NOTA hetvoorziterschap de MultidisciplinaireGroepgeorganiseerdecriminaliteit(MDG)

Transcriptie

1 ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,3juli2007(8.07) (OR.en) Interinstitutioneeldosier: 2006/003(COD) PUBLIC 8947/2/07 REV2 LIMITE CRIMORG75 MI98 CODEC423 COMIX42 NOTA van: aan: nr.vorigdoc.: Betreft: hetvoorziterschap de MultidisciplinaireGroepgeorganiseerdecriminaliteit(MDG) 5423/07CRIMORG MI7CODEC57COMIX /07CRIMORG49 MI63CODEC492 VoorstelvooreenrichtlijnvanhetEuropeesParlementendeRaadtotwijziging vanrichtlijn9/477/eeginzakedecontroleopdeverwervingenhetvoorhanden hebbenvanwapens. DeCommisieheeftop2maart2006bovengenoemdvoorstel ingediend,datstrekttot aanpasingvanrichtlijn9/477/eegvan8juni99aanhetvn-protocoltegendeilegale vervaardigingvanenhandelinvuurwapens,hunonderdelen,componentenenmunitie, gehechtaanhetvn-verdragtegengrensoverschrijdendegeorganiseerdemisdaadvan3mei 200(het"vuurwapenprotocol").DeCommisieheefthetvuurwapenprotocolnamensde EuropeseGemeenschap(namachtigingdoordeRaadop6oktober200)ondertekend.Ook demeestelidstatenhebbenhetprotocolondertekend. 7258/06CRIMORG49 MI63CODEC492COMIX /2/07REV2 rts/yen/rv DGH2B LIMITE NL

2 2. Het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) heeft in juni 2006 besloten dat het voorstel moest worden toegewezen aan de Multidisciplinaire Groep georganiseerde criminaliteit (MDG). Het voorstel is in de MDG/het Gemengd Comité besproken op 20 juni, 7 juli, 4 september, 7 november en 20 december UK, FR, BE, AT, CH, PT, DK, ES, IE, LV, PT, CZ en SE maakten bij het voorstel een studievoorbehoud en IE, UK en DK een voorbehoud voor parlementaire behandeling. 3. In de vergadering van de MDG van 20 december 2006 stelde de Duitse delegatie voor dit voorstel aan de Raadsgroep technische harmonisatie voor te leggen, zodat die een advies aan de MDG zou kunnen uitbrengen. De Groep technische harmonisatie heeft een advies uitgebracht dat bij besluit van 30 maart van 2007 van het Comité van permanente vertegenwoordigers (e deel) aan de MDG is toegezonden. Het advies van de Groep technische harmonisatie is op 24 april 2007 aan de MDG voorgelegd, en is door de MDG op mei 2007 verder besproken. De tekst is na de bespreking in de MDG op 28 juni 2007 nog licht herzien. 4. Met het oog op een akkoord met het Parlement in eerste lezing zal de tekst uiteraard nog moeten worden aangepast. Het voorzitterschap heeft daartoe een afzonderlijke nota opgesteld /06 CRIMORG 85 MI 20 CODEC /07 CRIMORG 9 MI 7 CODEC 739 COMIX /2/07 REV 2 rts/yen/rv 2 DG H 2B LIMITE NL

3 BIJLAGE Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 9/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens HET EUROPEES PARTLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 2, Handelend volgens de procedure van artikel 25 van het Verdrag 3, Overwegende hetgeen volgt: () Richtlijn 9/477/EEG van de Raad van 8 juni 99 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens 4 vormt een begeleidende maatregel van de interne markt. De richtlijn brengt een evenwicht tot stand tussen enerzijds de verplichting een zekere mate van vrij verkeer voor bepaalde vuurwapens binnen de Europese Gemeenschap te waarborgen, en anderzijds de noodzaak deze vrijheid in te perken door bepaalde aan dit type producten aangepaste beveiligingsmaatregelen. (2) Overeenkomstig Besluit 200/748/EG van de Raad van 6 oktober 200 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van het Protocol, gehecht aan het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, betreffende de bestrijding van illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, onderdelen ervan en munitie 5, heeft de Commissie namens de Gemeenschap het genoemde protocol (hierna "het protocol") ondertekend PB C van, blz.. PB C van, blz.. PB C van, blz.. PB L 256 van , blz. 5. PB L 280 van , blz /2/07 REV 2 rts/yen/rv 3

4 (3) Wegens de toetreding van de Gemeenschap tot het protocol moeten enkele bepalingen van Richtlijn 9/477/EEG worden gewijzigd. De voor die richtlijn relevante internationale verplichtingen dienen namelijk zo snel mogelijk, op coherente en doeltreffende wijze, te worden nagekomen. (4) Derhalve dient verduidelijkt te worden wat in de zin van de richtlijn wordt verstaan onder de begrippen illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, onderdelen en componenten daarvan en munitie. (5) Bovendien bepaalt het protocol dat vuurwapens gemarkeerd dienen te worden bij de vervaardiging, en ook wanneer uit staatsvoorraden afkomstige wapens met het oog op permanent civiel gebruik op de civiele markt worden gebracht, terwijl Richtlijn 9/477/EEG alleen een indirecte verwijzing naar verplichte markering bevat. (6) Verder dient de minimumperiode gedurende welke de registers van wapenhandelaars met gegevens over wapens bewaard moeten worden, verlengd te worden tot tien jaar, zoals het protocol bepaalt. (7) Ook dient verduidelijkt te worden dat de activiteiten van makelaars of tussenpersonen, waarnaar artikel 5 van het protocol verwijst, onder de definitie van "wapenhandelaar" van de richtlijn vallen. (8) Het protocol verlangt in bepaalde ernstige gevallen de toepassing van strafrechtelijke sancties en confiscatie van de wapens. De in de richtlijn genoemde sancties dienen derhalve te worden aangescherpt overeenkomstig artikel 5 van het protocol. (9) Wat het onbruikbaar maken van vuurwapens betreft, verwijst punt III a) van bijlage I van de richtlijn naar de nationale wettelijke regelingen. Het protocol daarentegen noemt een aantal meer gedetailleerde algemene beginselen voor het voor gebruik ongeschikt maken van vuurwapens. Bijlage I van de richtlijn dient dus in die zin te worden aangevuld. (0) Richtlijn 9/477/EEG dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd, 8947/2/07 REV 2 rts/yen/rv 4

5 HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel Richtlijn 9/477/EEG wordt als volgt gewijzigd: ) In de preambule wordt na overweging 8 de volgende overweging 9 toegevoegd: "Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord inzake "Beter wetgeven" worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen, die, voor zover mogelijk, het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken." bis) In artikel wordt het volgende lid bis ingevoegd: " bis. In de zin van deze richtlijn wordt "antiek wapen" overeenkomstig de nationale wetgeving gedefinieerd, maar zijn daar in geen geval vuurwapens onder begrepen die zijn vervaardigd na 899." ter) Aan artikel worden na lid 2 de twee volgende nieuwe leden toegevoegd: "3. In de zin van deze richtlijn wordt onder "illegale vervaardiging" verstaan: de vervaardiging of assemblage van vuurwapens, onderdelen en componenten daarvan en munitie: op basis van eender welke essentiële component van dergelijke illegaal verhandelde vuurwapens; zonder een overeenkomstig artikel, lid 2, en artikel 4 van de richtlijn afgegeven vergunning of machtiging van een bevoegde autoriteit van een lidstaat waar de vervaardiging of assemblage plaatsvindt; of zonder de geassembleerde vuurwapens bij de vervaardiging te markeren overeenkomstig artikel 4, lid. PB C 32 van , blz /2/07 REV 2 rts/yen/rv 5

6 4. In de zin van deze richtlijn wordt onder "illegale handel" verstaan: de verwerving, verkoop, aflevering, het vervoer of de overdracht van vuurwapens en munitie vanaf het grondgebied van een lidstaat, of door een lidstaat naar het grondgebied van een andere lidstaat, indien een van de betrokken lidstaten daartoe geen machtiging heeft verleend overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn, of indien de geassembleerde vuurwapens niet zijn gemarkeerd overeenkomstig artikel 4, lid." 2) Artikel 4 wordt vervangen door: ". Ten behoeve van de identificatie en de tracering van vuurwapens, zoals omschreven in bijlage I, punt II, A, eisen de lidstaten dat bij de vervaardiging van elk geassembleerd vuurwapen een unieke markering wordt aangebracht met de naam van de fabrikant, het land of de plaats van vervaardiging en het serienummer ( ). Krachtens de nationale wetgeving kan hetzelfde ook voor de onderdelen en componenten gelden. Voorts zien de lidstaten er op toe dat uit staatsvoorraden afkomstige wapens die op de civiele markt worden gebracht, met het oog op permanent civiel gebruik, worden voorzien van een unieke markering aan de hand waarvan alle lidstaten het land van herkomst eenvoudig kunnen identificeren. 2. Iedere lidstaat stelt ten minste voor de categorieën A en B het als wapenhandelaar op zijn grondgebied werkzaam zijn afhankelijk van een erkenning op grond van ten minste een controle van de betrouwbaarheid van de wapenhandelaar in de persoonlijke en de beroepssfeer. Wanneer het een rechtspersoon betreft, heeft de controle betrekking op de persoon die het bedrijf leidt. Iedere lidstaat die het als wapenhandelaar werkzaam zijn voor de categorieën C en D niet afhankelijk stelt van een erkenning, eist met betrekking tot deze werkzaamheid een verklaring. Het als wapenhandelaar werkzaam zijn is in alle categorieën A, B, C en D aan een vergunning onderworpen indien de werkzaamheid uit het vervaardigen of de assembleren van vuurwapens bestaat. FR heeft erom verzocht deze zin te schrappen. 8947/2/07 REV 2 rts/yen/rv 6

7 3. Wapenhandelaren dienen een register bij te houden waarin aantekening wordt gehouden van elke binnenkomst en elk uitgaan van vuurwapens van de categorieën A, B en C, met vermelding van de gegevens die identificatie van het wapen mogelijk maken, met name type, merk, model, kaliber en fabricagenummer (serienummer), alsmede de namen en adressen van de leverancier en van de verwerver. De lidstaten zien erop toe dat deze gegevens, ook bij beëindiging van de werkzaamheid van de wapenhandelaar, ten minste tien jaar bewaard blijven." 3) Artikel 6 wordt vervangen door: "De lidstaten stellen sancties vast voor overtredingen van de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, en treffen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat die sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn." 4) Bijlage I wordt als volgt gewijzigd: a) punt II, B wordt vervangen door: "B. De essentiële onderdelen van deze vuurwapens: "Onderdelen en componenten": ieder element of vervangingselement dat specifiek voor een vuurwapen is gemaakt en van essentieel belang is voor de werking ervan, zoals een loop, een frame- of kastgroep, slede of cilinder, grendel of afsluiterblok, en een hulpstuk dat is ontworpen of aangepast om het geluid van het afgaan van een vuurwapen te dempen 2." b) Punt III, a), wordt vervangen door: "a) voorgoed onbruikbaar zijn gemaakt door een neutralisatie die inhoudt dat alle essentiële onderdelen van het vuurwapen permanent onbruikbaar worden gemaakt en onmogelijk zodanig verwijderd, vervangen of aangepast kunnen worden dat het wapen op enigerlei wijze opnieuw gebruiksklaar zou kunnen worden gemaakt;" 2 Studievoorbehoud van IE. Voorbehoud van Cie. AT, Cie en FI waren tegen de opneming van de open lijst van het VN-Vuurwapenprotocol in de richtlijn. DK pleitte uitdrukkelijk voor opneming daarvan. 8947/2/07 REV 2 rts/yen/rv 7

8 c) na de eerste alinea wordt de volgende alinea ingevoegd: "De lidstaten nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat de onder a) bedoelde neutralisaties gecontroleerd worden door een bevoegde autoriteit, om te garanderen dat de betrokken vuurwapens door deze bewerkingen inderdaad voorgoed onbruikbaar worden. De lidstaten zorgen ervoor dat in het kader van deze controle een certificaat of document wordt afgegeven waaruit blijkt dat het vuurwapen onbruikbaar is gemaakt, dan wel dat op het vuurwapen een duidelijk zichtbare markering wordt aangebracht waaruit dat blijkt.". Artikel 2. De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om uiterlijk [..] aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Wapens die vóór de inwerkingtreding van de onderhavige richtlijn onbruikbaar zijn gemaakt overeenkomstig Richtlijn 9/477/EEG, worden behandeld als wapens die overeenkomstig de onderhavige richtlijn 2 onbruikbaar zijn gemaakt. 2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. 3. Binnen vijf jaar na de in lid vermelde datum brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de situatie die uit de toepassing van deze richtlijn voortvloeit, eventueel vergezeld van voorstellen tot wijziging van de richtlijn maanden na de datum van inwerkingtreding. Toevoeging voorgesteld door CZ. 8947/2/07 REV 2 rts/yen/rv 8

9 Artikel 3 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Artikel 4 Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor de Raad 8947/2/07 REV 2 rts/yen/rv 9