ffi '?",irîhorrand EhÍiE 0 7 okt 2016 Lid Gedeputeerde Staten Aan de leden van Provinciale Staten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ffi '?",irîhorrand EhÍiE 0 7 okt 2016 Lid Gedeputeerde Staten Aan de leden van Provinciale Staten"

Transcriptie

1 Lid Gedeputeerde Staten F. Vermeulen '?",irîhorrand Aan de leden van Provinciale Staten EN Contact Postadres Provinciehuis Postbr s LP Den Haag T Datum 0 7 okt 2016 Ons kenmerk PZH DOS N206 Uw kenmerk Onderwerp Duinpoldeniveg. Proces besluitvorming MER-alternatieven. Verbeterde versie Voordracht aan Provinciale Staten Bijlagen z Geachte Statenleden, ln de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 21 september jl., hebben wij gesproken over de in de MER Duinpolderweg op te nemen alternatieven. lk heb u toegezegd de tekst van de voordracht, voor wat betreft doelstelling(en) van het project, aan te scherpen en in verbeterde versie aan u aan te bieden. Bijgaand treft u de ter zake verbeterde versie aan. Bezoekadres Met vriendelijke groet, Zu d-hollandplein W Den Haag Tram 9 en de busliinen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf stat on Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt. F. Vermeulen Gedeputeerde Verkeer en Vervoer ffi EhÍiE

2 Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Onderwerp Inrichting MER Duinpolderweg 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel art.143 van de Provinciewet; Gezien: 1. Het Rapport Probleemanalyse Bereikbaarheid Grensstreek 2. Het Rapport PlanMER Duinpolderweg, Van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen 3. Het Advies van de Adviesgroep Bereikbaarheid Bollenstreek- Haarlemmermeer/Duinpolderweg 4. Het Advies van de Stuurgroep, Oplegnotitie Duinpolderweg, kansrijke oplossingsrichtingen Besluiten: 1. In te stemmen met het opnemen van de volgende alternatieven in de MER Duinpolderweg, 1. Nul alternatief 2. Midden alternatief 3. Zuidelijk alternatief 4. Zienswijze van de gemeenteraad van Hillegom 5. Het Parelalternatief De Nieuwe N NOG Beter 2.0. Den Haag, 21 september 2016 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 1 van 13

3 Bijlagen: 1. Het Rapport Probleemanalyse Bereikbaarheid Grensstreek (Royal HaskoningDHV), d.d. 09/02/ Het Rapport PlanMER Duinpolderweg, Van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen, (Royal Haskoning d.d. 05/04/2016, versie 02 concept) 3. Advies van de Adviesgroep Bereikbaarheid Bollenstreek- Haarlemmermeer/Duinpolderweg (incl. bijlagen), d.d. 08/07/ Advies Stuurgroep. Oplegnotitie kansrijke oplossingsrichtingen (incl. bijlagen), d.d. 22/08/2016 Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 2 van 13

4 2. Toelichting Korte voorgeschiedenis In de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer/Bollenstreek (2006) hebben de provincies Noord- en Zuid-Holland, in samenwerking met regiopartijen, de ontwikkeling (o.a. woningbouwopgaven, ontwikkeling Greenport, waterberging) van de grensstreekregio in beeld gebracht. Om een goede invulling te geven aan de mobiliteitsopgave hebben beide provincies een Bereikbaarheidsstudie grensstreek opgesteld. De analyses van deze studie hebben uiteindelijk geleid tot een integraal pakket aan infrastructurele en (H)OV maatregelen die zijn vastgelegd in een samenwerkingsagenda. Voor het project HOV Noordwijk-Schiphol hebben PS van Zuid-Holland in 2013 een uitvoeringsbesluit genomen. De voorbereiding van de maatregelen op Zuid-Hollands grondgebied zijn in volle gang. De Maatregelen Middengebied worden opgepakt door Holland Rijnland. Projecten die inmiddels in uitvoering zijn, betreffen: Postviaduct (afrit 6 A44) (afgerond) Nagelbrug (in uitvoering) Afrit Flora op A44 (in uitvoering) Randweg Voorhout, incl aansluitingen op N450, N444, N443 (in voorbereiding) Voor de Duinpolderweg is in 2012 een planstudie opgestart. Met de vaststelling van de Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD) Duinpolderweg in oktober 2013 hebben de Staten opdracht gegeven, middels een planmer onderzoek te doen naar verschillende Alternatieven voor de Duinpolderweg. Vervolgens lagen in de Statencommissievergadering van 7 januari 2015 hiertoe de actualisatie van de Bereikbaarheidsstudie grensstreek en het voorstel voor het toevoegen van een alternatief in de milieueffectrapportage (MER) voor de Duinpolderweg voor. De commissie V&M constateerde echter dat het te vroeg was voor besluitvorming hierover. Door Gedeputeerde Staten werd toegezegd om een tussenstap in te lassen waarin de gehanteerde verkeerscijfers en verkeersmodellen zouden worden verduidelijkt en waarin een analyse zou worden opgesteld over de verkeersproblematiek (problemen, doelen, nut en noodzaak) en waarover communicatie met de omgeving gevoerd zou worden. In hun brief van 23 maart 2015 aan de Staten hebben Gedeputeerde Staten vastgelegd welke zaken nader zouden worden uitgewerkt in deze tussenstap. Deze brief is door de Staten van Zuid-Holland behandeld in de commissievergadering van 10 juni Deze tussenstap is tevens bevestigd door de Staten van de provincie Noord-Holland in hun commissievergadering van 15 juni Bij brief aan PS van 15 maart 2016 hebben Gedeputeerde Staten de probleemanalyse, als onderdeel van de tussenstap ter beraadslaging aan de Staten van Zuid-Holland aangeboden. Parallel zijn deze resultaten aangeboden aan de Staten van Noord-Holland. De Staten van Zuid- Holland en Noord-Holland hebben hierover op 6 april (ZH) en 11 en 14 april (NH) en 20 april 2016 gezamenlijk vergaderd. Parallel aan het opstellen van de probleemanalyse heeft een proces met de omgeving plaatsgevonden. De heer Lokker heeft een verkenning naar bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak uitgevoerd. Naar aanleiding van zijn verkenning is een onafhankelijke adviesgroep met brede vertegenwoordiging vanuit het maatschappelijk middenveld in het leven geroepen. Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 3 van 13

5 Uiteindelijk hebben 11 vertegenwoordigers van verschillende organisaties deelgenomen aan de adviesgroep. De adviesgroep is gevraagd zich te buigen over de alternatieven uit de NRD en uitgenodigd met eigen oplossingsrichtingen te komen. Op 6 juli heeft de vertegenwoordiger van de Natuur- en milieuorganisaties hun deelname beëindigd en heeft het Platform NOG aangegeven het advies niet te onderschrijven. Voor de reden wordt verwezen naar het advies van de Adviesgroep. Op 8 juli heeft de Adviesgroep haar advies desondanks nagenoeg ongewijzigd aangeboden. Gebiedsuitwerking "Haarlemmermeer - Bollenstreek" Bereikbaarheids studie grensstreek Nota reikwijdte en detailniveau Tussenstap Adviezen Stuurgroep en Adviesgroep Besluitvorming alternatieven MER juli/aug 2016 sep-16 De nu voorliggende stukken betreffen de opmaak naar de keuze van de alternatieven die in de planmer meegenomen gaan worden. A.Uitgangspunten en werkwijze Uitgangspunten Het voorstel van Gedeputeerde Staten voor het opnemen van alternatieven in de MER is gebaseerd op diverse onderzoeken en adviezen. Hieronder wordt per document de relevantie toegelicht. Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) Dit document markeert de start van de MER procedure. Het beschrijft hetgeen in de MER wordt onderzocht; probleem- en doelstelling, de te beschouwen alternatieven, de te beschouwen milieueffecten en de te volgen procedure. De te onderzoeken alternatieven dienen een oplossing te bieden aan de problematiek in het noordelijk deel van de grensstreek: rondom de kernen Zwaanshoek, Beinsdorp, Hillegom, Bennebroek, Vogelenzang, Heemstede en De Zilk. In de NRD zijn de volgende alternatieven opgenomen: 1) nul alternatief 2) noordelijk alternatief 3) midden alternatief 4) zuidelijk alternatief 5) NOG Beter alternatief 6) combinatiealternatief De alternatieven zijn gebaseerd op de conclusies uit de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek uit 2008, de MIRT-verkenning Van Greenport tot Mainport en Huiswerkvarianten Duinpolderweg. De bevoegde gezagen hebben in 2013 de Notitie Reikwijdte en Detailniveau vastgesteld, t.w. december 2013 in PS van de provincie Zuid-Holland en in september 2013 in GS van de provincie Noord-Holland. Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 4 van 13

6 Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek (Royal Haskoning, 2014) Op verzoek van de Statencommissie V&M en de commissie voor de m.e.r. is er een actualisatie van de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek uitgevoerd. Deze laat zien dat zowel in het zoekgebied van oplossingsrichtingen als in de geconstateerde problemen geen wezenlijke veranderingen zijn opgetreden en dat op basis van al uitgevoerde analyses de conclusie is te trekken dat de in de NRD benoemde alternatieven kansrijke oplossingsrichtingen zijn. De Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek is op 7 januari 2015 aangeboden aan de commissie V&M. Probleemanalyse Bereikbaarheid Grensstreek De probleemanalyse is onderdeel van de MER. Op verzoek van de Statencommissie V&M is dit onderdeel naar voren gehaald. In de probleemanalyse zijn de huidige en toekomstige situatie (2030) de knelpunten op het gebied van leefbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid voor het studiegebied benoemd. Ook zijn, conform het verzoek van de commissie voor de m.e.r., de opgaven en doelstellingen nader geconcretiseerd. De Staten van Zuid- en Noord-Holland hebben hierover op 6 april (ZH) en 11 en 14 april (NH) en 20 april 2016 gezamenlijk vergaderd. Het Rapport PlanMER Duinpolderweg, Van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen, (Royal Haskoning d.d. 05/04/2016, versie 02 concept) Deze rapportage (zie bijlage 1) betreft een verkenning van kansrijke oplossingsrichtingen en een toetsing daarvan aan de doelstellingen en opgaven zoals die in de probleemanalyse zijn geformuleerd. Tevens wordt een voorstel gedaan voor de te onderzoeken alternatieven, rekening houdend met de oorspronkelijke alternatieven uit de NRD en de nieuwe inzichten uit de probleemanalyse. Het advies van de Adviesgroep Bereikbaarheid Bollenstreek-Haarlemmermeer/Duinpolderweg (hierna Adviesgroep), d.d. 08/07/2016 De Adviesgroep is gevraagd de provincies te adviseren over de in de MER op te nemen alternatieven. Hierbij is de Adviesgroep gevraagd hun advies te geven op de voorliggende alternatieven en is de ruimte gegeven om ook eigen alternatieven voor te dragen. Dit mochten ook alternatieven buiten het vastgestelde plangebied uit de NRD zijn of alternatieven zonder nieuwe infrastructuur. Uitgangspunt was dat de te onderzoeken alternatieven een bijdrage moesten leveren aan de doelstellingen zoals die zijn beschreven in het bestuurlijk kader dat door de beide provincies is vastgesteld. De adviesgroep heeft op 8 juli 2016 haar advies aangeleverd bij de beide gedeputeerden. Het advies is bijgevoegd in bijlage 2. De Adviesgroep komt met 3 nieuwe alternatieven, stelt voor om 2 alternatieven uit de NRD te laten vervallen en om niet de Spoorvariant toe te voegen, maar in plaats daarvan het alternatief van de gemeente Hillegom. Advies Stuurgroep, Oplegnotitie kansrijke oplossingsrichtingen, d.d. 22/08/2016 Op basis van de rapportage van RHDHV en het advies van de Adviesgroep heeft de Stuurgroep een advies opgesteld richting de beide GS-en over de te onderzoeken alternatieven in de MER. Dit advies is bijgevoegd als bijlage 3. Het memo gaat in op herkomst van de alternatieven, de uitgangspunten en de wijze waarop het voorstel ten aanzien van de keuze van alternatieven tot stand is gekomen. In de conclusie wordt een voorstel aan GS gedaan over welke alternatieven Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 5 van 13

7 wel of niet mee te nemen in de MER. In de stuurgroep Duinpolderweg bestaat overeenstemming over de voor te leggen alternatieven als te onderzoeken alternatieven in de MER. Werkwijze De planmer zal volgens een aantal principes worden ingericht. Zoals gebruikelijk wordt eerst de probleemanalyse beschreven en vervolgens wordt de Ladder van Verdaas doorlopen, zie hiertoe hoofdstuk 3 van bijlage 1. Aangezien een MER-studie een omvangrijke, arbeidsintensieve en kostbare aangelegenheid is, is gekozen om zo efficiënt mogelijk met de onderzoekscapaciteit om te gaan in de voorstellen aan het bestuur en de gekozen vertegenwoordigers. Alternatieven dienen kansrijk en onderscheidend te zijn. Er is voor gekozen om niet van elk alternatief elke variant te onderzoeken, maar te werken met het principe van een meccanodoos. Als bijvoorbeeld bekend is wat de kosten en effecten van een aquaduct in het ene alternatief zijn, dan zal dat voor het andere alternatief niet anders zijn. Onderzoeklast, doorlooptijd en kosten worden daarmee beperkt. Plangebied versus Studiegebied. In de NRD en de probleemanalyse van de MER Duinpolderweg zijn de opgaven en doelstellingen geformuleerd. De doelstelling vanuit de NRD en probleemanalyse is gericht op het zoeken van oplossingsrichtingen voor de problematiek in het noordelijke deel van de grensstreek: rondom de kernen Zwaanshoek, Beinsdorp, Hillegom, Bennebroek, Vogelenzang, Heemstede en De Zilk. De probleemanalyse beschrijft vooral het studiegebied, het gebied binnen de invloedssfeer van een mogelijke oplossing. De NRD definieert zowel studiegebied als plangebied, waarbij het plangebied het gebied is waarbinnen de oplossing(en) met het meeste doelbereik wordt verwacht. Toetsingskader De Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is de basis voor de MER. Hierin zijn onder andere de opgaven en doelstellingen geformuleerd. Op basis van de probleemanalyse zijn de doelstellingen uit de NRD op een aantal punten aangescherpt en meetbaar gemaakt (zie bijlage 1, blz 46 t/m 48). De aangescherpte doelstellingen uit de NRD en de probleemanalyse vormen gezamenlijk het toetsingskader voor de alternatieven in de MER. Ook de onafhankelijke Commissie m.e.r. toetst aan de aangescherpte doelstellingen. B. Alternatieven op te nemen in de MER Met de NRD, de bespreking van de probleemanalyse in de Statencommissies, de rapportage van RHDHV (bijlage 1) en het advies van de Adviesgroep (bijlage 2) ontstaat een veelheid aan mogelijk te onderzoeken alternatieven. Door de Stuurgroep is een voorstel gedaan over het wel of niet opnemen van alternatieven in de MER. Hieronder wordt beschreven waar het voorstel afwijkt van de door PS vastgestelde kaders en wat de gevolgen zijn van het wel of niet opnemen. Nul alternatief In de MER wordt gewerkt met een referentie. Dat is nodig om in beeld te brengen hoe het verkeer zich ontwikkelt tot 2030, inclusief de bijbehorende effecten indien er geen infrastructurele ingrepen plaatsvinden. Projectalternatieven worden daar tegen afgezet om te bepalen wat het effect van een alternatief in de toekomst is. Deze referentie wordt ook wel het Nul alternatief genoemd. In de Staten is gevraagd een dergelijk alternatief op te nemen in de MER. Ook enkele Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 6 van 13

8 leden van de adviesgroep hebben gevraagd een Nul alternatief op te nemen en dit als volwaardig alternatief te behandelen. Wij stellen voor het nul alternatief op te nemen in de MER. Noordelijk alternatief De adviesgroep adviseert het Noordelijk alternatief niet op te nemen in de MER. Duidelijk is geworden dat het Noordelijk alternatief en dan specifiek het tracé tussen de N206 en de spoorlijn Haarlem Leiden naar het zich laat aanzien niet vergunbaar is in het kader van de PAS en Natuurbeschermingswet. Het noordelijk tracé loopt nabij Vogelenzang (strandvlakte) over één van de meest ongerepte delen van de Bollenstreek en het langst (lees meest noordelijk) langs het Natura2000-gebied. Op basis van onvergunbaarheid wordt geadviseerd het noordelijk alternatief niet op te nemen in de MER. De configuratie van het Noordelijk alternatief is echter uniek, omdat het zowel een aquaduct herbergt, als enige als stroomweg is ontworpen voor onderzoek en een passage van de HSL in het ontwerp heeft. Om dit mogelijke verlies aan kennis op te vangen worden genoemde elementen ondergebracht in andere alternatieven. Midden alternatief Dit alternatief is opgenomen in de vastgestelde NRD. De Adviesgroep adviseert dit alternatief op te nemen in de MER om een goede afweging te kunnen maken ten opzichte van andere alternatieven. Ook de Stuurgroep adviseert deze te onderzoeken vanwege onderscheidend vermogen. Voorgesteld wordt dit alternatief op te nemen in de MER. Zuidelijk alternatief De adviesgroep adviseert eveneens het Zuidelijk Alternatief niet op te nemen in de MER. Behalve de verwachting dat het alternatief een verkeer aanzuigende werking heeft zijn er door de adviesgroep geen andere argumenten naar voren gebracht om dit alternatief niet te willen onderzoeken. RHDHV geeft in haar advies aan het alternatief wel te onderzoeken vanwege haar onderscheidendheid t.o.v. andere alternatieven. Dit alternatief doorsnijdt de Oosteinderpolder niet, heeft een wezenlijk andere verkeerskundige werking dan het Noordelijk en Midden alternatief en levert informatie voor de meccanodoos. Geadviseerd wordt dit alternatief wel te onderzoeken in de MER. NOG Beter alternatief Het oorspronkelijk NOG Beter alternatief uit de NRD (een verbinding tussen de Weerlaan en N205) maakt onderdeel uit van NOG Beter 2.0. Door het werken met de meccanodoos is het daarom niet nodig om het NOG Beter alternatief uit de NRD als een apart alternatief op te nemen in de MER. De effecten van deze verbinding blijken ook uit de beoordeling van het NOG Beter 2.0. Daarmee kan het NOG Beter alternatief 1.0 vervallen. Combinatie alternatief Het Combinatie alternatief uit de NRD is onderdeel van het alternatief De Nieuwe N206 van de adviesgroep. Ook hiervoor geldt dat door te werken met de meccanodoos de effecten van een Combinatiealternatief kunnen worden afgeleid uit het effectenonderzoek van het alternatief De Nieuwe N206. Geadviseerd wordt daarom bij toevoeging van het Nieuwe N206 alternatief het Combinatiealternatief te laten vallen. Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 7 van 13

9 Spoorvariant Met de intrede van de PAS in 2015 is er zicht gekomen op de vergunbaarheid van de NRD alternatieven, m.u.v. een deel van het Noordelijk alternatief. Mocht onverhoopt blijken dat het herstel van de fout van het rijk voor het toekomstjaar (is het jaar waarin de DPW modelmatig in de PAS is opgenomen) niet het verwachte effect heeft, dan is de zienswijze van de gemeenteraad van Hillegom, als reactie op de Spoorvariant, een terugvaloptie, omdat dit alternatief op stikstofdepositie ongeveer dezelfde effecten heeft als de Spoorvariant. Het advies van de adviesgroep sluit aan bij de stelling van de projectorganisatie om de Spoorvariant als alternatief te laten vervallen. Voorgesteld wordt de Spoorvariant niet op te nemen in de PlanMER Duinpolderweg. Zienswijze van de gemeenteraad van Hillegom Dit alternatief is verkeerskundig geanalyseerd door RHDHV en als kansrijke oplossingsrichting beoordeeld. De stuurgroep Duinpolderweg heeft op 2 december 2015 geadviseerd het alternatief op basis van kansrijkheid op te nemen in de MER. Dit adviseert ook de Adviesgroep in meerderheid. Voorgesteld wordt dit alternatief op te nemen in de PlanMER. Parelalternatief 2.0 Het Parelalternatief 2.0 is een combinatie van flankerende maatregelen en nieuwe infrastructuur. De indieners van dit alternatief brengen daarnaast een fasering aan, door eerst in te zetten op flankerende maatregelen en pas als de werkelijkheid aantoont dat de doelstellingen niet worden gehaald over te gaan tot lokale infrastructurele ingrepen. Het aflopen van de Ladder van Verdaas laat zien dat alleen het toepassen van flankerende maatregelen de problemen in het gebied niet lijken te gaan oplossen. Het Parelalternatief biedt interessante inzichten voor flankerende maatregelen die het waard zijn om op korte termijn op haalbaarheid te onderzoeken. Het Parelalternatief gaat daarnaast uit van nieuwe infrastructuur rondom Lisse en de aansluiting van de Nieuwe Bennebroekerweg op de A4. Experts geven aan dat effecten van het alternatief zich vooral voor doen in de omgeving van Lisse en minder op het noordelijk deel van de Bollenstreek en Zuid-Kennemerland. Wij adviseren het alternatief op te nemen in de PlanMER als een volwaardig alternatief. Alternatief Nieuwe N206 Dit alternatief omvat het Combinatie alternatief uit de NRD aangevuld met een Randweg om Lisse inclusief aansluiting op bestaande op/afrit A44 bij Kaag/Abbenes. De verbinding tussen de N206 en de N205 via de Weerlaan in Hillegom heeft kansrijkheid om de geconstateerde problemen op te lossen. Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 8 van 13

10 De aanvulling van de Randweg Lisse met een aansluiting op de A44 is in de Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek onderzocht. De verbinding van de N205-A44-Lisse is in deel A van de Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek geanalyseerd als onderdeel van bouwsteen Zuid. Geconcludeerd kan worden dat deze maatregel een ontlasting van de N208 en aansluiting Sassenheim veroorzaakt en daarmee lokaal bijdraagt aan de problematiek in het studiegebied. Gezien het oplossende vermogen van de combinatie van beide maatregelen en het draagvlak dat dit alternatief heeft wordt geadviseerd het alternatief toe te voegen aan de PlanMER. NOG Beter 2.0 Bij de inspraak op de NRD is verzocht te onderzoeken of het NOG Beter pakket op kan worden genomen in de PlanMER. Het NOG Beter pakket is samengesteld uit gespreide/lokale maatregelen in de gehele grensstreekregio. In de NRD is één onderdeel van het NOG Beter pakket opgenomen, namelijk het gedeelte dat in de noordelijke bouwsteen valt, de verbinding tussen de Weerlaan (Hillegom) en de N205. Op basis van de inzichten van de Actualisatie van de Bereikbaarheidsstudie en de probleemanalyse is van het NOG Beter een NOG Beter 2.0 ontwikkeld en ingebracht in de adviesgroep als pakket van het Platform NOG. Het bestaat onder meer uit 5 nieuwe infrastructurele verbindingen. Een aantal kanttekeningen zijn te plaatsen bij het pakket, tav de aansluiting Rijnsburg op de A44 en de randweg Zwaanhoek. Het onderdeel Noordelijke Randweg Rijnsburg is onderzocht in deel A van de Actualisatie als onderdeel van de bouwsteen Gespreid. Van dit onderdeel is geconcludeerd dat het lokaal voor een verbetering zorgt maar in onvoldoende mate bijdraagt aan de opgaven van de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek. NOG Beter 2.0 voorziet nabij Rijnsburg in een nieuwe aansluiting op de A44. Het Rijk heeft aangegeven hier geen voorstander van te zijn en werken naar verwachting niet mee aan een dergelijke aansluiting tenzij een andere aansluiting uit het verkeer wordt gehaald. Naar aanleiding van de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek realiseren de provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat nu een aansluiting voor het vrachtverkeer van Flora Holland op de A44. Daarmee wordt de kern van Rijnsburg minder belast door vrachtverkeer. De nieuwe Flora-Holland aansluiting maakt realisatie van de voorgestelde maatregel van Platform NOG moeilijker tot onmogelijk. In de NRD en de probleemanalyse van de MER Duinpolderweg zijn voor het project de opgaven en doelstellingen geformuleerd. De focus van de NRD en probleemanalyse ligt op de problematiek in het noordelijke deel van de grensstreek: rondom de kernen Zwaanshoek, Beinsdorp, Hillegom, Bennebroek, Vogelenzang, Heemstede en De Zilk. Andere delen van het Grensgebied worden aangepakt via andere projecten uit het maatregelenpakket van de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek. De randweg ten noorden van Zwaanshoek leidt tot verplaatsing van het verkeer tussen Bennebroek/Zuid-Kennemerland en de N205/A4 en daarmee een verplaatsing van het probleem naar de Spieringweg. De problematiek in Bennebroek wordt niet aangepakt. Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 9 van 13

11 Voorgesteld wordt vanwege draagvlak bij een aantal maatschappelijke stakeholders NOG Beter 2.0 op te nemen in de PlanMER Duinpolderweg. Nulplus alternatief Het nulplusalternatief heeft tot doel om te beoordelen in welke mate het mogelijk is om een bijdrage te leveren aan het oplossen van de problematiek zonder negatieve effecten op natuur, landschap en milieu te veroorzaken. In de NRD is dit alternatief beschreven aan de hand van een pakket van flankerende maatregelen. Geconstateerd is dat dit in onvoldoende mate bijdraagt aan de geformuleerde opgaven. Door Provinciale Staten is benadrukt dat het waardevol is om te onderzoeken of alternatieven voor een nieuwe stroomweg door het gebied kunnen bijdragen aan het oplossen van de problematiek zonder het waardevolle en kenmerkende landschap van de Bollenstreek te doorsnijden met nieuwe infrastructuur. De Staten verzochten de Adviesgroep mee te geven het nulplusalternatief, een alternatief met gespreide maatregelen of lokale maatregelen nader te onderzoeken. In de voorstellen van de adviesgroep zijn twee alternatieven opgenomen, Pakket NOG 2.0 en het Parelalternatief die aansluiten bij de wensen en ambities van de statenleden om een alternatief voor een stroomweg te onderzoeken. Beide alternatieven bevatten naast flankerende maatregelen enkele over het algemeen kleinere infrastructurele maatregelen welke afgestemd zijn op de geconstateerde problematiek. Voorgesteld wordt om deze alternatieven te onderzoeken en te beschouwen als invulling van het nulplusalternatief. Een separaat nulplusalternatief is dan niet noodzakelijk om inzicht te krijgen in de mate waarin problemen opgelost kunnen worden als de doorsnijding van waardevolle landschappen/natuur (en landbouw) worden vermeden. De Staten kunnen deze informatie gebruiken om een afgewogen besluit te nemen. C. Voorstel op te nemen alternatieven in de MER Bij de bespreking van de probleemanalyse in de gezamenlijke statencommissievergadering van 20 april 2016 is door de statenleden verzocht om bij een voorstel voor alternatieven voor de MER aan te geven hoe wordt omgegaan met de referentie (Nul alternatief), nulplus alternatief, lokale maatregelen, gespreide maatregelen et cetera. Zoals hierboven geduid, wordt voorgesteld het Nul alternatief en het Nulplus alternatief (door middel van NOG 2.0 en het Parel alternatief) op te nemen in de MER. Alles overziend wordt het voorstel gedaan om de MER Duinpolderweg uit te voeren met de volgende alternatieven: 1) Nul alternatief 2) Midden alternatief 3) Zuidelijk alternatief 4) Zienswijze van de gemeenteraad van Hillegom 5) Parel alternatief 2.0* 6) Nieuwe N206* 7) Pakket NOG 2.0* Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 10 van 13

12 In een tabel levert dit het volgend overzicht op: Alternatief NRD PAS Statencie 20/4 Adviesgroep Advies t.b.v. PlanMER Nul alternatief X X X X Noordelijk alternatief X Midden alternatief X X X Zuidelijk alternatief X X NOG Beter alternatief X Combinatie alternatief X Spoorvariant X Zienswijze Hillegom X X X Parelalternatief 2.0 X X Nieuwe N206 X X NOG Beter 2.0 X X Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 11 van 13

13 *Met het meenemen van deze alternatieven wordt het plangebied uitgebreid ten opzichte van het plangebied zoals vastgesteld in de NRD. Naast de genoemde infrastructurele alternatieven, ligt het voor de hand om een combinatie te zoeken met maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement, openbaar vervoer en het beter benutten en aanpassen van bestaande wegen. Dit geldt voor alle op te nemen alternatieven en kan bijvoorbeeld door flankerend beleid / mitigerende maatregelen te omschrijven in het MER. 3 Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Oplossen van de in de Grensstreekstudie geconstateerde en in de probleemanalyse (her)bevestigde verkeerskundige knelpunten in het grensstreekgebied van de provincies Noord- en Zuid-Holland. Het opstellen van de Milieu Effecten Rapportage op basis van de door PS vastgestelde Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) met de in deze voordracht voorgestelde alternatieven. Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 12 van 13

14 Wat mag het kosten? De onderzoeken ten behoeve van de MER procedure worden voorgefinancierd door de Stadsregio Amsterdam. Na afronding van de MER procedure, incl. Economische Effecten Rapportage (EER), Landbouw Effecten Rapportage (LER) en een Maatschappelijke Kosten- Batenanalyse (MKBA), wordt besluitvorming over het vervolg en de verdeling van kosten voorbereid. Den Haag, 21 september 2016 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, drs. J.H. de Baas drs. J. Smit Voordracht aan Provinciale Staten - inrichting MER Duinpolderweg Pagina 13 van 13

15 Probleemanalyse bereikbaarheid Grensstreek Klant: Provincie Noord-Holland Referentie: INFRABC5809R001D04 Versie: 02/Finale versie Datum:

16 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Postbus BC Amersfoort Netherlands Transport & Planning Trade register number: royalhaskoningdhv.com T F E W Titel document: Probleemanalyse bereikbaarheid Grensstreek Ondertitel: Referentie: INFRABC5809R001D04 Versie: 02/Finale versie Datum: Projectnaam: Duinpolderweg Projectnummer: BC5809 Auteur(s): Jan van den Bedem en Alex van Gent Opgesteld door: Alex van Gent Gecontroleerd door: Hans Marinus Datum/Initialen: Goedgekeurd door: Willem Homan Datum/Initialen: Classificatie Open Disclaimer No part of these specifications/printed matter may be reproduced and/or published by print, photocopy, microfilm or by any other means, without the prior written permission of HaskoningDHV Nederland B.V.; nor may they be used, without such permission, for any purposes other than that for which they were produced. HaskoningDHV Nederland B.V. accepts no responsibility or liability for these specifications/printed matter to any party other than the persons by whom it was commissioned and as concluded under that Appointment. The quality management system of HaskoningDHV Nederland B.V. has been certified in accordance with ISO 9001, ISO and OHSAS INFRABC5809R001D04 i

17 Inhoud Samenvatting 1 1 Inleiding Context Doel van de probleemanalyse Uitgangspunten verkeersstudie Leeswijzer 8 2 Ruimtelijk-economische context Inleiding Wonen Huidige situatie Toekomstige ontwikkeling Werken Huidige situatie Toekomstige ontwikkeling Economische activiteiten Huidige situatie Toekomstige ontwikkeling Ontwikkeling wegennet studiegebied Verkeer- en vervoerrelaties in het studiegebied 17 3 Verkeerskundige analyse Inleiding Bereikbaarheid studiegebied Bereikbaarheidsindicator Reistijd op trajecten Snelheid op wegvakken Verkeersafwikkeling (I/C-verhoudingen) Samenhang functie, vorm en gebruik wegen Verkeer in kernen Verkeer over lokale Ringvaartbruggen Verkeer op Dwarsverbindingen Verkeer op de Bennebroekerweg (tussen A4 en Spoorlaan) Fietsers Vrachtverkeer Keukenhof Verkeersstructuur Onvolledige wegenstructuur tussen de Duin- en Bollenstreek en Haarlemmermeer Beperkt aantal regionale Ringvaartbruggen INFRABC5809R001D04 ii

18 3.4.3 Wegenstructuur Haarlemmermeer Robuustheid 42 4 Conclusies Ruimtelijk-economische context Bereikbaarheid Samenhang functie, vorm en gebruik wegen Verkeersstructuur 45 5 Opgaven en doelstellingen 46 Bijlagen 49 Bijlage 1. Bronnen 49 Bijlage 2. Afkortingenlijst 50 Bijlage 3. Scheepvaart en brugopeningen Ringvaart INFRABC5809R001D04 iii

19 Samenvatting Context probleemanalyse Grensstreek De Grensstreek van Noord- en Zuid-Holland, tussen de Duin- en Bollenstreek enerzijds en de Haarlemmermeer en Zuid-Kennemerland anderzijds, heeft te maken met verkeer- en vervoervraagstukken nu en in de toekomst. Om deze economisch belangrijke regio goed bereikbaar te houden, hebben de provincies Noord- en Zuid- Holland, op verzoek van de gemeenten uit de regio, in 2006 het initiatief genomen voor de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek. Dit heeft geresulteerd in de samenwerkingsagenda (2008). Hierin is een aantal maatregelenpakketten benoemd: Maatregelenpakket Openbaar Vervoer Herstructurering aansluiting Bollenstreek A44 Maatregelen bereikbaarheid/leefbaarheid Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland Route Zuid-Kennemerland (verbinding tussen N206 en N205) Ten behoeve van de laatste maatregel is in 2013 de planstudie Duinpolderweg gestart. Als stap in deze planstudie en als uitwerking van de door de Provinciale Staten van Zuid-Holland en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland vastgestelde Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD 1 ), is een probleemanalyse uitgevoerd om scherper in beeld te brengen welke problemen er in de Grensstreek spelen op het gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Voorliggend rapport bevat deze probleemanalyse. Problematiek in de Grensstreek nader in beeld De Grensstreek kent een grote economische dynamiek. Met de aanwezigheid van Mainport Schiphol en de Greenports Aalsmeer en Duin- en Bollenstreek is dit gebied van groot economisch belang voor Nederland. De Greenport Duin- en Bollenstreek met bijbehorende activiteiten maakt onderdeel uit van de topsector tuinbouw en de Keukenhof heeft een belangrijke recreatieve en economische waarde, met meer dan één miljoen bezoekers in twee maanden tijd. Ook de kuststrook en de hotel- en congresfaciliteiten in Noordwijk en Noordwijkerhout trekken veel bezoekers. In de periode is de gemeente Haarlemmermeer gegroeid met meer dan 50%, zowel wat betreft inwonertal als aantal arbeidsplaatsen. In de Duin- en Bollenstreek zijn Katwijk (invloedsgebied) en Teylingen in omvang fors gegroeid. Nieuwe woningbouwlocaties zijn met name in deze gemeenten voorzien. Nieuwe bedrijvigheid zal vooral worden gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer, in relatie tot Schiphol. Naar verwachting daalt het aantal arbeidsplaatsen in de Duin- en Bollenstreek richting 2030, terwijl het aantal inwoners wel groeit. Dit betekent dat de inwoners van de Duin- en Bollenstreek voor werk vaker buiten de eigen regio moeten zijn; dit gaat meer woon-werkverkeer over langere afstanden opleveren. Voor de regio Zuid-Kennemerland geldt dat de bevolking harder groeit dan het aantal arbeidsplaatsen. Deze regio kenmerkt zich door een hoog opgeleide bevolking die werkt buiten de regio. Hierdoor gaat de uitgaande pendel uit deze regio tot 2030 toenemen. N444 N206 Duin- en Bollenstreek N443 Zuid-Kennemerland N442 N208 A44 N207 N205 N201 A4 A5 Haarlemmermeer Figuur 1: De Grensstreek van Noord- en Zuid-Holland A9 1 De NRD is vastgesteld door de Staten (Zuid-Holland) en Gedeputeerde Staten (Noord-Holland) INFRABC5809R001D04 1

20 Het wegennet in de Grensstreek is van oudsher noord-zuid gericht. De Duin- en Bollenstreek was economisch met name gericht op Leiden en Haarlem, langs de lijn van de huidige N208 en de spoorlijn Oude Lijn. Pas na het inpolderen van de Haarlemmermeer zijn er ook wegen met een oost-westoriëntatie aangelegd, maar met name in de Haarlemmermeer zelf (N207, Nieuwe Bennebroekerweg en N205). Er is de laatste jaren nauwelijks nieuwe weginfrastructuur gerealiseerd tussen de Haarlemmermeer en Duin- en Bollenstreek. In de Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland is geen grootschalige infrastructuur toegevoegd; wel zijn wegen gereconstrueerd om de veiligheid te vergroten zoals de N208 door Hillegom. Als gevolg van de historische ontwikkelingen is het verkeer tussen de Duin- en Bollenstreek en Zuid- Kennemerland enerzijds en de Haarlemmermeer anderzijds sterk toegenomen. De oorspronkelijke noordzuidoriëntatie van het verkeer is hiermee in oost-westrichting verschoven. Ook de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Amsterdam (o.a. Zuidas) en Greenport Aalsmeer speelt hierbij een rol. Door de geplande ontwikkelingen in Haarlemmermeer en Schiphol zal het verkeer tussen de Duin- en Bollenstreek en Zuid- Kennemerland enerzijds en oostelijk gelegen bestemmingen anderzijds nog verder toenemen, Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland (zuid) relatief slecht bereikbaar Om de bereikbaarheidsproblematiek in beeld te brengen is gebruik gemaakt van de Bereikbaarheidsindicator 2. Uit deze analyse blijkt dat de Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland slecht bereikbaar zijn (relatief ten opzichte van andere gebieden in Nederland). Zowel vanuit de Duin- en Bollenstreek als vanuit Zuid-Kennemerland is de bereikbaarheid richting zuiden en richting de Haarlemmermeer aanmerkelijk slechter dan gemiddeld in Nederland. De donker gekleurde segmenten in de figuur laten zien in welke richting en bij welke afstand de bereikbaarheid slecht is voor de betreffende locatie. De oorzaak van de slechte bereikbaarheid ligt, naast doorstromingsproblemen, in de verkeersstructuur: ontbrekende schakels in het netwerk, waardoor verkeer om moet rijden, bijvoorbeeld door fysieke barrières, zoals de spoorlijn Oude Lijn, de Leidsevaart en de Ringvaart (met name in oost-westrichting); geen oost-west georiënteerde wegen in de Duin- en Bollenstreek en Zuid- Kennemerland met een stroomfunctie, waardoor er over een langere afstand met een lage gemiddelde snelheid moet worden gereden. Figuur 2: Bereikbaarheidsindicator voor kernen in het studiegebied Doorstromingsproblemen op aantal wegen in Grensstreek De doorstromingsproblematiek in het gebied is op verschillende manieren beoordeeld. Gekeken is naar de reistijden op trajecten, snelheden op specifieke wegvakken en naar de verhouding tussen de intensiteit en capaciteit op wegen. Aan de hand van de analyses zijn op een aantal wegen in het studiegebied doorstromingsproblemen geconstateerd: op de autosnelwegen A5, A4 en A44; op de N201 tussen de A4 en de N205; 2 De Bereikbaarheidsindicator is door het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) geïntroduceerd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en is een indicator voor de bereikbaarheid van een gebied, ten opzichte van het gemiddelde voor Nederland. De bereikbaarheid wordt bepaald per windrichting en per afstandsklasse (< 7,5 km, 7,5-30 km, > 30 km) INFRABC5809R001D04 2

21 op de N208 (bij de aansluiting met de N207, in Hillegom en Bennebroek); op de dwarsverbindingen N443 en N444; bij de bruggen over de Ringvaart (Hillegommerbrug, Bennebroekerbrug en Lisserbrug); op de Bennebroekerweg bij Hoofddorp; op de hoofdwegenstructuur binnen Hoofddorp; op de N208 en Glipperdreef in Heemstede. - Verkeer in woonkernen. Er rijdt op diverse plekken in het studiegebied veel verkeer door woonkernen, over wegen die daar niet op zijn ingericht (tot 50% teveel in 2030). Hierdoor is de weg moeilijk over te steken (barrièrewerking) en zijn er conflicten tussen (vracht)autoverkeer enerzijds en langzaam verkeer en uitwisselend verkeer naar erven, parkeervakken en zijstraten anderzijds. Dit leidt tot knelpunten op het gebied van Figuur 3: Verkeer in woonkern Vogelenzang verkeersveiligheid, verkeersafwikkeling en leefbaarheid. - Verkeer over lokale Ringvaartbruggen. Er rijdt tot 50% te veel verkeer over lokale bruggen, die daar door hun smalle wegprofiel niet op zijn ingericht (knelpunten t.a.v. verkeersveiligheid, verkeersafwikkeling en leefbaarheid). - Verkeer over dwarsverbindingen. De N442, N443, N444, Delfweg en Stationsweg hebben relatief veel verkeer vergeleken met hun smalle wegprofiel, met parkeren langs de rijbaan, sloten langs de weg, fietspaden dicht langs de weg, erftoegangen en toegangen tot bollenpercelen (knelpunten t.a.v. verkeersveiligheid en leefbaarheid). - Verkeer over Bennebroekerweg (tussen Spoorlaan en A4). De Bennebroekerweg is niet ingericht op de hogere functie die de weg heeft gekregen met het openstellen van de nieuwe aansluiting op de A4. Dit knelpunt gaat in de toekomst toenemen door de geplande ontwikkelingen aan de zuidzijde van Hoofddorp (knelpunten t.a.v. verkeersveiligheid en doorstroming). - Verkeersveiligheid fietsers. In de Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland (zuid) lopen de fietsroutes veelal over de wegen die ook fungeren als ontsluitingsroute voor (vracht)autoverkeer, met name in kernen (knelpunt t.a.v. verkeersveiligheid). - Vrachtverkeer. Door de aard en omvang van de economische activiteiten in het gebied rijdt er veel vrachtverkeer in de Duin- en Bollenstreek. Dit leidt ertoe dat de bovengenoemde knelpunten als extra zwaar worden ervaren (knelpunten t.a.v. verkeersveiligheid en doorstroming). - Keukenhof. Gedurende de twee maanden dat de Keukenhof open is ondervinden (en veroorzaken) de vele autobezoekers problemen met de verkeersafwikkeling op de toeleidende wegen door Sassenheim en Lisse (N208 en N207). Als gevolg hiervan zoekt veel verkeer andere routes over wegen die daar niet geschikt voor zijn qua capaciteit en weginrichting (knelpunten t.a.v. verkeersveiligheid, leefbaarheid en doorstroming). Conclusie: Gebrekkige verkeersstructuur leidt tot knelpunten Op basis van de uitgevoerde analyses kan geconcludeerd worden dat de Grensstreek van Noord- en Zuid-Holland knelpunten kent op het gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en robuustheid van het wegennetwerk. Geconstateerd is dat dit voor een belangrijk deel veroorzaakt wordt door een onbalans in functie, vorm en gebruik van de wegen. De onbalans wordt op haar beurt weer veroorzaakt door de verkeersstructuur van de Grensstreek (zie Figuur 4): INFRABC5809R001D04 3

22 De doorgaande wegen in het gebied hebben een noordzuidoriëntatie; goede oostwestverbindingen zijn er niet. Het gebied kent weinig wegen A9 met een functie voor doorgaand verkeer; wegen met N205 A5 N201 een stroomwegfunctie. De doorgaande provinciale N442 wegen in de Bollenstreek N206 (N206 en N208) gaan aan de noordzijde over in wegen met N207 A4 een lokaal karakter. N443 N208 Stroomfunctie Het aantal bruggen over de A44 Gebiedsontsluitingsfunctie Ringvaart met een N444 Erftoegangsfunctie stroomwegfunctie is beperkt; regionaal verkeer moet Figuur 4: Wegenstructuur en functies van wegen in het studiegebied daardoor gebruik maken van bruggen met een lokale functie (Bennebroekerbrug, Hillegommerbrug en Lisserbrug) of moet door de bebouwde kom van Hillegom en Heemstede om de bruggen met een regionale functie (N201 en N207) te bereiken. Dit leidt tot de volgende problemen, die hieronder verder worden beschreven: Doorgaand en regionaal verkeer maakt gebruik van wegen door woonkernen Door de gebrekkige verkeersstructuur belandt verkeer vanuit de Duin- en Bollenstreek en Zuid- Kennermerland richting Haarlem en de Haarlemmermeer op wegen door woonkernen (waaronder Bennebroek, Zwaanshoek, Beinsdorp, Vogelenzang, Hillegom en De Zilk). Deze lagere orde wegen (zogenaamde erftoeganswegen) zijn niet toegerust op de hoeveelheid verkeer die er nu gebruik van maakt. Auto, vrachtauto en fietser concurreren om de beperkte ruimte. De snelheid op deze wegen is beperkt en de reistijden over grotere afstanden daardoor lang. Dit gaat ten koste van de bereikbaarheid van de economisch belangrijke bestemmingen in het gebied, zoals de Greenport Duin- en Bollenstreek, de Keukenhof en congrescentra in Noordwijkerhout. Verkeer door woonkernen veroorzaakt bovendien verkeersveiligheidsproblemen voor fietsers en voetgangers en leefbaarheidsproblemen voor de mensen die in de nabijheid van deze wegen wonen. Bereikbaarheid van de Duin- en Bollenstreek en de Haarlemmermeer staat onder druk Hoofddorp wordt door de N201 en de (Nieuwe) Bennebroekerweg ontsloten op het autosnelwegnet (A4). De doorstroming op de N201 laat nu al te wensen over. Dat geldt ook voor de Bennebroekerweg, die niet is toegerust op de verkeersfunctie die de weg onlangs heeft gekregen door de nieuwe aansluiting op de A4. In de Haarlemmermeer worden in de komende jaren nieuwe woongebieden en bedrijfslocaties gerealiseerd. Hierdoor neemt de verkeersdruk op de N201 en de (Nieuwe) Bennebroekerweg verder toe, met als gevolg dat de bestaande doorstromingsproblemen verergeren en de bereikbaarheid van de Haarlemmermeer verder onder druk komt te staan. De bereikbaarheid van het noordelijk deel van de Duin- en Bollenstreek staat onder druk door het ontbreken van regionale oost-west verbindingen, de aanwezigheid van barrières in noord-zuidrichting (spoorlijn, Leidsevaart en de Ringvaart) en het ontbreken van regionale verbindingen in noordelijke richting (regionale verbindingen eindigen in woonkernen) INFRABC5809R001D04 4

23 Wegennet is niet robuust door fysieke barrières en het ontbreken van alternatieve routes Een robuust wegennet is belangrijk, zodat ook in geval van calamiteiten en verstoringen verkeer gebruik kan maken van routes die vergelijkbaar zijn qua reistijd en verkeersveiligheid. Daarnaast is een robuust wegennet van belang om ook tijdens topdrukte goed te blijven functioneren (bijvoorbeeld wanneer kruispunten vastlopen in verband met bezoek aan de Keukenhof). Voor Zuid-Kennemerland (zuid) en de noordelijke Duin- en Bollenstreek is de robuustheid van het wegennet slecht. De beperkte beschikbaarheid van alternatieve (regionale) routes vanuit deze twee gebieden naar de Haarlemmermeer hangt sterk samen met de aanwezigheid van de natuurlijke en fysieke barrières die de spoorlijn Oude Lijn, de Leidsevaart en de Ringvaart met zich meebrengen. Dit betekent dat in geval van calamiteiten het verkeer gebruik moet maken van lokale wegen en lokale Ringvaartbruggen, die daarvoor ongeschikt zijn. Opgaven en doelstellingen Op basis van de geactualiseerde probleemanalyse kan worden geconcludeerd dat de opgaven en doelstellingen uit de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek (2008) en Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD, 2013) nog steeds actueel zijn. Op verzoek van de Commissie MER en op verzoek van beide Statencommissies worden eerdere doelstellingen aangescherpt zodat deze meetbaar kunnen worden gemaakt. Dit leidt tot de dezelfde doelstellingen, vertaald naar opgaven, die beter aansluiten bij de geactualiseerde probleemanalyse voor de planstudie Duinpolderweg: Hoofddoelstelling 1: Het faciliteren van de ruimtelijk-economische activiteiten en ontwikkelingen door het verbeteren van de bereikbaarheid van de Duin- en Bollenstreek, Zuid-Kennemerland en de Haarlemmermeer. Met als concrete subdoelstellingen: 1A. Faciliteren van de toenemende oost-west pendel in de periode tussen woongebieden in de Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland enerzijds en de werkgebieden in Haarlemmermeer/Amsterdam anderzijds. Dit wordt beoordeeld op basis van reistijden in ochtendspits en/of avondspits. De reistijden in 2030 zijn minimaal gelijk aan de reistijden in B. Streven naar het verbeteren van de bereikbaarheid van de noordelijke Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland en de Haarlemmermeer. Dit wordt in beeld gebracht met behulp van de bereikbaarheidsindicator. Het percentage sterk vertraagde ritten in 2030 moet minimaal gelijk of lager zijn dan het percentage sterk vertraagde ritten in C. Verbeteren van de bereikbaarheid tussen Hoofddorp/Nieuw-Vennep enerzijds en het hoofdwegennet (A4 en A9) anderzijds, door het verminderen van de verliestijd op de hoofdstructuur (N201, N207 en N205 en de (Nieuwe) Bennebroekerweg). Het aantal voertuigverliesuren (VVU s) moet in 2030 minimaal gelijk of lager zijn dan in Voor de Bennebroekerweg (tussen Spoorlaan en A4) geldt dat de vorm niet overeenkomt met het functioneren als hoofdstructuur. Voor dit wegvak moeten functie, vorm en gebruik in overeenstemming met elkaar worden gebracht. 1D. Vergroten van de robuustheid van het wegennet in het studiegebied, gericht op het minimaliseren van verkeershinder als gevolg van het wegvallen van een regionale oeververbinding, dan wel een sterke toename van de (seizoensgebonden) verkeersvraag (Keukenhof). Dit wordt beoordeeld door de toename van het aantal voertuigverliesuren (VVU s) in het studiegebied in beeld te brengen voor 2030 autonoom en 2030 alternatieven bij blokkade van de Elswoutbrug (N207). Hoofddoelstelling 2: Verminderen van de verkeershinder in de leefomgeving. Met als concrete subdoelstellingen: 2A. In overeenstemming brengen van functie, vorm en gebruik van het wegennet, zodanig dat de verkeersintensiteit op wegen met kenmerken van een erftoegangsweg onder de streefwaarde van motorvoertuigen per etmaal blijft. Dit geldt specifiek voor de wegen uit Tabel 9 uit deze rapportage INFRABC5809R001D04 5

24 1 Inleiding 1.1 Context Grote economische dynamiek Grensstreek De Grensstreek van de provincies Noord- en Zuid- Holland vormt een belangrijke schakel tussen de Noordvleugel en de Zuidvleugel van de Randstad. Zuid-Kennemerland Het gebied kent een grote economische dynamiek, A9 N205 onder andere door de aanwezigheid van A5 N201 Schiphol/Haarlemmermeer en de Greenports Aalsmeer en Duin- en Bollenstreek. De Grensstreek Haarlemmermeer N442 N206 is ook landschappelijk en recreatief een rijk gebied, Duin- en Bollenstreek met bijvoorbeeld de Duingebieden, Zuid- N207 A4 N443 N208 Kennemerland, de Keukenhof en met hotel- en A44 congresfaciliteiten in Noordwijk en Noordwijkerhout. N444 De Grensstreek heeft te maken met forse toekomstopgaven. Naast wateropvang, uitbouw van Figuur 5: De Grensstreek van Noord- en Zuid-Holland economische functies en het aanbieden van nieuwe woonfuncties, gaat het ook om het duurzaam geleiden van de mobiliteit in het gebied. Uitgevoerde bereikbaarheidsstudies Om hierbij ook de mobiliteitsopgave goed in te vullen, hebben de provincies in 2006 op verzoek van de gemeenten uit de regio het initiatief genomen voor de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Noord- en Zuid- Holland 3. Een belangrijke aanleiding voor deze studie was de verkeershinder in een aantal kernen in Zuid-Kennemerland en de Duin- en Bollenstreek en congestie op diverse delen van het wegennet in het gehele gebied. In de bereikbaarheidsstudie is de toekomstige situatie in beeld gebracht bij ongewijzigd beleid (autonome situatie) en is een aantal alternatieven aangedragen voor een nieuwe oostwestverbinding. De analyses uit de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek hebben uiteindelijk geleid tot een Samenwerkingsagenda. Deze agenda bestaat uit een aantal onderdelen: - OV pakket (trein en bus); - Noordelijke verbinding N206-N205; - Herverdeling oude structuur A44 en Noordelijke Randweg Rijnsburg; - Kleinschalige maatregelen gericht op het verbeteren van (boven)lokale bereikbaarheid en leefbaarheid in het middengebied van de Duin- en Bollenstreek. Op basis van de uitkomsten van de Bereikbaarheidsstudie Grensstreek is in 2010 gestart met een verkenning 4 naar de verbinding tussen de N206 en N205 in het noordelijke gebied tussen Hillegom en Bennebroek. In dit onderzoek zijn diverse tracéalternatieven beschouwd. In 2012 zijn belanghebbenden uitgenodigd om in drie sessies mee te denken over de in hun ogen beste varianten om de verkeersproblemen op te lossen. De ingebrachte varianten zijn onderling verkeerskundig vergeleken en afgewogen en verwoord in het rapport Huiswerkvarianten Duinpolderweg. Op basis van de uitkomsten van dit rapport heeft de stuurgroep Duinpolderweg vervolgens besloten om een aantal alternatieven verder uit te werken in de planfase. 3 Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Noord- en Zuid-Holland (provincies Noord- en Zuid-Holland, 2008) 4 Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) verkenning Van Greenport tot Mainport N205-N206 (2010) INFRABC5809R001D04 6

25 Notitie Reikwijdte en Detailniveau project MER Duinpolderweg en tussenstap In 2013 is de Notitie Reikwijdte en Detailniveau opgesteld voor het project Duinpolderweg. Deze notitie markeert de start van de m.e.r.-procedure (milieueffectrapportage) voor dit project. Alvorens het MER op te stellen, hebben de beide provincies een tussenstap ingebouwd, waarin de probleemanalyse van de verkeerskundige knelpunten en regionale bereikbaarheid in de regio Duin- en Bollenstreek worden aangescherpt. Op basis van de tussenstap nemen Provinciale Staten van Noord- en Zuid-Holland in het voorjaar van 2016 een besluit over het vervolg en de inhoud van de MilieuEffectRapportage (MER). Dit rapport is onderdeel van deze tussenstap. 1.2 Doel van de probleemanalyse Deze probleemanalyse heeft tot doel om voor de toekomstige situatie in 2030 de verkeerskundige knelpunten in het studiegebied scherp te krijgen. Dit wordt bereikt door het gebruik van het wegennet in de Grensstreek te analyseren en de huidige en toekomstige knelpunten inzichtelijk te maken. Hierbij worden ook de sociaal-economische ontwikkelingen in de regio betrokken. Het gebruik van het wegennet wordt geanalyseerd voor verschillende verkeerskundige aspecten. 1.3 Uitgangspunten verkeersstudie Verkeersmodel VENOM Omdat gegevens uit de toekomstige situatie niet gemeten kunnen worden, wordt een verkeersmodel gebruikt voor het voorspellen van toekomstige verkeersintensiteiten en reistijden op trajecten. Een verkeersmodel is een hulpmiddel om de effecten van projecten, maatregelen en beleid op het gebied van ruimte, mobiliteit en infrastructuur in kaart te brengen. Het gehanteerde verkeersmodel is VENOM (Verkeerskundig Noordvleugel Model). Dit is het verkeersmodel ontwikkeld door en voor dertien samenwerkende partners in de Metropoolregio Amsterdam. Speciaal voor het project Duinpolderweg is in VENOM de Duin- en Bollenstreek verfijnd en aan het studiegebied toegevoegd. VENOM wordt in deze studie ingezet om inzicht te krijgen in de verkeer- en vervoerstromen in het gebied en de veranderingen naar de toekomst. Hiermee ontstaat een beeld van de verwachte verkeersdruk op de verschillende wegen in het studiegebied en de verwachte veranderingen richting Ook de effecten op verkeersafwikkeling, reistijden en gereden snelheden worden in beeld gebracht. De verkeersberekeningen zijn uitgevoerd met modelversie VENOM2013, dat als basisjaar 2010 heeft en 2030 als toekomstjaar. Wat betreft modelopbouw sluit VENOM aan bij het Nederlands Regionaal Model van Rijkswaterstaat voor de Randstad; het NRM West. Autonome situatie en toekomstscenario s De autonome situatie is de toekomstige situatie bij ongewijzigd beleid, inclusief huidige vastgestelde plannen, maar zonder nog niet vastgestelde (infrastructurele) plannen. De autonome situatie wordt in MER-studies doorgaans gebruikt als referentie situatie. Projectalternatieven worden afgezet tegen de autonome situatie, om daarmee de effecten in beeld te brengen en te vergelijken. Ook voor de toekomstscenario s voor 2030 sluit VENOM aan bij het NRM. In verband met de onzekerheid over de toekomstige ontwikkeling, heeft het CPB vier scenario s opgesteld voor de toekomstige situatie wat betreft Welvaart en Leefomgeving (WLO). Deze zijn gebaseerd op prognoses van onder andere de bevolkingsontwikkeling, economische ontwikkeling en mate van internationale samenwerking. Bij infrastructuurprojecten wordt doorgaans met twee toekomstscenario s gerekend: een hoog groeiscenario (Global Economy, GE) en een laag groeiscenario (Regional Communities, RC). Beide scenario s vormen INFRABC5809R001D04 7

26 een bandbreedte voor de toekomstige ontwikkeling. De verwachting is dat de werkelijke ontwikkeling in 2030 zich ergens binnen deze bandbreedte bevindt. Hiermee wordt aangesloten bij de methode die het Rijk hanteert in haar planstudies. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van zowel het hoge (GE) als het lage (RC) CPB-groeiscenario. Hiermee wordt extra inzicht gegeven in de grootte van de knelpunten; treden deze alleen in het hoge scenario op, of ook in het lage groeiscenario? Overige modeluitgangspunten zijn te vinden in het Handboek VENOM 5. Hierin zijn alle afspraken opgenomen over de aansluiting en afstemming en de richtlijnen voor de toepassing van VENOM. Studiegebied Voor de probleemanalyse van de Grensstreek is een studiegebied gedefinieerd dat zich toespitst op het gebied tussen en rondom de N206, A44, A4, A5 en de A9. In Figuur 6 is dit gebied aangegeven. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de ruimtelijk-economische context. Hierbij worden zowel de relevante ontwikkelingen uit het verleden, als de toekomstige ontwikkelingen in het gebied betrokken. Hoofdstuk 3 bevat de verkeerskundige Figuur 6. Studiegebied probleemanalyse Grensstreek probleemanalyse, zowel voor de huidige situatie als voor de toekomst (bij autonome ontwikkeling). In hoofdstuk 4 worden conclusies getrokken, op basis van de analyses uit voorgaande hoofdstukken. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 een vertaling gemaakt van de geconstateerde problemen in doelstellingen om de knelpunten op te lossen. 5 Meer informatie over VENOM is te vinden op: INFRABC5809R001D04 8

27 2 Ruimtelijk-economische context 2.1 Inleiding Het studiegebied kent een grote economische dynamiek, onder andere door de aanwezigheid van Mainport Schiphol en de Greenports Aalsmeer en Duin- en Bollenstreek. Daarnaast kent het gebied nog een aantal recreatieve attractiepunten zoals de Keukenhof en de kuststrook en zijn er hotel- en congresfaciliteiten in Noordwijk en Noordwijkerhout. Deze gebieden moeten worden ontsloten, maar ook de verbindingen tussen de gebieden moeten worden gefaciliteerd. De ruimtelijke en economische ontwikkelingen die voor de toekomst in het gebied worden voorzien, zullen de bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblemen vergroten. In dit hoofdstuk is de ruimtelijk-economische context nader toegelicht, zowel de ontwikkeling vanuit het verleden richting de huidige situatie, als richting de toekomst (2030). Als eerste wordt ingegaan op het aantal inwoners en woningbouwplannen ( 2.2). Ten tweede wordt ingegaan op de werkgelegenheid in het studiegebied ( 2.3). Ten derde komen de belangrijkste economische plannen in het studiegebied aan bod. ( 2.4). Ten vierde wordt de ontwikkeling van het wegennet behandeld in 2.5. Tot slot worden de verkeer- en vervoerrelaties binnen en met het studiegebied inzichtelijk gemaakt ( 2.6). 2.2 Wonen Huidige situatie In Tabel 1 is het verloop over de jaren van het aantal inwoners in de gemeenten binnen het studiegebied vermeld. Het totaal aantal inwoners in het studiegebied in 2015 was Tabel 1. Verloop aantal inwoners in studiegebied (bron CBS) Index 1990 = 100 Gemeente Bloemendaal Haarlem Heemstede Zandvoort Subtotaal Zuid-Kennemerland Haarlemmermeer Subtotaal Haarlemmermeer Hillegom Katwijk Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Teylingen Subtotaal Bollenstreek Totaal INFRABC5809R001D04 9

28 Meest opvallend hierin is de grote groei van de gemeente Haarlemmermeer tussen 1990 en 2015, met meer dan 50%. Ook in Teylingen en Katwijk is het aantal inwoners in deze periode fors gegroeid. In de overige gemeenten is de groei beperkt Toekomstige ontwikkeling In het Global Economy (GE)-scenario wordt voor 2030 een groei van 17% van het aantal inwoners in het studiegebied verwacht ten opzichte van 2010, zie Tabel 2. Het inwoneraantal in het studiegebied neemt in het GE-scenario met toe tot Meer dan een kwart van deze toename ( inwoners) komt voor rekening van de gemeente Haarlemmermeer. Zuid-Kennemerland groeit met 10%, het grootste deel van deze groei komt door de groei van Haarlem. De Duin- en Bollenstreek groeit met 24%, hiervan nemen Noordwijk, Katwijk en Teylingen het grootste deel voor hun rekening. Het Regional Communities (RC)-scenario gaat voor het totale studiegebied uit van een gelijkblijvend aantal inwoners ten opzichte van Dit betekent een daling van het aantal inwoners in het studiegebied ten opzichte van Gezien de reeds gerealiseerde en geplande ontwikkelingen die in deze paragraaf worden toegelicht, ligt wat betreft het aantal inwoners het GE-scenario meer voor de hand voor dit gebied. Tabel 2. Inwoners 2030 voor het hoge (GE) en lage (RC) groeiscenario, bron: NRM Index 2010 = 100 Gemeente GE 2030RC 2030GE 2030RC Bloemendaal Haarlem Heemstede Zandvoort Subtotaal Zuid-Kennemerland Haarlemmermeer Subtotaal Haarlemmermeer Hillegom Katwijk Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Teylingen Subtotaal Duin- en Bollenstreek Totaal studiegebied In het GE-scenario wordt voor 2030 deels rekening gehouden met de volgende (grootschalige) woningbouwplannen: 6 Katwijk en Telingen zijn opgenomen in de tabellen, aangezien deze gemeenten onderdeel zijn van de Duin- en Bollenstreek en in het invloedsgebied van deze studie liggen. Katwijk en Telingen liggen niet in het studiegebied INFRABC5809R001D04 10

29 Haarlemmermeer-West ( Parels aan de Ringvaart ). Naast het maken van een duurzaam watersysteem en het toevoegen van omgevingskwaliteit (o.a. de aanleg van Park21, het parkgebied tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep) worden duurzame dubbeldorpen aan de Ringvaart gerealiseerd: Cruquius (Heemstede), Zwaanshoek (Bennebroek), Beinsdorp (Hillegom) en Lisserbroek (Lisse). De oude woningbouwopgave in de Westflank betrof woningen. Voor 40% van deze woningen is tot nu toe een concrete locatie in de Haarlemmermeer-West gevonden. Naar invulling van de overige 60% wordt nog gezocht, omdat woningbehoefte nog steeds aanwezig is. Er wordt een goede bereikbaarheid van het gebied nagestreefd. In Figuur 7 is het plangebied Haarlemmermeer-West weergegeven. In Figuur 8 zijn de geplande ontwikkelingen langs de Nieuwe Bennebroekerweg weergegeven. Figuur 7. Locatie ontwikkelingen Haarlemmermeer (bron: Parels aan de Ringvaart. Een uitvoeringsplan voor Haarlemmermeer-West (gemeente Haarlemmermeer, maart 2014). Figuur 8. Ontwikkelingen langs de Nieuwe Bennebroekerweg (bron: Presentatie Stadsregio Amsterdam en gemeente Haarlemmermeer) INFRABC5809R001D04 11

30 Zuid-Kennemerland. Het Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP) is een vertaling van de Structuurvisie van de provincie Noord-Holland. In het RAP zijn met de gemeenten IJmond en Zuid- Kennemerland afspraken gemaakt over het woningbouwprogramma. Hierin is opgenomen dat IJmond en Zuid- Kennemerland in de periode in totaal woningen aan de voorraad zullen toevoegen, waarvan woningen in Zuid-Kennemerland (inclusief Cruquius in de Haarlemmermeer, zie Figuur 9). Figuur 9. Bouwplanlocaties Zuid-Kennemerland (bron: Structuurscan Zuid-Kennemerland, 2012) Duin- en Bollenstreek. In het programma Visie Ruimte en Mobiliteit van de provincie Zuid-Holland is opgenomen dat de Duin- en Bollenstreek een eigen woningbehoefte heeft van woningen tot Daarbovenop bestaat er een bovenregionale behoefte aan woningen en 600 greenportwoningen in de periode tot Dit woningbouwprogramma is opgenomen in de regionale woonvisie tot 2030 en aan locaties toegewezen. In het Afsprakenkader Greenport Duinen Bollenstreek hebben provincie en gemeenten aangegeven waar de woningbouwopgave zal plaatsvinden. Het zwaartepunt van deze woningbouwopgave ligt in Noordwijk, Teylingen en Noordwijkerhout (zie Figuur 10). 2.3 Werken Figuur 10. Woningbouwplannen Duin- en Bollenstreek. Bron figuur: Verkenning ontwikkeling Grensstreekregio (PZH) Huidige situatie Het totaal aantal banen in het studiegebied bedroeg in 2010 circa Dit aantal was in 2013 gegroeid tot bijna In Tabel 3 is het verloop over de jaren van het aantal banen in de gemeenten binnen het studiegebied vermeld INFRABC5809R001D04 12

31 Tabel 3. Verloop aantal banen in studiegebied (bron CBS) Index 1995 = 100 Gemeente Bloemendaal Haarlem Heemstede Zandvoort Subtotaal Zuid-Kennemerland Haarlemmermeer Subtotaal Haarlemmermeer Hillegom Katwijk Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Teylingen Subtotaal Bollenstreek Totaal De werkgelegenheid heeft zich de afgelopen jaren meer gelijkmatig verdeeld over het gebied ontwikkeld dan de inwoners. De definitie die het CBS voor een baan hanteert is echter veranderd tussen 2000 en Daar moet bij de vergelijking van de gegevens van voor en na deze periode rekening mee gehouden worden. Net als bij het aantal inwoners, springt de ontwikkeling van de Haarlemmermeer er hier uit, met een groei van meer dan 70% in de periode 1995 tot Teylingen, Noordwijk, Noordwijkerhout, Katwijk en Zandvoort zijn ook flink gegroeid. De groei van de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek en in Zuid- Kennemerland vond plaats in de periode tussen 1995 en In 2013 nam in deze regio s het aantal arbeidsplaatsen af ten opzichte van Dit in tegenstelling tot het aantal inwoners dat tussen 2010 en 2015, zij het beperkt, is toegenomen (Tabel 1). In totaal is het aantal banen in het studiegebied met 35% gegroeid tussen 1995 en Tabel 4. Werkgelegenheid bedrijfstakken binnen het studiegebied (2013, bron: CBS) Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio G Handel 20% H Vervoer en opslag 22% M-N Zakelijke dienstverlening 22% Op basis van CBS-gegevens is bepaald hoe de werkgelegenheid is verdeeld over de verschillende bedrijfstakken binnen de regio (Tabel 4). De meeste werkgelegenheid geven de branches Zakelijke dienstverlening (22%) en Vervoer en opslag (22%), gevolgd door Handel (20%). Gezien de aard van de 7 Inclusief Schiphol INFRABC5809R001D04 13

32 activiteiten en de te vervoeren en verhandelen producten, zijn dit bedrijfstakken die relatief veel verkeersbewegingen genereren en met relatief veel vrachtverkeer. De overige bedrijfstakken hebben een aandeel kleiner dan 10% per bedrijfstak en zijn niet in de tabel opgenomen Toekomstige ontwikkeling Het aantal arbeidsplaatsen groeit in de autonome situatie 2030 (GE-scenario) met 12% ten opzichte van 2010 tot circa In Tabel 5 zijn de verwachte ontwikkelingen per gemeente binnen het studiegebied vermeld. De grootste groei van arbeidsplaatsen binnen de regio vindt, evenals de groei van het aantal inwoners, plaats binnen de gemeente Haarlemmermeer. In de Duin- en Bollenstreek daalt het aantal arbeidsplaatsen (-13%), terwijl het aantal inwoners wel groeit (zie vorige paragraaf). Dit betekent dat de inwoners van de Duin- en Bollenstreek voor werk buiten de eigen regio moeten zijn, dit gaat meer woon-werkverkeer over langere afstanden opleveren. Voor Zuid-Kennemerland geldt dat de bevolking harder groeit dan het aantal arbeidsplaatsen. Zuid-Kennemerland kenmerkt zich door een hoog opgeleide bevolking die werkt buiten de regio 8. De uitgaande pendel uit deze regio gaat hierdoor toenemen. De daling van het aantal arbeidsplaatsen in de Duin- en Bollenstreek zit met name in de gemeenten Hillegom, Lisse en Noordwijk. Tabel 5. Arbeidsplaatsen Basisjaar 2010 en planjaar Bron: VENOM Index 2010 = 100 Gemeente GE 2030RC 2030GE 2030RC Bloemendaal Haarlem Heemstede Zandvoort Subtotaal Zuid-Kennemerland Haarlemmermeer Subtotaal Haarlemmermeer Hillegom Katwijk Lisse Noordwijk Noordwijkerhout Teylingen Subtotaal Duin- en Bollenstreek Totaal Bron: Intergemeentelijke Structuurscan Zuid-Kennemerland (gemeente Haarlem, 2012) 9 In verkeersmodel VENOM wordt een andere definitie van arbeidsplaatsen gehanteerd dan dat het CBS hanteert. Verschillen zitten onder andere in de manier waarop deeltijdbanen worden meegerekend. Hierdoor komen de cijfers uit tabellen 3 en 5 niet geheel met elkaar overeen. De tabellen geven wel een goed beeld van de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen over de jaren INFRABC5809R001D04 14

33 Het aantal arbeidsplaatsen in het totale studiegebied neemt in het RC-scenario met bijna 20% af ten opzichte van Deze daling vindt plaats in alle gemeenten. De relatieve afname van arbeidsplaatsen is het grootst in de Duin- en Bollenstreek. 2.4 Economische activiteiten Huidige situatie De belangrijke locaties met economische activiteiten 10 in de huidige situatie binnen het studiegebied zijn: Mainport Schiphol. De mainport functioneert als een geheel van samenhangende en elkaar versterkende bedrijven en activiteiten. Medio 2014 zijn er circa 500 ondernemingen op Schiphol met een totaal van circa werknemers. Schiphol vervoerde 55 miljoen reizigers en 1,6 miljoen ton vracht. De Greenport Duin- en Bollenstreek. De Duin- en Bollenstreek speelt een belangrijke rol in de Topsector Tuinbouw. In de Duin- en Bollenstreek ligt circa hectare aan bollengrond (400 landen tuinbouwbedrijven); 8% van het totale Nederlandse productieareaal van bloembollen. De teelt van bloembollen verschuift meer naar Noord-Holland en Flevoland, maar een groot deel van die bollen wordt door de handels- en exportbedrijven in de Duin- en Bollenstreek verwerkt. Zo n 70% van de wereldhandel gaat fysiek door de Duin- en Bollenstreek om te worden gespoeld en verpakt 11. De Keukenhof behoort tot de top 5 toeristische attracties in Zuid-Holland en maakt onderdeel uit van de Greenport. De Keukenhof trekt ieder jaar in twee maanden tijd meer dan één miljoen bezoekers, met 2015 als record met 1,2 miljoen bezoekers 12. De clusters bloembollen, glastuinbouw en toerisme in de Duin- en Bollenstreek bieden gezamenlijk werk aan circa arbeidsplaatsen. Deze economische activiteiten generen verkeersstromen van, naar en door het studiegebied Toekomstige ontwikkeling In de Grensstreek moet in de autonome situatie met de volgende vastgestelde plannen (economische activiteiten en ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen) rekening worden gehouden: PrimAviera. Dit is een nieuw, toekomstig, grootschalig glastuinbouwgebied in de Haarlemmermeer. Het gebied is circa 450 hectare groot (bruto) en ligt ingeklemd tussen de A4 aan de westkant en de Aalsmeerderweg ten oosten van de locatie. Schiphol Trade Park (STP). STP is een nieuw te ontwikkelen grootschalig logistiek knooppunt ten zuidwesten van Schiphol, waar logistieke en aanverwante ondernemingen zich vestigen. De bedrijventerreinen die binnen STP worden ontwikkeld, voorzien in 142 hectare uitgeefbare grond. Mainport Schiphol. In de Nota Ruimte en Mobiliteit heeft het Kabinet uitgesproken dat Schiphol zich tot 2030 op de huidige locatie verder moet kunnen ontwikkelen. De ontwikkeling van Schiphol heeft gevolgen voor het gebruik van de infrastructuur aan de landzijde. Ontwikkelingen langs de Nieuwe Bennebroekerweg. Realisatie van een gebied ten zuiden van Hoofddorp van circa hectare met groene en recreatieve functies voor de bewoners van de Haarlemmermeer en de regio (zie Figuur 8). 10 Economische activiteiten huidige en toekomstige situatie: Eindrapport Regionale verkenning conform MIRT wegverbinding N205- N206 (2010) 11 Bron: Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek (in brief 22 oktober 2012 aan GS Noord-Holland met Onderwerp Verbinding A4- N206 Duinpolderweg) INFRABC5809R001D04 15

34 Uit de Economische Agenda voor de Duin- en Bollenstreek volgen projecten met hun eigen ruimtelijke impact. Deze ontwikkelingen zijn vooralsnog niet zo concreet dat deze meegenomen worden in prognoses. Deels zijn de activiteiten in de huidige situatie al aanwezig. Deze worden uitgebreid of de functie verandert. Zo neemt de bollenteelt in de Duin- en Bollenstreek af, maar nemen de vervoersstromen toe als gevolg van de verwerking van het grootste deel van de in Nederland geteelde bollen. Uit de Intergemeentelijke Structuurscan Zuid-Kennemerland blijkt dat er met name wordt ingezet op een voortreffelijk woonmilieu en een mooie natuurlijke omgeving, vooral gericht op de Metropoolregio Amsterdam. Wat economie betreft zijn er geen grootschalige ontwikkelingsplannen, maar wordt er vooral ingezet op een hoog opgeleide bevolking met een hoge arbeidsparticipatie. 2.5 Ontwikkeling wegennet studiegebied Het wegennet in de Grensstreek is van oudsher noord-zuid gericht. Dit stamt nog uit de tijd van voor het inpolderen van de Haarlemmermeer, toen oost-westrelaties door de aanwezigheid van het Haarlemmermeer niet mogelijk waren (zie Figuur 11). De Duin- en Bollenstreek was economisch met name gericht op Leiden en Haarlem, langs de lijn van de huidige N208 en de spoorlijn Oude Lijn. Pas na het inpolderen van de Haarlemmermeer zijn er ook wegen met een oostwestoriëntatie aangelegd, maar met name in de Haarlemmermeer zelf. De oorspronkelijke oriëntatie op Leiden en Haarlem heeft ook te maken met het feit dat de Haarlemmermeer en Schiphol tot rond de jaren 60 nauwelijks ontwikkeld waren Figuur 11. Haarlemmermeer voor de drooglegging (1865), waardoor oost-west wegen in het verleden niet mogelijk waren (bron: In de Haarlemmermeer is in de afgelopen jaren de nodige nieuwe weginfrastructuur gerealiseerd, zoals: aanleg van de N207 tussen Hillegom en Nieuw-Vennep (1995) aanleg van de N205 tussen de A9 en de N207 (2002) aanleg van de Nieuwe Bennebroekerweg, parallel aan de Bennebroekerweg, tussen de N205 en de Spoorlaan (2005) aanpassing van de aansluiting van de N201 met de A4, inclusief verlegging van de N201 (2013) aansluiting van de Bennebroekerweg op de A4 (2013) verdubbeling van de N207 tussen de N205 en de A4 (2015) groot onderhoud en herinrichting van de N201 tussen de N205 en de Rijnlanderweg (2016) In de Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland is geen grootschalige infrastructuur toegevoegd; wel zijn wegen gereconstrueerd om de veiligheid te vergroten zoals de N208 door Hillegom INFRABC5809R001D04 16

35 A9 N206 N208 N205 N201 A5 N206 N442 N205 N207 A4 N443 N208 A44 N444 Figuur 12. Wegennet studiegebied 2.6 Verkeer- en vervoerrelaties in het studiegebied Om inzicht te krijgen in de bestaande en toekomstige relaties in het studiegebied, is met behulp van het verkeersmodel VENOM een analyse uitgevoerd van de herkomst-bestemmingsrelaties. Deze relaties zijn geaggregeerd naar een indeling van 25 gebieden. Binnen de aggregatie zijn onder andere de volgende gebieden in de regio onderscheiden: - Meerlanden (met o.a. Haarlemmermeer en Schiphol) - Zuid-Kennemerland - Duin- en Bollenstreek De relaties per auto tussen en binnen deze gebieden zijn voor het basisjaar 2010 en het prognosejaar 2030 (GE-scenario) in Figuur 13, Figuur 14 en Figuur 15 inzichtelijk gemaakt voor een gemiddelde werkdag. Per gebied is dit samengevat in een plaatje voor alle verkeersstromen (links 2010 en rechts 2030). Ook de relatieve groei van 2030 GE ten opzichte van 2010 is in beeld gebracht in de figuren voor INFRABC5809R001D04 17

36 2010 Vertrekken mvt. Aankomsten mvt Vertrekken mvt. Aankomsten mvt Meerlanden + Schiphol Amsterdam= Amstelveen = % % Meerlanden + +21% Schiphol Amsterdam= % Amstelveen = % Zuid-Holland Noord = Overig = Zuid-Holland Noord = % Overig = % Figuur 13. Verkeersbewegingen (mvt/etmaal) intern en van en naar Meerlanden (inclusief Schiphol), 2010 (links) en 2030 (rechts) 2010 IJmond Vertrekken mvt Aankomsten mvt. Zuid-Kennemerland 2030 IJmond Vertrekken mvt % Aankomsten mvt. Zuid-Kennemerland Overig = % Overig = % % % Figuur 14. Verkeersbewegingen (mvt/etmaal) intern en van en naar Zuid-Kennemerland, 2010 (links) en 2030 (rechts) 2010 Vertrekken mvt. Aankomsten mvt Vertrekken mvt. Aankomsten mvt % % Duin- en Bollenstreek Zuid-Holland Noord = Overig = % Duin- en Bollenstreek Overig = Zuid-Holland Noord = % +29% Figuur 15. Verkeersbewegingen (mvt/etmaal) intern en van en naar Duin- en Bollenstreek, 2010 (links) en 2030 (rechts) INFRABC5809R001D04 18

37 De oriëntatie van de verkeersstromen verschuift in de loop van de tijd. De grootste groei is op de oostwest-relaties. De relatie tussen de Duin- en Bollenstreek en Meerlanden groeit richting 2030 sterk, met ruim 35% (8.200 mvt). Ook de relatie tussen Meerlanden en Zuid-Kennemerland wordt in 2030 sterker, met een groei van 30%. Dit komt overeen met het beeld van de ontwikkeling van de Haarlemmermeer, die eerder in dit hoofdstuk beschreven is. Ook de ontwikkelingen buiten het studiegebied van Amsterdam en de Zuidas en Greenport Aalsmeer spelen hierbij een rol. Dit betekent dat in de toekomst de druk op de oost-west georiënteerde infrastructuur toeneemt. Het absolute aantal verplaatsingen op een werkdag groeit. Het aantal aankomsten en vertrekken neemt in Meerlanden toe met bijna 35% en in Zuid-Kennemerland en Duin- en Bollenstreek met 20%. Dit leidt tot een grotere verkeersdruk op de wegen in het studiegebied. Op de noord-zuid relatie (Kennemerland Duin- en Bollenstreek) neemt het aantal verkeersbewegingen per etmaal met 14% toe INFRABC5809R001D04 19

38 3 Verkeerskundige analyse 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de huidige en toekomstige verkeersknelpunten in het studiegebied inzichtelijk gemaakt. Hierbij is geput uit diverse bronnen, zowel gemeten gegevens uit de huidige situatie als geprognosticeerde waarden voor de toekomst op basis van verkeersmodellen. De problemen zijn beschreven voor de toekomstige situatie, maar veel knelpunten zijn er ook al in de huidige situatie. Als eerste wordt ingegaan op de bereikbaarheid van het studiegebied als geheel en de verkeersknelpunten ( 3.2). Ten tweede wordt ingegaan op de samenhang tussen functie, vorm en gebruik van wegen in het studiegebied ( 3.3). Op diverse locaties in het studiegebied staan deze drie aspecten op gespannen voet met elkaar. Tot slot wordt ingegaan op de verkeersstructuur ( 3.4). Deze vormt een belangrijke oorzaak van de verkeer gerelateerde knelpunten in de Grensstreek. 3.2 Bereikbaarheid studiegebied In deze paragraaf wordt een aantal instrumenten naast elkaar gezet om inzicht te krijgen in de bereikbaarheid van het studiegebied door naar de reistijd en snelheid te kijken. De eerste is de Bereikbaarheidsindicator voor gebieden. Als tweede is de reistijd op een aantal trajecten in beeld gebracht met werkelijk gemeten gegevens uit Google Maps en uit het verkeersmodel VENOM. Ten derde zijn werkelijk gemeten snelheidsgegevens uit de routenavigatiesystemen van TomTom geanalyseerd. Als vierde is de verkeersafwikkeling geanalyseerd met het verkeersmodel, aan de hand van intensiteit / capaciteit verhoudingen, dit geeft inzicht in de verkeersafwikkeling op wegvakken. Tot slot zijn in de laatste paragraaf conclusies getrokken over de bereikbaarheid van het studiegebied Bereikbaarheidsindicator In deze paragraaf zijn de scores van de Bereikbaarheidsindicator weergegeven voor de kernen uit het studiegebied. De Bereikbaarheidsindicator (BBI) is door het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) geïntroduceerd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en heeft als doel om voor gebieden inzichtelijk te maken hoeveel moeite het kost om van A naar B te komen. Inmiddels is de Bereikbaarheidsindicator uitgewerkt tot een instrument waarmee deze moeite voor heel Nederland inzichtelijk gemaakt kan worden. In deze studie is de Bereikbaarheidsindicator gebruikt die is gehanteerd door het Ministerie van I&M ten behoeve van het programma Beter Benutten Vervolg. De gegevens zijn ontleend aan gemeten reistijden op basis van Figuur 16. Bereikbaarheidsindicator-index voor het studiegebied. navigatiesystemen en mobiele telefoons (HERE data) en verplaatsingen uit het landelijk verkeersmodel NRM West INFRABC5809R001D04 20

39 De BBI geeft de gemiddelde snelheid (hemelsbreed) weer van verplaatsingen van deur tot deur vanuit alle herkomsten naar een bestemmingsgebied en wordt uitgedrukt in een zogenaamde BBI-score (in kilometer per uur). De BBI-index geeft de verhouding tussen de BBI-score van de geanalyseerde kernen en de referentiewaarde weer, waarbij de referentiewaarde bestaat uit de gemiddelde waarde voor heel Nederland. De BBI figuren visualiseren de score per windrichting en per afstandsklasse (0-7,5 km, 7,5-30 km en meer dan 30 km), waarbij een groene kleur betekent dat de bereikbaarheid beter is dan gemiddeld in Nederland en rood slechter dan gemiddeld (zie Figuur 16). Hoe donkerder de kleur, hoe sterker het effect, dus licht groen betekent iets beter dan gemiddeld en donker groen betekent veel beter dan gemiddeld. In Figuur 17 is de BBI-score weergegeven voor de kernen van Noordwijkerhout, Bennebroek en Hoofddorp. Per segment is ter oriëntatie een plaatsnaam weergegeven. In het vervolg van de paragraaf wordt ingegaan op de bereikbaarheid van de drie gebieden (Duin- en Bollenstreek, Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer). Figuur 17. Bereikbaarheidsindicator Noordwijkerhout, Bennebroek en Hoofddorp Een relatief slechte bereikbaarheid in de BBI wordt veroorzaakt door (een combinatie van): 1. een gebrekkige verkeersafwikkeling op bestaande verbindingen (congestie). 2. ontbrekende schakels in het netwerk relatief weinig wegen met een stroomfunctie, met een lage snelheid als gevolg. Op de oorzaak van de relatief slechte bereikbaarheidsscore voor het studiegebied wordt in het vervolg van dit hoofdstuk ingegaan. 13 De Bereikbaarheidsindicator is gebaseerd op de hemelsbrede snelheid (werkelijke reistijd gerelateerd aan de hemelsbrede afstand), hierdoor zorgt omrijden door een ontbrekende schakel voor een verslechtering van de bereikbaarheid van een gebied INFRABC5809R001D04 21

40 Duin- en Bollenstreek Binnen de Duin- en Bollenstreek is er een onderscheid tussen de kernen die meer aan de zuidzijde zijn gelegen en de kernen in het noorden (zie Figuur 19). De noordelijke kernen zijn relatief slechter bereikbaar dan de zuidelijke. Voor alle kernen geldt dat de bereikbaarheid in zuidoostelijke richting relatief slecht is, zeker in de hoogste afstandsklasse. De meer noordelijk gelegen kernen vertonen ook in noordelijke richting (Haarlem) en oostelijke richting (Haarlemmermeer) een relatief slechte bereikbaarheid 14. Zuid-Kennemerland De kernen ten oosten van de spoorlijn vertonen in zuidwestelijke richting een slechte bereikbaarheid (zie Figuur 18), maar ook in zuidoostelijke richting is de bereikbaarheid matig tot slecht. Vogelenzang is in oostelijke en zuidelijke richting slecht bereikbaar, voor alle drie de afstandsklassen. Een verklaring hiervoor is dat er in deze richting twee barrières liggen die de bereikbaarheid bepalen; de spoorlijn Haarlem-Leiden en de Ringvaart. In (zuid)westelijke richting is de bereikbaarheid juist goed, waarschijnlijk door de ligging ten opzichte van de N206. Figuur 19. Bereikbaarheidsindicator Duin- en Bollenstreek Figuur 18. Bereikbaarheidsindicator Zuid-Kennemerland Haarlemmermeer Hoofddorp is relatief goed bereikbaar in bijna alle windrichtingen (zie Figuur 20). Alleen in westelijke richting in de afstandsklasse 7,5 30 km en in zuidelijke richting in dezelfde klasse is de bereikbaarheid relatief slecht. Mogelijke verklaringen zijn de aanwezige barrières (de Ringvaart in westelijke richting en de Westeinder plassen in zuidelijke richting). Dit geldt ook voor Nieuw Vennep. De kernen langs de Ringvaart zijn vooral in noordelijke richting slecht bereikbaar. In zuidwestelijke en zuidelijke richting is de bereikbaarheid matig. Figuur 20. Bereikbaarheidsindicator Haarlemmermeer 14 In het westen is voor de (middel)lange afstand geen score weergegeven, omdat er in verband met de ligging aan zee geen bestemmingen liggen INFRABC5809R001D04 22

41 3.2.2 Reistijd op trajecten Reistijd uit Google Maps en verkeersmodel VENOM In de vorige paragraaf is een overzicht geschetst van de bereikbaarheid van kernen in het studiegebied. In deze paragraaf is gekeken naar relaties tussen gebieden. Daarbij is voor een zestal trajecten de reistijd in beeld gebracht. Dit is voor een drietal snelwegtrajecten gedaan en voor drie trajecten over het onderliggend wegennet (OWN) tussen de Duin- en Bollenstreek en de Haarlemmermeer. Hiermee ontstaat een beeld van de reistijden in het studiegebied. Om inzicht te krijgen in de reistijd in de spitsperioden is gekeken naar de huidige situatie (Google Maps 15 en verkeersmodel VENOM). Google meet de reistijd- en snelheidgegevens aan de hand van mobiele gegevens. Op basis van de analyses voor de huidige situatie kan bepaald worden in welke mate de reistijden uit het verkeersmodel overeenkomen met de werkelijkheid. De relaties waar de reistijden voor zijn bepaald zijn: 1. A4 Badhoevedorp Leidschendam (40 km) 2. A4: De Hoek Burgerveen (8 km) 3. A44: Noordwijk Burgerveen (12 km) 4. Ruigenhoek Hoofddorp (20 km) 5. Ruigenhoek A4 (21 km) 6. Ruigenhoek A9 (23 km) Met zowel trajecten over het HWN als OWN en gespreid over het studiegebied, ontstaat hiermee een representatief beeld voor de reistijd van en naar bestemmingen in het studiegebied (zie Figuur 21). In Tabel 6 staan de reistijden vermeld voor de ochtend- en avondspits 16. Naar Leidschendam Figuur 21. Overzicht reistijd trajecten 1 Uit de verschillen tussen de reistijden die met Google Maps zijn bepaald en de reistijden uit het verkeersmodel blijkt dat de huidige reistijden goed vergelijkbaar zijn 17. De marge die bij de Google Maps reistijden is weergegeven, geeft een indicatie van de betrouwbaarheid van de reistijd. Uit de verschillen tussen de hemelsbrede en werkelijk gereden afstand over de weg, blijkt dat op de oost-westrelaties soms tot 100% omgereden moet worden Voor de ochtendspits is in Google Maps de reistijd bepaald voor een dinsdagochtend om uur, voor de terugrichting de avondspits voor een donderdagavond om uur. 17 Alleen de reistijd in de ochtendspits op de relatie A4 Badhoevedorp Leidschendam is in het verkeersmodel hoger dan de reistijd bepaald met Google Maps. Dit wordt mogelijk verklaard doordat in 2010 (het basisjaar van VENOM) de capaciteitsuitbreiding op het traject A4 Burgeveen Leiden nog niet was gerealiseerd. De reistijden op de trajecten door de Haarlemmermeer worden met VENOM lager berekend dan de reistijden die bepaald zijn met Google Maps. Dit wordt mogelijk verklaard doordat in VENOM minder rekening wordt gehouden met kruispuntvertragingen INFRABC5809R001D04 23

42 Tabel 6. Reistijd op zes relaties in de huidige situatie (in minuten). Heen richting in ochtendspits, terug richting in avondspits. Google Maps (2015) VENOM (2010) Afstand Richting Heen Terug Heen Terug Over de weg Hemelsbreed Nr. Traject Ochtendspits Avondspits Ochtendspits Avondspits Kilometer Kilometer 1 A4 Badhoevedorp - Leidschendam min min 50,7 30, A4 De Hoek Burgerveen 5 min. 5 min. 3,9 3,9 8 3 A44 Noordwijk Burgerveen 7-9 min. 7-9 min. 8 7, Ruigenhoek Hoofddorp min. 5 Ruigenhoek A min min min. 21,4 21, ,9 16, Ruigenhoek A min min 23,1 22, Investeringsstrategie Noord-Hollandse Infrastructuur (inhi) 18 De inhi is bedoeld om een selectie en prioritering van projecten te maken om te komen tot een investeringsagenda. Voor de inhi is een indicator ontwikkeld om wegen onderling te vergelijken en te scoren. De indicator kent een economisch belang toe aan wegtrajecten en knooppunten. Indicator van de streefwaarde is de gewenste snelheid in de spits. Een afwijking van deze streefwaarde geeft aan dat er een knelpunt is. Trajecten zijn gescoord op doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid. De N201 tussen de N205 en A4 komt uit deze analyse als eerste prioriteit. Dit traject scoren slecht op zowel de doorstroming als de verkeersveiligheid en leefbaarheid (zie Tabel 7, traject N201 b). Er is veel bestemmingsverkeer en de afrit bij de A4 staat vaak vast in zowel ochtend- als avondspits. Er is een aantal gelijkvloerse kruispunten. In de inhi wordt de verhouding tussen de gemiddelde snelheid gedurende de spitsperiodes (ochtend- en/of avondspits) en de gemiddelde snelheid gedurende de daluren in de avond als maat van de doorstroming gehanteerd. Het traject voldoet niet aan de norm voor de vertragingsfactor, die voor dit wegvak 1,3 bedraagt. Tabel 7. Beoordeling drie grootste knelpunten gebied Haarlemmermeer/Zuid-Kennemerland (bron inhi). Traject Doorstroming Veiligheid Leefbaarheid N201 b N205 a N232 b Om een duidelijk antwoord kunnen geven op de vraag: Welke bereikbaarheidsproblemen en knelpunten pakt de provincie Noord- Holland nu aan en welke later? heeft de provincie Noord-Holland onderzoek gedaan naar de problemen op haar wegennet. De investeringsstrategie Noord-Hollandse infrastructuur (inhi) is hiervan het resultaat INFRABC5809R001D04 24

43 Investeringsagenda weg De Stadsregio Amsterdam (SRA) heeft in het kader van de Investeringsagenda weg, met behulp van de zogenoemde Barometer Regionaal Wegennet onderzocht hoe het huidige wegennet er aan toe is op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Voor 37 representatieve relaties in de regio is getoetst of de reistijd van deur-tot-deur voldoet aan de beleidsdoelstellingen (streefwaarden uit het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan). De relatie Bollenstreek Hoofddorp/Nieuw Vennep (relatie 29) heeft betrekking op het studiegebied. In Figuur 22 is aangegeven dat de score voor de relatie matig is; de streefwaarde voor de deur-totdeur reistijd wordt niet gehaald. In Tabel 8 is aangegeven dat de reistijd streefwaarde voor de relatie is vastgesteld op 35 minuten. De score op de reistijd is met 46 minuten in het hoge groeiscenario in 2030 slecht. Figuur 22. Relatie Bollenstreek Hoofddorp/Nieuw Vennep (29) uit de Investeringsagenda weg (SRA) Snelheid op wegvakken Tegenwoordig leveren in-car systemen (zoals TomTom) ook informatie op over de reistijd op verschillende trajecten. TomTom meet de reistijden snelheidgegevens aan de hand van gegevens uit hun navigatiesystemen. Beide provincies gebruiken deze gegevens. Door de provincie Zuid- Tabel 8. Score relatie Bollenstreek Hoofddorp/Nieuw Vennep (29) uit de Investeringsagenda weg Holland wordt jaarlijks op basis van TomTom data de snelheid op een aantal trajecten in beeld gebracht. Door de regio lopen drie trajecten: - Noordwijk Bennebroek - Noordwijk Schiphol - Sassenheim Haarlem Om knelpunten te detecteren kijkt de provincie naar de verhouding tussen de gereden snelheden in de ochtend- / avondspits en de snelheid in de nachtperiode. Dit geeft inzicht in vertragingen op lokaal niveau en op routeniveau. In Figuur 23 is de verhouding voor de ochtendspits in noordelijke richting en voor de avondspits in zuidelijke richting weergegeven. Op de onderzochte trajecten is het verschil tussen de ochtend- en avondspits klein. Uit Figuur 23 blijkt dat de N206 tot De Zilk in de ochtendspits goed doorstroomt. De N208 kent wel problemen vooral rondom kruispunten en aansluitingen (aansluiting N207, rondom Sassenheim, in Hillegom, Bennebroek en Heemstede). Ook op de dwarsverbindingen N443 en N444 zien we lokale problemen. De rijkswegen A4 en A44 stromen redelijk door INFRABC5809R001D04 25

44 Figuur 23. Ratio snelheid op trajecten 2014 ochtendspits richting noorden (links) en avondspits richting zuiden (rechts) 19 De gegevens van de provincie Noord-Holland zijn te zien in Figuur 24. In Noord-Holland lijkt de avondspits meer knelpunten te bevatten dan de ochtendspits.. De knelpunten die in Noord-Holland worden gesignaleerd bevinden zich: - bij de bruggen over de Ringvaart, - op de Bennebroekerweg bij Hoofddorp 20, - in Heemstede en Haarlem-Zuid, en - in Hoofddorp zelf op de Van Heuven Goedhartlaan. 19 Bron: TomTom data Zuid-Holland. De snelheden zijn bepaald voor de ochtendspits ( uur), avondspits ( uur) en de nachtperiode( uur). De verhouding tussen de snelheid in de spits en in de nacht geeft een beeld van de snelheid bij congestie in relatie tot de free-flow snelheid (snelheid bij vrije verkeersafwikkeling). Hoe lager het getal tijdens de spits), hoe groter het doorstromingsprobleem. In de figuren is onderscheid gemaakt in rijrichting. De onderliggende data zijn gebaseerd op waarnemingen in de periode februari t/m juni Hierbij zijn de schoolvakanties, feestdagen en weekenden uitgesloten. De kaarten over de gemiddelde snelheden in de spitsen zijn gebaseerd op minimaal 300 waarnemingen. Gele waarden geven een licht verminderde doorstroming weer. Rode waarden duiden op mogelijke knelpunten. Paarse waarden geven knelpunten in de doorstroming weer. 20 Opgemerkt moet worden dat figuur de situatie weergeeft waarbij de aansluiting van de Bennebroekerweg met de A4 nog niet is gerealiseerd INFRABC5809R001D04 26

45 Figuur 24. Ratio snelheid op trajecten 2014 ochtendspits (links) en avondspits (rechts), Noord-Holland Verkeersafwikkeling (I/C-verhoudingen) In Figuur 25 zijn de toekomstige I/C-knelpunten in het studiegebied weergegeven (ochtend- en avondspits in 2030 in het GE-scenario). Deze geven een indicatie van de doorstroming op de wegvakken. In de figuren is te zien dat de knelpunten in de doorstroming met name ontstaan op de snelwegen (A5, A4 en A44), rondom het kruispunt N207 N208 en in en rondom Hoofddorp (N201, Bennebroekerweg en Spoorlaan). Door de modeleigenschappen van VENOM wordt de doorstroming van het verkeer in Hoofddorp onderschat. Figuur 25. I/C-verhoudingen studiegebied VENOM 2030 GE ochtendspits (links) en avondspits (rechts) In het zuidelijk deel van de Duin- en Bollenstreek is in zowel de ochtend- als de avondspits geen vrije verkeersafwikkeling op de N208 tussen de N443 en de A44. Dit is in de huidige situatie ook al een knelpunt. Op de N206 bij Noordwijk zijn in de spitsperioden problemen te verwachten. Op de N443 wordt in de ochtendspits vertraging op de N443 ondervonden tussen Sassenheim en Noordwijkerhout. In de avondspits geeft de N444 capaciteitsproblemen tussen Voorhout en Noordwijk INFRABC5809R001D04 27

46 3.3 Samenhang functie, vorm en gebruik wegen In een ideaal ontworpen Duurzaam Veilig wegennet is er een logische en samenhangende wegenhiërarchie, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen wegen met een belangrijke verkeersfunctie (stroomwegen), wegen die toegang geven tot de erven van woningen en bedrijven (erftoegangsweg) en een tussenliggende categorie met wegen die gebieden ontsluiten (gebiedsontsluitingswegen). Deze gebiedsontsluitingswegen vormen de koppeling tussen de erftoegangswegen en stroomwegen. Daarnaast zijn in het ideale wegennet deze wegen ingericht volgens de Duurzaam Veilig inrichtingseisen per wegcategorie en worden deze wegen ook door de geschikte hoeveelheid en type verkeer gebruikt. Een algemeen geaccepteerde bovengrenswaarde voor de intensiteit op een erftoegangsweg is motorvoertuigen per etmaal (ASVV, CROW, 2014). Erftoegangswegen met substantieel meer verkeer vormen een knelpunt voor de verkeersveiligheid en leefbaarheid. Dit heeft onder andere te maken met de aanwezigheid van langzaam verkeer op de rijbaan en de hoeveelheid uitwisselend verkeer met erven, zijstraten en parkeervoorzieningen. Ook de oversteekbaarheid en barrièrewerking spelen hierbij een rol. In het studiegebied zijn er echter diverse wegen waarbij functie, vorm en gebruik niet met elkaar overeenstemmen. Het gaat hierbij om wegen die kenmerken hebben van erftoegangswegen, maar meer verkeer verwerken dan de genoemde bovengrens. Achtereenvolgens worden in deze paragraaf beschreven: - Verkeer in woonkernen - Verkeer over lokale Ringvaartbruggen - Verkeer over dwarsverbindingen - Verkeer op Bennebroekerweg (tussen A4 en Spoorlaan) - Fietsers - Vrachtverkeer - Keukenhof Verkeer in kernen In het studiegebied zijn er diverse kernen die worden doorsneden door wegen met relatief hoge intensiteiten. De wegen door de kernen hebben vaak een belangrijke verkeersfunctie, getuige de hoeveelheid verkeer die dagelijks gebruik maakt van de betreffende wegen. De weginrichting strookt echter vaak niet met de verkeersfunctie die de wegen vervullen. Hier komen functie, vorm en gebruik niet met elkaar overeen. Dit betreft onder andere de woonkernen van Beinsdorp, Bennebroek, Heemstede, Hillegom, Lisse, Lisserbroek, Rijnsburg, Sassenheim, Vogelenzang en Zwaanshoek. Op deze wegen mengt het snelverkeer zich met kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals fietsers. Daarnaast zijn er veel erfaansluitingen op de wegen in de kernen, bebouwing vlak langs de weg en langsparkeervakken langs de rijbaan. De conflicten tussen (vracht)autoverkeer en langzaam verkeer en uitwisselend verkeer naar erven, parkeervakken en zijstraten leiden tot verkeersveiligheidsknelpunten en tot gevoel van onveiligheid bij kwetsbare verkeersdeelnemers. De grote hoeveelheid verkeer leidt ook tot omgevingshinder (knelpunten leefbaarheid). Problemen met de oversteekbaarheid zorgen voor barrièrewerking. Zowel voor overstekend langzaam verkeer, als voor overig verkeer. Hierdoor vermindert de (ruimtelijke en sociaal-economische) samenhang tussen beide zijden van de kernen die worden doorsneden door de drukke wegen. Een deel van deze wegen is gecategoriseerd en ingericht als gebiedsontsluitingsweg, maar heeft qua weginrichting veel kenmerken van een erftoegangsweg INFRABC5809R001D04 28

47 Tabel 9. Etmaalintensiteiten op wegen met kenmerken erftoegangsweg (bron VENOM) Nr Wegen Etmaalintensiteiten VENOM Index 2010 = 100 Locatie (gemeente) GE 2030RC 2030GE 2030RC 1 Parklaan (Sassenheim) Lisserbroekerweg (Lisserbroek) Kanaalstraat (Lisse) Venneperweg (Beinsdorp) Meerlaan (Hillegom) Wilhelminalaan (Hillegom) Bennebroekerweg (Zwaanshoek) Meerweg (Bennebroek) Glipperdreef (Heemstede) Zwarteweg (Bennebroek) Vogelenzangseweg (Vogelenzang) N N208 8 N205 N201 A5 A9 7 N206 N N205 N443 3 N208 2 N207 A4 N444 1 A44 Figuur 26. Locatie telpunten wegen met kenmerken erftoegangsweg Voor de huidige en toekomstige situatie is voor een aantal wegen in de Grensstreek de etmaalintensiteit vergeleken. Dit is gedaan voor een geselecteerd aantal wegen in kernen (zie Tabel 9 en Figuur 26) en voor een aantal wegvakken van de N201 en N208 (Tabel 10). De N208 heeft op deze wegvakken een aantal kenmerken van een erftoegangsweg. 21 In verband met een hoge modelwaarde in VENOM op deze specifieke locatie in het licht van de actuele telcijfers, is op dit wegvak een alternatieve methode toegepast. De telwaarde uit 2014 (8.600 mvt per etmaal)is vermenigvuldigd met de relatieve groei uit VENOM tussen 2010 en 2030 (gecorrigeerd met 1% groei per jaar tussen 2010 en 2014). Op alle andere wegen in de Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland komen de waarden uit VENOM overeen met de telcijfers INFRABC5809R001D04 29

48 Eerder is aangegeven dat de algemeen geaccepteerde bovengrenswaarde voor de etmaalintensiteit van een erftoegangsweg mvt per etmaal bedraagt. In de huidige situatie wordt deze waarde op zes van de tien locaties in meer of mindere mate overschreden, dit is een knelpunt. In 2030 groeit de intensiteit op deze wegen in het GE-scenario en is er slechts één locatie (Wilhelminalaan) waarop de intensiteit onder de mvt blijft. Op alle overige wegen wordt deze grenswaarde overschreden. Een aantal wegen heeft zelfs intensiteiten boven de mvt, te weten de Kanaalstraat, Meerlaan, Bennebroekerweg en Glipperdreef. Geconcludeerd wordt dat op er op deze wegen een discrepantie is tussen functie, vorm en gebruik. Deze wegen vormen een knelpunt voor de verkeersveiligheid en leefbaarheid. In het RC-scenario daalt de intensiteit op de meeste van de wegen, maar op de meeste wegen blijft de intensiteit hoog vergeleken met de weginrichting. De problematiek op de wegen door woonkernen blijft of verergert in de toekomstige situatie, de mate waarin verschilt per toekomstscenario. In de volgende figuur is een beeld gegeven van de huidige vormgeving van de geselecteerde wegen in kernen waar functie, vorm en gebruik niet met elkaar overeen komen. Lisserbroekerweg (Lisserbroek) Kanaalstraat (Lisse) Venneperweg (Beinsdorp) Meerlaan (Hillegom) Wilhelminalaan (Hillegom) Bennebroekerweg (Zwaanshoek) INFRABC5809R001D04 30

49 Meerweg (Bennebroek) Zwarteweg (Bennebroek) Glipperweg (Heemstede) Vogelenzangseweg (Vogelenzang) Figuur 27. Impressie wegen door woonkernen in studiegebied In Tabel 10 staan de etmaalintensiteiten op enkele wegvakken van de N201 en N208 vermeld. De wegvakken van de N208 zijn deels ingericht als gebiedsontsluitingsweg, maar hebben qua vormgeving ook kenmerken van een erftoegangsweg. Hierbij gaat het onder andere om veel aansluitende wegen en erfaansluitingen en parkeren langs de weg. De intensiteit op de betreffende wegen is hoog, gezien het feit dat deze wegen ook kenmerken bij zich dragen van een erftoegangsweg. In het GE scenario neemt in 2030 de intensiteit op de meeste wegvakken verder toe. Tabel 10. Etmaalintensiteiten op wegvakken van de N201 en N208 (bron VENOM) Etmaalintensiteiten VENOM Index 2010=100 Locatie GE 2030RC 2030GE 2030RC 1 N201 - Cruquiusweg (Heemstede) N208 - Van den Endelaan (Hillegom) N208 - Herenweg (Heemstede) N208 - Rijksstraatweg (Bennebroek) Verkeer over lokale Ringvaartbruggen De Ringvaart vormt een barrière voor verkeer tussen de Duin- en Bollenstreek / Zuid-Kennemerland en de Haarlemmermeer. Enerzijds doordat er een beperkt aantal bruggen over de Ringvaart is en anderzijds doordat deze bruggen ook regelmatig opengaan. In totaal zijn er 6 bruggen over de Ringvaart. Drie bruggen vervullen een regionale verkeersfunctie en kunnen relatief veel verkeer verwerken. Dit zijn de bruggen in de N201 (de Cruquiusbrug), de N207 (Elsbroekerbrug) en de A44 (Kaagbrug). De onderlinge INFRABC5809R001D04 31

50 afstand tussen de regionale Ringvaartbruggen is echter groot, waardoor veel verkeer gebruik maakt van de tussengelegen lokale Ringvaartbruggen, zeker in geval van doorstromingsproblemen of calamiteiten op de regionale bruggen (of de toeleidende wegen). Figuur 28. Lokale Ringvaartbruggen De bruggen in Bennebroek (Bennebroekerbrug), Hillegom (Hillegommerbrug) en Lisse (Lisserbrug) zijn laaggelegen bruggen voor lokaal verkeer. Deze bruggen zijn door het smalle wegprofiel en de aanwezigheid van fietsers op fietssuggestiestroken niet ingericht op de hoeveelheid (vracht) verkeer die er nu al gebruik van maakt. Zie daarvoor ook de figuren in deze paragraaf. De huidige en toekomstige verkeersintensiteiten op deze bruggen liggen ruim boven de grenswaarde van Dit geldt ook voor de toeleidende wegen naar deze bruggen. Figuur 29. Vrachtverkeer op de Hillegommerbrug In Tabel 11 zijn voor de bruggen de etmaalintensiteiten vermeld voor de huidige situatie 2010 en het planjaar 2030 (GE- en RC scenario). In het GE-scenario is de toename van de etmaalintensiteiten op de lokale bruggen gemiddeld 21%. In het RC-scenario daalt de intensiteit op de bruggen met 13%. De etmaalintensiteit op de bruggen blijft echter nog steeds boven de mvt per etmaal, zodat de bruggen een knelpunt voor de verkeersveiligheid en leefbaarheid blijven vormen, ook in het lage scenario. Kortom: de intensiteit over de lokale Ringvaartbruggen is in de huidige situatie een knelpunt, blijft een knelpunt in het RC-scenario en wordt groter in het GE-scenario INFRABC5809R001D04 32

51 Tabel 11. Intensiteiten (mvt/etmaal) lokale Ringvaartkruisingen Brug VENOM Autonoom Index 2010=100 GE RC GE RC Bennebroekerbrug Hillegommerbrug Lisserbrug Totaal Brugopeningen veroorzaken knelpunten in de verkeersafwikkeling in de kernen zowel ten oosten (Lisserbroek, Beinsdorp, Zwaanshoek en Cruquius) als ten westen van de bruggen (Lisse, Hillegom, Bennebroek en Heemstede), met negatieve gevolgen voor de leefbaarheid (luchtvervuiling doordat motoren blijven lopen), veiligheid en bereikbaarheid van deze kernen. Gemiddeld is de kans dat de lage bruggen in de spits opengaan in mei/juni rond de 50%. In de zomermaanden gaan de bruggen vaker open en in de winter minder vaak (zie bijlage 3 voor aantal en duur van de brugopeningen). Van de bruggen over de Ringvaart blijft alleen de Kaagbrug in de A44 tijdens de spitsperioden gesloten. De westelijke Ringvaart is onderdeel van een staande mastroute tussen het Noordzeekanaal en de Kagerplassen en verder naar Rotterdam en Dordrecht. Het is een route voor beroepsvaart. Sinds 2015 is er een aantal maal per dag per richting sprake van een blauwe golf. Bepalend voor de blauwe golf zijn de bruggen in de A44, A9 en de spoorbruggen bij Haarlem en de Spoorlijn Schiphol-Leiden. De bruggen in de N207 en N201 gaan tijdens de spits alleen voor de beroepsvaart open. Na opening blijven de bruggen minimaal 30 minuten gesloten. Pleziervaart moet of wachten of in konvooi meevaren met de beroepsvaart. Bij de hogere bruggen kan een deel van de scheepvaart ongestoord passeren. De lage bruggen moeten voor bijna ieder passerend schip open. De openingsduur van de lage bruggen bedraagt ongeveer 3 minuten per opening. Gedurende een opening passeren er meestal meerdere schepen. De Hillegommerbrug gaat in de ochtendspits niet open tussen uur en De Lisserbrug gaat in de avondspits niet open tussen en uur. Figuur 30. Meerlaan, toeleidende weg naar Hillegommerbrug: veel verkeer en fietsers op de rijbaan INFRABC5809R001D04 33

52 Gemiddeld passeren er schepen per maand 22. Het betreft zowel beroepsvaart als recreatievaart. In de zomermaanden loopt dit aantal op tot boven de schepen per maand. Omgerekend voor de maand oktober passeren en gemiddeld in de avondspits 1,2 schepen per spitsuur. In de Parels aan de Ringvaart, het woningbouwprogramma voor de westkant van de Haarlemmermeer, wordt uitgegaan van woningbouwontwikkelingen rondom de bestaande kernen langs de Ringvaart (Lisserbroek, Beinsdorp, Zwaanshoek en Cruquius). Hierdoor ontstaan zogenaamde dubbeldorpen ten oosten en ten westen van de Ringvaart. De bruggen verbinden deze dubbeldorpen. Voor het functioneren van de dubbeldorpen is het van belang het lokale (langzame) verkeer te faciliteren, bijvoorbeeld door het bovenlokale verkeer zoveel mogelijk van deze lokale bruggen te weren. Met een selected link analyse wordt inzichtelijk waar het verkeer vandaan komt dat op een weg rijdt en waar het naartoe gaat. Uit de selected link analyse van de Hillegommerbrug (VENOM 2030 GE, zie Figuur 31) blijkt dat de Hillegommerbrug niet alleen wordt gebruikt door verkeer direct aan de brug (Hillegom en Beinsdorp). Uit de grote dekking van de rode lijnen aan weerszijden van de Hillegommerbrug, blijkt dat verkeer verspreid over het hele studiegebied gebruik maakt van de Hillegommerbrug. Figuur 31. Selected link analyse Hillegommerbrug (VENOM 2030 GE) 22 Bron: Onderzoek brugopeningen Lisserburg (gemeente Haarlemmermeer, 2013). Zie ook bijlage INFRABC5809R001D04 34

53 3.3.3 Verkeer op Dwarsverbindingen Deze paragraaf gaat over de dwarsverbindingen binnen de Duin- en Bollenstreek tussen de noordzuidverbindingen N206 en N208. Dit zijn de N442, N443 en N444, maar ook de gemeentelijke Delfweg en Stationsweg langs de Keukenhof. De weginrichting van de dwarsverbindingen kenmerkt zich door een relatief smal wegprofiel, parkeren langs de rijbaan, sloten langs de weg, erftoegangen en toegang tot bollenpercelen, in combinatie met relatief hoge intensiteiten. De fietspaden zijn weliswaar vrijliggend, maar liggen dicht langs de weg. In feite hebben deze wegen veel kenmerken van een erftoegangsweg (afgezonderd van de belijning en de fietspaden). Het gebruik van deze wegen is echter meer conform gebiedsontsluitingswegen, dit is een knelpunt. Tabel 12. Intensiteiten (mvt/etmaal) dwarsverbindingen (bron: VENOM) Weg VENOM GE 2030 RC N N443 (tussen N450 en N208) N444 (tussen A44 en Rijnsburgerweg) Delfweg Stationsweg In Tabel 12 zijn voor de vier dwarsverbindingen de etmaalintensiteiten vermeld voor de huidige situatie 2010 en het planjaar 2030 (RC- en GE-scenario). In het GE-scenario neemt de etmaalintensiteiten op de dwarsverbindingen toe. Dit is ongewenst, aangezien er in de huidige situatie al meer verkeer van de wegen gebruik maakt dan vanuit de inrichting wenselijk is. In het RC-scenario, waarbij de economie en het bijbehorende verkeer krimpt ten opzichte van de huidige situatie, daalt de intensiteit op de dwarsverbindingen. De dwarsverbindingen blijven echter een knelpunt voor de verkeersveiligheid en leefbaarheid Verkeer op de Bennebroekerweg (tussen A4 en Spoorlaan) In 2014 is een nieuwe aansluiting op de A4 gerealiseerd. Daardoor is de Bennebroekerweg onderdeel geworden van een belangrijke ontsluitingsroute van Hoofddorp-zuid en de daar geplande toekomstige ontwikkelingen en van Nieuw Vennep. Dit is ook terug te zien in de huidige en toekomstige verkeersintensiteiten op de Bennebroekerweg. Het wegprofiel van de Bennebroekerweg is tussen de A4 en de Spoorlaan echter smal met weinig ruimte om uit te wijken, door aanwezige bomen, een sloot en een vrijliggend fietspad dicht langs de weg (zie Figuur 32). De weginrichting is achtergebleven bij de opgewaardeerde functie die de Bennebroekerweg vervult. Deze weginrichting is eerder conform een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom, wat ook blijkt ook uit de geldende maximumsnelheid van 60 km/uur INFRABC5809R001D04 35

54 Figuur 32. Weginrichting Bennebroekerweg tussen A4 en Spoorlaan conform erftoegangsweg, met smal wegprofiel met weinig redresseerruimte, door bomen, een sloot en een vrijliggend fietspad dicht langs de weg Fietsers De Stadsregio Amsterdam heeft voor haar gebied (waaronder de Haarlemmermeer) een fietsnetwerk benoemd. Dit netwerk is vastgelegd in de Investeringsagenda fiets. In de Duin- en Bollenstreek en Zuid- Kennemerland is er een fietsknooppuntennetwerk. Dit netwerk is afgebeeld in Figuur 33. Het fietsknooppuntennetwerk kent een grote overlap met het netwerk dat wordt gebruikt door het autoverkeer om de noordelijke Duin- en Bollenstreek en Zuid-Kennemerland Zuid in en uit te komen. De lokale bruggen over de Ringvaart en de toeleidende wegen naar de bruggen vanuit Zwaanshoek (Bennebroekerweg), Beinsdorp (Hillegommmerdijk), Lisserbroek (Lissebroekerweg), Lisse (Kanaalstraat) en Hillegom (Meerlaan) maken onderdeel uit van het knooppuntennetwerk. Aan de Haarlemmermeerse zijde zijn de toeleidende wegen naar de lokale bruggen opgenomen in het fietsnetwerk van de Stadsregio Amsterdam. Met de verbinding van de N201 zijn het de enige verbindingen over de Ringvaart waar fietsers gebruik van kunnen maken. Nabij Vogelenzang zijn de N206 door het dorp en de Bekslaan onderdeel van het fietsnetwerk. In Hillegom is onder andere de Wilhelminalaan onderdeel van het netwerk, maar ook de Weerlaan en de N208. In de zuidelijke Duin- en Bollenstreek lopen de oost-west fietsroutes langs de provinciale wegen. Alternatieve verbindingen zijn zowel voor auto als fiets niet voorhanden, door de aanwezigheid van de spoorlijn Haarlem Leiden (Oude Lijn) en de Leidsevaart INFRABC5809R001D04 36

55 Figuur 33. Fietsnetwerk studiegebied Ondanks dat er op deze wegen soms sprake is van vrijliggende fietspaden, ligt de fietsinfrastructuur op de wegen in het studiegebied regelmatig dicht langs de rijbaan. Dit speelt bijvoorbeeld op de zogenaamde dwarsverbindingen. De intensiteit is op veel van deze wegen hoog, in combinatie met fietsers op of vlak naast de rijbaan. Auto en fiets concurreren hier om dezelfde ruimte. Dit is een knelpunt en negatief voor de (subjectieve) veiligheid. Dit geldt zeker voor de wegen met veel vrachtverkeer, onder andere door de economische activiteiten in de Duin- en Bollenstreek Vrachtverkeer Door de aard en omvang van de economische activiteiten in het gebied rijdt er relatief veel vrachtverkeer in de Duin- en Bollenstreek. Dit leidt ertoe dat de bovengenoemde knelpunten: verkeer in kernen, INFRABC5809R001D04 37

56 verkeer over lokale Ringvaartbruggen, verkeer op dwarsverbindingen en verkeersveiligheid fietsers als extra zwaar worden ervaren. Figuur 34. Voorbeeld vrachtverkeer door kern in Vogelenzang (N206). Figuur 35. Voorbeeld vrachtverkeer door kern in Hillegom (Wilhelminalaan). Het vrachtverkeer maakt op genoemde locaties gebruik van wegen die daar qua inrichting niet geschikt voor zijn. Veel vrachtverkeer op deze wegen leidt tot problemen op het gebied van doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Dit komt met name door de relatief smalle wegen waar ook fietsers op of vlak naast de rijbaan rijden, veel voetgangers verblijven, de bebouwing zich dicht langs de weg bevindt en met parkeervakken langs de rijbaan. Hieronder zijn enkele impressies te zien van vrachtverkeer op wegen die niet geschikt zijn om grote hoeveelheden vrachtverkeer te verwerken INFRABC5809R001D04 38

Besluiten: 1. In te stemmen met het opnemen van de voorgestelde alternatieven in de MER Duinpolderweg.

Besluiten: 1. In te stemmen met het opnemen van de voorgestelde alternatieven in de MER Duinpolderweg. Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Onderwerp Inrichting MER Duinpolderweg 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel art.143 van de Provinciewet; Gezien:

Nadere informatie

Memo. A. Inleiding. Aan. Gedeputeerde Staten. 8 bijlagen

Memo. A. Inleiding. Aan. Gedeputeerde Staten. 8 bijlagen Aan Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon P.J. Labrijn/H.A.Grotenhuis BEL/MOB 8 bijlagen Rapportage oplossingsrichtingen RHDHV Advies van de Adviesgroep Bereikbaarheid B streek-h meer/dpw Verkeerskundige

Nadere informatie

Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER. Bert Grotenhuis projectmanager Duinpolderweg PNH 8 september 2016

Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER. Bert Grotenhuis projectmanager Duinpolderweg PNH 8 september 2016 Duinpolderweg technische toelichting oplossingsrichtingen PlanMER Bert Grotenhuis projectmanager Duinpolderweg PNH 8 september 2016 Programma 1. Doel en stand van zaken Bert Grotenhuis (PNH) 2. Toelichting

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de statengriffier mw. drs. K. Bolt Dreef 3, tweede etage 2012 HR Haarlem

Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de statengriffier mw. drs. K. Bolt Dreef 3, tweede etage 2012 HR Haarlem POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de statengriffier mw. drs. K. Bolt Dreef 3, tweede etage 2012 HR Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon P.J.

Nadere informatie

Probleemanalyse. in kader van Planstudie/MER Duinpolderweg. Willem Homan. Maart Royal HaskoningDHV, All rights reserved

Probleemanalyse. in kader van Planstudie/MER Duinpolderweg. Willem Homan. Maart Royal HaskoningDHV, All rights reserved Probleemanalyse in kader van Planstudie/MER Duinpolderweg Willem Homan Maart 2016 2016 Royal HaskoningDHV, All rights reserved Inhoud Ruimtelijk-economische context Bereikbaarheid Leefbaarheid en veiligheid

Nadere informatie

Notitie / Memo. Verkeerskundige analyse Hillegoms alternatief

Notitie / Memo. Verkeerskundige analyse Hillegoms alternatief Notitie / Memo HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure Aan: Projectgroep Duinpolderweg Van: Jan van den Bedem, Alex van Gent en Hans Marinus Datum: 16 september 2015 Kopie: Ons kenmerk: INFRABC5809N003D01

Nadere informatie

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer 2595 Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In het Haarlems Dagblad d.d. 20 december 2011 uitten

Nadere informatie

Bij de behandeling van de NRD in de Staten is door de Gedeputeerde(n) toegezegd:

Bij de behandeling van de NRD in de Staten is door de Gedeputeerde(n) toegezegd: Gedeputeerde Staten Contact ir. G.A.B. Rietveld T 070-441 72 43 gab.rietveld@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Provinciale Staten Datum Zie

Nadere informatie

Probleemanalyse bereikbaarheid Grensstreek. Provincie Noord-Holland

Probleemanalyse bereikbaarheid Grensstreek. Provincie Noord-Holland Probleemanalyse bereikbaarheid Grensstreek Klant: Provincie Noord-Holland Referentie: INFRABC5809R001D04 Versie: 02/Finale versie Datum: 9-2-2016 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Postbus 1132 3800 BC Amersfoort

Nadere informatie

Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu?

Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? In 2013 is de planstudie voor het project Duinpolderweg gestart. Na een tussenstap in 2015 en 2016 hebben de provincies Noord- en Zuid-Holland onlangs besloten

Nadere informatie

RAPPORT. Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen

RAPPORT. Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen RAPPORT Compensatieopgave bosje N737 - Oude Vliegveldweg Deurningen Klant: ADT Referentie: BD9217/R001/Zwo Versie: 01/Finale versie Datum: 11 februari 2016 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Postbus 593 8000

Nadere informatie

RAPPORT. PlanMER Duinpolderweg. Van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen. provincie Noord-Holland

RAPPORT. PlanMER Duinpolderweg. Van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen. provincie Noord-Holland RAPPORT PlanMER Duinpolderweg Van probleemanalyse naar te onderzoeken oplossingsrichtingen Klant: provincie Noord-Holland Referentie: T&PR001D02 Versie: 02/Concept Datum: 5-4-2016 HASKONINGDHV NEDERLAND

Nadere informatie

Onderzocht zijn: de Hillegommervariant, de Oosteindervariant en de Bennebroekervariant.

Onderzocht zijn: de Hillegommervariant, de Oosteindervariant en de Bennebroekervariant. OP DE GOEDE WEG Een zienswijze tevens zijnde pleitnota inzake de Planstudie Duinpolderweg voorheen de NOG ( Noordelijke Ontsluiting Greenport ) genoemd. In 2003 hebben de provincies Noord-en Zuid-Holland

Nadere informatie

RAPPORT. Verkeersproductie MAA 2015 en actualisatie 2015

RAPPORT. Verkeersproductie MAA 2015 en actualisatie 2015 RAPPORT Verkeersproductie MAA 2015 en 2025 actualisatie 2015 Klant: LievenseCSO Referentie: MO-MA20150127 Versie: 01/Concept Datum: 19 november 2015 Projectg ere lateerd % RoyaL HaskOning D HV HASKONINGDHV

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DAHAARLEM Aan Provinciale Staten van Noord-Holland en Zuid-Holland door tussenkomst van beide Statengriffiers Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon E.F. van Norren

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster contactpersoon

Nadere informatie

BINRAPPORT. MER Duinpolderweg. Deelrapport verkeer. Provincie Noord-Holland en Provincie Zuid-Holland

BINRAPPORT. MER Duinpolderweg. Deelrapport verkeer. Provincie Noord-Holland en Provincie Zuid-Holland BINRAPPORT MER Duinpolderweg Deelrapport verkeer Klant: Provincie Noord-Holland en Provincie Zuid-Holland Referentie: MO-AF20171027EGK Versie: 1.0/Finale versie Datum: 27 oktober 2017 HASKONINGDHV NEDERLAND

Nadere informatie

RAPPORT. Variantenstudie geluidseffecten Arnhemseweg (Zevenaar) T.b.v. ondersteuning onderbouwing landschappelijk inpassing. Provincie Gelderland

RAPPORT. Variantenstudie geluidseffecten Arnhemseweg (Zevenaar) T.b.v. ondersteuning onderbouwing landschappelijk inpassing. Provincie Gelderland RAPPORT Variantenstudie geluidseffecten Arnhemseweg (Zevenaar) T.b.v. ondersteuning onderbouwing landschappelijk inpassing Klant: Provincie Gelderland Referentie: 20160059 Versie: 01/Finale versie Datum:

Nadere informatie

Geachte mevrouw Dekker,

Geachte mevrouw Dekker, Datum 16 mei 2006 Ons kenmerk PNH: 2006 7382 PZH: DRM/ARW/06/4369 Onderwerp Eindrapportage Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem Aan: de minister van VROM, mevrouw

Nadere informatie

SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF ACTUEEL. Uitgavenummer juni Nieuwsbrief

SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF ACTUEEL. Uitgavenummer juni Nieuwsbrief Nieuwsbrief Uitgavenummer 5. 26 juni 2016 SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF In deze nieuwsbrief geven wij u een update en aanvullende informatie over het project Duinpolderweg. Het project bevindt zich nog

Nadere informatie

Lievenset. nfra water milieu. Bijlage 1: Rapport verkeersproductie MAA 2015 en 2025

Lievenset. nfra water milieu. Bijlage 1: Rapport verkeersproductie MAA 2015 en 2025 Lievenset nfra water milieu Bijlage 1: Rapport verkeersproductie MAA 215 en 225 M.E.R.-BEOORDELINGNOTTIE 1 AANVRM LUCHTHAVENBESLUIT MAASTRICHT AACHEN AIRPORT 1 DOCUMENTCORE: 14A34.RAPO22.FW.GL V1.8 Status:

Nadere informatie

RAPPORT. Uitgangspuntenrapport Constructie. Verbouwing entree NEMO

RAPPORT. Uitgangspuntenrapport Constructie. Verbouwing entree NEMO RAPPORT Uitgangspuntenrapport Constructie Verbouwing entree NEMO Klant: NEMO Referentie: I&BR001D01 Versie: 03/Finale versie Datum: 19 oktober 2016 O p e n HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Entrada 301 1114

Nadere informatie

RAPPORT. Beeldkwaliteitsplan Hoebenakker- Salmespad. Gemeente Nederweert

RAPPORT. Beeldkwaliteitsplan Hoebenakker- Salmespad. Gemeente Nederweert RAPPORT Beeldkwaliteitsplan Hoebenakker- Salmespad Klant: Gemeente Nederweert Referentie: T&PBF5682R002F0.1 Versie: 0.1/Finale versie Datum: 17 september 2018 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Amerikalaan 110

Nadere informatie

RAPPORT. Quickscan varianten Keutelbeek fase 1B. Royal HaskoningDHV Enhancing Society Together. Datum: 20 juni 2017

RAPPORT. Quickscan varianten Keutelbeek fase 1B. Royal HaskoningDHV Enhancing Society Together. Datum: 20 juni 2017 RAPPORT Quickscan varianten Keutelbeek fase 1B Klant: Gemeente Beek Referentie: Versie: T&PBD6566101106R001F04 04/Finale versie Datum: 20 juni 2017 Enhancing Society Together HASKONINGDHV NEDERLAND B.V.

Nadere informatie

Plan van aanpak. Onderzoek verkeersmaatregelen dubbeldorp Lisse Lisserbroek

Plan van aanpak. Onderzoek verkeersmaatregelen dubbeldorp Lisse Lisserbroek Plan van aanpak Onderzoek verkeersmaatregelen dubbeldorp Lisse Lisserbroek 25 juli 2017 Pagina 1 van 6 1. Inleiding Voorliggend plan van aanpak beschrijft het onderzoek naar verkeersmaatregelen voor het

Nadere informatie

Leden van Provinciale Staten. Stand van zaken en proces besluitvorming Planstudie N207 Zuid. Geachte Statenleden,

Leden van Provinciale Staten. Stand van zaken en proces besluitvorming Planstudie N207 Zuid. Geachte Statenleden, Leden van Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Onderwerp Stand van zaken en proces besluitvorming Planstudie N207 Zuid Datum 10

Nadere informatie

AE Overveen. Graag nodigen wij u van harte uit voor een hoorzitting op 7 september 2018 op het Provinciehuis van Zuid-Holland in Den Haag.

AE Overveen. Graag nodigen wij u van harte uit voor een hoorzitting op 7 september 2018 op het Provinciehuis van Zuid-Holland in Den Haag. 1 6 Ml 2018 provincie Zuid Holland Gemeente Bloemendaal Gemeenteraad Postbus 201 m Provincie Noord-Holland Datum 11 juli 2018 130 2050 AE Overveen Bijlage Inschrijfformulier Onderwerp Uitnodiging hoorzitting

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout Gedeputeerde Staten Contact mr. E. Sprietsma T 070-441 62 47 e.sprietsma@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARIEM B&W gemeente Bloemendaal B&W gemeente Haarlem B&W gemeente Zandvoort B&W gemeente Heemstede B&W gemeente Haarlemmermeer Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Aan de leden van de Zuid-Hollandse Statencommissie Verkeer en Milieu

Aan de leden van de Zuid-Hollandse Statencommissie Verkeer en Milieu Aan de leden van de Zuid-Hollandse Statencommissie Verkeer en Milieu 15 mei 2018 Geachte Statenleden, Hierbij wil ik kort ingaan op enkele onderdelen uit de Statenbrief en bijlagen bij de stukken Duinpolderweg

Nadere informatie

Geachte leden van de statengriffie,

Geachte leden van de statengriffie, Onze welgemeende excuses voor de verwarring maar helaas is in de laatste versie van de brief aan de Provinciale Staten zoals eerder vandaag gestuurd een naam van een collega Raadslid overschreven. Voor

Nadere informatie

Rapport Haalbaarheidsstudie tankstations te Maarsbergen

Rapport Haalbaarheidsstudie tankstations te Maarsbergen Rapport Haalbaarheidsstudie tankstations te Maarsbergen Klant: Provincie Utrecht Referentie: T&P-T-BE8512R003F01 Versie: 01/Finale versie Datum: 20 december 2016 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Laan 1914 no.35

Nadere informatie

AP Duinpolderweg kosten voorkeursvarianten

AP Duinpolderweg kosten voorkeursvarianten AP 18-07 Duinpolderweg kosten voorkeursvarianten 1. Documents AP 18-07 Afdoening toezegging Duinpolderweg Page 2 AP 18-07.1 Duinpolderweg Page 4 AP 18-07.2 Advies VKA Duinpolderweg aan Post en Vermeulen

Nadere informatie

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls, abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301

Nadere informatie

Bijlage I Verklarende woordenlijst

Bijlage I Verklarende woordenlijst Bijlage I Verklarende woordenlijst Aansluiting De plaats waar een weg van het onderliggend wegennet aansluit op een weg van het hoofdwegennet. Door middel van toe- en afritten van de aansluiting kan de

Nadere informatie

Verslag 60 e vergadering ARO, 24 januari 2018 agendapunt Planstudie Duinpolderweg

Verslag 60 e vergadering ARO, 24 januari 2018 agendapunt Planstudie Duinpolderweg Verslag 60 e vergadering ARO, 24 januari 2018 agendapunt Planstudie Duinpolderweg Aanwezige ARO-leden: de heer J. Winsemius, mevrouw I. van Koningsbruggen, de heer K. Wardenaar, mevrouw E. Marcusse, de

Nadere informatie

In de samenwerkingsovereenkomst (SOK) wordt de bestuurlijke voorkeur voor het Heemskerkalternatief uitgesproken.

In de samenwerkingsovereenkomst (SOK) wordt de bestuurlijke voorkeur voor het Heemskerkalternatief uitgesproken. nummer : onderwerp : Indienen zienswijze over de verbinding A8-A9. Aan de raad, Inleiding De provincie Noord-Holland heeft het eindrapport Plan MER Verbinding A8-A9 van 9 juni jongstleden en bijbehorende

Nadere informatie

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer

Verbinding A8/A9. Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten. 27 november 2014 / rapportnummer Verbinding A8/A9 Advies trechtering alternatieven en afbakening belangrijkste milieuaspecten 27 november 2014 / rapportnummer 2977 07 1. Oordeel over de afbakening van alternatieven Verbinding A8-A9 Gedeputeerde

Nadere informatie

CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek

CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek Secretariaat: De Vlashoven 48, 2211 WP Noordwijkerhout www.chg-duinenbollenstreek.nl e-mail: chg.duinenbollenstreek@gmail.com M: 06 28 31 22 53 Aan de

Nadere informatie

De leden van de gemeenraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

De leden van de gemeenraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon

Nadere informatie

Nota voorlopig voorkeursalternatief. Planstudie Bereikbaarheid Haarlemmermeer-Bollenstreek/Duinpolderweg. 19 december 2017 VOORKEURS

Nota voorlopig voorkeursalternatief. Planstudie Bereikbaarheid Haarlemmermeer-Bollenstreek/Duinpolderweg. 19 december 2017 VOORKEURS Planstudie Bereikbaarheid Haarlemmermeer-Bollenstreek/Duinpolderweg 19 december 2017 VOORKEURS 2 NHOUD 4 1 Inleiding 4 Leeswijzer 5 2 Voorgeschiedenis project 5 Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek

Nadere informatie

Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek

Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Beoordeling op basis van actuele informatie Rapportage Actualisatie Bereikbaarheidsstudie Grensstreek 7 november 2014 Actualisatie Bereikbaarheidsstudie

Nadere informatie

Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerp Notitie Reikwijdte & Detailniveau MER Duinpolderweg

Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerp Notitie Reikwijdte & Detailniveau MER Duinpolderweg Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerp Notitie Reikwijdte & Detailniveau MER Duinpolderweg Inhoud Deel 1: Inleiding & doel - Doel van de Nota - Achtergrond van het Project - Stand van Zaken - Hoofdlijn

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Reactie Platform NOG op Interview gedeputeerden Elisabeth Post en Floor Vermeulen

Reactie Platform NOG op Interview gedeputeerden Elisabeth Post en Floor Vermeulen Reactie Platform NOG op Interview gedeputeerden Elisabeth Post en Floor Vermeulen In de op 16 oktober verschenen Nieuwsbrief Duinpolderweg van de provincie Noord-Holland stond ook een interview met de

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:

Nadere informatie

Verzenddatum 2 5 SEP Paraaf Provincij

Verzenddatum 2 5 SEP Paraaf Provincij 5 -minuten versie voor Provinciale Staten HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-431099265 (DOS-2013-0005011) Datum vergadering Gedeputeerde Staten 24 september

Nadere informatie

1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2.

1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2. Oplegvel 1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2. Rol van het Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur samenwerkingsorgaan

Nadere informatie

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning

Nadere informatie

INGEKOMEN 0 9 JUNI JUN Paraaf Provinciesecretaris

INGEKOMEN 0 9 JUNI JUN Paraaf Provinciesecretaris X t HOLLAND INGEKOMEN 0 9 JUNI 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Verkeer en Vervoer Registratienummer PZH-2010-171911621 (DOS-2007-0004636) Datum vergadering Gedeputeerde

Nadere informatie

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. Drs. G. Veldhuijzen Leden van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. Drs. G. Veldhuijzen Leden van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Lid Gedeputeerde Staten Drs. G. Veldhuijzen HOLLAND ZUID Leden van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Contact 070 441 68 34 g.veldhuijzen@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den

Nadere informatie

'?",iffhorrand STnTEN

'?,iffhorrand STnTEN Lid Gedeputeerde Staten '?",iffhorrand STnTEN Postadres Contact 070-441 70 13 ram.vander.sande@pzh.nl Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-44',t 6611 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale Staten

Nadere informatie

NOG Beter 2.0. Een BETER alternatief voor een Duinpolderweg. Update mei 2016

NOG Beter 2.0. Een BETER alternatief voor een Duinpolderweg. Update mei 2016 NOG Beter 2.0 Een BETER alternatief voor een Duinpolderweg Update mei 2016 Een betere bereikbaarheid in het gebied tussen Heemstede en Katwijk door het oplossen van de verkeers- en leefbaarheidsknelpunten

Nadere informatie

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast). Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald

Nadere informatie

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Duinpolderweg TITEL. Reikwijdte en Detailniveau. Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland

Duinpolderweg TITEL. Reikwijdte en Detailniveau. Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland Duinpolderweg TITEL Ontwerp ONDERTITEL Notitie Reikwijdte en Detailniveau Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland 21 mei 2013 2 Inhoud INHOUD 3 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Te nemen besluit

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten. Voortgangsbericht project N211 Wippolderlaan. Geachte Statenleden,

Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten. Voortgangsbericht project N211 Wippolderlaan. Geachte Statenleden, Gedeputeerde Staten Contact ing C. Oud T 070-441 81 62 c.oud@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Provinciale Staten Datum Zie verzenddatum

Nadere informatie

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Revisie Omgevingsvisie Drenthe Revisie Omgevingsvisie Drenthe Tussentijds toetsingsadvies over het op te stellen milieueffectrapport 5 december 2017 / projectnummer: 3212 Tussentijds advies over het plan-mer voor de revisie van de

Nadere informatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente

Nadere informatie

Noordelijke randweg Zevenbergen

Noordelijke randweg Zevenbergen Noordelijke randweg Zevenbergen Informerende raadsvergadering, 22 augustus 2012 Noordelijke randweg Zevenbergen Informerende raadsvergadering Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau Marleen Zantingh

Nadere informatie

Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn B-geheim met termijn 26 juni 2018

Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn B-geheim met termijn 26 juni 2018 GS-Voorstel Besluitnummer PZH-2018-650504461 (DOS-2013-0005011) Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn B-geheim met termijn 26 juni 2018 Onderwerp Vaststellen definitief Voorkeursalternatief

Nadere informatie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017 Reactienota zienswijzen Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord 2016 11 mei 2017 1. INLEIDING Voor het gebied Ammerzoden Noord, 2 e fase is een woningbouwplan in voorbereiding. In het woningbouwplan worden

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Contact dhr. drs. J. Dijkema T j.dijkema@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van Noordwijkerhout

Nadere informatie

Samenwerkingsagenda. Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Provincie Noord-Holland en Zuid-Holland

Samenwerkingsagenda. Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Provincie Noord-Holland en Zuid-Holland Samenwerkingsagenda Bereikbaarheidsstudie Grensstreek Provincie Noord-Holland en Zuid-Holland Partijen Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland Stadsregio Amsterdam Regio Holland-Rijnland Gemeente

Nadere informatie

Informatie Duinpolderweg April 2016

Informatie Duinpolderweg April 2016 Informatieoverzicht Stichting Spoorvariant Nee zet zich actief in voor het behoud van de Ruigenhoek, de Zilkerpolder, het gebied rond de Veenenburgerlaan alsmede de gebieden rond de Noorderen Zuider Leidsevaart.

Nadere informatie

1. Een minimale variant van het maatregelpakket X Robuust voor de knelpunten op de N209 en

1. Een minimale variant van het maatregelpakket X Robuust voor de knelpunten op de N209 en GS brief aan Provinciale Staten Contact mw G. van Duijnhoven q.van.duiinhoven@pzh.nl '?ürihorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Verzenddatum 1 9 NOV 2012

Verzenddatum 1 9 NOV 2012 ^7 ZUID HOLLAND 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdding Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2012-348193093 (DOS-2007-0004636) Datum vergadering Gedeputeerde Stalen 6 november

Nadere informatie

Gevoeligheidsanalyse samenstel op basis van Hillegomse Zienswijze

Gevoeligheidsanalyse samenstel op basis van Hillegomse Zienswijze Notitie / Memo Aan: Projectorganisatie Planstudie Duinpolderweg Van: Royal HaskoningDHV, met bijdrage van Ecorys Datum: 7 december 2017 Kopie: Ons kenmerk: T&PBC5809N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van de

Nadere informatie

Zienswijze gemeente Hillegom inzake Duinpolderweg

Zienswijze gemeente Hillegom inzake Duinpolderweg Post Hillegom I GEMEENTE HILLEGOM Hoofdstraat 115, 2181 EC Hillegom T 14 0252 Postbus 32,2180 AA Hillegom E info@hillegom.nl www.hillegom.nl CONCEPT Aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Datum Zie verzenddatum linksonder Aan Provinciale Staten Ons kenmerk DOS-2018-0007827

Nadere informatie

Inspraak op het agendapunt inzake Voorlopige Voorkeursalternatief Duinpolderweg

Inspraak op het agendapunt inzake Voorlopige Voorkeursalternatief Duinpolderweg Inspraak op het agendapunt inzake Voorlopige Voorkeursalternatief Duinpolderweg Ten behoeve van de commissievergadering van de Statencommissie Verkeer van Noord- en Zuid-Holland op 25 januari resp. 7 februari

Nadere informatie

VRIJGAVE INSPRAAK FIETSVERBINDING KRUISPUNT WALDORPSTRAAT-VIADUCTWEG (ONDERDEEL STERFIETSROUTE RIJSWIJK/DELFT)

VRIJGAVE INSPRAAK FIETSVERBINDING KRUISPUNT WALDORPSTRAAT-VIADUCTWEG (ONDERDEEL STERFIETSROUTE RIJSWIJK/DELFT) RIS297062 VRIJGAVE INSPRAAK FIETSVERBINDING KRUISPUNT WALDORPSTRAAT-VIADUCTWEG (ONDERDEEL STERFIETSROUTE RIJSWIJK/DELFT) Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, overwegende dat: - het

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 29 mei 2012 nummer: 2012_BW_00060 Onderwerp Beslispunten inzake RijnlandRoute en RijnGouweLijn vergadering AB Holland Rijnland

Nadere informatie

SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF. Kennismaking met voorzitter. Ton Ravensbergen ACTUEEL. Uitgavenummer 4. 10 februari 2016. Nieuwsbrief.

SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF. Kennismaking met voorzitter. Ton Ravensbergen ACTUEEL. Uitgavenummer 4. 10 februari 2016. Nieuwsbrief. Nieuwsbrief Uitgavenummer 4. 10 februari 2016 SPOORVARIANT NEE! NIEUWSBRIEF Kennismaking met voorzitter Ton Ravensbergen Uitgave 4, 10 FEBRUARI 2016 ACTUEEL Voorzitter Ton Ravensbergen 1 Geachte lezer,

Nadere informatie

Verzenddatum. Paraaf Pmvinci-retaris. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande inzake motie 140 (RGL-West).

Verzenddatum. Paraaf Pmvinci-retaris. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande inzake motie 140 (RGL-West). provincie ZUID HOLLAND t NGD(OMEN 2 4 SEP. 2009 5 -minuten versie voor Provinciaie Staten Diredie DRM Aídeling Verkeer en Vervoer Regishatienummer PZH-2009-124641633 (DOS-2027. 0001392) Datum vergadering

Nadere informatie

1 Aanleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting modelanalyse. 27 juni 2018 ZHA355/Mes/

1 Aanleiding. Randweg Klaaswaal. Provincie Zuid-Holland. Toelichting modelanalyse. 27 juni 2018 ZHA355/Mes/ Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Emmasingel 15 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5611 AZ Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

P r o j e c t g e r e l a t e e r d

P r o j e c t g e r e l a t e e r d HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Laan 1914 no.35 3818 EX Amersfoort Netherlands Transport & Planning Trade register number: 56515154 +31 88 348 20 00 +31 33 463 36 52 info@rhdhv.com royalhaskoningdhv.com T

Nadere informatie

Statenmededeling. Regionale verkeersvisie N605 en randweg Boekel. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Statenmededeling. Regionale verkeersvisie N605 en randweg Boekel. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Statenmededeling Onderwerp Regionale verkeersvisie N605 en randweg Boekel Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennis nemen van De uitkomsten van de studie over de regionale visie op de provinciale

Nadere informatie

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Statenmededeling aan Provinciale Staten Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Overwegingen randweg Boekel Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Kennisnemen van de nadere onderbouwing van de wijze waarop wij de knelpunten op de

Nadere informatie

Gedeeltelijke verdubbeling N34 Omgeving verkeersplein Gieten

Gedeeltelijke verdubbeling N34 Omgeving verkeersplein Gieten Gedeeltelijke verdubbeling N34 Omgeving verkeersplein Gieten Gieten, 24 april 2019 Agenda 1. Welkom 2. Aanleiding en korte terugblik 3. Scope 4. Fasering en planning 5. Toelichting Verkeersonderzoek 6.

Nadere informatie

Doorstroming N208 Van Pallandtlaan Sassenheim. Informatiebijeenkomst 16 april 2019

Doorstroming N208 Van Pallandtlaan Sassenheim. Informatiebijeenkomst 16 april 2019 Doorstroming N208 Van Pallandtlaan Sassenheim Informatiebijeenkomst 16 april 2019 Agenda 19.30: welkom Rogier Gerritzen 19.40: nut & noodzaak Bas Brekelmans 19.50: overzicht van beoogde maatregelen Jaap

Nadere informatie

PS2010MME College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

PS2010MME College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2010MME17-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 16 november 2010 Nummer PS: PS2010MME17 Afdeling : MOB Commissie : MME/RGW Registratienummer : 2010INT264977 Portefeuillehouder: Van

Nadere informatie

Gevoeligheidsanalyse voorstel Adviesgroep Duinpolderweg: samenstel op basis van alternatief Zuid

Gevoeligheidsanalyse voorstel Adviesgroep Duinpolderweg: samenstel op basis van alternatief Zuid Notitie / Memo Aan: Adviesgroep Planstudie Duinpolderweg Van: Royal HaskoningDHV, met bijdrage van Ecorys Datum: 7 december 2017 Kopie: Ons kenmerk: T&PBC5809N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd

Nadere informatie

Duinpolderweg (Dpw) lnspreekdocument hoorzitting vrijdag 7 september 201$ Voorzitter, geachte leden van de Staten van Noord- en Zuid-Holland, van onze

Duinpolderweg (Dpw) lnspreekdocument hoorzitting vrijdag 7 september 201$ Voorzitter, geachte leden van de Staten van Noord- en Zuid-Holland, van onze Hillegom hé! Ra, ra, ra? Kwestie van sturen (manipuleren?). Inmiddels spreken we over de Midden variant, want ja hij is 150 meter opgeschoven richting schriftelijke reactie op het antwoord op onze zienswijze

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend

Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend 1 Opbouw 1. Aanleiding 2. Algemene toelichting aanpak PlanMER 3. Voorstel 4. Oplossingsrichtingen 5. Organisatie 2 1. Aanleiding De partners

Nadere informatie

Haarlem, 8 juli 2016. Geachte mevrouw Post en mijnheer Vermeulen,

Haarlem, 8 juli 2016. Geachte mevrouw Post en mijnheer Vermeulen, Haarlem, 8 juli 2016 Geachte mevrouw Post en mijnheer Vermeulen, Hierbij bied ik u het advies van de Adviesgroep Bereikbaarheid Bollenstreek-Haarlemmermeer/DPW aan de Stuurgroep Duinpolderweg aan. De afgelopen

Nadere informatie

RAPPORT. Verkeersstudie N201. Opstellen statisch en dynamisch model en analyse denkrichtingen. Provincie Utrecht

RAPPORT. Verkeersstudie N201. Opstellen statisch en dynamisch model en analyse denkrichtingen. Provincie Utrecht RAPPORT Verkeersstudie N201 Opstellen statisch en dynamisch model en analyse denkrichtingen Klant: Provincie Utrecht Referentie: BF4886T&PRP1806210921 Versie: 0.1/Finale versie Datum: 3 juli 2018 HASKONINGDHV

Nadere informatie

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016

HOLLAND OUTLET MALL De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 De verkeersstudies kritisch beschouwd 8 DECEMBER 2016 BESTUURLIJKE SAMENVATTING De komst van een Factory Outlet Centre (Holland Outlet Mall) naar Zoetermeer heeft grote gevolgen voor de bereikbaarheid

Nadere informatie

Openbaar Miriam van Meerten MIRT

Openbaar Miriam van Meerten MIRT Raadsmededeling Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp Het college van burgemeester en wethouders De gemeenteraad 6 juni 2017 Openbaar Miriam van Meerten

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Inleiding In het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad is een maatregelenpakket opgenomen conform de Zevensprong van Verdaas. Dit

Nadere informatie

STATEN ZUID. provincie HQJ^LAND. Lid Gedeputeerde Staten. I.G.M. de Bondt

STATEN ZUID. provincie HQJ^LAND. Lid Gedeputeerde Staten. I.G.M. de Bondt STATEN Lid Gedeputeerde Staten I.G.M. de Bondt Contact 070 441 71 12 igm.de.bondt@p2h.nl provincie HQJ^LAND ZUID drs. M.P.J Verberkt T 070-441 63 63 m.p.j.verberkt@pzh.nl Provinciale Staten van Zuid-Holland

Nadere informatie

RAPPORT. Akoestisch onderzoek Windturbines Tata Steel

RAPPORT. Akoestisch onderzoek Windturbines Tata Steel RAPPORT Akoestisch onderzoek Windturbines Tata Steel Akoestisch onderzoek als onderdeel van een aanvraag voor een omgevingsvergunning/ruimtelijke onderbouwing Klant: Infinergie Referentie: T&PR002D0.1

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van gemeente Zuidplas Postbus 100 2910 AC Nieuwerkerk a/d IJssel

Nadere informatie

Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2

Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2 TNO-rapport TNO 2015 R10073 Rapportage relatieve effectbepaling SALTO 2 Earth, Life & Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 Datum 14

Nadere informatie

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010 'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010 10 december 2015 Rian Snijder Inhoud van de presentatie - Aanleiding en doel - Samenvatting

Nadere informatie