WERKBOEK Stage/BPV. Juridische Beroepen. Cohort Leerjaar 3

Transcriptie

1 WERKBOEK Stage/BPV Juridische Beroepen Cohort Leerjaar 3 Juridisch-administratief dienstverlener crebo Medewerker human resource management crebo

2 2

3 Voorwoord Voor de afstudeerstage in het derde leerjaar zijn twee readers opgemaakt: voorliggend stagewerkboek en een examenreader. Dit stagewerkboek is bedoeld voor de bij de stage betrokken partijen: de student, de praktijkopleider en de stagedocent. In het werkboek is de informatie opgenomen die relevant is voor een goed verloop van de stage. Het Summa College is de werkorganisaties en praktijkopleiders die, in het belang van de studenten en het onderwijs, stageplaatsen beschikbaar stellen zeer erkentelijk. Beroepspraktijkvorming (BPV) is de wettelijke benaming voor de stage. Voor de leesbaarheid van dit werkboek wordt hierna uitsluitend de term stage gebruikt. Team Juridische Beroepen Januari

4 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Stage-uitgangspunten Doel van de stage Inhoud van de stage Duur en omvang van de stage Tijd voor schoolopdrachten Terugkomdagen Ziekte of verzuim Proeve van Bekwaamheid Stagebegeleiding Rol van de stagecoördinator Begeleiding van de student door de praktijkopleider Begeleiding van de student door de stagedocent Beoordeling tijdens stage Evaluatie van stage (BPV-monitor) Nawoord Verklarende woordenlijst Planning stage 2017/ Bijlage 1. Beoordelingsformulier werknemersvaardigheden Bijlage 2a. Urenregistratie stage Bijlage 2b. Absentieformulier Bijlage 3. Format gespreksverslag voortgangsgesprek Bijlage 4. Format verslag terugkomdag Bijlage 5. Schoolopdracht: docenten meeloopdag

5 1. Inleiding Dit werkboek is bedoeld voor alle betrokkenen bij de stage van Juridisch-administratieve beroepen, te weten: - de student - de praktijkopleider van het stagebedrijf - de stagedocent van school De opleiding bestaat uit twee basisjaren en één profieljaar: Juridisch-administratief dienstverlener en Medewerker human resource management. De oriëntatiestage maakt onderdeel uit van het tweede basisjaar. Dit werkboek gaat over de afstudeerstage in leerjaar 3. Dit is aangegeven in het volgende schema: 1 e jaar Basis oriëntatie JAB 2 e jaar ORIËNTATIESTAGE Basis oriëntatie JAD/HRM 3 e jaar Profiel JAD / PROFIEL HRM AFSTUDEERSTAGE PROFIEL Het werkboek geeft informatie over de opleiding, de wijze van begeleiden en beoordelen, de opdrachten die uitgevoerd moeten worden en de wederzijdse verwachtingen en verplichtingen. Het werkboek geeft zo concreet mogelijk weer wat er gevraagd wordt van alle partijen tijdens de stageperiode van de student. Natuurlijk is er nog meer algemene informatie die van belang is voor een goed verloop van de stage. Deze informatie staat in de BPV-gids. Deze BPV-gids is voor studenten digitaal te raadplegen via Fronter. Dit document voldoet aan de afgesproken kaders, neergelegd in het landelijk opgestelde stageprotocol voor het MBO onderwijs. Deze BPV-gids is digitaal te raadplegen via 5

6 2. Stage-uitgangspunten 2.1 Doel van de stage De stage heeft mede tot doel om de student in staat te stellen zich te ontwikkelen als werknemer en collega op een werkplek die gerelateerd is aan één van de vier genoemde profielen. De student werkt mee in de organisatie en traint zich daardoor in de werkzaamheden die horen bij het beroep. Op school en tijdens de stage wordt er gewerkt aan kerntaken en werkprocessen. Daarbij is het de bedoeling dat de student uiteindelijk aantoont deze kerntaken en werkprocessen zelfstandig in de praktijk te kunnen uitvoeren. Omdat de examinering en de beoordeling van de kerntaken en werkprocessen gedurende de stage plaatsvinden en worden uitgevoerd door de praktijkbeoordelaar, is het van belang dat voor aanvang van de stage wordt gecontroleerd of de student daadwerkelijk ook alle kerntaken en werkprocessen kan of zal gaan uitvoeren op stage. Dit gebeurt door invulling van het document examenafspraken (werkplan) zoals opgenomen in de examenreader. Tevens is het van belang dat de praktijkbeoordelaar kundig is om studenten te beoordelen. Dit wordt aangetoond door middel van een zogenaamde deskundigheidsverklaring, ook opgenomen in de examenreader. 6

7 2.2 Inhoud van de stage 1. Voor aanvang van de stage ondertekent het stagebedrijf een stagecontract ofwel Beroeps Praktijk Vorming Overeenkomst (BPVO). De student levert het originele, ondertekende stagecontract uiterlijk 2 weken na begindatum stage in. Wanneer de inleverdatum niet gehaald is, vervallen de reeds gewerkte stage-uren. Voor het geval de student minderjarig is, moet één van de ouders mede ondertekenen. 2. Of de student zich als een goed werknemer kan gedragen wordt gedurende de stage beoordeeld middels het beoordelingsformulier werknemersvaardigheden (bijlage 1). Dit formulier wordt twee keer ingevuld, namelijk tussentijds en aan het einde van de stage. 3. De student houdt een urenregistratie (bijlage 2a) en een absentieregistratie (bijlage 2b) bij. 4. De student en de praktijkopleider houden minimaal één keer per twee weken een voortgangsgesprek. In dit gesprek wordt geëvalueerd hoe de student de afgelopen twee weken heeft gefunctioneerd. Tevens worden er dan afspraken gemaakt over de te verrichten werkzaamheden in de volgende twee weken. De student maakt hiervan per gesprek een verslag (bijlage 3). 5. De student komt twee keer terug naar school voor een terugkomdag. De student legt hiervan verslag (bijlage 4). 6. Eventueel organiseert de student een docentenmeeloopdag (bijlage 5) 7. De student verzamelt de hiervoor genoemde formulieren en documenten in het zogeheten stagedossier. Dit dossier moet aan het einde van de stage compleet zijn. 2.3 Duur en omvang van de stage De stageperiode voor leerjaar 3 is van maandag 4 februari 2019 tot en met vrijdag 14 juni De stageperiode omvat 17 weken. De stage is vijf werkdagen per week. Het aantal uren per dag is hetzelfde als de fulltime werktijd voor een medewerker van de stage-organisatie. We gaan uit van minimaal 36 uren per week. Minimaal zal de stage 580 uren omvatten. De verantwoording voor de gewerkte uren vult de student in op het formulier urenregistratie. De student heeft in principe de reguliere schoolvakanties vrij. Echter kan het zo zijn dat het stagebedrijf andere vakanties of vakantieregels hanteert. De student dient zich hieraan aan te passen. De student spreekt vóór aanvang van de stageperiode af hoe de verlof- of vakantieperioden er uit komt te zien en legt dit samen met het stagebedrijf schriftelijk vast, en informeert de stagedocent over de vastgelegde afspraken. Zie voor het overzicht van de schoolvakanties tevens de planning verderop in dit document. 7

8 2.4 Tijd voor schoolopdrachten De student is in principe vijf dagen per week aanwezig bij de stage-organisatie. Behalve dat de student leerwerkzaamheden uitvoert voor de stage-organisatie heeft de student ook diverse schoolopdrachten die h/zij moet uitvoeren. Van de stage-organisatie wordt verwacht dat de student binnen de stagetijd (liefst wekelijks) voldoende gelegenheid krijgt om aan de schoolopdrachten te werken. 2.5 Terugkomdagen Voorafgaand aan de stageperiode heeft de student al een terugkomdag op school gehad, met de stagedocent. Tijdens de stage komt de student (minimaal) twee keer op school voor een terugkomdag. Tijdens deze terugkomdagen zal de student zich de gehele dag met schoolse zaken bezig houden. Deelname hieraan is verplicht. Samen met de stagedocent bespreekt de student zijn stage-ervaringen aan de hand van vooraf bepaalde bespreekpunten. Ook vindt tijdens één van deze terugkomdagen de voorbereiding van de Proeve van Bekwaamheid plaats, die aan het einde van de stage gehouden wordt. Als de student afwezig is tijdens een terugkomdag dan wordt een vervangende opdracht gemaakt. Bij twee keer ongeoorloofd afwezig tijdens de terugkomdagen is het stagedossier incompleet en kan de stage niet met een voldoende worden afgerond. 2.6 Ziekte of verzuim Voor de aanwezigheid tijdens de stage geldt dat de student 580 uur stage moet hebben gelopen. Indien de student door ziekte afwezig is geldt dat dit maximaal 5% van de stagetijd mag betreffen (maximaal 29 uur). Indien de student meer dan 5% afwezig is door ziekte, of door andere oorzaken afwezig is, bepalen de praktijkopleider en de stagedocent hoe deze uren moeten worden ingehaald. Ziekte en verzuim worden door de student en praktijkopleider middels een ondertekend absentieregistratieformulier vastgelegd. Indien de student tijdens de stageperiode naar school terug moet voor (her)examens, zorggesprekken en terugkomdagen, mag de student deze uren als aanwezig op stage aanmerken. 2.7 Proeve van Bekwaamheid Zoals aangegeven, wordt door middel van de Proeve van Bekwaamheid beoordeeld of de student zelfstandig in staat is de in het document examenafspraken (werkplan) beschreven leerwerkzaamheden uit te voeren. De Proeve van Bekwaamheid is beschreven in een afzonderlijk document, namelijk de examenreader. In leerjaar 2 heeft de student geleerd hoe hij/zij een werkplan moet maken. Dit werkplan heet in leerjaar 3 examenopdracht. In deze examenopdracht beschrijft de student de werkzaamheden die hij/zij gaat verrichten om de Proeve van Bekwaamheid succesvol af te kunnen leggen. 8

9 3. Stagebegeleiding Bij de begeleiding van de student zijn twee personen betrokken: de praktijkopleider en de stagedocent van de opleiding. Ieder heeft zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. Voorafgaande aan de stageperiode is bekend wie de stagedocent van de opleiding is. De begeleiding van de student is gericht op de ontwikkeling in de beroepspraktijk. Student en stagebedrijf hebben frequent contact met de stagedocent van de opleiding. De naam van de stagedocent is bekend zodra de student met de stage begint. De student krijgt voorafgaand aan de stage het adres en telefoonnummer van de stagedocent uitgereikt. 3.1 Rol van de stagecoördinator Onze opleiding heeft twee stagecoördinatoren. Zij zorgen voor de acquisitie en de plaatsing van de studenten en bewaken het proces van werkplan tot Proeve van Bekwaamheid. De stagecoördinatoren van de opleiding zijn: dhr. Ruud Elzinga, telefoonnummer dhr. Joost Craenen, telefoonnummer Beide coördinatoren zijn bovendien te bereiken via Begeleiding van de student door de praktijkopleider De praktijkopleider is verantwoordelijk voor de begeleiding van de student. De praktijkopleider zorgt voor de introductie binnen het bedrijf en is eerste aanspreekpunt voor de student. De praktijkopleider heeft minimaal één keer per twee weken een gesprek met de student om de voortgang te bespreken en de leerwerkzaamheden zo nodig bij te stellen. De student maakt een verslag van dit gesprek. De verslagen neemt de student op in het stagedossier. Tijdens de terugkomdagen moet de student deze documenten ter bespreking kunnen overleggen aan de stagedocent. 3.3 Begeleiding van de student door de stagedocent De stagedocent is het eerste aanspreekpunt voor de praktijkopleider en de student op school. De stagedocent: Neemt in één van de eerste stageweken telefonisch contact op met het stagebedrijf om een eerste indruk te krijgen van de startsituatie en om een afspraak te maken voor een bezoek aan het stagebedrijf. Heeft periodiek mailcontact met de student op verzoek van de student, de praktijkopleider en/of de stagedocent. Bezoekt het stagebedrijf aan het begin van de stageperiode en aan het einde voor het vaststellingsgesprek na de Proeve van Bekwaamheid. Voert telefonisch overleg met de praktijkopleider in de weken na de eerste toetsing door de praktijkopleider van de algemene werknemersvaardigheden van de student. Informeert de praktijkopleider indien de student op school gebruik maakt van een zorgtraject. Hierbij geldt het volgende: De praktijkopleider wordt geïnformeerd door de school over de voor de stage relevante zaken. Dit gebeurt alleen na overleg en met toestemming met de student. Begeleidt de terugkomdagen. Tijdens het eerste gesprek worden de volgende onderwerpen besproken: Kennismaking, uitleg van het werkboek en de Proeve van Bekwaamheid, enz. Vaststellen van de leerwerkzaamheden verbonden aan de te ontwikkelen werkprocessen gedurende de stageperiode, in het document examenafspraken (werkplan). Tijdens het tweede gesprek (aan het einde van de stageperiode) worden de volgende onderwerpen besproken: Resultaten van de uitgevoerde leerwerkzaamheden (werkprocessen) middels een vaststellingsgesprek. Resultaten van de uitgevoerde schoolopdrachten. 9

10 4. Beoordeling tijdens stage De student moet aan het einde van de stage een aantal (getekende, goedgekeurde, enz.) documenten inleveren. Om dit volledig en gestructureerd te laten verlopen, verzamelt de student alle bedoelde documenten in een stagedossier. CHECKLIST STAGEDOSSIER Documenten +/- Vereiste handtekeningen 1. Beoordelingsformulier werknemersvaardigheden (bijlage 1) Praktijkopleider Student 2. Urenregistratie (bijlage 2a) Absentieregistratie (bijlage 2b) Praktijkopleider Stagedocent 3. Gespreksverslagen voortgangsgesprekken (bijlage 3) Praktijkopleider 4. Verslagen terugkomdagen (2x) (bijlage 4) - 5. Docentenmeeloopdag, indien van toepassing - Dossier compleet Paraaf stagedocent 10

11 5. Evaluatie van stage (BPV-monitor) Het Summa College vindt het belangrijk om de kwaliteit van de stage te borgen. Om dit te doen wordt tijdens de stageperiode een zogenaamde BPV-monitor verspreid aan elke praktijkopleider, per . Hierin wordt de kwaliteit van de stage en de tevredenheid van het stagebedrijf onderzocht. Om een goed beeld te kunnen vormen, is het van groot belang dat alle praktijkopleiders aan dit onderzoek meewerken. Deze BPV-monitor wordt verspreid uiterlijk twee weken voor het einde van de stageperiode. De resultaten van deze BPV-monitor zijn voor het Summa College weer input om het stageproces voortdurend te blijven verbeteren. Nawoord Als er na het lezen van dit stagewerkboek nog onduidelijkheden zijn, laat het weten. Tot slot: veel succes met de stage! Onderwijsteam Juridische Beroepen, SUMMA College Eindhoven 11

12 Verklarende woordenlijst BPV BPV-gids BPV-protocol BPVO Examenopdracht Examineren/kwalificeren Kwalificatiedossier Praktijkopleider Proeve van Bekwaamheid Stagecoördinator Stagedocent Stagedossier Stagewerkboek Voortgangsmeting Beroeps Praktijkvorming Algemene informatie over de stage van het Summa College Landelijk document opgesteld door de MBO-raad Beroeps Praktijk Vorming Overeenkomst: het stagecontract bestemd voor de school Een vooraf op te stellen toetsplan waarin duidelijk wordt op basis van welke werkzaamheden de student de werkprocessen tijdens de Proeve van Bekwaamheid gaat behalen Examinerend vaststellen of de student zich op voldoende niveau ontwikkeld heeft Een geheel aan kerntaken en werkprocessen die samen leiden tot een volledig leerproces en dus diplomering De begeleider bij de stage-organisatie Een exameninstrument om te examineren De intermediair tussen de opleiding en stageorganisatie De begeleidende docent van de opleiding Een verzameling van documenten die ten grondslag ligt aan de voortgangsmeting Informatiedocument voor de stage van de opleiding De voortdurende meting van de voortgang van het leerproces in de stage en op school 12

13 Planning stage 2018/19 4 februari 2019 Start stage 18 februari 2019 Uiterste inleverdatum stagecontract 18 februari t/m 1 maart 2019 Bezoek stagedocent en bespreken concept examenopdracht 4 maart t/m 8 maart 2019 Carnavalsvakantie 18 maart 2019 Digitaal inleveren document examenafspraken student en praktijkopleider, eerste kans maart 2019 Planning eerste terugkomdag 15 april 2019 Digitaal inleveren document examenafspraken student en praktijkopleider, tweede kans 19 april 2019 Goede Vrijdag 22 april 2019 Tweede Paasdag april 2019 Formulier tussentijdse beoordeling werknemersvaardigheden digitaal inleveren bij stagedocent 29 april t/m 3 mei 2019 Meivakantie mei 2019 Planning tweede terugkomdag 30 mei 2019 Hemelvaartsdag 10 juni 2019 Tweede Pinksterdag Tussen 20 mei 2019 t/m 14 juni 2019 Tussen 20 mei 2019 t/m 14 juni 2018 Proeve van Bekwaamheid (duur twee weken) Eindgesprek stage (vaststellingsgesprek) conform checklist stagedossier 14 juni 2019 Laatste stagedag en laatste inleverdag stagedossier door student 13

14 14

15 Bijlage 1. Beoordelingsformulier werknemersvaardigheden NAAM STUDENT: April 2019 Einde stage De student kan functioneren als een goed werknemer door: O V G O V G 1 op collegiale wijze samen te werken, respect te hebben voor collega s en leidinggevende 2 op gepaste wijze en op het goede moment zijn kritiek te verwoorden en open te staan voor kritiek 3 zich aan afspraken en regels te houden, op tijd aanwezig te zijn 4 te luisteren en aanwijzingen op te volgen 5 initiatief te tonen om werkzaamheden op te pakken, de werkzaamheden te zien 6 betrouwbaar en eerlijk te zijn, correct om te gaan met vertrouwelijke informatie en gegevens 7 tijdig hulp te vragen en aan te geven waar nog bijgeleerd en geoefend moet worden 8 de werkzaamheden goed voor te bereiden, prioriteiten te stellen 9 correct en vriendelijk met klanten om te gaan 10 plezier te tonen in het uitvoeren van opgedragen werk 11 flexibel te reageren op onverwachte situaties 12 zorgvuldig om te gaan met producten, apparatuur en materialen 13 nauwkeurig te werken in het vereiste tempo 14 verantwoordelijkheidsgevoel/zorg te tonen voor alles wat met het bedrijf te maken heeft 15 geïnteresseerd te zijn in nieuwe ontwikkelingen in beroep/bedrijf/branche Minimaal 12 goed en geen onvoldoende = G Minimaal 12 voldoende of goed = V Meer dan 3 onvoldoende = O O / V / G Ruimte voor onderbouwing oordeel door de stagedocent of praktijkopleider: Handtekening praktijkopleider: Handtekening stagedocent: Naam en handtekening student, voor gezien: 15

16 Bijlage 2a. Urenregistratie stage Naam student: Naam stagebedrijf: Naam praktijkopleider: Naam stagedocent: WEEK Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 4-feb feb feb feb mrt mrt mrt mrt apr apr apr apr apr mei mei mei mei jun jun-2018 Aantal uren per week Totaal Carnavalsvakantie Goede Vrijdag Tweede Paasdag Meivakantie Hemelvaart Tweede Pinksterdag * Aantal gewerkte uren per dag invullen Datum: Handtekening Handtekening praktijkopleider stagedocent 16

17 Bijlage 2b. Absentieformulier Naam student: Naam stagebedrijf: Naam praktijkopleider: Naam stagedocent: Begindatum Einddatum Oorzaak absentie* *ziekte = z *verlof = v *overig = o Datum Handtekening praktijkopleider Handtekening stagedocent 17

18 Bijlage 3. Format gespreksverslag voortgangsgesprek Student: Datum: Wie is aanwezig bij het gesprek: Wat heb je de afgelopen periode gedaan? Wat ging goed en wat minder? Wat ga je de komende periode doen? Wat heb je geleerd en wat wil je nog leren? Wat vond je leuk en wat minder? Handtekening praktijkopleider Handtekening student 18

19 Bijlage 4. Format verslag terugkomdag Student: Datum: Welke studenten zijn aanwezig tijdens de terugkomdag: Welke onderwerpen zijn er door studenten ingebracht en besproken? En door wie? 1 Naam student Onderwerp en een korte weergave van de inhoud Hoe kun je dit zelf gebruiken tijdens jouw eigen stageperiode? Welke onderwerpen zijn er door de stagedocent ingebracht en besproken? 1 Onderwerp en een korte weergave van de inhoud

20 Bijlage 5. Schoolopdracht: docenten meeloopdag Om docenten te blijven betrekken bij de praktijk, lopen zij een dagdeel (ochtend of middag) mee bij een stagebedrijf. Deze docent is niet jouw stagedocent. De docent gaat dus op scholing bij een student. Dit wordt alleen een succes als de student dit dagdeel grondig voorbereidt. De student maakt een programma voor de ochtend of middag. LET OP: Deze opdracht wordt enkel uitgevoerd wanneer de meeloopdocent een afspraak heeft gemaakt. De instructie voor het maken van een programma (ochtend of middag) is als volgt: 1. Voordat je start met de voorbereiding, bespreek je deze opdracht eerst met je praktijkopleider 2. Maak een leuke minuten durende PowerPoint/Prezipresentatie via computerscherm/beamer, met daarin uitleg over: - jouw organisatie en wat jouw organisatie precies doet - de personen/functies binnen jouw organisatie - jouw rol en werkzaamheden binnen de organisatie - eventueel aangevuld met documenten, folders en foto s/films 3. Tijdens de presentatie zijn aanwezig: jouw praktijkopleider of een andere collega die jou begeleidt en de meeloopdocent. 4. Geef een korte rondleiding door het bedrijf. Daarbij: - laat je de werkplekken zien waar jij iets doet - stel je kort de collega s voor 5. Regel een meekijk -uur Zorg ervoor dat je op de dag van bezoek een interessante bezigheid hebt. De docent gaat namelijk minimaal één uur kijken & vragen wat je op dit moment zoal precies doet. 6. Afsluiting - Maak een leuke foto van jou en de docent op de stageplaats - Bespreek informeel hoe het bezoek verliep - Sluit netjes af met jouw praktijkopleider of andere collega Het concept dagprogramma en de presentatie worden uiterlijk één week (vijf werkdagen) voor de feitelijke bezoekdatum digitaal ingeleverd via fronter. 20