gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 18 van 11 november 2008;
|
|
- Willem de Smedt
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Pagina 1 van 20 Versie 3 Agendapunt BESLUITEN Nr De raad der gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 18 van 11 november 2008; gezien het advies van commissie Ruimte van 17 februari 2009; overwegende, dat het wenselijk is de Verordening op de beplantingen en de bijbehorende processen verder te optimaliseren; gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 15 en 17 van de Boswet; b e s l u i t: Vast te stellen de Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2009 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. Beplanting: alle houtopstanden en overige al dan niet overblijvende gewassen, waaronder begrepen heesters, struiken, bloemen en planten; b. Een houtopstand: één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen; c. Een boom: een houtachtig overblijvend gewas, waarvan de dwarsdoorsnede van de stam, of ingeval dit gewas meer stammen heeft de dwarsdoorsneden van één van de stammen, ten minste 15 cm, gemeten op 1,30 m boven het maaiveld, bedraagt. In afwijking van het hiervoor gestelde kan de dwarsdoorsnede kleiner zijn dan 15 cm gemeten op 1,30 m centimeter boven het maaiveld, indien sprake is van: Een monumentale boom of bijzondere beschermwaardige houtopstand als bedoeld in artikel 6; Een houtopstand onderdeel uitmakend van de hoofdgroenstructuur; Een houtopstand in het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in artikel 13, 17 en 19; d. Een boom in het openbaar gebied: een boom in eigendom van overheden, bijvoorbeeld gemeente, provincie, waterschap of rijkswaterstaat, staande in de openbare ruimte, dan
2 2009 BESLUITEN Nr. (2) wel een boom toebehorend aan een particulier en staande op een particulier terrein; met een openbaar karakter; e. Een particuliere boom: een boom in eigendom van een particulier, bijvoorbeeld een burger, bedrijf, stichting of vereniging, welke niet in de openbare ruimte staat; f. Hakhout: één of meer bomen, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen; g. Een monumentale boom: een bijzondere beschermwaardige boom of houtopstand met een hoge leeftijd, ouder dan 80 jaar, en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving; h. Een bijzonder waardevolle boom: een beschermwaardige houtopstand ouder dan 50 jaar, en met een bijzondere dendrologische, natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische waarde; i. Hoofdgroenstructuur: vastgestelde opbouw en onderlinge samenhang van beplanting in een bepaald gebied, in relatie tot het desbetreffende gebied die is vastgelegd in het geldende Groenstructuurplan Leiderdorp; j. De bebouwde kom: het ingevolge het bepaalde in artikel 1, vijfde lid, van de Boswet door de raad van Leiderdorp genomen besluit, waarbij voor de toepassing van de Boswet en deze verordening de grenzen van de bebouwde kom zijn vastgesteld en welk besluit is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; k. De boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs voor bomen; l. Bomenfonds: het gemeentelijk fonds voor onderhoud en instandhouding van bijzonder waardevolle opstanden; m. Herplantfonds: het gemeentelijk fonds voor uitbreiding van houtopstanden; n. Het vellen: het rooien, met inbegrip van het verplanten van houtopstand, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben; o. Het knotten en/of kandelaberen: het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takken bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud; p. Het dunnen: periodiek noodzakelijke vellingen binnen een houtopstand, ter bevordering van de leefbaarheid van de overblijvende houtopstanden, waarbij het natuurlijk verloop van het desbetreffende milieu in stand blijft; q. Een ruimtelijke ontwikkeling: een ontwikkeling, zoals de bouw van één of meerdere woningen en andere gebouwen, de aanleg of het verleggen van een weg, het leggen van kabels en leidingen, het herinrichten van een gebied, die grote invloed kan hebben op de openbare ruimte; r. een Quick-scan: rapportage met inventarisatiegegevens van groene elementen binnen en nabij de projectgrenzen en een effectenstudie van de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de aangetroffen elementen; s. een Groentoets: een quick-scan uitgebreid met een plan van aanpak voor mitigerende en compenserende maatregelen om ervoor te zorgen dat de effecten van de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de kwaliteit van het groen op en nabij de locatie van de ontwikkeling wordt gewaarborgd; t. Iepenziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi (Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C. Moreau); u. Iepenspintkever: het insect, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus multistratus (Marsch) en Scolytus pygmaeus; v. Ecologische verbindingszone: een natuurlijke verbinding tussen belangrijke, kwetsbare en bijzonder waardevolle natuurgebieden. w. Heesters: een houtige plant, die zich onmiddellijk boven of reeds in de grond vertakt in een aantal takken, die meer of minder dik kunnen worden. Er wordt dus geen stam gevormd.
3 2009 BESLUITEN Nr. (3) Artikel 2 Toegestane afstand tussen houtopstanden en de grenzen van naburige erven De toegelaten afstand als bedoeld in artikel 42, lid 1 en 2 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek bedraagt in afwijking van die bepaling voor bomen een halve meter en voor heesters en heggen nihil. Artikel 3 Bescherming beplanting in de openbare ruimte 1. Het is verboden om beplantingen, die in de openbare ruimte staan: a. Te plukken, te beschadigen, te bekladden of te beplakken; b. Daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de eigenaar opgedragen boomverzorgende taken (regulier onderhoud). 2. Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een houtopstand in de openbare ruimte aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van burgemeester en wethouders. Artikel 4 Bestrijding van iepenziekte 1. Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van de iepenziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn: a. Indien de iepen in de grond staan, deze te vellen; b. De iepen ter plaatse te ontbasten en de bast te vernietigen; c. De niet ontbaste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepenziekte wordt voorkomen. 2. a. Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren; b. Het verbod is niet van toepassing op geheel ontbast iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter; c. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het onder a. van dit lid gestelde verbod. Artikel 5 Kapverbod 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een houtopstand te vellen of doen vellen. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstand die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze wordt geëxploiteerd als bedoeld in artikel 15 van de Boswet. 3. Het in het eerste lid gesteld verbod geldt verder niet voor: a. Een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in de artikel 13, 18 en 19 van deze verordening; b. Het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud; c. Het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud; d1. Het vellen van een particuliere houtopstand die niet op de lijst met bijzonder waardevolle bomen als bedoeld in artikel 6, eerste lid staat;
4 2009 BESLUITEN Nr. (4) d2. Het vellen van een particuliere houtopstand die niet geveld wordt in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling; e. Een houtopstand, voor het vellen waarvan ontheffing is verleend zoals bedoeld in artikel 13; f. Een houtopstand die geplant is in boombakken met een bodem, wanneer deze tijdelijk verplaatst moet worden. Hoofdstuk 2 Monumentale en bijzonder waardevolle bomen Artikel 6 Lijst met bijzonder waardevolle bomen 1. Burgemeester en wethouders stellen een lijst vast met bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden. De lijst vermeldt de plaatselijke en kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van de houtopstand. Zonodig wordt een kaart bijgevoegd met daarop aangeduid de beschermde houtopstand. De eigenaar van de op deze lijst geplaatste houtopstand wordt van deze plaatsing zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld. Hij wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze met betrekking tot de plaatsing op de lijst binnen vier weken na de datum van kennisgeving schriftelijk aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken. 2. De in het eerste lid genoemde lijst bevat in ieder geval de bomen voorkomend in het landelijk Register van Monumentale Bomen van de landelijke Bomenstichting, eventueel aangevuld met lokale bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden. 3. De eigenaar van een houtopstand die op de lijst staat vermeld, is verplicht schriftelijk aan de gemeente melding te doen van het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand anders dan door velling op grond van een verleende vergunning. Deze mededeling dient te geschieden onmiddellijk na het geheel of gedeeltelijk tenietgaan. 4. Ten behoeve van groot onderhoud aan bijzonder waardevolle bomen, zoals vermeld op de in het eerste lid genoemde lijst, bestaat de mogelijkheid tot aanspraak op subsidiëring. Artikel 7 Adviezen en inspraak 1. Alvorens burgemeester en wethouders tot vaststelling of wijziging van de lijst met bijzonder waardevolle bomen overgaan, winnen zij omtrent haar voornemen zo nodig advies in bij instellingen die: De bescherming van bomen en houtopstanden tot hun statutaire doelstelling hebben en; In de gemeente een breed maatschappelijk draagvlak hebben. 2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de wijziging wordt veroorzaakt door: Het bepaalde in artikel 6, lid 2; De uitvoering van een rechterlijke uitspraak; De verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 5, lid 1; Een door de burgemeester op grond van artikel 10, lid 5 gegeven toestemming. Hoofdstuk 3 De vergunning Artikel 8 Vereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag 1. De vergunning dient schriftelijk en gemotiveerd, onder bijvoeging van een situatieschets, te worden aangevraagd door degene, die krachtens zakelijk recht of krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.
5 2009 BESLUITEN Nr. (5) 2. Wanneer door of namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan burgemeester en wethouders een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwen burgemeester en wethouders dit afschrift zo nodig als een vergunningsaanvraag. Artikel 9 Beslistermijn 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een vergunning binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is dan wel de aanvraag overeenkomstig het verzoek van burgemeester en wethouders is aangevuld. 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan éénmaal met ten hoogste 8 weken worden verlengd. Artikel 10 Het besluit op een aanvraag 1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen. 2. Een vergunning wordt geweigerd indien het belang van verlening niet opweegt tegen één of meer van de volgende waarden van behoud van houtopstand: Natuur- en milieuwaarden; Landschappelijke waarden; Cultuurhistorische waarden; Waarden van stads- en dorpsschoon; Waarden voor recreatie en leefbaarheid. 3. In beginsel wordt geen vergunning verleend voor houtopstanden voorkomend op de vastgestelde lijst van bijzonder waardevolle bomen, als bedoeld in artikel Geen vergunning wordt verleend indien velling in strijd is met de Flora- en Faunawet, de Habitatrichtlijnen of andere regelgeving inzake natuurbescherming, tenzij door het stellen van aan de te verlenen vergunning verbonden voorwaarden door middel van nadere regels de in bedoelde regelingen bedoelde belangen veilig worden gesteld. 5. De burgemeester is, onverminderd het bovenstaande, bevoegd om toestemming te geven tot direct vellen, indien sprake is van acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang. De burgemeester kan in verband hiermee voorschriften stellen. Per kwartaal wordt een overzicht van de in dit verband gedane meldingen opgesteld en toegezonden aan de burgemeester en burgemeester en wethouders. Artikel 11 Geldigheidsduur vergunning 1. De vergunning tot vellen als bedoeld in deze verordening heeft een geldigheidsduur van één jaar. Deze termijn gaat in op het moment van onherroepelijk worden van de verleende vergunning. 2. Burgemeester en wethouders kunnen in uitzonderlijke gevallen beslissen tot eenmalige verlenging van de termijn genoemd in het eerste lid, met maximaal één jaar, na indiening van een daartoe strekkende aanvraag door vergunninghouder. Artikel 12 Bijzondere vergunningsvoorschriften 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant. De in het kader van deze herplantplicht te herplanten bomen dienen op een bij het vergunningsbesluit behorende tekening te
6 2009 BESLUITEN Nr. (6) worden aangegeven, onder vermelding van de plaats van de te herplanten, boom, de gewenste omvang en de soort boom. 2. Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan tot de aan een vergunning tot vellen te verbinden voorschriften behoren het voorschrift dat een op basis van taxatie vast te stellen geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijk herplantfonds. 3. De in dit artikel geldende verplichtingen en voorschriften kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 genoemde minimum maat. 4. In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen. 5. Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken mag worden overgegaan nadat de daarop betrekking hebbende vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn. In een dergelijke situatie vangt de geldigheidsduur van de vergunning van één jaar aan op het moment dat zowel de kapvergunning als bedoeld in artikel 11, eerste lid, als de in de eerste volzin bedoelde besluiten onherroepelijk zijn geworden. 6. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen aanwijzingen ter bescherming van nabijgelegen houtopstand behoren. 7. In de vergunning tot vellen kan als voorschrift worden opgenomen dat de werking daarvan wordt opgeschort als de aanvraag is ingediend in samenhang met de realisatie van een ander vergunningsplichtig werk, zolang op die andere vergunningaanvraag niet is beslist. 8. Aan de verleende vergunning wordt, onverminderd het bepaalde in het vijfde lid, het voorschrift verbonden dat van de vergunning slechts gebruik mag worden gemaakt na afloop van de bezwarentermijn, als bedoeld in artikel 6:7 en verder van de Algemene wet bestuursrecht. Deze termijn eindigt zes weken na de datum van bekendmaking van de vergunning aan de aanvrager. Indien tegen de vergunning een bezwaarschrift wordt ingediend, mag geen gebruik worden gemaakt van de vergunning, tot zes weken nadat de beslissing op bezwaar aan de indiener(s) van het bezwaarschrift bekend is gemaakt en gedurende deze termijn geen verzoek om voorlopige voorziening bij de rechtbank is ingediend. Hoofdstuk 4 De groentoets Artikel 13 Besluit 1. Burgemeester en wethouders kunnen in geval van een ruimtelijke ontwikkeling ontheffing verlenen van het in artikel 5 gestelde kapverbod na goedkeuring van een door aanvrager in te dienen quick-scan of groentoets. 2. De groentoets wordt goedgekeurd: Indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat om de groene elementen te handhaven, en Indien er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van het type beplanting en Indien er geen sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van sociale en economische aard, en voor het milieu gunstige effecten of krachtens een besluit van de gemeenteraad. Artikel 14 Vereisten 1. Een groentoets omvat in ieder geval een duidelijke beschrijving van de ruimtelijke ontwikkeling, de locatie van het project en een reële planning en wordt opgesteld door of
7 2009 BESLUITEN Nr. (7) namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de groene elementen te beschikken. 2. Per locatie moet aangegeven zijn welke groene elementen aanwezig zijn. 3. Indien de onder lid 2 genoemde elementen binnen het project kunnen worden ingepast en geen beschermende maatregelen tijdens de werkzaamheden benodigd zijn om de elementen te kunnen handhaven dan is de quick-scan voldoende. 4. Leidt het realiseren van het plan of de uitvoering van de geplande werkzaamheden tot handelingen die het onmogelijk maken om de groene elementen te handhaven dan moet de quick-scan uitgebreid worden tot een volwaardige groentoets. Artikel 15 Geldigheidsduur ontheffing 1. De ontheffing van het kapverbod als bedoeld in artikel 13 heeft een geldigheidsduur van één jaar, aanvangende op het moment van het onherroepelijk worden van de ontheffing. 2. Burgemeester en wethouders kunnen in uitzonderlijke gevallen beslissen tot eenmalige verlenging van de termijn zoals genoemd in het eerste lid met maximaal één jaar, na een daartoe strekkende aanvraag van de ontheffinghouder. Artikel 16 Standaardvoorschriften 1. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften zal het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken mag worden overgegaan nadat de daarop betrekking hebbende vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn. In een dergelijke situatie vangt de geldigheidsduur van de ontheffing van één jaar aan op het moment dat zowel de ontheffing als bedoeld in artikel 13, eerste lid, als de in de eerste volzin bedoelde besluiten onherroepelijk zijn geworden. 2. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften zal behoren het standaardvoorschrift dat ten minste drie werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden een schriftelijke melding aan de afdeling Gemeentewerken gedaan moet worden en dat er voor aanvang van de werkzaamheden met een ambtenaar van de afdeling Gemeentewerken ter plekke een schouw moet worden uitgevoerd. 3. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften zal behoren het standaardvoorschrift dat ten minste twee werkdagen voor de beëindiging van de werkzaamheden een schriftelijke melding aan de afdeling Gemeentewerken gedaan moet worden en dat er met een ambtenaar van de afdeling Gemeentewerken ter plekke moet worden nageschouwd. Artikel 17 Bijzondere voorschriften 1. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen maatregelen ter bescherming van te handhaven beplanting worden genomen. 2. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen bomen en/of heesters verplant moeten worden binnen de projectgrenzen. 3. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant met als doel het ontstaan van vergelijkbaar openbaar groen als die, welke verdwijnt ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling. De
8 2009 BESLUITEN Nr. (8) in het kader van deze herplantplicht te herplanten bomen dienen op een bij het vergunningsbesluit behorende tekening te worden aangegeven, onder vermelding van de plaats van de te herplanten, boom, de gewenste omvang en de soort boom. 4. Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan tot de aan een ontheffing te verbinden voorschriften behoren het voorschrift dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijke herplantfonds. 5. De verplichtingen en voorschriften van dit artikel kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 genoemde minimum maat. 6. In het voorschrift bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant niet aangeslagen herplant moet worden vervangen. 7. Aan de ontheffing wordt het voorschrift verbonden dat het besluit om ontheffing te verlenen tegelijk en integraal met de beslissing op ruimtelijke ordeningsprocedures dient genomen te worden. De quick-scan of groentoets wordt als onderdeel van de procedure van de ruimtelijke ordening die benodigd is voor de realisatie van de ruimtelijke ontwikkeling gezien. De beslistermijn op het verzoek om ontheffing is gelijk aan die van de procedure van de ruimtelijke ordening die benodigd is voor de realisatie van die ruimtelijke ontwikkeling. Hoofdstuk 5 De aanschrijving Artikel 18 Aanschrijving tot het verwijderen, snoeien en/of opbinden van beplanting Indien beplanting naar het oordeel van burgemeester en wethouders hinder en/of gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid dan wel anderszins een gevaar oplevert voor de openbare orde en veiligheid kunnen burgemeester en wethouders de zakelijk gerechtigde en/of degene die daartoe bevoegd is, aanschrijven tot het verwijderen, het snoeien en/of opbinden van deze beplanting binnen een daartoe te stellen termijn en overeenkomstig door hen te geven aanwijzingen. Artikel 19 Herplant-/instandhoudingsplicht 1. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning ingevolge artikel 5, lid 1 of ontheffing ingevolge artikel 13, lid 1 is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. 2. De verplichting en voorschriften van dit artikel kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 van deze verordening genoemde minimummaat. 3. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen. 4. Indien houtopstanden, waarop het verbod tot vellen van toepassing is, in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
9 2009 BESLUITEN Nr. (9) Hoofdstuk 6 Straf- en slotbepalingen Artikel 20 Schadevergoeding Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om schadevergoeding op grond van artikel 17 van de Boswet bij weigering van een vergunning tot vellen. Artikel 21 Strafbepaling Overtredingen van het bij of krachtens de artikelen 3, 4, 5, 6, derde lid, 10, eerste lid, 12, 13, 16, 17, 18 en 19 bepaalde of de op grond van deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak. Artikel 22 Toezicht 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: opsporingsambtenaren van de politieregio Hollands-Midden en de handhaver APV; 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen. Artikel 23 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking; 2. Op datzelfde tijdstip vervallen de Verordening op de beplantingen 2005 en 1 e wijziging van de verordening op de beplantingen Artikel 24 Overgangsbepaling 1. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening als genoemd in artikel 23, lid 2, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt de aanvraag overeenkomstig de bepalingen van deze verordening afgehandeld; 1a Indien een aanvraag zoals genoemd in het eerste lid betrekking heeft op een ruimtelijke ontwikkeling, wordt op deze aanvraag in afwijking op lid 1 op grond van de verordening als genoemd in artikel 23, lid 2 beslist. 2. Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift betreffende een besluit genomen op grond van de verordening dan wel beleidsregel zoals genoemd in artikel 23, lid 2 van deze verordening wordt beslist met toepassing van de verordening en beleidsregel zoals genoemd in artikel 23, lid 2 van deze verordening; 3. Zolang de in artikel 6, lid 1 genoemde lijst met monumentale en bijzonder waardevolle bomen nog niet is vastgesteld door burgmeester en wethouders, is hoofdstuk 2 van de Verordening nog niet van kracht en dient bij het verbod van artikel 10, lid 3, bij gebreke van een vastgestelde lijst met monumentale en bijzonder waardevolle bomen, per geval bekeken te worden welke houtopstanden vallen onder het begrip monumentale en bijzonder waardevolle bomen;
10 2009 BESLUITEN Nr. (10) 4. Zolang er nog geen subsidieverordening ten behoeve van het Bomenfonds zoals bedoeld in artikel 1, sub l is vastgesteld, is artikel 6, lid 4 van deze verordening nog niet van kracht. Artikel 25 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de beplantingen in Leiderdorp Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Leiderdorp op 20 april 2009, de griffier, mw. J.C. Zantingh de voorzitter, M. Zonnevylle
11 2009 BESLUITEN Nr. (11) Artikelsgewijze toelichting Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2009 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepaling c. Boom. Afbakening van het begrip boom is van belang in verband met het aangeven van de ondergrens van de bescherming. De minimale diktemaat is de meest gangbare en meest heldere vorm van afbakening. Andere vormen, zoals het vrijgeven van bepaalde boomsoorten of gebieden (erven, tuinen of wijken), leiden sneller tot misverstanden en vergissingen. Er is hier bewust onderscheid gemaakt tussen bomen in het openbaar gebied en particuliere bomen. De aanduiding bomen in het openbaar gebied heeft betrekking op alle bomen van overheden, bijvoorbeeld provincie, hoogheemraadschap of rijkswaterstaat en ook op alle particuliere bomen in de openbare ruimte. Bij deze laatste categorie moet bijvoorbeeld gedacht worden aan bomen in grote delen van de Baanderij en de Meubelboulevard en rondom appartementencomplexen. De aanduiding particuliere bomen heeft betrekking op alle bomen van particuliere burgers, maar ook bomen van bedrijven, stichtingen of verenigingen die niet in de openbare ruimte staan. Voor particuliere bomen is gekozen voor het kapvergunningvrij stellen van de houtopstand, tenzij deze voorkomt op de lijst met bijzonder waardevolle bomen en tenzij de houtopstand geveld moet worden in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling om invulling te geven aan de wens de hoeveelheid regels en bureaucratie te verminderen en de verantwoordelijkheden en zeggenschap van burgers en samenleving te versterken. Voor bomen in het openbaar gebied is gekozen voor de maat van minimaal 20 cm. Enerzijds vanwege het algemene belang van bomen in openbaar gebied en anderzijds vanwege het waarborgen van inspraakmogelijkheden van belanghebbenden. De betrokkenheid van burgers bij bomen in hun straat is immers groot en indien de gemeente deze publieke bomen eveneens kapvergunningvrij maakt, zal dit op veel onbegrip stuiten en zal de afstand tussen burger en overheid verder worden vergroot. Door de minimale doorsnede en de meerstammigheid zullen zeer oude struiken ook juridisch beschermd zijn. Beeldbepalende heesters of klimplanten, als ook pas geplante herdenkings- of toekomstbomen, die niet de minimale doorsnede hebben, kunnen óf binnen de hoofdgroenstructuur staan óf opgenomen zijn in de lijst met bijzonder waardevolle bomen en op deze wijze beschermd zijn. Zie verder artikel 6 en 7. b. Houtopstand. Het kernbegrip van deze verordening, waarop het kapverbod en de vergunningplicht van toepassing zijn. Door dit begrip consequent centraal te stellen wordt duidelijk dat de bescherming betrekking heeft op meer dan bomen alleen. Boomvormer. Een boomvormer is een houtig, opgaand gewas met ontwikkeling van één of meer hoofdtakken. Een boomvormer kan uitgroeien tot een boom, een meerstammige boom of een boomachtige struik. In het alledaagse spraakgebruik heeft een boom één of slechts enkele stammen. Om de natuur bestaat er echter een geleidelijke overgang: heester struik struikachtige boom (meerstammige) boom. Hakhout. Één of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen. Houtwal. Lijnvormige bosaanplant hoofdzakelijk bestaande uit inheemse heesters, struiken en boomvormers. (lint)begroeiing. Vanwege de grote ecologische waarde van dergelijke begroeiingen (bijv. een meidoorn- of mispelhaag) is bescherming hiervan een noodzaak. Er staat begroeiing in plaats van beplanting om ook spontaan opgeslagen groen bescherming te kunnen bieden.
12 2009 BESLUITEN Nr. (12) Bosplantsoen. Aanplant van jong bos, bestaande uit hoofdzakelijk heesters, struiken en boomvormers. Struweel. Een begroeiing van hoofdzakelijk inheemse soorten heesters en struiken. Heg. Een lintvormige aanplant van heesters of struiken, al dan niet in een vorm gesnoeid, met een minimale lengte van 3 meter. Klimplant. Verhoutend, overblijvend gewas dat zich hecht aan een dragend element, zoals een wand of muur. Bedoeld zijn beeldbepalende verticale begroeiingen van één of meer klimplanten van meer dan twee verdiepingen hoog. Dode bomen. Met zowel vitaal als afgestorven is bedoeld ook het vellen van dode of bijna dode bomen vergunningplichtig te maken. Hiermee kan voorkomen worden dat een kwaadwillende boomeigenaar er voor zorgt dat een gezonde boom dood gaat of bij vergissing een gezonde boom kapt. Het kan tevens wenselijk zijn om dode bomen te bewaren vanwege hun ecologisch waardevolle functies of omdat er wettelijk beschermde diersoorten in nestelen. i. Hoofdgroenstructuur. Vastgestelde opbouw en onderlinge samenhang van beplanting in een bepaald gebied, in relatie tot het desbetreffende gebied die is vastgelegd in het geldende Groenstructuurplan Leiderdorp. k. Monetaire boomwaarde. De Richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en houtige gewassen (NVTB, Postbus 683, 7300 AK Apeldoorn, tel ) voor de monetaire boomwaarde worden jaarlijks vastgesteld aan de hand van de prijsindexcijfers van het CBS, marktprijsgemiddelden en andere kengetallen. De richtlijnen gelden als de meest deskundige methodiek voor de wijze van vaststellen van de geldwaarde van bomen en worden in de rechtspraak erkend. Het spreekt overigens voor zich dat bomen ook vele andere waarden dan monetaire waarde kunnen vertegenwoordigen. l.&m. Bomenfonds / herplantfonds: het is noodzakelijk om het fonds t.b.v. subsidie voor bijzonder waardevolle bomen gescheiden te houden van de gelden die de gemeente ontvangt bij financiële herplantplicht. Uit rechtspraak met betrekking tot herplant blijkt namelijk dat de gelden ontvangen bij financiële herplant alleen voor herplant ingezet kunnen worden. Daarom wordt er een bomenfonds en een herplantfonds in het leven geroepen. n. Vellen. Elke wijze van het te gronde richten van een houtopstand ongeacht of dit gedeeltelijk is, bijvoorbeeld bij kappen, of volledig, zoals bij rooien (inclusief stobbe verwijderen). Ook ingrepen die een ingrijpende wijziging betekenen, zoals kandelaberen of het snoeien van meer dan 20 procent van het kroonvolume, vallen onder vellen. Dit om het ernstig beschadigen of ontsieren van een boomkroon tegen te kunnen gaan. Het instandhouden door periodieke snoei van de door kandelaberen of knotten ontstane kroonvorm is niet vergunningplichtig. Het verwijderen van hoofdwortels, waarvan kan worden aangenomen dat daardoor de houtopstand ernstige schade oploopt, valt eveneens onder het begrip vellen. Door de verordening ook van toepassing te laten zijn op het ernstig beschadigen of ontsieren van samengestelde verschijningsvormen, worden grootschalige ingrepen in houtopstand eveneens vergunningplichtig. s. Groentoets. Waardevolle houtopstanden worden regelmatig (ernstig) beschadigd of vernietigd door bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. Vaak gebeurt dit ongewenst en onbedoeld, omdat er te laat is gekeken naar de gevolgen voor de bomen en het andere groen, waardoor ze niet ingepast of (onherstelbaar) beschadigd raken. De groentoets moet zorgen voor een onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan de voorgenomen bouw of aanleg. Deze toets moet de boomtechnische kwaliteit waarborgen en een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven garanderen. De resultaten van deze toets worden vervolgens meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.
13 2009 BESLUITEN Nr. (13) v. Ecologische verbindingszone: Een ecologische verbindingszone is gunstig voor plant en dier. Ze maken nieuwe plantengroei mogelijk en stellen dieren in staat beter te verplaatsen. Vooral diersoorten waarbij migratie noodzakelijk is om te overleven gaan erop vooruit. Het ontbreken van ecologische verbindingen kan ertoe leiden dat bepaalde natuurgebieden met hun leefgemeenschappen geïsoleerd raken. Voor bepaalde diersoorten betekent dit een bedreiging in hun voortbestaan. Artikel 2 Toegestane afstand tussen houtopstanden en de grenzen van naburige erven De leden één en twee van artikel 42 Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek geeft het bekende verwijderingsrecht voor bomen binnen twee meter en heesters en hagen binnen een halve meter van de erfgrenslijn. Maar in artikel 5:42 lid 2 is in afwijking van het oude B.W. toegevoegd: tenzij ingevolge een verordening of plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten. Daarom is in deze verordening dit artikel toegevoegd dat de erfgrensafstand aanzienlijk verkleind. Met nihil voor heggen en heesters is bedoeld deze natuurlijke wijze van erfbegrenzing te beschermen en tot de normale standaard te maken. Vele bomen en heesters zullen door deze afstandsverkleining beter beschermd, misschien wel gespaard worden. De juridische mogelijkheden voor burenruzies zijn hiermee enigszins verminderd. Artikel 3 Bescherming beplanting in de openbare ruimte Dit artikel spreekt voor zich en behoeft derhalve geen toelichting Artikel 4 Bestrijding van iepenziekte De bast is het levende weefsel onder de schors en het is noodzakelijk de gehele bast te verwijderen. Belangrijk is dat na velling ter plaatse wordt ontbast, om potentieel broedhout en verspreiding van de besmetting te voorkomen. Onder artikel 4 lid 1 is al kort toegelicht dat dit voor iepenziekte nodig is geworden nu het Besluit bestrijding iepenziekte is opgeheven en de Minister de gemeenten zelf de bevoegdheid heeft gelaten om tegen deze ziekte op te treden. Optreden is dringend gewenst om nog enige iepen in ons land over te houden. Artikel 5 Kapverbod 1. Dit verbod is in verschillende opzichten ruimer dan het lijkt. Vellen is meer dan alleen omzagen en houtopstand is meer dan alleen een boom (zie artikel 1) 2. De bevoegdheid tot het instellen van een verbod tot vellen bij gemeentelijke verordening wordt in artikel 15 van de Boswet beperkt. Deze beperking heeft inhoudelijk betrekking op de in artikel 15 lid 2 Boswet genoemde houtopstand: a. Populieren of wilgen als wegbeplantingen of éénrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, tenzij deze zijn geknot; b. Fruitbomen en windschermen om boomgaarden; c. Fijnsparren of andere coniferen, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; d. Kweekgoed; De zinsnede die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd bedoelt de alle hiervoor genoemde uitzonderingen conform de Memorie van Toelichting op de Boswet te beperken tot bomen met een aantoonbare economisch doel en te onderscheiden van sierbomen. Bij vrucht- of fruitbomen, zijn sierbomen die vruchten dragen dus wel kapvergunningplichtig. Onder het kapverbod valt het houden en de economische exploitatie van (vrucht)bomen niet.
14 2009 BESLUITEN Nr. (14) 3. Er is gekozen voor het verplicht stellen van een standaard inventarisatie van aanwezige beplantingen als vast onderdeel van iedere ruimtelijke ontwikkeling. Juist in het ontwerpstadium kunnen bouw- en aanlegplannen nog worden gewijzigd en aangepast aan aanwezige en te behouden beplantingen. Door het tegelijkertijd beslissen op de groentoets en de bouwvergunning wordt vermeden dat de gemeente zichzelf in moeilijke situaties manoeuvreert, bijvoorbeeld het redelijkerwijze niet meer of slechts gedeeltelijk aanvullend kunnen zijn van een kapvergunning op de reeds afgegeven bouwvergunning. Het komt voor dat gemeenten groene voorwaarden in hun bouwvergunning stellen (hoewel ons dit juridisch dubieus lijkt aangezien dergelijke behoud/herplantvoorwaarden bij de kapvergunning/groentoets behoren). Dit sluit goed aan bij de wens van het rijk om de besluitvorming voor alle benodigde vergunningaanvragen te synchroniseren, zodat de bestuursorganen de aanvragen kunnen afstemmen en in samenhang kunnen behandelen. Zo kunnen tegenstrijdige beslissingen worden voorkomen. Voor particuliere bomen is bewust gekozen voor het kapvergunningvrij stellen van de houtopstand, tenzij deze voorkomt op de lijst met bijzonder waardevolle bomen en tenzij de houtopstand geveld moet worden in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling. Veel van deze aanvragen gaan over een enkele boom die te groot is geworden voor de tuin waarin hij staat. In deze gevallen wordt volgens de oude verordening van 1998 slechts in enkele gevallen geen kapvergunning afgegeven. Daarom is het kapverbod voor particuliere bomen beperkt tot de bijzonder waardevolle bomen en vellen ten behoeve van een ruimtelijke ontwikkeling. Voor houtopstand geplant in een boombak met bodem is gekozen om deze vergunningsvrij te stellen voor het tijdelijk verplaatsen van deze houtopstand omdat deze verplaatsing mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van de groeiplaats van de houtopstand door de boombakconstructie. Wanneer het echter gaat om half open boombakken die het mogelijk maken dat de houtopstand ook in de ondergrond, al dan niet bestaande uit bomengrond, met zijn wortels kan groeien, is het niet meer mogelijk om deze bakken tijdelijk opzij te zetten zonder dat dit ten koste gaat van de groeiplaats van de houtopstand. In deze gevallen kan geen sprake zijn van uitzondering op het kapverbod. De optie van houtopstand beplant in half open boombakken is daarom niet vergunningsvrij. Hoofdstuk 2 Monumentale bomen Artikel 6 Lijst met bijzonder waardevolle bomen 1. De lijst met bijzonder waardevolle bomen bevat bijzondere beschermwaardige bomen en andere houtopstanden. De lijst kan houtopstanden bevatten met een kleinere dwarsdoorsnede dan in artikel 1 genoemd. Op deze wijze kan (landschappelijk) waardevolle houtopstand, zoals beeldbepalende Rododendrons, magnolia s of klimplanten of nieuw aangeplante herdenkingsbomen met een kleinere diktemaat toch bescherming genieten. Duurzaam behoud van houtopstanden op de lijst van bijzonder waardevolle bomen heeft een hoge prioriteit. De houtopstand is extra beschermd doordat alleen bij hoge uitzondering een kapvergunning wordt verleend. Dit artikel geeft een aantal algemene richtlijnen waaraan een lokale monumentale bomenlijst minimaal moet voldoen. Het is belangrijk om de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en het kadastraal en het kadastraal perceelsnummer te weten. 2. De mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor groot onderhoud aan particuliere bijzonder waardevolle bomen is opgenomen om particulieren te stimuleren het (achterstallig) groot onderhoud aan de bomen te laten uitvoeren. Bijzonder waardevolle bomen moeten regelmatig gecontroleerd worden en vragen bijzonder onderhoud. Dit is vaak prijzig. Middels de subsidieregeling kan de gemeente ertoe bijdragen dat de
15 2009 BESLUITEN Nr. (15) waardevolle bomen vitaal blijven. Ook zal het draagvlak bij particulieren voor de lijst vergroot worden. Mensen zijn nu eenmaal eerder geneigd hun boom voor te dragen voor de lijst met bijzonder waardevolle bomen als er een klein voordeel uit te halen valt. Artikel 7 Adviezen en inspraak Dit artikel is opgenomen vanwege het algemene belang van de aanwezigheid van bijzonder waardevolle bomen in de gemeente en anderzijds vanwege het waarborgen van inspraakmogelijkheden van belanghebbenden. De betrokkenheid van burgers bij bijzonder waardevolle bomen is immers groot. Hoofdstuk 3 De vergunning Artikel 8 Vereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag Schriftelijke aanvraag voor de uitgebreide procedure is vanzelfsprekend noodzakelijk. Een situatieschets, op te stellen door de aanvrager, blijkt in de praktijk nodig aangezien men anders een tweede maal de kapvergunning voor een andere houtopstand zou kunnen gebruiken. Artikel 9 Beslistermijn Dit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 10 Het besluit op een aanvraag Dit artikel bevat de criteria, waaraan ieder besluit inzake de aanvraag tot vellen getoetst dient te worden. Deze criteria gelden ongeacht of de betrokken houtopstand deel uitmaakt van de hoofdgroenstructuur. Stilzwijgend wordt ervan uitgegaan dat (te) zieke of gevaarlijke bomen altijd voor vergunning in aanmerking zullen komen. Ervaring leert dat de algemene termen waarin hier genoemde weigeringsgronden gesteld zijn nadere uitwerking behoeven van criteria voor boombelang en verwijderingbelang. Deze criteria zijn in een afwegingsmodel (checklist) geplaatst dat als instrument wordt gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag. De beslissing op de aanvraag moet waar mogelijk verwijzen naar beleidsbesluiten. Ook de door derdebelanghebbenden ingediende zienswijzen moeten meegewogen worden. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (artikelen 3:46 3:50 en 4:82 4:84) dient de motivering van het besluit van Burgemeester en wethouders te verwijzen naar gemeentelijke beleidsregels zoals bestemmings-, groen-, bomen-, of landschapsplannen en bijbehorende (beschermings)categorieën en beleidskaarten. Met Habitatrichtlijn is bedoeld de EU richtlijn van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (92/43). Artikel 11 Geldigheidsduur vergunning Dit artikel blijkt nodig te zijn om misbruik van oude kapvergunningen tegen te gaan.
16 2009 BESLUITEN Nr. (16) Artikel 12 Bijzondere vergunningsvoorschriften Herplantplicht. De voorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie, boomsoort of grootte. Uit de rechtspraak naar aanleiding van de herplantplicht blijkt dat beleidsmatige uitwerking van aard en omvang van de herplantplicht noodzakelijk is. De gemeente heeft als beleidsuitgangspunt dat voor elke gevelde boom of struik in principe een nieuwe boom of struik terug moet komen. Als dit ter plaatse niet mogelijk is, wordt het groen elders in het dorp gecompenseerd, zodat het dorp een blijvend groene leefomgeving voor de burgers vormt; Andere werken. Lid 5 verwoordt de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om de vergunningverlening afhankelijk te stellen van andere vergunningplichtige werken en de uitvoering daarvan. Soms kan in een eerdere fase dan bij vergunning om te vellen al tot een aanhouding van het kapbesluit besloten worden op grond van artikel 10 van deze verordening. Uitvoering van deze bepalingen is afhankelijk van de wijze waarop de communicatie tussen de verschillende sectoren is geregeld. Ook hiervoor is een beleidsmatige uitwerking gewenst. Hoofdstuk 4 De Groentoets Artikel 13 Besluit 1. Besluit wordt tegelijk en integraal met beslissing op procedure van de ruimtelijke ordening genomen door Burgemeester en wethouders. 2. Dwingende redenen van groot openbaar belang. De toetsing van dit criterium houdt onder meer in dat sprake moet zijn van een algemeen belang en dus niet van een particulier belang of het belang van enkelingen. Dwingende redenen van groot openbaar belang kunnen bijvoorbeeld zijn: Aanleg en versterking van dijken, zandsuppletie en andere maatregelen tegen overstromingen; Verbetering van de werkgelegenheid (door bijvoorbeeld de aanleg van een bedrijventerrein); Voorzien in woningbehoefte, waarbij toepassing wordt gegeven aan een ruimtelijke ordeningsprocedure. Hierbij is niet van belang of het gaat om een grootschalige woningbouw ontwikkeling, danwel om de bouw van één enkele woning; Verbetering van infrastructuur uit oogpunt van verkeersveiligheid of betere bereikbaarheid; Natuurontwikkeling of sanering met het oog op voor het milieu wezenlijk gunstige effecten en dergelijke. Deze opsomming is niet beperkend. Er zijn ook andere gevallen denkbaar waarbij sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang. Een financieel goedkopere oplossing, als ook andere oplossingen reëel zijn, wordt niet aangemerkt als een dwingende reden van groot openbaar belang. Verder is van belang dat dit criterium wordt getoetst, los van de andere criteria. Als de vraag of sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang ontkennend moet worden beantwoord, zijn de andere criteria niet meer relevant en wordt de groentoets niet goedgekeurd en geen ontheffing afgegeven. Als er geen reële alternatieven zijn en er wel sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang en daarom wordt overwogen om ontheffing te verlenen, zullen compenserende maatregelen worden voorgeschreven, als mitigerende maatregelen niet afdoende blijken. Is compensatie noodzakelijk maar niet mogelijk op de locatie dan kan financiële compensatie worden voorgeschreven. Steeds zal als voorwaarde worden gesteld dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat groen elementen als gevolg van ingrepen geveld moeten worden. Compensatie en verplaatsing worden altijd
17 2009 BESLUITEN Nr. (17) beschouwd als uiterste redmiddelen, die pas toegepast worden als alle mogelijkheden om schade te voorkomen benut zijn. 3. Plannen en projecten die reeds de gehele procedure van de ruimtelijke ordening hebben doorlopen zonder rekening te houden met groene elementen komen vaak niet in aanmerking voor het verkrijgen van een ontheffing of lopen grote vertraging op. Dergelijke plannen zullen in veel gevallen alsnog ingrijpend moeten worden aangepast. Vaak moet alsnog een onderzoek naar alternatieven worden uitgevoerd en een plan van aanpak voor mitigerende en compenserende maatregelen worden opgesteld, alvorens men in aanmerking kan komen voor een ontheffing. Artikel 14 Vereisten Een schriftelijke aanvraag voor deze uitgebreide procedure is vanzelfsprekend noodzakelijk. De aanvraag bevat in ieder geval een duidelijke omschrijving van het te realiseren plan of de geplande werkzaamheden, een tekening van de locatie. Verder moet bij de aanvraag antwoord gegeven worden op de volgende vragen: Welke groene elementen komen in en nabij het plangebied voor en waar precies? (= inventarisatie) Leidt het realiseren van het plan of de uitvoering van de geplande werkzaamheden tot handelingen die in strijd zijn met het in artikel 5 gestelde kapverbod? (=effectenstudie) Kunnen het plan of de voorgenomen werkzaamheden zodanig aangepast worden dat dergelijke handelingen niet of in mindere mate worden gepleegd? Is om de plannen te kunnen uitvoeren of de werkzaamheden te kunnen verrichten ontheffing op het kapverbod vereist? groene elementen. We onderscheiden de volgende groene elementen: bos; bosplantsoen; struweel, boomweide; bomenrij; solitaire boom; sierplantsoen; hagen; rietvegetatie; ruigte, weide; ruw gras; gazon; water; harde oever; zachte oever. Bos. 1. Het eindstadium van een lange successiereeks, waarin lang levende (climax)houtsoorten bepalend zijn 2. Een verzameling bomen met ontwikkelde etages van kruid- en struiklaag, hetzij in natuurstaat of aangelegd, veelal in grote eenheden onder te verdelen naar het snelgroeiende zachthout en het duurzame hardhout Bosplantsoen. Aanplant van jong bos, hoofdzakelijk bestaande uit heesters, struiken en boomvormers. Struweel. Begroeiing van enige omvang (minimaal 15 m breed), die voornamelijk uit struiken bestaat, die minimaal 1, maar meestal 2 tot 5 m hoog zijn. Een struweel heeft meestal een dichte structuur met veel doornige soorten, zoals meidoorn (Crataegus), sleedoorn (Prunus spinosa) en hondsroos (Rosa canina) Boomweide. Grasland met bomen Bomenrij. Opgaande beplanting als rij geplant in verharding, gras of onderbegroeiing Solitaire boom. Opgaande beplanting als solitair geplant in verharding, gras of onderbegroeiing Sierplantsoen. Sierbeplantingen die voor het grootste deel bestaan uit uitheemse en/of gecultiveerde soorten Hagen. Een lintvormige aanplant van heesters of struiken, al dan niet in een vorm gesnoeid, met een minimale lengte van 3 meter. Rietvegetatie. Begroeiing die bestaat uit riet, in stand gehouden door 1 x per 2 jaar maaien Ruigte. Begroeiing die voornamelijk bestaat uit meerjarige, hoog opschietende kruiden, in stand gehouden door 1x per 2 tot 5 jaar maaien
18 2009 BESLUITEN Nr. (18) Weide. Begroeiing die bestaat uit meerjarige kruidachtige soorten, waarin de grassen het grootste aandeel hebben, in stand gehouden door begrazing of één of meerdere keren per jaar maaien Ruw gras. Grasvegetatie met een hoogte van minimaal 50 mm en maximaal 80 mm, in stand gehouden door één of meerdere keren per jaar maaien Gazon. Grasvegetatie met een hoogte van maximaal 50 mm, in stand gehouden door ca. 22 keer per jaar maaien Water. Een sloot, vijver of andere waterpartij Zachte oever. Oever met natuurvriendelijke inrichting, bijvoorbeeld in de vorm van plasen/of drasberm. Een plasberm is een natte oeverstrook die langs de eigenlijke watergang wordt aangelegd, tot cm onder het gemiddelde waterpeil, waar ruigere oeverbegroeiing groeit. Een drasberm is een zelfde oeverstrook, alleen ondieper, maximaal 10 cm boven het gemiddelde waterpeil, waar natte graslandbegroeiing tot ontwikkeling kan komen. Harde oever. Oever met kunstmatige bescherming, bijvoorbeeld in de vorm van betuining of damwand Ruimtelijke ingrepen kunnen op verschillende schaal effecten hebben op groene elementen. Het meest duidelijke effect is vernietiging van een element door vergraving of bebouwing. Ook ingrepen op enige afstand kunnen de fysieke kenmerken van een deel van de groeiplaats zo veranderen dat deze zijn functie verliest. Verandering van de grondwaterstand of waterkwaliteit kan leiden tot het ongeschikt worden van de groeiplaats voor bepaalde plantensoorten. Door verstoring door licht en de aanwezigheid van mensen en verkeer kan de kwaliteit van de groeiplaats afnemen. Deze invloeden kunnen tot op ca. honderd meter van de geplande ingreep effecten teweeg brengen. Al deze effecten kunnen leiden tot verstoring van de groeiplaats. Om indirecte effecten goed te kunnen beoordelen zullen eventueel andere deskundigen onderdelen van de beoordeling voor hun rekening moeten nemen, bijvoorbeeld ten aanzien van hydrologie. De verordening is gericht op het duurzaam in stand houden van waardevolle houtopstanden en groene elementen. Niet elke aantasting van (de groeiplaats van) een groen element leidt tot significante negatieve effecten op die duurzame instandhouding. Van belang hierbij is de omvang van het element. Wanneer de omvang niet significant afneemt en wanneer het element zijn functie niet verliest kan een ingreep worden toegestaan. Er moet dan wel eerst ontheffing verleend worden. Bij de beoordeling van de impact op de waardevolle houtopstanden en groene elementen kan onderscheid gemaakt worden tussen de aanlegfase en de gebruiksfase. In de aanlegfase treedt vaak verstoring op door bouwactiviteiten. Tijdelijke verstoring door licht en tijdelijke opslag van materialen zijn hier voorbeelden van. Als zo n effect tot een korte periode beperkt is, hoeft het niet te leiden tot blijvende effecten. Verstoring in gebruiksfase heeft een permanent karakter. De kans dat blijvende negatieve effecten op houtopstanden of groene elementen optreden is dan groter. Artikel 15 Geldigheidsduur ontheffing Dit artikel blijkt nodig te zijn om misbruik van oude ontheffingen tegen te gaan. Artikel 16 Standaardvoorwaarden Dit artikel is bedoeld om te vermijden dat de groene elementen al feitelijk verwijderd zijn voordat derden kennis van de ontheffing hebben kunnen nemen. Aansluiting is gezocht met formuleringen en systematiek uit de rechtspraak en de afstemming van de bouwvergunning op de milieuvergunning. Om tussentijdse kap trachten te voorkomen tijdens de
19 2009 BESLUITEN Nr. (19) beroepstermijn dient een verzoek tot voorlopige voorziening te worden ingediend bij de afdeling bestuursrechtspraak van de rechtbank. Ter voorkoming van het direct verwijderen na het ongegrond verklaren van de bezwaren, is een termijn van één week vastgesteld waarin geen groen elementen verwijderd mogen worden en de bezwaarmakers de mogelijkheid hebben een beroepschrift en een verzoek tot voorlopige voorziening in te dienen. Het tweede en derde lid zijn opgenomen om erop toe te kunnen zien dat de bijzondere voorschriften ook daadwerkelijk worden nageleefd. Een melding en schouw vooraf maakt het mogelijk eventuele gebreken nog te laten aanpassen voordat er onherstelbare schade aan in stand te houden houtopstanden is toegebracht. Naschouw is noodzakelijk om effecten die door de ruimtelijke ontwikkeling zijn ontstaan en in de toekomst het voortbestaan van de in stand te houden houtopstanden kunnen bedreigen tijdig te signaleren en weg te laten nemen door de ontheffinghouder. Dit komt de kwaliteit van het groen rondom de ruimtelijke ontwikkelingen alleen maar ten goede. Artikel 17 Bijzondere voorschriften Instandhoudingsplicht. De voorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie, boomsoort of grootte. Verplantplicht. De voorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie, boomsoort of grootte. Herplantplicht. De voorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie, boomsoort of grootte. Uit de rechtspraak naar aanleiding van de herplantplicht blijkt dat beleidsmatige uitwerking van aard en omvang van de herplantplicht noodzakelijk is. Hoofdstuk 5 De aanschrijving Artikel 18 Aanschrijving tot het verwijderen, snoeien en/of opbinden van beplanting Indien door bomen of planten het uitzicht zodanig wordt belemmerd dat de verkeersveiligheid in het gedrang komt, kan het college op basis van zijn bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen ex artikel 125 Gemeentewet, een last opleggen om de bomen of beplanting te verwijderen of te snoeien. Indien iemand een dergelijke last krijgt opgelegd, is geen kapvergunning vereist. Artikel 5, derde lid, onder a, geeft namelijk aan dat het verbod om zonder vergunning van het college een houtopstand te vellen of doen vellen niet geldt in die gevallen dat dit gebeurt in het kader van een opgelegde last. Artikel 19 Herplant-/instandhoudingsplicht Voorschriften. Herplantvoorschriften moeten concreet en eenduidig zijn en mogen zeer gedetailleerd soort, locatie en plantwijze voorschrijven mits dit in het gangbare beleid past. De wijze waarop de zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht wordt uitgevoerd, vraagt dus om beleidsmatige uitwerking. Deze uitwerking kan deel uitmaken van een breder opgezet handhavingsbeleid. Factoren die daarbij een rol spelen, zijn de ernst van de overtreding, de mate van (on)verantwoordelijkheid die aan de overtreder kan worden toegekend en de feitelijke mogelijkheden tot uitvoering van een herplant. Onder het handhavingsbeleid vallen ook de richtlijnen voor het effectief uitvoeren van de strafvervolging door de politie.
20 2009 BESLUITEN Nr. (20) Financiële herplant. Een financiële herplantplicht moet daadwerkelijk voor herplant elders gebruikt worden blijkens de rechtspraak en niet voor extra snoeien of iets dergelijks. Bovendien moet die herplant zo nabij als mogelijk uitgevoerd worden. Hoofdstuk 6 Straf- en slotbepalingen Artikel 20 Schadevergoeding De Boswet schrijft voor dat een gemeentelijke verordening dit artikel moet bevatten, hoewel uit de (gepubliceerde) rechtspraak geen enkel geval van een schade-uitkering op grond van dit artikel bekend is. Rechters lijken niet snel (onredelijk) nadeel aanwezig te achten indien een vergunning om te vellen geweigerd wordt. Artikel 21 Strafbepaling De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid van het instellen door burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot schadevergoeding wegens schade aan bomen of houtopstand. Ratio. De strafmaatbepalingen zijn de basis voor aangifte bij de politie en eventuele strafvervolging door justitie. De bepalingen zijn overeenkomstig de grenzen van de Gemeentewet vastgesteld. Soms kan de rechter overgaan tot bijzondere maatregelen, zoals publicatie van een vonnis of voordeeltoekenning (d.w.z. dat justitie afziet van strafvervolging indien verdachte de schade vergoedt). Samenloop. Ook een samengaan met andere delicten (vernieling van eigendom, belediging van personen, enz.) is vaak aanleiding om een illegale kap of beschadiging door justitie aan te laten pakken. Artikel 22 Toezicht De wijze waarop toezicht plaats dient te vinden is geregeld in afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 23 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening Dit artikel behoeft geen verdere toelichting. Artikel 24 Overgangsbepaling Dit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 25 Citeertitel Dit artikel behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de Gemeente Haaren
Besluit van de raad Onderwerp : Beleidsregel waardevolle houtopstanden Raadsvergadering : 15 juli 2010 Registratienummer : 185 De raad van de gemeente Haaren; in zijn vergadering van 15 juli 2010; gezien
Nadere informatieWijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Venray 2012
Onderwerp Datum 25 februari 2014 Wijziging Afdeling 4.3 APV Pagina 1 van 7 De raad van Venray, Overwegende dat de Algemene plaatselijke verordening gemeente Venray 2012 wijziging behoeft met betrekking
Nadere informatieBomenverordening Sliedrecht 2009
Bomenverordening Sliedrecht 2009 ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. boom: een houtachtig, opgaand gewas, zowel vitaal als afgestorven, met een stamomtrek van minimaal
Nadere informatieArtikel 1: Begripsomschrijvingen
St.-Annaparochie, 18 december 2008 No. 081211 De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat bij besluit van heden ingetrokken wordt de Algemene Plaatselijke verordening gemeente het Bildt en dat deze
Nadere informatiedat besloten is tot het verminderen van administratieve lasten van burgers; dat middels het instellen van een bomenlijst dit doel bereikt kan worden;
Ontwerp Nr. XII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 juli 2011; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende: dat besloten is tot het
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010;
Bomenverordening Veere 2010 De raad van de gemeente Veere; overwegende dat het gewenst is in het belang van het behoud van houtopstanden regels te stellen die van toepassing zijn voor het gehele grondgebied
Nadere informatieGezien het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk , 29 november 2011;
RAADSBESLUIT Onderwerp: kapvergunning van waardevolle houtopstanden op gemeentelijk grondgebied van Albrandswaard De raad van de gemeente Albrandswaard; Gezien het voorstel van het college van de gemeente
Nadere informatiegelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Concept Raadsbesluit De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene
Nadere informatieBomenverordening Giessenlanden 2014
Bomenverordening Giessenlanden 2014 ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. boom: een houtachtig, opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van
Nadere informatieGemeente Heerlen - Bomenverordening gemeente Heerlen college van burgemeester en wethouders.
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerlen. Nr. 15115 20 maart 2014 Gemeente Heerlen - Bomenverordening gemeente Heerlen 2014 ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan
Nadere informatieBomenverordening - 1 - Verordening vastgesteld: 27-05-1999 In werking getreden: 03-06-1999
Bomenverordening Verordening vastgesteld: 27-05-1999 In werking getreden: 03-06-1999 ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a boom: een houtachtig, overblijvend gewas
Nadere informatiegestreefd wordt naar vermindering en vereenvoudiging van regelgeving;
raadsbesluit 2017, nr. II-7 De raad van de gemeente Winterswijk; overwegende dat: gestreefd wordt naar vermindering en vereenvoudiging van regelgeving; in artikel 2 van de Bomenverordening een vergunningsplicht
Nadere informatieVerordening op het bewaren van houtopstand in de gemeente
Verordening op het bewaren van houtopstanden Geldig van 1 juni 1999 tot 8 juni 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Nr Bomenverordening 2016 Groene Kaart Model
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Scherpenzeel. Nr. 47228 19 april 2016 Bomenverordening 2016 Groene Kaart Model Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. boom:
Nadere informatieConcept. Bomenverordening 2011
Concept. Bomenverordening 2011 ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. boom: een houtig opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op
Nadere informatieVerordening op het bewaren van houtopstanden
CVDR Officiële uitgave van Haarlemmermeer. Nr. CVDR15443_1 29 november 2016 Verordening op het bewaren van houtopstanden De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van burgemeester en
Nadere informatieRaadsvoorstel 97 (RIS 174540_15-SEPT-2010)
Raadsvoorstel 97 (RIS 174540_15-SEPT-2010) Voorstel van het college inzake aanpassing van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag, vervallen van de Bomenverordening 2005 in verband
Nadere informatieInhoudsopgave BOMENVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK
Inhoudsopgave BOMENVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK o Artikel 1 Begripsbepalingen o Artikel 2 Beperking toepassinggebied o Artikel 3 Kapverbod o Artikel 4 Aanvraag vergunning (vervallen) o Artikel
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 februari 2016, nr. 190;
R.0004190 De raad van de gemeente Nunspeet; gelet op artikel 15 van de Boswet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 februari 2016,
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR37753_1. Bomenverordening Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
CVDR Officiële uitgave van Zoeterwoude. Nr. CVDR37753_1 6 november 2018 Bomenverordening 2010 Bomenverordening 2010 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening
Nadere informatiedat voor het kappen/vellen van zieke en dode bomen vrijwel altijd vergunning wordt verleend;
raadsbesluit 2013, nr. IX-6 De raad van de gemeente Winterswijk; overwegende dat gestreefd wordt naar vereenvoudiging en vermindering van regelgeving; dat op grond van de huidige Bomenverordening niet
Nadere informatieBOMENVERORDENING GEMEENTE HEERLEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:
verordening Datum: 25 januari 2017 BOMENVERORDENING GEMEENTE HEERLEN 2016 Vastgesteld door: Gemeenteraad van Heerlen Registratienummer: Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan
Nadere informatieVoorstel tot wijziging Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2012
Voorstel tot wijziging Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling Citeertitel Vastgesteld
Nadere informatieBomenverordening Delft 2013
Bomenverordening Delft 2013 De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van januari 2013 BESLUIT: De Bomenverordening Delft 2013 vast te stellen. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel
Nadere informatieBOMENVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK
De raad van de gemeente Oude IJsselstreek, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010, nr. 10int gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, gelet op artikel 2.2,
Nadere informatieBomenverordening gemeente Emmen 2011
Bomenverordening gemeente Emmen 2011 Artikel 1: Begripsomschrijvingen 1.1 In deze verordening wordt verstaan onder: a: boom: een houtachtig, opgaand en overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september, 2015.
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Cuijk Nr. 48618 28 maart 2017 Bomenverordening gemeente Cuijk 2016 De raad van de gemeente Cuijk gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29
Nadere informatieP.86 BOMENVERORDENING Vastgesteld bij raadsbesluit van 9 juli 1996, nr Bekend gemaakt op 12 juli 1996.
BOMENVERORDENING 1996 Vastgesteld bij raadsbesluit van 9 juli 1996, nr. 96.0075. Bekend gemaakt op 12 juli 1996. In werking getreden op 24 juli 1996. HOOFDSTUK 1 Begripsomschrijvingen HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Nadere informatieBOMENVERORDENING 2012 BEUNINGEN
BOMENVERORDENING 2012 BEUNINGEN ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. boom: een houtig opgaand gewas zowel levend als afgestorven met een dwarsdoorsnede van de stam
Nadere informatieGEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel
GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 12 oktober 2010 Raadsvergadering : 16 december 2010 Agendapunt : 10-XII-08 Bijlage(n) : 2 Kenmerk : Uitv./JB Commissie : Grondgebied Portefeuille :
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 mei 2004, nr.100/04; b e s l u i t : BOMENVERORDENING OEGSTGEEST 2004
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 mei 2004, nr.100/04; vast te stellen de navolgende b e s l u i t : BOMENVERORDENING OEGSTGEEST 2004 HOOFDSTUK
Nadere informatieARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder:
Zesde ConceptBVO 2017 s-hertogenbosch. ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. bebouwde kom: -bebouwde kom vastgesteld in het kader van artikel 4.1 aanhef en onder a
Nadere informatieBomenverordening stadsdeel Oost/Watergraafsmeer Artikel 1 Begripsomschrijving
Bomenverordening stadsdeel Oost/Watergraafsmeer 2000 Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze afdeling wordt verstaan onder: a- houtopstand: één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing
Nadere informatieBomenverordening Diemen Nr.: 09-14a
Bomenverordening Diemen Nr.: 09-14a De raad van de gemeente Diemen; gelezen het voorstel van het college d.d. 13 januari 2009; gehoord hebbende de informatieve bespreking van het voorstel op 12 februari
Nadere informatieWijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Tynaarlo 2010 (Kapverordening 2014) B E S L U I T:
Raadsbesluit nr. 14 Betreft: Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Tynaarlo 2010 (Kapverordening 2014) De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het voorstel van het college van 11 februari
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 augustus 2010, nr. 85/10; b e s l u i t : BOMENVERORDENING OEGSTGEEST 2010
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 augustus 2010, nr. 85/10; vast te stellen de navolgende b e s l u i t : BOMENVERORDENING OEGSTGEEST 2010
Nadere informatieOntwerp Bomenverordening 2019
Ontwerp Bomenverordening 2019 1. Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Beschermde houtopstand: een houtopstand, die als beschermd staat vermeld
Nadere informatiea. Voorziening Herplantplicht Bomen: een voorziening voor de uitbreiding en handhaving van in de gemeente bestaande houtopstanden;
Bomenverordening 2015 W051468 / 54958 De raad van de gemeente Lisse; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Besluit: Vast te stellen de volgende verordening: Bomenverordening Lisse 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Nadere informatieBijlage 3 Boombeleid Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Bijlage 3 Boombeleid Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: a. boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter,
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2016;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sluis. Nr. 2518 5 januari 2017 Bomenverordening gemeente Sluis 2017 De raad van de gemeente Sluis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieVerweerschrift naar aanleiding van de bezwaarschriften tegen de kapvergunning voor 21 beuken met kenmerk
Verweerschrift naar aanleiding van de bezwaarschriften tegen de kapvergunning voor 21 beuken met kenmerk 2010-680 Geachte Commissie, Inleiding Op 21 mei 2010 is een kapvergunning ingediend voor 21 beuken
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR87143_1. Bomenverordening gemeente Rijnwaarden
CVDR Officiële uitgave van Rijnwaarden. Nr. CVDR87143_1 3 juni 2016 Bomenverordening gemeente Rijnwaarden De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14
Nadere informatiemedegedeeld aan Arrondissementsparket d.d. 19 oktober 2010
Verordening/Reglement Bomenverordening s-hertogenbosch vastgesteld door de gemeenteraad van s-hertogenbosch op 12 oktober 2010 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten goedgekeurd door de Kroon d.d. niet van
Nadere informatieBomenverordening gemeente Mill en Sint Hubert 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Mill en Sint Hubert. Nr. 113972 30 november 2015 Bomenverordening gemeente Mill en Sint Hubert 2015 De raad van de gemeente Mill en Sint Hubert Gezien het voorstel
Nadere informatieartikel 2.2 eerste lid onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hof van Twente. Nr. 95324 14 juli 2016 Bomenverordening Hof van Twente 2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester en
Nadere informatieOfficiële naam regeling Bomenverordening Tilburg 2007 Citeertitel Bomenverordening Tilburg 2007
Gemeente Tilburg Bomenverordening Tilburg 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Tilburg Officiële naam regeling Bomenverordening Tilburg 2007 Citeertitel
Nadere informatieRaadsbesluit. De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; besluit:
Raadsbesluit Onderwerp: Bomenverordening 2018 Registratienummer: 665048 Vergadering: 19 juni 2018 Agendapunt: 14 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
Nadere informatieWijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bergen 2013
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bergen (NH). Nr. 12001 3 februari 2016 Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bergen 2013 De Raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel
Nadere informatieDiscussienota Kapvergunning. Onderdeel van project: Weg met de paarse krokodil!
Onderdeel van project: Weg met de paarse krokodil! Oirschot, oktober 2006 1 INLEIDING... 3 2 BOMENVERORDENING... 3 2.1 ALGEMEEN... 3 2.2 VOOR- EN NADELEN AFSCHAFFEN KAPVERGUNNING... 4 3 MOGELIJKE AANPASSINGEN...
Nadere informatieOnderwerp Omgevingsverordening bijzondere bomen en -groene structuren Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein
Raad VOORBLAD Onderwerp Omgevingsverordening bijzondere bomen en -groene structuren 21. Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie
Nadere informatieGemeente Raalte Wijziging Algemene plaatselijke verordening
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Raalte. Nr. 15514 31 januari 2017 Gemeente Raalte Wijziging Algemene plaatselijke verordening Verordening tot wijziging van de kapbepalingen van de Algemene
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Nr Bomenverordening Stichtse Vecht besluit vast te stellen de BOMENVERORDENING STICHTSE VECHT 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stichtse Vecht. Nr. 93937 14 oktober 2015 Bomenverordening Stichtse Vecht 2015 Bomenverordening Stichtse Vecht 2015 De raad van de gemeente Stichtse Vecht, Gelet
Nadere informatieBomenverordening gemeente Landerd De raad van de gemeente Landerd;
Bomenverordening gemeente Landerd 2012 De raad van de gemeente Landerd; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 17-04-2012; gelet op art. 147, 173 en 175 van de Gemeentewet,
Nadere informatieGemeente Baarn - Bomenverordening Gemeente Baarn 2016
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Baarn. Nr. 25823 2 maart 2016 Gemeente Baarn - Bomenverordening Gemeente Baarn 2016 GEWIJZIGD raadsbesluit Voorstelnummer : 15RV000112 Onderwerp : Bomenverordening
Nadere informatieMELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN
MELDINGSFORMULIER MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN Melding op grond van artikel 28 Lsv van het voornemen om een houtopstand behorende tot
Nadere informatieBomenverordening Gemeente Papendrecht 2017
Bomenverordening Gemeente Papendrecht 2017 ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. bebouwde kom: - bebouwde kom vastgesteld in het kader van artikel 4.1 onder a Wet natuurbescherming.
Nadere informatieErfgoedverordening Nissewaard 2016
Raadscasenr. Erfgoedverordening Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2016; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet,
Nadere informatieArtikelsgewijze toelichting bomenverordening. Artikel 1: Begripsomschrijvingen
Artikelsgewijze toelichting bomenverordening Artikel 1: Begripsomschrijvingen a. Boom. Afbakening van het begrip boom is van belang in verband met het aangeven van de ondergrens van de bescherming. De
Nadere informatieGemeente Zeist Bomenverordening Zeist gelezen het voorstel van het college van Burgemeester & Wethouders;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zeist. Nr. 96996 18 juli 2016 Gemeente Zeist Bomenverordening Zeist 2016 De raad van de gemeente Zeist; gelezen het voorstel van het college van Burgemeester
Nadere informatieRaadsbesluit. BOMENVERORDENING Bussum De raad van de gemeente Bussum;
Raadsbesluit Gemeente Bussum BOMENVERORDENING Bussum 2010 De raad van de gemeente Bussum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum, nummer RV2010.003; Brinklaan 35 Postbus 6000 1400
Nadere informatiegelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, de Boswet en de Gemeentewet;
BOMENVERORDENING GEMEENTE DOETINCHEM 2015 De raad van de gemeente Doetinchem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 mei 2015; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht,
Nadere informatieGemeente Kerkrade. Nota van toelichting
c Gemeente Kerkrade Nota van toelichting Nr.:12Tl032. Kerkrade, 29 mei 2012. Onderwerp Vaststelling Bomenverordening Kerkrade 2012 Behorend bij ontwerpbesluit nr.: 12Rb034. Aanleiding van het besluit Met
Nadere informatieWijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Venray 2012
Onderwerp Datum 25 februari 2014 Wijziging Afdeling 4.3 APV Pagina 1 van 7 De raad van Venray, Overwegende dat de Algemene plaatselijke verordening gemeente Venray 2012 wijziging behoeft met betrekking
Nadere informatie~ennet. loklng power further. Verordening (APV) Geacht College,
~ennet loklng power further Postbus 718, 6800 AS Arnhem, Nederland College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zuidhorn Postbus 3 9800 AA ZUIDHORN DATUM 2 maart 2016 ONZEREFERENTIE 000.144.21
Nadere informatiegemeente 2 3 JULI 2012 HEEMSTEDE
gemeente 2 3 JULI 2012 HEEMSTEDE Advies van de commissie voor bezwaarschriften aan het college van burgemeester en wethouders. Besluit: Bij besluit van 6 juni 2012, verzonden 8 juni 2012, heeft het hoofd
Nadere informatieWet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Wavin Diensten B.V. Aangevraagde activiteiten : Aanleggen in- en uitrit en vellen van een eikenboom Locatie : J.C. Kellerlaan
Nadere informatieConcept Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2012
Concept Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2012 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. Beheerplan: Een plan waarin
Nadere informatieBOMENVERORDENING GEMEENTE DOETINCHEM 2015
CVDR Officiële uitgave van Doetinchem. Nr. CVDR367342_1 17 oktober 2017 BOMENVERORDENING GEMEENTE DOETINCHEM 2015 De raad van de gemeente Doetinchem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
Nadere informatieBomenverordening Stadsdeel Zuid 2012
Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2012 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. Beheerplan: Een plan waarin op samenhangende
Nadere informatieBomenverordening 2014 voor heel Amsterdam?
Bomenverordening 2014 voor heel Amsterdam? Hans Kaljee Hoofdstedelijk Bomenconsulent Planteam Stadsdelen 1454 Keur (verordening) Hij die de boomen, staande op de Veste, quest, schillet of scoffiert wordt
Nadere informatieZundertse Regelgeving
Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Milieu Naam regeling: Bomenverordening 2012 Citeertitel: Bomenverordening 2012 Wettelijke grondslag Gemeentewet, art. 149 Vastgesteld door Raad
Nadere informatieBomenverordening Haarlem
Gemeente Haarlem Bomenverordening Haarlem Verordening nr. Datum in werking 339 7 maart 2008 Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, gelet op de Gemeentewet en de Boswet, is
Nadere informatieMELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK 5.5 VERORDENING NATUUR EN LANDSCHAP PROVINCIE UTRECHT 2017 (VNL), VELLEN VAN BOMEN
MELDINGSFORMULIER MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK 5.5 VERORDENING NATUUR EN LANDSCHAP PROVINCIE UTRECHT 2017 (VNL), VELLEN VAN BOMEN Melding op grond van artikel 5.5.4 van het voornemen om een houtopstand
Nadere informatieartikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2019 gewijzigd vast te stellen.
Raadsvoorstel Portefeuillehouder Datum raadsvergadering mr. S.C.C.M. Potters 18 april 2019 Datum voorstel 21 maart 2018 Agendapunt Onderwerp Reparatie artikel 4:11 Apv De Bilt 2019 De raad wordt voorgesteld
Nadere informatieArtikelsgewijze toelichting Bomenverordening 2007 Gemeente Giessenlanden concept
(23-10-2007) Servicedesk Servicedesk - 2007-24b toelichting bomenverordening Giessenlanden 2007.doc Page 1 Artikelsgewijze toelichting Bomenverordening 2007 Gemeente Giessenlanden concept Artikel 1: Begripsomschrijvingen
Nadere informatieCommissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.
Raad VOORBLAD Onderwerp Bomenverordening 29 Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch Domein Informerende
Nadere informatieGelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;
De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr. 2004-04-16; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen
Nadere informatieGelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.
De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. Gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikel 12, 14 en 15 van de Monumentenwet
Nadere informatieBomenverordening. gemeente Sluis. 2006 (inclusief eerste herziening)
Bomenverordening gemeente Sluis 2006 (inclusief eerste herziening) Vastgesteld door de raad op 28 september 2006 In werking getreden op 1 november 2006 Eerste herziening Vastgesteld door de raad op 31
Nadere informatieRaadsvoorstel. Onderwerp. Voorstel. Toelichting. Inleiding. Vergunning vellen houtopstanden
Raadsvoorstel bijlage] AAN AGENDAPUNT NUMMER RAADSVERGADERING COMMISSIE ORGANISATIEONDERDEEL PORTEFEUILLEHOUDER BEHANDELEND AMBTENAAR TOESTELNUMMER de gemeenteraad 00 0011/13 28 maart 2013 Publieke werken
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Nr Boomverordening Onderbanken
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Onderbanken. Nr. 4565 11 mei 2 Boomverordening Onderbanken Artikel 1: Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. bebouwde kom: de
Nadere informatieVoorstel aan de gemeenteraad
Voorstel aan de gemeenteraad datum vergadering: 5 juli 2011 portefeuillehouder: Wethouder B. Buiting agendanummer: 08 volgnummer: 7654 onderwerp: Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening
Nadere informatieGelet op het bepaalde in artikel 2.2, eerste lid onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 147 van de Gemeentewet
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alkmaar. Nr. 146604 25 oktober 2016 Bomenverordening Alkmaar 2017 De raad van de gemeente Alkmaar, Gelezen het voorstel van het college dd. Gelet op het bepaalde
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Nr Bomenverordening gemeente Meierijstad
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Meierijstad Nr. 251546 26 november 2018 Bomenverordening gemeente Meierijstad De raad van de gemeente Meierijstad; Gezien het voorstel van het college van
Nadere informatieBomenverordening Haarlem
Gemeente Haarlem Bomenverordening Haarlem Verordening nr. Datum in werking 339 7 maart 2008 Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, gelet op de Gemeentewet en de Boswet, is
Nadere informatieDiscussiestuk Nieuw beleid kapvergunningen Lijst van beeldbepalende bomen
Discussiestuk Nieuw beleid kapvergunningen Lijst van beeldbepalende bomen Bomen over bomen 22 mei 2008 Aanleiding Huidige situatie Opzet nieuwe regelgeving Weigeringsgronden Wel of geen meldingsplicht
Nadere informatieVergunningstelsel voor het vellen van houtopstanden
Vergunningstelsel voor het vellen van houtopstanden Uitleg van het vergunningstelsel voor het vellen van houtopstanden in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) met bijbehorende beschermde
Nadere informatieBesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteit vellen of doen vellen van een houtopstand
Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteit vellen of doen vellen van een houtopstand Consortium Grensmaas B.V. te Born, het kappen van bomen binnen de inrichting
Nadere informatieMONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004
RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is
Nadere informatieRaadsvoorstel tot het vaststellen van de Bomenverordening Vlaardingen 2005
RAADSVOORSTEL Dienst: Stadswerk R.nr.: Datum besluit B&W: 8 februari 2005 Te behandelen in de 16 maart 2005 gemeenteraad van: Portefeuillehouder: Wethouder Bot Functionele commissie: SOB Raadsvoorstel
Nadere informatieBosplantsoen. Aanplant van jong bos, bestaande uit hoofdzakelijk inheemse heesters, struiken en boomvormers.
Toelichting op Bomenverordening Gemeente Papendrecht 2004 (Ingevolge Bomenverordening Gemeente Papendrecht 2004) TOELICHTING OP ARTIKEL 1 Houtopstand. Een kernbegrip van deze verordening, waarop het kapverbod
Nadere informatieVERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
Lijst agendapunten nummer: 8b Kenmerk: 11150 Afdeling: Vergunningen en Handhaving VERORDENING Datum: 9 oktober 2008 Onderwerp: Erfgoedverordening Terneuzen 2008 De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen
Nadere informatieErfgoedverordening gemeente Houten
Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van
Nadere informatieHoofdstuk 1. Algemeen
Erfgoedverordening gemeente Geldermalsen 2013 De raad van de gemeente Geldermalsen, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012, nummer 9, gelet op artikel
Nadere informatieNr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
GEMEENTE LOPIK Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010; gelet op artikel 149
Nadere informatieErfgoedverordening Boxtel 2010
Pagina 1 van 5 Erfgoedverordening Boxtel 2010 gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen
Nadere informatie2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,
Nadere informatieHoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik
Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik Aanhef De raad van de gemeente Bunnik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; gelet op artikel
Nadere informatieMONUMENTENVERORDENING 2006
MONUMENTENVERORDENING 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 De raad van de gemeente Houten, gezien het voorstel van het college van 1 november 2005, gelet op
Nadere informatieBomenverordening Amsterdam Oud Zuid 2001
Deze verordening is samen met belangengroepen en bewoners in 2001 tot stand gekomen, nadien is deze in 2009 aangepast. In 2010 is deze geheel komen te vervallen en geldt de WABOregelgeving. Zuid- en Pijpbelangen
Nadere informatie