.s.m. de OL. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 22

23 Als de Veiligheidsregio Midden- en West Brabant ook is opgeschaald dan vindt de afschaling plaats na afstemming met de Veiligheidsregio. Als afgeschaald wordt naar fase 0 dan dienen tijdens de laatste vergadering alle nog openstaande acties met bijbehorende actoren en termijnen te worden benoemd. Deze acties vallen in fase 0 onder de verantwoordelijkheid van de reguliere organisatie. Zodra een actie is uitgevoerd dient dat te worden vastgelegd zodat opvolging bewaakt kan worden. In onderstaande tabel wordt schematisch weergegeven, wie beslist tot opschaling en wie wie daarover informeert. Fase Teams Coördinatie Beslissing tot opschaling Informeren van: Informeren door: (0) medewerk Coörd.wacht n.v.t. veldmedewerkers Coördinatiewacht ers 1 WAT voorzitter WAT voorzitter WAT i.o.m. OL 1. Operationeel Leider 2. Calam.coördinator 3. W.d. Communicatie 4. Dijkgraaf 5. Loco-dijkgraaf 6. S-D 7. 2 e OL (liaison ROT) 8. AOV er brongemeente 9. Eventueel: GMK, afhankelijk van situatie. 1. WAT-voorzitter 2. CM 3. Cal.coörd. 4. OL 5. Dijkgraaf 6. OL 7. OL 8. Calam. coörd. 9. CC/Coördinatiew. 2 Als fase 1 + WOT 3 en 4 Als fase 2 + WBT Operationeel Leider Dijkgraaf OL i.o.m. dijkgraaf Dijkgraaf i.o.m. OL Idem als fase 1 én: 10. Bestuur 11. eventueel ook burgemeester(s), afhankelijk van situatie. Idem als fase S-D 11. dijkgraaf 12. dijkgraaf 5.3. Fase 0: incident dagelijkse werkzaamheden In fase 0 is geen bijzondere coördinatiestructuur nodig. Het incident betreft een gebeurtenis die in de normale operationele werkzaamheden van het waterschap kan en zal worden opgelost. De (wachtdienst)medewerkers handelen het incident af (voorbeeld: een buitendienst medewerker verhelpt een verstopte duiker). De meldingsprocedure is van kracht Coördinatiefase 1: bestrijding van een ernstig incident WAT Coördinatiefase 1 treedt in werking als een (dreigende) gebeurtenis wel binnen de betreffende afdeling of cluster kan worden bestreden maar niet direct binnen de dagelijkse werkzaamheden kan worden afgehandeld. In het algemeen betekent dit meer uitgebreid onderzoek naar de oorzaak en gevolgen van het incident en naar prognoses over de wijze waarop het zich zal ontwikkelen. Zo nodig worden in- of externe technisch adviseurs ingeschakeld. Om de schade te beperken worden alle maatregelen genomen die binnen het vastgestelde beleid mogelijk zijn. Aanvullende coördinatie is dan nodig omdat bijvoorbeeld extra personeel en extra middelen ingezet moeten worden. De gebeurtenis wordt dan aangemerkt als een ernstig incident. De bestrijdingsmaatregelen bij een ernstig incident worden in de meeste gevallen in eigen beheer uitgevoerd. Een ernstig incident wordt afgehandeld door het Waterschap Actie Team (WAT). De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 1 ligt bij de voorzitter van het WAT. Het WAT werkt binnen geformuleerd beleid en dient op eigen gezag zaken op te pakken. Indien dit geformuleerde beleid niet toereikend is vindt overleg met het tactisch niveau plaats en dient te worden opgeschaald naar coördinatiefase 2. Voorbeelden Per hoofdtaak van waterschap Brabantse Delta zijn hieronder voorbeeldsituaties gegeven die horen bij coördinatiefase 1. In de betreffende Deelbestrijdingsplannen zijn deze situaties nader uitgewerkt. - Zuiveringstechnische werken: een ernstig incident waarbij een zuiveringstechnisch werk is ontregeld of dreigt ontregeld te geraken en waarbij de gevolgen overzienbaar zijn. - Waterkwaliteit: een ernstig incident waarbij waterverontreiniging heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden en de gevolgen van de verontreiniging overzienbaar zijn. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 23

24 - Waterschaarste: wanneer de waterpeilen aan het dalen zijn richting de normen van een onttrekkingsverbod. - Hoog binnenwater: een ernstig incident waarbij een relatief klein gebied (een tiental hectares) wateroverlast heeft of dreigt te krijgen en de gevolgen van de wateroverlast overzienbaar zijn. - Hoog buitenwater: wanneer bijvoorbeeld kwelvorming aan het binnentalud of een storing in een keermiddel plaatsvindt of dreigt en waarvan de gevolgen overzienbaar zijn. - Scheepvaart en ijsvorming: bijvoorbeeld een lichte aanvaring met beperkte gevolgen voor kunstwerk Coördinatiefase 2: bestrijding van dreigende calamiteit WOT Coördinatiefase 2 treedt in werking bij een (dreigende) gebeurtenis die moeilijk onder controle is te krijgen en waarbij de situatie dreigt te verslechteren. Vaak heeft het incident gevolgen voor het gehele waterschap of een groot deel daarvan. Hierdoor is aanvullende coördinatie nodig op tactisch c.q. sectorniveau. In veel gevallen is ook afstemming met de regionale hulpverleningsdiensten nodig. De gebeurtenis wordt dan aangemerkt als een dreigende calamiteit. De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 2 ligt bij de voorzitter van het WOT (de Operationeel Leider). Een dreigende calamiteit wordt besproken in het Waterschap Operationeel Team. Afhankelijk van de ernst van de situatie treft het WOT die maatregelen die in het belang van een adequate bestrijding van de calamiteit nodig of wenselijk zijn. Periodiek wordt de dijkgraaf door de Operationeel Leider (OL) geïnformeerd over de gemaakte afspraken. De bestrijding van een dreigende calamiteit kan niet altijd in eigen beheer plaatsvinden. Het waterschap kan gebruik maken van externe hulpverleningsdiensten en particulieren (bijvoorbeeld aannemers). Via de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) kan zo nodig tot inzet van brandweer, politie of GHOR worden overgegaan. In de Deelbestrijdingsplannen en het Supplement Contactgegevens netwerkpartners zijn de contactgegevens opgenomen van hulpverleningsdiensten, aannemers, gemeenten, particulieren etc. Omdat het een dreigende calamiteit betreft, is het waarschijnlijk dat media het waterschap zullen benaderen. Dat is de reden dat vanaf coördinatiefase 2 de afdeling Communicatie deelneemt aan het WOT. Voorbeelden Per hoofdtaak van waterschap Brabantse Delta zijn hieronder voorbeeldsituaties gegeven die horen bij coördinatiefase 2. In de betreffende Deelbestrijdingsplannen zijn deze situaties nader uitgewerkt. - Zuiveringstechnische werken: een gebeurtenis waarbij een zuiveringstechnisch werk is ontregeld of dreigt ontregeld te geraken en waarmee grote belangen* zijn gemoeid. - Waterkwaliteit: een gebeurtenis waarbij (ernstige) waterverontreiniging heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden en waarmee grote belangen* zijn gemoeid - Waterschaarste: wanneer de waterpeilen zodanig aan het dalen dat een onttrekkingsverbod moet worden ingesteld. - Hoog binnenwater: een gebeurtenis waarbij een groot gebied wateroverlast heeft of krijgt, ten gevolge van bijvoorbeeld intensieve neerslag en waarmee grote belangen* zijn gemoeid. - Hoog buitenwater: verhoogde waterstand, waardoor uitgebreide dijkbewaking in een groot deel van het beheersgebied noodzakelijk is. - Scheepvaart en ijsvorming: een aanvaring met grote materiële gevolgen (bijvoorbeeld gezonken schip) dan wel schade aan sluis of brug, waarmee grote belangen* voor bijv. de scheepvaart gemoeid zijn. * Hierboven wordt steeds gesproken over grote belangen; per gebeurtenis zal door de juiste persoon/personen de afweging gemaakt moet worden hoe groot de belangen zijn die (kunnen) worden geschaad Coördinatiefase 3: bestrijding van een calamiteit binnen één gemeente WBT Coördinatiefase 3 treedt in werking bij een (dreigende) gebeurtenis die dreigt te escaleren en/of waarbij maatregelen gewenst zijn waarin het vastgestelde beleid niet voorziet of die strijdig zijn met dit beleid. De belangen van het waterschap en die van de directe omgeving (binnen één gemeente) kunnen of zullen worden geschaad. Hierdoor is nadrukkelijke coördinatie nodig tussen het waterschap en de algemeen bestuurlijke omgeving (gemeente of provincie). Vooral afstemming op bestuurlijk niveau (burgemeester en dijkgraaf) is nodig. Op advies van de Operationeel Leider beslist de dijkgraaf of wordt overgegaan naar coördinatiefase 3. De dijkgraaf beslist ook over de noodzaak tot het bijeenroepen van het Waterschap Beleidsteam (WBT). Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 24

25 Het WBT voorziet voor de duur van de calamiteit in benodigde beleidsbeslissingen. Zo nodig maakt de dijkgraaf gebruik van de bijzondere bevoegdheden die hij heeft in geval van calamiteiten. Voorbeelden Per hoofdtaak van waterschap Brabantse Delta zijn hieronder voorbeeldsituaties gegeven die horen bij coördinatiefase 3. In de betreffende Deelbestrijdingsplannen zijn deze situaties nader uitgewerkt. - Zuiveringstechnische Werken: (dreigende) uitval van een zuiveringstechnische installatie bijv. een rwzi. - Waterkwaliteit: (dreigende) ingrijpende* milieuverontreiniging. - Waterschaarste: wanneer het peil op het Mark-Vlietsysteem zakt tot beneden NAP -0,10m; - hoog binnenwater: een (dreigende) gebeurtenis waarbij een groot gebied door bijvoorbeeld overvloedige regenval overstroomd raakt en waarmee grote belangen* zijn gemoeid bijvoorbeeld die van mens, dier en milieu. - hoog buitenwater: een (dreigende) dijkdoorbraak, bezwijken van een kunstwerk met grote gevolgen* voor bijvoorbeeld mens, dier en milieu. - Scheepvaart en ijsvorming: een (dreigende) gebeurtenis zoals bijv. aanvaring met grote maatschappelijke gevolgen* voor mens en milieu, dan wel grote schade aan sluis of brug. * Hierboven wordt steeds gesproken over grote belangen; per gebeurtenis zal door de juiste persoon/personen de afweging gemaakt moet worden hoe groot de belangen zijn die (kunnen) worden geschaad Coördinatiefase 4: bestrijding van een calamiteit in meerdere gemeenten WBT Coördinatiefase 4 treedt in werking bij een (dreigende) gebeurtenis die dreigt te escaleren en/of waarbij maatregelen gewenst zijn waarin het vastgestelde beleid niet voorziet of die strijdig zijn met dit beleid. De belangen van het waterschap en die van de directe omgeving kunnen of zullen worden geschaad. Het effectgebied is in meerdere gemeenten gelegen. Hierdoor is nadrukkelijke coördinatie nodig tussen het waterschap en de algemeen bestuurlijke omgeving (gemeenten of provincie). Vooral afstemming op bestuurlijk niveau (burgemeesters en dijkgraaf) is nodig. Op advies van de Operationeel Leider beslist de dijkgraaf of wordt overgegaan naar coördinatiefase 4. De dijkgraaf beslist ook over de noodzaak tot het bijeenroepen van het Waterschap Beleidsteam (WBT). Het WBT voorziet voor de duur van de calamiteit in benodigde beleidsbeslissingen. Zo nodig maakt de dijkgraaf gebruik van de bijzondere bevoegdheden die hij heeft in geval van calamiteiten. Voorbeelden De voorbeelden uit 5.6 gelden ook voor coördinatiefase 4 als het effectgebied in meerdere gemeenten ligt Gecoördineerde Regionale IncidentbestrijdingsProcedure (GRIP) De coördinatiefasen 1 t/m 4 van het waterschap hebben betrekking op de interne opschaling binnen het waterschap. De algemene bestuurlijke kolom (gemeenten, provincies, veiligheidsregio s en ministeries) hanteert een andere fasering. Deze wordt de GRIP genoemd en staat voor 'Gecoördineerde Regionale IncidentbestrijdingsProcedure'. De GRIP is in Nederland een landelijke afspraak over de opschaling van incident- en rampenbestrijding voor professionele hulpverleners als brandweer, politie en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). De procedures regelen opschaling op operationeel niveau op de plaats van het incident en daarnaast op bestuurlijk niveau van gemeente tot waar nodig zelfs landelijk. De GRIP heeft tot doel de opschaling van de coördinatie tussen hulpverlening en gemeenten binnen de veiligheidsregio s bij het bestrijden van incidenten en rampen te regelen. Er zijn zeven GRIP-fasen, beginnend met dagelijkse routine en oplopend tot nationale coördinatie. De GRIP-fasering is als volgt opgebouwd. - Routinefase - Bronbestrijding. De Meldkamer coördineert. Het betreft een routinematige bestrijding waar de operationele eenheden op de werkvloer ad hoc met elkaar afstemmen (motorkapoverleg). Deelnemers zijn in ieder geval de functionarissen die leiding gegeven aan de operationele eenheden ter plaatse. Daar waar nodig kan dit overleg worden aangevuld met specialisten bijv. een waterschapsfunctionaris. - GRIP 1 Bronbestrijding. Incident van beperkte afmetingen. Multidisciplinair gecoördineerde aanpak nodig. Dit betekent dat er een Commando op Plaats Incident (CoPI) wordt gevormd. Naast de leider CoPI wordt het gevormd door een kernteam van functionarissen die leiding geven aan de Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 25

26 operationele eenheden van politie, brandweer, geneeskundige zorg, bevolkingszorg, een voorlichter, een informatiemanager en een plotter. Het team kan worden aangevuld met specialisten bijv. met een Officier van Dienst Water- en Scheepvaartzorg. Deze rol wordt ingevuld door de Coördinator Plaats Incident van het waterschap (de Operationele Wacht) en bij diens afwezigheid door een BOA van het waterschap. - GRIP 2 Bron- en effectbestrijding. Het gaat om een incident dat gevolgen heeft voor buiten de bronlocatie. Er wordt naast een CoPI ook een Regionaal Operationeel Team (ROT) ingesteld. Het CoPi is (doorgaans) verantwoordelijk voor het brongebied, het ROT voor het effectgebied. Het ROT bestaat uit een ontkleurde Operationeel Leider, de stafsecties brandweer, geneeskundige zorg, politiezorg, bevolkingszorg, informatiemanagement, resource management, een liaison defensie en ondersteunende functies. Het team kan worden aangevuld met specialisten zoals de 1 ste Operationeel Leider van het waterschap; deze wordt in het ROT de Algemeen Commandant Water- en Scheepvaartzorg genoemd. - GRIP 3 wordt gegeven als bij een ramp of crisis sprake is van een maatschappelijke en politiekbestuurlijke impact en /of besluitvorming vereist is. In deze fase is naast operationele en tactische ook eenhoofdige strategische aansturing noodzakelijk. Hiertoe wordt het Gemeentelijk BeleidsTeam (GBT) bijeen geroepen. De burgemeester van de betrokken gemeente is voorzitter van het GBT. Het ROT ondersteunt en adviseert het GBT. Het GBT bestaat uit behalve uit de burgemeester (vz), de Regionaal Operationeel Leider, hoofdofficier van Justitie, strategische adviseurs van brandweer, geneeskundige zorg, politie, bevolkingszorg en communicatie, een informatiecoördinator en een bestuurlijk adviseur én bij watergerelateerde incidenten ook de voorzitter waterschap (dijkgraaf). De voorzitter van elk direct betrokken waterschap wordt uitgenodigd deel uit te maken van het GBT. Zijn/haar deelname is facultatief en in de praktijk zal de dijkgraaf veelal alleen aansluiten bij watergerelateerde rampen of crises. In dat geval zal de Operationeel Leider van het waterschap veelal uitgenodigd worden om deel te nemen aan het ROT. - GRIP 4 wordt gegeven voor een ramp of crisis die gevolgen heeft voor meer dan één gemeente of die regio- of provincieoverschrijdend is of nabij de grenzen daarvan en waarvan uitbreiding dreigt. In plaats van een GBT is er nu een Regionaal Beleidsteam (RBT) onder voorzitterschap van de voorzitter van de Veiligheidsregio. Deelnemers zijn de burgemeesters van de betrokken gemeenten, de (hoofd)officier van Justitie, de Regionaal Operationeel Leider, strategische adviseurs van brandweer, politie, geneeskundige zorg en bevolkingszorg. De voorzitter van elk direct betrokken waterschap wordt uitgenodigd deel uit te maken van het RBT. Zijn/haar deelname is facultatief en in de praktijk zal de dijkgraaf veelal alleen aansluiten bij watergerelateerde rampen of crises. In dat geval zal de Operationeel Leider van het waterschap veelal uitgenodigd worden om deel te nemen aan het ROT (als Algemeen Commandant Water- en Scheepvaartzorg. - GRIP 5 Vanaf 25 april 2013 is GRIP 5 ingevoerd. GRIP 5 komt inhoudelijk zeer overeen met GRIP 4, alleen is er dan sprake van meerdere betrokken veiligheidsregio's. Omdat de Wet Veiligheidsregio s geen voorziening treft voor het overgaan van het gezag dienen de betrokken voorzitters hiertoe gezamenlijk te besluiten. Uitgangspunt hierbij is dat de bronregio leidend is. De voorzitter van de bronregio neemt de bevoegdheden van de overige betrokken voorzitters in andere Veiligheidsregio s niet over. Zij nemen juist de besluiten van de bronregio over. Wanneer de bron onduidelijk is of als de betrokken voorzitters hier gezamenlijk toe besluiten, kan van bovenstaand uitgangspunt worden afgeweken. Het ROT in de regio waarvan de voorzitter coördineert zal ook als coördinerend ROT optreden. - GRIP Rijk Tegelijk met GRIP 5 werd op 25 april 2013 de nieuwe fase GRIP Rijk ingevoerd. Deze fase wordt gebruikt als er behoefte is aan sturing door het Rijk in situaties waarin de nationale veiligheid in het geding is of kan zijn. Daarvan is sprake als de vitale belangen van de Nederlandse Staat en/of samenleving zodanig bedreigd worden dat er sprake is van (potentiële) maatschappelijke ontwrichting. Inhoudelijk is er veel hetzelfde als GRIP 5; het bevoegd gezag ligt echter nu bij de ministers. De coördinatie op de meldkamer wordt overgenomen door het Nationaal CrisisCentrum Nazorg en evaluatie Als de calamiteit is bestreden en de situatie het toelaat wordt besloten om de calamiteitenorganisatie terug te schalen naar fase 0. Dat betekent niet dat daarmee alle activiteiten in het kader van de calamiteitenzorg zijn beëindigd. Er dient nog aandacht besteed te worden aan nazorg en de evaluatie van de calamiteit Nazorg Zonodig kan aan het einde van de calamiteitenfase een projectteam met een coördinator worden aangesteld om een of meerdere van de volgende onderwerpen af te handelen. Vastgelegd wordt wat de opdracht van het team is, het doel, zijn taken en mandaten. Onderdelen van de nazorg zijn: a) personele aspecten zoals zorg voor het personeel dat bij de calamiteitenbestrijding betrokken is geweest. Te denken valt hierbij aan regeling overuren en toepassen slaapurenregeling maar ook Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 26

27 bijv. psychosociale hulp door gespecialiseerde hulpverleners in situaties waarbij medewerkers zijn geconfronteerd met traumatiserende ervaringen, oververmoeidheid, stress etc.; b) juridische aspecten zoals het verhalen van kosten, de afhandeling van (schade)claims, behandelen van bezwaar en beroep en het rechtvaardigen van het gevoerde beleid; c) financiële aspecten zoals betaling van facturen en schadevergoedingen; d) waterstaatkundige aspecten zoals herstel van schade, bewaking en inspecties in het veld; e) afronding van voorlichting over de calamiteit Evaluatie Na gehele afschaling van een calamiteit wordt zo spoedig mogelijk in opdracht van de beleidsveldbeheerder calamiteitenzorg een schriftelijke evaluatie opgesteld door de calamiteitencoördinator. Het evaluatierapport bevat een feitelijke weergave van het proces in combinatie met een meer beschouwende evaluatie van de calamiteit. Het belang en de betekenis van een calamiteit worden ingeschat en het resultaat beoordeeld. Het evalueren heeft een drietal doelen. 1) Het leren van lessen en ervaringen die de calamiteitenorganisatie heeft opgedaan bij een calamiteit. 2) Het afleggen van verantwoording aan beleidsveldbeheerders en bestuurders over de aanpak, ingezette middelen, calamiteitenproces enzovoorts. 3) De Waterwet in artikel 5.30 lid 4 voor: de beheerder draagt zorg voor een evaluatie van het optreden en verder handelen... in geval van gevaar ( omstandigheden waardoor de goede staat van een of meer waterstaatswerken onmiddellijk en ernstig in het ongerede is of dreigt te geraken ). De evaluatierapporten worden voorgelegd aan de werkgroep CalamiteitenZorgSysteem die nagaat op welke wijze deze leerpunten kunnen worden omgezet in positieve resultaten. De verbeterpunten worden zo nodig verwerkt in het Calamiteitenplan, Deelbestrijdingsplannen en Supplementen of in het programma van opleidingen, trainingen en oefeningen. Het management team en het dagelijks bestuur worden geïnformeerd over de aard van de afgelopen calamiteiten, de belangrijkste conclusies en aanbevelingen en wat er gedaan is om die te borgen. Tevens wordt daarbij aangegeven of er een trend valt waar te nemen. De richtlijnen voor het evalueren van calamiteiten en het opstellen van evaluatierapporten zijn beschreven in een protocol. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 27

28 6. Netwerkmanagement Een goede samenwerking met andere overheden en instanties is in alle gevallen onontbeerlijk bij de bestrijding van calamiteiten. Deze organisaties vormen samen een netwerk. Bij bestrijding van calamiteiten of rampen moeten de betrokken medewerkers van het waterschap ook ingesteld zijn op taken en werkstructuren binnen de samenwerking waarmee zij tijdens een calamiteit te maken krijgen. Alle activiteiten die in de voorbereiding op en bij de bestrijding van calamiteiten worden ondernomen om de activiteiten van de afzonderlijke organisaties te bundelen tot een integrale aanpak, vallen onder het zogenaamde netwerkmanagement. Daartoe is het noodzakelijk goed zicht te hebben op de netwerkpartners en de onderlinge samenwerkingsafspraken goed te kennen Netwerkpartners Het netwerk wordt gevormd door de instanties die betrokken zijn bij de bestrijding van een calamiteit. Welke netwerkpartners bij een specifieke calamiteit zijn betrokken is afhankelijk van de calamiteit. In de Deelbestrijdingsplannen wordt voor de specifieke calamiteiten aangegeven welke netwerkpartners actief kunnen zijn en welke rol zij vervullen bij de bestrijding. In het Supplement Contactgegevens netwerkpartners zijn de contactgegevens van de netwerkpartners opgenomen Wijze van afstemming met het netwerk / informatiemanagement Calamiteiten moeten meestal met meerdere organisaties worden bestreden. Deze organisaties vormen samen een netwerk. Met dit netwerk moet doeltreffend worden samengewerkt. In de voorbereiding op calamiteiten zijn er contacten gelegd en afspraken gemaakt met de netwerkpartners waaronder Rijkswaterstaat, Defensie, provincie Noord-Brabant, Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, gemeenten en aannemers. Bij oefeningen worden de netwerkpartners zo veel mogelijk betrokken. Binnen de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is Waterschap Brabantse Delta het coördinerend waterschap in met name de planvorming namens de waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Rivierenland die voor een klein gedeelte van hun beheergebied zijn gelegen binnen de grenzen van de Veiligheidsregio MWB Afstemming met de algemene keten De algemene keten wordt gevormd door de gemeenten, de Veiligheidsregio, de provincie en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Als sprake is van een watergerelateerde calamiteit waarbij een (coördinerend) burgemeester het opperbevel heeft dan opereert het waterschap in gecoördineerd verband met de andere overheidsdiensten. Dat betekent dat de waterpartners ervoor zorgen dat bij watergerelateerde incidenten en calamiteiten een vertegenwoordiger (liaison) aanwezig is ter advisering in het CoPI, ROT, GBT en RBT. Deze vertegenwoordiger kan worden bijgestaan door een assistentliaison. Het waterschap behoudt bij watergerelateerde calamiteiten zijn eigen verantwoordelijkheid voor de hem toegewezen taken met betrekking tot de technische zorg voor de waterstaatswerken. Het invullen van deze taken verloopt altijd in overleg met de betrokken burgemeester(s). De wijze van afstemming is uitgewerkt in het Regionaal Crisisplan van de Veiligheidsregio. Uitgangspunt voor het waterschap is dat afstemming zodanig efficiënt moet plaatsvinden dat de betrokken medewerkers ook inzetbaar blijven voor het waterschap aangezien zij daar een onmisbare rol vervullen. Als de calamiteitenorganisatie van het waterschap is opgeschaald dan: - zorgt de calamiteitencoördinator voor het telefonisch informeren van de Officier van Dienst van de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) van de veiligheidsregio Midden-en West-Brabant te Tilburg; - zorgt de calamiteitencoördinator voor telefonische waarschuwing van de burgemeester(s) van de betrokken gemeente(n) via de ambtenaren openbare veiligheid van de betrokken gemeenten. In coördinatiefase 3 en 4 worden de burgemeester(s) geïnformeerd door de dijkgraaf. Als de algemene kolom is opgeschaald vanwege een watergerelateerde calamiteit, dan zorgt het waterschap ervoor dat het, al dan niet informatief, op minimaal hetzelfde niveau is opgeschaald. Hiermee wordt bereikt dat de informatielijnen tussen de teams van de veiligheidsregio en het waterschap tot stand kunnen komen. Dat is belangrijk voor een optimale afstemming tussen de teams van veiligheidsregio en waterschap. Het WOT en WBT kunnen dan ook anticiperen op bestuurlijke, strategische, communicatieve en juridische aspecten die in een ROT of GBT/RBT besproken worden. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 28

29 Fase 0 GRIP 0 Routine GRIP 1 Coörd.fase 1 Operationeel GRIP 2 Coörd.fase 2 Tactisch GRIP 3 Coördi.fase 3 Strategisch GRIP 4 Coord.fase 4 strategisch GRIP 5 Coord.fase 4 strategisch GRIP Rijk Coord.fase 4 strategisch De afstemming tussen de calamiteitenorganisaties van de waterschappen en die van de Veiligheidsregio s ziet er als volgt uit. ALGEMENE KETEN Rijk Ministers (MCCb) Omvang en impact incident omvangrijke bestrijding gestuurd door het Rijk WATERSCHAPPEN via Unie Dijkgraaf RBT s Voorzitters VR s en één coördinerend vz omvangrijke bestrijding binnen meerdere VR s Dijkgraaf van brongebied RBT Voorzitter VR omvangrijke bestrijding binnen meerdere gemeenten WBT Dijkgraaf GBT Burgemeester omvangrijke bestrijding binnen één gemeente WBT Dijkgraaf ROT Operationeel Leider bron- en/of effectbestrijding WOT Operationeel Leider CoPI bronbestrijding WAT Leider CoPI WAT-voorzitter Motorkapoverleg routine / dagelijks werk Veldteam Inspecteur Coördinator Plaats Incident = communicatielijnen t.b.v. informatievoorziening De contactgegevens van de hulpverleningsdiensten binnen de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant zoals brandweer, politie, gemeenten en GHOR zijn vermeld in de Informatiegids voor Openbare Orde en Veiligheid. Deze adressenlijst met telefoonnummers is opgenomen in het Handboek Calamiteiten als het Supplement Contactgegevens Openbare Orde en Veiligheid. Deze OOV-informatiegids wordt elk kwartaal geactualiseerd en onder abonnement verspreid door de Brandweer Midden- en West-Brabant Afstemming van de voorlichting en crisiscommunicatie Als bij een watergerelateerde calamiteit zowel het waterschap als de algemene kolom (gemeenten, provincies, veiligheidsregio s of ministeries) is opgeschaald, dan vindt tussen hen afstemming plaats over voorlichting en communicatie. Zo nodig kan het waterschap een woordvoerder onder de coördinatie van de gemeentelijke voorlichter plaatsen en/of de gemeente van deskundig advies voorzien. Uitgangspunt bij elke vorm van voorlichting is dat het waterschap zich richt op de waterschapsaspecten en de overige onderwerpen overlaat aan anderen. Betrokken instanties informeren elkaar vooraf en doorlopend zodat er samenhang is in de verschillende boodschappen van de verschillende crisispartners. Waar mogelijk is er een overkoepelende boodschap. Dit betekent niet dat er per se één woordvoerder is; wel dat er één verantwoordelijke is voor de uitvoering en één samenhangend pakket van boodschappen. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 29

30 - Bij GRIP 1 adviseert de voorlichtingsfunctionaris in het CoPI over het proces crisiscommunicatie en geeft hier invulling aan. Bij GRIP 1 stemt dus de liaison van het waterschap (de zgn. Officier van Dienst Water- en Scheepvaartzorg) de communicatie en voorlichting af in het CoPI. - Bij GRIP 2 is de brongemeente - in het kader van haar verantwoordelijkheid voor de openbare orde - verantwoordelijk voor de communicatie met het publiek. De informatieverstrekking zal dan via de gemeentelijke sectie bevolkingszorg in het ROT lopen. De Operationeel Leider van het waterschap stemt de communicatie en voorlichting van het waterschap af in het ROT. - Ook bij GRIP 3 is de sectie bevolkingszorg van de brongemeente - in het kader van haar verantwoordelijkheid voor de openbare orde - verantwoordelijk voor de communicatie met het publiek. De informatieverstrekking zal dan via de gemeentelijke rampenstaf / het GBT lopen. - Bij een gemeentegrensoverschrijdend calamiteit (GRIP 4), coördineert het Regionale Beleidsteam (RBT) namens alle betrokken gemeenten de voorlichting. Zo nodig kan het waterschap een woordvoerder onder de coördinatie van de gemeentelijke voorlichter plaatsen en/of de gemeente(n) van deskundig advies voorzien. - Bij een bovenregionale calamiteit (GRIP 5) wordt de crisiscommunicatie aangestuurd vanuit het RBT van het brongebied. Wanneer dat nodig wordt geacht kan de burgemeester of voorzitter Veiligheidsregio de politie en andere hulpdiensten inschakelen of - onder strenge voorwaarden - inbreken op de (radio)uitzendingen van Omroep Brabant als regionale rampenzender. Uitgangspunt zijn de convenanten die zijn afgesloten tussen Radio Omroep Brabant, de Provincie en de Veiligheidsregio. Daarin staat dat het bevoegd gezag (burgemeester of Commissaris van de Koning) in geval van "dreigend gevaar voor de openbare veiligheid of de volksgezondheid of in andere buitengewone omstandigheden" (radio)zendtijd kan claimen. Een gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop het waterschap de voorlichting gestalte geeft en op welke wijze de afstemming met de voorlichting van andere organisaties plaatsvindt, is weergeven in het Supplement Communicatieplan. Ontwikkelingen in informatiemanagement / netcentrisch werken De Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat en het Veiligheidsberaad hebben september 2011 in De Beurs te Amsterdam een model convenant ondertekend waarin is opgenomen dat partijen streven naar de netcentrische werkwijze van informatievoorziening. Dit houdt in dat alle partijen op dezelfde tijd over relevante en eenduidige informatie (kunnen) beschikken. Op grond van de landelijke Visie Samenwerking in crisisbeheersing (2013) heeft een landelijke werkgroep Netcentrisch Werken een Referentiekader implementatie netcentrisch werken waterschappen opgesteld voor de implementatie en borging van netcentrisch werken. De calamiteitenorganisaties van de Brabantse waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta onderzoeken de haalbaarheid en wenselijkheid van gezamenlijke implementatie die uiterlijk in 2016 gestart wordt Bijstand en steunverlening Afspraken met aannemers Bij de bestrijding van calamiteiten kunnen zonodig ook andere organisaties worden ingeschakeld. Met een aantal bedrijven heeft het waterschap een waakvlamovereenkomst afgesloten of zijn afspraken gemaakt voor de inzet van personen, materialen en materieel ter bestrijding van een calamiteit. Deze afspraken worden jaarlijks geactualiseerd. Een overzicht van aannemers, loonwerkers en andere bedrijven en hun contactgegevens is opgenomen in het Supplement Contactgegevens netwerkpartners Inzet van middelen voor waterschappen (Bron: Handboek Bijstand par. 8.1.) De Waterwet bevat geen regeling voor de aanvraag en verlening van bijstand. De benodigde middelen voor het waterschap ter bestrijding van een calamiteit is preparatief geregeld door afgesloten (waakvlam)-overeenkomsten met aannemers. Daarnaast kan ook gebruik gemaakt worden van middelen van andere overheidsorganisaties. Het organiseren van deze vormen van steun valt onder eigenstandige verantwoordelijkheid van de dijkgraaf. Bij een calamiteit van beperkte omvang dient het waterschap de benodigde menskracht en middelen zelf te (kunnen) organiseren. Bij calamiteiten van grotere omvang die zich bij meerdere waterschappen tegelijkertijd voordoen, kan het LOCC (Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum) verzocht worden haar coördinerende taak uit te voeren ten behoeve van de betrokken waterschappen/organisaties om af te stemmen en tot effectieve inzet te komen. Aan de ene kant is er sprake van monodisciplinaire afstemming tussen de aanvragen van verschillende waterschappen, aan de andere kant multidisciplinaire afstemming omdat er in dergelijke gevallen ook andere gemeentelijke processen lopen (zoals evacuatie) die mogelijk vragen om inzet van dezelfde menskracht en middelen. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 30

31 Militaire steunverlening in het openbaar belang (Bron: Handboek Bijstand; hoofdstuk 7) Militaire steunverlening in het openbaar belang is steun vanuit de krijgsmacht op grond van de Regeling militaire steunverlening in het openbaar belang (en dus niet de militaire bijstand zoals die werd genoemd in de voormalige WRZO en wordt genoemd in Politiewet 2012) in situaties waarin het openbaar belang in het geding is. Het gaat daarbij om eenheden en diensten van Defensie die niet tijdig, niet afdoende of überhaupt niet (unieke middelen) op een andere wijze ter beschikking kunnen staan van het aanvragende bestuursorgaan. Er is daarbij een aantal zaken van essentieel belang: - de aanvrager is altijd een bestuursorgaan; - het is altijd in het kader van het openbaar belang; - het gaat altijd om ongewapende inzet van militairen (geen geweldsinstructie); - de operationele leiding berust bij een door de minister van Defensie aangewezen (militaire) commandant (en dus niet bij het aanvragende bestuursorgaan of het lokaal gezag); - er kan niet op een andere wijze invulling worden gegeven aan de aanvraag (bijvoorbeeld middels een opdracht aan civiele marktpartijen); - de steunverlening niet afdwingbaar (in tegenstelling tot bijstand). Militaire steunverlening kan bijvoorbeeld worden aangevraagd in geval van: - (nationale) uitputting van reguliere middelen; - unieke defensiemiddelen die direct nodig zijn om de calamiteit te bestrijden; - de directe behoefte aan een grote hoeveelheid eenheden die in een dergelijke omvang niet door andere organisaties (direct) te organiseren valt; - aflossing bij langdurige inzet (niet spoedeisend). Het bestuursorgaan vraagt Defensie advies over het te bereiken effect. De defensie-adviesrol wordt ingevuld door de Officier VeiligheidsRegio (OVR). De OVR inventariseert de beschikbaarheid (in tijd en hoeveelheid) van militaire middelen, begeleidt het invullen van de aanvraag en zorgt ervoor dat parallel aan de formele aanvraag aan het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) een traject wordt doorlopen binnen de defensiekanalen. Het betreffende bestuursorgaan (de dijkgraaf) vraagt de benodigde middelen aan bij de minister van Veiligheid en Justitie (LOCC) m.b.v. het aanvraagformulier militaire steunverlening via de website van het Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid ( Dienstverlening laboratorium Aquon Waterschap Brabantse Delta heeft met laboratorium Aquon een dienstverleningsovereenkomst gesloten (12IN d.d. 11 januari 2013). Daarin is het volgende opgenomen over calamiteiten bij het waterschap: In geval van een calamiteit bij een waterschap is het zaak om -zonder al te veel afspraken vooraf- een snelle en adequate reactie te geven. AQUON heeft ten behoeve van calamiteiten een calamiteiten telefoonnummer, dat voor de waterschappen 24/7 bereikbaar is. Voor de operationele opvang van de calamiteiten kan AQUON gebruik maken van een waakvlamovereenkomst, die zij heeft afgesloten met TNO (24/7 bereikbaar met inspanningsverplichting). Bij calamiteiten wordt altijd met de opdrachtgever samen gezocht naar de meest effectieve oplossing. Het hangt ook af van de aard van de gevraagde ondersteuning. Met betrekking tot levertijden gelden de volgende afspraken: De calamiteitentelefoon van AQUON is altijd in het bezit van een van de teammanagers. Deze telefoon is 24/7 bereikbaar. De waterschappen zijn van dit nummer op de hoogte en de werking ervan (in combinatie met de TNO achtervang) heeft zich reeds bewezen. AQUON zal zo vroeg mogelijk worden betrokken bij de werkzaamheden van de calamiteit en daar desgewenst bij kunnen adviseren. Aanwezigheid van AQUON in het calamiteitenteam van het waterschap heeft zijn toegevoegde waarde reeds bewezen en wordt tussen het waterschap en AQUON aan het begin van de calamiteit afgestemd. De opdrachtgever dient duidelijk aan te geven welke vorm van rapportage wordt verlangd. Dit kan variëren van eenvoudige rapportage van uitsluitend de gevraagde analyseresultaten tot een uitgebreide rapportage voorzien van een erkenningstempel. De standaard afspraak is het leveren van uitsluitend de eenvoudige rapportage van de analyseresultaten. Aanlevering monsters gebeurt in overleg en zoveel mogelijk op vaste tijden. Afwijkingen worden goed gecommuniceerd. Monsters zijn voorzien van eenduidige etikettering en opdrachtformulieren. Worden monsters niet volgens afspraak aangeleverd, dan vervallen eerder gemaakte afspraken over levertijden en worden er nieuwe gemaakt. Bij het aanleveren gevaarlijke/verdachte monsters dienen deze voorzien te zijn van gevarenstickers (primaire waarschuwing ligt bij opdrachtgevers). Komen er méér monsters dan afgesproken, dan volgt overleg over levertijden/ prioriteit. Rapportage kan, indien door de opdrachtgever gewenst, via een , waarbij later alsnog via de reguliere weg wordt gerapporteerd. Duidelijk moet worden afgesproken in welke vorm de rapportage gaat plaatsvinden en aan wie. Verrekening van onderzoeken ten behoeve van calamiteiten vindt separaat plaats en maakt geen onderdeel uit van de reguliere productie. In de begroting van AQUON zijn geen middelen opgenomen voor het onderzoek ten behoeve van calamiteiten bij de waterschappen. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 31

32 7. Integrale calamiteitenzorg 7.1. Calamiteitenzorgsysteem Verschillende activiteiten zijn noodzakelijk om het waterschap op calamiteiten voor te bereiden: oefenen, opleiden, opstellen plannen, beschikbaar stellen van middelen, afstemming met externen etc. De bundeling van al die voorbereidende activiteiten in één systeem wordt het Calamiteitenzorgsysteem (CZS) genoemd. Dit zorgt ervoor dat de samenhang en afstemming van de activiteiten worden gecoördineerd waardoor de kwaliteit van de calamiteitenorganisatie geborgd wordt. Doel van het CZS is het zo efficiënt en doeltreffend mogelijk laten verlopen van de bestrijding en de nazorg bij calamiteiten, door vooral het coördineren en begeleiden van de noodzakelijke activiteiten in de voorbereiding (preventie en preparatie). De ervaring leert dat alleen het vastleggen van de structuur en werkwijzen in plannen onvoldoende is om een calamiteitenorganisatie goed voor te bereiden. Oefenen met het plan is noodzakelijk ter voorbereiding op een calamiteit. Toch is oefenen geen op zichzelf staand doel, het moet onderdeel uitmaken van een reeks van activiteiten. Zo zal onder andere personeel moeten worden opgeleid in de omgang met calamiteiten en moet het Calamiteitenplan regelmatig door alle betrokkenen worden beoefend. Het optreden van de calamiteitenorganisatie bij gebeurtenissen moet worden geëvalueerd en de resultaten ervan moeten worden verwerkt in opleidingen, oefeningen en de diverse plannen. De diverse actoren binnen en buiten het waterschap moeten op de hoogte zijn van de plannen. De afstemming met externe organisaties moet worden gecontinueerd, juist ook wanneer er geen calamiteit is. Het is dus noodzakelijk de bestrijding van een calamiteit niet te beschouwen als een onderwerp dat op zichzelf staat, maar als onderdeel van de normale taken en werkzaamheden. De voorbereiding op calamiteiten legt ook beslag op tijd en budget van een waterschap. Met het calamiteitenzorgsysteem neemt het rendement van alle activiteiten echter toe zonder dat extra investeringen nodig zijn. Uitgangspunt van het CZS is de structurele uitvoering van op elkaar afgestemde activiteiten die noodzakelijk zijn voor de goede voorbereiding op en een goede aanpak van calamiteiten. Deze activiteiten vinden plaats in de vier onderdelen van de veiligheidsketen: preventie, preparatie, repressie en nazorg. Het CZS richt zich vooral op de preparatie-, repressie- en nazorgfase van calamiteiten. Preventieve maatregelen zijn meestal al een onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden van het waterschap en hebben hun plaats in de bestaande organisatiestructuur. Binnen het CZS worden deze activiteiten niet dubbel gedaan. Aandachtspunten voor preventie die uit preparatie, repressie en nazorg voortkomen, worden teruggekoppeld met de betrokken afdelingen en omgekeerd ook. Op deze wijze is een koppeling met preventie gewaarborgd. Overzicht van de belangrijkste activiteiten binnen het calamiteitenzorgsysteem: Onderdeel Activiteiten binnen het Calamiteiten Zorg Systeem Preventie - Terugkoppeling naar betrokken afdelingen van aandachtspunten die voortkomen uit andere onderdelen (preparatie, repressie en nazorg) - Aanpassen van preventieve maatregelen op grond van opgedane ervaringen. Preparatie - Planvorming voor calamiteitenzorg (calamiteitenplan, deelbestrijdingsplannen, jaarverslag etc) - Afstemming met netwerkpartners; - Interne voorlichting over calamiteitenzorg; - Externe voorlichting over calamiteitenzorg; - Facilitair management voor calamiteitenzorg; - Opleidingen voor calamiteitenorganisatie; - Trainingen voor de calamiteitenorganisatie - Oefeningen voor calamiteitenorganisatie; - Personele invulling van calamiteitenorganisatie - Budgetbeheer Repressie - Bestrijding van calamiteiten op basis van de voorbereidingen. Nazorg - Evaluatie (zowel intern als extern) van het verloop van de crisismanagementprocessen, doelstellingen, inhoud etc. - Nazorg personeel, financieel, juridisch en waterstaatkundig. - Afronding van de voorlichting over de calamiteit; - Verwerken van de leerpunten in de preventie en de preparatie. Kwaliteitsborging Alle bovengenoemde factoren bepalen de efficiëntie van de voorbereiding op calamiteiten. Om de kwaliteit van het CZS c.q. de voorbereiding op de calamiteitenbestrijding te waarborgen heeft het waterschap de volgende middelen beschikbaar gesteld: - een werkgroep calamiteitenzorg; - budget voor de noodzakelijke activiteiten en middelen ter voorbereiding op calamiteiten; - tijd voor opleiden en oefenen van de leden van de calamiteitenorganisatie. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 32

33 7.2. Werkgroep proces crisisbeheersing Niet alleen tijdens de bestrijding van een calamiteit maar ook daarbuiten is een klein deel van de calamiteitenorganisatie actief om het waterschap voor te bereiden op calamiteiten. Deze medewerkers vormen de werkgroep proces crisisbeheersing. De vaste bezetting bestaat uit vertegenwoordigers van afdelingen die bij de bestrijding van een calamiteit betrokken kunnen zijn. De werkgroep functioneert onder directe verantwoordelijkheid van het clusterhoofd Watersystemen en staat onder leiding van de calamiteitencoördinator. De calamiteitencoördinator rapporteert rechtstreeks aan het directielid Watersystemen. Bij eventuele knelpunten in de uitvoering van zijn taken stelt hij het clusterhoofd Watersystemen hiervan op de hoogte zodat deze maatregelen kan nemen. De werkgroepleden kunnen ook andere medewerkers inschakelen die op grond van hun kennis en vaardigheden hiervoor in aanmerking komen. Uitvoering van de werkzaamheden maakt deel uit van hun dagelijkse werk. Dat geldt met name voor activiteiten die horen in het preventieve onderdeel van de veiligheidsketen. Eventueel kunnen werkzaamheden worden uitbesteed. De werkgroep calamiteitenzorg treedt dan op als procesbewaker en coördinator. De werkgroep richt zich op de volgende taken: - revisie handboek calamiteiten - voorbereiding/begeleiding/ mede ontwikkelen van opleidingen, trainingen en oefeningen - personele bereikbaarheid en beschikbaarheid (wachtdienstregeling) - monitoren van ontwikkelingen in het netwerk - opvolging aanbevelingen uit evaluaties - evalueren van calamiteiten 7.3. Planvorming binnen het Calamiteitenzorgsysteem Handboek Calamiteitenzorg Ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten binnen het CZS heeft het waterschap een aantal documenten opgesteld. Doel van deze documenten is om eenduidig vast te leggen op welke wijze de calamiteitenzorg plaatsvindt. In de plannen zijn de structuur en de werkwijze van de calamiteitenorganisatie vastgelegd. De plannen tezamen vormen het Handboek Calamiteitenzorg Brabantse Delta. Het bestaat uit een algemeen deel: het Calamiteitenplan, Deelbestrijdingsplannen per taak en enkele Supplementen die hierna nader worden toegelicht. Handboek calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta: Calamiteiten plan Supplementen Deel bestrijdingsplannen Het Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta is opgesteld volgens de methodiek van het Calamiteitenzorgsysteem, dat in opdracht van de Unie van Waterschappen ontwikkeld is. Alle medewerkers binnen de calamiteitenorganisatie beschikken over het Handboek Calamiteitenzorg. Daarnaast beschikt elk van deze medewerkers, afhankelijk van zijn/haar functie, over aanvullende informatie. De werkgroep Calamiteitenzorg draagt zorg voor de beschikbaarheid van actuele plannen. De medewerkers kunnen de geactualiseerde gegevens vervolgens zelf opbergen in de calamiteitenmap. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 33

34 Calamiteitenplan De basis van het calamiteitenzorgsysteem is het Calamiteitenplan. In het Calamiteitenplan staat in hoofdlijnen beschreven op welke wijze het waterschap de voorbereiding op en bestrijding van calamiteiten ter hand neemt. De nadere uitwerking is beschreven in de Deelbestrijdingsplannen, op basis van de in het Calamiteitenplan aangegeven structuur. Het bevat de wettelijke voorgeschreven onderdelen zoals opgenomen in artikel 5.3. van het Waterbesluit. Conform artikel 5.29 van de Waterwet is in het calamiteitenplan de afstemming op crisisplannen en voor het waterbeheer van belang zijnde rampbestrijdingsplannen - vastgesteld voor het gebied waarin de waterstaatswerken zijn gelegen - gewaarborgd. Een ontwerp van het Calamiteitenplan wordt voor commentaar gezonden aan de besturen van de veiligheidsregio s waarbinnen de waterstaatswerken zijn gelegen (artikel 5.29 Waterwet). Het Calamiteitenplan wordt vervolgens vastgesteld door het dagelijks bestuur van het waterschap. Het vastgestelde plan wordt via de website digitaal beschikbaar gesteld voor o.a. de bovengenoemde instanties Deelbestrijdingsplannen Ter ondersteuning van de betrokken calamiteitenbestrijders bestaan, als aanvulling op het Calamiteitenplan, zes stuks Deelbestrijdingsplannen. Deze gaan nader in op de manier waarop een specifieke calamiteit die verband houdt met een van de waterschapstaken, kan worden bestreden. Dit zijn vertalingen van de algemene werkwijze naar situaties waarin een bepaalde calamiteit optreedt. Ze bevatten geen kant-en-klare draaiboeken maar wel aanvullende informatie waarvan gebruik kan worden gemaakt bij de bestrijding van specifieke calamiteiten. Het betreft de volgende deelbestrijdingsplannen: 1. Zuiveringstechnische werken 2. Waterkwaliteit 3. Waterschaarste (inclusief grondwater) 4. Hoog binnenwater 5. Hoog buitenwater 6. Scheepvaart en ijsvorming De Deelbestrijdingsplannen worden op een uniforme manier ingedeeld om zoveel mogelijk het overzicht te kunnen behouden van de organisatie, de te nemen bestrijdingsmaatregelen en de in te schakelen instanties. De Deelbestrijdingsplannen zijn als volgt ingedeeld: 1. Uitgangspunten (doel, taken, beheersgebied, maatgevende situaties en algemene fasebeschrijving); 2. De bestrijding per coördinatiefase / per team (bestrijdingsmaatregelen horende bij fases 1, 2,3/4) 3. De bestrijding per risico (lokale en bijzondere risico s, de gevolgen en de te nemen maatregelen, ingedeeld per rayon). 4. Bijlagen. De Deelbestrijdingsplannen worden elk halfjaar (voor hoogwaterseizoen en voor laagwaterseizoen) geactualiseerd Supplementen Aan het Calamiteitenplan en de Deelbestrijdingsplannen is een aantal Supplementen (losse bijlagen) toegevoegd. Het betreft de volgende supplementen: 1. contactgegevens personeel; 2. contactgegevens Openbare Orde en Veiligheid; 3. contactgegevens netwerkpartners; 4. procedure melding, alarmering en opschaling; 5. rollen en taken van afdelingen; 6. richtlijnen voor bereikbaarheid, beschikbaarheid en responstijden 7. beschikbaar materiaal en materieel; 8. beschikbare kaarten; 9. beschikbare sjablonen met handleidingen van agenda, verslag, logboek en ploegenrooster; 10. communicatieplan calamiteiten; 11. stroomschema bestrijden calamiteiten; 12. stroomschema verhalen van kosten; 13. afkortingen. 14. interne verzendlijst handboek calamiteiten Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 34

35 Opleidingen, Trainingen en Oefeningen Een keer in de vier jaar wordt een OTO-beleidsplan opgesteld conform het format meerjarenbeleidsplan dat in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ontwikkeld. Het beleidsplan voor opleiden, trainen en oefenen (OTO-Beleidsplan) beschrijft in hoofdlijnen op welke wijze de organisatie zich de komende vier jaren door middel van opleidingen, trainen en oefeningen voorbereidt op calamiteiten. Op basis van dit beleidsplan wordt elk jaar het definitieve jaarlijkse programma ingevuld en uitgevoerd. Deze jaarplannen vormen op hun beurt weer de basis voor de uitwerking van voor de voorgenomen activiteiten. Om de afstemming van bestrijdingsactiviteiten op zowel beleidsmatig als operationeel niveau tussen het waterschap en andere overheden of bestrijdingsorganisaties te beproeven, worden conform artikel 5.29 van de Waterwet oefeningen gehouden in doeltreffend optreden bij gevaar. (De Waterwet artikel 5.28 lid 1 verstaat onder gevaar: omstandigheden waardoor de goede staat van een of meer waterstaatswerken onmiddellijk en ernstig in het ongerede is of dreigt te geraken). Jaarlijks wordt door de beheerder aan Gedeputeerde Staten (GS) een overzicht verstrekt van de gehouden opleidingen, trainingen en oefeningen. Indien een beheerder onvoldoende oefent, kunnen GS hiertoe opdracht geven. Als richtlijn geldt dat er tenminste tweemaal per jaar operationeel wordt geoefend en tenminste eenmaal per jaar met bestuurders erbij. De oefeningen variëren in omvang en soort. In eerste instantie wordt kleinschalig geoefend, geleidelijk aan worden meer aandachtsvelden geoefend. Eerst wordt een aantal oefeningen georganiseerd waarbij onderdelen van de plannen worden getest; bijvoorbeeld de effectiviteit van het verbindingssysteem met in begrip van de alternatieven, de snelheid waarmee het WBT, WOT en WAT beschikbaar en operationeel zijn. Hierna volgen meer uitgebreide oefeningen met inbegrip van een zodanige toestand dat het functioneren van de leiding van de calamiteitenbestrijding en alle daarbij betrokken functionarissen getest worden. Hierbij worden gemeenten, provincies en bestrijdingsorganisaties betrokken. Overleg over dit soort grootschalige oefeningen verloopt via de regionale brandweer. Aan de hand van de gemaakte aantekeningen tijdens de oefening en de eerste evaluatie wordt zo nodig een schriftelijke evaluatie met aanpassingsvoorstellen voor het Calamiteitenplan, Deelbestrijdingsplannen en Supplementen opgesteld. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 35

36 8. Bijlagen 8.1. Kaart beheergebied waterschap Brabantse Delta Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta deel 1 36

DEEL 1: CALAMITEITENPLAN

DEEL 1: CALAMITEITENPLAN DEEL 1: CALAMITEITENPLAN Doc. nummer Case nummer 12IT028061 12.ZK09438 Versie 5.2.5 (zie tabel volgende pagina) d.d. 1 januari 2017 Status definitief (vastgesteld door DB 18 november 2014) Opgesteld door

Nadere informatie

DEEL 1: CALAMITEITENPLAN

DEEL 1: CALAMITEITENPLAN DEEL 1: CALAMITEITENPLAN Doc. nummer Case nummer 12IT028061 12.ZK09438 Versie 5.1.1. d.d. 3 juni 2016 Status definitief (vastgesteld door DB 18 november 2014) Opgesteld door F. van Beek en C. Verheijen

Nadere informatie

Presentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid

Presentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid Presentatie waterschap Brabantse Delta Conferentie Water en Veiligheid 19 november 2009 Frank van Beek Calamiteitencoördinator Beheersgebied. Oppervlakte 171.000 ha 21 gemeenten 751.000 inwoners Veiligheidsregio

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder: Besluit van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels voor het waterschap Hunze en Aa's: Reglement voor het waterschap Hunze en Aa s 2008 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten:

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

AGENDAPUNTNUMMER DATUM BEHANDELING IN D&H 14 2006

AGENDAPUNTNUMMER DATUM BEHANDELING IN D&H 14 2006 DATUM VERGADERING 16 maart 2006 BL)LAGE(N) 'ƒ"-""". AGENDAPUNTNUMMER DATUM BEHANDELING IN D&H 14 2006 AAN DE VERENIGDE VERGADERING B0600185 VOORTGANG ACTIEPUNTEN EVALUATIE AANPAK HEVIGE NEERSLAG SEPTEMBER

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

ARTIKEL I Het Kiesreglement voor het waterschap Vallei en Eem in te trekken met ingang van 31 maart 2008.

ARTIKEL I Het Kiesreglement voor het waterschap Vallei en Eem in te trekken met ingang van 31 maart 2008. CVDR Officiële uitgave van Utrecht. Nr. CVDR73950_1 2 augustus 2016 Besluit van provinciale staten van Gelderland van 13 februari 2008 en van provinciale staten van Utrecht van 18 februari 2008, nr. 2008RGW01,

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Calamiteitenplan van Waterschap Rivierenland

Calamiteitenplan van Waterschap Rivierenland van Waterschap Rivierenland opgesteld door: dhr. drs. E.F.M. Janssen vastgesteld door: college van dijkgraaf en heemraden Waterschap Rivierenland vastgesteld op: 9 april 2013 status: definitief Inhoud

Nadere informatie

B0500589 AAN DE VERENIGDE VERGADERING STAND VAN ZAKEN CALAMITEITENZORG. 1. Aanleiding

B0500589 AAN DE VERENIGDE VERGADERING STAND VAN ZAKEN CALAMITEITENZORG. 1. Aanleiding DATUM VERGADERING 29 SeptBITlber 2005 AGENDAPUNTNUMMER BIJLAGE^) Geen DATUM BEHANDÊUNG IN o&h 30 augustus 2005 AAN DE VERENIGDE VERGADERING B0500589 STAND VAN ZAKEN CALAMITEITENZORG 1. Aanleiding Op 30

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012 Bijlage 1 1. Inleiding Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012 1.1 Aanleiding Bij de bestrijding van incidenten en rampen zijn naast de algemeen bestuurlijke

Nadere informatie

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de wijziging van het Waterschapsreglement van het Wetterskip Fryslân.

Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de wijziging van het Waterschapsreglement van het Wetterskip Fryslân. 13 mei 2014 Corr.nr. 2014-19.288, LGW Nummer 24/2014 Zaaknr. 516732 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de wijziging van het Waterschapsreglement van het Wetterskip

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A; CRU05.005 Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/04.031361/A; Gelet op artikel 14 van de Wet op de waterkering en op de Provinciewet;

Nadere informatie

Beleidsplan Calamiteitenzorg

Beleidsplan Calamiteitenzorg versie 2.0, 01-09-2011 Versiebeheer Naam Bert de Graaf Functie Coördinator crisismanagement Unit Beheer & Onderhoud Proces Calamiteitenzorg Suggesties voor aanpassingen en wijzigingen kunt u bij de beheerder

Nadere informatie

Ondersteuning. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Ondersteuning. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Ondersteuning Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Ondersteuning Handboek Bevolkingszorg Deel F Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584 Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer

Nadere informatie

Waterschap en bluswatervoorziening. Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg

Waterschap en bluswatervoorziening. Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg 1 Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg 2 waterschap Hollandse Delta is, naast Rijkswaterstaat en de waterbedrijven, één van de mogelijke leveranciers van bluswater op de Zuid-Hollandse

Nadere informatie

provinciaal blad BESLUITEN, IEDER VOOR ZOVER HET HUN BEVOEGDHEID BETREFT:

provinciaal blad BESLUITEN, IEDER VOOR ZOVER HET HUN BEVOEGDHEID BETREFT: provinciaal blad nr. 12 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 10 juli 2008 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 6 mei 2008, nr. 2008-99931, afd. LGW, tot

Nadere informatie

Deelbestrijdingsplan waterkwaliteit

Deelbestrijdingsplan waterkwaliteit Deelbestrijdingsplan waterkwaliteit Doc. nummer : 12IT031877 Case nummer : 12.ZK09438 Datum oktober 2013, versie 4.5.5. Status definitief Versie 4.0.0. vastgesteld door Algemeen Bestuur in mei 2011 Opgesteld

Nadere informatie

CABA 26-01-2010 Agendapunt: CABA 7 AAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN

CABA 26-01-2010 Agendapunt: CABA 7 AAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN CABA 26-01-2010 Agendapunt: CABA 7 Sittard, 23 november 2009 AAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN Onderwerp: Vaststelling geactualiseerd Calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas Het

Nadere informatie

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 Partijen, de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht, vertegenwoordigd door hun commissaris van de Koning, de veiligheidsregio

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Calamiteitenplan Waterschap Rijn en IJssel BIJLAGE 1

Calamiteitenplan Waterschap Rijn en IJssel BIJLAGE 1 Waterschap Rijn en IJssel BIJLAGE 1 Inhoud Bladzijde 1 Inleiding... 3 1.1 Kader, doel en doelgroep... 3 1.2 Uitgangspunten... 3 1.3 Afbakening... 4 2 Risicoanalyse... 4 2.1 Omschrijving... 4 2.2 Overzicht...

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Productbeschrijvingen generiek

Productbeschrijvingen generiek en generiek 108 Totaalbeeld Toelichting Het totaalbeeld is een informatieproduct dat wordt gegenereerd in de multidisciplinaire hoofdas van de crisisbeheersingsorganisatie in het landelijk crisismanagementsysteem

Nadere informatie

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Handboek Bevolkingszorg Deel D Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta.

Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta. WATERSCHAPSBLAD 23 Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta. Nr. 9265 november 2016 Bekendmaking Meervoudige centrumregeling waterschappen Aa en Maas,

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866 Watervergunning Voor het slopen van een woning en het afdekken van de fundering met grond bij een waterkering op de locatie bij Provincialeweg Oost 29 in Haastrecht Datum 17 oktober 2017 Zaaknummer 16866

Nadere informatie

Uniform rollenboek crisisorganisaties waterschappen

Uniform rollenboek crisisorganisaties waterschappen UNIFORM ROLLENBOEK CRISISORGANISATIE WTERSCHAPPEN Status document: concept Uniform rollenboek crisisorganisaties waterschappen Themagroep Mensen Conceptversie 1.2 03-03-2016 Inleiding Een van de belangrijkste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland CVDR Officiële uitgave van Lansingerland. Nr. CVDR98852_1 30 oktober 2018 Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland Mandaatregeling Lansingerland 2011 Het college van burgemeester

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 12 juli 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van gemeente Rotterdam.

Nadere informatie

BESTRIJDINGSPLAN WATERZUIVERING Wetterskip Fryslân

BESTRIJDINGSPLAN WATERZUIVERING Wetterskip Fryslân BESTRIJDINGSPLAN WATERZUIVERING Wetterskip Fryslân d.d. 9 september 2013-1 - Inhoudsopgave Lijst met afkortingen:... 4 1 Inleiding en doelstelling... 5 2 Risicovolle situaties en calamiteitenscenario s...

Nadere informatie

Deelbestrijdingsplan scheepvaart

Deelbestrijdingsplan scheepvaart Deelbestrijdingsplan scheepvaart Doc. nummer : 12IT029837 Case nummer : 12.ZK09438 Versie 4.5.5. d.d. oktober 2013 Status definitief Versie 4.0.0. vastgesteld Algemeen Bestuur in mei 2011 Opgesteld door

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154 Watervergunning Voor het aanpassen van de waterhuishouding t.b.v. de uitbreiding van de carpoolvoorziening op de locatie Streektransferium Linielanding te Nieuwegein Datum 15 mei 2017 Zaaknummer 11154

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Onderwerp : Rolprofielen Datum : 14 mei 2014 : Femke van den Berg, Maurits van Gulick en Jessica Zoethout

Onderwerp : Rolprofielen Datum : 14 mei 2014 : Femke van den Berg, Maurits van Gulick en Jessica Zoethout Onderwerp : Rolprofielen Datum : 14 mei 2014 Door : Femke van den Berg, Maurits van Gulick en Jessica Zoethout Inleiding Het voorliggende stuk bevat rolprofielen die zijn opgesteld binnen het deelproject

Nadere informatie

Calamiteiten in de energievoorziening

Calamiteiten in de energievoorziening Calamiteiten in de energievoorziening Samenwerking tussen de Netbeheerder en de Gemeente / Veiligheidsregio Ton Harteveld Manager Bedrijfsvoering Lustrumcongres Inspectie OOV 12 december 2007 2 Inhoud

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017 Watervergunning Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt Datum 19 juni 2017 Zaaknummer 13121 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Vast te stellen de volgende Budgethoudersregeling Veiligheidsregio Zeeland 2015.

Vast te stellen de volgende Budgethoudersregeling Veiligheidsregio Zeeland 2015. Regeling Budgethouders 2015 Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Zeeland; Gelet op: Afdeling 10 van de Algemene wet bestuursrecht; De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zeeland 2013; De

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Calamiteitenplan 2015 2018

Calamiteitenplan 2015 2018 Calamiteitenplan 2015 2018 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 25 augustus 2015 Hoogheemraadschap de Stichtse RijnlandenPostbus

Nadere informatie

CALAMITEITENPLAN 2012 2015

CALAMITEITENPLAN 2012 2015 CALAMITEITENPLAN 2012 2015 WATERSCHAP DE DOMMEL Deel 2 van het Handboek Calamiteitenzorgsysteem Zaaknummer : Z8951 Documentnummer : I8677 Versie : 3.0.0 Status : Definitief Formele vaststelling 1 : Algemeen

Nadere informatie

Mededelingenblad In het bijgevoegde mededelingenblad vindt u aanvullende (belangrijke) informatie die betrekking heeft op dit besluit.

Mededelingenblad In het bijgevoegde mededelingenblad vindt u aanvullende (belangrijke) informatie die betrekking heeft op dit besluit. Uw schrijven van : Uw kenmerk : Zaaknummer : Ons kenmerk : Barcode : Behandeld door : Doorkiesnummer : Datum : Verzenddatum : 3 februari 2017 WBD17-00389 17UTP00627 *17UTP00627* 17 maart 2017 Onderwerp:

Nadere informatie

Deelbestrijdingsplan dijkbewaking

Deelbestrijdingsplan dijkbewaking Deelbestrijdingsplan dijkbewaking Doc. nummer : 12IT031874 Case nummer : 12.ZK09438 Versie oktober 2013, versie 4.5.5. Status definitief Versie 4.0.0. vastgesteld Algemeen Bestuur in mei 2011 Opgesteld

Nadere informatie

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten; VERGADERING 16 ĴUİİ 2013 AGENDAPUNTNUMMER KENMERK B1302434 BESLUIT D&H: INSPRAAKVERORDENING WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 2013 HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA; gelezen

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Juridische zaken. Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei

Juridische zaken. Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei Juridische zaken Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: 1.1, september 2012 Inhoudsopgave Onder Juridische Zaken zijn de voor het optreden tijdens calamiteiten, relevante,

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018 WATERVERGUNNING Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern Datum 28 maart 2018 Zaaknummer 24339 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Calamiteitenplan Waterschap Peel en Maasvallei

Calamiteitenplan Waterschap Peel en Maasvallei Calamiteitenplan Waterschap Peel en Maasvallei Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: 1.1, september 2012 Vastgesteld door DB d.d.: 2 juni 2010 Vastgesteld door AB d.d. 7 juli

Nadere informatie

Calamiteitenplan Waterschap Zuiderzeeland

Calamiteitenplan Waterschap Zuiderzeeland Calamiteitenplan Waterschap Zuiderzeeland 2014 beheerder: cal. coördinator januari 2014 Waterschap Zuiderzeeland Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon: (0320) 274 911 fax: (0320) 247 919 www.zuiderzeeland.nl

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 52532 20 september 2018 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 12 september 2018, nr. IENW/BSK-2018/177003,

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 30 september 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Bode Project-

Nadere informatie

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente )

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente ) Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente PM/het college van gedeputeerde staten van Utrecht houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142 WATERVERGUNNING Voor het vervangen van een verkeersregelinstallatiekast (VRI kast) bij een watergang en een waterkering op de locatie Boerendijk ter hoogte van de brug in de Chrysantstraat in Woerden Datum

Nadere informatie

Budgethoudersregeling

Budgethoudersregeling Budgethoudersregeling 1 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, 1. Overwegende, a) dat er per 19 maart een nieuw bestuurlijk stelsel in werking getreden waarbij bestuurlijke

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Crisiscommunicatieplan

Crisiscommunicatieplan Crisiscommunicatieplan Opgesteld door: Afd. Bestuursondersteuning en communicatie, Werkgroep crisiscommunicatieplan Versie: 1.1 september 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Doel... 1 Aanpak... 1 Doelgroepen...

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader

Nota Relatie provincie Utrecht met de waterschappen. Deel 3: Provinciaal toezichtkader 1 INLEIDING Op grond van verschillende regelgeving is de provincie Utrecht belast met het toezicht op de op haar grondgebied gelegen waterschappen. In dit deel van de nota wordt een overzicht gegeven van

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 8 december 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Van Omme &

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Reglement waterschap Noorderzijlvest 2008

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Reglement waterschap Noorderzijlvest 2008 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Drenthe Nr. 6096 27 december 2017 Wijziging Reglement waterschap Noorderzijlvest 2008 GEMEENSCHAPPELIJK BESLUIT Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe

Nadere informatie

Calamiteitenplan van Waterschap Rivierenland

Calamiteitenplan van Waterschap Rivierenland van Waterschap Rivierenland opgesteld door: dhr. drs. E.F.M. Janssen vastgesteld door: college van dijkgraaf en heemraden Waterschap Rivierenland vastgesteld op: 9 april 2013 (geactualiseerd op 11 augustus

Nadere informatie

ALGEMEEN KADER A.1 WETTELIJK EN ORGANISATORISCH KADER

ALGEMEEN KADER A.1 WETTELIJK EN ORGANISATORISCH KADER A ALGEMEEN KADER In deel A wordt allereerst op hoofdlijnen het wettelijk en organisatorisch kader van de rampenbestrijding beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het (algemene) scenario en het risicomodel.

Nadere informatie

WATERVERGUNNING (RAAM)

WATERVERGUNNING (RAAM) WATERVERGUNNING (RAAM) Voor het aanleggen van glasvezel bij watergangen op de locatie nabij Burgemeester Middelweerdbaan 1 in De Meern Datum 30 augustus 2018 Zaaknummer 31735 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1

Nadere informatie

Mandaatbesluit. Overwegende,

Mandaatbesluit. Overwegende, Mandaatbesluit Het college van gedeputeerde staten/burgemeester en wethouders en de commissaris van de Koning/ burgemeester van >naam deelnemer

Nadere informatie

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum

WATERVERGUNNING. Zaaknummer Datum WATERVERGUNNING Voor het aanleggen van peilscheidingen in een tertiaire watergang en het opzetten van het waterpeil in deze watergang gedurende een deel van het jaar op de locatie bij Rietveld 78 in Woerden

Nadere informatie

REGELING AMBTELIJKE ORGANISATIE GEMEENTE HILLEGOM. Vastgesteld in vergadering van het college van de gemeente Hillegom op 5 oktober 2004, B&W nummer..

REGELING AMBTELIJKE ORGANISATIE GEMEENTE HILLEGOM. Vastgesteld in vergadering van het college van de gemeente Hillegom op 5 oktober 2004, B&W nummer.. REGELING AMBTELIJKE ORGANISATIE GEMEENTE HILLEGOM Vastgesteld in vergadering van het college van de gemeente Hillegom op 5 oktober 2004, B&W nummer.. HOOFDSTUK 1 Artikel 1 De structuur van de ambtelijke

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 24 juni 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Stichting ALS

Nadere informatie

Wijziging mandaat- en machtigingsbesluit algemeen directeur Stichting Waternet(3B, 2014, 94)

Wijziging mandaat- en machtigingsbesluit algemeen directeur Stichting Waternet(3B, 2014, 94) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 29718 28 mei 2014 Wijziging mandaat- en machtigingsbesluit algemeen directeur Stichting Waternet(3B, 2014, 94) Afdeling 3B Nummer 94 Publicatiedatum

Nadere informatie

Mandaatregeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Mandaatregeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016 Het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft; Gelet op; Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht; Artikel

Nadere informatie

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen, VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING BRANDWEER PARKSTAD LIMBURG 2005 Het Algemeen Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg,

Nadere informatie

Leidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD

Leidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD Rijkswaterstaat Waterdienst Leidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD 16 oktober 2009 Rijkswaterstaat Waterdienst Leidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD 16 oktober 2009

Nadere informatie

Bijlagenboek. Processen Bevolkingszorg

Bijlagenboek. Processen Bevolkingszorg Bijlagenboek Processen Bevolkingszorg Dit bijlagenboek is voor het laatst herzien op : 10-12-2013 Colofon Format: Bureau Bevolkingszorg Actualisatie: Bureau Bevolkingszorg Versie geschiedenis: Versiedatum

Nadere informatie

CALAMITEITENPLAN Wetterskip Fryslân

CALAMITEITENPLAN Wetterskip Fryslân CALAMITEITENPLAN Wetterskip Fryslân d.d. 7 juni 2007 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Leeswijzer... 5 3 Wetterskip Fryslân en calamiteiten... 6 3.1 Criteria voor calamiteiten... 6 3.2 Inperking... 7

Nadere informatie

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg

Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg Sturingsfilosofie en Organisatiestructuur Waterschap Limburg Uitgangspunten, hoofdlijnen en vervolgprocedure November 2015 Inhoud Bestuursopdracht als kader Visie 2020 en WBP als basis voor sturing en

Nadere informatie

Calamiteitenplan 2014 waterschap Hollandse Delta

Calamiteitenplan 2014 waterschap Hollandse Delta Calamiteitenplan 2014 waterschap Hollandse Delta Bezoekadres: Postadres: Handelsweg 100 Postbus 4103 2988 DC Ridderkerk 2980 GC Ridderkerk Telefoonnummer (T) 088 9743000 Fax nummer (T) 088 9743001 E-mail

Nadere informatie

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel; Mandaatbesluit Omgevingsdienst Brabant Noord 2014 De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel; gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende

Nadere informatie

De Waterwet in het kort De Waterwet. in het kort

De Waterwet in het kort De Waterwet. in het kort De Waterwet in het kort De Waterwet in het kort Waarom een nieuwe Waarom een nieuwe Waterwet? Waterwet? Klimaatverandering Nederland is een waterland. Dat een groot deel van ons land onder de zeespiegel

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe

Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe Vastgesteld in AB VRD 18-12-2013 1 Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe Het algemeen bestuur,

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente [naam deelnemer],

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente [naam deelnemer], Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen 2018 Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente [naam deelnemer], of: het college van gedeputeerde staten en de commissaris

Nadere informatie

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft; GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN BOLLENSTREEK De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft; overwegende dat: - zij

Nadere informatie

MANDAATBESLUIT GEMEENTE AMSTELVEEN. Artikel 1. Begripsomschrijvingen

MANDAATBESLUIT GEMEENTE AMSTELVEEN. Artikel 1. Begripsomschrijvingen MANDAATBESLUIT GEMEENTE AMSTELVEEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit en het bijbehorende mandatenoverzicht wordt verstaan onder: a. mandaatgever: het bestuursorgaan dat mandaat verleent; b.

Nadere informatie

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht Archiefverordening RUD Utrecht 2014 Het algemeen bestuur van de RUD Utrecht gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van RUD Utrecht Gelet op: artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995

Nadere informatie

Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren

Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren Het doel van deze factsheet is het delen van de ervaringen die in het land zijn opgedaan en het geven van handvatten voor operationeel

Nadere informatie