Woorden Doelgroepen Woorden Omschrijving Woorden 1-2-3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Woorden 1-2-3. Doelgroepen Woorden 1-2-3. Omschrijving Woorden 1-2-3"

Transcriptie

1 Woorden Het programma Woorden is gemaakt voor beginnende taalleerders in het basisonderwijs en de basiseducatie. In de drie bestanden worden in totaal ruim 2000 woorden aangeleerd. Omdat de programma's gevuld zijn met mooie plaatjes, foto's en geluiden, hoeven de leerlingen voor veel oefeningen nog niet te kunnen lezen. Doelgroepen Woorden Woorden is gemaakt voor beginnende taalleerders in het basisonderwijs (Woorden 1 voor groep 3 en 4, Woorden 2 voor groep 4 en 5, Woorden 3 voor groep 5 en 6) en de basiseducatie en voor leerlingen met een grote achterstand in het voortgezet onderwijs. Het programma is ook zeer geschikt voor het speciaal onderwijs. Voor een deel van de lessen is het niet nodig dat leerlingen kunnen lezen. Omschrijving Woorden Woordenschatverwerving is zonder meer het belangrijkste onderdeel van het leren van een taal. Een taalverwerver moet zich op vier verschillende niveaus bekwamen: de klanken en de letters; de woordkennis; het zinsniveau (grammatica); het tekstniveau. Woordkennis vormt de spil van deze reeks: klanken en letters worden gecombineerd tot woorden; woorden worden op hun beurt gecombineerd tot zinnen, en zinnen tot teksten. Bij het overdragen en begrijpen van teksten zijn woorden essentieel. De meeste methodes voor het onderwijzen van Nederlands als tweede taal zijn gestructureerd rond een grammaticale basis, toch speelt grammatica bij het leren van een tweede taal slechts een ondergeschikte rol. Nederlandse kinderen die instromen in het basisonderwijs, kennen meestal al zo n 2000 à 3000 woorden (Verhallen & Verhallen, 1994). Dat geldt niet voor allochtone kinderen. Anderstalige leerlingen moeten op school een taal leren, terwijl ze tegelijkertijd via die taal toegang moeten krijgen tot de kennis die wordt onderwezen. Te weinig aandacht

2 voor woordverwerving betekent daardoor ook een oplopende achterstand bij de andere vakken en vakonderdelen. Woorden 1-3 kan een bijdrage leveren aan het inlopen van de achterstand die anderstalige leerlingen op het gebied van de woordkennis hebben. In de drie bestanden worden totaal zo'n 2000 verschillende Nederlandse woorden behandeld, er komen 1200 frisse plaatjes en foto's in voor en bijna 3000 geluidsbestanden. In totaal zitten er 229 oefeningen, 3 totaaltoetsen, 6 deeltoetsen en 2478 vragen in de drie programma s. Elk van de drie delen bestaat uit 70 à 80 oefeningen en drie diagnostische en evaluerende toetsen, waar vele uren zelfstandig mee gewerkt kan worden. Bij de vaststelling van het corpus voor het programma is in eerste instantie uitgegaan van de lijst van de 1200 meest gebruikte Nederlandse woorden (Uit den Boogaart, 1975). Een flink deel van deze woorden hoeft niet te worden aangeleerd omdat ze zelfs bij beginnende taalleerders al bekend zijn (de, niet, goed, mooi). Het zijn bovendien vaak functiewoorden die niet bij een bepaald thema zijn onder te brengen. In Woorden zijn anderzijds ook veel woorden opgenomen die niet in de lijst staan. De selectie is ontstaan vanuit de gekozen thema s. Moeilijkheid van woorden is niet voor iedereen gelijk. Toch moest een indeling gemaakt worden in drie niveaus. Eén van de factoren die daarbij heeft meegewogen is het al dan niet vaak voorkomen van een woord (de frequentielijst van Uit den Boogaart). Verder is ervan uitgegaan dat woorden moeilijker worden naarmate ze: abstracter zijn; formeler zijn; langer zijn; vervoegd of verbogen zijn; samengesteld zijn; figuurlijk gebruikt zijn; onderdeel van een (idiomatische) uitdrukking zijn; horen in een bepaald (sociaal) register en als ze gaan over dingen die verder weg liggen. Bij de indeling van woorden in drie niveaus is met deze aspecten rekening gehouden. Waar deel 1 vooral uit concrete, korte, alledaagse, hoogfrequente woorden bestaat, komen in deel 3 veel langere, meer abstracte, lager frequente en specifieke woorden voor. Bij de drie bestanden van Woorden 1-3 is dus sprake van een oplopende moeilijkheidsgraad. Binnen elk bestand is bovendien sprake van een cumulatieve opbouw. Woorden die in eerdere lessen behandeld zijn, worden verderop bekend verondersteld. Een didactische basisregel is dat het leren van een woord nooit in één keer gebeurt. Niet alleen moet de betekenis van woorden worden uitgelegd, daarna moet voldoende worden geoefend om ervoor te zorgen dat men die betekenis ook onthoudt. Ten slotte moet ook gecontroleerd worden of men de betekenissen kent. We maken bij Woorden gebruik van deze drieslag van semantiseren (uitleggen van betekenissen), consolideren (oefenen op verschillende manieren) en controleren. Overzicht oefeningen en woorden van Woorden 1, 2 en 3 NB: oefeningen met * zijn voorzien van geluid en daardoor ook geschikt voor leerlingen die nog niet (goed) kunnen lezen. Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A mensen 1 Het meisje Jessica (*) Plaatje verklaren De jongen Bas (*) Plaatje verklaren De vrouw Sandra (*) Plaatje verklaren De man Ahmed (*) Plaatje verklaren Van mensen (*) Meerkeuze Wie of wat is dat? (*) Meerkeuze Lien Plaats woord Lees over Sas en Wim Meerkeuze Mensen (*) Meerkeuze 1 18 B dieren 1 Welk dier is dit? (*) Meerkeuze Dieren aanwijzen (*) Plaatje klikken Namen van dieren (*) Plaatje verklaren Dieren herkennen (*) Meerkeuze Het paard en de eend (*) Plaatje verklaren Welk dier hoor je? (*) Meerkeuze 1 15

3 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 7 Boer Jansen Plaats woord Lees over de dieren van Jur Meerkeuze Dieren (*) Meerkeuze 1 18 C huis 1 In huis (*) Meerkeuze De huiskamer (*) Plaatje verklaren De slaapkamer (*) Plaatje verklaren In en om het huis (*) Meerkeuze Wat is in het huis? Stenen Het huis van Vic en Jos Plaats woord Lees over het witte huis Meerkeuze Woorden van het huis (*) Meerkeuze 1 24 D keuken 1 In de keuken (*) Meerkeuze Op het aanrecht (*) Plaatje verklaren De keuken (*) Plaatje verklaren Wat zie je? (*) Meerkeuze Wat hoort bij elkaar? Koppelpuzzel De afwas Plaats woord Lees over het nieuwe huis Meerkeuze Dingen in de keuken (*) Meerkeuze 1 20 E buiten 1 Zie je dat? (*) Meerkeuze De stad (*) Plaatje verklaren Buiten (*) Plaatje verklaren Negen bouwsels (*) Plaatje klikken Namen van bouwsels (*) Plaatje verklaren Wat zie je buiten? (*) Meerkeuze Het huis van Aram Plaats woord Lees over het huis van Kim Meerkeuze Buitenwoorden (*) Meerkeuze 1 24 F kleding 1 Kleren en zo (*) Meerkeuze Tien kleren aanwijzen (*) Plaatje klikken Tien namen van kleren (*) Plaatje verklaren Hoe heet dit? (*) Meerkeuze Wat is kleding? Stenen Wat hoort bij elkaar? Koppelpuzzel Lev kleedt zich aan Plaats woord Lees over de jurk van Femke Meerkeuze Wat draag je? (*) Meerkeuze 1 25 G voeding 1 Wat eten we? (*) Meerkeuze Hoe heet dit voedsel? (*) Meerkeuze Groente en fruit (*) Plaatje klikken Namen van voedsel (*) Plaatje verklaren Wat kun je eten of drinken? Stenen Eten koppelen Koppelpuzzel Holle Bolle Gijs Plaats woord Lees over dunne Hatice Meerkeuze Eten benoemen (*) Meerkeuze 1 28 H school 1 Schoolwoorden (*) Meerkeuze Schoolwoorden herkennen (*) Meerkeuze Schoolspullen (*) Plaatje verklaren In de klas (*) Plaatje verklaren Koppels van school Koppelpuzzel Het boek is stuk Plaats woord Lees over boze Jaap Meerkeuze Schoolwoorden (*) Meerkeuze 1 25 I acties 1 Wat doen zij? (*) Meerkeuze Wat voor actie is dit? (*) Meerkeuze Acties aanwijzen (*) Plaatje klikken Welke actie zie je? (*) Plaatje verklaren Waar doe je het mee? Koppelpuzzel Wel of geen actie Rijen Wat ik allemaal doe Plaats woord Lees over het ongeluk Meerkeuze Wat gebeurt hier? (*) Meerkeuze 1 30 J [eigen woorden] 1 Eigen woorden - meerkeuze Meerkeuze Eigen woorden - koppels Koppels 1 10

4 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 3 Eigen woorden - rijen Rijen Eigen woorden - stenen Stenen Eigen woorden - koppelpuzzel Koppelpuzzel 1 10 De woorden van Woorden 1 De ruim 400 inhoudswoorden die in het bestand Woorden 1 aan de orde komen zijn hieronder opgesomd. Daarnaast wordt in de oefeningen het gebruik van functiewoorden zoals 'dat', en', 'omdat' spelenderwijs aangeleerd en leert de leerling ook de betekenis van nieuwe woorden uit de context afleiden. aanrecht - aap - aardbei - afwas - als - appel - arm - armband - auto - baby - bad - badjas - badkamer - badpak - bakker - banaan - bananen - bank - bed - been - beer - beker - bellen - berg - bestelwagen - besturen - billen - blad - bloemen - bloes - boek - boekenkast - boom - boon - boot - bord - borst - borstel - bos - boven - brief - bril - broek - brommer - brood - brug - bruin - buik - buiten - bus - cijfer - citroen - cola - computer - daar - dak - dan - dekbed - deken - deksel - denken - deur - dieren - dik - doek - doen - dragen - drankje - drie - duiken - duim - duimen - duiven - dun - eend - eenden - eet - ei - eieren - elleboog - emmer - enkel - eten - etui - fabriek - fiets - fietsen - fietser - flat - fles - fornuis - foto - gaan - gebakje - gebouw - geel - geit - gek - geven - gezicht - gezond - glas - glazen - glijden - goed - gooien - gordijn - gras - groeien - groen - groente - grond - gum - gummen - haan - haar - haard - hals - hand - handdoek - hangen - heel - hek - helpen - hem - hemd - hert - herten - heuvel - hoed - hoef - hond - honden - hoofd - horen - huis - huiskamer - hut - ijs - ijsje - in - jaar - jack - jasje - jongen - juf - jurk - kaars - kaas - kamer - kapstok - kast - kasteel - kastje - keer - kerk - kersen - ketel - ketting - keuken - kijken - kikker - kin - kind - kip - kippen - klas - kleren - klimmen - klinken - klok - knie - knielen - koe - koek - koekje - koelkast - koffie - koken - kom - konijn - kont - kookplaat - kop - kopen - kopje - kraan - krijt - kussen - laars - laarzen - laat - lachen - lade - lamp - langs - leerling - leeuw - lekker - lepel - leren - letter - lezen - liggen - liniaal - lip - lopen - lucht - luier - luisteren - maaltijd - maan - machine - maken - man - map - meer - meester - meisje - melk - meloen - mes - messen - met - meteen - middag - moeder - moeten - molen - mond - mooi - muis - muren - muts - muur - naar - naast - nat - nee - neus - nieuwe - noten - nu - ogen - om - oma - oog - oor - op - opa - open - opzij - ouders - oven - paaltje - paard - pan - peer - penseel - penselen - peren - pers - pet - pink - pizza - plaat - plafond - plakband - plank - plant - plas - poes - pols - poot - pop - potlood - praten - prei - raam - radijs - rekenen - rennen - riem - rijden - rijst - rijweg - ring - rivier - rok - rood - rug - rugzak - ruiken - schaal - schaap - schaar - schapen - schoen - school - schoolbord - schoon - schoorsteen - schoppen - schotel - schouder - schrift - schrijven - schuur - sjaal - sla - slaapkamer - slang - slapen - snavel - snelweg - snoepje - snor - soep - sok - sokken - som - soms - spiegel - spin - spons - spreken - springen - spullen - staart - staat - stad - step - stoel - stoep - stoppen - straat - strik - stropdas - struik - stuk - suiker - t-shirt - taart - tafel - tanden - tas - te - teen - teevee - tekenen - tekening - tekenen - tekst - tent - thee - tillen - toetje - tomaat - toren - trap - trein - trui - tuin - tuinbroek - tv - twee - ui - uien - uit - vaas - vader - vallen - vangen - varken - vegen - veld - verven - vest - vier - vinger - vis - vissen - vlees - vleugel - vliegen - vloerkleed - voet - voetballen - voeten - vogel - volgen - voor - voorhoofd - vork - vraag - vragen - vrouw - vulpen - wand - wang - warm - wassen - water - weg - wei - wekker - wenkbrauw - wijzen - wolk - wonen - wortel - wuiven - zebrapad - zee - zeker - zitten - zoeken - zon - zwaaien - zwaan - zwembad. Rubrieken en oefeningen van Woorden 2 NB: oefeningen met * zijn voorzien van geluid en daardoor ook geschikt voor leerlingen die nog niet (goed) kunnen lezen. Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A lichaamsdelen 1 Lichaamsdelen herkennen (*) Meerkeuze Lidwina (*) Plaatje verklaren Het gezicht van Sonja (*) Plaatje verklaren Uitdrukkingen met hoofd en hand Koppels Uitdrukkingen over lichaamsdelen Koppels Het uiterlijk Plaats woord Tekst - De inbreker Meerkeuze Lichaamsdelen (*) Meerkeuze 1 25 B betrekkingen 1 Wie is wie? Plaatje verklaren De familie Weslo Meerkeuze Wie horen bij elkaar? Koppelpuzzel Familierelaties Koppels Dezelfde betekenis Koppelpuzzel Uitdrukkingen over relaties Koppels Vriendinnen Plaats woord Tekst - Verliefd Meerkeuze Woorden voor relaties (*) Meerkeuze 1 20 C dieren 1 Dieren herkennen (*) Meerkeuze Welk dier is dit? (*) Meerkeuze 1 20

5 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 3 Wilde dieren (*) Plaatje verklaren Andere dieren (*) Plaatje verklaren Wat hoort bij elkaar? Koppelpuzzel Soorten dieren Koppels De jacht Plaats woord Tekst - de jonge tijger Meerkeuze Vragen over dieren (*) Meerkeuze 1 24 D voorwerpen 1 Dingen herkennen (*) Meerkeuze Wat zie je hier? (*) Meerkeuze Dingen aanwijzen (*) Plaatje klikken Soorten dingen Koppelpuzzel Wat doe je ermee? Koppels Onhandig Plaats woord Tekst - Arm en rijk Meerkeuze Vragen over dingen (*) Meerkeuze 1 24 E transport 1 Vervoer herkennen (*) Meerkeuze Welk vervoermiddel is dit? (*) Meerkeuze De auto (*) Plaatje verklaren De motor (*) Plaatje verklaren Wat kun je ermee? Koppelpuzzel Land of water Rijen De vakantie Plaats woord Tekst - wielen Meerkeuze Vragen over vervoer (*) Meerkeuze 1 20 F beroepen 1 Beroepen herkennen (*) Meerkeuze Welk beroep is dit? (*) Meerkeuze Beroepen verklaren (*) Plaatje verklaren Beroepen aanwijzen (*) Plaatje klikken Beroep en omschrijving Koppelpuzzel Wat wil je worden? Plaats woord Tekst - beroepen tekenen Meerkeuze Vragen over beroepen (*) Meerkeuze 1 20 G begrippen 1 Begrippen herkennen (*) Meerkeuze Welk begrip is dit? (*) Meerkeuze Begrippen aanwijzen (*) Plaatje verklaren Tegengestelde begrippen Koppelpuzzel Woord en omschrijving Koppels De boomhut Plaats woord Tekst - het clubhuis Meerkeuze Vragen over begrippen (*) Meerkeuze 1 24 H gevoelens 1 Eigenschap en gevoel herkennen (*) Meerkeuze Wat is hij of zij? (*) Meerkeuze Gevoelswoord aanwijzen (*) Plaatje verklaren Wat voelen zij? (*) Plaatje klikken Tegenstellingen Koppelpuzzel Een ander woord Koppels Verliefd zijn Plaats woord Tekst - beste Anna Meerkeuze Eigenschappen en gevoelens (*) Meerkeuze 1 22 I [eigen woorden] 1 Eigen woorden - meerkeuze Meerkeuze Eigen woorden - koppels Koppels Eigen woorden - rijen Rijen Eigen woorden - stenen Stenen Eigen woorden - koppelpuzzel Koppelpuzzel 1 10 De woorden van Woorden 2 De ruim 600 inhoudswoorden die in het bestand Woorden 2 aan de orde komen zijn hieronder opgesomd. Daarnaast worden in de oefeningen verschillende functiewoorden aangeleerd en leert men ook de betekenis van nieuwe woorden uit de context afleiden.

6 aanhangwagen - aansteken - aansteker - aap - aardig - achter - achterlicht - achternicht - achterruit - afgelopen - afmaken - afsluiten - alles - angstig - arm - auto - automonteur - baas - bakken - bakker - balen - band - bang - baren - bedriegen - bedroefd - beetje - begroeten - behanger - beheersen - beker - belangrijk - beminnen - beneden - beroep - bescheiden - bestek - bestelwagen - beter - bezig - bezoek - blij - blond - blussen - boer - bok - boodschappen - boos - boot - bord - borst - boven - bovenlip - box - brand - brandweer - brandweerman - brandweerwagen - breed - breken - broek - broer - brommer - brood - bruiloft - bruin - brul - buik - bumper - bureau - buren - buurjongen - buurmeisje - buurt - caissière - camper - caravan - chauffeur - chimpansee - chirurg - collega - dag - dak - danseres - dapper - deftig - dicht - dichtbij - dief - diep - dijbeen - dik - ding - dochter - doden - dokter - dolfijn - donker - donker - dood - doodstil - drankje - driewieler - drogen - druk - duidelijk - duif - duiken - duim - duizendpoot - dun - dwepen - echt - echtgenoot - echtgenote - eekhoorn - eend - eenzaam - elektricien - elkaar - elleboog - eng - enkel - enthousiast - ernstig - Europa - even - familie - fiets - fietsen - fles - flesopener - flitsend - fotograaf - fout - gaaf - gaan - gebak - gebeuren - geboren - gebruiken - gedood - geit - gek - geluid - gemak - gemakkelijk - gemeen - gepakt - gepest - gereedschap - gesprek - getrouwd - gevaar - gevaarlijk - geven - gevoel - gewoon - gezicht - gezin - gezond - gieter - giraf - gisteren - gloeilamp - gorilla - graag - griezelig - grond - groot - grootmoeder - grootouders - grootvader - haak - haan - haardroger - haas - hamer - hand - handig - handpalm - hapje - heel - helikopter - hert - heup - hijskraan - hoek - hond - honing - hoofd - hoog - houden - hout - huid - huifkar - huis - huisdier - huiskamer - hulp - huwen - iedereen - iemand - iets - ijsbeer - ijsje - ijverig - ingewikkeld - inroepen - interessant - jaar - jachthond - jagen - jager - jaloers - jeep - jong - jongen - jongeren - jukbeen - kaak - kajuitboot - kalf - kameel - kampvuur - kano - kant - kantoor - kapot - kapper - kapsel - kat - kelner - kennis - kennismaken - keuken - keukenhulpjes - keurig - kijken - kikker - kin - kind - kip - kleding - kledingstukken - klein - kleinkinderen - klerenhanger - kleur - knap - knie - knijper - koe - koekenpan - koelkast - koffer - komen - kopje - koplamp - kort - kraan - krap - krokodil - krom - kroost - kruis - kuiken - kuit - kunnen - kurk - kurkentrekker - kwaad - laag - laatste - lam - land - lang - langs - langzaam - lawaai - leeftijd - leggen - lelijk - leraar - lerares - leren - les - leuk - libelle - licht - lief - links - lippenstift - loodgieter - lopen - luchtballon - lui - luid - luisteren - mager - make-up - maken - man - mascara - medelijden - meedoen - meeuw - meisje - melk - melkvee - mening - mes - metro - metselaar - meubels - middelvinger - minder - modder - moe - moeder - moedig - moer - mondhoek - monteur - mooi - motor - motorblok - motorkap - muis - muur - muziek - naast - nadenken - nagel - navel - Nederland - neef - netjes - neusgat - neushoorn - neusvleugel - nicht - niemand - nieuwsgierig - nijlpaard - niks - nummerbord - oksel - olifant - oma - onbereikbaar - onder - onderarm - onderwerp - onderzeeër - ondiep - ongehuwd - ongetrouwd - onthouden - ontmoeten - ontploffen - onzeker - oog - ooglid - oom - oorlel - oorschelp - opa - opbellen - opbergen - ophalen - ophangen - opmaken - opmerken - oud - ouders - overgrootmoeder - overgrootvader - paar - paard - paardenstaart - paars - papegaai - partner - pauw - pers - persen - personen - pesten - pijn - piloot - plank - planten - pleegmoeder - pleister - ploegen - poes - politieman - pols - pont - pony - portier - post - postbode - poten - prachtig - praten - precies - pul - pup - pupil - raar - raket - ram - rasp - raspen - recht - rechts - redden - regelmatig - reiger - reis - reizen - rekening - relatie - renpaard - repareren - rijden - rijk - ringvinger - risico - rommel - rommelig - rond - roos - roze - rubberboot - rug - ruimte - ruitenwisser - rups - rustig - schaap - schedel - schilder - schip - schoon - schoonmaakspullen - schoonmaken - schouder - schrik - schroef - schroevendraaier - schuur - scooter - serieus - servies - shovel - sip - skateboard - skelter - slaap slaan - slager - slak - slang - slank - slingeraap - slordig - slot - smal - smerig - snel - soldaat - spaarvarken - spannend - spatbord - speelgoed - speld - spiegel - spin - spitsen - sportwagen - spullen - steken - stel - stem - step - steppen - sterk - stiefmoeder - stiekem - stier - stil - stof - stofdoek - stoffen - stoffer - straat - straathond - streng - strepen - strooien - stroom - stuk - stuur - surfplank - tandarts - tandenborstel - tang - tank - tankwagen - tante - tegen - tekort - tekst - telefoon - test - tevreden - thuis - tijd - tijdelijk - tijger - timmeren - timmerman - touw - traag - tractor - tram - trechter - trein - trekken - trekvogel - trommel - trots - trouwen - trouwpartij - trui - twaalf - tweeling - tweewielers - twijfelend - uil - uiterlijk - uitgerust - uitlaat - uitladen - uitzien - vader - vak - vals - vangen - varen - vastmaken - vee - vegen - veilig - verdiende - verdriet - verdrietig - verf - vergiet - verhuiswagen - verhuizen - verkeer - verkering - verkoper - verlegen - verlichten - verliefd - verloofde - vermoeid - verplaatsen - verpleegster - verrast - verschillende - verveeld - vervelend - vervoeren - verwaand - verwant - veulen - vierkant - vies - vijf - vinden - vis - visdiefje - vissen - visser - vissersboot - vleermuis - vlieg - vliegreis - vliegtuig - vlinder - vlot - voertuigen - vogel - vol - voorhoofd - voorruit - voorzichtig - vork - vos - vrachtwagen - vragen - vreemd - vriend - vriendelijk - vriendin - vrijgezel - vrolijk - vrouw - vuilnisbak - vuur - wang - want - wasmand - water - watervogel - wc-papier - weduwe - weduwnaar - weg - weinig - wekker - wenkbrauw - werk - weten - wieg - wieldop - wijn - wijsvinger - wild - willen - wimper - winkel - winter - woede - woedend - wolf - worm - wreef - zachtjes - zaklamp - zand - zebra - zeehond - zeilboot - ziek - ziekenwagen - zielig - zin - zitten - zoet - zoetwatervis - zonder - zoon - zorgen - zuiden - zus - zwaar - zwak - zwart zwemmen. Rubrieken en oefeningen van Woorden 3 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven A natuur 1 Dieren en planten herkennen (*) Meerkeuze Namen van dieren en planten (*) Meerkeuze Dieren aanwijzen (*) Plaatje klikken Planten aanwijzen (*) Plaatje klikken Dieren en planten sorteren Rijen Soortnamen kiezen Koppels Op safari Plaats woord Tekst - Naar de dierentuin Meerkeuze Woorden voor dieren en planten (*) Meerkeuze 1 25 B uiterlijk 1 Opmaak en kleding herkennen (*) Meerkeuze Opmaak en kleding aanwijzen (*) Meerkeuze Aan je voeten (*) Plaatje klikken Bij welk lichaamsdeel? Koppelpuzzel Je mooi maken Stenen Uiterlijk en omschrijving Koppels 1 15

7 Rubriek Oefening Type Uitleg Opgaven 7 Het fotomodel Plaats woord Tekst - De modeshow Meerkeuze Woorden bij het uiterlijk (*) Meerkeuze 1 28 C gezondheid 1 Gezondheidswoorden herkennen (*) Meerkeuze Het skelet (*) Plaatje verklaren Gezondheidswoorden aanwijzen (*) Meerkeuze Klacht en lichaamsdeel Koppelpuzzel Omschrijving van gezondheidswoorden Koppels Doktersvragen Meerkeuze Naar de specialist Plaats woord Tekst - Artsen zonder Grenzen Meerkeuze Gezondheidswoorden (*) Meerkeuze 1 25 D school 1 Schoolwoorden herkennen (*) Meerkeuze Vakken van school (*) Plaatje klikken Schoolwoorden aanwijzen (*) Meerkeuze Rekenwoorden in beeld Meerkeuze Omschrijving van schoolwoorden Koppels Concentratieprobleem Plaats woord Tekst - Dagboek van een juf Meerkeuze Schoolwoorden (*) Meerkeuze 1 24 E eten en drinken 1 Eten en drinken herkennen (*) Meerkeuze Groentes aanwijzen (*) Plaatje klikken Groentes benoemen (*) Plaatje verklaren Fruit aanwijzen (*) Plaatje klikken Fruit benoemen (*) Plaatje verklaren Namen van eten en drinken (*) Meerkeuze Soorten eten en drinken Koppelpuzzel Tekst - Voedingsmiddelen Meerkeuze Eten en drinken (*) Meerkeuze 1 22 F maatschappij 1 Maatschappijwoorden herkennen (*) Meerkeuze Maatschappijwoorden aanwijzen (*) Meerkeuze Activiteit en omschrijving Koppels Wat gebruik je ervoor? Koppelpuzzel Omschrijving van beroepen Koppels Saai leven Plaats woord Tekst - Interview Meerkeuze Maatschappijwoorden (*) Meerkeuze 1 25 G sport 1 Sporten herkennen (*) Meerkeuze Sporten benoemen (*) Plaatje verklaren Sporten aanwijzen (*) Plaatje klikken Sporten en voorwerpen Koppels Het sportjournaal Plaats woord Sportwoord en omschrijving Koppels Tekst - De held Boukhari Meerkeuze Sportwoorden (*) Meerkeuze 1 22 H goed en kwaad 1 Woorden herkennen (*) Meerkeuze Woorden voor goed en kwaad (*) Meerkeuze Oorlogstuig (*) Plaatje verklaren Werkwoord en omschrijving Koppels Naamwoord en omschrijving Koppels Gevaarlijke honden Plaats woord Teksten - misdaadberichten Meerkeuze Goed en kwaad (*) Meerkeuze 1 24 I [eigen woorden] 1 Eigen woorden - meerkeuze Meerkeuze Eigen woorden - koppels Koppels Eigen woorden - rijen Rijen Eigen woorden - stenen Stenen Eigen woorden - koppelpuzzel Koppelpuzzel 1 10

8 De woorden van Woorden 3 De bijna 1000 inhoudswoorden die de leerling in het bestand Woorden 3 tegenkomt, zijn hieronder opgesomd. Daarnaast worden in de oefeningen functiewoorden aangeleerd en leert men ook de betekenis van nieuwe woorden uit de context afleiden. aalbessen - aandacht - aanhang - aanhanger - aanpakken - aantrekken - aanval - aanvallen - aardappels - aardbei - aardrijkskunde - aarzelen - abrikozen - achteraan - achterstand - acrobaat - acupuncturist - acupunctuur - adelaar - adem - ademhalen - aderen - advocaat - afleiden - afrekenen - afspraak - aftrekken - afvuren - afwassen - agenda - agenten - agressief - alarm - amandelen - ambulance - ananas - angstig - anjer - antwoord - aparte - apen - apotheek - apparaat - applaudisseren - arme - automonteur - baan - baas - bal - balie - balletpakje - balpen - barbecue - basketbal - bedienen - bedrijf - beeldschoon - been - beer - beginnen - begrip - beha - behandelen - behandeling - bekeuren - bekeuring - bekijken - beluisteren - benauwdheid - benen - bepalen - bereiken - beschermen - beschuldigen - besmettelijke - bestellen - bestelling - betalen - beter - betrokken - beugel - beuk - beveiligen - bewerken - bewondering - bh - bibliothecaresse - bibliotheek - bidden - bikini - biljarten - billen - biologie - bioscoop - bisschop - blaar - blaasje - bladeren - bleekselderij - blijven - blindedarm - blindheid - bloed - bloeddruk - bloeddrukmeter - bloemen - bloemkool - blok - bloot - boek - boksen - bokshandschoenen - bon - boodschappen - boog - boogschieten - boom - boos - borsten - brandstof - brandweerman - breedte - brengen - briefje - broccoli - broche - broek - buik - buikpijn - buitenste - cactus - cadeaupapier - caissière - cake - capsule - carnaval - cd - chic - chimpansee - chirurg - cijfer - circuit - circus - cirkel - citroen - citrusvruchten - clown - club - cola - computer - concentreren - contract - cool - coureur - crimineel - cursus - daad - dag - dagdromen - dalen - darmen - deeg - deelbaar - deelnemers - delen - denken - diagnose - diagonaal - diep - diepzeeduiken - dijbeen - dingen - diploma - directeur - dirigent - dirigeren - discrimineren - diskette - doel - doelman - doelpunt - dokter - doodmaken - doofheid - doorknippen - doping - dorp - douche - draad - driehoek - druiven - druk - duiken - duikplank - duim - duivel - duizeligheid - dupe - dure - dwang - eentje - eerst - eigenlijk - eik - eindstreep - eiwitten - elftal - elkaar - ellebooggewricht - energie - eng - engel - epidemie - eraan - erg - ergens - ergs - erin - ermee - ernstige - ervaring - erwten - erwtjes - etui - even - excuus - ezel - fantastisch - favoriet - fee - figuur - film - finishen - fitness - flamingo - fotograaf - frambozen - fresia - frisdranken - fruit - fysiotherapeut - gaaf - gaatjes - garnaal - gebaksoorten - gebeurtenis - gebouw - gebruik - gebruiken - gedachten - geit - gekleurd - geld - geliefde - gelijk - geloof - geluid - gemalen - geneeskunde - geneesmiddel - genezen - geopereerd - geranium - geschorst - gesloten - gesneden - gesprek - getal - geur - gevaar - gevaarlijke - gevangen - gevangenis - gevecht - gevoel - geweer - geweld - geweldig - gewoon - gewricht - gezicht - gezond - glijbaan - god - godsdienstles - golfen - graan - graansoorten - grapefruit - gras - groente - grootte - gym - gymmen - haai - haar - haarspeld - hagedis - halen - halswervels - handschoen - hard - hart - hartkloppingen - hartstikke - hazelnoten - heel - heesheid - heleboel - helm - helpen - hersenen - hert - heupen - hiel - hockeyen - hockeyschaatsen - hoeken - hoge - hond - hondenras - honkbal - hoofd - hoogte - horizontaal - horloge - houden - hout - houten - hovenier - huid - huis - huisarts - huisdieren - huiswerk - ideeën - ijsbeer - ijshockey - ijzer - inbreken - inbreker - infuus - ingang - ingespannen - injecteren - injectie - inkoper - inleveren - inpakken - insecten - inspuiten - instapper - instrument - instuderen - interviewen - jasje - jeep - jeuk - judo - juf - jus - kaak - kalkoen - kameel - kampioenschap - kan - kanarie - kaneel - kans - kap - karbonade - kat - keel - keeper - keer - kelner - kerk - kersen - keu - kiekendief - kieviet - kind - kip - kiwi - klas - kleden - kledingstuk - kleren - kleur - klimrek - klomp - knaagdieren - knap - kneden - kniegewricht - kniekous - koe - kogels - koken - komen - kommagetal - kont - kool - koolsoorten - koorts - kop - kopen - koran - korrel - kousen - krab - kracht - krokodil - kropsla - kruis - krullen - kubus - kudde - kuitbeen - kunsten - kunstschaatsen - kwaad - laag - laat - landen - lang - leeuw - leiden - leiding - lekker - lelie - lelijk - lenen - lengte - lenig - leren - letten - libelle - lichaam - lichaamstemperatuur - lichtbruin - lieveheersbeestje - lijn - liniaal - links - linksonder - lippenstift - longen - loodgieter - loodrecht - lopen - maag - maaltijd - maand - macaroni - madeliefje - maillot - make-up - makreel - malaria - malen - mango - manier - margriet - mascara - masker - mat - materiaal - medicijn - medisch - meenemen - meer - meerkoet - meest - meeuw - melk - mensen - menukaart - merel - merken - metalen - metselaar - microscoop - middel - misdadigers - misdrijf - mishandeling - mist - mode - moeder - moeilijk - moeten - mogen - monitor - mooi - moord - moorkop - moskee - moslim - motor - mug - muiltje - muis - mus - muur - muziek - muziekles - muziekstuk - naald - naam - naar - nachtdier - nachtkleding - nadeel - nadoen - narcose - negatief - nek - nemen - nergens - nervositeit - netjes - neus - nodig - non - nooduitgang - nootmuskaat - noren - ober - omhangen - omhelzen - omhoog - omhulsel - omkleden - omlaag - omtrek - onaangenaam - onderbroek - ondergoed - onderwijzer - oneven - ongerust - ongeval - onschuldige - ontkomen - ontmoet - ontstoken - oogleden - oogschaduw - oorbel - oorlog - opdracht - open - openbreken - operatie - opereren - opgeven - ophouden - opletten - opmaken - oppervlakte - oprapen - opsporen - optellen - optreden - opvoeding - opzet - opzettelijk - orchidee - orde - orgaan - orkest - ouders - overbrengen - overgave - overgeven - overheen - paar - paardrijden - paddenstoel - paling - panter - pantoffel - papegaai - paperclip - papieren - paprika - parachutespringen - parallel - parelketting - parfum - partij - passer - pasta - patiëntenplaatje - pech - pelikaan - penseel - peper - pepers - perzik - peulvruchten - pijl - pijn - pil - pillen - pincet - pinnetje - pistool - pitten - plaats - plank - plant - pleister - ploeg - pluimvee - poeder - poedervorm - poepen - poetsen - politiebureau - pols - pony - pootjebaden - portemonnee - positief - prachtig - praten - preken - prei - preken - priester - proberen - probleem - programma - prooi - protesteren - pruimen - publiek - pukkeltjes - punaise - punaises - puntenslijper - puntige - pyjama - race - racewedstrijden - racket - radiator - radijs - rat - recept - rechtbank - rechten - rechter - rechthoek - rechtsboven - regenjas - regisseren - regisseur - reiger - rekenen - rekening - rekenmachine - repareren - repen - repeteren - reptielen - restaurant - reuzenschildpad - ribben - richten - riem - riet - rij - rijden - rijen - rijst - rimboe - ring - roeien - roeispanen - rol - rond - rondkijken - rondlopen - roofdier - roofvogels - roos - rooster - rosbief - rugby - rugwervels - ruil - ruimte - ruw - ruzie - röntgenfoto - saai - safari - sandaal - schaaldieren - schaats - schade - schedel - schelp - schema - scherp - schieten - schil - schilder - schildpad - schoen - schol - schommel - schommelen - schoonheidsspecialiste - schoppen - schouders - schreeuwend - schrijven - schuin - schuld - schuldig - scoren - serie - shampoo - sieraad - sierspeld - sinaasappel - skeeler - skeeleren - ski - skiën - slaan - slaap - slachtoffer - slagtanden - slangetje - slapen - sleutelbeen - slim - smaak - sneetje - snel - solo - somber - soort - spaghetti - spannend - specerij -

9 specialist - speeltuin - spel - spelen - spieken - spieren - spits - sport - sportjournaal - sprinkhaan - sproeten - spruitjes - staan - staat - staken - steken - stel - stelen - stellen - stem - stenen - stethoscoop - stick - stiekem - stijfheid - stof - stoffen - stok - stomme - stoppen - straf - strafbaar - straffen - strafzaken - strak - strijd - stroken - stropdas - struik - studeren - stuk - stukje - suiker - supermarkt - supporter - supporter - surfen - surfpak - tablet - tabletten - tandarts - tanden - tangetje - tank - tape - tarwe - tarwemeel - tegenpartij - tegenstander - tekenen - tekst - teleurgesteld - tennissen - terras - terugkeren - theater - theaterproductie - thermometer - tijdelijk - tijdje - tips - toegangskaartje - toeschouwer - toespraak - toestand - toetsenbord - toezicht - tompoes - toneelstuk - treuzelen - tribune - tropische - trui - tuin - tulp - uithalen - uitkleden - uitleggen - uitschakeling - uitslag - uitvoeren - uitvoering - uitzenden - uur - vaak - vast - vechten - vee - veel - ver - verband - verbandgaasje - verbeteren - verbieden - verboden - verdachte - verdedigen - verder - verdoving - vergadering - vergroot - verkeerd - verkleed - verkleedspullen - verkopen - verkoudheid - vermenigvuldigen - vermoorden - veroordeeld - veroordelen - verpleegkundigen - verschijnen - verspringen - verstoppertje - verstopping - verticaal - vervelend - verwachten - verwarming - verwijderd - veter - vierkant - vinger - vissen - vissoorten - vitamine - vlecht - vleermuis - vleessoorten - vlekken - vlieg - vliegveld - vloeistof - vlucht - vluchten - vocht - voedsel - voetbal - voetballen - voetballer - voetbalspel - voeten - vogels - volgende - volksfeest - voorkomen - voorlezen - voorstelling - voorwerp - vorm - vragen - vrede - vrucht - vuisten - vuur - wachtkamer - wagen - walvis - want - wapen - water - waterskiën - watervogels - wedstrijd - week - weekeinde - weidevogels - weinig - wenken - wereld - werk - werkplaats - wesp - wielerronde - wijsvinger - wimpers - winkel - winkelen - winnen - winterjassen - witlof - wond - wortels - wurgslang - yoghurt - zacht - zadel - zalm - zangvogels - zeemeeuw - zeggen - zeilboot - zeilen - zeiljack - zenuwachtig - ziek - ziekenhuis - ziekte - zielig - zijde - zin - zit - zitplaatsen - zitten - zomer - zuivelproducten - zuurstofflessen - zwangerschap - zwembad - zweminstructeur - zwemkleding zwemmen.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Woorden 3. de klanken en de letters; de woordkennis; het zinsniveau (grammatica); het tekstniveau.

Woorden 3. de klanken en de letters; de woordkennis; het zinsniveau (grammatica); het tekstniveau. Woorden 3 Woorden 3 is gemaakt voor de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs, het praktijkonderwijs, de basiseducatie en voor leerlingen met een grote achterstand in het voortgezet onderwijs. Het programma

Nadere informatie

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi Malawi Auditieve analyse: 1.2 Eén en twee lettergrepen 1.3 Drie of meer lettergrepen Auditieve synthese 4.1 Lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 Letters samenvoegen tot een woord Zon varken Malawi

Nadere informatie

Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b

Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b ballon, boek, baby, brood, bloem, bus, berg, bril, boom, bal, hobbelpaard, druppel, tafel, krant, korst Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: d

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling

Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling Inhoudsopgave Inleiding 2 Toetsing 3 Aanbieden 4 Gebaren Algemeen 5 Familie 16 Eten en drinken 20 Binnen en buiten spelen 33 Verzorging en kleding 44 Het weer

Nadere informatie

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Thema dieren. Deze werkbundel is van: Deze werkbunl is van: DIEREN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk dier. Noteer het aantal achter juiste benaming. hond: kat: het paard: hamster: slak: DIEREN TELLEN Oplossing Tel hoeveel je er ziet van

Nadere informatie

Woorden 1-2-3. Doelgroepen Woorden 1-2-3. Omschrijving Woorden 1-2-3

Woorden 1-2-3. Doelgroepen Woorden 1-2-3. Omschrijving Woorden 1-2-3 Woorden 1-2-3 Het programma Woorden 1-2-3 is gemaakt voor beginnende taalleerders in het basisonderwijs en de basiseducatie. In de drie bestanden worden in totaal ruim 2000 woorden aangeleerd. Omdat de

Nadere informatie

ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien

ISK Leerlijn. Alfabetisering. zitten. een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien 1. Ik ga naar school agenda begrijpen (ik begrijp het niet) boek bord computer dicht (doe dicht) dit docent doe (doen) duidelijk en even fout ga (gaan) geven goed (dat is goed) groep gum klaar klas kom

Nadere informatie

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat. Woordenschat blok 1 gr4 Les 1 De heg De lantaarn De plant Het tuinhek Het terras De garage Het dorp De stad De zwerver De stoep De woonwijk = een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een

Nadere informatie

Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1

Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1 itotrainer Nederland Geplaatst op www.oefenblaadjes.nl met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) ntwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Wat is een

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes.

= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes. Woordenschat blok 7 Les 1 i = een witte steel die je kunt eten. Het smaakt een beetje als ui. De banaan = een lange, beetje kromme gele vrucht. Om een banaan zit een schil. De bloemkool De paprika De prei

Nadere informatie

Ik schrijf op wat ik hoor.

Ik schrijf op wat ik hoor. Categorie 1a Woorden met a Groep 3 Ik schrijf op wat ik hoor. kam Categorie 1a Woorden met a Groep 3 tak kar hal gas Categorie 1b Woorden met aa Groep 3 Ik schrijf op wat ik hoor. raam Categorie 1b Woorden

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij Boek van de week: 1; Kinderboerderij; Betty Sluyzer 2; Kinderboerderij/kijkdoosserie 3; Het grote voorleesboek van de Kinderboerderij 4; Boeken over

Nadere informatie

Vragenkaartjes voor onderweg!

Vragenkaartjes voor onderweg! Vragenkaartjes voor onderweg! 1 Print de kaartjes uit 2 Knip de kaartjes uit langs het kniprandje 3 Bind een elastieke om het pakketje kaartjes 4 Klaar om op vakantie te gaan met leuke vragenkaartjes!

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3 Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Het wiel doet raar! 1 Naar wie gaat Daan? a Naar school b Naar Loes c Naar Rik 2

Nadere informatie

Auditieve oefeningen - dierentuin. Hakken en plakken

Auditieve oefeningen - dierentuin. Hakken en plakken Auditieve oefeningen - dierentuin Hakken en plakken (hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen) die-ren die-ren-tuin leeuw-en gi-raf ze-bra ijs-beer kro-ko-dil was-beer-tje o-li-fant

Nadere informatie

Lesbrief 6. Herhaling thema.

Lesbrief 6. Herhaling thema. Thema Gezondheid Lesbrief 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1 Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1 een hark Een lange steel met een soort kam van ijzer eraan. de fontein Een bak waaruit water spuit. Het is voor de sier. Een wasbak in de badkamer wordt ook

Nadere informatie

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin. Werkbundel Instructies in de klas 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin. 3. Kleur de boeken op de onderste plank rood. 4. Zet een kring rond het meisje. 5. Doorstreep het

Nadere informatie

= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.

= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt. Woordenlijst: Thema 3 Les 1 De angst Bedroefd De bangerik Opgewekt Oneerlijk Jaloers Eigenwijs Geduldig Nerveus Nors Ontevreden Dwars = als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig.

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Nadere informatie

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1 Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1 de maaltijd Het is eten. Het kan warm of koud zijn. de vis Het is een dier dat zwemt in het water. Er zijn veel soorten vissen. sommige soorten kun je eten.

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Boek van de week: 1; Nijntje in de dierentuin 2; De dierentuin 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant

Nadere informatie

Les 6. Herhaling thema.

Les 6. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 6. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 1, 2, 3, 4 en 5. Vragen beantwoorden. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente

Nadere informatie

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. Thema 5 Les 1: De angst: Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. De schrik: Als iemand ineens achter je staat, dan schrik je. Je bent dan ineens

Nadere informatie

Marloes. een handdoek. 2.1 Met Ron naar school. naam: Kijk en vul in: groep: 1 De rat van Ron is nog wild. tam. Wie - wat waar

Marloes. een handdoek. 2.1 Met Ron naar school. naam: Kijk en vul in: groep: 1 De rat van Ron is nog wild. tam. Wie - wat waar 2.1 Met Ron naar school naam: Kijk en vul in: Wie - wat waar Op de schouder van Ron zit zijn rat. De rat heet Marloes. In zijn hand draagt Ron haar jong. Het jong heet Snuf. Op de grond staat de kooi van

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Lees de uitleg over het verhschil tussen robots en machines. De machine maait.

Lees de uitleg over het verhschil tussen robots en machines. De machine maait. Lees de uitleg over het verhschil tussen robots en machines. De man maait het gras. De man duwt de gras-maai-machine. De man beslist waar hij maait. De machine maait. Zonder de man doet de machine niets.

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

Woordenschat blok 7 gr 4 Les:1 De aardappelpuree: gestampte aardappels met een beetje boter of melk. De banaan: een lange, beetje kromme gele vrucht.

Woordenschat blok 7 gr 4 Les:1 De aardappelpuree: gestampte aardappels met een beetje boter of melk. De banaan: een lange, beetje kromme gele vrucht. Woordenschat blok 7 gr 4 Les:1 De aardappelpuree: gestampte aardappels met een beetje boter of melk. De banaan: een lange, beetje kromme gele vrucht. Om een banaan zit een schil. De bloemkool: een witte

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: opa en oma

Auditieve oefeningen bij het thema: opa en oma Auditieve oefeningen bij het thema: opa en oma Boek van de week: 1; Superoma en de redding van blauwbil 2; Bij opa en oma 3; Met opa in het donker 4; De knotsgekke avonturen van opa Smoezel Verhaalbegrip:

Nadere informatie

De leessleutel Begrijpend lezen thema 9 verhaal 1 groep 3. Thema 9 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

De leessleutel Begrijpend lezen thema 9 verhaal 1 groep 3. Thema 9 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek De leessleutel Begrijpend lezen thema 9 verhaal 1 groep 3 Thema 9 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Zoek maar, Guus! 1 Waarom pakt mama de schoen niet? a Zij is moe b Haar buik is te dik c Ze

Nadere informatie

ligt. Druppelen: als ergens druppels vanaf vallen. Je haar druppelt bijvoorbeeld als je net uit het zwembad komt. Gieten: heel hard regenen.

ligt. Druppelen: als ergens druppels vanaf vallen. Je haar druppelt bijvoorbeeld als je net uit het zwembad komt. Gieten: heel hard regenen. Woordenschat blok 8 gr 4 Les:1 De regendruppel: een bolletje water dat uit de lucht naar beneden valt. Drassig: een grasveld is drassig als het erg nat wordt, waardoor het modderig wordt. Droog: als ergens

Nadere informatie

Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten.

Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten. Woordkennis 1-5 NT2 Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten. Doelgroepen Woordkennis 1-5 NT2 Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld voor anderstalige leerlingen

Nadere informatie

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1 Mondeling Nederlands Cursus 2 Module 4 Dag 1 het gras het pad het park de boom de poep de vlieg rondkijken wegjagen wrijven dichtbij ver weg moe moe veel weinig iets - niets vallen wij/zij vallen hij/zij

Nadere informatie

begrijpend lezen werkboek

begrijpend lezen werkboek begrijpend lezen werkboek naam: groep: rik viert feest. hij is nu zes jaar. de bel gaat. rik rent naar de deur. wie is daar? roept rik. ik ben het, zegt een stem. rik hoort het al. het is opa. dag opa,

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Woordenschat blok 05 gr4 Les1 Bedroefd: een ander woord voor verdrietig. De angst: als je angst voelt, ben je bang. De bangerik: iemand die snel

Woordenschat blok 05 gr4 Les1 Bedroefd: een ander woord voor verdrietig. De angst: als je angst voelt, ben je bang. De bangerik: iemand die snel Woordenschat blok 05 gr4 Les1 Bedroefd: een ander woord voor verdrietig. De angst: als je angst voelt, ben je bang. De bangerik: iemand die snel ergens bang van wordt. Dwars: iets doen wat net niet de

Nadere informatie

Eet smakelijk. ( 5 januari t/m 31 januari)

Eet smakelijk. ( 5 januari t/m 31 januari) Eet smakelijk ( 5 januari t/m 31 januari) In dit thema staat eten centraal. De kinderen gaan fruit/groente proeven en ontdekken al spelenderwijs wat vies is en wat lekker is. Ook gaan we koekjes die ze

Nadere informatie

Bronnenboekje. Thema 6

Bronnenboekje. Thema 6 Bronnenboekje Thema 6 Mijn lichaam Naam cursist:. Bronnenboekje 6 maandag 14 mei 2012 Inhoud Pagina Taallied Mijn lichaam is mijn instrument. 3 Vragen, verbinden en verwerken. 4-6 Hoofd, schouders, knie

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend

Nadere informatie

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever. Vos en Waar is Haas het ijs? NAAM Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever. Wat een raar beest! lacht Uil.

Nadere informatie

Samenvatting Mensen ABC

Samenvatting Mensen ABC Samenvatting Mensen ABC Week 1ABC: Wie zijn wij? Info: Wie zijn wij mensen Mensen zijn verschillend. Iedereen is anders, niemand is hetzelfde. Dat noem je uniek. Een mens heeft een skelet van botten. Daarom

Nadere informatie

Thema beroepen. Deze werkbundel is van:

Thema beroepen. Deze werkbundel is van: Deze werkbundel is van: Tel hoeveel je er ziet van elk beroep. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de dokter: de piloot: de brandweerman: de zakenman: de politieagente: de poetsvrouw: OPLOSSING

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa

Auditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa Auditieve oefeningen bij het thema: Barbapapa Boek van de week: 1. Barbapapa boeken allerlei 2. Met Barbapapa de wereld rond Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht. 1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.

Nadere informatie

Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand

Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand. Plakrand zgt.nl Wat heb je nodig? - De 2 bouwplaten - Schoenendoos (niet te klein) - Stiften of kleurkrijtjes - Schaar of prikpen - Lijm - Eventueel gekleurde vouwblaadjes De doos Knip de twee hoeken van de lange

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Les 3 Ik leer Nederlands

Les 3 Ik leer Nederlands 00:00 12:32 12/11/14 1 Ik leer Nederlands heeft 16 bladzijden. de bladzijde = de pagina Dag Mohammed. Goedemorgen, Anita. Anita is een voornaam van een vrouw. 00:43 13:13 Wat is goed of goede en wat is

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen Ons eerste boek plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert W.F. Oostveen bron. A.W. Sijthoff, Leiden 1880-1890 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oost080onse01_01/colofon.php

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis

Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis Boek van de week: 1; Een huis bouwen 2;De bouwvakker 3; Op de bouwplaats 4; Een hol voor mol Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat

Nadere informatie

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen - - je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5

Nadere informatie

Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.

Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed. Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.

Nadere informatie

door Megan van den Berg

door Megan van den Berg door Megan van den Berg Ik houd m`n spreekbeurt over de dierenarts. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik veel van dieren hou en ik wil het later ook zelf worden. Spreekkamer Raar woord natuurlijk, spreekkamer.

Nadere informatie

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1 Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1 branden Iets dat door vuur kapot en op gaat. de brandweer Een plek waar mensen werken die branden blussen. Ze dragen dikke pakken en rijden in rode brandweerauto

Nadere informatie

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen. Genesis 2:18-20 0 Leeftijd: 4-8 jaar Wat heb je nodig? 0 Lied: Adam geeft de dieren namen 0 Estafette: touw en attributen, bijvoorbeeld: pionnen, emmers, tafel 0 Speel het spel in 2 groepen Spel 0 Adam

Nadere informatie

Leesboekje eten en drinken

Leesboekje eten en drinken Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77

Inhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77 Inhoud Voorwoord 3 Voeding 6 Slaap 22 Houding 30 Naar de dokter 37 Kleding 65 Mode 74 Kleding wassen 77 6 VOEDING Weet wat je eet Je eet elke dag. Alles wat je eet (en drinkt) heet voeding. Is elke voeding

Nadere informatie

Een tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde.

Een tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde. Voorbeeldtekst: Afval uit de ruimte Een tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde. In (de / van / zeg) ruimte zweven

Nadere informatie

Wat heb je nodig? De doos

Wat heb je nodig? De doos zgt.nl Wat heb je nodig? - De 2 bouwplaten - Schoenendoos (niet te klein) - Stiften of kleurkrijtjes - Schaar of prikpen - Lijm - Eventueel gekleurde vouwblaadjes De doos Knip de twee hoeken van de lange

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Werkblad Naut Thema 3: Voeding en je lichaam

Werkblad Naut Thema 3: Voeding en je lichaam Werkblad Naut Thema 3: Voeding en je lichaam 3.1 Wat heeft je lichaam nodig? Je lichaam is heel slim Een heel slimme machine Je lichaam kan rennen en kijken en groeien een snee gaat vanzelf weer dicht

Nadere informatie

Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord/ woord in lettergrepen verdelen

Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord/ woord in lettergrepen verdelen Auditieve oefeningen politie Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord/ woord in lettergrepen verdelen wapen boeven politiepet bekeuring zwaailicht kruispunt gevangenis rijbewijs snelheid

Nadere informatie

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl Noach moest een ark gaan bouwen 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl 1 2 De ark van Noach Vouw een ( bruin) vel karton dubbel. Vouw de beide zijkanten 3 cm om. Plak deze plakstroken (A) tegen de

Nadere informatie

EURO 0 5CENT 1EURO EURO

EURO 0 5CENT 1EURO EURO 1 2 3 4 1 EURO 5 6 7 8 9 10 11 12 EURO 2 0 5CENT 5CENT 0 5CENT 1EURO 0 5CENT EURO 2 0 1EURO1CENT 13 14 15 16 17 18 20 19 21 22 23 24 25 26 27 28 30 29 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47

Nadere informatie

Spelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar?

Spelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar? Spelend leren Kleuters spelen toch alleen maar? Wat gaan we doen Spelenderwijs leren Spel en cognitieve ontwikkeling de appel Vragen stellen Zelf aan de slag met spelmateriaal! Spelenderwijs leren Kinderen

Nadere informatie

Melkweg. Wat eet u? Lezen Alfa A. Gezond eten

Melkweg. Wat eet u? Lezen Alfa A. Gezond eten Melkweg Lezen Alfa A Wat eet u? Gezond eten Colofon Melkweg Lezen Alfa A, Wat eet u?, 2015 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting Melkweg +.

Nadere informatie

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17 Inhoud Waarom dit boek? 7 1 De ik-fabriek, wat is dat? 10 2 Lichaamsseintjes 14 3 Je lichaam is net een fabriek 17 4 De ik-fabriek, hoe ziet die eruit? 18 4.1 De eerste verdieping: voelen 20 4.2 De tweede

Nadere informatie

bruin bruin de kuil de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid a/aa, e/ee, o/oo, u/uu, i/ ie, ij/ei, oe, ui, eu, au/ou

bruin bruin de kuil de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid a/aa, e/ee, o/oo, u/uu, i/ ie, ij/ei, oe, ui, eu, au/ou Pen! nr. 11 - de bruine trui 1 11.1 Lees en schrijf de ui de uil de muis het huis de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid de tuin de fluit het fruit de huid de kuil bruin bruin

Nadere informatie

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN Vul de benamingen van onderstaande dieren in rooster 1 in. 10 3 6 18 16 12 8 23 21 22 19 5 9 17 4 15 14 20 27 1 7 2 13 26 24 25 11 KRUISWOORDRAADSEL

Nadere informatie

Leesboekje het lichaam

Leesboekje het lichaam Leesboekje het lichaam Leesboekje Het Lichaam Pagina 1 Dit is het hoofd. Dit is het haar. Dit is het oor. Dit is het oog. Dit is de neus. Dit is de wang. Dit is het voorhoofd. Dit is de kin. Dit is de

Nadere informatie

Het verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).

Het verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft). Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 8 van taal. Dit is het laatste thema van dit schooljaar. Volgend schooljaar krijgt u geen uitleg meer over de spellingscategorieën omdat de categorieën in groep

Nadere informatie

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen. Woordenschat blok 3 gr5 Les 1 De boomgaard De steen De vijver De bloesem De stengel Het landschap De karper De alg De kikkerdril De kastanjeboom Het groen Kweken = een stuk grond met fruitbomen. = hard

Nadere informatie

Als je buiten op de grond valt en je hebt een diepe wond, wat moet je dan doen? A) Niks B) Een pleister er op plakken C) Naar de dokter gaan

Als je buiten op de grond valt en je hebt een diepe wond, wat moet je dan doen? A) Niks B) Een pleister er op plakken C) Naar de dokter gaan Van welk dier kan je de gekkekoeienziekte krijgen? A) Stieren en koeien B) Schapen C) Allebei Als je buiten op de grond valt en je hebt een diepe wond, wat moet je dan doen? A) Niks B) Een pleister er

Nadere informatie

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care

Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care Op bezoek S bij Sam op de Intensive Care Hoi, ik ben Sam en ik lig op de Intensive Care S Ik heb een fotoboekje gemaakt. Zo kun je alvast zien waar ik ben en wat iedereen op de afdeling doet. Natuurlijk

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten:

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten: Liedjes Zingen Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Stop het nu maar in je mond Fruit, dat is gezond! En jullie krijgen een bakje fruit Dan worden jullie sterk en stoer Bewegingen

Nadere informatie

Programma Nederlands Praten

Programma Nederlands Praten Nederlands Praten 1 / Basisvaardigheden, hoofdstuk 3 Oefeningen werkwoorden hebben en zijn Oefening 1: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij ben/bent een leerling (zijn) Hij is/bent een man (zijn) Zij

Nadere informatie

De allerliefste oppas

De allerliefste oppas De allerliefste oppas Met de ene oppas ga ik buiten spelen door de andere wordt altijd thee gezet bij de derde zal ik mij echt nooit vervelen en van de vierde mag ik lekker laat naar bed Met de ene oppas

Nadere informatie

Wil je zwanger worden? In deze folder vind je tips en adviezen.

Wil je zwanger worden? In deze folder vind je tips en adviezen. Wil je zwanger worden? In deze folder vind je tips en adviezen. Dit zijn Kelly en Karim. Zij willen graag een kind. Kelly en Karim willen over een half jaar zwanger zijn. 1. Kelly en Karim willen over

Nadere informatie

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5 Een hoort erbij! Over dieren uit een ei groepen 3-5 1. Een ei hoort erbij Veel dieren leggen eieren: vogels en vissen. Maar ook insecten leggen kleine eitjes. Uit dat eitje komt een klein diertje. Dat

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

THEMA LENTE Auditieve oefeningen

THEMA LENTE Auditieve oefeningen THEMA LENTE Auditieve oefeningen Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord Tulp Gras Wei Letters samenvoegen tot een woord Kalfje Krokus Lente Narcis Zaaien Veulen Groeien Paashaas je Poesje

Nadere informatie

TAAL. eerste leerjaar. De medespelers beoordelen of het juist is.

TAAL. eerste leerjaar. De medespelers beoordelen of het juist is. TAAL De medespelers beoordelen of het juist is. b TAAL p b p b p reus TAAL vuur mooi dier zoet room TAAL De medespelers beoordelen of het juist is. peer TAAL kers banaan appel kiwi druif kaas TAAL muis

Nadere informatie

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42 Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische

Nadere informatie

Dit zijn Kelly en Karim. Ze willen graag een kind.

Dit zijn Kelly en Karim. Ze willen graag een kind. Dit zijn Kelly en Karim. Ze willen graag een kind. 1. Kelly en Karim willen over een half jaar zwanger zijn. Kelly en Karim willen zwanger worden. Ze willen graag dat hun kindje straks gezond is. Het is

Nadere informatie

Leesboekje de kleding

Leesboekje de kleding Leesboekje de kleding Leesboekje De Kleding Pagina 1 Dit is de broek. Dit is de trui. Dit is de rok. Dit is de jurk. Dit is de bh. Dit is de onderbroek. Dit is het T-shirt. Dit is de panty. Dit is het

Nadere informatie

Adam geeft de dieren namen

Adam geeft de dieren namen 1 Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen, alle dieren groot en klein. Help je mee, heb jij een idee wat al die namen zijn? Spelidee: Zing de raadsels. De kinderen noemen de namen van de

Nadere informatie

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Het onderzoek van de burgemeester 5/6 Het onderzoek van de burgemeester De burgemeester hoorde dat kinderen ongerust zijn. Nee, ze zijn niet bang voor onweer of harde geluiden. Ze maken zich zorgen over de natuur. Dieren krijgen steeds minder

Nadere informatie