Handleiding. Koel-/vriescombinatie LIFETEC MD 37100

Transcriptie

1 Handleiding Koel-/vriescombinatie LIFETEC MD 37100

2 Inhoud 1. Over deze handleiding In deze handleiding gebruikte waarschuwingssymbolen en -woorden Gebruik voor het beoogde doel Informatie over het apparaat Informatie over het gebruikte koelmiddel R600a Inhoud van de verpakking Veiligheidsinstructies Onbevoegde personen Algemene veiligheidsinstructies Transport Opstelling en elektrische aansluiting Schoonmaken en onderhoud Storingen Overzicht van de koel-/vriescombinatie Voorbereiding voor gebruik Omdraaien van de deuraanslag Aanbrengen van de afstandshouder Verwijderen en plaatsen van de glazen schappen Bediening van het apparaat Temperatuurregeling Tips voor energiebesparing Bewaren van de levensmiddelen in de koelruimte Diepvriezen van levensmiddelen Koel- en vriesruimte ontdooien Reiniging Onderhoud en reparatie Gloeilamp vervangen Storingen verhelpen Buiten gebruik stellen Afvoer Technische gegevens Verklaring van conformiteit Colofon van 16

3 1. Over deze handleiding Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. Neem de waarschuwingen op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing in acht. Bewaar de handleiding altijd binnen handbereik. Geef deze handleiding mee wanneer u het apparaat verkoopt of doorgeeft In deze handleiding gebruikte waarschuwingssymbolen en -woorden GEVAAR! Waarschuwing voor acuut levensgevaar! WAARSCHUWING! Waarschuwing voor mogelijk levensgevaar en/of ernstig onherstelbaar letsel! VOORZICHTIG! Neem alle aanwijzingen in acht om letsel en materiële schade te voorkomen! LET OP! Neem de aanwijzingen in acht om materiële schade te voorkomen! OPMERKING! Nadere informatie over het gebruik van het apparaat. OPMERKING! Neem de aanwijzingen in de handleiding in acht! WAARSCHUWING! Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken! Opsommingsteken/informatie over voorvallen die zich tijdens de bediening kunnen voordoen Advies over uit te voeren handelingen 4 van 16

4 2. Gebruik voor het beoogde doel Deze koelkast is bedoeld voor het koelen en invriezen van levensmiddelen. De koelkast is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, bijvoorbeeld in keukens voor winkelpersoneel, kantoren en andere zakelijke omgevingen; in plattelandswoningen en boerderijen; door klanten in hotels, motels en andere woonvoorzieningen; in bed & breakfasts. Bij gebruik in een zakelijke omgeving moeten de daarbij geldende voorschriften in acht worden genomen. Denk er aan dat het recht op garantie bij oneigenlijk gebruik komt te vervallen: breng geen wijzigingen aan zonder onze toestemming en gebruik geen accessoires die niet door ons zijn goedgekeurd of geleverd, gebruik alleen door ons geleverde of goedgekeurde (vervangende) onderdelen en accessoires, neem alle informatie in deze handleiding in acht, met name de veiligheidsvoorschriften, Elke andere toepassing wordt beschouwd als oneigenlijk gebruik en kan leiden tot letsel of schade. gebruik het apparaat niet onder extreme omgevingsomstandigheden. 3. Informatie over het apparaat In het koelcircuit wordt gebruikgemaakt van het koelmiddel R600a (vrij van CFK's EN HFK's). Het koelcircuit is gecontroleerd op lekkage. Dit komt overeen met de geldende veiligheidsvoorschriften voor elektrische apparatuur. Energieklasse A++ Klimaatklasse SN 3.1. Informatie over het gebruikte koelmiddel R600a In deze koelkast wordt gebruik gemaakt van R600a en cyclopentaan als 100% CFK-vrij koel- en isolatiemiddel. Hierdoor wordt de ozonlaag beschermd en het zogenaamde broeikaseffect verminderd. Deze apparaten zijn herkenbaar aan de vermelding "Koelmiddel R600a" op het typeplaatje. Let erop dat het koelcircuit niet beschadigd raakt omdat R600a, wanneer het vrijkomt, in geringe mate kan bijdragen aan het broeikaseffect. Dit geldt zowel voor het transport als tijdens de volledige levensduur van de koelkast. Let erop dat dit type apparaten volgens de plaatselijk geldende voorschriften vakkundig moet worden afgevoerd. 4. Inhoud van de verpakking Controleer bij het uitpakken of de volgende onderdelen zijn meegeleverd: Koel-/vriescombinatie 3 grote glazen schappen 1 klein glazen schap 1 inzet voor het vriesvak 1 eierbakje 1 groente-/fruitlade 4 opbergvakken in de deur 1 ijblokjesbakje 2 afstandshouder 5 van 16

5 5. Veiligheidsinstructies 5.1. Onbevoegde personen Berg het apparaat en de accessoires buiten bereik van kinderen op. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of kennis, mits deze personen onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in het gebruik van het apparaat zodat zij de daarmee samenhangende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen tenzij deze 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan; Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt van het apparaat en het netsnoer worden gehouden. Houd ook de plastic verpakkingen buiten het bereik van kinderen. Hierbij bestaat gevaar voor verstikking! 5.2. Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Onjuist gebruik kan schade aan het apparaat veroorzaken en uw gezondheid in gevaar brengen. De volgende adviezen moeten absoluut in acht worden genomen: GEVAAR! Geen explosieve stoffen zoals bijvoorbeeld spuitbussen met brandbaar drijfgas in of bij het apparaat bewaren. Bij het inschakelen van de thermostaat kunnen vonken ontstaan. Er bestaat gevaar voor EXPLOSIE! GEVAAR! Beschadiging van het koelmiddelcircuit moet worden voorkomen. Wanneer het koelmiddel in contact komt met de huid of de ogen bestaat er gevaar voor letsel. Spoel de ogen indien nodig direct met schoon water af en raadpleeg een arts. GEVAAR! Beschadiging van het koelmiddelcircuit moet worden voorkomen. Hierbij bestaat gevaar voor ontbranding! Gebruik binnen in de koel-/vriesruimte geen elektrische apparatuur die niet door de fabrikant is vrijgegeven of goedgekeurd. Maak voor sneller ontdooien geen gebruik van andere mechanische voorzieningen of hulpmiddelen dan hetgeen de fabrikant adviseert. Open vlammen in de directe omgeving vermijden. Aanpassing van het koelmiddelcircuit is niet toegestaan en kan het recht op garantie aantasten. Beschadigde aansluitleidingen mogen uitsluitend door een geautoriseerde werkplaats of door de technische klantenservice worden vervangen om gevaarlijke situaties te voorkomen. LET OP! Leg het apparaat niet op de zij- of achterkant. Er bestaat gevaar voor olielekkage vanuit de compressor naar het koelmiddelcircuit dat daardoor verstopt kan raken. Wanneer het koelsysteem is beschadigd, moet de ruimte waarin het apparaat is opgesteld enkele minuten goed geventileerd worden. (De ruimte moet een volume hebben van minimaal 4 m³.) 5.3. Transport Het apparaat indien mogelijk altijd rechtopstaand vervoeren. Bij kanteling van meer dan 40 tijdens transport, pas na 2 uur op het lichtnet aansluiten en inschakelen zodat het koelmiddelcircuit na het transport tot rust kan komen. Stel het apparaat niet bloot aan regen of spatwater. 6 van 16

6 Alle gebruikte verpakkingsmateriaal (zakken, polystyreen etc.) buiten bereik van kinderen opslaan. Hierbij bestaat gevaar voor verstikking Opstelling en elektrische aansluiting Vóór het aansluiten Het apparaat uitpakken en het plakband verwijderen. Eventueel achtergebleven lijmresten met een mild schoonmaakmiddel verwijderen. De delen van gevormd polystyreen (piepschuim) van de verpakking apart afvoeren. De binnenruimte van het apparaat en de accessoires en onderdelen met lauwwarm water en een mild schoonmaakmiddel afspoelen en laten drogen. Na het opstellen controleren of het apparaat niet op de aansluitkabel staat Plaats van opstelling LET OP! Wacht nadat de koelkast op de definitieve plaats is opgesteld 2 uur alvorens het apparaat op het lichtnet aan te sluiten zodat het koelcircuit na het transport tot rust kan komen. De koel-/vriescombinatie opstellen in een droge en geventileerde ruimte. Niet blootstellen aan direct zonlicht. Niet opstellen in de directe omgeving van warmtebronnen zoals kookplaten, verwarmingsradiatoren, vloerverwarming etc. Wanneer opstellen in de directe omgeving van een warmtebron niet kan worden vermeden, moet u gebruikmaken van een geschikte isolatie of de volgende minimale afstanden aanhouden: tot elektrische of gaskookplaten etc.: ca. 3 cm, tot olie- of kolenkachels: ca. 30 cm. Bij het opstellen naast een ander koelapparaat, moet aan de zijkanten een afstand van 10 cm in acht worden genomen. Het apparaat werkt zonder storingen bij een omgevingstemperatuur van +10 C tot +32 C. WAARSCHUWING! Voor voldoende ventilatie moet aan alle kanten een vrije ruimte van 30 cm worden aangehouden. Monteer de meegeleverde afstandshouder om voldoende ventilatie te waarborgen. Om de deur correct te kunnen openen, moet een straal van ca. 60 cm voor het apparaat worden vrijgehouden. De koelkast moet waterpas worden opgesteld, oneffenheden in de vloer moeten door het in- of uitdraaien van de beide voetjes worden gecompenseerd Netsnoeraansluiting Sluit het apparaat alleen aan op een correct geïnstalleerd en goed bereikbaar stopcontact van V~, 50 Hz in de buurt van de plaats waar de koelkast staat opgesteld. Zorg dat het stopcontact altijd goed toegankelijk is zodat de koelkast indien nodig snel spanningsvrij kan worden gemaakt. Zorg ervoor dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Het aansluitsnoer mag niet ingeklemd of platgedrukt worden Schoonmaken en onderhoud WAARSCHUWING Maak voor sneller ontdooien geen gebruik van andere mechanische voorzieningen of hulpmiddelen dan hetgeen de fabrikant adviseert. Gebruik hiervoor bijv. geen elektrische verwarmingen, heteluchtblazers of een haarföhn. 7 van 16

7 WAARSCHUWING! Er bestaat gevaar voor een elektrische schok door spanningvoerende onderdelen. Neem daarom de volgende aanwijzingen in acht: Voor het begin van reinigingsof onderhoudswerkzaamheden moet de temperatuurregelaar van de thermostaat op "O" worden gezet en moet de stekker uit het stopcontact worden getrokken. (Trek hierbij aan de stekker, niet aan de kabel.) Wanneer de stekker niet bereikbaar mocht zijn, moet de in de huisinstallatie aangebrachte zekering worden uitgeschakeld. Gevoelige oppervlakken: Olie en vet mogen niet in contact komen met de kunststoffen en de afdichting van de deur omdat het oppervlak daardoor poreus en bros kan worden Storingen WAARSCHUWING! Er bestaat gevaar voor een elektrische schok door spanningvoerende onderdelen. Neem daarom de volgende aanwijzingen in acht: Probeer in geen geval zelf een onderdeel van het apparaat te openen en/of te repareren. Daarbij bestaat gevaar voor een elektrische schok. Neem bij storingen contact op met ons servicecentrum of een andere geschikte reparatiedienst. 8 van 16

8 6. Overzicht van de koel-/vriescombinatie 1) Deurvakken 2) Voetjes, transportrollers (aan de achterkant) 3) Groente-/fruitlade 4) Compressor (aan de achterkant) 5) Glazen schappen 6) Thermostaat, omgevingsschakelaar 7) Inlegrooster voor het vriesvak 7. Voorbereiding voor gebruik 7.1. Omdraaien van de deuraanslag Zet de thermostaat in de positie "0". Trek de stekker uit het stopcontact. Ruim het apparaat uit. Draai de twee borgschroeven van de afdekking aan de achterkant los. Verwijder de blinddoppen op de afdekking en de deuren door deze bijv. met een platte schroevendraaier los te maken. Draai de beide schroeven in de afdekking met een kruiskopschroevendraaier los. Verwijder de afdekking. Draai de bevestigingsschroeven van het scharnier los en verwijder het scharnier van de bovenste deur. Til de bovenste deur uit de onderste verankering. Verwijder het middelste scharnier door de bevestigingsschroeven los te draaien. Verwijder de onderste deur. 9 van 16

9 10 van 16 LET OP! Bij het bovenste en het onderste scharnier bevindt zich tussen het scharnier en het apparaat elk een ring. Plaats deze ring bij het monteren weer in de juiste positie tussen het scharnier en het apparaat. Verwissel nu de voet en het scharnier aan de onderkant van het apparaat. Draai de resp. geperforeerde plaat van de bovenste, middelste en onderste scharnier zodat de boringen in de geperforeerde plaat samenvallen met de boringen in het apparaat. Verplaats nu de middelste scharnier naar de tegenoverliggende kant. Plaats nu de onderste deur op het onderste scharnier door de uitsparing aan de onderkant van de deur op de pen te zetten. Plaats nu de geleiderail van het middelste scharnier in de deur. Draai de schroeven nog niet helemaal vast om de deur nog te kunnen uitlijnen. Pas wanneer de deur gelijkmatig kan worden gesloten, mogen de schroeven vast worden aangedraaid. Plaats de bovenste deur op het middelste scharnier. Bevestig het middelste scharnier ook met de bevestigingsschroeven. Draai de schroeven nog niet helemaal vast om de deur nog te kunnen uitlijnen. Pas wanneer de deur gelijkmatig kan worden gesloten, mogen de schroeven vast worden aangedraaid. Plaats de afdekking terug en bevestig de afdekking met de beide schroeven op de koelkast en aan de onderkant van het apparaat. Sluit de gaten op de koelkast en in de deuren met de blinddoppen Aanbrengen van de afstandshouder Draai de koelkast zo, dat u aan de achterkant kunt komen. Schroef de meegeleverde afstandshouder in de bijbehorende voorziening om voldoende ventilatie te waarborgen Verwijderen en plaatsen van de glazen schappen Om een glazen schap te kunnen verwijderen, moet de deur volledig worden geopend. Til het schap met beide handen op en verwijder het schap uit de koelruimte. Volg de onderstaande stappen voor de montage van het schap: Schap in de achterste uitsparingen in de wand van de koelruimte plaatsen. 8. Bediening van het apparaat 8.1. Temperatuurregeling De instelling van de thermostaat zorgt voor een automatische temperatuurregeling in de koel- en de vriesruimte. De thermostaat kan op 8 standen worden ingesteld: "0" Het apparaat is uitgeschakeld "1" Het laagste koelvermogen (het warmst) "2" - "5" Tussenstanden "7" Het hoogste koelvermogen (het koudst) OPMERKING! De koel- en de vriesruimte niet vullen voordat het apparaat is afgekoeld. Vóór het inleggen van verse levensmiddelen de thermostaat in de stand "7" zetten. Na 3 uur in de middelste stand zetten Omgevingsschakelaar Bij lage omgevingstemperaturen vanaf ca. 15 C kan het in het vriesvak te warm worden omdat de koelcompressor door de lage omgevingstemperatuur minder vaak wordt ingeschakeld. Hierdoor kunnen de bevroren levensmiddelen (deels) ontdooid raken. Om het stijgen van de temperatuur in het vriesvak bij lage buitentemperatuur te voorkomen, is het apparaat uitgerust met een omgevingsschakelaar. Omgevingstemperatuur lager dan 15 C Wanneer bij een omgevingstemperatuur lager dan 15 C en een ingestelde tussenpositie van 3-4 de binnentemperatuur van -18 C in het vriesvak wordt overschreden, kunt u de omgevingsschakelaar in de koelruimte op de positie "ON" zetten.

10 De koelcompressor zal dan vaker worden ingeschakeld. Hierdoor wordt de vereiste temperatuur van ca. -18 C gewaarborgd. Omgevingstemperatuur hoger dan 15 C Wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan 15 C, zet u de omgevingsschakelaar in de positie "OFF" om onnodig energieverbruik te voorkomen. De koeling van het apparaat werkt dan weer met normaal vermogen Tips voor energiebesparing Stel de koelkast niet op in de directe omgeving van een warmtebron (verwarmingsradiator of kookplaat etc.). Rondom de koel-/vriescombinatie moet een ongehinderde luchtstroom worden gewaarborgd. Tijdens het ontdooien de bevroren artikelen in de koelruimte leggen. Op die manier kan de lage temperatuur van de bevroren artikelen worden gebruikt voor de koeling van de levensmiddelen in de koelruimte. Wanneer zich een ijslaag heeft gevormd, moet het apparaat worden ontdooid. Een dikke ijslaag beperkt de overdracht van de koude en zorgt daardoor voor een hoger energieverbruik. Bij het inleggen en uitnemen van de levensmiddelen de deur zo kort mogelijk openen. Wanneer de deur slechts korte tijd geopend is, wordt er minder ijs op de binnenwanden van de vriesruimte afgezet. De instelling van de temperatuurregelaar kiezen aan de hand van de hoeveelheid ingelegde levensmiddelen Bewaren van de levensmiddelen in de koelruimte Ontdooide levensmiddelen, ook gedeeltelijk ontdooid, mogen niet opnieuw worden ingevroren. Dranken in flessen en blik, in het bijzonder koolzuurhoudende dranken, mogen niet in de vriesruimte worden bewaard omdat de flessen en blikjes kunnen springen. De uit de vriesruimte gehaalde levensmiddelen (ijs, ijsblokjes etc.) niet direct in de mond nemen. Lage temperaturen kunnen gevoelige brandwonden veroorzaken. Levensmiddelen op borden, in bakjes of geschikte dozen bewaren. Verdeel de levensmiddelen gelijkmatig over het apparaat. Let erop dat de levensmiddelen niet in contact komen met de achterwand van de koelruimte omdat daardoor rijp of vocht kan ontstaan. Geen servies met warme levensmiddelen in de koelruimte plaatsen. Hierdoor kan het servies springen. Levensmiddelen die gemakkelijk vreemde geuren aannemen zoals boter, melk, kwark en levensmiddelen die zelf een sterke geur hebben, zoals vis, gerookte artikelen, kaas etc. goed verpakken resp. in gesloten dozen bewaren. Levensmiddelen aan de hand van het soort en de gevoeligheid in de juiste koelzones leggen. De opslag van groente met een hoog watergehalte kan neerslag van waterdamp boven de groenteladen veroorzaken. Dit heeft echter geen invloed op de correcte werking van de koelruimte. De groente moet vóór het plaatsen in de koelruimte goed worden afgedroogd. Een hoog watergehalte in de groente (bijv. bij bladgroente of komkommers) verkort de bewaartijd. LET OP Gevoelige oppervlakken: Olie en vet mogen niet in contact komen met de kunststoffen en de afdichting van de deur omdat het oppervlak daardoor poreus en bros kan worden Diepvriezen van levensmiddelen Vrijwel alle levensmiddelen kunnen worden ingevroren met uitzondering van groente die rauw wordt genuttigd, zoals sla. Alleen levensmiddelen van goede kwaliteit zijn geschikt om te worden ingevroren. Verdeel de levensmiddelen in porties voor eenmalig verbruik om te voorkomen dat ontdooide levensmiddelen opnieuw worden ingevroren. De levensmiddelen in geurvrij, lucht- en vochtdicht en vet- en loogongevoelig verpakkingsmateriaal verpakken. Polyethyleen- en aluminiumfolie is het beste geschikt. De verpakking moet dicht zijn en nauw op de levensmiddelen aansluiten. Gebruik geen glazen verpakkingen omdat glas kan springen. 2 tot 3 uur voor het inleggen van verse in te vriezen levensmiddelen, de temperatuurregelaar in de positie "7" zetten. Na het inleggen van verse, in te vriezen levensmiddelen, de temperatuurregelaar in een van de posities "3" of "4" zetten. Wanneer u vaststelt dat de temperatuur n de koelruimte tijdens het invriezen als gevolg van de ongunstige omgevingsomstandigheden van het apparaat of een grote hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen onder 0 C is gedaald, kan de temperatuurregelaar in een van de hoekinstellingen op "1" tot "2" worden versteld zodat de compressor een tijdje wordt uitgeschakeld. Na ca. 2 tot 3 uur moet de temperatuurregelaar dan in de normale stand worden gezet. Dat is van belang wanneer de levensmiddelen, die zeer gevoelig zijn voor temperaturen onder 0 C in de koelruimte worden bewaard (zoals eieren, vloeistoffen in glas etc.). In de vriesruimte kan fruit worden ingevroren en kunnen ijsblokjes worden gemaakt. 11 van 16

11 Levensmiddelen ontdooien Afhankelijk van het gebruik, kunnen de levensmiddelen in het apparaat in een met lauwwarm water gevulde bak, in een magnetron, bij omgevingstemperatuur of in de oven worden ontdooid. Groenten en fruit die voor koken zijn bedoeld hoeven niet te worden ontdooid. Ontdooide levensmiddelen moeten zo mogelijk nog op dezelfde dag worden opgebruikt of in de koelruimte uiterlijk tot de volgende dag worden bewaard. Ontdooide levensmiddelen, ook gedeeltelijk ontdooid, mogen niet opnieuw worden ingevroren Koel- en vriesruimte ontdooien Op de achterwand van de koelruimte ontstaat na verloop van tijd een laag rijp. Deze wordt automatisch verwijderd. Tijdens het ontdooien kunnen met het condensaat ook verontreinigingen in de trechteropening van de afvoer terecht komen. Daardoor kan de afvoeropening beschadigd raken. Deze kunt u voorzichtig doorsteken om verstoppingen te voorkomen. Het apparaat werkt in cycli: Er wordt gekoeld (op de achterwand ontstaat een rijplaag), vervolgens wordt er ontdooid (het water loopt van de achterwand af). Grote ijsafzettingen aan de vriesoppervlakken tasten de efficiëntie van het apparaat aan en veroorzaken een hoger energieverbruik. Voordat u het apparaat ontdooit, zet u de temperatuurregelaar enkele uren in stand "7". De bevroren artikelen kunnen op die manier langer bij omgevingstemperatuur worden bewaard. WAARSCHUWING Maak voor sneller ontdooien geen gebruik van andere mechanische voorzieningen of hulpmiddelen dan hetgeen de fabrikant adviseert. Gebruik hiervoor bijv. geen elektrische verwarmingen, heteluchtblazers of een haarföhn. Het wordt aangeraden om het apparaat minimaal eenmaal per jaar te ontdooien. De bevroren levensmiddelen uit de vriesruimte nemen, met enkele lagen krantenpapier en eventueel een deken omwikkelen en op een koele plaats bewaren. De koelkast leegmaken. Na ca. een half uur kan de rijplaag met behulp van een kunststof of houten spatel gemakkelijk van de gladde wanden worden verwijderd. De spatels worden niet meegeleverd. De vriesruimte schoonmaken en laten drogen. Alle accessoires en elementen zorgvuldig afwassen (groentelade, deurvakken, glazen schappen, schapdragers). Zie het hoofdstuk "Reiniging". Het apparaat volgens het desbetreffende hoofdstuk in de handleiding weer inschakelen. 9. Reiniging WAARSCHUWING! Stroomvoerende onderdelen. Er bestaat gevaar voor een elektrische schok. Voor het begin van reinigings- of onderhoudswerkzaamheden moet de temperatuurregelaar van de thermostaat op "O" worden gezet en moet de stekker uit het stopcontact worden getrokken. (Trek hierbij aan de stekker, niet aan de kabel.) Wanneer de stekker niet bereikbaar mocht zijn, moet de in de huisinstallatie aangebrachte zekering worden uitgeschakeld. Het volledige apparaat, met uitzondering van de deurafdichting, met een milde zeepoplossing afwassen. De deurafdichting wassen met schoon water, afvegen en laten drogen. Schuurmiddelen en zuurhoudende schoonmaakmiddelen zijn niet geschikt voor de reiniging. OPMERKING! De glazen schappen zijn gemaakt van gehard glas en zijn bestand tegen de vaatwasser. 12 van 16

12 10. Onderhoud en reparatie WAARSCHUWING! Stroomvoerende onderdelen. Er bestaat gevaar voor een elektrische schok. Voor het begin van reinigings- of onderhoudswerkzaamheden moet de temperatuurregelaar van de thermostaat op "O" worden gezet en moet de stekker uit het stopcontact worden getrokken. (Trek hierbij aan de stekker, niet aan de kabel.) Wanneer de stekker niet bereikbaar mocht zijn, moet de in de huisinstallatie aangebrachte zekering worden uitgeschakeld Gloeilamp vervangen De temperatuurregelaar in de positie "O" zetten en de stekker uit het stopcontact trekken. Schroefje van de lampafdekking met een kruiskopschroevendraaier losdraaien en de afdekking verwijderen. Doorgebrande gloeilamp vervangen door een nieuwe lamp met de volgende technische gegevens: nominale spanning V, vermogen max. 15 W, schroefdraad E14. Maximaal toegestane afmetingen: diameter - 26 mm, lengte 55 mm. Lampafdekking terugplaatsen en met het schroefje bevestigen. 11. Storingen verhelpen Tijdens gebruik kunnen er storingen optreden. Controleer aan de hand van de onderstaande tabel of u het probleem zelf kunt oplossen. Aanpassing van het koelmiddelcircuit is niet toegestaan en kan de garantie doen vervallen. Neem bij storingen contact op met ons servicecentrum of een andere geschikte reparatiedienst. Storing Oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet Onderbreking in het elektrische Controleer of de stekker in het stopcontact zit. circuit Controleer door aansluiten van een ander elektrisch apparaat (bijv. een nachtlampje) of er spanning op het stopcontact staat. Controleer of het netsnoer is beschadigd. De compressor wordt zelden ingeschakeld Controleer of de omgevingstemperatuur niet lager is dan 10 C. De binnenverlichting werkt niet De gloeilamp zit los Controleer eerst de voorgaande mogelijkheid (het apparaat werkt niet) De gloeilamp vastzetten of, indien doorgebrand, vervangen. 13 van 16

13 Storing Oorzaak Oplossing De temperatuur in de beide ruimten is niet laag genoeg. De deur kan niet dicht worden gesloten of wordt te vaak geopend De levensmiddelen zo plaatsen dat het sluiten van de deur niet wordt verhinderd. De deur kort openen. De omgevingstemperatuur is lager dan 15 C en de omgevingsschakelaar is niet ingeschakeld. Omgevingsschakelaar in de positie "ON" zetten. De omgevingstemperatuur is hoger dan +32 C Het apparaat is ontworpen om te werken bij temperaturen van +10 C tot +32 C. De luchtstroom achter het apparaat is onvoldoende Plaats het apparaat verder van de wand. Het apparaat staat direct in de zon of naast een warmtebron Stel het apparaat op een andere plaats op. In het onderste deel van de koelruimte verzamelt zich water De levensmiddelen komen direct in contact met de achterwand van de koelruimte De levensmiddelen van de achterwand weg plaatsen. De afvoeropening is verstopt De afvoeropening voor condensaatdruppels met een dun, rond voorwerp doorsteken Het apparaat maakt te veel herrie Het apparaat is niet correct opgesteld Correct (waterpas) opstellen Het apparaat komt in contact met meubels of andere voorwerpen Het apparaat vrij opstellen zodat het niet in contact komt met andere voorwerpen. 12. Buiten gebruik stellen Wanneer het apparaat gedurende een langere tijd niet wordt gebruikt, moeten de volgende stappen worden genomen: 14 van 16 Eerst de temperatuurregelaar in de positie "O" zetten en de stekker uit het stopcontact trekken. Het apparaat leegmaken. De koel- en vriesruimte schoonmaken en laten drogen. Alle accessoires en elementen (groentelade, deurvakken, glazen schappen, schapdragers etc.) zorgvuldig wassen. De deur open laten staan om de vorming van onaangename geuren en schimmel te voorkomen.

14 13. Afvoer Apparaat Afgedankte apparatuur mag niet met huishoudelijk afval worden afgevoerd. Volgens richtlijn 2012/19/EU moet oude apparatuur aan het einde van de levensduur volgens voorschrift worden afgevoerd. Hierbij worden de bruikbare grondstoffen in het apparaat voor recycling gescheiden waarmee de belasting van het milieu wordt beperkt. Lever het afgedankte apparaat voor recycling in bij een inzamelpunt voor elektrisch afval of een algemeen inzamelpunt voor recycling. Neem voor verdere informatie contact op met uw plaatselijke reinigingsdienst of met uw gemeente. Knip vóór het afvoeren de kabel af. Verpakking Dit apparaat is verpakt om het tijdens transport te beschermen tegen beschadiging. Verpakkingen zijn grondstoffen en kunnen worden hergebruikt of teruggebracht in de grondstoffenkringloop. 14. Technische gegevens Energieklasse: A++ Bruto-inhoud (totaal) 217 liter Netto-volume: 212 liter Netto-inhoud koelruimte: 172 liter Neto-inhoud vriesruimte: 40 liter Beschermingsklasse I Klimaatklasse: SN Nom. spanning: V~ Nominale frequentie: 50 Hz Nominaal stroomverbruik: 0,5 A Lamp: 15 W Energieverbruik: 0,455 kwh/ 24 uur = 166 kwh gedurende 1 jaar Vriesvermogen: 2 kg / 24 uur Koelmiddel: R600a Hoeveelheid koelmiddel: 41 g Isolatiegas: cyclopentaan Gewicht 41 kg netto Afmetingen (incl. afstandshouder) (B x H x D in mm) 550 x 1415 x 580 Technische wijzigingen voorbehouden! 15. Verklaring van conformiteit Hierbij verklaart MEDION AGdat deze koelkast voldoet aan de primaire eisen en de andere relevante voorschriften van de richtlijn 2006/95/EG (laagspanningsrichtlijn) en 2004/108/EG (elektromagnetische compatibiliteit) en de verordening (EG) Nr. 935/2004. De volledige verklaring van conformiteit is te vinden op 15 van 16

15 16. Colofon Copyright 2015 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd. Vermenigvuldiging in mechanische, elektronische of enige andere vorm zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden. Het copyright berust bij de firma: Medion AG Am Zehnthof Essen Duitsland De handleiding is via de Service Hotline te bestellen en is via het serviceportal beschikbaar voor download. U kunt ook de bovenstaande QR-code scannen en de handleiding via het serviceportal naar uw mobiele toestel downloaden. 16 van 16

16 NL Medion B.V. John F. Kennedylaan 16a 5981 XC Pannungen Nederland Hotline: ( 1 per gesprek) Fax ( 1 per fax) Maak gebruik van het contactformulier onder: 44ZA/2015