Evaluatie van Kijk op kleintjes. Nijmegen. SPECTRUM Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie van Kijk op kleintjes. Nijmegen. SPECTRUM Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland"

Transcriptie

1 Evaluatie van Kijk op kleintjes Nijmegen Jorike Smeitink Eelco Visser Elise Roelofse november 2007 Notitienummer N ER/JOS-av (versie februari 2008) SPECTRUM Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland

2

3 Voorwoord Voor u ligt de evaluatie van het project Kijk op kleintjes, dat na een succesvolle pilotperiode in september 2006 is ingevoerd als werkwijze voor heel Nijmegen. Kijk op kleintjes is de Nijmeegse zorgstructuur voor de 0 tot 4-jarigen, die elk kind optimale zorg wil bieden. Het gaat om het vroegtijdig signaleren van kinderen met een mogelijke achterstand, stoornis of gezinsproblemen die een bedreiging zijn voor de ontwikkeling van het kind. Professionals werken er samen aan om de meest passende hulp voor deze kinderen te vinden. In Kijk op kleintjes zijn afspraken gemaakt over de manier van (samen)werken. Het is niet nodig dat ouders al deze afspraken tussen instellingen kennen. Ouders moeten van Kijk op kleintjes merken dat degene bij wie ze aankloppen, de juiste weg weet naar hulp. Ze hoeven niet 10 keer hun verhaal te vertellen en ze krijgen één duidelijk advies. Bij onderdelen van Kijk op kleintjes : de zorgcoördinatoren en video-hometraining, bleken ouders tevreden te zijn. Bij de evaluatie die KION deed van Alert op ontwikkeling bleek ook dat ouders hier waardering voor hadden. Er zijn van oktober 2006 tot juni 2007 ongeveer 400 kinderen gesignaleerd in de peuterspeelzaal of op het kinderdagverblijf, waarbij consultatie van de zorgcoördinator nodig was. Daarnaast heeft de GGD haar eigen signalering uitgevoerd. Meestal worden deze gesignaleerde kinderen verwezen naar een vorm van hulpverlening. Voor ongeveer 100 kinderen met complexe problemen was daarvoor het advies van het ZAT (zorgadviesteam) voor 0-4-jarigen nodig. Er is lichte hulp geboden aan bijna 300 gezinnen. Ook het aanbod opvoedingsondersteuning is uitgebreid. De doelgroep is goed in beeld en de tevredenheid over Kijk op kleintjes is groot. Naast deze positieve uitkomst geeft de evaluatie inzicht in de knelpunten die er nog zijn. Er worden een aantal aanbevelingen voor verbetering gegeven.

4

5 Inhoud 1. Inleiding Achtergrond Doelen van de implementatie Opzet van de evaluatie Leeswijzer Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Algemeen Bereik van de consultatiebureaus en voorschoolse voorzieningen Signaleren ZAT s (zorgadviesteams) voor 0-4-jarigen Zorgweigeraars Lichte hulp Overbruggingszorg Opvoedingsondersteuning Waardering van Kijk op kleintjes Handboek van Kijk op kleintjes Contact met de huisartsen Bijlage 1 Onderzoek 48 hulptrajecten Bijlage 2 Gegevens van de vragenlijsten... 27

6

7 1. Inleiding 1.1 Achtergrond In de beleidsnota Opvoeden doe je niet alleen van de gemeente Nijmegen (2003) wordt de sluitende zorgketen voor jeugdigen van 0 tot 23 jaar als speerpunt benoemd. Het doel is passende hulp voor elk kind dat hulp nodig heeft. Met de ZAT-teams (voorheen School & Hulp) wordt de doelgroep van 4 tot 19 jarigen bediend. Spil en vindplaats van deze jeugdigen zijn de onderwijsinstellingen. De doelgroep 0-4-jarigen is het beste in beeld bij de consultatiebureaus, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De samenwerking tussen deze en andere instellingen, die uiteindelijk uitmondt in Kijk op kleintjes loopt in Nijmegen dan al een aantal jaren. Het uitgangspunt van gemeente en instellingen is dat investeren in het jonge kind loont. Er was behoefte aan een experiment: de pilot Kijk op kleintjes. Doel voor Kijk op kleintjes is het verbeteren van de signalering, verwijzing, opvang en zorg voor risicokinderen van 0 tot 4 jaar. Het is een zorgstructuur voor de 0-4-jarigen die elk kind optimale zorg wil bieden. Het project Kijk op kleintjes werkt aan de volgende opdrachten: zorg dat alle 0-4-jarigen in de wijk bereikt worden; zorg voor optimale signalering van ontwikkelings- en/of sociale problematiek; zorg voor multidisciplinaire diagnostiek en verwijzing in zorgteams; organiseer voldoende lichte hulp; zorg voor effectieve toeleiding van zorgweigeraars; organiseer overbruggingszorg voor gezinnen tijdens wachttijd op hulp; biedt opvoedingsondersteuning aan ouders die met risicofactoren te maken hebben. Kijk op kleintjes voorziet in de doelgroep 0-4-jarigen, in drie van de vijf gemeentelijke taken gerelateerd aan jeugdzorg (Wmo prestatieveld 2). De taken zijn informatie, signalering, toeleiding, pedagogische hulp en coördinatie van zorg. Kijk op kleintjes zorgt voor een goede signalering, voor toeleiding en voor lichte hulp. De andere twee taken worden voor een deel door Kijk op kleintjes ingevuld. Het onderdeel opvoedingsondersteuning van Kijk op kleintjes bevat een deel van het Nijmeegse aanbod informatie en advies aan ouders. Ander aanbod is bijvoorbeeld de themabijeenkomsten voor ouders door Tandem of de GGD die los van Kijk op kleintjes worden uitgevoerd. In de ZAT s 0-4 wordt coördinatie van zorg deels uitgevoerd, namelijk tot het moment dat hulp gaat starten. Op enkele momenten van terugkoppeling na wordt het traject verder niet door het ZAT 0-4 of door de zorgcoördinator gevolgd. In het project Aanpak multiprobleemhuishoudens Nijmegen-West wordt de functie coördinatie van zorg verder uitgewerkt voor Nijmegen. Hier heeft het Meldpunt Bijzondere Zorg een belangrijke rol in. In de projectgroep Kijk op kleintjes participeren in 2007 de gemeente Nijmegen, de GGD regio Nijmegen, NIM Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg Nijmegen, MEE Gelderse Poort, Tandem welzijnsorganisatie, huisartsenpraktijk Zuid Westerpoort, het SBO, en de vertegenwoordigers van de kindercentra: KION, Nannies en Ikke. Spectrum neemt deel als projectondersteuner. De projectgroep houdt de vinger aan de pols van het project, stuurt bij en lost knelpunten op. Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 1

8 1.2 Doelen van de implementatie Op basis van de positieve evaluatie van de pilot heeft de gemeenteraad van Nijmegen in 2006 besloten tot uitbreiding van Kijk op kleintjes over de hele stad. Er zijn de volgende doelen gesteld: 100% van de 0-4-jarigen bezoekt het consultatiebureau 1x per jaar. 85% van alle kinderen van 2 en 3 jaar bezoekt eind 2007 een voorschoolse voorziening. Alle kindercentra in Nijmegen krijgen ondersteuning bij het signaleren van kinderen met problemen. De zorgcoördinatoren zullen op jaarbasis 300 consulten uitvoeren. Er zijn een zestal ZAT s voor 0-4-jarigen die de hele stad bestrijken. In deze teams worden in totaal per jaar 150 kinderen besproken en doorverwezen naar hulpverlening. Binnen zes weken na de eerste verwijzing moet er een definitief besluit zijn over het hulpaanbod. Ouders met opvoedingsspanning (dat wil zeggen de opvoedingsvragen worden dringend/zijn niet meer gemakkelijk op te lossen) kunnen gebruik maken van lichte hulp van NIM Maatschappelijk Werk en van de GGD. Ouders van 0-4-jarigen die weigeren hulp te accepteren worden actief en met drang benaderd met als doel de juiste hulp voor het kind te realiseren. Het gaat dan om kinderen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Drang houdt in dat zo nodig de Raad voor de kinderbescherming zal worden ingeschakeld. Gezinnen waarvan kinderen van 0-4 jaar in het indicatietraject voor jeugdzorg zitten of op de wachtlijst staan krijgen overbruggingszorg vanuit de specialistische zorginstellingen. Ouders van 0-4-jarigen uit risicogroepen worden gericht benaderd en ondersteund in de opvoeding met als doel hun opvoedingscompetenties te versterken. Er is zowel een groeps- als een individueel aanbod. Bij lichte hulp en opvoedingsondersteuning zijn verder specifieke resultaten benoemd: Lichte hulp: streefbereik van video-hometraining bij de GGD is 14 gezinnen in het najaar van 2006 en 70 gezinnen in Met lichte hulp moeten in het najaar van gezinnen bereikt worden en in gezinnen. Lichte hulp door de NIM: dit zou gezien de resultaten in de pilot om 90 trajecten per jaar gaan. De aantallen vallen echter binnen het totale afgesproken resultaat voor 0-23 jaar waarbij de NIM geen onderscheid maakt in leeftijd. Opvoedingsondersteuning: in themabijeenkomsten op de peuterspeelzalen, 3 op kinderdagverblijven en 6 bijeenkomsten voor specifieke groepen ouders. Totale aantal te bereiken ouders (schouwburgtelling) is 288. In 2007 vinden 117 themabijeenkomsten en 24 bijeenkomsten voor specifieke groepen plaats: bereik 848 ouders. Het streefpercentage voor het bereik is dat 65% van het totaal aantal verschillende ouders 1 of meer keren komt. Dit betreft het aanbod van Tandem. Daarnaast is afgesproken dat de GGD in 2006 acht bijeenkomsten voor ouders uitvoert en in bijeenkomsten, verdeeld over alle stadsdelen. 2 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

9 1.3 Opzet van de evaluatie De evaluatie van de pilot in Dukenburg en Lindenholt heeft plaatsgevonden door inzet van een monitor voor de nulmeting. Vervolgens zijn na een jaar (voorjaar 2005) de gegevens weer met de monitor verzameld. Bij de implementatie van Kijk op kleintjes, waarna er ongeveer drie keer zo veel activiteiten plaatsvonden, is geen nulmeting meer ingezet. Een evaluatie blijft echter noodzakelijk voor de voortgang. De resultaten moeten in beeld zijn. De projectgroep moet waar nodig kunnen bijsturen en de politiek wil antwoord op haar vragen. In het najaar van 2007 worden beslissingen genomen over de voortgang van Kijk op kleintjes in 2008 en de jaren daarna. De opzet van de evaluatie is januari 2007 geaccordeerd door de projectgroep Kijk op kleintjes. De kernvragen zijn: Zijn de kinderen die het nodig hebben bereikt, gesignaleerd, goed verwezen, en aangemeld? Zijn door de acties van Kijk op kleintjes meer kinderen sneller bij de passende hulp? Constateren sociaal verpleegkundigen, peuterleidsters, leidsters van de kinderdagverblijven en zorgteamleden een verbetering? Tevens dienen de uitkomsten van de monitor van 2005 als referentiekader. De evaluatie bevat drie onderdelen: 1. De cijfers: instellingen registreren een aantal zaken. Deze gegevens zijn verzameld, gebundeld en geïnterpreteerd. Voor het vervolg van Kijk op kleintjes is het van belang te weten of de te behalen aantallen voor de implementatie per projectonderdeel goed zijn ingeschat. De evaluatieperiode loopt van oktober 2006 tot juli 2007: 9 maanden. In het oordeel over de cijfers zijn de streefgetallen van 12 naar 9 maanden omgerekend. 2. De tevredenheid bij uitvoerders: er zijn vragenlijsten verstuurd aan alle vestigingen voor peuterspeelzaalwerk en kinderdagopvang, alle sociaal verpleegkundigen, alle deelnemers van de zorgteams en aan alle zorgcoördinatoren. Waar mogelijk is bij de instellingen nagegaan of ook ouders tevreden waren. 3. In Kijk op kleintjes gaat het om de zorgketen tot het moment van verwijzing naar hulp. Wat er na het advies van het ZAT 0-4 gebeurt hoort ook bij de zorgketen maar is onvoldoende in beeld en wordt vaak niet geregistreerd. De zorgcoördinatoren, zorgteamleden en de projectondersteuner van Spectrum hebben voor 48 geselecteerde zorgtrajecten in beeld gebracht hoe het verder is gegaan. De gegevens komen van verschillende bronnen: registraties, vragenlijsten, en leden van de ZAT s leverden de gegevens over 48 trajecten. Daarnaast is informatie over de samenwerking met huisartsen in Dukenburg en Lindenholt gebruikt. Uit interviews die de projectondersteuner over de implementatie heeft gehouden met de zorgcoördinatoren en de projectgroepleden in juni 2007 kwamen aanvullende gegevens. Tot slot heeft de projectgroep Kijk op kleintjes een belangrijk aandeel gehad in het formuleren van conclusies en aanbevelingen. Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 3

10 1.4 Leeswijzer In de rapportage vormen de projectonderdelen van Kijk op kleintjes de bouwstenen. De volgorde is steeds: bereik, signaleren (en de zorgcoördinatoren), de ZAT s 0-4, aanpak zorgweigeraars, lichte hulp, overbruggingszorg, opvoedingsondersteuning. Vervolgens vormen het handboek Kijk op kleintjes en de samenwerking met huisartsen twee extra aandachtspunten in de evaluatie. In hoofdstuk 2 van de evaluatie van Kijk op kleintjes worden per projectonderdeel de gegevens samengevat. Ze worden vergeleken met de afgesproken resultaten voor de implementatie, en (waar van toepassing) met de eerste monitor. Vervolgens worden aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen zijn in enkele bijeenkomsten met de projectgroep van Kijk op kleintjes besproken en aangevuld. De cijfers en andere gegevens zijn in detail terug te vinden in de bijlagen. Bijlage 1 bevat de uitkomsten van het onderzoek naar 48 zorgtrajecten. Bijlage 2 bevat de uitkomsten van de registratie en de tevredenheidsmeting. Waar nodig zijn deze uitkomsten aangevuld vanuit de andere bronnen. 4 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

11 2. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk van de evaluatie van Kijk op kleintjes worden per projectonderdeel de gegevens samengevat en vergeleken met de afgesproken resultaten voor de implementatie, en waar relevant met de monitor van Vervolgens worden de conclusies en aanbevelingen gegeven. De cijfers en andere gegevens zijn in detail terug te vinden in de bijlagen. De respons op de vragenlijsten was zeer hoog: bij de GGD 100%, bij de deelnemers aan de zorgteams (inclusief zorgcoördinatoren) 93%, bij de kinderdagverblijven van KION 60% en bij de andere kinderdagverblijven 82%. De respons van de peuterspeelzalen schatten we op 91%. Samengevat kunnen we stellen dat er meer kinderen zijn gesignaleerd en geholpen, dan van tevoren was ingeschat. Dit gezien het grote aantal vragen aan de zorgcoördinatoren en het grote aantal ouders dat lichte hulp heeft gekregen. Het gebruik van en de tevredenheid over de zorgcoördinator en het ZAT 0-4 is hoog. De inbreng in de ZAT s 0-4 blijft qua aantal iets achter bij het ingeschatte aantal. De reden is dat het alleen de complexe gevallen betreft en dat andere kinderen al eerder zijn verwezen naar de juiste hulp. Het merendeel van de adviezen van de ZAT s 0-4 blijkt het juiste te zijn. Wachttijden blijven een negatieve rol spelen. De werkwijze van Kijk op kleintjes is succesvol uitgerold over heel Nijmegen. Vooral daar waar nog weinig aan netwerk was, is het met open armen ontvangen. De projectgroep heeft echter ook kritisch gekeken. Aan de volgende inhoudelijke aandachtspunten moet vooral nog aandacht worden besteed: Verdere versterking van de signalering in alle kindercentra, opdat de zorgcoördinator zo efficiënt mogelijk kan werken. In de werkwijze van de ZAT s 0-4 verder uitwerken hoe de contacten met huisartsen en ZAT s basisonderwijs lopen. Nagaan waar de enkele punten van kritiek (zoals over de coördinatie van de zorg) vandaan komen en hier iets aan doen. De lichte hulp is succesvol, maar vanuit de GGD wordt aangegeven dat er soms sprake is van oneigenlijk gebruik van de lichte hulp tijdens wachttijd voor (Bureau) jeugdzorg. De overbruggingszorg van gespecialiseerde hulpinstellingen biedt voor een (klein) aantal kinderen onvoldoende oplossingen. Het onderdeel opvoedingsondersteuning is nog onvoldoende op maat, gezien de behoefte van specifieke groepen ouders. Het aanbod in het algemeen is onvoldoende afgestemd. 2.2 Bereik van de consultatiebureaus en voorschoolse voorzieningen Het hoofddoel van Kijk op kleintjes is het vroegtijdig signaleren en bieden van hulp bij vragen en problemen. Om dit te kunnen, moeten alle kinderen eerst gezien worden. Kijk op kleintjes heeft daarom onder meer de volgende doelen: Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 5

12 100% van de 0-4 jarigen bezoeken het consultatiebureau minstens 1 keer per jaar. 85% van alle kinderen van 2 en 3 jaar bezoeken eind 2007 een voorschoolse voorziening. In februari 2007 heeft de GGD een vergelijking gemaakt tussen de GBA (gemeentelijk administratie systeem) en de JGZ registratie. De namen van de kinderen die in 2006 niet (minimaal eenmaal) waren gezien door het JGZ team zijn op lijsten per JGZ locatie verzameld. In de maand maart zijn de sociaal verpleegkundigen JGZ vervolgens met deze lijst aan de slag gegaan. Naast een aantal registratiefouten( kinderen bleken wel bereikt), stonden er ook kinderen op die verhuisd waren naar andere gemeenten of het buitenland, of die elders in zorg zijn, bijvoorbeeld bij Hypericon (antroposofisch consultatiebureau). Volgens het GBA wonen er ruim 6700 kinderen tussen 0 en 4 jaar in Nijmegen. Hiervan wonen 35 kinderen nog wel in Nijmegen en zijn niet elders in zorg, maar zijn in 2006 niet op het consultatiebureau (CB) geweest. Met 21 gezinnen hiervan is de relatie hersteld. Deze kinderen zijn inmiddels weer op het CB geweest. Met 7 gezinnen zijn de sociaal verpleegkundigen op het moment dat deze notitie wordt geschreven nog bezig om het contact te herstellen. De verwachting is dat dit gaat lukken. Met 7 gezinnen is de relatie niet hersteld, veelal omdat ouders dit zo wensen. De huisarts van het desbetreffende kind is op de hoogte gesteld dat het kind niet meer op het CB komt. Over het algemeen betreft het kinderen ouder dan 3 jaar. Deze kinderen zullen met extra aandacht worden overgedragen aan de schoolarts (en zijn dan in zorg van de JGZ 4-19). Over 1 kind was wat extra zorg; dit kind is daarom gemeld in het ZAT 0-4. Aanbeveling: om goed te signaleren blijft 100% bereik een voorwaarde. Aanbevolen wordt om de activiteiten die hier voor nodig zijn bij de GGD voort te zetten. De gemeente Nijmegen overweegt of het zinvol is om daarnaast afspraken over bereik te maken met het antroposofisch consultatiebureau, ziekenhuizen en zorginstellingen. De gegevens over het bereik van de kinderopvang komen in het najaar beschikbaar in de Nijmeegse onderwijsmonitor. Aanbevelingen komen daaruit voort. 2.3 Signaleren Een belangrijk doel van Kijk op kleintjes is dat alle 0-4-jarigen met ontwikkelings- en/ of sociale problematiek tijdig gesignaleerd worden in de kindercentra (peuterspeelzalen en kinderdagverblijven) en in de consultatiebureaus van de GGD (jeugdgezondheidszorg). Om dit te versterken zijn afspraken gemaakt over de samenwerking tussen kindercentra en de GGD. Om de signalering in kindercentra te verbeteren zijn vier zorgcoördinatoren bij Kijk op kleintjes aangesteld die werken voor àlle kindercentra in Nijmegen. Aantal zorgkinderen in de kindercentra Het aantal zorgkinderen waar de zorgcoördinatoren over geconsulteerd zijn is hoger dan het gestelde aantal van 300 per jaar, vooral in Dukenburg en Lindenholt. In deze wijken was sprake van een hoog aantal consultaties per gezin, bij zeer complexe problematiek. De totalen voor de hele evaluatieperiode zijn 1951 consultaties over 404 kinderen. De ingeschatte aantallen zorgkinderen kloppen qua verdeling tussen de stadsdelen wel. Dit is belangrijk omdat het beschikbare budget is verdeeld naargelang het aantal zorgkinderen per stadsdeel. Wel worden er over de hele linie meer zorgkinderen gesignaleerd dan verwacht: in Oost 55, in Midden 98, in West 92 en in Dukenburg/Lindenholt 159 kinderen. Ongeveer de 6 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

13 helft van de gesignaleerde zorgkinderen is allochtoon, behalve in Oost(/Centrum/Noord), daar gaat het om een kwart. Wat gebeurt er met de in de kindercentra gesignaleerde kinderen? Inbreng in het ZAT % Directe verwijzing van het kindercentrum in samenwerking met de zorgcoördinator naar hulp 37,5 % (Nog) geen verwijzing, maar aanbod in het kindercentrum 37,5 % Totaal (gesignaleerde zorgkinderen) 100 % Van de gesignaleerde kinderen wordt 25% ingebracht in het zorgteam. Van de overige wordt de helft direct doorverwezen naar hulp. De zorgcoördinator is dan intensief betrokken bij het verwijzen opdat het kind ook daadwerkelijk bij de hulp terechtkomt. De andere helft van de gesignaleerde kinderen die niet in het zorgteam besproken worden heeft (nog) geen verwijzing nodig. Aan kind en ouders wordt een aanbod gedaan op het kindercentrum: observatie, oudergesprekken, soms een stimuleringsplan. Hierin hebben leidsters en zorgcoördinator ieder een taak. De groei in het aantal gesignaleerde kinderen en in het aantal consultaties geeft een hoge werkdruk voor de zorgcoördinatoren. Zij vinden de rondes twee keer per jaar langs alle kindercentra heel belangrijk voor een goede signalering. Maar bij verdere groei is er het risico dat ze hier niet meer aan toe komen, en dat signalen gemist worden. Aanbeveling: de signalering in kindercentra is een belangrijke bouwsteen voor Kijk op kleintjes. Zorg dat het aantal uren zorgcoördinatie in verhouding blijft staan tot de groei van het aantal signalen en consultaties. Dit is vooral in Dukenburg en Hatert van belang. Een andere mogelijkheid om de werkdruk van de coördinatoren te verlichten is dat de leidsters zelf al een aantal stappen zetten. De zorgcoördinatoren geven aan dat voor een efficiënte inzet het extra belangrijk is dat alle locaties werken met een systeem als Alert op ontwikkeling. Als leidsters steeds meer en eerder hun zorg uiten bij ouders kan de zorgcoördinator daarbij aansluiten. Aanbevelingen: Het gebruik van een signaleringssysteem groeit, maar alle kindercentra moeten het gaan gebruiken en ook méér gaan inzetten. Dit kan gestimuleerd worden door training en daarna onderhouden van de deskundigheid van leidsters in het gebruik van een signaleringssysteem. Maar ook doordat de zorgcoördinatoren en anderen zoals de gemeente Nijmegen het gebruik van een goed signaleringssysteem aan de orde stellen. Gebruik van de zorgcoördinator Een goed resultaat is dat bijna alle peuterspeelzaalleidsters gebruik maken van de ondersteuning door de zorgcoördinator en daar ook tevreden over zijn (52 van de 58). De kinderdagverblijven blijven daar wat bij achter omdat het hier om een andere doelgroep gaat met minder zorgkinderen. Toch geeft bijna eenderde van de kinderdagverblijven van KION aan een beroep op de zorgcoördinator te doen. Degenen die gebruik hebben gemaakt van de ondersteuning zijn daar tevreden over. In de pilot werden dezelfde conclusies getrokken. Nieuw is dat de andere kinderdagverblijven (die niet onder KION vallen) langzamerhand meer betrokken raken bij Kijk op kleintjes. Bijna de helft van deze kinderdagverblijven geeft Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 7

14 aan een beroep op de zorgcoördinator te doen. Wel vinden nog enkelen het een probleem dat de zorgcoördinator bij KION werkt. De zorgcoördinatoren geven aan dat ze zich presenteren als van Kijk op kleintjes en niet van KION. Aanbeveling is dat deze wijze van presenteren consequent wordt doorgezet. Ouders In zijn algemeenheid wordt door de zorgcoördinatoren gesteld dat in het begin het contact met ouders, als er zorgen zijn, lastig is en blijft. Echter achteraf geven ouders aan opgelucht te zijn en soms zelfs dankbaar. Er blijft een kleine groep ouders die zich bekeken voelt en zich onttrekt aan de aandacht van de zorgcoördinator. Zij blijven in Kijk op kleintjes wel in beeld bij de leidster of de sociaal verpleegkundige, die een nieuwe actie kan inzetten. Signaleren bij de GGD De GGD is redelijk tevreden over de risico-inventarisatie, die men bij het signaleren gebruikt. De meerwaarde die het instrument de KIPPPI biedt (verbonden aan het consult bij 2,5 jaar) wordt echter gemist. Vanuit de kindercentra wordt hier aan toegevoegd dat de leeftijd van 2,5 jaar een cruciaal moment is voor ontwikkeling en opvoeding. Wanneer de GGD dan geen contact heeft ligt er een zware verantwoordelijkheid bij de kindercentra. Aanbeveling: het consult bij 2,5 jaar en de KIPPPI zijn van groot belang voor een goede signalering bij de GGD. Aanbevolen wordt dat de GGD een voorstel indient bij de gemeente Nijmegen en dat de gemeente het consult bij 2,5 jaar en de KIPPPI gaat afnemen. Samenwerking GGD en kindercentra De samenwerkingsafspraken tussen KION en GGD lopen goed, maar moeten wel regelmatig worden opgefrist. Meer dan de helft van de leidsters vindt dat de samenwerking er in veel gevallen voor zorgt dat kinderen beter worden geholpen. Onbekend is of de contacten tussen kindercentra en consultatiebureaus zijn gegroeid. Bewaakt moet worden dat deze contacten in stand blijven en niet (vanwege de inzet van de zorgcoördinator) verminderen. Aanbeveling: houdt oog voor het contact tussen leidster en sociaal verpleegkundige. Samen met de zorgcoördinator moeten zij als een efficiënt werkende driehoek blijven functioneren rond het gezin. Aanbeveling: de GGD maakt praktisch werkbare samenwerkingsafspraken met de andere kindercentra. 2.4 ZAT s (zorgadviesteams) voor 0-4-jarigen Doel van het zorgteam 0-4 jarigen is om alle kinderen van 0-4 met ontwikkelings- en/ of sociale problematiek multidisciplinair te diagnosticeren en snel aan te melden bij de juiste hulp. De zorgcoördinatoren Kijk op kleintjes zijn de vaste coördinatoren van deze zorgteams. Zij melden een goede opkomst in de zorgteams en een open klimaat om visieverschillen te bespreken. Aantal zorgkinderen Het totaal aantal nieuw ingebrachte, besproken en verwezen kinderen in de evaluatieperiode is 102. Dit blijft achter bij het als resultaat gestelde aantal van 150. Wel valt op dat veel kinderen meermalen worden besproken, waarschijnlijk vanwege complexe problemen vooral in Dukenburg/Lindenholt. 8 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

15 Er zijn verklaringen voor het lagere resultaat. In de ZAT s 0-4 komen alleen de zeer complexe gevallen. Andere kinderen zijn al eerder verwezen naar de juiste hulp. Zowel de zorgcoördinator als de GGD ontwikkelen via het ZAT 0-4 snel een verwijsnetwerk dat niet meer afhankelijk is van de bijeenkomsten alleen. Ook kwam de beschikking over de in te zetten middelen pas laat in de zomer, zodat de ZAT s 0-4 niet in september maar in oktober zijn opgestart. Het ZAT 0-4 in Oost(-centrumnoord) is nog wat later opgestart dan de andere ZAT s en heeft minder bijeenkomsten gekend. De verdeling van de ZAT s 0-4 over de stadsdelen lijkt nu nog de juiste te zijn. Echter zorgteam Dukenburg/Lindenholt springt er aan de bovenkant uit: dit zorgteam functioneert al vanaf 2004 (pilot). Dit betekent dat als een ZAT 0-4 wat langer functioneert het aantal aanmeldingen stijgt. Deels wordt dit ondervangen door buiten het ZAT om verwijzingen te doen, als de situatie duidelijk genoeg is. Maar het is belangrijk om de groei te blijven monitoren. Aanbevelingen: de ZAT s zijn er alleen voor de zeer complexe gevallen. Toch kan ook hier de grens van de beschikbare capaciteit bereikt worden. Aanbevolen wordt dat de zorgcoördinatoren in de gaten houden wanneer deze grens (bijna) bereikt wordt. Mogelijke acties zijn uitbreiding van de bijeenkomsten van het ZAT 0-4, of meer verwijzingen buiten het zorgteam om. Verwijzingen Groot knelpunt is dat een goede registratie voor de zorgcoördinatoren ontbreekt: deze is nog in ontwikkeling. Dit is ook de reden dat er geen cijfers zijn over de output zoals het aantal verwijzingen naar de verschillende hulpverlenende instellingen. In deel 3 van de evaluatie komt dit aspect wel aan de orde (bijlage 1). Er is van 48 zorgtrajecten achteraf nagezocht of de verwijzing geëffectueerd is. De meeste verwijzingen gaan naar MEE/Integrale Vroeghulp (41%), dan naar Bureau jeugdzorg (33%), naar NIM Maatschappelijk Werk (17%) en 9% naar overig hulpaanbod zoals Viataal. De percentages moeten niet al te strikt genomen worden omdat vaak ook combinaties van hulpaanbod worden ingezet. De zorgcoördinatoren geven aan dat dit een redelijk correcte afspiegeling van de werkelijkheid is. Aanbeveling: het in beeld brengen van het vervolgtraject van hulp stelt extra eisen aan de registratie. De gemeente dient zich te beraden op welke informatie nodig is, opdat met de informatie uit de registraties ook zinvolle acties kunnen worden uitgevoerd. Doorlooptijd In de pilot was er veel aandacht voor de doorlooptijd van 6 weken. Deze werd door Bureau Jeugdzorg niet gehaald. Als we kijken naar de gegevens over de 48 zorgtrajecten die zijn gevolgd blijkt dat het tijdstip van het eerste contact tussen gezin en hulpverlenende instelling soms erg snel volgt op het moment van advies in het ZAT 0-4, maar soms ook langer duurt. De reden voor de langere duur is dat in die periode een terugkoppeling plaatsvindt van het advies naar de leidster/verpleegkundige en naar de ouders. Vaak zien we dat er weerstanden zijn bij ouders, die eerst moeten worden weggenomen of verminderd. Er zit dan meer tijd tussen, en het tijdstip van feitelijke aanmelding valt later. Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 9

16 In het algemeen vindt het contact met MEE/Integrale Vroeghulp en met NIM binnen de termijn van 6 weken plaats. Bij Bureau jeugdzorg is dat (nog steeds) niet het geval 1. Passend advies In het merendeel van de gevallen blijkt het eerste advies van het ZAT 0-4 ook het passende advies. Het komt in de onderzochte casussen niet voor dat een verwijzing naar jeugdzorg toch uitmondt in hulpverlening door GGD of NIM. Wel komt voor dat er een lichte vorm van hulp door GGD of NIM wordt gekozen, omdat ouders afwijzend tegenover jeugdzorg staan. Er blijft dan via de lichte inzet toch een vinger aan de pols tot er verandering komt. Dit verklaart ook het lage aantal casussen dat reeds (positief) is afgesloten: het zijn de complexe situaties die extra en langdurige inspanningen vragen, die in de ZAT s 0-4 aan de orde komen. Onder een positieve afsluiting verstaan we dat de verwijzing naar de hulp en de start van die hulp die het ZAT adviseert heeft plaatsgevonden. De snelheid waarmee dit gebeurt is afhankelijk van de volgende factoren: - er is een combinatie van verschillende vormen van hulp nodig; - voordat hulp kan starten moet het gezin hiertoe gemotiveerd worden; - er is wachttijd voor de gewenste hulp. Tevredenheid leden ZAT s 0-4 De leden van de ZAT s zelf zijn tevreden over de werkwijze en de resultaten van het ZAT 0-4. De deskundigheid van het team wordt het beste gewaardeerd. Over het algemeen zijn ze tevreden over de samenwerking, hoewel een paar leden ontevreden zijn over de samenwerking met Bureau Jeugdzorg, de huisartsen, SBO, politie en het ZAT Bij Bureau Jeugdzorg zijn het vooral de wachttijden die ontevredenheid geven. De zorgcoördinatoren melden echter ook ontevredenheid over de werkwijze van Bureau Jeugdzorg. Over de samenwerkingsafspraken over verwijzing en terugkoppeling zijn de meeste deelnemers aan het ZAT 0-4 tevreden. Aandachtspunten zijn het contact met huisartsen, de coördinatie van de zorg, het aandeel van de NIM en de overdracht naar de ZAT Privacy komt hier niet als knelpunt naar voren, zoals in de pilot. Wel is het convenant met privacy-afspraken verouderd. In de samenwerkingsafspraken met huisartsen zijn onlangs verdere stappen gezet. Het aandeel van de NIM blijkt in drie van de vier ZAT s 0-4 niet naar verwachting te zijn. Dit betreft vervanging bij afwezigheid maar ook is er onduidelijkheid over de inzet (voor wie, wanneer) van het aanbod lichte hulp. Aanbeveling: de NIM verbetert de aanwezigheid in de ZAT s 0-4 en de inzet van lichte hulp. Aanbeveling: het privacyconvenant heeft actualisering nodig. Dit overstijgt Kijk op kleintjes en is een zaak van de samenwerkingspartners in Regie van de Zorg. Aanbeveling: Bureau jeugdzorg en de jeugdzorgaanbieders blijven werken aan het terugdringen van de wachtlijsten. De andere punten zijn nog niet duidelijk genoeg. Daarom de volgende aanbevelingen. Aanbevelingen: Coördinatie van zorg: nagaan wat de deelnemers hierin van het zorgteam en van de leden verwachten. Een signaal is dat men de casemanagementfunctie van Bureau Jeugdzorg sterker zou willen zien. Actie wordt verwacht van de zorgcoördinatoren. 1 Tijdens de evaluatieperiode van Kijk op kleintjes heeft Bureau jeugdzorg sterk ingezet op het terugdringen van de wachttijden aan de voordeur. Er was aan het eind van de evaluatieperiode nog sprake van een weg te werken achterstand. 10 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

17 de overdracht naar het ZAT 4-12 is basaal geregeld in het contact tussen de zorgcoördinator Kijk op kleintjes en de voorzitter van het ZAT Men vindt dit te onduidelijk. Aanbeveling is om betere afspraken te maken, bijvoorbeeld wie wanneer het initiatief neemt. Dit is een actie voor Kijk op kleintjes in samenwerking met Regie van de Zorg. Gebruik en tevredenheid leidsters en sociaal verpleegkundigen In de pilot gebruikte eenderde van alle kindercentra (speelzalen en kinderdagverblijven binnen en buiten KION) het ZAT 0-4. Nu heeft ongeveer tweederde van de groepen in het peuterspeelzaalwerk een kind in het ZAT 0-4 ingebracht. Bij de kinderdagverblijven van KION ligt dat op een vijfde, en bij de overige kinderdagverblijven op een derde. De lagere inbreng van kinderdagverblijven is verklaarbaar omdat zij een andere doelgroep bereiken met minder zorgkinderen. Het merendeel van de leidsters waardeert het ZAT 0-4, maar de kinderdagverblijven zijn minder tevreden. De meeste sociaal verpleegkundigen hebben minimaal 1 keer een kind in het ZAT 0-4 ingebracht. Over de ondersteuning van het ZAT 0-4 zijn de sociaal verpleegkundigen tevreden. Aanbeveling: het ZAT 0-4 heeft een belangrijke functie in het verwijzen van kinderen bij wie complexe problemen spelen. Bekendheid van het zorgteam is belangrijk. Instellingen dienen daar intern blijvend aandacht aan te besteden. De leden van de projectgroep maken hier afspraken over met het management van hun instelling. 2.5 Zorgweigeraars Het toeleiden van zorgweigeraars is een apart onderdeel bij de zorgteams 0-4. Doel van het traject zorgweigeraars is dat ouders met kinderen die ernstig in hun ontwikkeling bedreigd worden, maar die zorg en hulp weigeren actief en met drang benaderd worden met als doel de juiste hulp voor het kind te realiseren. Vanuit de kindercentra wordt gemeld dat 15 leidsters een keer of vaker te maken hebben gehad met zorgweigeraars: in totaal gaat het om 27 gevallen. Daarbij is in 8 gevallen de route zorgweigeraars ingezet, en meestal zijn met het betreffende gezin stappen gezet in de richting van hulp. 9 sociaal verpleegkundigen hebben in de afgelopen maanden een keer of vaker te maken gehad met zorgweigeraars: in totaal gaat het om 15 gevallen. Dit kunnen dezelfde gevallen zijn als waar de kindercentra mee te maken hebben gehad. De leidsters en sociaal verpleegkundigen hebben bijna allemaal de afspraken over route zorgweigeraars gebruikt en meestal zijn verdere stappen richting hulp gezet. Het merendeel maar niet iedereen vindt dat de mogelijkheden voor de aanpak van zorgweigeraars zijn toegenomen. Men voelt zichzelf redelijk deskundig in de aanpak. In deze evaluatie is niet nagegaan wat de verdere stappen zijn geweest en of dit ook heeft geleid tot inzet van hulp. Aanbeveling: maak afspraken met de zorgcoördinatoren om het traject van zorgweigeraars naar het al dan niet accepteren van hulp verder te volgen. Ze kunnen gebruik maken van de afspraken uit het handboek Kijk op kleintjes over verwijzing en terugkoppeling. Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 11

18 2.6 Lichte hulp Lichte hulp is het aanbod aan hulp voor ouders met opvoedingsspanning, dat wil zeggen de opvoedingsvragen worden dringend en zijn niet meer gemakkelijk op te lossen. Deze hulp wordt geboden door NIM Maatschappelijk Werk en door de jeugdgezondheidszorg (GGD). Het kan gaan om gesprekken (verschillende methodes) of om video-hometraining. Lichte hulp GGD In de evaluatieperiode zijn met 177 gezinnen gesprekken geweest, ruim meer dan het afgesproken aantal van 158 hulptrajecten op jaarbasis. De GGD geeft hierbij aan dat de prestatie wel in het afgesproken aantal uren is geleverd. Men kan meer gezinnen zien omdat er veel zijn die niet het maximale aantal gesprekken nodig hebben. Video-hometraining door de GGD is in de evaluatieperiode aan 86 gezinnen gegeven en ook dit is hoger dan de afgesproken te leveren prestatie van 70 keer. Uit de evaluatie die de GGD bij ouders heeft uitgevoerd, blijkt dat zij zeer tevreden zijn over deze hulp. Lichte hulp NIM De lichte hulp binnen Kijk op kleintjes is zo opgezet, dat het aanbod van de GGD en van NIM Maatschappelijk Werk elkaar aanvullen. De GGD verwijst naar de NIM als er sprake is van meervoudige problemen zoals financiële problemen naast problemen in de opvoeding. De registratie-eisen die de gemeente stelt aan de NIM leveren geen gegevens op over het aandeel hulptrajecten vanuit Kijk op kleintjes. Uit onderzoek van de dossiers blijkt dat er in de eerste 5 maanden van 2007 vanuit Kijk op kleintjes in elk geval 25 dossiers in behandeling zijn geweest. Het te behalen resultaat op basis van de pilot was 90 dossiers. Over de in werkelijkheid bereikte aantallen is echter geen uitspraak te doen. Er bestaat geen voorrangssituatie voor de 0-4-jarigen meer, zoals in de pilot. Aanbeveling: voor het monitoren van Kijk op kleintjes is het van belang dat er gegevens zijn over het aantal dossiers bij de NIM vanuit Kijk op kleintjes. De aanbeveling is dat de NIM en de gemeente Nijmegen andere afspraken maken over de registratie van lichte hulp. Tevredenheid De leidsters van de peuterspeelzalen zijn tevreden over zowel de lichte hulp van de GGD als die van de NIM, evenals de kinderdagverblijven. Een uitzondering vormen de kinderdagverblijven van KION: veruit de meeste geven aan dat zij geen gebruik maken (d.w.z. geen ouders verwijzen) van de lichte hulp. Onbekend is of dit niet nodig is, of dat er onwetendheid over het aanbod is. Van de sociaal verpleegkundigen heeft ongeveer de helft wel eens gebruik gemaakt van de lichte hulp via de NIM. Zij staan daar neutraal tegenover of zijn er tevreden over. Over het eigen aanbod van de GGD (zowel de oudergesprekken als de video-hometraining) zijn de sociaal verpleegkundigen over het algemeen ook tevreden. Aanbeveling: elk gezin dat het nodig heeft moet gebruik kunnen maken van het aanbod lichte hulp. Aanbevolen wordt om na te gaan of er bij de kinderdagverblijven van KION sprake is van onbekendheid over dit aanbod, en er als dat het geval is informatie over te geven. 12 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

19 2.7 Overbruggingszorg Binnen Kijk op kleintjes zijn er afspraken met specialistische zorginstellingen over tussenoplossingen bij wachttijd voor jeugdzorg of tijdens het indicatietraject. Bijna eenvijfde van de peuterspeelzalen maakt hier wel eens gebruik van en zij zijn er over het algemeen tevreden over. Er worden geen opmerkingen (meer) gemaakt over de geringe capaciteit van het SBO (dienst Ambulante Begeleiding) ten behoeve van de 0-4-jarigen. Hier zijn onlangs betere afspraken over gemaakt. Het vergroten van de mogelijkheden van Ambulante Begeleiding zorgt er voor dat eerder bepaald wordt dat een kind niet naar het reguliere basisonderwijs kan. Bij 3-jarigen blijft het echter lastig om een goede diagnose te stellen. Het blijft gebeuren dat een kind langer dan wenselijk op de peuterspeelzaal blijft, omdat het nog niet op het SO terecht kan. Ook een tussenoplossing in het reguliere basisonderwijs is niet altijd geschikt. De zorgcoördinatoren van Kijk op kleintjes houden bij hoe vaak dit op de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven het geval is. Vanuit het management van KION wordt aangegeven dat de indicatie die nodig is voor overbruggingszorg van gespecialiseerde instellingen een belemmering vormt voor het snel inzetten van deze zorg. Het vraagt van leidsters en van de zorgcoördinator extra tijd en inspanning omdat zij ouders hiertoe moeten motiveren. Consultatie van de specialistische instelling is beschikbaar en helpt dan wel, maar het traject verloopt daarmee niet sneller. Bovendien zijn er nog steeds wachttijden. Er is een grens aan de opvang van kinderen met problemen in de reguliere kindercentra. Ook ouders krijgen dan te weinig steun. Kijk op kleintjes heeft geen oplossing geboden voor de wachttijden. Er blijven knelpunten in de toeleiding naar jeugdzorg en naar het speciaal (basis-)onderwijs. Het gaat daarbij naar schatting van de zorgcoördinatoren om 20 kinderen (najaar 2007). De overbruggingszorg biedt enig soelaas maar er is een aantal kinderen dat daar onvoldoende mee geholpen wordt. In maart 2008 wil de projectgroep het aantal kinderen waar geen goede oplossing voor is opnieuw agenderen en acties bespreken. Aanbeveling is dat KION blijft inventariseren om hoeveel kinderen het gaat en om welke soort problemen, opdat er gericht andere oplossingen gezocht kunnen worden. Er kan gedacht worden aan een extra groep voor deze kinderen of aan extra hulp. Elders zijn voorbeelden van Kinderopvang-plus voorhanden. De sociaal verpleegkundigen geven aan dat de overbruggingszorg van de GGD meer wordt ingezet dan de overbruggingszorg van specialistische instellingen. Men biedt veel stut en steun - contact en ook lichte hulpvormen in de wachttijd voor Bureau Jeugdzorg en (in mindere mate) voordat het jeugdzorgaanbod start. Een aantal verpleegkundigen zijn ontevreden. Zij hebben het idee dat de inzet van de GGD oneigenlijk gebruikt wordt, namelijk in plaats van de zorg waar het gezin nog op wacht. Voor het project wil dat zeggen dat het onderdeel lichte hulp van de GGD niet verloopt volgens de afspraken die in het begin zijn gemaakt. Het wordt ingezet om ouders alvast te helpen, en vaak om de motivatie voor het accepteren van hulp gaande te houden. Maar voor een deel gebeurt dit niet aan de juiste doelgroep en niet met het gewenste resultaat. Tevens zullen er bij een groeiende vraag knelpunten ontstaan. Eigenlijk is dit knelpunt pas opgelost als er geen wachtlijsten meer zijn. Aanbeveling is (naast het wegwerken van wachtlijsten bij jeugdzorg) dat de GGD in kaart brengt hoe groot de groep is die lichte hulp krijgt, terwijl dit niet het meest passende aanbod Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 13

20 is. Wellicht zijn er ook bepaalde kenmerken van deze groep aan te wijzen. De projectgroep dient op dit knelpunt actie te ondernemen, maar er is meer informatie nodig. 2.8 Opvoedingsondersteuning Kijk op kleintjes bestaat niet alleen uit individueel advies en ondersteuning maar ook uit een aanbod van verschillende soorten bijeenkomsten, uitgevoerd door de GGD en welzijnsorganisatie Tandem. Er zijn themakoffie-ochtenden op de speelzaal, series van bijeenkomsten voor ouders met dezelfde achtergrond of problematiek, en ouderavonden. Het idee hier achter is dat ouders veel van elkaar kunnen leren en elkaar onder deskundige begeleiding effectief ondersteuning kunnen bieden. Het doel is dat de opvoedingscompetenties van ouders worden vergroot. Tevens worden ouders toegeleid naar andere activiteiten in de wijk. Deze activiteiten zijn geëvalueerd bij de medewerkers van Tandem, KION en de GGD. Voorlopige conclusie is dat dit aanbod nog niet de juiste vorm heeft gevonden en onvoldoende is afgestemd. Dit speelt in een breder kader: De werkgroep opvoedingsondersteuning van Regie van de Zorg constateerde eveneens het gebrek aan afstemming in de wijk en wil een plan van aanpak ter verbetering ontwikkelen. In de ontwikkeling naar Centra voor Jeugd en Gezin is het aanbod jeugd- en opvoedinformatie een belangrijk onderdeel. De projectgroep Kijk op kleintjes zal deze ontwikkelingen volgen. Aanbeveling is dat Tandem, als belangrijke aanbieder van opvoedingsondersteuning, wordt betrokken bij het traject van Regie van de Zorg. Themakoffie-ochtenden Tandem Het afgesproken aantal bijeenkomsten is grotendeels uitgevoerd, slechts in enkele peuterspeelzalen is een bijeenkomst minder gepland. Het gemiddelde aantal ouders per bijeenkomst was iets meer dan 6. Ook dit is conform de afspraken. Enkele peuterleidsters vinden dit weinig, maar ze geven ook aan dat het aantal niets zegt over de kwaliteit. Dit wordt door een van hen goed uitgedrukt als zij zegt: Soms bereik je met minder ouders meer dan met een grote groep. De meeste leidsters en sociaal verpleegkundigen zijn tevreden over dit aanbod. Zowel leidsters als de medewerkers van Tandem geven aan dat de doelen rond toeleiden (naar andere activiteiten) en signaleren niet genoeg worden gehaald. Er worden door de betrokken instellingen voorwaarden voor een beter bereik genoemd, en de afstemming in de wijk moet beter. Aanbeveling: een groepsaanbod is een goede aanvulling op individuele ondersteuning van ouders. Verbeter het aanbod aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie. Aanbod speciale groepen Tandem Tandem heeft voor zes groepen ouders een gericht aanbod ontwikkeld: o.a. voor Somalische ouders en voor alleenstaande ouders. De groepen gingen in 2007 van start. Het bereik was wisselend. Zo is er een hele grote groep ouders uit Sierra Leone bereikt en een kleine groep ouders met psychiatrische problemen. De algemene conclusie is dat de meeste ouders die zijn bereikt eigenlijk andere behoeften hebben dan het groepsgerichte aanbod opvoedingsondersteuning dat Kijk op kleintjes biedt. Ze hebben met name behoefte aan individueel contact en ondersteuning bijvoorbeeld over huisvesting en financieën. 14 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

21 Leidsters en sociaal verpleegkundigen zijn in het merendeel positief over het aanbod van Tandem. Aanbeveling: onderzoek of er (binnen Kijk op kleintjes ) een mogelijkheid is om deze ouders het gevraagde individuele contact te bieden. Groepsbijeenkomsten GGD Dit aanbod is gekozen als alternatief voor de deelname van sociaal verpleegkundigen aan de themakoffie-uurtjes op de kindercentra. De GGD verwachtte zo meer ouders te bereiken en de eigen informatie beter over te brengen. Zowel medewerkers als ouders zijn enthousiast, hoewel de opkomst niet overal zo groot was. Er is wel commentaar op de communicatie en de overlap met ander aanbod. Het aanbod van de GGD moet onderdeel uit gaan maken van een afgestemd aanbod op maat per wijk, hetgeen ook de opkomst ten goede komt. Over de contacten tussen peuterspeelzalen en GGD zijn inmiddels betere afspraken gemaakt namelijk overleg op stadsdeelniveau i.p.v. overstijgend. Aanbeveling totale aanbod: het aanbod moet nog meer maatwerk worden: zowel vanuit de behoefte van ouders (m.n. bij de specifieke groepen) als vanuit de afstemming van aanbod opvoedingsondersteuning in de wijk. 2.9 Waardering van Kijk op kleintjes Algemeen Vooral de sociaal verpleegkundigen en peuterspeelzaalleidsters zien over het algemeen een meerwaarde in de activiteiten van Kijk op kleintjes. De sociaal verpleegkundigen ervaren zich vooral gesteund als het gaat om het kiezen van een oplossing, en bij de verwijzing. De peuterspeelzaalleidsters hebben waardering voor de activiteiten op het gebied van signaleren en het kiezen van een oplossing voor een kind. Onder de kinderdagverblijven zijn de meningen meer verdeeld. Daar ziet steeds ongeveer de helft een meerwaarde in de activiteiten die Kijk op kleintjes biedt. Dit kan te maken hebben met de doelgroep van kinderdagverblijven, waarbij het doorgaans om minder zorgkinderen gaat. Aanbeveling: besteed blijvend aandacht aan de bekendheid van Kijk op kleintjes bij de kinderdagverblijven. Maak gebruik van succes-stories. Peuterspeelzalen Een aantal peuterspeelzaalleidsters is ontevreden over de activiteiten rond verwijzing. Dit resultaat vraagt enige toelichting. In de wijken Oost, Centrum en Noord was geen samenwerking, en is men erg blij met Kijk op kleintjes. In andere wijken zoals in West waren veel leidsters gewend om zelf de verwijzingen te doen. Zij zien nu dat dit overgenomen wordt door de zorgcoördinator. Het vertrouwen dat de zorgcoördinator dit goed aanpakt moet soms nog groeien en kost dus tijd. Meer terugkoppeling van resultaten door de zorgcoördinatoren kan hier bij helpen. Aanbeveling: bepaal nauwkeuriger wat de leidster en wat de zorgcoördinator precies doet in het traject met zorgkinderen en vergroot de mogelijkheid van terugkoppeling. Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 15

22 2.10 Handboek van Kijk op kleintjes Het handboek van Kijk op kleintjes is een van de manieren om ervoor te zorgen dat alle betrokkenen de werkwijze en afspraken van Kijk op kleintjes kennen en gebruiken. Van het handboek is zowel een papieren als digitale versie beschikbaar. Allen gebruiken vooral het papieren handboek en zijn daar ook positief over. Uit de opmerkingen (van vooral de kinderdagverblijven buiten KION) blijkt dat niet iedereen op de hoogte is van het bestaan van het digitale handboek. Aanbeveling: het handboek moet actueel gehouden worden, maar bijstelling kan niet volstaan met een digitale versie. Gebruikers moeten op de hoogte zijn en de mogelijkheid hebben om de bijstellingen op papier te krijgen, te downloaden of te kopen Contact met de huisartsen In Kijk op kleintjes zijn met de huisartsen een aantal afspraken over de uitwisseling van informatie gemaakt. Tussen GGD en huisartsen waren al bestaande afspraken, deze zijn in Kijk op kleintjes meegenomen. Nieuw zijn de afspraken tussen huisartsen en de zorgcoördinator in de wijken Dukenburg en Lindenholt. Deze zijn nu zover uitgeprobeerd, dat ze ook in de andere wijken uitgevoerd kunnen worden. Een van de voorwaarden is dat leidsters tijdig zorgen voor een akkoordverklaring van ouders, waarin ouders (al dan niet) toestemming geven voor het uitwisselen van informatie met de huisarts. Aanbevelingen: Zorg dat alle betrokkenen weten hoe ze de ander kunnen bereiken (uitwisseling van actuele telefoonnummers en (mail-)adressen; Ga na hoe de privacy bij uitwisseling via het beste beschermd wordt; Biedt leidsters ondersteuning bij het zorgen voor een tijdige akkoordverklaring. Tot slot Dit is de samenvatting van de uitkomsten van de evaluatie. In navolgend schema zijn de resultaten nog eens benoemd. 16 Evaluatie Kijk op kleintjes Spectrum CMO

23 Projectonderdeel Doel implementatie op Resultaat oktober 2006 juni 2007 Belangrijkste aanbevelingen Kijk op kleintjes jaarbasis Bereik Bereik consultatiebureaus Bereik onder 0-4-jarigen is 100% Met 100% contact gelegd. Activiteiten voortzetten Bereik voorschoolse voorzieningen Bereik onder 2 en 3 jr. eind 2007 is Gegevens najaar 2007 beschikbaar 85% Signaleren Alle kindercentra in Nijmegen krijgen ondersteuning: 300 consultaties. Voor gehele evaluatieperiode 1951 consultaties over 404 kinderen. Dit is meer dan afgesproken. - Voldoende uren voor zorgcoördinatie t.o.v. groei. - Alle kindercentra gebruiken een goed signaleringssysteem. - Consult GGD bij 2,5 jaar + KIPPPI invoeren. - Behoudt contact leidster en sociaal verpleegkundige - GGD maakt samenwerkingsafspraken met andere kindercentra. - Stem taken leidster/zorgcoördinator beter af en vergroot de mogelijkheden voor terugkoppeling. ZAT 0-4 Doorlooptijd Inbreng leidsters en sociaal verpleegkundigen Zorgweigeraars Lichte hulp Lichte hulp GGD 150 kinderen bespreken en doorverwijzen. 6 weken na 1 e verwijzing definitief besluit over hulpaanbod Ouders van 0-4 jarigen die weigeren hulp te accepteren actief en met drang benaderen. Video-hometraining 70 gezinnen in evaluatieperiode, oudergesprekken 158. Aantal nieuw ingebrachte kinderen 102. Dit is minder dan afgesproken. Met MEE en NIM eerste contact binnen termijn. BJz haalt dit niet. Inbreng kind in zorgteam is gestegen in vergelijking met pilotperiode. 15 leidsters en 9 sociaal verpleegkundigen hebben met 27 resp. 15 gevallen te maken gehad en er zijn stappen richting hulp gezet. Video-hometraining 86 gezinnen, oudergesprekken met 177 gezinnen. Meer gezinnen geholpen in de afgesproken tijd. Lichte hulp NIM 90 trajecten per jaar. Onduidelijk welke inzet wordt gepleegd voor doelgroep Kijk op kleintjes. Overbruggingszorg Kinderen in indicatietraject jeugdzorg Overbruggingszorg biedt voor klein aantal kinderen in of op wachtlijst krijgen kindercentra onvoldoende. overbruggingszorg vanuit Lichte hulp bij GGD wordt soms oneigenlijk ingezet. specialistische zorginstellingen Opvoedingsondersteuning Ouders 0-4 jarigen uit risicogroepen gericht benaderd en ondersteund. Themakoffie-ochtenden Tandem 162 bijeenkomsten Blijft achter bij afgesproken aantallen, ook de opkomst. Kwaliteit echter vaak hoog. Aanbod speciale groepen Tandem 30 bijeenkomsten 6 groepen met wisselend bereik Ouders hebben vaak andere behoefte - Zorgcoördinatoren bewaken grens capaciteit - NIM verbetert de inzet. - Privacyconvenant moet geactualiseerd. - Verhelderen vragen over coördinatie van zorg - Afspraken voor overdracht met ZAT Bekendheid ZAT 0-4 vergroten - Verbeteren informatie uit registratie. Aanpak wachtlijsten BJZ en jeugdzorgaanbieders voortzetten. Zorgcoördinatoren gaan de trajecten naar hulp volgen die zorgweigeraars al dan niet afleggen. KION gaat behoefte aan informatie bij kinderdagverblijven na. Gemeente en NIM maken andere afspraken over de registratie. - KION brengt in kaart wat het probleem is. - GGD onderzoekt aantallen lichte hulp, waar eigenlijk zwaarder aanbod nodig is. Aanbod beter afstemmen per wijk. Tandem bij plannen Regie van de Zorg betrekken. Aanbod moet meer maatwerk worden Groepsbijeenkomsten GGD 32 bijeenkomsten Opkomst niet overal groot. Idem: afstemming en maatwerk. Spectrum CMO Evaluatie Kijk op kleintjes 17

Monitoring Kijk op Kleintjes

Monitoring Kijk op Kleintjes Monitoring Kijk op Kleintjes Elise Roelofse November 2010 Rapport 07-0288d l ER-av l 01 Inhoud Aanleiding... 1. De zorgcoördinatoren... 1.1 gegevens 2001 2009... 1.2 signaleren... 1.3 zorgadviesteams

Nadere informatie

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School De gemeente Halderberge heeft tot taak het maken van proces- en resultaatafspraken bij Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Om deze afspraken te kunnen monitoren heeft de gemeente aan de GGD gevraagd

Nadere informatie

4. Protocollen en reglementen Zorgstructuur Datum 9 januari 2014 Versie 2 Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR

4. Protocollen en reglementen Zorgstructuur Datum 9 januari 2014 Versie 2 Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR 4. Protocollen en reglementen 4.1.10 Zorgstructuur Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR Vastgesteld 9 januari 2014 Blad 2 van 5 Algemeen De peuterspeelzalen krijgen steeds meer te maken met peuters en ouders met

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Westland Plaats : Naaldwijk Gemeentenummer : 1783 Onderzoeksnummer : 293977 Datum onderzoek : 17 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Sluitende aanpak toeleiding VVE

Sluitende aanpak toeleiding VVE Sluitende aanpak toeleiding VVE Februari 2013 Inleiding Sinds 2001 werken we in Almere aan voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is onderwijs op een speelse manier

Nadere informatie

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis 1/5 Inleiding Aanleiding voor het schrijven van deze evaluatie over de Zorg Advies Teams (ZAT) is de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in

Nadere informatie

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum CMWW Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding Blz. 3 2. Uitvoering Blz. 3 3. Aanpak Blz. 4 4. Ontwikkelingen van het JPP Blz. 5 5. Conclusies en Aanbevelingen Blz. 6

Nadere informatie

Hoogeveense peuterspeelzalen werken met een zorgleidster; een plan van aanpak voor de pilot 1 augustus 2006 t/m 31 december 2007

Hoogeveense peuterspeelzalen werken met een zorgleidster; een plan van aanpak voor de pilot 1 augustus 2006 t/m 31 december 2007 Hoogeveense peuterspeelzalen werken met een zorgleidster; een plan van aanpak voor de pilot 1 augustus 2006 t/m 31 december 2007 Inleiding. In dit plan wordt een aanpak van een pilot beschreven voor het

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren Beleidsnotitie Aanbod voor peuters 2017-2020 Gemeente Buren Inhoudsopgave 1. Huidige situatie 4 Waar gaat het over? 4 Wat doen we al? 4 2. Vergroten bereik peuters 6 Wat gaan we doen? 6 Doel 6 Behoefte

Nadere informatie

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN gemeente Den Haag September 2015 Conceptversie 2.0 1 Inleiding In november jl. is door de Haagse gemeenteraad Motie 86 Geïsoleerde Vrouwen aangenomen. Om uitvoering te geven

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland 1. Signaleren 1.1 VVE beoordeling tijdens contactmoment op het consultatiebureau Jeugdgezondheidszorg (JGZ) (Uitvoerend: JGZ) 1.2 VVE

Nadere informatie

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zorgroutes interne en externe zorgstructuur in basisscholen 23 juni 2014 1 Inhoud INLEIDING... 3 MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD... 3 CRITERIA

Nadere informatie

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO INTERNE WERKWIJZE SBPE MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING juli 2014 Inhoud MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING... 3 1. ALGEMEEN...

Nadere informatie

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Dalfsen, augustus 2012 1 Inleiding Dit document is een uitwerking van de Notitie Beleid en uitvoering

Nadere informatie

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Samenwerkende gemeenten Friesland Achtkarspelen Ameland het Bildt Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel De Friese Meren Harlingen Heerenveen

Nadere informatie

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Projectgroep: Gemeente Tilburg: Mw. M. Lennarts, beleidsmedewerker, dhr. W.

Nadere informatie

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs CONVENANT Zorg- en adviesteam School/Scholen/SWV xxx Deelnemende organisaties: Deelnemer 1 Deelnemer 2 Deelnemer 3 Deelnemer 4 Deelnemer 5 Deelnemer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Mill en Sint Hubert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Mill en Sint Hubert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Mill en Sint Hubert Plaats : Mill Gemeentenummer : 0815 Onderzoeksnummer : 276859 Datum onderzoek : 14 juli

Nadere informatie

In deze notitie wordt bovengenoemde concrete actie nader uitgewerkt.

In deze notitie wordt bovengenoemde concrete actie nader uitgewerkt. Notititie Interne Zorgstructuur Voorschool d.d. 2 mei 2006 Vastgesteld Adviesgroep GOA 0-6 d.d. 6 juni 2006 1. Inleiding In oktober 2005 heeft de gemeenteraad de nota Haagse Klasse, Beleidskader voor het

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Bijlage 6: Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Op 30 augustus gingen ouders, kinderen, raadsleden en wethouders, professionals en ambtenaren met elkaar in gesprek

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015!

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015! Sportief Hoogeveen Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015! 1 De Hoogeveense sportfunctionarissen hebben in 2013 het project Sport JIJ ook? opgezet. Sport JIJ ook?

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Ermelo Plaats : Ermelo Gemeentenummer : 0233 Onderzoeksnummer : 278180 Datum onderzoek : 23 september 2014 Datum

Nadere informatie

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Terschelling Plaats : West-Terschelling Gemeentenummer : 0093 Onderzoeksnummer : 278069 Datum onderzoek : 19

Nadere informatie

Vragen over privacy bij VVE

Vragen over privacy bij VVE Vragen over privacy bij VVE Oberon 1, december 2013 Om de toeleiding naar VVE goed te organiseren en te monitoren is het nodig gegevens over de doelgroepkinderen te delen tussen de betrokken partijen.

Nadere informatie

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING Samen maken wij meedoen voor jeugd mogelijk Kinderen en jongeren met een beperking moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

Nadere informatie

Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs

Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs Aansluiting jeugdhulp en onderwijs 1 Gecombineerd aanbod onderwijs en zorg Per 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingegaan. Hiermee

Nadere informatie

KomPas Samen sterker op basisscholen

KomPas Samen sterker op basisscholen KomPas Samen sterker op basisscholen Informatie voor scholen en ouder(s)/verzorger(s) Samen sterker op basisscholen voor kinderen met gedragsproblemen door integrale samenwerking tussen onderwijs, toegangsteams

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Werkproces sluitende aanpak toeleiding naar VVE

Werkproces sluitende aanpak toeleiding naar VVE Werkproces sluitende aanpak toeleiding naar VVE Versie september 2015 Almere 2015-2019 In Almere streven we naar een zo hoog mogelijk bereik van doelgroepkinderen. Sinds 2012 werkt de jeugd gezondheid

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Weststellingwerf Plaats : Wolvega Gemeentenummer : 0098 Onderzoeksnummer : 292793 Datum onderzoek : 10

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

PROTOCOL NETWERK JEUGDHULPVERLENING GEMEENTE SON EN BREUGEL

PROTOCOL NETWERK JEUGDHULPVERLENING GEMEENTE SON EN BREUGEL PROTOCOL NETWERK JEUGDHULPVERLENING GEMEENTE SON EN BREUGEL Het protocol is opgesteld om eenduidigheid te verkrijgen tussen de deelnemende instellingen en/of personen betreffende de uitgangspunten, de

Nadere informatie

VVE wijkanalyses. Evaluatieverslag VVE wijkanalyses

VVE wijkanalyses. Evaluatieverslag VVE wijkanalyses VVE wijkanalyses Evaluatieverslag VVE wijkanalyses VVE wijkanalyses Evaluatieverslag VVE wijkanalyses Annelies Kassenberg, Senior onderzoeker Matti Blok, Onderzoeker Dorien Petri, projectondersteuner

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Jeugdzorg in Gelderland september 2011 Voor u ligt het derde infoblad 2011. In dit infoblad zijn de actuele cijfers over de ontwikkelingen en prestaties in de Gelderse jeugdzorg kort weergegeven. Tevens

Nadere informatie

PROTOCOL SAMENWERKING TUSSEN DE CONSULTATIESBUREAUS EN DE VVE - PEUTERSPEELZALEN. Voor de periode in de gemeente Halderberge.

PROTOCOL SAMENWERKING TUSSEN DE CONSULTATIESBUREAUS EN DE VVE - PEUTERSPEELZALEN. Voor de periode in de gemeente Halderberge. PROTOCOL SAMENWERKING TUSSEN DE CONSULTATIESBUREAUS EN DE VVE - PEUTERSPEELZALEN. Voor de periode 2010-2011. in de gemeente Halderberge. Het realiseren van de sluitende aanpak in het kader van de Voor-

Nadere informatie

Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie

Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie RIS091969_05-12-2001 Gemeente Den Haag Bestuursdienst Commissie Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Aan de leden van de commissie Welzijn,

Nadere informatie

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings

Nadere informatie

Notitie: Ontwikkelingen van het Centrum Jeugd en Gezin Goirle

Notitie: Ontwikkelingen van het Centrum Jeugd en Gezin Goirle Notitie: Ontwikkelingen van het Centrum Jeugd en Gezin Goirle Maart 2010 Deze notitie is bedoeld om het college en de raadscommissie Welzijn te informeren over de ontwikkelingen van het CJG in Goirle.

Nadere informatie

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal Nieuws voor professionals op het gebied van opvoeden en opgroeien 10 Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal In deze nieuwsbrief vindt u als professional, informatie over de ontwikkelingen van

Nadere informatie

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd Themaconferenties WSNS-coördinatoren en bestuurders Dinsdag 22 september 2009, Rotterdam Woensdag 30 september 2009, Weert Maandag 5 oktober 2009,

Nadere informatie

Uniforme werkwijze: Kind in beeld

Uniforme werkwijze: Kind in beeld Definitief- 4 oktober 2010 Factsheet Uniforme werkwijze: Kind in beeld 1 Inleiding Deze factsheet is bedoeld voor managers en professionals in de jeugdgezondheidszorg om helder te maken welke JGZ-organisatie

Nadere informatie

Een zorgstructuur voor 0-4-jarigen

Een zorgstructuur voor 0-4-jarigen Een zorgstructuur voor 0-4-jarigen Het Nijmeegse project Kijk op kleintjes als sluitende keten voor de allerjongsten Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland Een zorgstructuur voor 0-4-jarigen

Nadere informatie

Opvoeding & Ontwikkeling

Opvoeding & Ontwikkeling MEE Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Opvoeding & Ontwikkeling Opvoeding & Ontwikkeling MEE is een organisatie voor iedereen met een beperking of chronische ziekte. MEE biedt

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

Directie Inwoners Ingekomen stuk D9 (PA 24 februari 2010) Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Directie Inwoners Ingekomen stuk D9 (PA 24 februari 2010) Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Datum uw brief Ingekomen stuk D9 (PA 24 februari 2010) Aan de gemeenteraad Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus

Nadere informatie

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant Definitie - Taakverdeling - Opschaling - Combinatie van taken - Taken en prestaties - Randvoorwaarden Zorgcoördinatie

Nadere informatie

SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN

SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN een onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van het Zorgprogramma Palliatieve Eerstelijnszorg in de deelgemeente Rotterdam Kralingen - Crooswijk

Nadere informatie

Versie 26april 2016 (EvA/BC/2016/FAQ-list)

Versie 26april 2016 (EvA/BC/2016/FAQ-list) Veelgestelde vragen Jeugdgezondheidszorg In deze lijst met veelgestelde vragen vindt u antwoorden op vragen rondom privacy, inzage van dossiers, etc. Staat uw vraag er niet tussen of zijn de antwoorden

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1 Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond 22 januari 2013 14/02/2013 1 Headlines/voorlopige conclusies Deel I: Tussenevaluatie Buurtteams Jeugd en Gezin Pilot Ondiep/Overvecht 14/02/2013 2 Facts en figures

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Buitenpret. Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE

Kinderdagverblijf Buitenpret. Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE Kinderdagverblijf Buitenpret Peuterspeelleergroep De Krullevaar Peuterspeelleergroep Pim&Pom PROTOCOL VVE INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1. Omschrijving VVE 1.1 Algemeen 3 1.2 Doelgroepbepaling 4 1.3 Toeleiding

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

TKM Online, april 2012

TKM Online, april 2012 TKM- enquête onder ruim 1.400 professionals Het zwarte gat na een melding Marie-José Linders voor Tijdschrift Kindermishandeling 'Je ziet niet hoe het verder gaat met een kind. Wat gebeurt er? Wat doen

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid Oktober 2013 Samenwerkend Toezicht Jeugd

Nadere informatie

Integrale aanpak kinderen met overgewicht in Enschede en Almelo

Integrale aanpak kinderen met overgewicht in Enschede en Almelo Integrale aanpak kinderen met overgewicht in Enschede en Almelo Voorstellen Marlie Cerneus GGD Regio Twente Jeugdgezondheidszorg 0-19! Wie zijn jullie? Gemeente Enschede en Almelo Waar gaat deze presentatie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Heerhugowaard Plaats Gemeentenummer

Nadere informatie

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst Inleiding Op de slotbijeenkomst is in de workshop Organisatiestructuur naar voren gekomen dat de taken en de verantwoordelijkheden van de deelnemers

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Monitor pilots kind- en jeugdhulp regio Achterhoek. Managementsamenvatting

Monitor pilots kind- en jeugdhulp regio Achterhoek. Managementsamenvatting Monitor pilots kind- en jeugdhulp regio Achterhoek Managementsamenvatting Colofon Titel Auteur Renate Janssen (Proscoop) Een uitgave van Proscoop www.proscoop.nl Proscoop, 31 oktober 2017 Managementsamenvatting

Nadere informatie

STMR Jaarverslag 2013 Jeugdgezondheidszorg Gemeente Buren

STMR Jaarverslag 2013 Jeugdgezondheidszorg Gemeente Buren STMR Jaarverslag 2013 Jeugdgezondheidszorg Gemeente Buren Inhoudsopgave: 1. Inleiding. Blz. 3 2. Burgers in eigen kracht. Blz. 3 3. Samenwerking in de gemeente Buren. Blz. 3 4. Het effect van de JGZ. Blz.

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Passie voor jongeren. Goede jeugdzorg is een must Lenie Scholten wethouder jeugd

Passie voor jongeren. Goede jeugdzorg is een must Lenie Scholten wethouder jeugd Passie voor jongeren Goede jeugdzorg is een must Lenie Scholten wethouder jeugd Jongeren in Nijmegen 19.064 18 tot 23 jaar 9.543 12 t/m 17 jaar 3.107 10 en 11 jarigen 9.537 4 t/m 9 jaar 6.468 0 t/m 3 jaar

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Achtkarspelen Plaats : Buitenpost Gemeentenummer : 0059 Onderzoeksnummer : 288297 Datum onderzoek :

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Beïnvloeding Samen sta je sterker Beïnvloeding Samen sta je sterker Aan de slag Om uw doel te bereiken, moet u gericht aan de slag gaan. Het volgende stappenplan kan u hierbij helpen. 1. Analyseer het probleem en bepaal uw doel Als u een

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Onderbouwing Taken JGZ-medewerkers bij preventie, signalering en aanpak van pesten Preventie pesten tijdens contactmomenten signalering risicofactoren Tijdens de contactmomenten

Nadere informatie

Het organiseren van een MDO

Het organiseren van een MDO Het organiseren van een MDO Handreiking voor de organisatie van Multidisciplinair Overleg i.h.k.v. de keten ouderenzorg ZIO, Zorg in ontwikkeling VERSIE 1.0, 170131 Inleiding Gezien het multidisciplinaire

Nadere informatie

20 december 2017 / 126/2017

20 december 2017 / 126/2017 Voorstel aan de Raad 20 december 2017 / 126/2017 Opgesteld door, telefoonnummer, email Raadsvoorstel Subsidie Kijk op Kleintjes 20182020 Agendapunt Omschrijving voorstel 36 26. Raadsvoorstel Subsidieaanvraag

Nadere informatie

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Den Helder Plaats : Den Helder Gemeentenummer : 0400 Onderzoeksnummer : 277984 Datum onderzoek : 4 september

Nadere informatie

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Jeugdzorg in Gelderland april 2009 Jeugdzorg in Gelderland april 2009 Inleiding Voor u ligt de eerste factsheet jeugdzorg 2009. De factsheet is gebaseerd op de actuele beleidsinformatie afkomstig van Bureau Jeugdzorg Gelderland (t/m vierde

Nadere informatie

1182 JR Amstelveen Lijn 186/187, halte Dorpsstraat + 1 min.

1182 JR Amstelveen Lijn 186/187, halte Dorpsstraat + 1 min. Wethouder J. Koops Uw contact Rob Oudkerk T (020) 540 43 05 F (020) 540 45 59 gemeente@amstelveen.nl Disclaimer: deze brief is ongetekend op persportal geplaatst. Aan deze versie kunnen geen rechten worden

Nadere informatie

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Aanleiding Het ministerie van Justitie en Veiligheid, onderdeel dienst Justitiële Inrichtingen, is eind 2016 gestart met de pilot doorzorgfunctionaris.

Nadere informatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie ACHTERGRONDINFORMATIE COMMISSIE SOCIALE INFRASTRUCTUUR 15 MEI 2008 1. Inleiding

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Purmerend

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Purmerend RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Purmerend Plaats : Purmerend Gemeentenummer : 0439 Onderzoeksnummer : 278362 Datum onderzoek : 24 november 2014

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Almere Aanpak: Wijkteams en Gezinsbegeleiders Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een gezin

Nadere informatie

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving Aanpak: CJG-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: CJG Icare Deze

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein

Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein De ingekochte individuele maatwerkvoorzieningen en de gemeentelijke dienstverlening worden gemeten op hun kwaliteit. Wat zijn de eerste bevindingen? Alice van

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd. Inleiding

Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd. Inleiding Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd Inleiding Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor een groot deel van de zorg voor jeugd tot 18 jaar. Tegelijk bieden huisartsenpraktijken ook zorg aan jeugdigen.

Nadere informatie

STMR Jaarverslag 2013 Jeugdgezondheidszorg Gemeente Maasdriel

STMR Jaarverslag 2013 Jeugdgezondheidszorg Gemeente Maasdriel STMR Jaarverslag 2013 Jeugdgezondheidszorg Gemeente Maasdriel Inhoudsopgave: 1. Inleiding. Blz. 3 2. Burgers in eigen kracht. Blz. 3 3. Samenwerking in de gemeente Maasdriel. Blz. 3. Het effect van de

Nadere informatie

1. Bestuurlijke opdracht

1. Bestuurlijke opdracht PROJECTPLAN LEA KAMER ZORG 1. Bestuurlijke opdracht 1.1. Algemeen De algemene bestuurlijke opdracht luidt: Gebruik de bestaande inventarisatie over signalering en sluitende aanpak, om vorm te geven aan

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

Presentatie. Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn. CJG structuur Interventie

Presentatie. Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn. CJG structuur Interventie Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn Drs.S. Blom Schakel Orthopedagoog Generalist (NVO) Coördinator Opvoedsteunpunt CJG structuur Interventie Presentatie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Pagina. Voorwoord 3. Missie 4. Het jaar 2011 4. Registratie gegevens 6. Het jaar 2012 10

Inhoudsopgave. Pagina. Voorwoord 3. Missie 4. Het jaar 2011 4. Registratie gegevens 6. Het jaar 2012 10 Kinderopvang Plus Evaluatie 2011 Inhoudsopgave Pagina Voorwoord 3 Missie 4 Het jaar 2011 4 Registratie gegevens 6 Het jaar 2012 10 2 Voorwoord Voor u ligt de Evaluatie van Kinderopvang Plus over het jaar

Nadere informatie