1 van :05
|
|
- Nora Meyer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rechtspraak.nl - LJN: BW van :05 LJN: BW0387, Rechtbank Rotterdam, / HA ZA Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: Beleggingsovereenkomsten. Contractuele aansprakelijkheid en aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad. Hout (van robiniaplantages) uit Polen. Aanbieding van beleggingsobjecten in de zin van de Wet financieel toezicht (Wft). Vergunningsplicht. Zorgplicht. Vindplaats(en): Uitspraak vonnis RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht JOR 2012, 148 m. nt. prof. mr. drs. C.M. Grundmann-van de Krol Rechtspraak.nl zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Vonnis van 7 maart 2012 in de zaak van 1. [EIS 1], wonende te [woonplaats 1], 2. [EIS 2], wonende te [woonplaats 2], 3. [EIS 3], wonende te [woonplaats 3]. 4. [EIS 4], wonende te [woonplaats 4], 5. [EIS 5], wonende te [woonplaats 5], 6. [EIS 6], wonende te [woonplaats 1], 7. [EIS 7], wonende te [woonplaats 6], 8. [EIS 8], wonende te [woonplaats 7], 9. [EIS 9], wonende te [woonplaats 8], 10. [EIS 10], wonende te [woonplaats 3], 11. [EIS 11], wonende te [woonplaats 9], 12. [EIS 12], wonende te [woonplaats 10], 13. [EIS 13], wonende te [woonplaats 1], 14. [EIS 14], wonende te [woonplaats 11], 15. [EIS 15], wonende te [woonplaats 12], 16. [EIS 16], wonende te [woonplaats 13],
2 Rechtspraak.nl - LJN: BW van : [EIS 17], wonende te [woonplaats 14], 18. [EIS 18], wonende te [woonplaats 15], 19. [EIS 19], wonende te [woonplaats 9], 20. [EIS 20], wonende te [woonplaats 16], 21. [EIS 21], wonende te [woonplaats 17], 22. [EIS 22], wonende te [woonplaats 18], 23. [EIS 23], wonende te [woonplaats 19], 24. [EIS 24], wonende te [woonplaats 20], 25. [EIS 25], wonende te [woonplaats 20], 26. [EIS 26], wonende te [woonplaats 21], 27. [EIS 27], wonende te [woonplaats 22], 28. [EIS 28], wonende te [woonplaats 23], 29. [EIS 29], wonende te [woonplaats 24], 30. [EIS 30], wonende te [woonplaats 25], 31. [EIS 31], wonende te [woonplaats 26], 32. [EIS 32], wonende te [woonplaats 4], 33. [EIS 33], wonende te [woonplaats 27], 34. [EIS 34], wonende te [woonplaats 23], 35. [EIS 35], wonende te [woonplaats 28], 36. [EIS 36], wonende te [woonplaats 2], 37. [EIS 37], wonende te [woonplaats 29], 38. [EIS 38], wonende te [woonplaats 30], 39. [EIS 39], wonende te [woonplaats 31] 40. [EIS 40], wonende te [woonplaats 32], 41. [EIS 41], wonende te [woonplaats 8], 42. [EIS 42], wonende te [woonplaats 33], 43. [EIS 43], wonende te [woonplaats 34], 44. [EIS 44], wonende te [woonplaats 35], 45. [EIS 45], wonende te [woonplaats 36], 46. [EIS 46], wonende te [woonplaats 22], 47. [EIS 47],
3 Rechtspraak.nl - LJN: BW van :05 wonende te [woonplaats 37], 48. [EIS 48], wonende te [woonplaats 38], 49. [EIS 49], wonende te [woonplaats 7], 50. [EIS 50], wonende te [woonplaats 39], 51. [EIS 51], wonende te [woonplaats 19], 52. [EIS 52], wonende te [woonplaats 3], 53. [EIS 53], wonende te [woonplaats 40], 54. [EIS 54], wonende te [woonplaats 20], 55. [EIS 55], wonende te [woonplaats 33], 56. [EIS 56], wonende te [woonplaats 10], 57. [EIS 57], wonende te [woonplaats 41], 58. [EIS 58], wonende te [woonplaats 42], 59. [EIS 59], wonende te [woonplaats 26], 60. [EIS 60], wonende te [woonplaats 43], 61. [EIS 61], wonende te [woonplaats 44], 62. [EIS 62], wonende te [woonplaats 45], 63. [EIS 63], wonende te [woonplaats 21], 64. [EIS 64], wonende te [woonplaats 46] en 65. [EIS 65], wonende te [woonplaats 47], eisers, advocaat mr. R.A. van Dijk te Houten, tegen 1. [gedaagde 1] gevestigd te Berkenwoude, 2. [gedaagde 2], wonende te [woonplaats 48] en 3. [gedaagde 3], gevestigd te Ostromice (Polen) gedaagden, advocaat mr. O. Surquin te Kekerdom. Eisers zullen hierna [eisers] worden genoemd; gedaagden zullen gezamenlijk [gedaagden] worden genoemd en ieder afzonderlijk respectievelijk [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3]. 1. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: - het vonnis in incident van 2 februari de conclusie van dupliek - de akte uitlaten over conclusie van dupliek - de akte uitlating.
4 van :05 2. De feiten 2.1. [eisers] heeft ieder voor zich in de periode vanaf medio 1999 tot begin mei 2006 een overeenkomst gesloten met [gedaagde 1] en [gedaagde 3]. In de voor 8 of 22 jaar aangegane overeenkomsten (waarin [eisers] steeds de hierna te noemen partij 2 is) is onder meer bepaald: Overwegende dat - [Stichting 1]) onder meer als doel heeft het bevorderen van robiniaplantages in Polen; - [gedaagde 3] zulke plantages in Polen exploiteert en daartoe grond huurt. Hierop zijn de genoemde plantages aangelegd; - Deze twee organisaties verder worden aangeduid als partij 1, waarbij ieder op zijn deel van de verplichtingen jegens partij 2 kan worden aangesproken; - dat als partij 2 in dit contract wordt aangemerkt degene die met partij 1 een overeenkomst sluit voor productie en levering van het hout van robiniabomen die op een ha zijn geplant, zoals hierna aangeduid. Het hiervoor te betalen bedrag wordt aangemerkt als de transactieprijs. De ha zal worden aangeduid als perceel. Artikel 1 Partij 1 verplicht zich te zullen leveren aan partij 2 het hout dat verkregen wordt van de robiniabomen die voorkomen op de robiniaplantages in Noordwest Polen. Partij 2 verkrijgt niet de eigendom van de grond, evenmin als die van de bomen. Partij 2 verkrijgt echter de eigendom van het hout op het moment dat de robiniabomen worden gekapt, alsmede het onherroepelijke,exclusieve recht de bomen op het perceel te doen kappen, met inachtneming van artikel 8. Partij 1 neemt de verplichting op zich het hout op stam te leveren. Partij 2 verplicht zich de bomen te kappen en het hout te verzamelen. Partij 2 behoeft het kappen en verzamelen niet zelf te doen. De in artikel 12 te noemen Stichting Derdengelden zal een koper zoeken. Deze koper koopt het hout op stam, zodat de kapkosten voor zijn rekening zijn. Artikel 2 De transactieprijs voor de productie van het robiniahout bedraagt 7.450,-- per 0,25 ha. Partij 2 verplicht zich deze te zullen voldoen door overschrijving op rekeningnummer van ([gedaagde 1]). Deze Stichting treedt op als vertegenwoordiger van [gedaagde 3] Artikel 4 Partij 1 heeft de verplichting de bomen te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van brand- en stormschade. Dit is gebeurd bij de Onderlinge Bossen Verzekering te Arnhem. Artikel 6 Partij 1 is verplicht terzake van de robiniabomen op een behoorlijke manier een houtproductieproces te verzorgen en. Artikel 9 Partij 1 is gehouden de werkzaamheden op de plantage en de groei van de opstand aldaar, jaarlijks door een of meerdere onafhankelijke bosbouwtechnische experts te laten controleren. De rapporten van de bosbouwtechnische experts zullen binnen 30 dagen na oplevering ervan aan partij 2 worden verstrekt. Dit kan plaatsvinden in de nieuwsbrief. Artikel 10 Partij 2 heeft het recht voor eigen rekening een onafhankelijk accountant te benoemen aan wie door partij 1 inzage zal worden verleend in haar administratie voorzover het de behoorlijke exploitatie van de plantage betreft. Artikel 11 Partij 1 is verplicht om van de transactieprijs per hectare een bedrag van 4.500,-- te storten in een fonds dat dient als zekerheid dat partij 1 zijn contractuele verplichtingen nakomt en dat zal worden beheerd door de [Stichting 2]. Uit dit fonds worden de onderhouds- en andere kosten bestreden die voor de plantage worden gemaakt. Artikel 12 Het onderhoudsfonds waarvan in artikel 11 sprake is, wordt onafhankelijk van partij 1 beheerd. De Stichting Derdengelden laat jaarlijks door deskundigen controleren of het onderhoud van de plantage naar behoren heeft plaatsgevonden (zie artikel 9). Als deze controle een positief resultaat oplevert, wordt per jaar 450 per hectare betaald voor management, onderhoud en alle andere kosten. Partij 1 verschaft een keer per jaar een overzicht met de verhandelde percelen aan de [Stichting 2]. Daaruit kan worden berekend hoe groot de vergoeding voor partij 1 is.
5 Rechtspraak.nl - LJN: BW van :05 Artikel 16 Partij 1 verplicht zich twee keer per jaar een lijst samen te stellen met een overzicht van hen die tussentijds rechten waarop deze overeenkomst doelt, willen kopen of verkopen, alsmede de geboden of gevraagde prijs [gedaagde 2] is enig bestuurder van [gedaagde 1]. Vanaf 5 maart 2007 tot in ieder geval begin 2011 was enig bestuurder van de [Stichting 3], zoon van [gedaagde 2]. [gedaagde 1] en de Stichting Derdengelden zijn gevestigd op het woonadres van [gedaagde 2] Uit de (door [eisers] overgelegde) openbare versie van een door de Autoriteit Financiële Markten (hierna: de AFM) op 6 mei 2008 gegeven last onder dwangsom blijken de navolgende feiten: - op 18 april 2008 heeft [gedaagde 1] bij de AFM een vergunning als bedoeld in art. 10 van de toen nog geldende Wet financiële dienstverlening aangevraagd; - in het kader van de behandeling van die aanvraag heeft de AFM onder meer vastgesteld dat: (u)it de volmacht die door [gedaagde 3] op 20 april 1999 aan [gedaagde 1] is gegeven, blijkt dat [gedaagde 1]: 1. met beleggers overeenkomsten namens en voor rekening van [gedaagde 3] mag sluiten; 2. van beleggers inkomsten voor de verkoop van overeenkomsten mag ontvangen 3. kosten mag maken welke later in rekening bij [gedaagde 3] gebracht mogen worden. - uit deze en andere informatie heeft de AFM geconcludeerd dat [gedaagde 3] (en niet [gedaagde 1]) aanbieder is van beleggingsobjecten; - de AFM heeft [gedaagde 3] op 7 mei 2007 aangeschreven en haar verzocht (a) per direct de activiteiten te staken die in strijd zijn met art. 2:55 van de inmiddels op 1 januari 2007 in werking getreden Wet financieel toezicht (hierna: Wft), waarin is bepaald dat het zonder vergunning in Nederland aanbieden van beleggingsobjecten verboden is, en (b) binnen drie weken een vergunning als bedoeld in genoemd artikel aan te vragen; - op 11 juli 2007 heeft de AFM aan [gedaagde 3] (telefonisch) laten weten dat: het beheer van de bestaande overeenkomsten ook onder de verbodsbepaling van aanbieden valt. - op 21 januari 2008 heeft de AFM (na aankondiging op 12 december 2007 van zijn voornemen hiertoe) aan [gedaagde 3] een aanwijzing gegeven tot het volgen van een gedragslijn, die er onder meer toe strekt dat zij: - binnen 30 dagen staakt en gestaakt blijft met het aanbieden van beleggingsobjecten (in casu het beheren van bestaande overeenkomsten) tot het moment waarop is voldaan aan de toepasselijke regelgeving 2.4. In genoemde last onder dwangsom van 6 mei 2008 oordeelt de AFM: (..) dat [gedaagde 3] in overtreding is van artikel 2:55 Wft. [gedaagde 3] heeft sinds medio 1999 tot 2 mei 2007 in de uitoefening van een beroep of bedrijf middellijk, via [gedaagde 1], consumenten in Nederland een voldoende bepaald voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake een beleggingsobject gedaan. De overeenkomsten die in deze periode afgesloten zijn, worden tot op heden door [gedaagde 3] beheerd. Op grond van artikel 1.1 Wft valt het beheer van dergelijke overeenkomsten onder het begrip aanbieden. Voor het aanbieden van beleggingsobjecten in Nederland is op grond van artikel 2:55 Wft een vergunning vereist. [gedaagde 3] heeft geen vergunning als bedoeld in artikel 2:55 Wft. [gedaagde 3] is niet vrijgesteld van de vergunningsplicht ex artikel 2:59 Wft juncto artikel 2 van de Vrijstellingsregeling Wft. De AFM is van oordeel dat [gedaagde 3] sinds 1 januari 2007 in overtreding is van artikel 2:55 Wft. Voordien was het aanbieden van beleggingsobjecten (vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006) op grond van artikel 10 Wfd een vergunningplichtige activiteit. In de periode vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 was [gedaagde 3] derhalve in overtreding van art. 10 Wfd. Teneinde [gedaagde 3] te dwingen tot (onder meer) de in de laatste alinea van 2.4 genoemde gedragslijn heeft de AFM de last onder dwangsom opgelegd [gedaagde 3] heeft vanaf 2 mei 2007 al dan niet via RPF geen nieuwe overeenkomsten als onder 2.1 genoemd afgesloten. [gedaagde 3] heeft geen vergunning als bedoeld in art. 2:55 Wft aangevraagd. 3. Het geschil 3.1. [eisers] vordert dat de rechtbank bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, ten aanzien van [gedaagde 1]:
6 van :05 primair: - voor recht verklaart dat [gedaagde 1] als aanbieder jegens [eisers] toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de overeenkomst(en); - de overeenkomsten tussen partijen ontbindt en [gedaagde 1] veroordeelt aan [eisers] na te noemen vergoeding te betalen; - voor recht verklaart dat [gedaagde 1] jegens [eisers] in strijd heeft gehandeld met art. 6:194 BW (kortweg: misleidende informatie heeft verschaft) en uit dien hoofde jegens [eisers] schadeplichtig is; subsidiair: - voor recht verklaart dat [gedaagde 1] als tussenpersoon jegens [eisers] toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de overeenkomst(en); - de overeenkomsten tussen partijen ontbindt en [gedaagde 1] veroordeelt aan [eisers] na te noemen vergoeding te betalen; meer subsidiair: - voor recht verklaart dat [gedaagde 1] als gevolmachtigde jegens [eisers] toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de overeenkomst(en); - de overeenkomsten tussen partijen ontbindt en [gedaagde 1] veroordeelt aan [eisers] na te noemen vergoeding te betalen; ten aanzien van [gedaagde 3]: - voor recht verklaart dat [gedaagde 3] als aanbieder jegens [eisers] toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de overeenkomst(en); - de overeenkomsten tussen partijen ontbindt en [gedaagde 3] veroordeelt aan [eisers] na te noemen vergoeding te betalen; - voor recht verklaart dat [gedaagde 3] jegens [eisers] is strijd heeft gehandeld met art. 6:194 BW (kortweg: misleidende informatie heeft verschaft) en uit dien hoofde jegens [eisers] schadeplichtig is; ten aanzien van [gedaagde 2]: primair: - voor recht verklaart dat [gedaagde 2] persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden voor schade naar aanleiding van hem toerekenbare tekortkomingen ter zake van zijn gevoerde beleid en genomen beslissingen als enig feitelijk en verantwoordelijk bestuurder en hem veroordeelt aan [eisers] na te noemen vergoeding te betalen; subsidiair - voor recht verklaart dat [gedaagde 2] persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden voor schade naar aanleiding van hem toerekenbaar onrechtmatig handelen en/of nalaten ter zake van zijn gevoerde beleid en genomen beslissingen als enig feitelijk en verantwoordelijk bestuurder en hem veroordeelt aan [eisers] na te noemen vergoeding te betalen; ten aanzien van [gedaagden]: - [gedaagden] individueel en/of gezamenlijk hoofdelijk veroordeelt om aan [eisers] te betalen de door haen belegde inleg tot een totaalbedrag van ,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, - [gedaagden] individueel en/of gezamenlijk hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van schade in het kader van aan [eisers] niet uitgekeerde, maar wel toegezegde rendementen, nader op te maken bij staat; - [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van dit geding en - het vonnis, met inbegrip van de kostenveroordeling, waarmerkt als Europese executoriale titel in de zin van de EU Verordening Europese Executoriale Titel van 21 januari [eisers] stelt daartoe dat [gedaagden] essentiële verplichtingen, die zij uit hoofde van de met [eisers] gesloten beleggingsovereenkomsten heeft, niet nakomt en heeft aangegeven aan die verplichtingen ook niet te willen of kunnen voldoen. [eisers] beschouwt niet alleen [gedaagde 3], die in Polen de grond huurt en de plantages exploiteert, maar ook [gedaagde 1] (primair) als aanbieder; [gedaagde 1] presenteerde zich als contractspartij en is voor [eisers] steeds het enige aanspreekpunt geweest. Nimmer is aan [eisers] duidelijk gemaakt dat [gedaagde 1] slechts (onafhankelijk) verlengstuk in Nederland was van [gedaagde 3]. [gedaagde 1] presenteerde zich met [gedaagde 3] als een eenheid. [eisers] meent dat sprake is van zodanig ernstige toerekenbare tekortkomingen, dat ontbinding van de overeenkomsten en schadevergoeding is gerechtvaardigd. Het gaat daarbij niet om al dan niet verwezenlijkte risico s, verbonden aan beleggen [eisers] stelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 3] op de volgende punten zijn tekort geschoten in de nakoming van de onder 2.1 weergegeven overeenkomsten: a. in strijd met art. 4 zijn de bomen in ieder geval vanaf begin 2009 nog voordat namens [eisers] beslag is gelegd op gelden van [gedaagde 1] niet (meer) verzekerd; b. in strijd met art. 9 is er nooit een bosbouwkundig rapport aan [eisers] verstrekt;
7 van :05 c. in strijd met art. 10 heeft [eisers] (of haar accountant) nimmer inzage gekregen in de administratie van [gedaagde 1], hoewel daarom wel is gevaagd; d. [gedaagde 1] heeft [eisers] niet geïnformeerd over de stand van zaken betreffende de in art. 11 genoemde zekerheid, terwijl zij gelet op de diverse tekortkomingen van [gedaagden] recht hebben op het inzetten van die zekerheid in hun voordeel; e. de in art. 12 genoemde Stichting is nu deze wordt bestuurd door de zoon van [gedaagde 2], die ook directeur is (geweest) van een tussenpersoon, die bij veel contracten was betrokken niet onafhankelijk; f. er is geen duidelijkheid over de in art. 12 genoemde jaarlijkse controles, de bevindingen daarbij, over de vraag of de daar genoemde managementfees wel of niet zijn betaald en hoe die gelden worden besteed; g. een overzicht van verhandelde percelen is nimmer verschaft, terwijl [gedaagde 3] in elk geval in de periode voor de beslissing van de AFM van 6 mei 2008 daartoe verplicht was; h. lijsten als bedoeld in art. 16 zijn hoewel meerdere beleggers hebben aangegeven tussentijds rechten te willen (ver-)kopen niet opgemaakt en gepubliceerd, terwijl [gedaagde 3] daartoe in elk geval tot 6 mei 2008 (ook ongevraagd) gehouden was [eisers] stelt voorts dat [gedaagden] onrechtmatig heeft gehandeld (in de zin van art. 6:194 BW) door onjuiste en onvolledige en aldus misleidende informatie aan hen te verstrekken. In prospectussen en brochures en op de website werd een rendement van ruim boven de 9% beloofd, waarvan [gedaagden] wist, althans moest weten nu algemeen bekend was dat een rendement van 7% de top was dat dit niet realistisch was; al eerder was [gedaagden] gezegd dat de zij met veel te hoge opbrengstcijfers rekende. De aan [eisers] verschafte rekenvoorbeelden waren (mede daardoor) onjuist. [eisers] verwijzen naar de opvattingen van twee bosbouwers. Dat de markt de verkoop thans parten speelt onderbouwt [gedaagden] onvoldoende. Tussenpersonen hebben zeer hoge provisies ontvangen en waren niet onafhankelijk [gedaagde 1] en [gedaagde 3] komen voorts hun verplichtingen niet na dan wel handelen zij onrechtmatig jegens [eisers], nu zij niet in het bezit zijn van de verplichte vergunning(en) en niet voldoen aan de zorgplicht en transparantievereisten als in de Wft omschreven. Voorts schiet [gedaagde 3] tekort, nu zij vanaf het moment dat een vergunningplicht bestond haar wettelijke plicht om zich ervan te vergewissen of haar gevolmachtigde een vergunning had en om maatregelen te nemen toen bleek dat dat niet het geval was, niet is nagekomen. Daarnaast heeft [gedaagde 1] die op grond van art. 12 van de overeenkomst behoorlijke bedragen heeft ontvangen haar jaarstukken niet bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd Verder handelt [gedaagden] in strijd met de onder 2.3 en 2.4 genoemde last onder dwangsom van de AFM, nu zij niet is gestaakt met het beheer van de overeenkomsten van [eisers] en de overeenkomsten dus niet aan het afwikkelen is. Immers, de overeenkomsten zijn niet overgedragen aan een nadere instelling (met vergunning), terwijl [gedaagden] daarnaast de robiniabomen laat doorgroeien en opbrengsten wil genereren, en aldus de beleggingsobjecten beheert. Het afwikkelen van de beleggingen betekent overigens niet persé dat de bomen direct zouden moeten worden gekapt; een goede (en ook toegestane) mogelijkheid is dat de beleggingsovereenkomsten worden omgezet in geldvorderingen van [eisers] (en de overige beleggers) op [gedaagden] (ter hoogte van de inleg, eventueel met afstandverklaring van een schadevordering), waarna [gedaagden] de plantages blijft onderhouden en de bomen kapt op een moment dat het hout daadwerkelijk opbrengst genereert, welke opbrengst tot in ieder geval de hoogte van de inleg aan [eisers] (en de overige beleggers) dient te worden uitgekeerd. Hiertoe kan een stichting worden opgericht; het inmiddels opgerichte deelnemersfonds acht [eisers] onvoldoende onafhankelijk van [gedaagden] Als [gedaagde 1] als (gevolmachtigd) tussenpersoon dient te worden beschouwd, stelt [eisers] (subsidiair) dat zij haar zorgplicht als bedoeld in art. 7:401 BW heeft geschonden en aldus jegens [eisers] wanprestatie heeft gepleegd. [gedaagde 1] heeft hen niet adequaat geïnformeerd over de risico s van de beleggingen, terwijl zij daartoe als financiële instelling in het bijzonder was gehouden. [eisers] mocht erop vertrouwen dat de aanbeveling van [gedaagde 1] handelen als redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon was gebaseerd op een gedegen analyse van hun omstandigheden en behoeften en dat zij een risicoanalyse maakte, aan de hand waarvan zij adviseerde; daarvan was echter geen sprake. [gedaagde 1] bezit geen vergunning als tussenpersoon en voldoet niet aan de zorgplicht als bedoeld in de artt. 4.18, 4.19 en 4.20 Wft. Meer subsidiair stelt [eisers] dat [gedaagde 1] als gevolmachtigd agent voormelde wanprestatie of onrechtmatige daad heeft gepleegd. [gedaagde 1] bezit voorts als agent geen vergunning Ten aanzien van [gedaagde 2] stelt [eisers] dat hij enig bestuurder van [gedaagde 1] is en dat tot kort voor de beslissingen van de AFM ook van [gedaagde 3] was en dat hij de enige natuurlijke persoon met wie [eisers] te maken heeft gehad; hij nam alle beslissingen en kan geacht worden van alles op de hoogte te zijn geweest. [eisers] stelt dat [gedaagde 2] jegens hen toerekenbaar is
8 van :05 tekortgeschoten als bestuurder. Hij is ook aansprakelijk voor de wanprestaties van [gedaagde 1] en [gedaagde 3], nu hij wist, althans behoorde te weten dat [gedaagde 1] en [gedaagde 3] niet binnen een behoorlijke termijn aan hun verplichtingen zouden kunnen voldoen en geen verhaal zouden bieden, alsook dat zij in strijd met de Nederlandse wet handelen. Het is hem toe te rekenen dat [gedaagde 1] geen vergunning heeft en toch doorgaat met het beheer van de overeenkomsten met [eisers]; hij heeft aldus niet een einde gemaakt aan de wanprestatie van [gedaagde 1] en is als bestuurder voor de daardoor ontstane schade aansprakelijk. Voorts stelt [eisers] dat [gedaagde 2] ook zelf jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld, nu hij heeft bewerkstelligd of toegelaten dat [gedaagde 1] en [gedaagde 3] jegens [eisers] wanprestatie pleegden Op grond van al het bovenstaande stelt [eisers] dat er grond is de overeenkomsten met [gedaagde 1] en [gedaagde 3] te ontbinden en [gedaagde 1] en [gedaagde 3] voor terugbetaling van inleg en gederfde rendementen hoofdelijk aansprakelijk te stellen. Van eigen schuld is geen sprake [gedaagden] voert verweer. [gedaagde 1] is, anders dan de AFM heeft aangenomen, geen bemiddelaar, maar slechts gemachtigde van [gedaagde 3] in Nederland. [gedaagde 3] en [gedaagde 1] zijn niet in hun verplichtingen jegens [eisers] tekort geschoten noch hebben zij jegens [eisers] onrechtmatig gehandeld. [gedaagde 3] verzorgt betaald uit de door de beleggers ingelegde gelden, die door de in art. 11 van de beleggingsovereenkomsten genoemde Stichting worden beheerd het (robinia-)houtproductieproces in Polen; de beleggers worden eigenaar van het hout nadat de bomen, na afloop van de looptijd van de overeenkomst, worden gekapt. [gedaagde 1] heeft de beleggers via een nieuwsbrief en een website van de voortgang van de aanplant en van alle verdere relevante informatie op de hoogte gebracht Tegen de door [eisers] gestelde tekortkomingen voeren [gedaagden] aan: ad a. de plantages waren tot 2009 verzekerd; daarna kon dat niet omdat op de daarvoor bestemde gelden door [eisers] beslag was gelegd. Voorts is besloten in overleg met deskundigen dat verzekeren gelet op de zeer beperkte risico s niet noodzakelijk is; ad b. bosbouwkundige rapporten zijn inmiddels op de website gezet; ad c. [eisers] heeft nimmer om inzage door een accountant gevraagd; als zij dat doet dan zal de inzage worden georganiseerd; ad d. [gedaagde 3] is niet verplicht rekening en verantwoording af te leggen; bovendien heeft [eisers] daar nimmer om gevraagd. Een verantwoording van de administratie staat jaarlijks in de nieuwsbrief; ad e. [gedaagde 3] betwist dat de in art. 12 van de overeenkomst genoemde Stichting niet onafhankelijk wordt beheerd; de zoon van [gedaagde 2] is als bestuurder teruggetreden; ad f. de bedoelde vergoeding ontvangt [gedaagde 3] jaarlijks voor het onderhoud/beheer van de plantages; ad g. er is geen overzicht omdat er geen percelen zijn verhandeld; er is nooit om een overzicht gevraagd; ad h. lijsten als bedoeld in art. 16 zijn er wel, maar kunnen niet worden gepubliceerd, omdat dan in strijd met de beslissing van 6 mei 2008 van de AFM zou worden gehandeld De beleggingen zijn door onafhankelijke tussenpersonen verkocht (dat van één daarvan de zoon van [gedaagde 2] directeur was, deed geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van die tussenpersoon). Die tussenpersonen ontvingen voor die tijd gebruikelijke provisies. [gedaagde 3] heeft voorafgaand aan het op de markt brengen ervan uitgebreide studies laten verrichten; de aan potentiële beleggers verstrekte prognoses waren gebaseerd op elders gerealiseerde resultaten. Potentiële beleggers hebben vooraf uitgebreide documentatie ontvangen, waarin is gewezen op de aan beleggen verbonden risico s. [gedaagden] heeft de deelnemers niet misleid. Bij aanvang van de beleggingen werd uitgegaan van realistische uitgangspunten; de rekenvoorbeelden waren juist. De geprognosticeerde opbrengst wordt (op dit moment) echter niet gehaald, omdat de markt zich anders heeft ontwikkeld: het aanbod van hardhout is groter dan de vraag (die tengevolge van de huidige economische situatie sterk is verlaagd) en robiniahout heeft (ten onrechte) een slechte naam gekregen. Dat is [gedaagde 3] niet te verwijten Toen de beleggingsovereenkomsten tot stand kwamen was er (nog) geen vergunningsplicht; [gedaagde 3] behoefde zich van het wel of niet hebben van een vergunning van [gedaagde 1] niet te vergewissen. In verband met de daaraan verbonden, moeilijk te realiseren voorwaarden (vooraf besproken met de AFM) en de (te) hoge kosten heeft [gedaagde 3] toen in 2006 een vergunningenstelsel werd ingevoerd er van afgezien een vergunning als aanbieder aan te vragen. [gedaagde 3] betwist de zorgplicht en de transparantievereisten van de Wft te hebben overtreden; zij heeft het aanbieden van beleggingen al voor 6 mei 2008 gestaakt en is doende de bestaande beleggingen af te wikkelen.
9 van : Na ontvangst van de onder 2.3 en 2.4 genoemde last heeft [gedaagde 3] gepoogd de beleggingsovereenkomsten over te dragen aan een instelling die wel over de vereiste vergunning beschikt; dat is niet gelukt. [gedaagde 3] is toen de overeenkomsten gaan afwikkelen op een wijze, die voor de beleggers een zo goed mogelijk resultaat zou opleveren: zij laat de bomen doorgroeien om een zo hoog mogelijke opbrengst van het hout te genereren. Dat is geen beheren van beleggingsobjecten; deze wijze van afwikkelen acht [gedaagde 3] in overeenstemming met de beschikking van de AFM. Om opbrengst te krijgen is er geen alternatief. Als beleggers directe kap willen, kan dat; verzoeken daartoe heeft [gedaagden] niet ontvangen. Inmiddels is een deelnemersfonds opgericht, opdat met beleggers over de afwikkeling van de beleggingen kan worden gesproken [gedaagde 1] heeft haar zorgplicht niet geschonden, primair omdat de door [eisers] gestelde relatie tussen [gedaagde 1] en de beleggers (een overeenkomst van opdracht) niet bestaat, subsidiair omdat zij geen onjuiste mededelingen heeft gedaan en steeds zorgvuldig heeft gehandeld. Nu [gedaagde 1] geen vermogen heeft en geen winst of verlies maakt, is zij niet gehouden jaarcijfers te publiceren. In de tijd dat de overeenkomsten zijn aangegaan, behoefde [gedaagde 1] geen vergunning te hebben. Als er al tekortkomingen zijn, zijn deze gering en rechtvaardigen zij niet de ontbinding van de overeenkomsten [gedaagde 2] is geen bestuurder van [gedaagde 3]. Hij is dat wel van [gedaagde 1]. Met verwijzing naar het bovenstaande betwist hij jegens [eisers] onrechtmatig te hebben gehandeld Nu zij niet in verzuim is, betwist [gedaagden] wettelijke rente verschuldigd te zijn. [gedaagde 1] cs.s stelt voorts dat als er schade is, er ook sprake is van eigen schuld aan de zijde van [eisers]; hij heeft aanvaard dat aan beleggen risico s zijn verbonden. 4. De beoordeling ten aanzien van [gedaagde 3] 4.1. Partijen zijn het er over eens dat [gedaagde 3] moet worden gezien als aanbieder in beleggingsobjecten, zoals bedoeld in de Wft. [gedaagde 3] is voorts contractspartij bij de onder 2.1 genoemde overeenkomsten. [eisers] stelt dat [gedaagde 3] diverse bepalingen uit de overeenkomst niet is nagekomen; de in die bepalingen opgenomen verplichtingen van [gedaagde 3] betreffen evenwel niet de kern van de overeenkomst. De kern van de overeenkomst is vervat in de artikelen 1 en 2; de door [eisers] genoemde bepalingen betreffen aanvullende verplichtingen voor [gedaagde 3], met name betrekking hebbend op de wijze waarop [eisers] op de hoogte dienden te worden gesteld van de manier waarop [gedaagde 3] haar kernverplichtingen nakomt. De gestelde tekortkomingen daarin die overigens grotendeels door [gedaagde 3] worden betwist zijn naar het oordeel van de rechtbank niet van zodanig zwaarwegende aard, dat zij ontbinding van de overeenkomsten rechtvaardigen [eisers] stelt dat [gedaagde 3] hem voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten onjuiste en misleidende informatie heeft verstrekt; daartoe verwijst hij onder meer naar opvattingen van twee bosbouwers. [eisers] stelt dat [gedaagde 3] onrechtmatig heeft gehandeld als bedoeld in art. 6:194 (kennelijk: zoals dat gold tot 1 oktober 2008) BW. Waar [eisers] stelt dat de haar voorgeschotelde rendementen te hoog waren, omdat algemeen bekend is dat de top van realistisch te behalen rendement (veel) lager lag, kan juist omdat de gestelde mededelingen van [gedaagde 3] kennelijk in strijd waren met algemeen bekende gegevens geen sprake zijn van aan [gedaagde 3] verwijtbare misleiding; in dat geval kan immers niet worden gezegd dat een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument op de bedoelde gegevens de verwachting had kunnen baseren dat de bedoelde rendementen daadwerkelijk zouden (kunnen) worden gehaald. Voorts stelt [eisers] dat de door [gedaagde 3] (concreet) voorgerekende opbrengsten en rendementen te hoog waren; daartoe verwijst zij naar de opvatting van een bosbouwer, die dat heeft gezegd. Dat de opbrengst inderdaad niet overeenkomt met de prognose en in welke mate dat het geval is, wordt door [eisers] echter niet toegelicht; over de daadwerkelijke opbrengst in de afgelopen jaren stelt hij namelijk niets. De tweede door [eisers] genoemde bosbouwer wordt geciteerd in een op internet verschenen column; deze bosbouwer baseert zijn kritiek op de berekeningen van [gedaagde 3] op aannames (m.n. de hoeveelheid bomen per hectare); waarop die aannames zijn gebaseerd geeft hij evenwel niet aan. Ook hier gaat het om prognoses; wat de daadwerkelijke opbrengst is (geweest), wordt behoudens de opmerking van beide partijen dat die niet was wat aanvankelijk was verwacht niet nader aangegeven. Aldus is het voor de rechtbank mede gelet op de betwisting door [gedaagde 3] van de stellingen van de genoemde bosbouwers niet mogelijk vast te stellen in hoeverre de (aanvankelijke) prognoses van [gedaagde 3] onjuist en misleidend waren. Nu het aan [eisers] was om haar stelling op dat punt voldoende toe te lichten en zij dat na verweer door [gedaagde 3] niet heeft gedaan, zal
10 0 van :05 de rechtbank aan deze stelling voorbij gaan Vervolgens stelt [eisers] dat [gedaagde 3] haar verplichtingen niet nakomt, dan wel onrechtmatig handelt, door zonder vergunning van de AFM beleggingsobjecten te blijven beheren. Daarbij geven partijen veel aandacht aan de vraag of de wijze waarop [gedaagde 3] thans handelt, kan worden gezien als afwikkelen van de beleggingsobjecten in de zin van de beslissing van de AFM van 6 mei Vast staat dat [gedaagde 3] niet de vergunning heeft die zij op grond van art. 2:55 Wft sedert 1 januari 2007 voor het aanbieden van daaronder begrepen het beheer van beleggingsobjecten zoals die, welke zij met [eisers] is aangegaan, dient te hebben. Voorts staat vast dat, toen [gedaagde 3] de overeenkomsten met [eisers] aanging, er nog geen vergunningsplicht voor [gedaagde 3] bestond. De overeenkomsten spreken ook niet over een (mogelijke) vergunningsplicht en/of over de gevolgen daarvan voor de overeenkomsten. De verplichting voor [gedaagde 3] om een vergunning te hebben, is enkel gebaseerd op de Wft, en niet (ook) op de tussen partijen gesloten overeenkomsten; dat die verplichting op enigerlei wijze onderdeel van de overeenkomst is geworden is gesteld noch gebleken. Dat betekent dat het feit dat [gedaagde 3] niet over een vergunning beschikt, in de contractuele verhouding met [eisers] niet zonder meer kan worden beschouwd als het niet nakomen van een uit overeenkomst voortvloeiende verplichting van [gedaagde 3] jegens [eisers]. Dat betekent ook dat het enkele niet beschikken door [gedaagde 3] over een vergunning geen grond kan zijn voor ontbinding van de overeenkomsten [eisers] stelt voorts dat [gedaagde 3] niet voldoet aan haar zorgplicht en aan de transparantievereisten, zoals die in de Wft zijn omschreven. Nog daargelaten dat ook deze verplichtingen niet in de overeenkomsten zijn opgenomen zodat niet-nakoming ervan niet tot ontbinding kan leiden, stelt de rechtbank vast dat [eisers] niet (voldoende) heeft toegelicht op welke wijze [gedaagde 3] bedoelde verplichtingen niet is nagekomen, zodat al op die grond deze stellingen moeten worden gepasseerd Waar [eisers] tenslotte stelt dat [gedaagde 3] haar verplichtingen uit de overeenkomsten niet (goed) nakomt, omdat zij in strijd met de beslissing van de AFM blijft beheren in plaats van af te wikkelen, geldt in wezen hetzelfde als hiervoor overwogen. De verplichting tot afwikkelen is gebaseerd op de beslissing van 6 mei 2008 van de AFM, niet op de overeenkomsten tussen [gedaagde 3] enerzijds en [eisers] anderzijds. Dat betekent dat een handelen in strijd met de AFM-beslissing door [gedaagde 3] niet kan worden gezien als het niet of ondeugdelijk nakomen van de overeenkomst en dus ook niet kan leiden tot de door [eisers] gevorderde ontbinding van de overeenkomst. Dat zo zijnde, is het in dit kader niet noodzakelijk te onderzoeken of het handelen van [gedaagde 3] daadwerkelijk strijdig is met de beslissing van de AFM zoals [eisers] stelt of dat dat handelen wel kan worden gezien als afwikkelen in de zin van die beslissing zoals [gedaagde 3] stelt Het vorenstaande neemt niet weg dat het gestelde handelen van [gedaagde 3] het niet hebben van een vergunning; het beheer in strijd met de beslissing van de AFM jegens [eisers] onrechtmatig kan zijn. [eisers] stelt ook dat dat zo is. Het (juridisch) gevolg van onrechtmatig handelen kan echter niet zijn het ontbinden van een overeenkomst, met de daaraan verbonden ongedaanmakingsverbintenissen; [eisers] vorderen dat met hun eis tot terugbetaling van hun inleg wel. Gevolg van onrechtmatig handelen kan wel zijn een verplichting tot schadevergoeding; daarvoor is nodig dat er schade is. Dat er in dit geval schade is door de gestelde onrechtmatige gedragingen is echter niet gesteld. Voor zover er schade is gesteld, hangt die met name samen met het feit dat het rendement van de beleggingen althans zo stelt [eisers] veel geringer is dan bij het aangaan van de overeenkomsten werd voorgespiegeld; dat is geen schade die in voldoende causaal verband staat met het hier besproken, door [eisers] gestelde onrechtmatige handelen van [gedaagde 3] Het vorenstaande moet ertoe leiden dat hetgeen [eisers] tegen [gedaagde 3] heeft gevorderd, moet worden afgewezen. ten aanzien van [gedaagde 1] 4.5. Waar [eisers] ook ten aanzien van [gedaagde 1] stelt dat zij misleidende informatie heeft verschaft en aldus onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van art. 6:194 BW, geldt hetgeen hiervoor onder 4.2 ten aanzien van [gedaagde 3] is overwogen. De rechtbank passeert de stellingen op de gronden, in die overweging weergegeven Daar waar [eisers] haar vordering tegen [gedaagde 1] heeft gebaseerd op de stelling dat [gedaagde 1] aanbieder is in de zin van de Wft, geldt dat indien die stelling juist is, hetgeen hiervoor
11 1 van :05 ten aanzien van de [gedaagde 3] is overwogen, ook ten aanzien van [gedaagde 1] geldt. Ook in de contractuele verhouding tussen [eisers] en [gedaagde 1] kunnen de gestelde handelingen (waarbij nog van belang is dat de beslissing van de AFM van 6 mei 2008 geen betrekking heeft op [gedaagde 1]) niet leiden tot ontbinding van de overeenkomst Waar [eisers] [gedaagde 1] aanspreekt als tussenpersoon, stelt zij dat [gedaagde 1] niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen. Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.2 is overwogen, staat onvoldoende vast dat [gedaagde 1] in de hier bedoelde hoedanigheid niet adequaat heeft geadviseerd en/of van een onvoldoende gedegen analyse is uitgegaan. [eisers] heeft dat onvoldoende onderbouwd. Dat [gedaagde 1] in de periode dat zij de overeenkomsten sloot toen was de Wft nog niet van toepassing als tussenpersoon vergunningplichtig was, is niet gesteld. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat als wel zou worden vastgesteld dat [gedaagde 1] als opdrachtnemer haar zorgplicht zou hebben verzaakt, dat niet zonder meer, zoals [eisers] wil, zou kunnen leiden tot ontbinding, op grond van niet-nakoming, van de door [eisers] met [gedaagde 3] en [gedaagde 1] gesloten overeenkomsten. In de hier bedoelde situatie zou [gedaagde 1] mogelijk voor schade, door [eisers] geleden tengevolge van het feit dat zij onder invloed van onjuiste of onvolledige informatie overeenkomsten is aangegaan, aansprakelijk kunnen zijn; een vordering tot vergoeding van schade op die basis is evenwel niet ingediend, en hetgeen wel is gesteld en gevorderd biedt onvoldoende aanknopingspunten om daarin een dergelijke vordering te lezen Wanneer [gedaagde 1] moet worden gezien als gevolmachtigd agent van [gedaagde 3] geldt hetgeen hiervoor onder 4.5 is overwogen; ook dan kan niet tot de gevorderde ontbinding van de overeenkomsten worden gekomen Op grond van het bovenstaande zullen de vorderingen, ingediend tegen [gedaagde 1], worden afgewezen. ten aanzien van [gedaagde 2] [eisers] stelt [gedaagde 2] aansprakelijk voor de niet-nakoming van de overeenkomsten door [gedaagde 3] en [gedaagde 1]. Nu hiervoor is vastgesteld dat hetgeen [eisers] heeft gesteld niet als een dergelijke niet-nakoming kan worden gezien, zullen de vorderingen gericht tegen [gedaagde 2] worden afgewezen Het vorenstaande leidt ertoe, dat de vorderingen van [eisers] moeten worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal zij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagden] tot op heden begroot op: - vast recht 4.951,-- - salaris advocaat 8.027,50 (2,5 x tarief VIII, 3.211,--) Totaal , De beslissing De rechtbank wijst de vorderingen af; veroordeelt [eisers] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [gedaagden] begroot op ,50; verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordeling van [eisers] in de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2012.?
ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA
ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Zaaknummer C-17-129115- HA ZA 13-247 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:6266
ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2008:BE0039
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3845
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:131
ECLI:NL:RBNNE:2014:131 Instantie Datum uitspraak 13-01-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 589197 - CV EXPL 13-6418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieC/13/555974 / HA ZA 13-1827 28 oktober 2015 8 oordeel dat met deze uitingen sprake was van misleidende publieke berichtgeving. VEB en de stichting stellen dat door deze uitingen de gedupeerde beleggers
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7733
ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:665
ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177
Nadere informatieECLI:NL:RBALM:2010:BN8235
ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2007:BB8676
ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 26-11-2007 Zaaknummer 37277 HA ZA 03-51 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221 Instantie Datum uitspraak 02-03-2011 Datum publicatie 18-10-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 1002383/10-8074 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2012:BV6392
ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 21-02-2012 Zaaknummer 372890 / HA ZA 11-458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1301
ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer 5299499 cv expl 168008 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2008:BD3414
ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 28-05-2008 Datum publicatie 09-06-2008 Zaaknummer 58024/HA ZA 07-265 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980
ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980 Instantie Datum uitspraak 30-01-2013 Datum publicatie 31-01-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/275137 / HA ZA 09-2325 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053
ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-07-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 316131 / HA ZA 08-2408 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7598
ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1672
ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:1537
ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:9831
ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BM1303
ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5985
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2573
ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2012:BZ5230
ECLI:NL:RBMID:2012:BZ5230 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 75127 / HA ZA 10-458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:7158
ECLI:NL:RBGEL:2016:7158 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer C/05/300860 / HZ ZA 16-175 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5266
ECLI:NL:RBAMS:2017:5266 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-07-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Zaaknummer 5566036 CV EXPL 16-35180 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305
ECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305 Instantie Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-03-2008 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 128128 / HA ZA 07-26 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBROE:2001:AA9874
ECLI:NL:RBROE:2001:AA9874 Instantie Rechtbank Roermond Datum uitspraak 08-02-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 36612/HAZA 00-3 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBNHO:2015:6063 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 26-08-2015 Rechtbank Noord-Holland
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BU7634
ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-11-2011 Datum publicatie 22-12-2011 Zaaknummer 762448 CV Expl. 11-6301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2505
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BP6133
ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:5084
ECLI:NL:RBROT:2017:5084 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 03-07-2017 Zaaknummer C/10/511503 HA ZA 16-981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2011:BR4744
ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:3241
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2009:BK9164
ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-09-2009 Datum publicatie 14-01-2010 Zaaknummer 64517 / HA ZA 08-433 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2010:BN8300
ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 18-08-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 348503 / HA ZA 10-496 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2007:BB1598
ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:886
ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:11405
ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:7769
ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:2411
ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2017:2000
ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatie2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker.
Caesar Capital Todays Vermogensbeheer DomJur 2011-679 Rechtbank Amsterdam, Sector civiel recht Zaaknummer/rolnummer: 483704 / KG ZA 11-314 P/PV Datum: 14 april 2011 Vonnis in kort geding van 14 april 2011
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieRechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2005:AT7137
ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 20-04-2005 Datum publicatie 09-06-2005 Zaaknummer 125734 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2014:290
ECLI:NL:RBAMS:2014:290 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21012014 Datum publicatie 29012014 Zaaknummer 2410815 \ CV EXPL 1325156 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:5675
ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:4320
ECLI:NL:RBROT:2016:4320 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-06-2016 Datum publicatie 09-06-2016 Zaaknummer C/10/491474 / HA ZA 15-1264 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2011:BR4675
ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 20-07-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 119380 - HA ZA 10-390 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden.
vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Vonnis in incident van in de zaak van de stichting STICHTING DE THUISKOPIE, gevestigd te
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 30-01-2008 Datum publicatie 05-02-2008 Zaaknummer 357824 CV EXPL 07-8249 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2013:6272
ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 Instantie Datum uitspraak 22-10-2013 Datum publicatie 20-11-2013 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 429507 - CV EXPL 13-2675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2006:AY9168
ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3541
ECLI:NL:RBROT:2017:3541 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/504346 / HA ZA 16-609 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:1265
ECLI:NL:RBOVE:2014:1265 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 06-03-2014 Datum publicatie 14-03-2014 Zaaknummer C-08-152106 - KG ZA 14-59 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
Nadere informatievonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht
I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562 Instantie Datum uitspraak 01-05-2013 Datum publicatie 07-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 827930 UC EXPL 12-12768
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289
ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289 Instantie Datum uitspraak 07-12-2011 Datum publicatie 08-03-2012 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 183834 / HZ ZA 11-422 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:4885
ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBDOR:2007:AZ9713
ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ9713 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 22-02-2007 Datum publicatie 01-03-2007 Zaaknummer 65364 / HA ZA 06-2427 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024
ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 Instantie Datum uitspraak 04-07-2007 Datum publicatie 06-07-2007 Zaaknummer KG 07/518 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4741
ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2014:1890
ECLI:NL:RBROT:2014:1890 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 26022014 Datum publicatie 14032014 Zaaknummer C/10/380631 / HA ZA 111441 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2008:BG2357
ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-10-2008 Datum publicatie 03-11-2008 Zaaknummer 285436 / HA ZA 07-1418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2005:AU0239
ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieVonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van
Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2010:BP5101
ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2012:BW0838
ECLI:NL:RBROT:2012:BW0838 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-03-2012 Datum publicatie 04-04-2012 Zaaknummer 362605/ HA ZA 10-2760 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2006:AY5851
ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 19-07-2006 Datum publicatie 11-08-2006 Zaaknummer 47983 HA ZA 2005/256 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieLJN: BV6066,Sector kanton Rechtbank Rotterdam, Datum uitspraak: Datum publicatie: Soort procedure: Inhoudsindicati e:
LJN: BV6066,Sector kanton Rechtbank Rotterdam, 1257936 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicati e: 20-01-2012 17-02-2012 Civiel overig Eerste aanleg - enkelvoudig
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2013:18614
ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24122013 Datum publicatie 13012014 Zaaknummer 2293657 RL EXPL 1325337 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:2980
ECLI:NL:RBNNE:2017:2980 Instantie Datum uitspraak 08-08-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer 5520151 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2015:1277
ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-02-2015 Zaaknummer 3792692 CV EXPL 15-683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Goederenrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatievonnis in naam van de Koning 2. de stichting STICHTING WOONBEDRIJF IEDER1, gevestigd te Deventer, gedaagde, advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.
in naam van de Koning vonnis RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: C/05/296700 I HA ZA 16-50 Vonnis van in de zaak van wonende te Bilthoven, gemeente
Nadere informatie