Functieprofiel Applicatiebeheerder

Transcriptie

1 Functieprfiel Applicatiebeheerder 1. NAAM: 2. Datum in dienst: 3. FUNCTIENAAM a. Functinele benaming: Applicatiebeheerder b. Graadbenaming: Deskundige c. Niveau: B functie d. Datum pmaak: december PLAATS IN DE ORGANISATIE a. Sectr: Ondersteunende diensten b. Afdeling: Infrmatiebeheer en ICT c. Dienst: ICT d. Rapprteert aan: i. Functie: Beleidsmedewerker & diensthfd ICT ii. Naam: 5. FORMELE VEREISTEN a) Wervingswijze: Om aangewrven te wrden p het niveau B met je: huder zijn van een diplma zals vastgesteld als bijlage bij het statuut. Slagen in een aanwervingsexamen. Bij bevrdering: Behren tt het vast benemd persneel van niveau C / B f cntractueel persneel dat vldet aan de vrwaarden in artikel van de RPR van niveau C / B. Minimum 3 jaar niveauanciënniteit in niveau C / B bezitten. Het vereiste diplma hebben Over een gunstige evaluatie beschikken. Slagen vr het bevrderingsexamen. b) Kennis: Grndige kennis van Office Kennis GIS f bereidheid tt bijschling Grndige kennis van Windws In staat zijn een functinele analyse uit te veren. c) Ervaring: d) Andere: e) Technische vaardigheden:

2 6. DOEL VAN DE FUNCTIE HOOFDOPDRACHT VAN DE DIENST Beheren, bewaren en delen van infrmatie binnen de rganisatie met inbegrip van alle technische aspecten hiervan. De applicatiebeheerder: Deze functie mvat 2 gebieden: Applicatiebeheer: De applicatiebeheerder rganiseert en begeleid in nauw verleg met de diensthfden de implementatie van nieuwe sftware pakketten. De applicatiebeheerder ziet te p het crrect gebruik van de sftwarepakketten en werkt mee aan de uitvering en pmaak van het ICT-beleidsplan. GIS: de applicatiebeheerder begeleidt en implementeert GIS binnen het Lkaal Bestuur Herent. Hij werkt mee aan de ntwikkeling van een rganisatiebrede visie en uitrl van GIS in nauwe samenwerking met alle diensten. Er zijn 10 resultaatsgebieden binnen de dienst ICT: a) Resultaatsgebied 1: Leiding geven aan medewerkers b) Resultaatsgebied 2: ICT beleid c) Resultaatsgebied 3: Beheer Umaf d) Resultaatsgebied 4: Administratie e) Resultaatsgebied 5: Cmmunicatie f) Resultaatsgebied 6: Archief g) Resultaatsgebied 7: GIS-cördinatie h) Resultaatsgebied 8: GIS-ndersteuning i) Resultaatsgebied 9: Glbaal technisch systeembeheer j) Resultaatsgebied 10: Applicatiebeheer & ndersteuning van de gebruikers Overzicht medewerkers dienst Infrmatie en ICT: 1) Beleidsmedewerker en diensthfd ICT A niveau 2) Applicatiebeheerder B niveau 3) 2 ICT-medewerkers -- C niveau

3 7. RESULTAATGEBIEDEN (Resultaatsgebieden en taken van de functie) Gelieve de resultaatgebieden en de taken SMART te frmuleren a) Resultaatsgebied: Applicatiebeheer & ndersteuning van gebruikers Taak 1: Beheer sftware Subtaken I. Installatie en nderhud sftware p de pc s II. Beheer tegangen tt de verschillende tepassingen III. Beheer licenties vr de verschillende tepassingen Taak 2: Ondersteuning medewerkers Subtaken I. Helpdesk II. Begeleiden gebruikers bij gebruik tepassingen III. Geven van pleidingen IV. Advies bij het zeken naar externe ICT pleidingen Taak 3: Optimalisatie dienstverlening intern en naar de burger te Subtaken I. Analyse - evaluatie bestaande prcedures en prcessen II. Uitwerken van vrstellen tt verbetering en digitalisering van bestaande prcedures en prcessen III. Bij aankp van nieuwe sftwarepakketten een vergelijking maken tussen de verschillende pakketten en selecteren via bjectieve en vraf vastgestelde criteria welke plssing de beste is vr het Lkaal Bestuur Herent. b) Resultaatsgebied: GIS-Cördinatie. Taak 1: Beleidsmatig meewerken aan een visie aangaande GIS en de uitwerking hiervan binnen het Lkaal Bestuur Herent Taak 2: Op de hgte blijven van de actuele GIS-materie en relevante wetgeving f beleidswendingen. Taak 3: Samen met de diensten GIS-tepassingen uitdenken en ingang den vinden in het bestuur Taak 4: Zrgen vr een interne kennisntwikkeling en sensibilisering van de medewerkers via caching en training wat betreft het gebruik van GIS. Taak 5: Blkkeringen detecteren en rapprteren en advies verlenen m de prblemen p te lssen Taak 6: Bij aankp van nieuwe GIS-Sftware een vergelijking maken tussen de verschillende pakketten en selecteren via bjectieve en vraf vastgestelde criteria welke plssing de beste is vr het Lkaal Bestuur Herent.

4 8. COMPETENTIEPROFIEL (zie hiervr het cmpetentiewrdenbek) a) KERNCOMPETENTIES Klantgerichtheid Met het g p het dienen van het algemeen belang, de legitieme beheften van verschillende srten klanten nderkennen en er gepast en crrect p reageren. De klant staat hier vr alle werknemers bij de gemeente Herent. Je nderneemt binnen de mgelijkheden van de eigen functie, acties m de dienstverlening aan klanten te ptimaliseren. Je nderneemt acties m vr de klant de meest geschikte plssing te bieden bij vragen en prblemen. Integriteit Je handelt vanuit de cdes van integriteit, zrgvuldigheid, bjectiviteit, gelijke behandeling, crrectheid en transparantie, uitgaande van de basisregels, sciale en ethische nrmen. Je schept randvrwaarden zdat de dentlgische cde in de praktijk kan gebracht wrden. Je handelt crrect en respectvl ten aanzien juw mgeving en van de bestaande regels en afspraken. Je brengt sciale en ethische nrmen in de praktijk. Samenwerken: Met het g p het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat p het niveau van een dienst, afdeling f de rganisatie, k als dat niet meteen van persnlijk belang is. Je stimuleert de samenwerking binnen de eigen afdeling en diensten. Je helpt anderen en pleegt verleg. Je werkt mee, infrmeert anderen, respecteert de afspraken en zrgt mee vr een gede werksfeer. Resultaatgerichtheid Acties en beslissingen die zich richten p het daadwerkelijk realiseren van begde resultaten. Je werkt resultaatgericht en draagt dit uit naar de eigen mgeving. Je werkt gericht en actief aan het bereiken van de vrpgestelde delen. Je frmuleert uitdagende, maar haalbare delstellingen en zich ten vlle in m deze te bereiken.

5 b) COMPETENTIES VOOR DE FUNCTIEFAMILIE Functiefamilie: Middenkader niet-leidinggevend Cmpetentie 1: Organiseren De bendigde acties, tijd en middelen aangeven en die elementen cördineren m de delstellingen te bereiken cnfrm de planning. Acties, tijd en middelen cördineren, al dan niet via deelfacetten. Acties en werkwijzen vastleggen in prcedures. Startniveau: NIVEAU 1 Het eigen werk rganiseren Cmpetentie 2: Organisatiesensitiviteit Inzicht hebben p de invled en de gevlgen van eigen beslissingen, vrstellen en acties p andere nderdelen van de rganisatie. Je getuigt van realiteitszin bij het ndernemen van acties die verscheidene diensten aanbelangen. Je tets eigen besluiten, vrstellen en acties af aan de belangen van de eigen dienst én van andere diensten. c) FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES (Minimum 2, maximum 4 cmpetenties) Cmpetentie 1: Prjectmatig werken Je kent het principe van prjectmatig werken, namelijk een prject p gestandaardiseerde wijze vrbereiden, uitveren, pvlgen en tepassen. Je hebt de basis nder de knie en bent er vertruwd mee. Je bent expert p basis van prjectmatig werken. Startniveau: NIVEAU 1 Je hebt elementaire kennis van prjectmatig werken. Cmpetentie 3: Prbleemanalyse Drdringen tt de kern van een prbleem middels een grndige (infrmatie- en vragen) analyse. Het prbleem kent een rzaak-gevlg relatie en in een breder verband geplaatst. Je maakt eenvudige analyses van cmplexe dssiers. Je ziet de essentie van het prbleem middels een grndige infrmaie- en vragenanalyse. Je legt verbanden en ziet rzaken en gevlgen. Cmpetentie 4: Creativiteit Je kmt met riginele f nieuwe ideeën en plssingen vr de dag en vindt invalsheken die afwijken van de gevestigde denkpatrnen. Je kan met alternatieve ideeën en plssingen vr de dag kmen. Je bent vernieuwend en rigineel in je aanpak.

6 Startniveau: NIVEAU 1 Je staat pen vr nieuwigheden (uit andere vakdmeinen) en bent bereid daarver mee te denken. Cmpetentie 5: netwerken Je werkt aan een relatienetwerk en/f duurzame relaties die nu f in de tekmst (kunnen) bijdragen tt de verwezenlijking van de prfessinele delstellingen binnen de rganisatie. U buwt delgericht een invledrijk en prfessineel netwerk uit ver de grenzen van de eigen afdeling f rganisatie U schakelt anderen in m een breder draagvlak te creëren waardr de rganisatie haar delstellingen beter kan waarmaken U zekt samenwerking met interne- en externe partners uit wederzijds belang U legt cntacten met andere afdelingen indien de eigen pdracht hen aanbelangt. 9. AANVULLINGEN Kennis van functie-eigen sftware eigen aan de dienst f bereidheid tt bijschling Vrtdurend verbeteren eigen vakgebied Prcesmatig werken Infrmatie snel kunnen pnemen, verzicht kunnen bewaren, zrgvuldig en nauwkeurig kunnen werken Mndelinge didactiek