Inspectierapport. Minne (KDV) De Surmontstraat RV AMSTELVEEN Registratienummer:

Transcriptie

1 Inspectierapport Minne (KDV) De Surmontstraat RV AMSTELVEEN Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amstelveen Datum inspectie: Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: Minne - Jaarlijks onderzoek /8

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Minne - Jaarlijks onderzoek /8

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op is een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd, op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Op grond van het risicoprofiel van de locatie zijn slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Beschouwing Kinderdagverblijf Minne maakt deel uit van kinderopvangorganisatie Stichting Opvang Anders in Amstelveen. De organisatie bestaat sinds 1998, heeft een antroposofische grondslag en heeft drie vestigingen, kinderdagverblijf Minne, Stap voor Stap en halve-dagopvang Tomte, in een brede school. De organisatie wordt geleid door een directeur en een manager en er is tevens een Raad van Toezicht. Er is geen vertrouwenspersoon aangesteld. De directeur fungeert zelf als klachtencoördinator. Een lid van de oudercommissie verklaart dat men tevreden is over de kwaliteit en de inzet van het personeel, de inrichting van de binnen- en buitenruimte, de veiligheid en gezondheid in het kindercentrum en de pedagogische praktijk. Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. Minne - Jaarlijks onderzoek /8

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Kinderdagverblijf Minne heeft een Antroposofische grondslag. De groepsruimte is ingericht met zachte kleuren, gericht op de leeftijd van de kinderen. Er wordt vooral gebruikgemaakt van natuurlijke materialen als stof, hout en riet. Er is houten speelgoed en er zijn stoffen poppen. De ruimte is ingericht met verschillende ontdekhoeken, de poppenhoek bevindt zich onder een grote doek, waardoor het een tent lijkt. Pedagogische praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidplan en handelen conform dit plan. Tijdens de inspectie wordt er eerst buiten gespeeld en daarna wordt er aan tafel gegeten. Er wordt zichtbaar aandacht besteed aan de overdracht van normen en waarden; er zijn bij het aan tafel gaan duidelijke gewoontes waaraan de kinderen gewend zijn. De beroepskracht deelt washandjes met warm water en zeep uit. De kinderen gaan vlijtig aan de slag om hun handen en hun gezicht schoon te maken. De beroepskrachten helpen en ondersteunen waar nodig. De kinderen zijn dit zichtbaar gewend. Als de gezichten en de handen schoon zijn, worden de washandjes verzameld; de kinderen mogen ze zelf in de emmer gooien. Als iedereen aan tafel zit, tikt de beroepskracht zachtjes op de tafel en als iedereen stil is, worden er liedjes gezongen. De kinderen zingen enthousiast mee en maken de gebaren die bij het liedje horen. De beroepskracht maakt het spannend door harder en zachter te zingen. De kinderen krijgen om de beurt een bordje met een boterham. De beroepskrachten zeggen 'alstjeblieft' als zij het bordje aan een kind geven en geven daarmee het goede voorbeeld. De kinderen zeggen (soms) 'dank je wel'. De kinderen die het snelst eten, krijgen het laatst. Tijdens het eten worden er op ontspannen wijze gesprekjes gevoerd en leggen de beroepskrachten dingen uit. Ze bieden voldoende emotionele veiligheid aan de kinderen. Het gesprek gaat onder andere over het bakken van taartjes en wie dat allemaal hebben gedaan. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie Observatie: na het buiten spelen tijdens het lunchmoment Minne - Jaarlijks onderzoek /8

5 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft beoordeeld dat personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Voor alle medewerkers zijn nieuwe verklaringen omtrent het gedrag afgegeven in het kader van de continue screening. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De beroepskrachten hebben de volgende werktijden: uur en uur. De beroepskrachten pauzeren 60 minuten tussen en uur. Hiermee voldoet de inzet van beroepskrachten bij afwijking van de beroeps-kracht-kind-ratio. Indien er slechts één beroepskracht aanwezig is in het kindercentrum als gevolg van afwijking van de beroepskracht-kind-ratio, dan is er altijd een andere volwassene aanwezig, namelijk een stagiaire of de leidinggevende. Er is sprake van een nauwe samenwerking met de vestiging aan de overkant van de straat (Stap voor Stap) en met het kantoor. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten januari-maart Presentielijsten januari-maart Pedagogisch beleidsplan, versie Inspectieonderzoek Minne - Jaarlijks onderzoek /8

6 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Minne - Jaarlijks onderzoek /8

7 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Minne Vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 12 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : Stichting Opvang Anders Adres houder : De Surmontstraat 46 Postcde en plaats : 1181 RX AMSTELVEEN KvK nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mw. drs. S.E. Blom Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amstelveen Postadres : Postbus 4 Postcode en plaats : 1180 BA AMSTELVEEN Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : Verzenden inspectierapport naar gemeente : Openbaar maken inspectierapport : Minne - Jaarlijks onderzoek /8

8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Minne - Jaarlijks onderzoek /8