Haalbaarheidsstudie gebiedsontwikkeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Haalbaarheidsstudie gebiedsontwikkeling"

Transcriptie

1 Haalbaarheidsstudie gebiedsontwikkeling duingebied Hoorn-Oosterend, Terschelling Samenstelling: JanSiem Rus (Bureau Hunzebreed) Chris Braat (Stichting FREE Nature) Februari 2010

2 Inhoudsopgave 1. Verandering en verschillende belangen in het duingebied 3 2. Randvoorwaarden en uitgangspunten 5 3. Het gebied tot nu toe Ontstaanswijze en geomorfologie Gebruiksgeschiedenis Recente veranderingen in de geomorfologie door dynamisch kustbeheer Watersysteem Natuurwaarde Belangen nader belicht Natuur Landbouw Cultuurhistorie Kustbeheer Waterwinning Het gebied in de toekomst: drie ontwikkelingsrichtingen 19 A) Nagenoeg natuurlijk landschap 21 B) Natuurlijk cultuurlandschap 27 C) Agrarisch cultuurlandschap Drie mogelijke alternatieven voor drinkwaterwinning Winalternatief Winalternatief Winalternatief Verhaal van een landschap in verandering 37 CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

3 1. Verandering en verschillende belangen in het duingebied Deze studie richt zich op het duingebied tussen het Hoornse Bos en het begin van de Boschplaat op Terschelling. In dit duingebied liggen verschillende waarden en spelen verschillende belangen. Natuur: het duingebied heeft belangrijke natuurwaarden (natuurlijke duinvormen, levensgemeenschappen, soorten) en het hele gebied is op grond van de Europese Habitatrichtlijn aangewezen als Natura 2000 gebied Landbouw en cultuurhistorie: het duingebied kent sinds jaar en dag medegebruik door boeren. Er liggen al bijna een eeuw ontgonnen duinvalleien ( plakken genoemd), deels verpacht aan diverse boeren. Kustveiligheid: De primaire waterkering ligt aan de binnenduinrand, tegen de grens met de polder. De zeereep bestaat uit een stuifdijk die sinds ruim tien jaar vrij kan stuiven en dat ook volop doet. Waterwinning: Terschelling ontvangt een groot deel van haar drinkwater via een wadleiding. Een wadleiding is kwetsbaar en kostbaar. Er is een breed onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor waterwinning op Terschelling. Mogelijk kan dit deel van het duingebied ook een rol in de waterwinning vervullen. Het verstuiven van de zeereep zorgt voor veel veranderingen in de buitenste duinenrij. Dat past bij een dynamisch duingebied zoals dat vanuit de natuurdoelstellingen gewenst is. Een deel van de eilanders vreest dat de zeereep uitholt, dat de zee het eiland zal binnendringen en dat het duingebied gevaar loopt. Door het verstuiven van de zeereep zijn sommige graslanden (deels) overstoven en is de afwateringssloot van de westelijke duingraslanden dicht gestoven. Deze graslanden zijn veel natter geworden, en daarmee minder productief. Vanuit natuurbelang is extensivering van het gebruik van de graslanden gewenst. De duingraslanden ten oosten van de Badweg wateren via de Bloedsloot af richting Waddenzee. Daardoor wordt zoet duinwater afgevoerd en verdroogt een deel van het gebied, gezien vanuit het natuurbelang. De duinen raken meer en meer begroeid met struiken en grove grassen, zoals duinriet en zandzegge. Op zich een natuurlijk proces, versneld door verhoogde stikstofdepositie. Jonge ontwikkelingsstadia en bijzondere soorten staan onder druk. Het gebied verandert voortdurend, met of zonder gericht ingrijpen. In de situatie zoals die nu is hebben alle belanghebbenden min of meer een probleem. De belangen in het gebied botsen. Kunnen we de ontwikkeling zo sturen dat de verschillende belangen daar baat bij hebben? Alvorens mogelijke ontwikkelingen voor de toekomst te verkennen bekijken we eerst de randvoorwaarden (H.2) en de historie en de sturende processen in het gebied (H.3). Een verdieping van de diverse belangen staat in H.4. Hoofdstuk 5 schetst een aantal integrale ontwikkelingsrichtingen. Hoofdstuk 6 gaat in op de mogelijkheden voor drinkwaterwinning bij de verschillende ontwikkelingsrichtingen. Hoofdstuk 7 tenslotte is een samenvatting en start voor het vervolg van het overleg. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

4 Centrale vraag: is er een ontwikkelingsrichting voor het gebied te formuleren waarbij: de natuur er beter van wordt (processen, instandhoudingsdoelen Natura 2000) de boeren een rol houden in beheer/gebruik en daar een deel van hun inkomen uit verdienen er dynamisch duinbeheer kan plaatsvinden zonder enig risico voor de kustveiligheid en zonder overlast voor de overige functies de waterhuishouding wordt verbeterd, en het overschot aan zoet water mogelijk benut kan worden voor de drinkwatervoorziening. Figuur 1: Landschapsbeeld vanaf duintop bij paal 15.6 oostwaarts, 15 december CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

5 2. Randvoorwaarden en uitgangspunten De hoofdfuncties van het gebied zijn natuur en veiligheid (primaire waterkering), daarnaast landbouw, cultuurhistorie en mogelijk in de toekomst drinkwaterwinning. Voor deze studie hanteren we de onderstaande wettelijk verankerde randvoorwaarden: De veiligheid van mensen en goederen komt niet in het geding. De zeewering mag geen enkel risico lopen. Er loopt een discussie over de ligging van de primaire waterkering op Terschelling. Vanuit het eiland is de wens om de zeereep tussen paal 8 en paal 18 als zeewering te bestemmen. Voor deze studie gaan we uit van de huidige ligging van de zeewering (zoals vastgelegd in de Wet op de Waterkering) aan de zuidrand van het duingebied, tegen de polder aan. De instandhoudingsdoelen van Natura 2000 worden gehaald. Het gebied is aangewezen voor de broedvogelsoorten: dodaars, bruine- en blauwe kiekendief, bontbekplevier, strandplevier, dwergstern, velduil, paapje, tapuit, rietzanger De volgende habitats waarvoor de Duinen van Terschelling zijn aangewezen komen voor in het duingebied Hoorn-Oosterend 1. Habitat Instandhoudingsdoel H2110 Embryonale duinen Behoud oppervlakte en kwaliteit H2120 Witte duinen Behoud oppervlakte en kwaliteit H2130A Grijze duinen (kalkrijk) Behoud oppervlakte en kwaliteit H2130B Grijze duinen (kalkarm) Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit H2130C Grijze duinen (heischraal) Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit H2140 Duinheiden met kraaihei Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit. H2150 Duinheiden met struikhei Behoud oppervlakte en kwaliteit H2160 Duindoornstruwelen Behoud oppervlakte en kwaliteit H2170 Kruipwilgstruwelen Behoud oppervlakte en kwaliteit H2180A Duinbossen (droog) Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit duinbossen, H2180B Duinbossen (vochtig) Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit H2180C Duinbossen (binnenduinrand) Behoud oppervlakte en kwaliteit H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit H6230 Heischrale graslanden Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit De instandhoudingsdoelen kunnen alleen gehaald worden bij voldoende dynamiek (verstuiving), een lage stikstofdepositie en hoge grondwaterstand. De doelen gelden voor het hele duingebied van Terschelling. Er is nog niet bepaald welke specifieke doelen gelden voor het studiegebied. Naast de wettelijk verankerde randvoorwaarden zijn er uitgangspunten die voortkomen uit bestaand beleid: Waterhuishoudingsplan en GGOR 2 (Wetterskip), Beheersplan Rijksgronden (Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat), Bestemmingsplan (Gemeente Terschelling). Deze beleidsuitgangspunten zijn belangrijk in deze studie, maar minder onwrikbaar dan de wettelijke randvoorwaarden. 1 In de tabel staan alleen de habitats die in het studiegebied (kunnen) voorkomen. 2 GGOR=Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime, uitgaande van de functies van een gebied CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

6 Figuur 2: overzichtskaart en luchtfoto van het studiegebied. Duidelijk herkenbaar zijn de plakken. Op de topografische kaart (uitgave 1999) is de zeereep nog weinig verstoven. Op de meer recente luchtfoto is duidelijk het naar binnen stuiven van zand vanaf de zeereep te zien CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

7 3. Het gebied tot nu toe Deze beschrijving is gebaseerd op de beschrijving van E.J.Lammers (Staatsbosbeheer, 2009) voor het beheerplan Natura Ontstaanswijze en geomorfologie Het duingebied van Hoorn en Oosterend is een in geomorfologisch opzicht zeer grootschalig duinlandschap van grote uitgestoven duinvlaktes. Aan de oostzijde worden deze vlaktes begrensd door hoog opgestoven loopduinvormen, aan de binnenduinrand door aaneen gegroeide loopduinen en restanten van grote paraboolduinsystemen. Deze duinvormen zijn er de stille getuigen van dat hier in de 19 e eeuw het meest dynamisch duinlandschap van Terschelling voorkwam. Tegenwoordig is het hele duingebied begroeid en is de verstuiving tot stilstand gebracht, met uitzondering van de zeereep (zie onder). 3.2 Gebruiksgeschiedenis In de 19 e eeuw werd het duingebied vrij intensief gebruikt door de Terschellinger boeren voor het weiden van vee. Vee graasde gemeenschappelijk vrij in de duinen in de periode tussen half september en half april. Dit gebruik staat bekend onder de naam Oerol. Het duingebied van Hoorn en Oosterend werd waarschijnlijk intensiever gebruikt dan de meer westelijk gelegen duinen omdat er op dit deel van het eiland maar weinig grond in de polder of op de kwelder beschikbaar was. De Boschplaat en het grootste deel van de Groede waren halverwege de 19 e eeuw nog vrijwel onbegroeid. De relatief intensieve beweiding van de duinen zal hebben bijgedragen aan de grootschalige verstuiving hier. In 1883 werd een dijk aangelegd van Oosterend naar het strand. Op deze oude dijk ligt nu de Badweg van Oosterend. Vanaf 1890 werden de verstuiving actief vastgelegd. In dat kader werd het Oerol opgeheven: vee mocht niet meer vrij in de duinen grazen. Ter compensatie voor de boeren zijn veel duinvalleien ontgonnen tot duingraslanden die aan de boeren werden verpacht en waar vee binnen een raster geweid kon worden. De valleien werden via een uitgebreid slotenstelsel met elkaar verbonden en ontwaterd (zie onder). Bij de ontginning werden duinvalleien geëgaliseerd waarbij veel zand tegen de duinvoeten werd opgeschoven. Hier en daar werden tussenliggende duinen door dijkjes met elkaar verbonden. Het agrarisch gebruik van de duinvalleien is in de loop der jaren geïntensiveerd, waarbij de (kunst)mestgift hoger werd. 3.3 Recente veranderingen in de geomorfologie door dynamisch kustbeheer Tot de tachtiger jaren had de zeereep tussen paal 15 en paal 20 het karakter van een rechte stuifdijk. Er was sprake van een teruglopende kustlijn en de zeereep had te lijden onder afslag en klifvorming. Rijkswaterstaat besloot de zeereep onbegroeid te houden om zand naar binnen te laten stuiven en zo voor het eiland te behouden. Halverwege de negentiger jaren werd besloten om in de zeereep mechanisch een aantal kerven aan te brengen. Motief was om het naar binnen stuiven van zand te bevorderen en tegelijk een ecologische meerwaarde in het achterliggende duingebied te realiseren door overstuiving met kalkhoudend zand, waardoor het duingebied als het ware verjongd werd. Door de ingrepen is inderdaad veel zand naar binnen gestoven en heeft de zeereep een ander aanzien gekregen. Vergelijken we in fig. 4 de blauwe zone (het weg gestoven zand uit de voormalige zeereep) met de gele en rode zones (de lage resp. hogere delen van de meer naar binnen gelegen nieuwe zeereep), dan blijkt dat de zeereep veel breder is geworden en dat er tussen vrij hoge duintoppen lagere delen ontstaan zijn. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

8 Figuur 3: Luchtfoto van de zeereep aan het einde van de Badweg van Oosterend. Aan de kop van de Badweg is de ligging van de oude zeereep zichtbaar, deze is hier gefixeerd gebleven door begroeiing. Aan weerszijden vindt op grote schaal verstuiving plaats. Figuur 4: Verandering van de hoogteligging van de zeereep tussen paal 15.4 en paal 20.4 als gevolg van dynamisch kustbeheer. Blauw gekleurde gebieden zijn lager geworden (uitgestoven), rood gekleurde gebieden zijn hoger geworden (opgestoven). Figuur van Arens Bureau voor Strand en Duinonderzoek, Het toegevoegde rode kader geeft het gebied aan van de luchtfoto van figuur 3. Verder is te zien dat aan de buitenzijde op het strand een nieuw smalle onderbroken zeereep tot ontwikkeling is gekomen. Hier is het proces te zien van parabolisering van een rechte zeereep, gekoppeld aan de vorming van een nieuwe natuurlijke zeereep door het aan elkaar groeien van embryoduintjes aan de voet van de oude zeereep. Het verleden leert dat de in de zeereep gevormde parabolen weer vrij snel stabiliseren, op korte afstand landinwaarts van de zeereep. De zandaanvoer en dynamiek nemen daar CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

9 af en krachtige groeiers en zandvastleggers als helm en zandhaver vestigen zich. In de vochtiger delen verschijnen duinriet en kruipwilg. Dit is nu aan de binnenzijde van de zeereep al goed te zien. Of de in 1993 uitgevoerde vooroeversuppletie tussen paal 13.7 en paal 18 effect heeft op de hoeveelheid zand die verstuift is nog niet te zeggen op grond van meetgegevens. 3.4 Watersysteem Onder het duincomplex van Terschelling ligt een grote zoetwaterbel, die als het ware drijft op het zoutere water in de ondergrond. De zoetwaterbel strekt zich uit tot buiten de duinen in een deel van de polder. De zoetwaterbel wordt gevoed door neerslag (er valt in Nederland meer neerslag dan er verdampt). Van nature verloopt de afwatering via grondwater. Waarschijnlijk stroomde vroeger zoet water ook oppervlakkig af in de richting van de Boschplaat, door laagtes tussen de opgestoven duinen aan de oostrand van het gebied. Het natuurlijke grondwatersysteem is beïnvloed door de aanleg van de afwatering van de ontgonnen duinvalleien. De zoetwaterbel van het duingebied Hoorn-Oosterend heeft een asymmetrische ligging t.o.v. de vorm van het eiland. De waterscheiding ligt niet in het midden van het eiland, maar meer zuidwaarts onder de hoge duinrug van de primaire waterkering. De gemiddelde grondwaterstand onder de rug ligt ongeveer op een niveau van NAP + 3m. Naar het noorden daalt de grondwaterstand zeer geleidelijk, naar het zuiden, richting poldergebied is sprake van een relatief sterke gradiënt in de grondwaterstand. De ligging van de gemiddelde grondwaterstand is in figuur 5 aangegeven door het beeld van isohypsen (lijnen van gelijke grondwaterstand). Het isohypsenbeeld geeft niet alleen de hoogte van de grondwaterstand aan, maar illustreert ook de afstromingsrichting van het grondwater. Water stroomt loodrecht op het isohypsenpatroon. Er is een verschil in watersysteem tussen het westelijk duingebied (ten westen van de badweg van Oosterend) en het oostelijke duingebied. Watersysteem westelijk duingebied De asymmetrische ligging van het grondwatersysteem wordt vooral bepaald door de netto grondwatervoeding en de afvoer van grondwater naar het oppervlaktewatersysteem. In het westelijke duingebied vond voorheen oppervlakkige afvoer plaats naar een watergang langs de binnenduinrand. Sinds meer dan 15 jaar is deze watergang niet meer functioneel. In de huidige situatie wordt de asymmetrische ligging van het grondwatersysteem vooral bepaald door de verschillen in netto grondwatervoeding tussen het hoge duingebied in het zuiden en de lage gebieden met duingraslanden in het noorden. In het hoge duingebied liggen de grondwaterstanden diep en is de grondwatervoeding groot door de geringe verdamping. In het lage duingebied liggen de grondwaterstanden ondiep, nabij het maaiveld. Hierdoor is de verdamping aanzienlijk groter en de grondwatervoeding geringer (of afwezig) dan in het hoge duingebied. Door het ontbreken van afvoer van oppervlaktewater wordt de waterbalans en daarmee de grondwaterstand bepaald door de nuttige neerslag (neerslag minus verdamping) en de grondwaterafstroming naar Noordzee en Waddenzee. Tussen deze balanstermen is een (dynamische) hydrologische evenwichtsituatie ontstaan met de grondwaterstand in het lage duingebied als belangrijke buffer. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

10 Figuur 5: Schets van het huidige watersysteem. De waterscheiding (stippellijn) ligt in het zuiden. De afwatering via de Bloedsloot leidt er toe dat een groter deel van het gebied in zuidelijke richting afwatert dan in een natuurlijke situatie het geval zou zijn. Mede op basis van gegevens uit het GGOR-onderzoek van Terschelling is geschat dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) in de duingraslanden nabij het maaiveld ligt CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

11 (GHG 0-20cm -mv) en de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) op een diepte van cm mv. De werkelijke standen wisselen van jaar tot jaar. Watersysteem oostelijk duingebied In het oostelijke duingebied zijn meer lagere duingebieden, terwijl het afvoersysteem van oppervlaktewater hier nog wel functioneert: het afvoersysteem van de Bloedsloot. Vanwege de geringe breedte van de zuidelijke duinrug en de afvoer van oppervlaktewater naar het zuiden heeft de waterscheiding ter hoogte van de Bloedsloot een inham in noordelijke richting. Aanvoer van grondwater naar het lage gebied van de Bloedsloot vindt plaats vanuit de noordoost flank van het westelijke hoge duingebied en vanuit de duinen aan de oostrand van het gebied, op de grens met de Koggegronden en de Groede (Kopjesplak-Jan Thijssenduin). De waterbalans in het gebied en daarmee de grondwaterstand wordt bepaald door de nuttige neerslag, de afvoer van oppervlaktewater en de grondwaterafstroming naar Noordzee, Waddenzee en Koggegronden/De Groede. Opmerkelijk is dat het gebied volgens het GGOR-onderzoek natter is dan het westelijke duingebied, ondanks de afvoer van oppervlaktewater en een vergelijkbare hoogteligging. Dit kan mogelijk verklaard worden vanuit de opbouw van de ondergrond (geringer doorlaatvermogen) en/of de grotere breedte van het eiland hier, waardoor de zoetwaterbel meer opbolt. Volgens de GGOR-studie van Terschelling ligt de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) in grote delen van de duingraslanden boven het maaiveld en de gemiddeld laagste grondwaterstand op 20-50cm mv. 3.5 Natuurwaarde Het duingebied Hoorn-Oosterend bestaat uit een afwisseling van droge en natte delen. In de lage, natte delen komen van nature duinvalleivegetaties, kruipwilgstruwelen en broekbossen voor. In de hogere, drogere delen zijn van nature duinheiden, droge duingraslanden met korstmossen en drogere duinbossen te vinden. De droge duinen zijn grotendeels sterk vergrast. Alleen aan de buitenzijde van het duincomplex waar op sommige plekken enig (soms kalkhoudend) zand inwaait zijn hier en daar kruidenrijke en/of korstmosrijke vegetaties van Grijze duinen aan te treffen. De lager gelegen, natte delen in het duingebied Hoorn-Oosterend zijn grotendeels in cultuur gebracht en als landbouwgrond gebruikt. Door de bemesting en (voormalige) ontwatering zijn er vrij soortenarme graslanden te vinden. Wel broeden er weidevogels in lage dichtheden. Op plekken waar deze graslanden overstoven zijn vanuit de dynamische zeereep ontwikkelt zich een ruige begroeiing met o.a. Riet, Duinriet, Wilgenroosje. Hier en daar zijn soorten te vinden als Holpijp, Addertong en Dotterbloem die duiden op de invloed van een versterkte grondwateraanvoer vanuit het centrale duingebied. In de niet in cultuur gebrachte valleien ten westen van de Badweg van Oosterend komen vooral Kraaiheidevegetaties voor en op de lagere stukken, met name in het Douwesplak, veel Cranberry s. De graslanden onder aan de westhelling van het Jan Thijssensduin aan weerszijden van het fietspad zijn al lang niet bemest. Ze worden jaarlijk gemaaid en delen zijn geplagd. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

12 Figuur 6: Deels vergraste grijze duinen in het westelijk deel van het gebied Figuur 7: Botanisch waardevolle duinvallei aan de oostkant van het gebied CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

13 Aan de oostzijde komt een heischrale vegetatie voor met o.a. Dopheide, Tormentil, Tandjesgras, Hondsviooltje, Heidekartelblad, Gevlekte orchis, Welriekende nachtorchis en Verfbrem. In recent geplagde delen aan de westzijde lijkt zich weer een Knopbiesvegetatie te vestigen met naast Knopbies veel Moeraswespenorchis, Zeegroene zegge, Parnassia en op de nattere delen Oeverkruid, Waterpunge en Ronde zonnedauw. Aan de oostrand van het gebied ligt het secundair verstoven Parapluduin, waar soorten als Grote muggenorchis en Rondbladig wintergroen te vinden zijn. Nog steeds komen hier actieve stuifkuilen voor. Het Parapluduin ligt in de zone waar de duinrug tussen paal 19 en het Witte Duin over gaat in de hoge kwelders van de Boschplaat. Dit gebied draagt de naam De Koggegronden. Er ligt een overgang van hoog, droog en zandig naar geleidelijk lager, natter en kleiïger, en tegelijk een overgang van zoet via brak naar zout. Vroeger groeiden er uitgestrekte Knopbiesvegetaties aan de zoete kant van de gradiënt, overgaand in de gemeenschap van Parnassia en Duinrus, vervolgens in een Kwelderzeggegemeenschap en tenslotte in een begroeiing van de hogere, zandige kwelder zoals Aardbeiklaver, Rode bies, Zeerus en Engels gras. Tegenwoordig komt op deze gradiënt veel Kraaiheide met Kruipwilgstruweel voor aan de zoete kant en verder dichte Rietbegroeiingen met Zeebies aan de zoute kant. Aan de binnenkant van bovengenoemde duinrug ligt een natuurlijk ontstaan berkenbos met in de natte delen Grauwe en Geoorde wilg en op de hogeredelen Eik, Lijsterbes en Ratelpopulier. In de ondergroei is veel Kamperfoelie en Kraaiheide aanwezig. Er groeien ook boreale soorten, nl. Stekende wolfsklauw, Beredruif en (voorheen) Zevenster. Enkele jaren geleden is een deel van het bos verbrand maar het herstel lijkt voorspoedig te verlopen. In zuidelijke richting sluiten hier uitgestrekte Kruipwilg- en heidebegroeiingen en Duinriet ruigten op aan met hier en daar zich uitbreidende boskernen. Parapluduin Koggegronden afwateringssloot natuurlijk duinloofbos (Berkenvallei) gemaaide duinvallei Figuur 8: luchtfoto oostelijk deel van de duinboog en overgang naar de Koggegronden CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

14 Figuur 9: Schematische weergave van de diverse belangen in het duingebied Hoorn-Oosterend CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

15 4. Belangen nader belicht Tijdens een werkbijeenkomst op 15 december 2009 zijn de verschillende belangen met enkele betrokkenen verkend. Hier een samenvatting. De betrokkenen ervaren nu allemaal in meer of mindere mate knelpunten. Men is het er over eens dat een open gesprek over belangen een begin kan zijn voor een gezamenlijke oplossing. 4.1 Natuur Vanuit het natuurbelang bekeken is het gewenst natuurlijke processen te herstellen: vorming van nieuwe duinen en een (meer) natuurlijke waterhuishouding. Het verminderen of beëindigen van de waterafvoer via de Bloedsloot zou de natuurwaarden van de duinen ten goede komen. Ook wil de natuurbeheerder, Staatsbosbeheer, graag een extensiever gebruik van de duingraslanden, zonder bemesting. Staatsbosbeheer is al jaren bezig om de duingraslanden geleidelijk aan pachtvrij te krijgen. Zonder bemesting kunnen zich geleidelijk soortenrijkere begroeiingen ontwikkelen. De graslanden blijven herkenbaar in het landschap, en de cultuurhistorie dus ook. Het verstuiven van de zeereep past bij de natuurdoelen. Er ontstaan nieuwe pioniersituaties en er stuift kalkhoudend zand de duinen in, wat zorgt voor verjonging. De vergrassing en verruiging van de duinen als gevolg van stikstofdepositie is een groot probleem. Wellicht kan begrazing een rol spelen om dit probleem aan te pakken. Behalve natuur is ook natuurgerichte recreatie een doelstelling van Staatsbosbeheer. Het is belangrijk om het duingebied toegankelijk te houden voor bezoekers. 4.2 Landbouw Er zijn nu 8 à 10 gebruikers van de ontgonnen duingraslanden. Een deel van de graslanden is verpacht, de rest wordt op grond van kortlopende overeenkomsten door Staatsbosbeheer aan boeren uitgegeven. De graslanden ten westen van de Badweg zijn sterk vernat door het dichtstuiven van de afwatering. Afhankelijk van het weer staan deze graslanden korte of langere tijd plas-dras en groeit er weinig gewas. De boeren kunnen voor hun bedrijfsvoering niet op deze graslanden rekenen. De graslanden ten oosten van de Badweg kennen wel een goede ontwatering die in stand zou moeten blijven, wil je hier als boer iets aan hebben. Voor de boeren is bemesting van de duingraslanden van belang, omdat er anders te weinig bruikbaar gewas is voor beweiding of ruwvoerwinning. Een voldoende hoog eiwitgehalte is nodig voor het vee. De boeren werken met plezier in het duin, maar er moet wel een opbrengst tegenover staan. Als er vervangende grond beschikbaar is, is het opgeven van de duingraslanden voor productiedoeleinden bespreekbaar. De druk op de polder is hoog, er is weinig grond voor het aantal boeren dat hier een bedrijf heeft. Steeds meer gronden worden gebruikt als paardenwei. De boeren hebben voor hun bedrijfsvoering behoefte aan een toekomstperspectief en aan duidelijkheid. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

16 Figuur 10: Nat duingrasland (de Plak van 15 ) aan de westkant van het studiegebied, 15 december Op de achtergrond het Hoornse Bos. De zeereep (rechts) is hier begroeid en niet verstoven en heeft het karakter van een stuifdijk. Figuur 11: Veel eilanders zien een risico dat de zeereep een keer bij storm en hoge waterstanden doorbreekt en de zee het duingebied instroomt. Rijkswaterstaat ziet eerder de ontwikkeling van een bredere, sterkere zeereep. Hier een beeld van de wash-over aan het einde van de stuifdijk op Schiermonnikoog (11 december 2009) waar de zee bij hoge waterstanden sinds jaar en dag het achterliggende duin- en kweldergebied in stroomt. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

17 4.3 Cultuurhistorie De duingraslanden zijn in het gemeentelijk beleid aangeduid als cultuurhistorisch waardevolle elementen. Gebruik dat de cultuurhistorische waarde schaadt is niet toegestaan volgens het gemeentelijk beleid. Een extensivering van het gebruik kan wel passen. Het vroegere vrij laten grazen van vee in de winterperiode (Oerol) is ook cultuurhistorie en deze cultuurhistorie is nu verdwenen. De vraag is wat je precies wilt behouden om de historie van het gebied herkenbaar te houden. 4.4 Kustbeheer Het Wetterskip is verantwoordelijk voor het beheer van de zeekering. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het onderhoud van de basiskustlijn. Vanuit beheeroogpunt zoekt men naar een efficiënte manier om de veiligheid te garanderen. Vanuit die gedachte is het dynamisch kustbeheer in het studiegebied gestart: meer zand het duingebied in laten stuiven, zodat het zand het eiland verder opbouwt. De meningen over deze verandering van beheer verschillen. Rijkswaterstaat vindt het dynamisch kustbeheer geslaagd en wordt in die conclusie gesteund door onderzoekers. Ook de natuurbeheerder, Staatsbosbeheer, staat positief ten opzichte van de toegenomen dynamiek, waardoor nieuwe dynamische milieus ontstaan. Een deel van de eilanders ziet de veranderingen met enige vrees aan. De boeren hebben er last van. Het Platform Duurzaam Landschap Terschelling stelt dat de zeereep uitholt, met name tussen paal 16 en paal 18. Er stuift niet alleen zand landinwaarts, er verdwijnt ook zand richting strand en zee bij zuidwesterstormen. Het risico op overstroming en verzilting neemt daardoor toe, meent het Platform. 4.5 Waterwinning Op dit moment is er geen drinkwaterwinning in het studiegebied. Voor de toekomst verkent drinkwaterbedrijf Vitens de mogelijkheden om meer drinkwater op het eiland zelf te winnen. Terschelling heeft nu een wadleiding die zorgt voor aanvoer van drinkwater vanaf het vaste land, afkomstig uit Gaasterland. De leiding is afgestemd op de watervraag in het drukke zomerseizoen: dan moet er genoeg water zijn. Gevolg is dat in de winter, als de vraag veel lager is, de verblijftijd van het water in de leiding langer wordt. Er is dan extra aandacht nodig om de waterkwaliteit te handhaven. Bovendien is een wadleiding sowieso kwetsbaar, het eiland hangt als het ware aan een navelstreng. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

18 Natuurlijke processen sturen ontwikkeling landschap Mensen sturen ontwikkeling landschap Nagenoeg natuurlijk landschap Natuurrijk cultuurlandschap Agrarisch productielandschap Figuur 12: ontwikkelingsrichtingen op een as met van links naar rechts meer sturende menselijke invloed. Figuur 13: Samenhang van natuurlijke processen die het landschap vormen. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

19 5. Het gebied in de toekomst: drie ontwikkelingsrichtingen Voor de discussie over de toekomst beschouwen we het duingebied als een geheel, met alle processen en belangen die er spelen. Om zicht op het totaalbeeld te houden schetsen we drie integrale ontwikkelingsrichtingen (figuur 12) met logisch daar aan verbonden keuzes: A. Nagenoeg natuurlijk landschap waarin natuurlijke processen maximaal de ruimte krijgen om het landschap te vormen B. Natuurrijk cultuurlandschap met handhaving patronen en aangepaste afwatering C. Agrarisch cultuurlandschap waarin de productiefunctie van de duingraslanden verbeterd wordt. De ontwikkelingsrichtingen liggen langs een as van minimale menselijke invloed naar menselijke invloed als belangrijke sturende factor, met vele grijstinten daar tussen. De ontwikkelingsrichtingen zijn vrij rechtlijnig geschetst en er zijn allerlei nuances denkbaar. Iedere ontwikkelingsrichting geeft een landschap met een eigen identiteit. Per richting is in de tekst beschreven wat de ontwikkeling betekent voor kustbeheer, waterhuishouding, cultuurhistorie, wijze van natuurbeheer en mogelijkheden voor de landbouw. Waterwinning als mogelijke nieuwe functie komt apart aan de orde in hoofdstuk 6. Voor de ontwikkelingsrichtingen nemen we de sturende processen als uitgangspunt. In hoeverre grijpen we (gericht) in die processen in? Bij die vraag is het van belang het verschillende niveau van processen te onderkennen (figuur 13). Ingrepen in processen op een hoger niveau ( groter vakje ) hebben een groter en vaak minder voorspelbaar effect in tijd en ruimte. Het kustbeheer (zandsuppletie, dynamisch beheer van de zeereep) grijpt aan op een hoog niveau en heeft veel invloed op het gebied. Het watersysteem (hydrologie) stuurt de ontwikkeling van het hele duingebied en het gebruik en de begroeiing van dat gebied. Geomorfologie en waterhuishouding zijn als basis genomen voor de beschrijving van de ontwikkelingsrichtingen. Maatregelen als plaggen, bemesten, maaien of begrazen zijn minder sturend voor het landschap als geheel, maar daarmee niet minder belangrijk. Het vegetatiebeheer (zoals maaien of begrazen) of landbouwkundig gebruik (zoals bemesten) kan het verschil maken tussen herstel of plaatselijk uitsterven van bedreigde habitats en soorten. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

20 Figuur 14: Watersysteem zonder menselijke invloed. Afwateringssloten gedempt. Duingraslanden komen langere tijd plas-dras te staan. Grondwater stroomt af naar de polder (meer kwel) en naar de Koggegronden. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

21 A Nagenoeg natuurlijk duinlandschap Bij deze ontwikkelingsrichting vormen natuurlijke processen het duinlandschap: de wind, het water, de planten en dieren. Sturende menselijke invloed is nihil. Het gebied blijft wel helemaal toegankelijk en mensen kunnen het beleven. Watersysteem Het watersysteem wordt bepaald door neerslag en verdamping en natuurlijke stroming en peilwisselingen. Bij een natuurlijke ontwikkeling wordt de afwatering via de Bloedsloot beëindigd. Daardoor zal de grondwaterstand in het oostelijke duingebied waarschijnlijk sterk stijgen. Met name in het oostelijke duingebied zal zich een nieuw evenwicht instellen tussen nuttige neerslag (neerslag minus verdamping) en grondwaterafstroming naar Noordzee, Waddenzee en Koggegronden/De Groede. De huidige inham in de waterscheiding ter hoogte van de Bloedsloot zal verdwijnen (vergelijk figuur 14 met figuur 5). Afhankelijk van de hoogteligging van duincorridors en de stijging van de grondwaterstand zal een natuurlijke oppervlakki ge afwatering plaatsvinden in noordoostelijke richting naar de Koggegronden, via een slenkensysteem. De cultuurgraslanden in het oostelijke duingebied zullen veel natter worden en blijven in het voorjaar langer onder water staan. Afhankelijk van de weersomstandigheden en de hydrologische situatie in de winter (mate van waterconservering door inundatie) zullen de grondwaterstanden in de zomer weinig wegzakken (GLG 0-30cm). Door het herstel van het grondwatersysteem van de duinrug ter hoogte van de Bloedsloot wordt een sterke toename van de kwel aan de binnenduinrand en in de aangrenzende polder verwacht. Zonder aanvullende maatregelen zal de polder natter worden. In het westelijke duingebied zullen de hydrologische veranderingen waarschijnlijk minder groot zijn. Hier vindt immers nu ook geen oppervlakkige afvoer plaats. De verwachting is wel dat de hydrologische veranderingen in het oostelijke deel ook hun uitstraling hebben op het westelijke duingebied. Tevens zal bij toename van de oppervlakte kaal duingebied door verstuiving van de zeereep de grondwatervoeding vanuit het noorden toenemen. Dit alles kan er toe leiden dat ook de duingraslanden in het westelijke deel verder vernatten met wintergrondwaterstanden boven het maaiveld en hogere zomergrondwaterstanden. De geschetste vernatting volgens het natuurlijke watersysteem hangt ook af van de ontwikkeling van de vegetatie in het gebied. Kaal of spaarzaam begroeid terrein draagt meer bij aan de grondwatervoeding (en dus aan hogere grondwaterstanden) dan ruig begroeid duingebied of bos. Kustontwikkeling De zeereep kan vrij verder verstuiven. Zand stuift landinwaarts en kan bij zuidwesten wind ook naar het strand stuiven. Door de hogere grondwaterstanden wordt waarschijnlijk meer zand ingevangen en raakt het kale zand begroeid en gefixeerd. Er zal geen grootschalige verstuiving of overstuiving van het hele gebied plaatsvinden, alleen langs de noordrand. Er ontstaat als het ware een bredere, meer landinwaarts gelegen natuurlijke zeereep. Het is niet te verwachten dat die zeereep doorbreekt en dat een slufter ontstaat. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

22 Figuur 15: Verschillende soorten grote planteneters hebben ieder hun eigen rol in het ecosysteem. De wit aangeduide soorten zijn niet inheems. Sommige rassen van rund of paard kunnen de uitgestorven oeros en tarpan benaderen in hun effect op het ecosysteem. Schapen en geiten zijn niet inheems; ze zijn ingevoerd vanuit ZO Europa. Figuur 16: Halfwilde paarden redden zichzelf jaarrond in natuurgebieden met voldoende omvang en variatie. Hier Koniks in het Kraansvlak bij Haarlem, december Foto: Leo Linnartz. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

23 Natuurbeheer Het natuurbeheer bestaat bij deze ontwikkelingsrichting in principe alleen uit het introduceren en zo beperkt mogelijk beheren van grote planteneters (grazers). Grote planteneters horen van nature thuis in kustgebieden en zij beïnvloeden de ontwikkeling van de begroeiing, waardoor alle ontwikkelingsstadia naast elkaar kunnen voorkomen. Begrazing is in deze ontwikkelingsrichting geen beheermaatregel om bepaalde doelen te realiseren. De grazers zijn onderdeel van het ecosysteem en ze doen wat ze doen, net zoals reeën nu al op Terschelling. Bij deze ontwikkeling past een zo natuurlijk mogelijk begrazing, met verschillende typen grote planteneters die allemaal op hun eigen unieke manier invloed op het ecosysteem hebben (zie figuur 15). De soorten zijn niet onderling inwisselbaar. Er zijn wel praktische beperkingen. Edel- en damherten zijn niet zonder hoge rasters binnen het studiegebied te houden en zullen dus het hele eiland kunnen bereiken. Die discussie overstijgt deze haalbaarheidsstudie. Halfwilde paarden gaan niet samen met ruiterroutes, omdat de halfwilde paarden tamme paarden als partner dan wel concurrent zien en er op reageren. Introductie van een zelfredzaam runderras is op korte termijn goed te realiseren. Ook wisenten behoren in principe tot de mogelijkheden. De zeekering kan gemakkelijk buiten het begraasde gebied gehouden worden. De grote planteneters leven het hele jaar buiten. Ze worden in principe niet bijgevoerd of medisch behandeld. De dieren leven in een sociaal kuddeverband en ze krijgen veulens/kalveren. Door het sociale gedrag ontstaat een gevarieerd gebruik van het gebied. Stieren vestigen een territorium en de groepen koeien met kalveren trekken langs de stieren om gedekt te worden. Ze weten zelf inteelt te vermijden. Door rivaliteit tussen stieren ontstaan stierenkuilen, die de dieren maken om elkaar te imponeren. Het effect van zulke natuurlijke kuddes is meer gevarieerd dan wanneer koeien of ossen worden ingeschaard. Het totale studiegebied is met grofweg 675 hectare groot genoeg voor een min of meer natuurlijke kudde. Het gebied is op zichzelf te klein om het kuddebeheer helemaal los te laten. Menselijk ingrijpen bestaat uit kuddebeheer, gericht op selectie (dieren die ziek worden of die lastig naar publiek zijn gaan er uit) en voorkomen van ernstige voedseltekorten door de omvang van de kudde te beperken vóór dat voedseltekorten tot sterfte leiden. Naar verwachting ontstaat bij een dichtheid van 1 GVE 3 per 7 hectare een dynamisch evenwicht tussen voedsel en aantal dieren, maar de praktijk zou dat moeten uitwijzen. De dieren bouwen in de zomer een vetreserve op en mogen in het winterseizoen flink afvallen. Wanneer de natuurlijke begrazing ook de Koggegronden en zelfs de Groede zou omvatten, kan een natuurlijke trek van de dieren plaatsvinden. Ze zullen dan in de zomer vooral op de kwelder grazen en in de winter de duinen opzoeken. Juist in de winter, als er weinig vers, eiwitrijk gewas staat, is de invloed van planteneters op vergrassing en verruiging in de duinen het grootst. Op deze manier komt in feite het vroegere Oerol weer tot leven, maar dan met min of meer wilde dieren. 3 GVE=Groot Vee Eenheid. Een volwassen rund geldt als 1 GVE, een paard als 0,66 GVE. In natuurlijke kuddes gaat deze rekensleutel niet op. Een volwassen halfwild rund dat geen melk of vlees hoeft te produceren en niet wordt bijgevoerd is niet hetzelfde als een moderne melk- of vleeskoe. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

24 Figuur 17: Jaarrond begrazen met natuurlijke kuddes vraagt om geharde, zelfredzame rassen, bijvoorbeeld Schotse Hooglanders. Landtong Rozenburg, Rotterdam, januari Foto: Leo Linnartz. Figuur 18: In sociale kuddes zullen stieren elkaar imponeren door stierenkuilen te graven. Zo ontstaan kleine zandige plekken, belangrijk voor insecten en korstmossen. Foto: Esther Linnartz. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

25 Er kan gekozen worden voor een meer gestuurde vorm van begrazing. Wanneer bijvoorbeeld alleen koeien en/of ossen worden ingezet, groeit de kudde niet en is er minder inspanning nodig voor het vangen en oormerken van dieren en het beperken van de populatiegroei. Hetzelfde geldt voor paarden: alleen merries of ruinen is ook te combineren met ruiterroutes. Het terreingebruik van de dieren is wel anders. Minder favoriete delen van het gebied worden gemeden en er ontstaan geen stierenkuilen. Het is mogelijk integrale begrazing uit te voeren met een vleesveeras (bijv. Herefords die nu ook in deel van het gebied grazen). Er is verschil in belang tussen een natuurbeheerder en een vleesproducent. Vanuit productieoogpunt mogen de dieren niet veel afvallen en zal een veehouder s winters willen bijvoeren. Dan zullen de dieren zich niet hoeven toe te leggen op minder favoriet voedsel, zoals duinriet, pitrus en wilgentakken. Het effect van de begrazing is dan anders. Begrazing met vleesvee en schapen komt terug bij de ontwikkelingsrichting van het natuurrijk cultuurlandschap. Tot slot is het ook in deze natuurlijke ontwikkelingsrichting mogelijk om plaatselijk aanvullend te maaien of te plaggen op plekken met hoge bestaande natuurwaarde of op plekken met potenties voor bijv. vochtige duinvalleien. Instandhoudingsdoelen Bij deze ontwikkelingsrichting zijn natuurlijke processen leidend. De beheerder stuurt alleen door het kuddebeheer en met plaatselijk aanvullend maaien. Halen we dan de Natura 2000 doelen? Jonge, dynamische habitats (embryonale duinen en witte duinen) nemen toe in de dynamische zeereep, een ontwikkeling die nu al plaatsvindt. De diverse typen grijze duinen nemen ook toe. Vergrassing en dichtgroeien met struweel vormen de voornaamste bedreiging. Onder de invloed van grazers ontstaan meer grazige delen in het duin, zeker als ook paarden in het gebied leven. Door vertrapping (stierenkuilen) en lichte overstuiving neemt de kwaliteit van de grijze duinen toe. Duinheiden zullen naar verwachting niet sterk in verspreiding veranderen. Door begrazing en betreding komt er wel meer structuur in. Duinstruwelen kunnen zich blijven uitbreiden bij deze ontwikkelingsrichting. De huidige duingraslanden zullen voor deel begroeid raken met kruipwilg. Duindoorn kan zich uitbreiden in het noordelijk deel van het gebied, waar kalkhoudend zand instuift. Begrazing heeft weinig invloed op de ontwikkeling van duindoorn. Duinvalleien kunnen toenemen op de plek van de huidige duingraslanden. Het zal lang duren voor de bodem voedselarmer wordt, tenzij delen geplagd worden. De begrazing is zo extensief dat niet alle duingraslanden grazig blijven, er komt ook struweel. In de verstuivende zeereep kunnen op kleine schaal nieuwe valleien uitstuiven. Duinbossen krijgen geleidelijk meer ontwikkelingsmogelijkheden. Door begrazing ontstaan open plekken in de nu vergraste zode. Daar kunnen bomen kiemen. Die bomen worden meteen weer geremd in hun ontwikkeling door diezelfde begrazing. Omdat de begrazing heel extensief is zullen er bomen zijn die het wel redden. Specifiek voor deze ontwikkelingsrichting is dat er veel structuur en veel geleidelijke overgangen ontstaan tussen de verschillende habitats, CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

26 Figuur 19: Watersysteem natuurrijk cultuurlandschap, met beperkte oppervlakkige afwatering. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

27 Mogelijkheden voor de landbouw Bij deze ontwikkelingsrichting is er geen enkele vorm van voedselproductie in het gebied. Landbouwkundig gebruik van de duingraslanden wordt onmogelijk door de vernatting. Begrazing vindt plaats met min of meer wilde kuddes die zelf hun weg zoeken in het gebied. Boeren kunnen een (betaalde) rol hebben in het kuddebeheer: toezicht, rastercontrole en onderhoud en periodiek vangen van de kudde. Als de kudde eenmaal de maximale omvang heeft bereikt, kunnen overtollige dieren verkocht worden, levend of als locaal product ( Terschellinger wild rundvlees ). De verkoop staat wel op de tweede plaats. De rol van kudde- en natuurbeheerder vraagt een totaal andere manier van omgaan met dieren dan op een boerenbedrijf. Het is heel persoonlijk of iemand zich in zo n rol kan vinden. Ook zal de hoogte van de vergoeding belangrijk zijn. Recreatie De toegankelijkheid van het gebied verandert niet, mensen kunnen nog steeds overal fietsen en wandelen waar dat nu ook kan. Er zal voorlichting nodig zijn over het omgaan met de grazers (niet voeren, afstand houden). De praktijk heeft geleerd dat er geen grotere risico s zijn dan bij begrazing met huisvee of niet-sociale kuddes. Als met een sociale kudde paarden gewerkt wordt zullen ruiterroutes verlegd moeten worden. B Natuurrijk cultuurlandschap Bij deze ontwikkelingsrichting blijven de bestaande patronen in het duingebied in stand, met name de duingraslanden. Gebruik en beheer worden er op gericht om in dat landschappelijke raamwerk de natuurwaarden te vergroten, in lijn met de instandhoudingsdoelen Natura Watersysteem Bij de ontwikkeling van een natuurrijk cultuurlandschap wordt het behoud van de huidige duingraslanden nagestreefd, met beheermogelijkheden(maaien of beweiden) in het voorjaar en de zomer. Het watersysteem wordt zo ingericht dat langdurige inundaties in winter/voorjaar en hoge grondwaterstanden in het groeiseizoen voorkomen worden. De insteek is niet het realiseren van hoogproductieve graslanden, maar de ontwikkeling van extensieve graslanden met hoge natuurwaarde. In het scenario van een natuurrijk cultuurlandschap ingestoken op een nat, maar stabiel watersysteem in de duingraslanden. Dit kan mogelijk bereikt worden door o.a.: Verondieping en verbreding van de Bloedsloot en bovenstroomse hoofdwatergangen Intensieve, maar ondiepe greppeldrainage van graslanden Opheffen van plasvorming op graslanden veroorzaakt door ondiepe storende lagen en/of komvorming (niet ontsloten laagtes) Door de Bloedsloot en bovenstroomse hoofdwatergangen te verondiepen wordt een diepe ontwatering van aanliggende gebieden voorkomen. Door deze watergangen te verbreden, zo mogelijk om te vormen in natuurlijke, ondiepe slenken, wordt stagnatie in waterafvoer en eventuele opstuwing bovenstrooms vermeden. Met een geleidelijk verhang van de bodemhoogte, zodat opstuwing en komvorming op de cultuurgraslanden voorkomen kan worden. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

28 Figuur 20: Jonge Hereford stier in begraasd gebied ten oosten van de Badweg, 15 december Combinatie van extensieve veehouderij en begrazing in de natuur Figuur 21: Het verschil tussen de wel- en niet-begraasde delen is duidelijk zichtbaar. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

29 Intensieve, ondiepe begreppeling zorgt er voor dat de grondwaterstand wel hoog blijft, maar niet boven het maaiveld uitkomt. Gelet op de geringe verschillen in hoogteligging en het lange afvoertraject is het van belang een breed afvoersysteem aan te leggen. Het beoogde watersysteem is weergegeven in figuur 19. De westelijke duingraslanden zijn weer aangesloten op het oostelijke watergangenstelsel door de aanleg van een nieuwe afwateringsslenk langs de zeereep. Deze afwateringsslenk vormt tevens de scheiding tussen het nieuwe stuifduincomplex van de zeereep en de cultuurgraslanden. In het beoogde cultuurlandschap blijft de grondwaterstand in de winter en het voorjaar hoog, maar komt niet boven het maaiveld uit (GHG: 10-30cm mv). Alleen in de niet begreppelde, meer natuurlijke graslanden wordt inundatie toegestaan (bv. Dazenplak). Door het ondiepe afvoersysteem zal de afvoer in het voorjaar snel stagneren en worden in de zomer hogere grondwaterstanden verwacht dan in de huidige situatie (GLG: cm mv).het isohypsenbeeld (grondwaterstandsbeeld) van dit scenario ligt tussen die van de huidige situatie en van het natuurlijk systeem in. Kustontwikkeling Om het bestaande cultuurhistorisch patroon te behouden en dichtstuiven wat afwateringsslenken te vermijden wordt de verstuiving van de zeereep beperkt. Er kan gedacht worden aan de aanleg van een struweelzone aan de binnenduinrand van de zeereep om instuivend zand op te vangen. Natuurbeheer Het natuurbeheer in dit cultuurlandschap kan divers worden ingevuld: Beheer van graslanden door te maaien en/of perceelsgewijs te beweiden. Idem, aangevuld met begrazing van de droge duinen door: o Runderen en/of o Paarden en/of o Schapen, in groot gebied of gericht in tijdelijke rasters Integrale begrazing van het hele gebied, of grote delen daarvan, zonder de graslanden apart van rasters te voorzien. De graslanden worden meebegraasd en in het najaar aanvullend gemaaid om ongewenste verruiging en verbossing te vermijden. In alle gevallen: plaatselijk van tijd tot tijd struweel/bos rooien om dichtgroeien van het gebied te vermijden Om de natuurwaarde van de graslanden te verhogen wordt de bemesting gestopt. Delen worden geplagd om herstel van vochtige duinvalleien te stimuleren. De bestaande bodem is nu te rijk aan organische stof om soortenrijke vochtige duinvalleien te ontwikkelen. Het plaggen kan samengaan met de verbreding en verondieping van de Bloedsloot en de aanleg van ondiepe greppels. In de greppels en langs de oevers van de Bloedsloot ontstaan vochtige, kwelgevoede pioniersituaties. Om de instandhoudingsdoelen te realiseren is meer dan nu beheer van de drogere duinen nodig om vergrassing en verruiging tegen te gaan. Begrazing wordt bij deze ontwikkelingsrichting gericht ingezet op de meest vergraste delen van het duingebied, om daar de vergrassing en verruiging terug te dringen. Grazers worden ingezet in relatief hoge dichtheden. In de winter gaan ze op stal of worden ze bijgevoerd. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

30 Instandhoudingsdoelen Bij deze ontwikkelingsrichting wordt het beheer gericht op de plekken waar de beste mogelijkheden liggen om bepaalde habitats te behouden of ontwikkelen. Jonge, dynamische habitats (embryonale duinen en witte duinen) nemen af in de zeereep, die wordt gefixeerd om overstuiving van de graslanden te vermijden. De diverse typen grijze duinen nemen toe bij toepassing van begrazing. Onder de invloed van grazers ontstaan meer open, grazige delen in het duin, zeker als ook paarden worden ingezet. Duinheiden zullen naar verwachting niet sterk in verspreiding veranderen. Door begrazing en betreding komt er wel meer structuur in. Duinstruwelen kunnen zich blijven uitbreiden bij deze ontwikkelingsrichting. De ontwikkeling wordt plaatselijk tegengegaan door te maaien en periodiek struweel te rooien. Duinvalleien kunnen toenemen op de plek van de huidige duingraslanden, doordat gemaaid, plaatselijk geplagd en niet meer bemest wordt. De waterhuishouding wordt ook gunstiger. Duinbossen zullen geleidelijk toenemen in de niet gemaaide of begraasde delen van het gebied, een ontwikkeling die nu al te zien is in de Berkenvallei. Mogelijkheden voor de landbouw De productiemogelijkheden voor de landbouw worden minder dan in de huidige situatie. Door beperkte vernatting en verschraling leveren de duingraslanden geen bruikbaar gewas meer op voor de melkveehouderij. Boeren zouden wel een betaalde rol kunnen krijgen als natuurbeheerder in opdracht van Staatsbosbeheer. Begrazing van (delen van) de duinen kan plaatsvinden met vee van de boeren of van manegehouders, waarbij zij een vergoeding krijgen om hun dieren in het duingebied te laten grazen. Er zal een spanningsveld blijven tussen de belangen van de boeren de natuurbeheerders. Ontwormen van vee bijvoorbeeld is in een natuurgebied ongewenst wegens de negatieve gevolgen voor de insecten en in hun kielzog andere dieren (bijv. grauwe klauwier, paapje). Structureel bijvoeren heeft als nadeel dat de voerplekken sterk vertrapt worden en verruigen. CONCEPT Haalbaarheidsstudie duingebied Hoorn-Oosterend, Februari

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Sturende dynamische processen Stroming van zoet en zout oppervlakte-

Nadere informatie

Programma 4: Dynamische eilanden

Programma 4: Dynamische eilanden Programma 4: Dynamische eilanden De Nederlandse Waddeneilanden liggen verankerd in de zee. Stuif- en andere dijken maken dat ze geen kant op kunnen. Wind, water en stuivend zand hebben nauwelijks invloed

Nadere informatie

Motivaties in het beheer van de duinen

Motivaties in het beheer van de duinen Motivaties in het beheer van de duinen Ter gelegenheid van het Lymesymposium 1 november 2013 Marianne Snabilie Manager Onderhoud en Administratie PWN Waterleidingbedrijf Afdeling Natuur en Recreatie Inhoud

Nadere informatie

Aangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014

Aangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014 Notitie Ontwikkelingen kustvak paal 15-20 op Terschelling Aangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014 In deze notitie worden enkele belangrijke aspecten van het

Nadere informatie

Natuurherstel in Duinvalleien

Natuurherstel in Duinvalleien Natuurherstel in Duinvalleien Kan het natuurlijker? A.P.Grootjans@rug.nl 1 Universiteit Groningen, IVEM 2 Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw lezing Hydrologisch systeem van een duinvallei Relatie hydrologie,

Nadere informatie

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas reg.nr. 17.87199 17.100697 Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas 1. Hydrologie 1.1 Hydrologische voorwaarden voor Schoenetum : zomergrondwaterstanden die niet verder

Nadere informatie

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014 Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.

Nadere informatie

Duingebied Hoorn-Oosterend en de Groede

Duingebied Hoorn-Oosterend en de Groede Duingebied Hoorn-Oosterend en de Groede Plan van Aanpak Integrale Gebiedsontwikkeling Definitief rapport 16 december 2011 Chris Braat, Stichting FREE Nature 2 Inhoud 1 Aanleiding: samen op zoek naar meer

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid Dynamisch kustbeheer Erna Krommendijk Milieufederatie Noord-Holland Programma veldbezoek 15 november 2013 Welkom / introductie Veldbezoek met diverse toelichtingen Lunch Wensen en kansen in deelgebieden:

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan De Topnatuur van Ameland Natura 2000 beheerplan 1 Voorwoord Europeeske topnatuer en dat is Ameland! Het hoort bij het natuurnetwerk Natura 2000. Dit netwerk ligt in heel Europa en Ameland is daar onderdeel

Nadere informatie

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan De Topnatuur van Ameland Natura 2000 beheerplan 1 Voorwoord Europeeske topnatuer en dat is Ameland! Het hoort bij het natuurnetwerk Natura 2000. Dit netwerk ligt in heel Europa en Ameland is daar onderdeel

Nadere informatie

Effecten van begrazing in kustduinen

Effecten van begrazing in kustduinen Effecten van begrazing in kustduinen een wereld van verschil Marijn Nijssen Stichting Bargerveen Geschiedenis van begrazing in kustduinen Huidige kustduinen ontstaan tussen 1100-1600 n.chr. Natuurlijke

Nadere informatie

Wisenten en de maatschappij Hoe te komen tot een breed gedragen begrazingsplan op Schiermonnikoog

Wisenten en de maatschappij Hoe te komen tot een breed gedragen begrazingsplan op Schiermonnikoog Wisenten en de maatschappij Hoe te komen tot een breed gedragen begrazingsplan op Schiermonnikoog Roeland Vermeulen, november 2015 Wisenten en de maatschappij De gedeelde droom Dit verhaal...... Gaat niet

Nadere informatie

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil

Nadere informatie

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Verjonging van eilandstaarten Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Aanleiding Probleem: Ecologische veroudering, m.n. vergrassing van

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.

Nadere informatie

Wat valt er te kiezen?

Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Begrazing Wat valt er te kiezen? Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Bart Wouters Herman van

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Verslag veldwerkplaats Beekdallandschap Drentsche Aa, 22 oktober 2008 Inleiders: stafmedewerker Jori Wolf, ecoloog Willem Molenaar en beheerder Pieter Jan Wolf (allen

Nadere informatie

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring 4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Ten noorden van Ballum, ter hoogte van paal 8 ligt deelgebied 2. In 1989 is het duin verzwaard met zand uit de naastliggende vallei. Over het hoogste deel van de verzwaringen

Nadere informatie

Ontwerp Natura 2000 Beheerplan Terschelling. Periode 2016-2022

Ontwerp Natura 2000 Beheerplan Terschelling. Periode 2016-2022 Ontwerp Natura 2000 Beheerplan Terschelling Periode 2016-2022 Versie: juni 2015 Concept Ontwerp Beheerplan Terschelling Pagina 2 van 376 Ontwerp Natura 2000 Beheerplan Terschelling Versie: juni 2015 Auteurs:

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud Ab Grootjans 1,2 Evert Jan Lammerts 3 1 Universiteit Groningen 2 Radboud Universiteit Nijmegen 3 Staatsbosbeheer Korte inhoud

Nadere informatie

Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd

Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd Dynamisch duin landschap van de eeuwige jeugd Wie gericht gebruik maakt van de dynamische krachten van zee, wind en zand in de kuststrook, bevordert een veilige

Nadere informatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Geef korte antwoorden op onderstaande vragen (gebruik volgend vel papier), ca. 5 min. per vraag. Noordzee Waddenzee zee niveau zee niveau ca. 1 km 1 m Figuur 1. Schematische

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout)

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout) Hoofdzaken Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog Informatiebijeenkomst juni 2014 (handout) Informatieavond Natura 2000 Schiermonnikoog Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog 3 juni 2014 Programma van

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Samenvatting van het Ontwerpbeheerplan 2012-2017 Oktober 2011 Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het Ontwerpbeheerplan is

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003057 + NL9802001 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Ruimte om te leven met water

Ruimte om te leven met water Ruimte om te leven met water Het huidige watersysteem is volgens de nieuwe In de toekomst wil het waterschap een zoveel Om de benodigde ruimte aan hectares te verwerven inzichten niet meer op orde. Aanpassingen

Nadere informatie

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen

Nadere informatie

De Muy, De Slufter en Eierland

De Muy, De Slufter en Eierland Staatsbosbeheer T 030 6926111 www.staatsbosbeheer.nl Wandelen Fietsen Paardrijden De Muy, De Slufter en Eierland Duinen van Texel, door zeestromen, wind en mensen ontstaan Duinen van Texel Het noordelijke

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren

Nadere informatie

Verslag Bezoekersavond 2013 Noordhollands Duinreservaat

Verslag Bezoekersavond 2013 Noordhollands Duinreservaat Verslag Bezoekersavond 2013 Noordhollands Duinreservaat 12-06-2013 Puur water & natuur www.pwn.nl Bezoekersavond Noordhollands Duinreservaat (NHD) Woensdag 12 juni 2013 organiseerde PWN haar jaarlijkse

Nadere informatie

Model 1, Kust. 1 Intro

Model 1, Kust. 1 Intro Model 1, Kust 1 Intro Het gidsmodel Kust beschrijft de Nederlandse duinenkust, het overgangsgebied tussen land en zee. Duinenkusten komen voor langs de hele Noordzeekust, van de Waddeneilanden tot de Zuid-Hollandse

Nadere informatie

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een

Nadere informatie

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld Perry de Louw (Deltares) Jan van Bakel (De Bakelse Stroom) Judith Snepvangers (Landschap Overijssel) Natura2000-gebied Boetelerveld

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL9801080 Beschermd natuurmonument: Duinen bij Bergen BN Beheerder:

Nadere informatie

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN DE WILDWALLEN door. J. Hoogesteger H.J. Drost BIBLIOTHEEK RIJKSDII:rJ:jT VOOR oe IJSSECM~~~POLD RS W E R K D O C U M E N T HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door J. Hoogesteger H.J. Drost 1980-326

Nadere informatie

Gagel-en wilgenstruwelen

Gagel-en wilgenstruwelen Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken

Nadere informatie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Verzoek wijziging bestemmingsplan Verzoek wijziging bestemmingsplan Percelen Rucphen O 225 en O 433 Ruimtelijke onderbouwing kwaliteitsverbetering omgeving Rozenven Inleiding Sinds 2011 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van natuurgebied

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen (Zie leeswijzer) Kenschets 116_gebiedendocument_Kop van Schouwen_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000017 Beschermd

Nadere informatie

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Onderwerp Projectnummer : 211x07059 Datum : 30 januari 2015 : Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Van : Esther de Graaf & Ruud Tak BLAD 1 Bij het toestaan van een ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006 Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 26 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE GL EN TL COMPEX Deze bijlage bevat informatie. 613-1-589b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden.

Nadere informatie

grazers helpen de natuur.

grazers helpen de natuur. grazers helpen de natuur. Begrazing vroeger en nu Lang geleden kwamen in Vlaanderen allerlei soorten grazers voor: mammoeten, wisenten, oerrunderen, elanden... Die grazers zorgden ervoor dat Vlaanderen

Nadere informatie

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Aequator Groen & Ruimte bv Opzet presentatie Wat is het belang van een goede waterhuishouding? Wat is een optimale

Nadere informatie

Eindexamen biologie pilot vwo I

Eindexamen biologie pilot vwo I West-Europese duinvalleien bedreigd Natte kalkrijke duinvalleien met hun typische plantengemeenschappen worden steeds zeldzamer, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa. Dit komt niet alleen

Nadere informatie

Kop van Schouwen in beweging

Kop van Schouwen in beweging Een volledig dichtgegroeide uitgestoven laagte in de Meeuwenduinen. Kop van Schouwen in beweging LIFE Duinen: Staatsbosbeheer herstelt dynamiek met EU-geld Han Sluiter en Kees van der Meer Op de kop van

Nadere informatie

Programma publieke avond 26 januari 2012

Programma publieke avond 26 januari 2012 Informatie avond Beheerplan Natura2000 Ameland 26 januari 2012 1.Piet op t Hof 2.Sies Krap DLG Natura 2000 26 januari 2012 Programma publieke avond 26 januari 2012 1. Opening,Piet Dijkstra (DLG) 2. Presentatie

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Duinen Vlieland Bouwsteen begrazing en duinbeheer

Natura 2000 gebied Duinen Vlieland Bouwsteen begrazing en duinbeheer Natura 2000 gebied Duinen Vlieland Bouwsteen begrazing en duinbeheer Definitief Eindrapport 26 mei 2011 LOGO DIENST LANDELIJK GEBIED 2 Inhoud 1. Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Leeswijzer... 6 1.3

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Bodem & Klimaat Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Jaartemperaturen en warmterecords in De Bilt sinds het begin van de metingen in 1706 Klimaatverandering KNMI scenarios Zomerse dagen Co de Naam

Nadere informatie

Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide

Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide Natura 2000-ontwerpbeheerplan periode 2016 2022 Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 ================ Het Ontwerpbeheerplan

Nadere informatie

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN Samenvatting INTRODUCTIE Een groot deel van het landoppervlak op aarde is bedekt met graslanden en deze worden doorgaans door zowel inheemse diersoorten als door vee begraasd. Dit leidt vaak tot een zeer

Nadere informatie

Begrazing van natuurgebieden

Begrazing van natuurgebieden Begrazing van natuurgebieden Jan Van Uytvanck Knokke 07/12/2017 Thema s 1. Grote grazers in natuurbehoud en beheer 2. Begrazing in de duinen en het Zwin 3. Begrazingsonderzoek Grote herbivoren in natuurbehoud

Nadere informatie

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept a Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Colofon Deze samenvatting

Nadere informatie

De zoute inval. Het Groene Strand Herstel zilte invloed

De zoute inval. Het Groene Strand Herstel zilte invloed 01 De zoute inval Het Groene Strand Herstel zilte invloed Het Groene Strand is een langgerekte vallei tussen twee zeerepen aan de westkant van Terschelling. In het midden van de vallei loopt een geul die

Nadere informatie

Kwaliteiten huidige- en plansituatie t.o.v. streefwaarden. Schaal

Kwaliteiten huidige- en plansituatie t.o.v. streefwaarden. Schaal 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Kwaliteiten huidige- en plansituatie t.o.v. streefwaarden identiteit Toegang verleden Schaal natuur Verbinding Duurzaam huidig 18.56 8.63 7.1 46.82 10.18 0 - plan 19.94 8.63 8.16

Nadere informatie

Document PAS-analyse Herstelstrategieën

Document PAS-analyse Herstelstrategieën Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Duinen Terschelling Auteurs : J. Meijer, ecoloog DLG, G. Vriens, medewerker gebiedsontwikkeling DLG, i.s.m. E.J. Lammerts, ecoloog SBB 06 december 2013 1 De

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9803077 + NL2002017 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Hatertse en Overasseltse Vennen

Hatertse en Overasseltse Vennen Hatertse en Overasseltse Vennen Maatregelplan aanpak verdroging en natuur Harro Kraal Waterschap Rivierenland Beleid Rijksbeleid TOP-gebieden EHS Provinciaal Waterhuishoudingsplan Actiegebieden Waterberging

Nadere informatie

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Natte en Vochtige bossen Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Indeling Landschappelijke positie natte en vochtige bossen Verdroging Waar liggen de kansen? Hoe te herkennen

Nadere informatie

Opzet. Streefbeelden Graslanden. Fasen van ontwikkeling. Hooilanden. Tussenfase 0: Raaigras-weide KNNV afdeling Delfland. Tussenfase 1: Grassen-mix

Opzet. Streefbeelden Graslanden. Fasen van ontwikkeling. Hooilanden. Tussenfase 0: Raaigras-weide KNNV afdeling Delfland. Tussenfase 1: Grassen-mix Opzet Streefbeelden Graslanden Wat is de doelstelling; Wat willen we er mee? Hooilanden Fasen van ontwikkeling Botanisch waardevolle graslanden De dominantfase als bottleneck Doelstelling bloemrijk: verschralen

Nadere informatie

Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard

Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard Auteurs: Bart Beekers (ARK Natuurontwikkeling, Coördinator Zoogdierenstudiegroep Floraen Faunawerkgroep

Nadere informatie

Wandelende Rottums Het veranderende uiterlijk

Wandelende Rottums Het veranderende uiterlijk Wandelende Rottums Het veranderende uiterlijk Natuur van de Kust 2015 Ernst Lofvers Noord-Nederland 27 augustus 2015 I.s.m. DELTARES Huidige situatie (2014) Borkum ROTTUMERPLAAT ROTTUMEROOG Simonszand

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied Beheerplan Elperstroomgebied Alie Alserda Pietop t Hof Christina Schipper Rienko van der Schuur 1 Elperstroomgebied Natura 2000 14 mei 2013 Programma Inleiding Doelen Knelpunten Activiteiten Aanvullend

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen Doel pilot GGOR: Gewogen Grondwater- en Oppervlaktewater Regime Verbetering waterhuishouding voor zowel landbouw als natuur Betere stuurbaarheid waterpeil in Buulder Aa Natuurlijker peilverloop (winter

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

Stroomdalgraslanden in Nederland

Stroomdalgraslanden in Nederland Stroomdalgraslanden in Nederland Ontwikkeling en beheer in de Vreugderijkerwaard Veldwerkplaats rivierenlandschap Vreugderijkerwaard, 16 mei 2008 Inleiders: Karlè Sýkora (Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep

Nadere informatie

De beleidsopgave vanaf 1990

De beleidsopgave vanaf 1990 1 De beleidsopgave vanaf 1990 Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten.

Nadere informatie

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan? Praktische-opdracht door een scholier 1523 woorden 16 januari 2006 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Stap 1: De onderzoeksvraag Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap

Nadere informatie

Werkplaats Smakterbroek toekomst voor het gebied Vierlingsbeek Smakt/Holthees Maashees Erik Opdam - Procesmanager

Werkplaats Smakterbroek toekomst voor het gebied Vierlingsbeek Smakt/Holthees Maashees Erik Opdam - Procesmanager Werkplaats Smakterbroek toekomst voor het gebied Vierlingsbeek Smakt/Holthees Maashees Erik Opdam - Procesmanager Inhoud Video bestuurders, eerste werkplaats en veldbezoek kavelruil bekeken? Zie www.aaenmaas.nl/smakterbroek

Nadere informatie

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,

Nadere informatie

Begrazing in beekdalen

Begrazing in beekdalen Begrazing in beekdalen Verslag veldwerkplaats Beekdallandschap, De Slokkert, Westervelde 25 april en 10 juni 2008 Inleiders: Roel Douwes en Johan van der Wal, Natuurmonumenten In het veld een inleiding

Nadere informatie

Duinbeheer. Verslag veldwerkplaats Duin- en kustlandschap Terschelling, 18 en 19 september 2008

Duinbeheer. Verslag veldwerkplaats Duin- en kustlandschap Terschelling, 18 en 19 september 2008 Duinbeheer Verslag veldwerkplaats Duin- en kustlandschap Terschelling, 18 en 19 september 2008 Inleiders: Freek Zwart (Staatsbosbeheer), Ab Grootjans (Universiteit Groningen), Marijn Nijssen (Stichting

Nadere informatie

Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM

Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM Download rapport: www.clm.nl/publicaties/data/671.pdf In opdracht van Staatsbosbeheer en

Nadere informatie

Motivatie wijzigingsplan

Motivatie wijzigingsplan Motivatie wijzigingsplan Ten behoeve van natuurontwikkeling in het gebied Hanenplas, wordt de gemeente verzocht om de bestemming van een aantal percelen (gelegen binnen het bestemmingsplan buitengebied

Nadere informatie

Bodem en Water, de basis

Bodem en Water, de basis Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer

Nadere informatie

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente 2e ontwerpatelier locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug 5 locatiesin beeld Proces Principes waterwinning Bestaande

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

16 Beweiding 16.1 Inleiding

16 Beweiding 16.1 Inleiding 16 Beweiding 16.1 Inleiding Veel percelen langs watergangen en waterkeringen worden gebruikt voor het houden van vee. Soms kleinschalig, bijvoorbeeld voor het hobbymatig houden van enkele schapen of ander

Nadere informatie

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Ab Grootjans, Rijksuniversiteit Groningen/ Radboud Universiteit Nijmegen E-mail; A.P.Grootjans@rug.nl Groenknolorchis

Nadere informatie

Het groeiende beek concept

Het groeiende beek concept Het groeiende beek concept Een ontwikkelingsstrategie voor de Wilderbeek Aanleiding In juni 07 is de Wilderbeek verlegd ten behoeve van de aanleg van de A73. De Wilderbeek kent over het traject langs de

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand

Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand Moniek Löffler (Bureau Landwijzer), Petra Goessen (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier), Tycho Hoogstrate (PWN), Bert

Nadere informatie