Vragenlijst NITK. Scheiding in Vlaanderen Golf Deel 1

Transcriptie

1 Vragenlijst NITK Scheiding in Vlaanderen Golf Deel 1

2 *Intro* Variabelen in M-database die beschikbaar zijn vanuit CAPI en waarmee de vragenlijst gepersonaliseerd wordt MH99903 = Voornaam P1 MH99904 = Voornaam P2 MH99900 = Feitelijke leefsituatie referentiehuwelijk MY99902 = Voornaam TK MY99903 = Leeftijd TK MY99904 = Geslacht TK MY99905 = HH-component TK MY99906 = HH-nummer TK MY99911 = id-nummer TK MH99903 MH99904 MH99900 MY99902 MY99903 MY99904 MY99905 MY99906 MY99911 De respondenten moeten bij "weigering" of "weet niet" kunnen doorgaan naar volgend scherm zonder dat deze codes expliciet voorzien worden SLEUTELVARIABELEN UIT ANDERE DATASETS DIE TOEGEVOEGD WORDEN AAN I-DATASET OM SINGLE ACTOR BESTANDEN SAMEN TE VOEGEN MX99900 ID Referentiehuwelijk (sleutelvariabele) MX99900 Identificatievariabelen TK IX99901 Huwelijksstatus_wortel IX99902 Referentiehuwelijk_stam IX99903 TK_individu component IX99904 ID TK IX99901 IX99902 IX99903 IX99904 Met het onderzoek Relaties in Vlaanderen willen we een zo goed mogelijk beeld krijgen van huwelijken en van oorzaken en gevolgen van echtscheiding. Hiervoor zijn niet alleen de ervaringen van partners belangrijk maar ook deze van kinderen. U werd geselecteerd om mee te werken aan dit onderzoek als kind van [MH99903] en [MH99904]. Deze vragenlijst gaat over hun huwelijk [Als MH99900= 4 of 5 of 7, voeg toe en echtscheiding]. De kwaliteit van het onderzoek hangt af van uw medewerking. In deze vragenlijst zijn er geen foute of juiste antwoorden. Het gaat immers om uw persoonlijke mening en ervaringen. Mogen wij vragen om deze vragenlijst alleen in te vullen. Wij verzekeren u dat de antwoorden vertrouwelijk behandeld zullen worden. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten. Als MH99900= 4 of 5 of 7, voeg toe Als [MH99903] en [MH99904] niet wettelijk gescheiden zijn, dan vult u alle vragen over de wettelijke scheiding in voor de feitelijke scheiding van [MH99903] en [MH99904]. *H-module* H.1 Wat is de datum van vandaag? Dag: 1 tot 31 Maand: [ENQ: winter, begin van het jaar=13; lente=14; zomer=15; herfst en winter, einde van het jaar =16] Jaar: H.2 U bent een 1. Man IH00101 IH00102 IH

3 2. vrouw H.3 Wat is uw geboortedatum? Dag: 1 tot 31 Maand: [ENQ: winter, begin van het jaar=13; lente=14; zomer=15; herfst en winter, einde van het jaar =16] Jaar: IH99801=Leeftijd respondent in verstreken jaren op het moment van de bevraging wordt berekend op basis van IH00302 en IH H.4 Wat is uw huidige burgerlijke staat? 1. Ongehuwd, nooit gehuwd geweest 2. Wettelijk samenwonend 3. Gehuwd 4. Wettelijk gescheiden 5. Weduwe/weduwnaar Als IH00400= 2, 3, 5, stel H.5 H.5 Bent u ooit wettelijk gescheiden? 1. Ja 2. Neen H.6 Uit hoeveel personen bestaat dit huishouden? We bedoelen alle personen die met u onder hetzelfde dak wonen, uzelf meegerekend. Aantal: 0-50 H.7 Wie woont er met u in uw huishouden? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk Codering met 12 dummies (0/1) 1. Niemand 2. Mijn echtgeno(o)t(e) waarmee ik gehuwd ben 3. Mijn partner waarmee ik niet gehuwd ben 4. Mijn kinderen met mijn huidige echtgeno(o)t(e) of partner 5. Mijn kinderen met een vorige echtgeno(o)t(e) of partner 6. De kinderen van mijn huidige echtgeno(o)t(e) of partner met iemand anders 7. Mijn moeder 8. Mijn vader 9. De moeder van mijn echtgeno(o)t(e) / partner 10. De vader van mijn echtgeno(o)t(e) / partner 11. Mijn kleinkind(eren) 12. Iemand anders van de familie 13. Iemand anders die niet tot de familie behoort H.8 Hoe bewoont u uw woning? 1. Als eigenaar of mede-eigenaar 2. Als vruchtgebruiker 3. Als sociaal huurder (woning is een sociale woning of appartement) 4. Als huurder, onderhuurder, huur betalend (niet sociaal huurder) 5. Als gratis bewoner 6. Andere situatie IH00200 IH00301 IH00302 IH00303 IH99801 IH00400 IH00500 IH00600 IH00701 IH00702 IH00703 IH00704 IH00705 IH00706 IH00707 IH00708 IH00709 IH00710 IH00711 IH00712 IH00713 IH00800 Als IH00800= 2,3,4,5,6, stel H.9 H.9 Bent u eigenaar of mede-eigenaar van een andere woning? 1. Ja 2. Neen IH00900 De volgende vragen gaan over uw eventuele kinderen. H.10 Hebt u kinderen? Gelieve biologische kinderen, adoptiekinderen, pleegkinderen, stiefkinderen en ook eventuele overleden kinderen mee te tellen. 1. Ja 2. Neen IH

4 Als IH01000=1, stel H.11 H.11 Kunt u in onderstaande tabel de geboortedata en het geslacht van al deze kinderen geven? In de laatste kolom kunt u tevens aangeven of het gaat om een biologisch kind, een adoptief kind, een pleegkind, een stiefkind of een overleden kind. IH IH01148 Geboortedatum: Geslacht: Kind is: dag maan d jaar man vrou w overled en biologi sch kind adopti e kind pleeg kind stief kind 1 O O 2 O O 3 O O 4 O O 5 O O 6 O O 7 O O 8 O O *A-module* Nu volgen enkele vragen over uw studies en uw dagelijkse bezigheden. A.1 Wat is uw hoogst behaalde diploma? 1. Ongeschoold geen diploma of getuigschrift 2. Lager onderwijs 3. Lager secundair algemeen vormend onderwijs (ASO) 4. Lager secundair technisch onderwijs (TSO) 5. Lager secundair beroepsonderwijs (BSO) 6. Lager secundair kunstonderwijs (KSO) 7. Lager secundair buitengewoon onderwijs (BuSO) 8. Hoger secundair algemeen vormend onderwijs (ASO) 9. Hoger secundair technisch onderwijs (TSO) 10. Hoger secundair beroepsonderwijs (BSO) 11. Hoger secundair kunstonderwijs (KSO) 12. Hoger secundair buitengewoon onderwijs (BuSO) 13. Hoger niet-universitair onderwijs van het korte type (3 jaar) 14. Hoger niet-universitair onderwijs van het lange type (4 jaar) 15. Universitair onderwijs 16. Post-universitair onderwijs A.2 Welke situatie is momenteel het meest op u van toepassing? 1. Voltijdse loopbaanonderbreking (incl. ouderschapsverlof) of voltijds tijdskrediet 2. Full-time loontrekkende 3. Part-time loontrekkende 4. Zelfstandige in hoofdberoep of vrij beroep 5. Help(st)er of meewerkend familielid IA00100 IA

5 6. Huisvrouw of huisman 7. Werkloos (werkzoekend) 8. Student 9. In langdurig ziekteverlof of permanente arbeidsongeschiktheid 10. Met pensioen 11. Met brugpensioen 12. Andere Nu volgen er enkele vragen over uw huidig beroep. Indien u meerdere beroepen tegelijk uitoefent, gelieve het dan enkel te hebben over uw hoofdberoep. Indien u momenteel geen beroep uitoefent, gelieve het dan te hebben over het beroep dat u laatst hebt uitgeoefend. A.3 Wat is uw huidige (of laatst uitgeoefende) beroep? Gelieve de functie of het beroep zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. 1. Ik heb nu een betaalde job of heb ooit een betaalde job gehad 2. Ik heb nooit een betaalde job gehad Als IA00301=1 Omschrijving beroep: Tekstveld IA00301 IA00302 Als IA00301=1, stel A.4 tem A.6 A.4 Beoefent u dit beroep nog steeds? 1. Ja 2. Nee Als IA00400=2, stel A.5 A.5 Wanneer bent u gestopt met dit beroep uit te oefenen? Dag: 1 tot 31 Maand: [ENQ: winter, begin van het jaar=13; lente=14; zomer=15; herfst en winter, einde van het jaar =16] Jaar: A.6 In welke categorie plaatst u zichzelf gegeven uw huidig beroep (of indien u momenteel geen beroep uitoefent, in welke categorie kon u zichzelf plaatsen toen u uw laatste beroep uitoefende)? 1. Ongeschoolde arbeider/arbeidster 2. Geschoolde arbeider/arbeidster 3. Bediende 4. Hoger bediende/kader 5. Kleine zelfstandige/handelaar 6. Landbouwer/landbouwster 7. Vrij beroep 8. Zelfstandig ondernemer of groothandelaar 9. Andere A.7 Hoeveel bedroeg uw persoonlijk netto maandelijks inkomen de voorbije maand? Hieronder verstaan we elk inkomen via arbeid of via een uitkering zoals pensioen, werkloosheid, ziekte, Gelieve alles op te tellen, zoals loon, maaltijdcheques, enz. Indien het voorbije maand om een bijzondere maand ging waarin u bijvoorbeeld vakantiegeld of een 13 de maand kreeg uitbetaald, neem dan de meest recente regelmatige maand. Voor zelfstandigen: gelieve een schatting te maken van het maandelijkse nettoinkomen na aftrek van alle professionele kosten en belastingen 1. Ik heb geen inkomen IA00400 IA00501 IA00502 IA00503 IA00600 IA

6 2. Minder dan 250, ,00-499, ,00 749, ,00 999, , , , , , , , , , , , , , , ,00 of meer A.8 Hoeveel bedroeg het totale netto inkomen van dit huishouden de voorbije maand? Hiermee bedoelen we alle netto inkomsten van alle leden van dit huishouden, ook van eventuele inwonende kinderen. Gelieve alles op te tellen zoals lonen, uitkeringen, kindergeld, alimentatie,inkomsten uit kapitaal en onroerende goederen enz. 1. Minder dan 250, ,00-499, ,00 749, ,00 999, , , , , , , , , , , , , , , ,00 of meer IA00800 IA00900 A.9 Hoe moeilijk of gemakkelijk kan uw huishouden rondkomen met het beschikbare inkomen van dit huishouden? 1. Zeer moeilijk 2. Moeilijk 3. Eerder moeilijk 4. Eerder gemakkelijk 5. Gemakkelijk 6. Zeer gemakkelijk A.10 Dragen uw ouders financieel bij in uw levensonderhoud? We bedoelen hier zowel een vast bedrag per maand als het betalen van eten of rekeningen. 1. Ja 2. Neen Als MH99900= 4 of 5 of 7 & IA01000= 1, stel A.12 en A.11 A.11 Kunt u aangeven hoeveel uw moeder bijdraagt? Gelieve ook aan te duiden of dit een bedrag is per week, per maand of per jaar. Bedrag: tot Getallen tot 2 cijfers na de komma voorzien ALS IA Per: 1 = week, 2 = maand, 3 = jaar A.12 Kunt u aangeven hoeveel uw vader bijdraagt? Gelieve ook aan te duiden of dit een bedrag is per week, per maand of per jaar. Bedrag: tot Getallen tot 2 cijfers na de komma voorzien ALS IA IA01000 IA01101 IA01102 IA01201 IA

7 Per: 1 = week, 2 = maand, 3 = jaar Als MH99900= 1 of 2 of 6 & IA01000= 1, stel A.13 A.13 Kunt u aangeven hoeveel uw ouders bijdragen? Gelieve ook aan te duiden of dit een bedrag is per week, per maand of per jaar. Bedrag: tot Getallen tot 2 cijfers na de komma voorzien ALS IA Per: 1 = week, 2 = maand, 3 = jaar A.14 Volgt u dagonderwijs? 1. Ja 2. Neen IA01301 IA01302 IA01400 A.15 Bent u ooit blijven zitten in de kleuterschool, in de lagere school of in het middelbaar onderwijs? 1. Ja 2. Neen IA01500 Als IA01500= 1, stel vraag A.16 A.16 In welke jaren bent u blijven zitten? 1. Eerste keer 2. Tweede keer 3. Derde keer 4. Vierde keer 5. Vijfde keer Kleuter school O O O O O Leerjaar lager onderwijs Jaar middelbaar onderwijs O O O O O O O O O O O O O O O IA IA01605 A.17 Kunt u in volgende tabel voor ieder jaar van de middelbare school aanduiden in welke onderwijsvorm u zat op het einde van dat jaar? U kleurt voor ieder jaar steeds het bolletje onder de juiste onderwijsvorm. ASO TSO BSO KSO BuSO Niet afgemaakt 1. In het eerste middelbaar O 2. In het tweede middelbaar O 3. In het derde middelbaar O 4. In het vierde middelbaar O 5. In het vijfde middelbaar O IA IA

8 6. In het zesde middelbaar O 7. In het zevende middelbaar O (indien van toepassing) *T-module* De volgende vragen gaan over de verdeling van de huishoudelijke taken. T.1 Wie doet de volgende huishoudelijke taken? 1. Altijd ikzelf 2. Meestal ikzelf 3. Ik evenveel als mijn partner 4. Meestal mijn partner 5. Altijd mijn partner 6. Altijd of meestal iemand die er niet voor betaald wordt 7. Altijd of meestal iemand die er voor betaald wordt 1. De dagelijkse maaltijden bereiden 2. De afwas doen of de afwasmachine uitladen 3. Boodschappen doen 4. Strijken 5. Schoonmaken 6. Kleine herstellingen doen in en rond het huis 7. Tuinonderhoud 8. De facturen betalen en de administratie doen 9. Het sociale leven van het huishouden regelen (vrienden uitnodigen of uitstapjes plannen) T.2 Vindt u de verdeling eerlijk of vindt u dat u of uw partner te weinig of veel te weinig huishoudelijke taken doet? 88. Ik heb geen partner 8. Mijn partner woont niet in mijn huishouden 1. Ik vind dat mijn partner veel te weinig doet 2. Ik vind dat mijn partner te weinig doet 3. Ik vind de verdeling eerlijk 4. Ik vind dat ik te weinig doe 5. Ik vind dat ik veel te weinig doe IT00101 IT00102 IT00103 IT00104 IT00105 IT00106 IT00107 IT00108 IT00109 IT00200 T.3 Hoe vaak doet u beroep op volgende vormen van betaalde kinderopvang? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 88. Ik heb geen kinderen 1. Een onthaalouder, kinderdagverblijf of crèche 2. Voor- of naschoolse opvang of Initiatief voor Buitenschoolse Opvang (IBO) 3. Een betaalde babysit 4. Een au pair of huispersoneel IT00301 IT00302 IT00303 IT00304 *R-module* De volgende vragen gaan over een aantal persoonlijke ervaringen. 7

9 R.1 Heb je ooit al met iemand seks gehad? 1. Ja 2. Nee Stel vragen R.2 & R.3 enkel als IR00100= 1 R.2 Hoe oud was u toen u voor de eerst keer seks had met iemand? Leeftijd: 0-69 R.3 Met hoeveel verschillende personen hebt u al seks gehad? Nummer: 0-50 IR00100 IR00200 IR00300 De volgende vragen gaan over u eventuele partner R.4 Hebt u al een relatie van minstens drie maanden gehad? 1. Ja 2. Nee Stel R.5 enkel als IR00400= 1 R.5 Hoe oud was u toen u voor het eerst zo n relatie had? Leeftijd: 0-69 R.6 Hebt u momenteel een relatie van minstens drie maanden? 1. Ja 2. Nee IR00400 IR00500 IR00600 Stel vragen R.7 tem R.10 enkel als IR00600= 1 De volgende vragen gaan over deze relatie R.7 Is uw partner ooit gescheiden? 1. Ja 2. Nee R.8 Zijn de ouders van uw partner ooit gescheiden? 1. Ja 2. Nee IR00700 IR00800 R.9 In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met de volgende uitspraken over de relatie met uw partner? 6 7 Helemaal niet Noch akkoord, Helemaal akkoord noch niet akkoord akkoord 1. We hebben een goede relatie 2. Mijn relatie met mijn partner is zeer stabiel 3. Mijn relatie met mijn partner is sterk 4. Mijn relatie met mijn partner maakt mij gelukkig 5. Ik voel me echt deel van een team met mijn partner IR00901 IR00902 IR00903 IR00904 IR00905 R.10 Hoe gelukkig of ongelukkig voelt u zich in uw relatie? Zeer ongelukkig Gelukkig Perfect gelukkig IR01000 R.11 In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met volgende uitspraken over huwelijk en ouderschap? 1. Helemaal niet akkoord 2. Niet akkoord 3. Noch akkoord, noch niet akkoord 4. Akkoord 5. Helemaal akkoord 8

10 1. Het huwelijk is een verouderde instelling 2. Het is prima als partners willen samenwonen zonder dat zij van plan zijn om te trouwen 3. Het huwelijk is een band voor het leven die nooit verbroken mag worden 4. Uit elkaar gaan is de beste oplossing in geval van een ongelukkige relatie, ook als er kinderen zijn 5. Een vrouw moet kinderen krijgen om aan haar bestemming te voldoen 6. Een man moet kinderen krijgen om aan zijn bestemming te voldoen 7. Een kind heeft een thuis met een vader en een moeder nodig om gelukkig te kunnen opgroeien 8. Als een alleenstaande vrouw kind(eren) wil krijgen en opvoeden, dan moet dat kunnen 9. Jongeren van 18 à 20 jaar moeten zelfstandig (gaan) wonen 10. Partners van hetzelfde geslacht moeten dezelfde rechten hebben als heteroseksuele koppels IR01101 IR01102 IR01103 IR01104 IR01105 IR01106 IR01107 IR01108 IR01109 IR

11 De volgende vragen gaan over eventuele toekomstige wijzigingen in uw gezinssituatie. R.12 Denkt u dat u ooit: 1. Nee, zeker niet. 2. Nee, waarschijnlijk niet 3. Ja, waarschijnlijk wel 4. Ja, zeker wel 8. Niet van toepassing 1. zal trouwen? 2. een samenlevingscontract af zal sluiten? 3. (nog) een kind zal krijgen? R.13 Als IH00400=1 of 2 dan Stel dat u ooit trouwt, hoe hoog schat u dan de kans op 100 in dat uw huwelijk eindigt in een echtscheiding? Als IH00400=3 Hoe hoog schat u de kans op 100 in dat uw huwelijk eindigt in een echtscheiding? Als IH00400=4 of 5 dan Stel dat u ooit hertrouwt, hoe hoog schat u dan de kans op 100 in dat uw huwelijk eindigt in een echtscheiding? IR01201 IR01202 IR01203 IR01301 IR01302 IR01303 Percentage: R.14 Wat is uw ideale kinderaantal, ongeacht hoeveel kinderen u nu eventueel al hebt? Nummer: 0-50 R.15 Hoeveel kinderen bent u van plan in de toekomst (nog) te krijgen? Nummer: 0-50 IR01400 IR01500 *D-module* Als MH99900= 4 of 5 of 7, stel D.1 tem D.6 Nu volgen enkele vragen over de (echt)scheiding van uw ouders. Bij de vragen over echtscheiding zal er vaak gesproken worden over wettelijke echtscheiding. Indien uw ouders niet wettelijk, maar feitelijk gescheiden zijn, gelieve deze vragen over echtscheiding ook in te vullen. D.1 De volgende vragen gaan over de periode vóór uw ouders definitief apart zijn gaan wonen. Hoe vaak deden volgende situaties zich voor tussen uw ouders? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 99. Ik herinner het mij niet meer 1. Elkaar verwijten maken 2. Schreeuwen of roepen 3. Lichamelijk geweld gebruiken 4. Met iets gooien of met opzet iets stuk maken 5. Niet meer met elkaar praten ID00101 ID00102 ID00103 ID00104 ID

12 D.2 Zijn volgende uitspraken waar of niet waar voor u? 1. Helemaal niet waar 2. Niet waar 3. Noch waar, noch niet waar 4. Waar 5. Helemaal waar 99. Ik herinner het mij niet meer 1. Ik had het zien aankomen dat mijn ouders uit elkaar wilden gaan 2. Voordat mijn ouders apart zijn gaan wonen, hebben ze mij uitgelegd waarom ze uit elkaar gingen 3. Toen mijn ouders uit elkaar gingen, hebben ze mij gezegd dat het niet mijn schuld was 4. Toen mijn ouders uit elkaar gingen, voelde ik me opgelucht dat alles voorbij was ID00201 ID00202 ID00203 ID00204 D.3 Hoe vaak had u volgende gevoelens door de scheiding van uw ouders? 1. Nooit 2. Zelden 3. Soms 4. Vaak 5. (Bijna) altijd 9. Ik herinner het mij niet meer 1. Boos zijn op mijn moeder 2. Boos zijn op mijn vader 3. Verdrietig zijn 4. Bang zijn 5. Opgelucht zijn 6. Schuldig voelen D.4 Met wie praatte u over uw gevoelens toen uw ouders definitief apart gingen wonen? Meerdere antwoorden mogelijk. Codering met 14 dummies (0/1/99) Indien code 99: automatisch invullen in alle items. 1. Vrienden of vriendinnen van wie de ouders ook gescheiden waren 2. Andere vrienden of vriendinnen van wie de ouders niet gescheiden waren 3. Vertrouwensleerkracht, groene leerkracht of ombudsleerkracht 4. Andere leerkracht 5. Iemand anders van de school vb. CLB 6. Mijn moeder 7. Mijn vader 8. Mijn grootouders langs moeders kant 9. Mijn grootouders langs vaders kant 10. Mijn broer(s) 11. Mijn zus(sen) 12. Andere familie 13. Andere mensen 14. Niemand 99. Ik herinner het mij niet meer D.5 Bent u door de scheiding van uw ouders vrienden kwijtgeraakt? Meerdere antwoorden mogelijk. Codering met 7 dummies (0/1/99) Indien code 99: automatisch invullen in alle items. 1. Ja, ik verloor vrienden doordat we verhuisden 2. Ja, ik verloor vrienden doordat ik van school veranderde 3. Ja, ik wou mijn vrienden ontwijken 4. Ja, mijn vrienden lieten me vallen 5. Ja, mijn vrienden begrepen mijn situatie niet 6. Ja, omwille van nog een andere reden 7. Neen ID00301 ID00302 ID00303 ID00304 ID00305 ID00306 ID00401 ID00402 ID00403 ID00404 ID00405 ID00406 ID00407 ID00408 ID00409 ID00410 ID00411 ID00412 ID00413 ID00414 ID00501 ID00502 ID00503 ID00504 ID00505 ID00506 ID

13 99. Ik herinner het me niet meer D.6 In welke mate zijn volgende zaken nu slechter of beter in vergelijking met de periode vóór uw ouders definitief apart zijn gaan wonen? 1. Veel slechter 2. Slechter 3. Gelijk gebleven 4. Beter 5. Veel beter niet van toepassing (code 8) bij 7 tem De relatie met mijn moeder 2. De relatie met mijn vader 3. Het geruzie tussen mijn ouders 4. Hoe gelukkig mijn moeder is 5. Hoe gelukkig mijn vader is 6. Hoe gelukkig ik ben 7. De relatie met mijn grootouders langs moeders kant 8. De relatie met mijn grootouders langs vaders kant 9. De relatie met mijn broer(s) 10. De relatie met mijn zus(sen) Als MH99900= 1 of 2 of 6, zeg Nu volgen enkele vragen over de relatie met uw ouders. Er worden aparte vragen gesteld voor uw moeder en uw vader. Het gaat hier niet over stiefouders of andere opvoeders maar over uw biologische of adoptieouders. Als MH99900= 1 of 2 of 6, stel D.7 en D.8 D.7 Hoe gelukkig of ongelukkig denkt u dat uw ouders zijn in hun relatie? Ongelukkig Gelukkig Perfect gelukkig D.8 Hoe hoog schat u persoonlijk de kans in op 100 dat het huwelijk van uw ouders zal eindigen in een echtscheiding? Percentage: 0 tot 100 ID00601 ID00602 ID00603 ID00604 ID00605 ID00606 ID00607 ID00608 ID00609 ID00610 ID00700 ID00800 *C-module * Als MH99900= 4 of 5 of 7, zeg: Nu volgen enkele vragen over de relatie met uw ouders. Er worden aparte vragen gesteld voor uw moeder en uw vader. Het gaat hier niet over stiefouders of andere opvoeders maar over uw biologische of adoptieouders. C.1 In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met volgende uitspraken over uw eigen moeder? 6 7 Helemaal niet Noch akkoord, Helemaal akkoord noch niet akkoord akkoord 1. Ik toon mijn moeder openlijk mijn genegenheid voor haar 2. Er zijn onderwerpen waar ik niet met mijn moeder over praat 3. Ik ben erg tevreden met hoe mijn moeder en ik samen praten 4. Ik vind het gemakkelijk om met mijn moeder over problemen te praten 5. Het is gemakkelijk voor me om tegenover mijn moeder mijn ware gevoelens te uiten 6. Als ik met mijn moeder praat, heb ik de neiging om dingen te zeggen die ik beter niet zou zeggen 7. Mijn moeder zit me voortdurend op de huid, ze zeurt en vit op me 8. Mijn moeder beledigt me als ze boos op me is 9. Mijn moeder heeft de neiging om dingen tegen me te zeggen die ze beter niet zou kunnen zeggen IC00101 IC00102 IC00103 IC00104 IC00105 IC00106 IC00107 IC00108 IC

14 Code 88: ik heb geen contact meer met mijn moeder C.2 Hoe vaak hebt u hulp gegeven aan uw moeder de voorbije 12 maanden? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 1. Door te luisteren naar haar in een persoonlijk gesprek 2. Bij haar praktische zaken (klusjes in en rond het huis, vervoer, administratie, ) 3. Bij haar huishoudelijke taken (poetsen, strijken, boodschappen doen, tuinonderhoud, ) 4. Door waardevolle goederen of geld aan haar te geven 5. Door samen met haar plezier te maken, te ontspannen of door haar gezelschap te houden 6. Bij haar persoonlijke verzorging (wassen, aankleden, eten, ) Enkel bij item 6: 88. Mijn Moeder heeft geen hulp nodig. IC00201 IC00202 IC00203 IC00204 IC00205 IC00206 C.3 Hoe vaak hebt u hulp gekregen van uw moeder de voorbije 12 maanden? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 1. Doordat zij luisterde naar mij in een persoonlijk gesprek 2. Bij mijn praktische zaken (klusjes in en rond het huis, vervoer, administratie, ) 3. Bij mijn huishoudelijke taken (poetsen, strijken, boodschappen doen, tuinonderhoud, ) 4. Door waardevolle goederen of geld aan mij te geven 5. Door samen met mij plezier te maken, te ontspannen of door mij gezelschap te houden 6. Bij de zorg voor mijn kinderen Enkel bij item 6: 88. Ik heb geen kinderen IC00301 IC00302 IC00303 IC00304 IC00305 IC00306 C.4 In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met volgende uitspraken over uw eigen vader? 6 7 Helemaal niet Noch akkoord, Helemaal akkoord noch niet akkoord akkoord Code 88: ik heb geen contact meer met mijn vader 1. Ik toon mijn vader openlijk mijn genegenheid voor hem 2. Er zijn onderwerpen waar ik niet met mijn vader over praat 3. Ik ben erg tevreden met hoe mijn vader en ik samen praten 4. Ik vind het gemakkelijk om met mijn vader over problemen te praten 5. Het is gemakkelijk voor me om tegenover mijn vader mijn ware gevoelens te uiten 6. Als ik met mijn vader praat, heb ik de neiging om dingen te zeggen die ik beter niet zou zeggen 7. Mijn vader zit me voortdurend op de huid, hij zeurt en vit op me 8. Mijn vader beledigt me als hij boos op me is IC00401 IC00402 IC00403 IC00404 IC00405 IC00406 IC00407 IC00408 IC

15 9. Mijn vader heeft de neiging om dingen tegen me te zeggen die hij beter niet zou kunnen zeggen C.5 Hoe vaak hebt u hulp gegeven aan uw vader de voorbije 12 maanden? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 1. Door te luisteren naar hem in een persoonlijk gesprek 2. Bij zijn praktische zaken (klusjes in en rond het huis, vervoer, administratie, ) 3. Bij zijn huishoudelijke taken (poetsen, strijken, boodschappen doen, tuinonderhoud, ) 4. Door waardevolle goederen of geld aan hem te geven 5. Door samen met hem plezier te maken, te ontspannen of door hem gezelschap te houden 6. Bij zijn persoonlijke verzorging (wassen, aankleden, eten, ) Enkel bij item 6: 88. Vader heeft geen hulp nodig. Hij kan het zelf. IC00501 IC00502 IC00503 IC00504 IC00505 IC00506 C.6 Hoe vaak hebt u hulp gekregen van uw vader de voorbije 12 maanden? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 1. Doordat hij luisterde naar mij in een persoonlijk gesprek 2. Bij mijn praktische zaken (klusjes in en rond het huis, vervoer, administratie, ) 3. Bij mijn huishoudelijke taken (poetsen, strijken, boodschappen doen, tuinonderhoud, ) 4. Door waardevolle goederen of geld aan mij te geven 5. Door samen met mij plezier te maken, te ontspannen of door mij gezelschap te houden 6. Bij de zorg voor mijn kinderen Enkel bij item 7: 88. Ik heb geen kinderen IC00601 IC00602 IC00603 IC00604 IC00605 IC00606 C.7 In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met de volgende uitspraken? 1. Helemaal niet akkoord 2. Niet akkoord 3. Noch akkoord noch niet akkoord 4. Akkoord 5. Helemaal akkoord 1. Grootouders moeten instaan voor hun kleinkinderen als de ouders dit zelf niet kunnen 2. Ouders moeten hun volwassen kinderen financieel steunen als deze financiële moeilijkheden hebben 3. Ouders moeten hun levenswijze aanpassen aan de noden van hun volwassen kinderen 4. Volwassen kinderen moeten de zorg voor hun ouders op zich nemen als deze hulp nodig hebben 5. Volwassen kinderen moeten hun beroepsleven aanpassen aan de noden van hun ouders 6. Dochters, eerder dan zonen, moeten voor hun ouders zorgen als deze IC00701 IC00702 IC00703 IC00704 IC00705 IC

16 hulp nodig hebben 7. Zonen, eerder dan dochters, moeten voor hun ouders zorgen als deze hulp nodig hebben 8. Volwassen kinderen moeten hun ouders financieel steunen als deze financiële moeilijkheden hebben 9. Volwassen kinderen moeten hun ouders bij zich laten inwonen als deze niet langer in staat zijn om zelfstandig te wonen IC00707 IC00708 IC00709 *W-module* De volgende vragen gaan over hoe u zich voelt. W.1 Hoe tevreden of ontevreden bent u met uw leven tegenwoordig? Helemaal Helemaal niet tevreden tevreden IW00100 W.2 In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met de volgende uitspraken? 1. Helemaal niet akkoord 2. Niet akkoord 3. Noch akkoord, noch niet akkoord 4. Akkoord 5. Helemaal akkoord 1. Ik ben een waardevol persoon, minstens evenwaardig aan anderen 2. Ik denk dat ik een aantal goede eigenschappen bezit 3. Al bij al ben ik geneigd mezelf een mislukkeling te voelen 4. Ik ben in staat de meeste dingen even goed te doen als de meeste andere mensen 5. Ik heb niet veel eigenschappen om trots op te zijn 6. Ik neem een positieve houding aan tegenover mezelf 7. Over het algemeen ben ik tevreden over mezelf 8. Ik wou dat ik meer eerbied kon hebben voor mezelf 9. Nu en dan voel ik me nutteloos 10. Soms denk ik dat ik nergens goed voor ben en helemaal niet deug W.3 Hoe is uw algemene gezondheidstoestand? 1. Zeer slecht 2. Slecht 3. Gaat wel (redelijk) 4. Goed 5. Zeer goed IW00201 IW00202 IW00203 IW00204 IW00205 IW00206 IW00207 IW00208 IW00209 IW00210 IW00300 W.4 Kunt u aangeven hoe vaak het de voorbije week is voorgekomen dat 1. Zelden of nooit 2. Soms 3. Vaak 4. Altijd of bijna altijd 1. U zich gedeprimeerd voelde 2. U voelde dat alles wat u deed met moeite ging 3. U slecht geslapen hebt 4. U gelukkig was 5. U zich eenzaam voelde 6. U van het leven genoot 7. U zich droevig voelde 8. U niet op gang kon komen IW00401 IW00402 IW00403 IW00404 IW00405 IW00406 IW00407 IW

17 W.5 Hoe vaak hebt u de voorbije 6 maanden alcoholische dranken gedronken, zoals bier, wijn, sterke drank of cocktails? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks IW00500 W.6 Hoe vaak hebt u de voorbije 6 maanden 6 of meer glazen alcoholhoudende dranken op 1 dag gedronken? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks W.7 Welke van de volgende middelen hebt u gedurende de voorbije 2 weken gebruikt? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Codering met 8 dummies (0/1) 1. Slaapmiddelen; zoals Stilnoct, Dormicum, Lendormin, Sonata, Normison, Imovane, Loramet, Rohypnol, Dormonoct, Dalmadorm, 2. Kalmeermiddelen; zoals Lexotan, Frisium, Tranxene, Valium, Temesta, Seresta, Clorazepaat, ) 3. Anti-depressiva ; zoals Floxyfral,Cipramil, Sipralexa, Prozac, Seroxat, Aropax, Serlain, 4. Psychostimulantia; zoals Rilatine Dexidrine en Stimul 5. Soft drugs zoals hasj, wiet, marihuana 6. XTC 7. Bewustzijnsverruimende middelen zoals LSD, paddo s 8. Hard drugs (pepmiddelen, cocaïne, heroïne) IW00600 IW00701 IW00702 IW00703 IW00704 IW00705 IW00706 IW00707 IW00708 *S-module* De volgende vragen gaan over medische en sociale diensten waarvan u de voorbije 12 maanden eventueel gebruik hebt gemaakt. S.1 Hoe vaak hebt u gedurende de voorbije 12 maanden contact gehad met elk van de volgende personen omwille van emotionele of sociale problemen? 1. Nooit 2. 1 keer 3. Een aantal keren per jaar 4. Maandelijks 5. Om de 2 weken 6. Wekelijks of meer 1. Huisarts 2. (Kinder)psychiater 3. Andere geneesheer-specialist (geen psychiater) 4. Psycholoog 5. Relatie- en gezinstherapeut 6. Alternatieve geneeskundige (vb. Homeopaat, acupuncturist, osteopaat, chiropractor) IS00101 IS00102 IS00103 IS00104 IS00105 IS

18 *N-module* N.1 In welke mate is elk van de volgende uitspraken op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing? 1. Ja! 2. Ja 3. Min of meer 4. Nee 5. Nee! 1. Ik ervaar een leegte om me heen 2. Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van problemen kan terugvallen 3. Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen 4. Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel 5. Ik mis mensen om me heen 6. Vaak voel ik me in de steek gelaten IN00101 IN00102 IN00103 IN00104 IN00105 IN00106 N.2 Hoe vaak ontmoette u volgende personen in uw vrije tijd de voorbije 12 maanden? De tijd dat u hen eventueel op het werk ontmoette, wordt hier niet meegerekend. 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 8. Niet van toepassing 1. Collega s 2. Vrienden of vriendinnen 3. Mensen uit de buurt 4. Ander eigen familie (geen huisgenoten) 5. Familie van mijn partner N.3 Hoe tevreden of ontevreden bent u met uw sociaal leven? IN00201 IN00202 IN00203 IN00204 IN00205 IN Helemaal niet tevreden 2. Niet tevreden 3. Noch ontevreden, noch tevreden 4. Tevreden 5. Helemaal tevreden Nu volgen enkele vragen over uw familie die niet bij u woont. N.4 Hoe vaak hebt u contact met de volgende personen via telefoon, post of internet? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 88. Deze persoon is overleden 1. Moeder 2. Vader 3. Moeder van mijn moeder 4. Vader van mijn moeder 5. Moeder van mijn vader 6. Vader van mijn vader IN00401 IN00402 IN00403 IN00404 IN00405 IN

19 N.5 Hoe vaak ontmoet u volgende personen? 1. Nooit 2. Minder dan maand 3. maand 4. Verschillende keren per maand (maar niet wekelijks) 5. week 6. Verschillende keren per week (maar niet dagelijks) 7. Dagelijks 88. Deze persoon is overleden 1. Moeder 2. Vader 3. Moeder van mijn moeder 4. Vader van mijn moeder 5. Moeder van mijn vader 6. Vader van mijn vader N.6 Hoeveel tijd hebt u nodig om van bij u thuis tot bij volgende personen te gaan? Het gaat hier om de tijd die u normaal nodig hebt om tot bij deze personen te gaan, op de manier waarop u zich gebruikelijk verplaatst. IN00501 IN00502 IN00503 IN00504 IN00505 IN00506 IN IN00618 Aantal uren Aantal minuten Deze persoon is overleden Moeder u min O Vader u min O Moeder van mijn moeder u min O Vader van mijn moeder u min O Moeder van mijn vader u min O Vader van mijn vader u min O N.7 Hoe goed of hoe slecht is uw relatie met de volgende personen? 1. Zeer slecht 2. Slecht 3. Niet slecht, niet goed 4. Goed 5. Zeer goed 8. Deze persoon is overleden 18

20 1. Moeder 2. Vader 3. Moeder van mijn moeder 4. Vader van mijn moeder 5. Moeder van mijn vader 6. Vader van mijn vader IN00701 IN00702 IN00703 IN00704 IN00705 IN00706 N.8 In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met de volgende uitspraken over de rol van mannen en vrouwen? 1. Helemaal niet akkoord 2. Niet akkoord 3. Noch akkoord, noch niet akkoord 4. Akkoord 5. Helemaal akkoord 1. Een werkende moeder kan een even warme en hechte relatie met haar kinderen hebben als een moeder die niet buitenshuis werkt 2. Een kind dat nog niet naar school gaat zal eronder lijden wanneer zijn of haar moeder buitenshuis werkt. 3. Een job is prima maar wat de meeste vrouwen eigenlijk willen is een huis en kinderen. 4. Het hebben van een job is voor een vrouw de beste manier om onafhankelijk te zijn. 5. Zowel mannen als vrouwen moeten een deel van het huishoudelijk inkomen inbrengen. 6. Over het algemeen zijn vaders net zo geschikt om voor hun kinderen te zorgen als moeders. 7. Mannen kunnen in relaties minder goed met emoties omgaan dan vrouwen. 8. Kinderen lijden er vaak onder als hun vader te veel benomen is door zijn werk. 9. Als de ouders uit elkaar gaan, is het beter dat het kind bij de moeder blijft eerder dan bij de vader. 10. Huisvrouw/huisman zijn geeft evenveel voldoening als het hebben van een betaalde job. IN00801 IN00802 IN00803 IN00804 IN00805 IN00806 IN00807 IN00808 IN00809 IN00810 *F-module* F.1 In welke mate bent u het eens of oneens met elke van volgende uitspraken over uzelf. 1. Helemaal oneens 2. Een beetje oneens 3. Noch eens noch oneens 4. Een beetje eens 5. Helemaal eens Ik zie mezelf als iemand die 1. Spraakzaam is 2. Geneigd is kritiek te hebben op anderen 3. Grondig te werk gaat 4. Somber is 5. Origineel is, met nieuwe ideeën komt 6. Terughoudend is 7. Behulpzaam en onzelfzuchtig ten opzichte van anderen is 8. Een beetje nonchalant kan zijn 9. Ontspannen is, goed met stress kan omgaan 10. Benieuwd is naar verschillende dingen 11. Vol energie is IF00101 IF00102 IF00103 IF00104 IF00105 IF00106 IF00107 IF00108 IF00109 IF00110 IF

21 12. Snel ruzie maakt 13. Een werker is waar men van op aan kan 14. Gespannen kan zijn 15. Scherpzinnig, een denker is 16. Veel enthousiasme opwekt 17. Vergevingsgezind is 18. Doorgaans geneigd is tot slordigheid 19. Zich veel zorgen maakt 20. Een levendige fantasie heeft 21. Doorgaans stil is 22. Mensen over het algemeen vertrouwt 23. Geneigd is lui te zijn 24. Emotioneel stabiel is, niet gemakkelijk overstuur geraakt 25. Vindingrijk is 26. Voor zichzelf opkomt 27. Koud en afstandelijk kan zijn 28. Volhoudt tot de taak af is 29. Humeurig kan zijn 30. Waarde hecht aan kunstzinnige ervaringen 31. Soms verlegen, geremd is 32. Attent en aardig is voor bijna iedereen 33. Dingen efficiënt doet 34. Kalm blijft in gespannen situaties 35. Een voorkeur heeft voor werk dat routine is 36. Hartelijk, een gezelschapsmens is 37. Soms grof tegen anderen is 38. Plannen maakt en deze doorzet 39. Gemakkelijk zenuwachtig wordt 40. Graag nadenkt, met ideeën speelt 41. Weinig interesse voor kunst heeft 42. Graag samenwerkt met anderen 43. Gemakkelijk afgeleid is 44. Het fijne weet van kunst, muziek of literatuur IF00112 IF00113 IF00114 IF00115 IF00116 IF00117 IF00118 IF00119 IF00120 IF00121 IF00122 IF00123 IF00124 IF00125 IF00126 IF00127 IF00128 IF00129 IF00130 IF00131 IF00132 IF00133 IF00134 IF00135 IF00136 IF00137 IF00138 IF00139 IF00140 IF00141 IF00142 IF00143 IF00144 *SLOT* Eén van de doelstellingen van dit onderzoek is het bestuderen van veranderingen doorheen de tijd. Daarom zouden wij graag de personen die aan dit onderzoek hebben meegewerkt opnieuw contacteren over enkele jaren. X.1 Mogen wij u opnieuw contacteren voor het vervolg van dit onderzoek? Dit verplicht u niet om op dat moment opnieuw deel te nemen aan de enquête. 1. Ja 2. Neen X.2 Wilt u graag een rapport ontvangen met de eerste resultaten van dit onderzoek? 1. Ja 2. Neen X.3Hebt u nog opmerkingen of bedenkingen? U kunt deze hieronder weergeven. Tekstvak voorzien voor opmerkingen Hartelijk dank voor uw medewerking! IX00100 IX00200 IX

22 Postenquêtes NITK 21

23 Relaties in Vlaanderen Schriftelijke vragenlijst (K1) Kind gehuwde partner «ID_TK» Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (Universiteit Antwerpen) Interface Demography (Vrije Universiteit Brussel) Vakgroep Sociologie (Universiteit Gent) Centrum voor Sociologisch onderzoek (Katholieke Universiteit Leuven) Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR)

24 Inleiding Met het onderzoek Relaties in Vlaanderen willen we een zo goed mogelijk beeld krijgen van huwelijken en van oorzaken en gevolgen van echtscheiding. Hiervoor zijn niet alleen de ervaringen van partners belangrijk maar ook deze van kinderen. U werd geselecteerd om mee te werken aan dit onderzoek als kind van «voornaam_p1» en «voornaam_p2». Deze vragenlijst gaat over hun huwelijk. De kwaliteit van het onderzoek hangt af van uw medewerking. In deze vragenlijst zijn er geen foute of juiste antwoorden. Het gaat immers om uw persoonlijke mening en ervaringen. Mogen wij vragen om deze vragenlijst alleen in te vullen. Wij verzekeren u dat de antwoorden vertrouwelijk behandeld zullen worden. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 30 minuten. Hoe moet u deze vragenlijst invullen en terugsturen? Wanneer u een antwoord moet kiezen uit een lijst met mogelijke antwoorden dan is het belangrijk dat u het bolletje van het antwoord van uw keuze kleurt met een zwarte of donkerblauwe balpen. Gebruik geen vulpen en geen Blanco Roller of Tipp-Ex. Kleur het bolletje volledig: Juist Fout Wanneer u een antwoord wilt wijzigen, plaatst u een kruis over uw eerste antwoord en kleurt u het bolletje van uw nieuwe antwoord. Corrigeren Wanneer u zelf een antwoord mag schrijven, is het de bedoeling dat u binnen het tekstkader schrijft. Juist Fout 2 kinderen 2 kinderen De vragen moeten op volgorde ingevuld worden. De vragenlijst is zodanig opgebouwd dat u - afhankelijk van uw persoonlijke situatie - bepaalde delen van de vragenlijst kunt overslaan. Er zal met een pijl ( ) aangegeven worden welke de volgende vraag is die u moet beantwoorden. U stuurt de vragenlijst terug in de voorziene envelop. Een postzegel is niet nodig. K1 2

25 Vragenlijst Relaties in Vlaanderen Dit is het begin van de vragenlijst. Gelieve de vragen naar waarheid in te vullen. De antwoorden zullen vertrouwelijk behandeld worden. 1. Wat is de datum van vandaag? dag maand jaar 2. U bent een O Man O vrouw 3. Wat is uw geboortedatum? dag maand jaar 4. Wat is uw huidige burgerlijke staat? O Ongehuwd, nooit gehuwd geweest ga naar vraag 6 O Wettelijk samenwonend ga naar vraag 5 O Gehuwd ga naar vraag 5 O Wettelijk gescheiden ga naar vraag 6 O Weduwe/weduwnaar ga naar vraag 5 5. Bent u ooit wettelijk gescheiden? O Ja O Neen 6. Uit hoeveel personen bestaat dit huishouden? We bedoelen alle personen die met u onder hetzelfde dak wonen, uzelf meegerekend. aantal K1 3

26 7. Wie woont er met u in uw huishouden? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk O Niemand O Mijn echtgeno(o)t(e) waarmee ik gehuwd ben O Mijn partner waarmee ik niet gehuwd ben O Mijn kinderen met mijn huidige echtgeno(o)t(e) of partner O Mijn kinderen met een vorige echtgeno(o)t(e) of partner O De kinderen van mijn huidige echtgeno(o)t(e) of partner met iemand anders O Mijn moeder O Mijn vader O De moeder van mijn echtgeno(o)t(e) / partner O De vader van mijn echtgeno(o)t(e) / partner O Mijn kleinkind(eren) O Iemand anders van de familie O Iemand anders die niet tot de familie behoort 8. Hoe bewoont u uw woning? O Als eigenaar of mede-eigenaar ga naar vraag 10 O Als vruchtgebruiker ga naar vraag 9 O Als sociaal huurder (woning is een sociale woning of ga naar vraag 9 appartement) O Als huurder, onderhuurder, huur betalend (niet sociaal ga naar vraag 9 huurder) O Als gratis bewoner ga naar vraag 9 O Andere situatie ga naar vraag 9 9. Bent u eigenaar of mede-eigenaar van een andere woning? O Ja O Neen De volgende vragen gaan over uw eventuele kinderen. 10. Hebt u kinderen? Gelieve biologische kinderen, adoptiekinderen, pleegkinderen, stiefkinderen en ook eventuele overleden kinderen mee te tellen. O Ja ga naar vraag 11 O Neen ga naar vraag 12 K1 4

27 11. Kunt u in onderstaande tabel de geboortedata en het geslacht van al deze kinderen geven? In de laatste kolom kunt u tevens aangeven of het gaat om een biologisch kind, een adoptief kind, een pleegkind, een stiefkind of een overleden kind. Geboortedatum: Geslacht: Kind is: dag maand jaar man vrouw overleden biologisch adoptie kind kind pleeg kind stief kind 1 O O 2 O O 3 O O 4 O O 5 O O 6 O O 7 O O 8 O O Nu volgen enkele vragen over uw studies en uw dagelijkse bezigheden. 12. Wat is uw hoogst behaalde diploma? O Ongeschoold geen diploma of getuigschrift O Lager onderwijs O Lager secundair algemeen vormend onderwijs (ASO) O Lager secundair technisch onderwijs (TSO) O Lager secundair beroepsonderwijs (BSO) O Lager secundair kunstonderwijs (KSO) O Lager secundair buitengewoon onderwijs (BuSO) O Hoger secundair algemeen vormend onderwijs (ASO) O Hoger secundair technisch onderwijs (TSO) O Hoger secundair beroepsonderwijs (BSO) O Hoger secundair kunstonderwijs (KSO) O Hoger secundair buitengewoon onderwijs (BuSO) O Hoger niet-universitair onderwijs van het korte type (3 jaar) O Hoger niet-universitair onderwijs van het lange type (4 jaar) O Universitair onderwijs O Post-universitair onderwijs K1 5

28 13. Welke situatie is momenteel het meest op u van toepassing? O Voltijdse loopbaanonderbreking (inclusief ouderschapsverlof) of voltijds tijdskrediet O Full-time loontrekkende O Part-time loontrekkende O Zelfstandige in hoofdberoep of vrij beroep O Help(st)er of meewerkend familielid O Huisvrouw of huisman O Werkloos (werkzoekend) O Student O In langdurig ziekteverlof of permanente arbeidsongeschiktheid O Met pensioen O Met brugpensioen O Andere Nu volgen er enkele vragen over uw huidig beroep. Indien u meerdere beroepen tegelijk uitoefent, gelieve het dan enkel te hebben over uw hoofdberoep. Indien u momenteel geen beroep uitoefent, gelieve het dan te hebben over het beroep dat u laatst hebt uitgeoefend. 14. Wat is uw huidige (of laatst uitgeoefende) beroep? Gelieve de functie of het beroep zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven en de eventuele einddatum aan te geven. O Ik heb nooit een betaalde job gehad ga naar vraag 16 O Ik heb nu een betaalde job of heb ooit een betaalde job gehad vul tabel hieronder in omschrijving beroep O Ik beoefen dit beroep nog steeds ga naar vraag 15 O Ik beoefen dit beroep niet meer sinds. vul tabel hieronder in einddatum dag maand jaar K1 6

29 15. In welke categorie plaatst u zichzelf gegeven uw huidig beroep (of indien u momenteel geen beroep uitoefent, in welke categorie kon u zichzelf plaatsen toen u uw laatste beroep uitoefende)? O Ongeschoolde arbeider/arbeidster O Geschoolde arbeider/arbeidster O Bediende O Hoger bediende/kader O Kleine zelfstandige/handelaar O Landbouwer/landbouwster O Vrij beroep O Zelfstandig ondernemer of groothandelaar O Andere 16. Hoeveel bedroeg uw persoonlijk netto maandelijks inkomen de voorbije maand? Hieronder verstaan we elk inkomen via arbeid of via een uitkering zoals pensioen, werkloosheid, ziekte, Gelieve alles op te tellen, zoals loon, maaltijdcheques, enz. Indien het voorbije maand om een bijzondere maand ging waarin u bijvoorbeeld vakantiegeld of een 13 de maand kreeg uitbetaald, neem dan de meest recente regelmatige maand. Voor zelfstandigen: gelieve een schatting te maken van het maandelijkse netto-inkomen na aftrek van alle professionele kosten en belastingen. O Ik heb geen inkomen O Minder dan 250,00 O 250,00-499,99 O 500,00 749,99 O 750,00 999,99 O 1000, ,99 O 1250, ,99 O 1750, ,99 O 2250, ,99 O 3000, ,99 O 5000, ,99 O 7000, ,99 O 9000,00 of meer K1 7

30 17. Hoeveel bedroeg het totale netto inkomen van dit huishouden de voorbije maand? Hiermee bedoelen we alle netto-inkomsten van alle leden van dit huishouden, ook van eventueel inwonende kinderen. Gelieve alles op te tellen zoals lonen, uitkeringen, kindergeld, alimentatie, inkomsten uit kapitaal en onroerende goederen enz. O Minder dan 250,00 O 250,00-499,99 O 500,00 749,99 O 750,00 999,99 O 1000, ,99 O 1250, ,99 O 1750, ,99 O 2250, ,99 O 3000, ,99 O 5000, ,99 O 7000, ,99 O 9000,00 of meer 18. Hoe moeilijk of gemakkelijk kan uw huishouden rondkomen met het beschikbare inkomen van dit huishouden? O Zeer moeilijk O Moeilijk O Eerder moeilijk O Eerder gemakkelijk O Gemakkelijk O Zeer gemakkelijk 19. Dragen uw ouders financieel bij in uw levensonderhoud? We bedoelen hier zowel een vast bedrag per maand als het betalen van eten of rekeningen. O Ja ga naar vraag 20 O Neen ga naar vraag Kunt u aangeven hoeveel uw ouders bijdragen? Gelieve ook aan te duiden of dit een bedrag is per week, per maand of per jaar. Bijdrage ouders (in ) Per week maand jaar O O O 21. Volgt u dagonderwijs? O Ja O Neen K1 8

31 22. Bent u ooit blijven zitten in de kleuterschool, de lagere school en/of het middelbaar onderwijs? O Ja ga naar vraag 23 O Neen ga naar vraag In welke jaren bent u blijven zitten? Kleuter Leerjaar lager onderwijs Jaar middelbaar onderwijs school Eerste keer O O O O - Tweede keer O O O O - Derde keer O O O O - Vierde keer O O O O - Vijfde keer O O O O 24. Kunt u in volgende tabel voor ieder jaar van de middelbare school aanduiden in welke onderwijsvorm u zat op het einde van dat jaar? U kleurt voor ieder jaar steeds het bolletje onder de juiste onderwijsvorm. ASO TSO BSO KSO BuSO Niet afgemaakt - In het eerste middelbaar O - In het tweede middelbaar O - In het derde middelbaar O - In het vierde middelbaar O - In het vijfde middelbaar O - In het zesde middelbaar O - In het zevende middelbaar (indien van toepassing) O K1 9

32 De volgende vragen gaan over de verdeling van huishoudelijke taken. 25. Wie doet de volgende huishoudelijke taken? Altijd ikzelf Meestal ikzelf Ik evenveel als mijn partner Meestal mijn partner Altijd mijn partner Meestal iemand anders die er niet voor betaald wordt Meestal iemand anders die er voor betaald wordt De dagelijkse maaltijden bereiden O O - De afwas doen of de afwasmachine uitladen O O - Boodschappen doen O O - Strijken O O - Schoonmaken O O - Kleine herstellingen doen in en rond het huis O O - Tuinonderhoud O O - De facturen betalen en de administratie doen O O - Het sociale leven van het huishouden regelen O O (vrienden uitnodigen of uitstapjes plannen) 26. Vindt u de verdeling eerlijk of vindt u dat u of uw partner te weinig of veel te weinig huishoudelijke taken doet? O Ik heb geen partner O Mijn partner woont niet in mijn huishouden O Ik vind dat mijn partner veel te weinig doet O Ik vind dat mijn partner te weinig doet O Ik vind de verdeling eerlijk O Ik vind dat ik te weinig doe O Ik vind dat ik veel te weinig doe 27. Hoe vaak doet u beroep op volgende vormen van betaalde kinderopvang? Verschillende keren per maand (maar Verschillende keren per week (maar Nooit Minder dan maand maand niet wekelijks) week niet dagelijks) Dagelijks Ik heb geen kinderen 6 7 nvt 6 7 nvt - Een onthaalouder, kinderdagverblijf of crèche O O O - Voor- of naschoolse opvang of Initiatief voor O O O Buitenschoolse Opvang (IBO) - Een betaalde babysit O O O - Een au pair of huispersoneel O O O K1 10

33 De volgende vragen gaan over een aantal persoonlijke ervaringen. 28. Hebt u ooit al met iemand seks gehad? O Ja ga naar vraag 29 O Neen ga naar vraag Hoe oud was u toen u voor de eerste keer seks had met iemand? leeftijd 30. Met hoeveel verschillende personen hebt u al seks gehad? aantal De volgende vragen gaan over uw eventuele partner. 31. Hebt u al een relatie van minstens drie maanden gehad? O Ja ga naar vraag 32 O Neen ga naar vraag Hoe oud was u toen u voor het eerst zo'n relatie had? leeftijd 33. Hebt u momenteel een relatie van minstens drie maanden? O Ja ga naar vraag 34 O Neen ga naar vraag 38 De volgende vragen gaan over deze relatie. 34. Is uw partner ooit gescheiden? O Ja O Neen 35. Zijn de ouders van uw partner ooit gescheiden? O Ja O Neen K1 11

34 36. In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met volgende uitspraken over uw relatie? Helemaal niet Noch akkoord noch Helemaal akkoord niet akkoord akkoord We hebben een goede relatie O O - Mijn relatie met mijn partner is zeer stabiel O O - Mijn relatie met mijn partner is sterk O O - Mijn relatie met mijn partner maakt me gelukkig O O - Ik voel me echt deel van een team met mijn partner O O 37. Hoe gelukkig of ongelukkig voelt u zich in uw relatie? Ongelukkig Gelukkig Perfect gelukkig In welke mate gaat u akkoord of niet akkoord met de volgende uitspraken over huwelijk en ouderschap? Helemaal Noch akkoord, niet akkoord Niet akkoord noch niet akkoord Akkoord Helemaal akkoord - Het huwelijk is een verouderde instelling - Het is prima als partners willen samenwonen zonder dat zij van plan zijn om te trouwen - Het huwelijk is een band voor het leven die nooit verbroken mag worden - Uit elkaar gaan is de beste oplossing in geval van een ongelukkige relatie, ook als er kinderen zijn - Een vrouw moet kinderen krijgen om aan haar bestemming te voldoen - Een man moet kinderen krijgen om aan zijn bestemming te voldoen - Een kind heeft een thuis met een vader en een moeder nodig om gelukkig te kunnen opgroeien - Als een alleenstaande vrouw kind(eren) wil krijgen en opvoeden, dan moet dat kunnen - Jongeren van 18 à 20 jaar moeten zelfstandig (gaan) wonen - Partners van hetzelfde geslacht moeten dezelfde rechten hebben als heteroseksuele koppels K1 12