GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEZONDHEIDSENQUETE 2013"

Transcriptie

1 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING

2 Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat 14 B-1050 Brussel rana.charafeddine@wiv-isp.be Depotnummer: D/2015/2505/20 Intern referentienummer PHS Report

3 4. Ongevallen AUTEUR Sabine DRIESKENS

4 Gelieve bij het verwijzen naar resultaten van dit hoofdstuk de volgende referentie te gebruiken: Drieskens S. Ongevallen. In: Charafeddine R, Demarest S (ed.). Gezondheidsenquête Rapport 4: Fysieke en sociale omgeving. WIV-ISP, Brussel, 2015

5 INHOUDSTAFEL Samenvatting Inleiding Vragen Indicatoren Resultaten Ongevallen waarvoor medische zorg nodig was en de verschillende types ongevallen Valincidentie bij ouderen Bespreking Bibliografie Tabellen ONGEVALLEN Inhoudstafel 171

6

7 SAMENVATTING De resultaten van de Gezondheidsenquête 2013 over ongevallen waarvoor medische zorg nodig was en over valincidentie bij ouderen kunnen als volgt samengevat worden: Ongevallen In België verklaart 7% van de bevolking dat ze in de 12 maanden voorafgaand aan het interview verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was, een percentage dat hoger is dan in 2008 (6%). De medische zorg was in 56% van de gevallen een opname in een ziekenhuis of een andere gezondheidsvoorziening terwijl in 44% geen opname nodig was, maar waarvoor een dokter of verpleegster werd geraadpleegd. Het percentage gewonden dat moest worden opgenomen in een ziekenhuis of een andere gezondheidsvoorziening is hoger bij de laagst opgeleiden (78%) dan bij de hoogst opgeleiden (48%). 1% van de bevolking meldt een verkeersongeval, 2% een ongeval thuis, 2% een ongeval tijdens de vrije tijd, 3% een ongeval op het werk en 1% een ongeval op school. Een deel van de bevolking heeft dus verschillende ongevallen gehad. In geval van een verkeersongeval kon 33% van de slachtoffers pas na een week (of meer) weer de dagelijkse activiteiten opnemen, voor een ongeval thuis was dit 48%, voor een ongeval tijdens de vrije tijd 39%, voor een ongeval op het werk 36% en voor een ongeval op school 11%. Algemeen kan men stellen dat mannen (8%) vaker verwond werden door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was dan vrouwen (6%). Daarnaast is het risico op een ongeval het hoogst bij de jongvolwassenen van jaar (10%) en de 75-plussers (9%). In de leeftijdsgroep van jaar werden mannen (8%) twee keer vaker verwond door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was dan vrouwen (4%). Alleen voor wat betreft betreft ongevallen tijdens de vrije tijd, zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen: dit percentage ligt bij mannen (3%) namelijk twee keer zo hoog als bij vrouwen (1,5%). Voor verkeersongevallen is de prevalentie hoger in de leeftijdsgroep van jaar (2%), voor ongevallen thuis is dit in de leeftijdsgroepen van jaar (3%), maar vooral bij de 75-plussers (8%) en ten slotte voor ongevallen tijdens de vrije tijd kunnen de hoogste percentages in de leeftijdsgroepen van jaar (6%) en jaar (3%) worden teruggevonden. Ook kunnen er geografische verschillen worden vastgesteld m.b.t. ongevallen waarvoor medische zorg nodig was. Zo ligt het risico op een dergelijk ongeval hoger bij inwoners van halfstedelijke gebieden (9%) dan van landelijke gebieden (6%) en dit vooral voor ongevallen tijdens de vrije tijd (respectievelijk 4% en 2%). Daarnaast is de prevalentie van ongevallen hoger in het Vlaams Gewest (8%) dan in het Brussels en het Waals Gewest (beide 6%) en dit vooral voor ongevallen in de vrije tijd (3% in het Vlaams Gewest tegenover 2% in het Waals Gewest). Wel is het percentage van de ongevallen waarvoor een opname in een ziekenhuis of een andere gezondheidsvoorziening noodzakelijk was, lager in het Vlaams Gewest (45%) dan in het Brussels (74%) en het Waals Gewest (77%). ONGEVALLEN Samenvatting 173

8 Valincidentie bij ouderen Eén op vijf personen (20%) van 65 jaar en ouder is in de 12 maanden voorafgaand aan het interview gevallen en dit gemiddeld 2 keer. De valincidentie is hetzelfde voor vrouwen (19%) als voor mannen (21%), dit in tegenstelling tot 2008, toen deze incidentie bij vrouwen twee keer hoger was dan die bij mannen. De valincidentie neemt toe met het ouder worden: van 15% in de leeftijdsgroep van jaar tot 26% van de 75-plussers. De gemiddelde frequentie van vallen neemt wel niet toe met de leeftijd, dit in tegenstelling tot Ook is de valincidentie hoger bij de laagst opgeleiden (24%) in vergelijking met de hoger opgeleiden (16 à 17%). Ook wat de valincidentie bij ouderen betreft, zijn er geografische verschillen. Ouderen wonende in stedelijke gebieden (24%) geven meer aan te zijn gevallen dan zij die wonen in halfstedelijke en landelijke gebieden (beide 17%). Bovendien ligt de gemiddelde frequentie van vallen hoger in stedelijke (2 keer) en halfstedelijke gebieden (3 keer) dan in landelijke gebieden (1 keer). Daarnaast ligt de valincidentie in het Brussels Gewest (28%) hoger dan in het Vlaams en het Waals Gewest (beide 19%). Er zijn wel geen regionale verschillen wat de gemiddelde frequentie van het vallen betreft. Zowel de incidentie als de gemiddelde frequentie van ouderen die in de 12 maanden voorafgaand aan het interview zijn gevallen, zijn niet significant verschillend met die van 2008 (respectievelijk 24% en 3 keer). De valincidentie is in het Waals Gewest dan weer wel gedaald, nl. van 25% in 2008 tot 18% in ONGEVALLEN Samenvatting Bijna de helft (49%) van de ouderen die zijn gevallen, heeft geen maatregelen genomen om valpartijen in de toekomst te vermijden, waarbij meer mannen (61%) dan vrouwen (40%). De top drie van de meest genomen maatregelen is: de thuissituatie veiliger maken (28%), de bloeddruk laten nakijken (16%) en kracht- en evenwichtsoefening doen (15%). Ook geeft 45% van de ouderen die zijn gevallen aan dat ze van niemand advies hebben gekregen om valpartijen in de toekomst te vermijden, een percentage dat hoger ligt bij mannen (52%) dan bij vrouwen (38%). Wel neemt dit percentage af met de leeftijd: van 56% in de leeftijdsgroep van jaar tot 37% bij de 75-plussers. De top drie van de personen van wie deze ouderen advies kregen is: de huisarts (35%), familie of vrienden (18%) en de kinesitherapeut (10%). 174

9 1. INLEIDING In dit hoofdstuk worden twee onderwerpen behandeld. Enerzijds wordt de prevalentie van ongevallen zonder fatale afloop ingeschat, anderzijds wordt de valincidentie bij ouderen in kaart gebracht. Ongevallen Ongevallen zijn een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit op wereldvlak (1;2). Ze liggen aan de basis van lichamelijke letsels en psychische trauma s en kunnen ernstige en minder ernstige gevolgen hebben op het dagelijkse leven. In ernstige gevallen kunnen deze ongevallen zo diepgaand zijn dat de slachtoffers zich tot spoed- of andere gezondheidsdiensten moeten wenden. Ook kunnen ze tot fysieke complicaties, een chirurgische ingreep, een langdurige invaliditeit of handicap, of zelfs tot het overlijden van het slachtoffer leiden. Ongevallen zijn dus een groot probleem voor de volksgezondheid. Veel is geweten over de omvang van sterfte door ongevallen. Met betrekking tot gegevens over ongevallen met letsels bestaan er systematische registraties uitgevoerd door spoedafdelingen van een ziekenhuis. Daarnaast worden statistieken met betrekking tot ongevallen met niet-fatale letsels systematisch verzameld voor verkeersongevallen door het Belgische Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) en voor werkgerelateerde ongevallen door het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO), maar gegevens betreffende ongevallen op school, thuis of tijdens de vrije tijd hangen af van specifieke epidemiologische studies (EHLASS, huisartsenpeilpraktijken) (3). Gegevensverzameling met betrekking tot ongevallen met letsels via gezondheidsenquêtes, die mogelijkerwijs wel een probleem van onderrapportering met zich meebrengt, is een belangrijke informatiebron. De Gezondheidsenquête 2013 heeft zich toegespitst op ongevallen waarbij het slachtoffer gewond of gekwetst werd, die plaatsvonden in de 12 maanden voorafgaand aan het interview, en waarvoor medische zorg (opname in een ziekenhuis/andere gezondheidsvoorziening of van een dokter/verple(e)g(st) er) nodig was. Daarnaast wordt ook de nasleep van een dergelijk ongeval ingeschat (tijdsduur voordat de dagelijkse activiteiten weer konden worden opgenomen). Hieromtrent spitsen we ons toe op de volgende types ongevallen: in het verkeer, thuis, tijdens de vrije tijd, op het werk en op school. De Gezondheidsenquête biedt de opportuniteit om de meest kwetsbare groepen op te sporen. Ook kunnen deze gegevens worden gerelateerd met andere informatie verzameld via de enquête (bv. gebruik van gezondheidszorgen) en kunnen er vergelijkingen over de tijd worden gemaakt. Het identificeren van de risicogroepen en trends is een belangrijke stap voor de preventie van ernstige ongevallen. Het verminderen van verwondingen en dood door ongevallen is een doelstelling van de Wereldgezondheid (WGO doelstelling 9 (4)). Dit vereist zowel een verbeterde eerste hulp alsook een strikte handhaving van de gekende preventiemaatregelen die het aantal ongevallen op de weg, het werk, de school, thuis en in de vrije tijd kunnen doen dalen. ONGEVALLEN 1. Inleiding 175

10 Valincidentie bij ouderen Sinds de Gezondheidsenquête 2008 wordt het onderwerp van valincidentie bij de bevolking van 65 jaar en ouder behandeld. Ook zo in die van 2013, waarbij speciale aandacht uitgaat naar preventiemaatregelen (actief zijn, veiligheid van omgeving en gedrag verhogen, aangepast schoeisel, medicatie, zicht, ) 1. Vallen wordt hier gedefinieerd als zijn uitgegleden of gestruikeld waardoor men het evenwicht verloor en op de vloer, grond of een lager gelegen niveau terechtkwam. Een onderscheid moet gemaakt worden tussen de ouderen die in de afgelopen 12 maanden één keer zijn gevallen en diegenen die melden herhaaldelijk te zijn gevallen (2 keer of meer). Deze laatste is de groep met het grootste risico en dus een doelgroep voor preventie. Ook de ouderen zonder val-antecedenten, maar met evenwichts- en mobiliteitsproblemen zijn een doelgroep voor preventie. Valincidentie bij ouderen moet benaderd worden als een vermijdbaar probleem. Preventiemaatregelen kunnen deze incidentie significant doen dalen. Erkenning van het vallen als een groot sociaal probleem is belangrijk, vooral omdat dit probleem alleen maar zal toenemen door de vergrijzing van de bevolking. Daarom is het nodig dat dit probleem wordt onderzocht, zowel voor het beleid als voor wetenschappelijk onderzoek. ONGEVALLEN 1. Inleiding

11 2. VRAGEN De vragen in de Gezondheidsenquête 2013 m.b.t. deze module hebben twee doelstellingen. In eerste instantie wordt er nagegaan hoeveel personen in het afgelopen jaar het slachtoffer zijn geweest van een ongeval, met informatie over het type ongeval. Daarnaast gaat de aandacht ook uit naar de valincidentie bij ouderen. Ongevallen Met betrekking tot ongevallen richt de Gezondheidsenquête 2013 zich op wat men «ingrijpende» gebeurtenissen noemt, d.w.z. ongevallen met verwonding of kwetsuur waarvoor medische zorg nodig was. De vragen over ongevallen waren opgenomen in de mondelinge vragenlijst en waren voor iedereen (dus van jong tot oud) van toepassing. Volgende vragen werden gesteld: TR07 Hebt u de afgelopen 12 maanden één van de volgende ongevallen gehad waarbij u gewond of gekwetst werd? (Meerdere antwoorden mogelijk - antwoordkaart werd aan de respondent getoond) 01. Verkeersongeval 02. Ongeval thuis 03. Ongeval tijdens uw vrije tijd 04. Ongeval op het werk 05. Ongeval op school 06. Geen ongeval Voor elk type ongeval dat werd aangegeven, werden volgende bijkomende vragen gesteld. Deze bijkomende vragen hebben steeds betrekking op dat ongeval met de meest ernstige verwonding en de meest ernstige interventie. TR0801-TR0805 TR0901-TR0905 Had u, als gevolg van dit ongeval, medische zorg nodig? (Ja, ik ben opgenomen geweest in een ziekenhuis of een andere gezondheidsvoorziening / Ja, van een dokter of verple(e)g(st)er / Neen, geen consultatie of tussenkomst was nodig) Hoe lang heeft het geduurd voor u uw normale activiteiten (naar school gaan, het uitvoeren van uw job, enz.) na dit ongeval weer kon opnemen? (0 dagen. Ik kon mijn dagelijkse activiteiten na het letselongeval meteen hervatten / 1 dag / Meer dan 1 dag) Indien het antwoord Meer dan 1 dag wordt aangegeven, dan wordt nog een bijkomende vraag gesteld: ONGEVALLEN 2. Vragen 177 TR TR Specifieer het precieze aantal dagen De vragen TR0701-TR0703 en TR0801-TR0803 (m.b.t. verkeersongevallen, ongevallen thuis en tijdens de vrije tijd) werden aanbevolen door Eurostat in het kader van EHIS.

12 Valincidentie bij ouderen De vragen over valincidentie waren opgenomen in de mondelinge vragenlijst en werden alleen gesteld aan personen van 65 jaar en ouder. In de Gezondheidsenquête 2013 werd hierbij dieper ingegaan op de preventie ervan. De volgende vragen werden gesteld: TR10. Bent u de afgelopen 12 maanden gevallen, uitgegleden of gestruikeld waardoor u uw evenwicht verloor en op de vloer, grond of een lager gelegen niveau terechtkwam? (Ja/Neen) Indien bevestigend wordt geantwoord op vraag TR10, dan worden ook nog volgende bijkomende vragen gesteld: ONGEVALLEN 2. Vragen 178 TR11. TR12. TR13. Hoeveel keer? Welke maatregelen neemt u momenteel (of hebt u onlangs genomen) om valpartijen in de toekomst te voorkomen? (Meerdere antwoorden mogelijk antwoordkaart werd aan de respondent getoond) 01. Kracht- en evenwichtsoefeningen (enkele voorbeelden van dergelijke oefeningen zijn het heffen en strekken van de benen, op de tenen staan, lichte sporten uitvoeren zoals wandelen, fietsen, zwemmen, turnen in groep, tai chi of dansen) 02. Thuissituatie veiliger gemaakt (bijvoorbeeld handvaten aan WC of badkamer aangebracht, verlichting verbeterd, glijdende tapijten vastgelegd of weggenomen, enz.) 03. Schoenen aangepast (bijvoorbeeld stevige schoenen dragen, aangepaste zool dragen in de schoenen) 04. Dagelijkse inname van vitamine D 05. Dagelijkse inname van calcium 06. Medicatie die het risico verhoogt zoals bijvoorbeeld sommige slaappillen laten controleren 07. Bloeddruk laten nakijken om een plotse daling van de bloeddruk bij te snel rechtkomen op te sporen 08. De ogen (het zicht) laten controleren 09. Geen maatregelen genomen Van wie kreeg u advies omtrent het vermijden van valpartijen? (Meerdere antwoorden mogelijk antwoordkaart werd aan de respondent getoond) 01. Niemand 02. De huisarts 03. De kinesitherapeut 04. De verpleegkundige 05. De ergotherapeut 06. Familie of vrienden 07. Andere

13 3. INDICATOREN Ongevallen De indicatoren voor dit rapport beogen een schatting te maken van het aantal slachtoffers van een ongeval en van het type ongeval (naargelang de plaats van gebeuren: in het verkeer, op het werk, op school, thuis of tijdens de vrije tijd). Personen bij wie het ongeval niet tot medische zorg heeft geleid (zie vraag TR08) worden niet opgenomen in de indicatoren. Daarnaast wordt er per type ongeval nagegaan hoe lang het heeft geduurd voor het slachtoffer weer zijn/haar dagelijkse activiteiten kon opnemen. De volgende vier indicatoren zijn afgeleid van de vragen TR07 (type ongeval) en TR08 (medische zorg nodig: opname in een ziekenhuis/andere gezondheidsvoorziening of van een dokter/verple(e)g(st)er). Per indicator kan de noemer verschillen. De gerapporteerde percentages omschrijven het aantal slachtoffers van een gegeven type ongeval (teller) in een populatie (noemer). Indien de noemer niet specifiek wordt vermeld, dan heeft deze betrekking op de totale populatie. TR_1 TR_2 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een verkeersongeval waarvoor medische zorg nodig was Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval thuis waarvoor medische zorg nodig was TR_3 TR_4 TR_5 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval tijdens de vrije tijd waarvoor medische zorg nodig was Percentage van de werkende bevolking (15-64 jaar) dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval op het werk waarvoor medische zorg nodig was Percentage van de bevolking (0-64 jaar) dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval op school waarvoor medische zorg nodig was. De cijfers van deze indicator worden niet in de gedetailleerde tabellen weergegeven gezien de zeer kleine aantallen. Uit deze vijf indicatoren komen twee indicatoren voort die een beeld geven over ongevallen in het algemeen. TR_6 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was ONGEVALLEN 3. Indicatoren TR_7 Percentage van de ongevallen met medische zorg waarbij deze zorg een opname in een ziekenhuis of andere gezondheidsvoorziening betrof 179 Tot slot geven de volgende indicatoren een indicatie over de duur voordat iemand de normale dagelijkse activiteiten kon hervatten en dit per type ongeval (niet in tabellen weergegeven en alleen besproken op niveau van het ganse land): TR090101_2-TR090501_2 Percentage van de ongevallen met medische zorg waarbij pas na een week de normale dagelijkse activiteiten weer konden worden opgenomen

14 Valincidentie bij ouderen De volgende drie indicatoren geven een beeld van de valincidentie (vraag TR10) en de frequentie van het vallen (vraag TR11) bij ouderen (65 jaar en ouder) in de 12 maanden voorafgaand aan het interview: TR10_1 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden TR11_1 Gemiddelde frequentie van vallen bij de bevolking van 65 jaar en ouder in de afgelopen 12 maanden TR11_2 Verdeling van de bevolking van 65 jaar en ouder volgens het aantal vallen in de afgelopen 12 maanden Indien de persoon heeft aangegeven te zijn gevallen in deze periode, wordt er nagegaan of er preventiemaatregelen zijn genomen (niet in tabellen weergegeven en alleen besproken op niveau van het ganse land): ONGEVALLEN 3. Indicatoren 180 TR12XX_1 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden en dat onlangs de volgende maatregel heeft genomen om valpartijen in de toekomst te voorkomen: 01. Kracht- en evenwichtsoefeningen (enkele voorbeelden van dergelijke oefeningen zijn het heffen en strekken van de benen, op de tenen staan, lichte sporten uitvoeren zoals wandelen, fietsen, zwemmen, turnen in groep, tai chi of dansen) 02. Thuissituatie veiliger gemaakt (bijvoorbeeld handvaten aan WC of badkamer aangebracht, verlichting verbeterd, glijdende tapijten vastgelegd of weggenomen, etc.) 03. Schoenen aangepast (bijvoorbeeld stevige schoenen dragen, aangepaste zool dragen in de schoenen) 04. Dagelijkse inname van vitamine D 05. Dagelijkse inname van calcium 06. Medicatie die het risico verhoogt zoals bijvoorbeeld sommige slaappillen laten controleren 07. Bloeddruk laten nakijken om een plotse daling van de bloeddruk bij te snel rechtkomen op te sporen 08. De ogen (het zicht) laten controleren 09. Geen maatregelen genomen TR13XX_1 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden en advies kreeg omtrent het vermijden van valpartijen van de volgende persoon: 10. Niemand 11. De huisarts 12. De kinesitherapeut 13. De verpleegkundige 14. De ergotherapeut 15. Familie of vrienden 16. Andere

15 4. RESULTATEN 4.1. ONGEVALLEN WAARVOOR MEDISCHE ZORG NODIG WAS EN DE VERSCHILLENDE TYPES ONGEVALLEN BELGIË In België verklaart 7% van de bevolking dat ze in de 12 maanden voorafgaand aan het interview verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was. De medische zorg was in 56% een opname in een ziekenhuis of een andere gezondheidsvoorziening terwijl er in 44% geen opname nodig was, maar wel een dokter of verpleegster werd geraadpleegd. In 1,1% betrof het een verkeersongeval, in 2,1% een ongeval thuis, in 2,5% een ongeval tijdens de vrije tijd, in 2,9% een ongeval op het werk en in 0,8% een ongeval op school. Een deel van de bevolking heeft dus verschillende ongevallen gehad. In geval van een verkeersongeval kon 33% van de slachtoffers pas na een week (of meer) weer de dagelijkse activiteiten opnemen, voor een ongeval thuis was dit 48%, voor een ongeval tijdens de vrije tijd 39%, voor een ongeval op het werk 36% en een ongeval op school 11%. Analyse volgens leeftijd en geslacht Bij mannen is het risico op een ongeval waarvoor medische nodig was, groter (8%) dan bij vrouwen (6%) en dit verschil is significant na correctie voor leeftijd. Na correctie voor geslacht, is het percentage ongevallen waarvoor medische zorg nodig was in de leeftijdsgroepen van jaar (circa 10%) en 75 jaar en ouder (9%) significant hoger dan in de leeftijdsgroep van 0-14 jaar (6%). De leeftijdsverdeling volgens geslacht (Figuur 1) geeft aan dat in de leeftijdsgroep van jaar mannen (8%) twee keer vaker verwond werden door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was dan vrouwen (4%). Figuur 1 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 ONGEVALLEN 4. Resultaten 181 Verschillen tussen mannen en vrouwen kunnen alleen worden waargenomen bij ongevallen tijdens de vrije tijd waarvoor medische zorg nodig was: het percentage is nl. hoger voor mannen (3,3%) dan voor vrouwen (1,6%), een significant verschil na correctie voor leeftijd. Leeftijdsverschillen worden waargenomen voor verkeersongevallen (hoger in de leeftijdsgroep van jaar (2,2%) dan in de leeftijdsgroep

16 van 0-14 jaar (0,5%)), ongevallen thuis (hoger in de leeftijdsgroepen van jaar (3,0%) en 75 jaar en ouder (7,6%) dan in de leeftijdsgroep van 0-14 jaar (1,0%)) en ongevallen tijdens de vrije tijd (hoger in de leeftijdsgroepen van jaar (5,8%) en jaar (3,2%) dan in de leeftijdsgroep van 0-14 jaar (1,7%)), significante verschillen na correctie voor geslacht (Figuur 2-4). Wanneer we ons voor ongevallen op school waarvoor medische zorg nodig was alleen toespitsen op specifieke leeftijdsgroepen (6-11 jaar, jaar en jaar N=49), dan is de verdeling als volgt: 53% in de leeftijdsgroep van 6-11 jaar, 39% in de leeftijdsgroep van jaar en 8% in de leeftijdsgroep van jaar. Figuur 2 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een verkeersongeval waarvoor medische zorg nodig was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 ONGEVALLEN 4. Resultaten Figuur 3 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval thuis waarvoor medische zorg nodig was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België,

17 Figuur 4 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval tijdens de vrije tijd waarvoor medische zorg nodig was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Figuur 5 Percentage van de werkende bevolking (15-64 jaar) dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval op het werk waarvoor medische zorg nodig was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 ONGEVALLEN 4. Resultaten 183 Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage personen dat een ongeval meldt waarvoor medische zorg nodig was, varieert niet volgens het opleidingsniveau, ook niet na correctie voor leeftijd en geslacht. Wel zijn er verschillen volgens opleidingsniveau voor wat betreft de ernst van de medische zorg m.b.t. het ongeval. Zo is het percentage mensen dat opgenomen werd in het ziekenhuis hoger bij de laagst opgeleiden (78%) dan bij de hoogst opleiden (48%), een significant verschil na correctie voor leeftijd en geslacht.

18 Er worden wel, na correctie voor leeftijd en geslacht, significante verschillen waargenomen volgens urbanisatiegraad voor wat deze indicator betreft. Het percentage personen dat een ongeval waarvoor medische zorg nodig was meldt, ligt hoger bij inwoners van halfstedelijke gebieden (9%) dan bij inwoners van landelijke gebieden (6%), een significant verschil na correctie voor leeftijd en geslacht. Dergelijke verschillen worden specifiek waargenomen voor ongevallen tijdens de vrije tijd waarvoor medische zorg nodig was: hoger bij inwoners van halfstedelijke gebieden (3,5%) dan bij inwoners van landelijke gebieden (1,8%), een significant verschil na correctie voor leeftijd en geslacht. Evolutie over de tijd Het percentage personen dat een ongeval meldt waarvoor medische zorg nodig was, is hoger in 2013 (7%) dan in 2008 (6%) (Figuur 6). Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Figuur 6 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was, volgens gewest en jaar, Gezondheidsenquête, België, 2013 ONGEVALLEN 4. Resultaten 184 Voor verkeersongevallen en ongevallen op het werk zijn er, na correctie voor leeftijd en geslacht, geen significante verschillen ten opzichte van Voor de andere types ongevallen is de prevalentie alleen beschikbaar voor 2013 (dus geen vergelijking over de jaren mogelijk) of gaat het om hele kleine aantallen.

19 GEWESTEN De prevalentie van personen die een ongeval melden waarvoor medische zorg nodig was, verschilt naargelang het gewest: na correctie voor leeftijd en geslacht is dit percentage in het Vlaams Gewest (8%) significant hoger dan in het Brussels en het Waals Gewest (beide 6%). Wel is het percentage van de ongevallen met medische zorg, waarbij deze zorg een opname in een ziekenhuis of een andere gezondheidsvoorziening betrof, lager in het Vlaams Gewest (45%) dan in het Brussels (74%) en het Waals Gewest (77%), significante verschillen na correctie voor leeftijd en geslacht. Een significant verschil (na correctie voor leeftijd en geslacht) tussen het Vlaams Gewest (2,9%) en het Waals Gewest (1,7%) wordt specifiek waargenomen voor ongevallen tijdens de vrije tijd waarvoor medische zorg nodig was. Gezien de kleine aantallen per type ongeval, worden deze specifieke ongevallen niet verder in detail besproken volgens gewest. Alleen de indicator m.b.t. ongevallen in het algemeen, waarvoor medische zorg nodig was, zal op regionaal niveau gerapporteerd worden. Vlaams Gewest In het Vlaams Gewest verklaart 8% van de bevolking een ongeval waarvoor medische zorg nodig was in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Zowel wat de leeftijds- als de geslachtsverdeling betreft, worden er geen significante verschillen (na correctie voor geslacht of leeftijd) vastgesteld (Figuur 7), dit in tegenstelling tot het ganse land. Ook zijn er geen significante verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) op niveau van de opleiding zoals voor het ganse land. Er zijn geen significante verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) volgens de urbanisatiegraad, dit in tegenstelling tot het ganse land. Tot slot is het percentage ongevallen waarvoor medische zorg nodig was in de 12 maanden voorafgaand aan het interview, zoals voor het ganse land, hoger in 2013 (8%) dan in 2008 (6%), een significant verschil na correctie voor leeftijd en geslacht. Figuur 7 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Vlaams Gewest ONGEVALLEN 4. Resultaten 185

20 Brussels Gewest In het Brussels Gewest verklaart 6% van de bevolking een ongeval waarvoor medische zorg nodig was in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Zowel wat de leeftijds- als de geslachtsverdeling betreft, worden er geen significante verschillen (na correctie voor geslacht of leeftijd) vastgesteld (Figuur 8), dit in tegenstelling tot het ganse land. Ook zijn er geen significante verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) op niveau van de opleiding zoals voor het ganse land. In tegenstelling tot het ganse land, is het percentage ongevallen waarvoor medische zorg nodig was in de 12 maanden voorafgaand aan het interview hetzelfde (na correctie voor leeftijd en geslacht) als in 2008 (6%). Figuur 8 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Brussels Gewest ONGEVALLEN 4. Resultaten 186 Waals Gewest In het Waals Gewest verklaart 6% van de bevolking een ongeval waarvoor medische zorg nodig was in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Er worden geen significante verschillen (na correctie voor leeftijd) tussen vrouwen en mannen waargenomen, dit in tegenstelling tot het ganse land. Wel varieert de prevalentie volgens leeftijd, maar lichtjes anders dan voor het ganse land (Figuur 9): het percentage is, na correctie voor geslacht, significant hoger in de leeftijdsgroep van jaar (7%) en 75 jaar en ouder (12%) dan in de leeftijdsgroep van 0-14 jaar (4%). Ook zijn er geen significante verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) op niveau van de opleiding zoals voor het ganse land. Er zijn geen significante verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) volgens de urbanisatiegraad, dit in tegenstelling tot het ganse land. In tegenstelling tot het ganse land, is het percentage ongevallen waarvoor medische zorg nodig was in de 12 maanden voorafgaand aan het interview in 2013, na correctie voor leeftijd en geslacht, niet significant verschillend van het percentage in 2008 (5%).

21 Figuur 9 Percentage van de bevolking dat in de afgelopen 12 maanden verwond werd door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was, Gezondheidsenquête, België, 2013 Waals Gewest 4.2. VALINCIDENTIE BIJ OUDEREN BELGIË Eén op vijf personen (20%) van 65 jaar en ouder is in de 12 maanden voorafgaand aan het interview gevallen. De gemiddelde frequentie van vallen bij deze bevolking in deze tijdsperiode is 2 keer. Analyse volgens leeftijd en geslacht In tegenstelling tot 2008, waarbij het percentage vrouwen dat was gevallen twee keer hoger was dan het percentage mannen, wordt er in 2013 geen significant verschil (na correctie voor leeftijd) tussen vrouwen (19%) en mannen (21%) vastgesteld. De gemiddelde frequentie van vallen is dezelfde voor vrouwen als voor mannen. In de leeftijdsgroep van jaar is 15% minstens één keer gevallen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview. Bij de 75-plussers stijgt dit percentage tot 26%, dat is één op vier ouderen in deze leeftijdsgroep. Het verschil tussen deze twee leeftijdsgroepen is, na correctie voor geslacht, significant (Figuur 10). In tegenstelling tot 2008, neemt de gemiddelde frequentie van vallen bij ouderen niet significant (na correctie voor geslacht) toe met de leeftijd (zowel gemiddeld 2 keer in de leeftijdsgroep van jaar als in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder). ONGEVALLEN 4. Resultaten 187

22 Figuur 10 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 ONGEVALLEN 4. Resultaten 188 Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage personen van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de 12 maanden voorafgaand aan het interview is hoger bij diegenen zonder diploma of slechts een diploma lager onderwijs (24%) dan bij diegenen met een diploma lager secundair (17%) en diegenen met een diploma hoger onderwijs (16%), significante verschillen na correctie voor leeftijd en geslacht. Er zijn geen significante verschillen volgens opleidingsniveau wat de gemiddelde frequentie van vallen betreft. Ook worden er voor deze indicator verschillen volgens urbanisatiegraad waargenomen. Ouderen wonende in stedelijke gebieden (24%) geven vaker aan te zijn gevallen in de 12 maanden voorafgaand aan het interview dan ouderen wonende in halfstedelijke en landelijke gebieden (beide 17%), significante verschillen na correctie voor leeftijd en geslacht. Bij inwoners van landelijke gebieden ligt de gemiddelde frequentie van vallen lager (1 keer) dan bij inwoners van stedelijke (2 keer) en halfstedelijke gebieden (3 keer), significante verschillen na correctie voor leeftijd en geslacht. Evolutie over de tijd Na correctie voor leeftijd en geslacht worden er geen significante verschillen tussen 2008 (24%) en 2013 (20%) vastgesteld voor wat de valincidentie bij ouderen betreft (Figuur 11). De gemiddelde frequentie van vallen in 2013 (2 keer) is, na correctie voor leeftijd en geslacht, niet significant verschillend van de gemiddelde frequentie in 2008 (3 keer).

23 Figuur 11 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden, volgens gewest en jaar, Gezondheidsenquête, België, 2013 Preventiemaatregelen Bijna de helft (49%) van de bevolking van 65 jaar en ouder die gevallen is in de 12 maanden voorafgaand aan het interview heeft geen maatregelen genomen om valpartijen in de toekomst te vermijden. Het percentage mannen (61%) dat geen maatregelen neemt is hoger dan het percentage vrouwen (40%), een significant verschil na correctie voor leeftijd. De top drie van genomen maatregelen is (Tabel 1): thuissituatie veiliger maken (22%, waarbij vrouwen (28%) significant meer dan mannen (13%)), bloeddruk laten nakijken (16%) en kracht- en evenwichtsoefeningen (15%). Tabel 1 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden en dat onlangs de volgende maatregelen genomen heeft om valpartijen in de toekomst te voorkomen, Gezondheidsenquête, België, 2013 Maatregel % totaal % vrouwen % mannen Geen maatregelen genomen 48,7 39,5 60,7 ONGEVALLEN 4. Resultaten Thuissituatie veiliger gemaakt 21,8 28,5 13,0 Bloeddruk laten nakijken 15,6 18,0 12,6 189 Kracht- en evenwichtsoefeningen 14,8 16,2 13,0 Schoenen aangepast 12,9 15,7 9,2 De ogen (het zicht) laten controleren 8,9 11,6 5,3 Dagelijkse inname van calcium 8,8 12,8 3,4 Dagelijkse inname van vitamine D 7,6 10,6 3,8 Medicatie die het valrisico verhoogt laten controleren 4,9 7,6 1,5

24 45% van de bevolking van 65 jaar en ouder die gevallen is in de 12 maanden voorafgaand aan het interview kreeg van niemand advies omtrent het vermijden van valpartijen in de toekomst. Het percentage mannen (52%) dat van niemand advies kreeg, is hoger dan het percentage vrouwen (38%), een significant verschil na correctie voor leeftijd. Het percentage dat van niemand advies kreeg neemt af met de leeftijd: 56% in de leeftijdsgroep van jaar en 37% in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder, een significant verschil na correctie voor geslacht. De top drie van de personen van wie ze advies kregen is (Tabel 2): de huisarts (35%, met een significant hoger percentage in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder (42%) dan in de leeftijdsgroep van jaar (24%)), familie of vrienden (18%, met ook een significant hoger percentage in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder (22%) dan in de leeftijdsgroep van jaar (12%), alsook bij diegenen met geen diploma of slechts een diploma lager onderwijs (30% in vergelijking met 9% bij diegenen met een diploma hoger secundair en 9% met een diploma hoger onderwijs)) en de kinesitherapeut (10%). Tabel 2 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden en advies kreeg omtrent het vermijden van valpartijen van de volgende persoon, Gezondheidsenquête, België, 2013 Advies van % totaal % vrouwen % mannen niemand 44,7 37,6 51,8 de huisarts 35,4 40,0 29,3 familie of vrienden 18,4 21,5 14,2 ONGEVALLEN 4. Resultaten de kinesitherapeut 9,8 12,2 6,6 de verpleegkundige 9,2 11,8 5,8 andere 5,4 7,1 4,1 de ergotherapeut 1,1 0,0 2, REGIO S De valincidentie bij ouderen is in het Brussels Gewest (28%) hoger dan in het Vlaams en het Waals Gewest (beide 19%), significante verschillen na correctie voor leeftijd en geslacht. Er zijn geen regionale verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) wat de gemiddelde frequentie van vallen betreft. 190 Vlaams Gewest De geslachts- en leeftijdsverdeling van de valincidentie bij ouderen in het Vlaams Gewest komt overeen met die voor het ganse land (Figuur 12). Er worden hier, na correctie voor leeftijd en geslacht, geen verschillen volgens opleidingsniveau en urbanisatiegraad waargenomen, dit in tegenstelling tot het ganse land. Er is zoals voor het ganse land, na correctie voor leeftijd en geslacht, geen significant verschil tussen de valincidentie bij ouderen in 2008 (20%) en 2013 (19%).

25 Figuur 12 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Vlaams Gewest Brussels Gewest In het Brussels Gewest zijn er, zoals voor het ganse land, geen significante verschillen (na correctie voor leeftijd) tussen vrouwen en mannen wat de valincidentie bij ouderen betreft. In tegenstelling tot het ganse land zijn er ook geen significante verschillen (na correctie voor geslacht) tussen de leeftijdsgroep van jaar en 75 jaar en ouder (Figuur 13). Ook worden er, zoals voor het ganse land, significante verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) volgens opleidingsniveau waargenomen: de valincidentie bij ouderen is twee keer zo hoog bij diegenen zonder diploma of slechts een diploma lager onderwijs (40%) dan bij diegenen met een diploma hoger onderwijs (20%). Er is zoals voor het ganse land, na correctie voor leeftijd en geslacht, geen significant verschil tussen de valincidentie bij ouderen in 2008 (31%) en 2013 (27%). Figuur 13 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Brussels Gewest ONGEVALLEN 4. Resultaten 191

26 Waals Gewest De geslachts- en leeftijdsverdeling van de valincidentie bij ouderen in het Waals Gewest komt overeen met die voor het ganse land (Figuur 14). Zoals voor het ganse land, worden er significante verschillen (na correctie voor leeftijd en geslacht) volgens opleidingsniveau waargenomen: de valincidentie bij ouderen is hoger bij diegenen zonder diploma of slechts een diploma lager onderwijs (27%) dan bij diegenen met een diploma lager secundair en bij diegenen met een diploma hoger secundair (beide 14%). Er worden hier, na correctie voor leeftijd en geslacht, geen verschillen volgens urbanisatiegraad waargenomen, dit in tegenstelling tot het ganse land. Ook verschillend van het ganse land en de twee andere gewesten is dat de valincidentie bij ouderen in 2013 (18%) lager is dan in 2008 (25%), een significant verschil na correctie voor leeftijd en geslacht. Figuur 14 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Waals Gewest ONGEVALLEN 4. Resultaten 192

27 5. BESPREKING De voornaamste doelstelling van dit onderdeel is het ter beschikking stellen van informatie over de omvang, de ernst en de gevolgen van ongevallen bij de algemene bevolking, alsook over de valincidentie bij ouderen in België. De gegevens verzameld door middel van een enquête hebben hun beperkingen: vooreerst omdat het gaat om zelfgerapporteerde gegevens en in de tweede plaats omdat verwezen wordt naar een herinneringsperiode van 12 maanden wat een geheugenbiais met zich mee kan brengen, wat kan leiden tot een onderschatting van de reële prevalentie. Ongevallen 7% van de bevolking in België gaf aan in het jaar voorafgaand aan het interview verwond te zijn geweest door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was. In meer dan de helft van de gevallen (56%) waren de verwondingen zo ernstig dat een opname in het ziekenhuis of een andere gezondheidsvoorziening nodig was. Mannen lopen een hoger risico op een dergelijk ongeval dan vrouwen. Daarnaast zijn de jongvolwassenen en de 75-plussers een risicogroep. De verschillende types ongevallen variëren in functie van geslacht en/of leeftijd, wat gerelateerd kan worden aan de activiteiten eigen aan elke etappe in het leven. Ongevallen op school worden het vaakst vermeld in de leeftijdsgroep van 6-11 jaar. Daarnaast komen ongevallen in de vrije tijd meer voor bij mannen en in de leeftijdsgroep van jaar. Verkeersongevallen pieken in de leeftijdsgroep van jaar. Tot slot zijn ongevallen thuis, het meest frequent bij 75-plussers. De resultaten van de Verkeersveiligheidbarometer 2 van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) geven aan dat de verkeersveiligheid in 2012 significant verbeterd is in ons land. Deze verbetering is het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van verschillende actoren (de politie, de wegbeheerder, de autoconstructeur, BIVV, ) om de verkeersveiligheid te verbeteren. Toch blijft België nog de slechtste student van Europa wat het aantal verkeersdoden (per miljoen inwoners) betreft, waardoor er nog inspanningen nodig zijn om het Europees gemiddelde te halen. Blijvende aandacht voor de verkeersveiligheid is dus een must, zeker bij de jongvolwassenen. Internationaal onderzoek toont aan dat 42% van de zwaargewonde fietsers een hoofd- en/of hersenletsel heeft. Drie kwart van hen raakte gewond in een ongeval zonder gemotoriseerd verkeer. Bij jonge kinderen (0-5 jaar) stijgt dit zelfs tot negen op de tien. Als alle fietsers een helm zouden dragen, kan het aantal zwaargewonden met 42% worden verminderd. Uit dit onderzoek leidt Touring af dat er in België per jaar 431 fietsers niet zwaargewond raken als iedereen een fietshelm droeg 3. Uit cijfers van het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) 4 blijkt dat ook het aantal arbeidsongevallen is gedaald tussen 1985 en De daling kan o.a. verklaard worden door het verdwijnen van een aantal gevaarlijke beroepssectoren zoals de mijnbouw en de metaalverwerking, maar ook door een betere preventie. De economische crisis zou hier ook een rol in kunnen spelen 5. Toch moet men blijven inspanningen leveren voor meer veiligheid op het werk. ONGEVALLEN 5. Bespreking 193 Bij de preventie van ongevallen thuis moet de aandacht vooral gaan naar kinderen en ouderen. Volgens het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) zijn dit twee belangrijke doelgroepen. Ongevallenpreventie in de privésfeer (thuis en in de vrije tijd) heeft betrekking op een heel aantal thema s: vallen, vergiftiging, brandwonden, CO-vergiftiging, verdrinking, speel-ongevallen, doehet-zelf-ongevallen, veiligheid in de jeugdlokalen en sport 6. Daarnaast gebeuren er jaarlijks ongeveer

28 ongevallen op school 7. Gezien kinderen veel van hun tijd hier doorbrengen, is ook preventie en bescherming op scholen (op de speelplaats, in de werkplaats of labo en in het klaslokaal) belangrijk 8. Valincidentie bij ouderen Vallen bij ouderen is een ernstig en veelvoorkomend probleem, met soms nare gevolgen. Sommige ouderen moeten na een val opgenomen worden in een zorgcentrum of ziekenhuis. Bij anderen ontstaat veel angst om opnieuw te vallen, wat leidt tot onzekerheid bij de gewone, dagdagelijkse bezigheden. Volgens de Gezondheidsenquête 2013 is één op vijf 65-plussers (20%) - bij de 75-plussers is dit zelfs één op vier (26%) - minstens één keer gevallen in het jaar voorafgaand aan het interview. Volgens een Amerikaanse studie zou jaarlijks naar schatting 30% van de ouderen boven de 65 jaar vallen, en dit percentage zou ongeveer 50% bedragen bij ouderen boven de 85 jaar. Ongeveer één op tien van deze valpartijen resulteert in een heupfractuur of een ander ernstig letsel, dat vaak leidt tot functionele achteruitgang en overlijden. Het herstel van een val bij ouderen hangt vaak af van hun vroegere toestand. De functionele toestand voor de val is dus een belangrijke determinant van de functionele toestand na de val (5). Gezien de hoge prevalentie is preventie geen overbodige luxe. De Gezondheidsenquête 2013 toont aan dat bijna de helft van de ouderen die zijn gevallen geen maatregelen heeft genomen om valpartijen in de toekomst te vermijden. De populairste maatregelen die werden genomen zijn de thuissituatie veiliger maken, de bloeddruk laten nakijken en kracht- en evenwichtsoefeningen doen. Ook heeft een groot percentage van deze ouderen (45%) van niemand advies gekregen. De personen van wie ze het vaakst advies krijgen zijn de huisarts, familie of vrienden en de kinesitherapeut. ONGEVALLEN 5. Bespreking 194 Veel valpartijen vinden in de woning plaats. Het huis kan een stuk veiliger gemaakt worden dankzij een aantal kleine aanpassingen, zoals geen matten of tapijten (ofwel ze goed bevestigen), aandacht voor de trap (goede verlichting, antisliplaag, leuning, ), badkamer (antislipmatten in bad of douche, geen moeilijke instap, handgrepen, ). Aangepast schoeisel dragen kan ook helpen om valpartijen te voorkomen 9. Daarnaast zijn er ook medische factoren die het risico op vallen verhogen, nl. bloeddrukval, zwakke spieren, evenwichtsstoornissen en het nemen van medicatie (6). Bovendien is het ook belangrijk om het zicht te laten nakijken en op te letten met geneesmiddelen (bespreken met huisarts) 9. Studies tonen aan dat de inname van vitamine D, eventueel in combinatie met calcium, een gunstig effect op vallen heeft (7-10). Ook lichaamsbeweging en fysiotherapie worden aangeraden om het risico op vallen bij mensen van 65 jaar en ouder te verlagen (7). Zo zou stijldansen het evenwicht verbeteren en het risico op vallen bij ouderen verminderen. Dergelijke activiteit zou gunstig kunnen zijn voor sedentaire ouderen wonende in een rusthuis, daar er in een rusthuis vaak minder gelegenheid voor lichaamsbeweging is. Dansen is een manier om toch te kunnen bewegen. Lichaamsbeweging is belangrijk omdat het de musculoskeletale structuren verstevigd (11). Tot slot gaat ouder worden vaak gepaard met dikker worden (12). Een Australische studie heeft aangetoond dat overgewicht het risico op vallen bij ouderen doet toenemen. Waarschijnlijk is dit te wijten aan een verminderde perifere waarneming, algemene lichamelijke zwakheid en instabiliteit wanneer men recht staat of wandelt. Ook hier is meer bewegen de boodschap (13). 7 schoolverzekering-ongevallen-burgerlijke-aansprakelijkheid-en-rechtsbijstand-voor-leerkrachten-en 8 Vlaams%20Onderwijs.pdf 9 source=standaard&utm_campaign=crosspromo&utm_term=hp-oranje

29 6. BIBLIOGRAFIE (1) Peden M, McGee K, Krug E. Injury: a leading cause of the global burden of disease, Geneva: World Health Organization; (2) Krug EG, Dahlberg LL, Mercy J, Zwi A, Lozano R, eds. World report on violence and health. Geneva: World Health Organisation; Report No.: ISBN (3) Devroey D, Van Casteren V, Vranckx R. Accidents domestiques nécessitant l intervention du médecin généraliste. Enregistrement du réseau des médecins vigies en 1995 et Bruxelles: Institut Scientifique de la Santé Publique, Section d Epidémiologie; Report No.: IPH/EPI REPORTS N (4) World Health Organisation. Health21: the Health for All policy framework for European Region. Copenhagen; Report No.: 6. (5) Gill TM, Murphy TE, Gahbauer EA, Allore HG. The course of disability before and after a serious fall injury. JAMA Intern Med 2013 Oct 28;173(19): (6) Tinetti ME, Speechley M. Prevention of falls among the elderly. N Engl J Med 1989 Apr 20;320(16): (7) Moyer VA. Prevention of falls in community-dwelling older adults: U.S. Preventive Services Task Force recommendation statement. Ann Intern Med 2012 Aug 7;157(3): (8) Brunner D, Dunbar-Jacob J, LeBoff MS, Granek I, Bowen D, Snetselaar LG, et al. Predictors of Adherence in the Women s health Initiative Calcium and Vitamin D Trial. Behav Med 2009;34(4): (9) Murad MH, Elamin KB, Abu Elnour NO, Elamin MB, Alkatib AA, Fatourechi MM, et al. Clinical review: The effect of vitamin D on falls: a systematic review and meta-analysis. J Clin Endocrinol Metab 2011 Oct;96(10): (10) Bischoff-Ferrari HA, Willett WC, Wong JB, Stuck AE, Staehelin HB, Orav EJ, et al. Prevention of nonvertebral fractures with oral vitamin D and dose dependency: a meta-analysis of randomized controlled trials. Arch Intern Med 2009 Mar 23;169(6): (11) da Silva Borges EG, de Souza Vale RG, Cader SA, Leal S, Miguel F, Pernambuco CS, et al. Postural balance and falls in elderly nursing home residents enrolled in a ballroom dancing program. Arch Gerontol Geriatr 2014 Sep;59(2): (12) Drieskens S. Gezondheidsenquête Rapport 2: Gezondheidsgedrag en leefstijl - Voedingsstatus. Brussel: WIV-ISP; Report No.: D/2014/2505/69. (13) Mitchell RJ, Lord SR, Harvey LA, Close JCT. Associations between obesity and overweight and fall risk, health status and quality of life in older people. Australian and New Zealand Journal of Public Health 2014;38(1):13-8. ONGEVALLEN 6. Bibliografie 195

30

31 7. TABELLEN Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Tabel 4 Tabel 5 Tabel 6 Tabel 7 Tabel 8 Tabel 9 Tabel 10 Tabel 11 Tabel 12 Tabel 13 Tabel 14 Tabel 15 Tabel 16 Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden en dat onlangs de volgende maatregelen genomen heeft om valpartijen in de toekomst te voorkomen, Gezondheidsenquête, België, Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden en advies kreeg omtrent het vermijden van valpartijen van de volgende persoon, Gezondheidsenquête, België, Percentage van de bevolking verwond door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was in de afgelopen 12 maanden, België Percentage van de ongevallen met medische zorg waarbij deze zorg een opname in een ziekenhuis of andere gezondheidsvoorziening betrof, België Percentage van de bevolking verwond door een verkeersongeval in de afgelopen 12 maanden waarvoor medische zorg nodig was, België Percentage van de bevolking verwond door een ongeval thuis in de afgelopen 12 maanden waarvoor medische zorg nodig was, België Percentage van de bevolking verwond door een ongeval tijdens de vrije tijd in de afgelopen 12 maanden waarvoor medische zorg nodig was, België Percentage van de werkende bevolking (15-64 jaar) verwond door een ongeval op het werk in de afgelopen 12 maanden waarvoor medische zorg nodig was, België Percentage van de bevolking van 65 jaar en ouder dat gevallen is in de afgelopen 12 maanden, België Gemiddelde frequentie van vallen bij de bevolking van 65 jaar en ouder in de afgelopen 12 maanden, België Verdeling van het aantal vallen bij de bevolking van 65 jaar en ouder in de afgelopen 12 maanden, België Percentage van de bevolking verwond door een ongeval waarvoor medische zorg nodig was in de afgelopen 12 maanden, Vlaams Gewest Percentage van de ongevallen met medische zorg waarbij deze zorg een opname in een ziekenhuis of andere gezondheidsvoorziening betrof, Vlaams Gewest Percentage van de bevolking verwond door een verkeersongeval in de afgelopen 12 maanden waarvoor medische zorg nodig was, Vlaams Gewest Percentage van de bevolking verwond door een ongeval thuis in de afgelopen 12 maanden waarvoor medische zorg nodig was, Vlaams Gewest Percentage van de bevolking verwond door een ongeval tijdens de vrije tijd in de afgelopen 12 maanden waarvoor medische zorg nodig was, Vlaams Gewest

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

MASTERPROEF. Bereidheid van 55-plussers tot deelname aan valpreventie

MASTERPROEF. Bereidheid van 55-plussers tot deelname aan valpreventie MASTERPROEF Geachte collega Bereidheid van 55-plussers tot deelname aan valpreventie Mijn naam is Martine Agten en ik ben werkzaam als huisarts-in-opleiding in de praktijk van dr. Carlier, dr. Schreurs,

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Traumata. Sabine Drieskens

Traumata. Sabine Drieskens Traumata Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Houdingen ten aanzien van het levenseinde Houdingen ten aanzien van het levenseinde Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642

Nadere informatie

Het gebruik van tabak

Het gebruik van tabak Het gebruik van tabak Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.)

Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) GEZONDHEIDSENQUETE 2013 Rapport 2: Gezondheidsgedrag en leefstijl Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Medische preventie van cardiovasculaire aandoeningen

Medische preventie van cardiovasculaire aandoeningen Medische preventie van cardiovasculaire aandoeningen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

@Risk. Samenvatting. Analyse van het risico op ernstige en dodelijke verwondingen in het verkeer in functie van leeftijd en verplaatsingswijze

@Risk. Samenvatting. Analyse van het risico op ernstige en dodelijke verwondingen in het verkeer in functie van leeftijd en verplaatsingswijze @Risk Samenvatting Analyse van het risico op ernstige en dodelijke verwondingen in het verkeer in functie van leeftijd en verplaatsingswijze Samenvatting @RISK Analyse van het risico op ernstige en dodelijke

Nadere informatie

Kankerscreening. Jean Tafforeau

Kankerscreening. Jean Tafforeau Kankerscreening Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Screening van suikerziekte

Screening van suikerziekte Screening van suikerziekte Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 55 E-mail : edith.hesse@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden Mondgezondheid Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail: johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Medische consumptie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 79 Bestudeerde indicatoren... 81 1. Contacten met zorgverstrekkers... 81

Nadere informatie

Patiëntentevredenheid

Patiëntentevredenheid Patiëntenheid Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@wiv-isp.be

Nadere informatie

Passief roken. Edith Hesse

Passief roken. Edith Hesse Passief roken Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Oationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : his@wiv-isp.be Wetenschap

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 3 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 3 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 3 december 2015 Statistieken van de verkeersongevallen 2014 De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium publiceert vandaag de recentste cijfers over verkeersongevallen. Het

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

Contacten met paramedische zorgverstrekkers

Contacten met paramedische zorgverstrekkers Contacten met paramedische zorgverstrekkers Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Inleiding. Sabine Drieskens

Inleiding. Sabine Drieskens Inleiding Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

Ambulante contacten met de specialist

Ambulante contacten met de specialist Ambulante contacten met de specialist Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.)

Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) GEZONDHEIDSENQUETE 2013 Rapport 3: Gebruik van gezondheidsen welzijnsdiensten Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden).

Klassiek wordt de mate van cariës voorgesteld door een cariës-index (DMFT-index = gemiddeld aantal gecarieerde, afwezige of gevulde tanden). 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Contacten met beoefenaars van niet-conventionele geneeswijzen

Contacten met beoefenaars van niet-conventionele geneeswijzen Contacten met beoefenaars van niet-conventionele geneeswijzen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Subjectieve gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Subjectieve gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.1.1. Inleiding Om de evolutie op het vlak van de gezondheid in de bevolking te kunnen evalueren en bovendien een beter beeld te hebben van de manier waarop de bevolking zelf deze ontwikkelingen beoordeelt,

Nadere informatie

Chronische Aandoeningen

Chronische Aandoeningen Chronische Aandoeningen Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Ongevallen. Gezondheidsindicatoren van het Brussels Gewest. Colofon

Ongevallen. Gezondheidsindicatoren van het Brussels Gewest. Colofon OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES Gezondheidsindicatoren van het Brussels Gewest Ongevallen Inhoud 1. Inleiding 1. Algemeen overzicht.1. Mortaliteit..

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.)

Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) GEZONDHEIDSENQUETE 2013 Rapport 4: fysieke en sociale omgeving Samenvatting van de onderzoeksresultaten Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele

Nadere informatie

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Tandhygiëne Gezondheidsenquête, België, 1997 5.6.1. Inleiding Tandcariës is een ziekte waarbij de gemineraliseerde tandweefsels vernietigd worden als gevolg van zuurvorming die ontstaat bij de fermentatie van koolhydraten door bacteriën in de mond.

Nadere informatie

Doelstelling 1

Doelstelling 1 6.2. De Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen 1998-2002 Om het preventief gezondheidsbeleid en acties hieromtrent in de Vlaamse Gemeenschap te oriënteren, werden door de Vlaamse overheid vijf gezondheidsdoelstellingen

Nadere informatie

LANGDURIGE BEPERKINGEN

LANGDURIGE BEPERKINGEN LEVENSSTIJL EN CHRONISCHE ZIEKTEN LANGDURIGE BEPERKINGEN Gezondheidsenquête 2018 _ STEFAAN DEMAREST LYDIA GISLE RANA CHARAFEDDINE JOHAN VAN DER HEYDEN 1 Sciensano Epidemiologie en volksgezondheid - Levensstijl

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017 Verkeersongevallen 2016 in detail: oorzaken, leeftijd, & type weggebruiker, plaats & tijd ongeval De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium publiceert vandaag

Nadere informatie

Opname in het ziekenhuis

Opname in het ziekenhuis Opname in het ziekenhuis Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail :

Nadere informatie

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Voedingsstatus. Sabine Drieskens

Voedingsstatus. Sabine Drieskens Voedingsstatus Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@iph.fgov.be

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

Voedingsgewoonten. Sabine Drieskens

Voedingsgewoonten. Sabine Drieskens Voedingsgewoonten Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@iph.fgov.be

Nadere informatie

Beperkingen. Stefaan Demarest

Beperkingen. Stefaan Demarest Beperkingen Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 94 E-mail : stefaan.demarest@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

KWETSBAARHEID BIJ OUDEREN

KWETSBAARHEID BIJ OUDEREN Levensstijl en chronische ziekten KWETSBAARHEID BIJ OUDEREN Gezondheidsenquête 2018 _ DIEM NGUYEN JOHAN VAN DER HEYDEN RANA CHARAFEDDINE Sciensano Epidemiologie en volksgezondheid - Levensstijl en chronische

Nadere informatie

Contacten met de huisarts

Contacten met de huisarts Contacten met de huisarts Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail

Nadere informatie

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval Fietsongevallen Ongevalscijfers Samenvatting In 212 zijn 2 personen aan de gevolgen van een fietsongeval overleden. De dodelijke fietsongevallen zijn slechts het topje van de ijsberg van alle fietsongevallen.

Nadere informatie

patiëntenwijzer Hoe voorkomen dat u valt?

patiëntenwijzer Hoe voorkomen dat u valt? patiëntenwijzer Hoe voorkomen dat u valt? Een val is snel gebeurd... Met het ouder worden, loopt u meer kans om te vallen. De meeste valpartijen gebeuren bij het doen van de dagelijkse taken: de brievenbus

Nadere informatie

Is de fietser kwetsbaar?

Is de fietser kwetsbaar? Is de fietser kwetsbaar? Jorrit Harbers Traumachirurg UMCG 19 februari 2014, pag. 2 ACHTERGROND FIETSONGELUKKEN Chirurgen zien een stijging van het aantal letsels door fietsongelukken. De overheid moet

Nadere informatie

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder)

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Samenvatting De ernst van het probleem rond vallen bij ouderen blijkt uit het grote aantal Spoedeisende hulpbehandelingen (SEH), het hoge aandeel opname na SEH-behandeling,

Nadere informatie