AGENDAPUNT NR: Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 21 oktober Pagina 1 van 35

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AGENDAPUNT NR: 2008.0.090.827. Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 21 oktober 2008. Pagina 1 van 35"

Transcriptie

1 AGENDAPUNT NR: Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 21 oktober 2008 Pagina 1 van 35

2 Collegenota Aan burgemeester en wethouders Documentnummer Datum Zaaknummer Datum 1 oktober 2008 Vertrouwelijk Nee Portefeuillehouder H.J. Weeda Dienst Dienst Inwonerszaken In DT Nee Ambtenaar B. Dapper In college Ja Telefoonnummer Onderwerp Wijziging Maatregelverordening gemeente Arnhem Voorstel in raadscommissie Voorstel in raad Genoemde data fataal Ja Ja Nee Beslispunten 1. Aan de raad ter vaststelling voor te leggen de Verordening tot wijziging van de (in het kader van de Wet werk en bijstand vastgestelde) Maatregelverordening gemeente Arnhem (nr. 2130). Korte toelichting / samenvatting In het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB) bestaat er in Arnhem een door de Raad vastgestelde Maatregelverordening gemeente Arnhem. In een recente uitspraak heeft de Rechtbank Arnhem artikel 8, eerste lid, van de Maatregelverordening gemeente Arnhem, met betrekking tot de maatregel voor onbepaalde duur, onverbindend verklaard. Hierdoor is het noodzakelijk om de Maatregelverordening aan te passen. Pagina 2 van 35 1

3 Te kopiëren stukken voor het college* Ter inzage te leggen stukken voor het college* Uitspraak rechtbank Arnhem d.d. 4 september 2008, Concept raadsvoorstel Geconsolideerde tekst Maatregelverordening 2130 (aangepast) *) originelen bijvoegen *) originelen bijvoegen Te kopiëren stukken voor raadscommissie of gemeenteraad: * Ter inzage te leggen stukken voor raadscommissie of gemeenteraad: * Uitspraak rechtbank Arnhem d.d. 4 september 2008, Concept raadsvoorstel Geconsolideerde tekst Maatregelverordening 2130 (aangepast) *) originelen bijvoegen *) originelen bijvoegen Pagina 3 van 35 2

4 Toelichting op het voorstel 1. Aanleiding / Probleemstelling Zie bijgaand raadsvoorstel. 2. Doel Zie bijgaand raadsvoorstel. 3. Argumenten Zie bijgaand raadsvoorstel. 4. Financiën Zie bijgaand raadsvoorstel. 5. Risico s Zie bijgaand raadsvoorstel. 6. Uitvoering en evaluatie Gezien de datum van de uitspraak van de Rechtbank Arnhem is er belang bij dat de Raad deze aangepaste Verordening ten spoedigste vaststelt. Pagina 4 van 35 3

5 Communicatieparagraaf Welke in- en externe doelgroepen worden over het besluit geïnformeerd? Publicatie van de wijziging van de Maatregelverordening vindt plaats in de Arnhemse Koerier. Heeft er al communicatie plaatsgevonden? Nee Hoe wordt het voorstel openbaar gemaakt aan de pers? Publicatie van dit besluit vindt plaats in de Arnhemse Koerier. Openbaar making via regulier persgesprek? Er is geen regulier persgesprek. Is er een communicatieplan over dit onderwerp? Er is geen communicatieplan. Pagina 5 van 35 4

6 Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 24 november 2008 Documentnummer : Zaaknummer: Advies van de raadscommissie: Onderwerp: Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken Verordening tot wijziging van de Maatregelverordening gemeente Arnhem Aan de gemeenteraad. Arnhem, 28 oktober VOORSTEL De Verordening tot wijziging van de Maatregelverordening gemeente Arnhem vast te stellen. De wijziging houdt in dat artikel 8 en artikel 12 van de Maatregelverordening gemeente Arnhem worden aangepast, in die zin dat de duur van de maatregel wordt gewijzigd van onbepaalde duur in twee maanden. 1. AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING Recente uitspraken Centrale raad van beroep (CRvB) en Rechtbank Arnhem In recente uitspraken heeft de CRvB geoordeeld dat het voor onbepaalde duur verlagen van de bijstand, gelet op de geschiedenis van totstandkoming van artikel 18, tweede lid, van de Wet werk en bijstand (verder te noemen de WWB), in strijd is met de WWB. (Artikel 18, tweede lid, van de WWB bepaalt, voor zover van belang, dat indien de belanghebbende de uit de WWB voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt het college de bijstand verlaagt overeenkomstig de verordening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b (in Arnhem: de Maatregelverordening gemeente Arnhem).) In navolging van de CRvB heeft de Rechtbank Arnhem op 4 september 2008 geoordeeld dat artikel 8, eerste lid, van de Maatregelverordening gemeente Arnhem (verder te noemen de Verordening), op het punt van de maatregel voor onbeperkte duur, onverbindend is wegens strijd met art 18, tweede lid, van de WWB. Gevolgen Artikel 8, eerste lid, van de Verordening is onverbindend. Ook artikel 12, tweede lid, van de Verordening betreft een maatregel van onbeperkte duur. Dit artikel zal dus ook onverbindend verklaard worden als dit onderwerp van geschil is. Nu deze bepalingen onverbindend zijn, kunnen we de duur van de maatregel voor gedragingen als bedoeld in artikel 6, onderdeel a, b en c sub 1 en artikel 12, eerste lid, van de Verordening níet baseren op de standaardmaatregelen van art. 8, eerste lid en 12, tweede lid. Welke gedragingen betreft het? Artikel 6, onderdeel a, b en c sub 1 betreft de volgende arbeidsgerelateerde maatregelwaardige gedragingen: - het zich niet tijdig laten registreren of het niet tijdig laten verlengen van de registratie bij de Centrale organisatie werk en inkomen; - het niet ondertekenen van het trajectplan; - het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; - gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren; - het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, waaronder begrepen sociale activering, en het niet of onvoldoende meewerken aan een onderzoek naar de Pagina 6 van 35

7 mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van de voorziening en - idem als punt hiervoor echter voor zover dit wél heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van de voorziening) Artikel 12 betreft schending van een van de overige aan de bijstandverlening verbonden verplichtingen. Voorgestelde oplossing Er wordt voor een standaardduur van twee maanden voor de betreffende gedragingen gekozen. Er is hiermee aansluiting gezocht bij de standaardduur voor de overige arbeidsgerelateerde gedragingen van artikel 6 (onderdeel c onder 2 en 3: het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid en het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid) zodat nu voor alle gedragingen als bedoeld in artikel 6 een standaardduur van 2 maanden staat. Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Verordening kan echter worden afgeweken van de voorgeschreven standaardmaatregelen. Dat kan er in specifieke situaties toe leiden dat een zwaardere of een lichtere maatregel dan de standaardmaatregel is aangewezen. Dit betekent verder dat als het maatregelwaardige gedrag tussentijds wordt hersteld, de maatregel met ingang van de daaropvolgende maand wordt beëindigd. Dit kan er dus toe leiden dat de maatregel slechts voor één maand wordt opgelegd. Als het maatregelwaardige gedrag echter voortduurt na afloop van de opgelegde maatregel, wordt opnieuw bezien of een maatregel opgelegd kan/zal worden. Het voorgaande geldt echter niet voor maatregelen op grond van artikel 6, onderdeel c onder 2 en 3 aangezien dit gedragingen betreft die niet te herstellen zijn. Overige aanpassingen Daarnaast wordt nu ook een tweetal aanpassingen in artikel 9 en artikel 11 voorgesteld. De wijziging in artikel 9 is een tekstuele aanpassing. In artikel 11 wordt de recidive bepaling toegevoegd. Deze is bij het vaststellen van de Verordening in 2004 niet expliciet benoemd. 2. DOEL Om weer gebruik te kunnen maken van een standaardmaatregel voor genoemde gedragingen zal de Verordening zo snel mogelijk aangepast moeten worden. 3. ARGUMENTEN In de Verordening zijn voor alle gedragingen standaardmaatregelen gedefinieerd. Dit brengt een hoge mate van rechtseenheid en rechtszekerheid met zich mee. Nu artikel 8 eerste lid en artikel 12, tweede lid onverbindend zijn, moeten we als grondslag voor de duur, bij het ontbreken van een bepaling over de duur, terugvallen op de hoofdregel van artikel 2, tweede lid. Op grond van artikel 2, tweede lid moet een maatregel afgestemd worden op de ernst van de gedraging, de verwijtbaarheid en de omstandigheden. Dat betekent dat in iedere individueel geval extra gemotiveerd moet worden wat de duur van de maatregel wordt en waarom. Hierdoor kan de rechtseenheid en rechtszekerheid in het geding komen. Het is dus wenselijk zo spoedig mogelijk nieuwe standaardmaatregelen vast te leggen voor de betreffende gedragingen. 4. FINANCIËN N.v.t. 5. RISICO S N.v.t. 6. UITVOERING EN EVALUATIE Gezien de datum van de uitspraak van de Rechtbank Arnhem is er belang bij dat de Raad deze aangepaste Verordening ten spoedigste vaststelt. De commissie Cultuur, Economie, Educatie, Sport en Sociale Zaken zal over dit voorstel advies uitbrengen. Het advies van deze commissie wordt u separaat voorgelegd. Wij geven U in overweging bijgaand ontwerpbesluit vast te stellen. Pagina 7 van 35

8 Hoogachtend het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, de secretaris, de burgemeester, Bijlage(n) - Ontwerpbesluit tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Maatregelverordening gemeente Arnhem - Geconsolideerde tekst van de Maatregelverordening na wijziging - Uitspraak Rechtbank Arnhem 4 september 2008 Pagina 8 van 35

9 Besluit van: 24 november 2008 Documentnummer Zaaknummer DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2008, Inwonerszaken nummer ; gelet op artikel 8 en 18 van de Wet werk en bijstand; besluit: vast te stellen de volgende Verordening: Verordening tot wijziging van de Maatregelverordening gemeente Arnhem Artikel I Wijziging verordening De Maatregelverordening gemeente Arnhem wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 8 komt te luiden: Artikel 8. De duur van de maatregel 1. Een maatregel voor een gedraging als bedoeld in artikel 6 wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, opgelegd voor de duur van twee maanden. 2. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een nieuwe als verwijtbaar aan te merken gedraging van een zelfde of hogere categorie. 3. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. B Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: In het eerste lid komt de zinsnede onder toepassing van artikel 54 van de wet te vervallen. C Artikel 11 komt te luiden: Artikel 11. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand 1. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van 5% van de bijstandsnorm gedurende een maand. 2. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, Pagina 9 van 35

10 sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. 3. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. D Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: a. het eerste lid komt te luiden: 1. Indien belanghebbende een van de overige aan de bijstandverlening verbonden verplichtingen schendt, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van 20% van de bijstandsnorm gedurende twee maanden. b. Het tweede en het derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde tot en met het zesde lid. Artikel II Inwerkingtreding De verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de datum van uitgifte van de Arnhemse Koerier waarin zij is bekendgemaakt. De griffier, De voorzitter, Pagina 10 van 35

11 Toelichting artikel 8, 9, 11 en 12 Artikel 7. De hoogte van de maatregel en artikel 8. De duur van de maatregel Algemeen De gedachte van de WWB, zoals ook reeds in de algemene toelichting aangegeven, is dat de maatregel er zorg voor draagt dat de hoogte van de bijstand in overeenstemming is met de mate waarin de belanghebbende aan de verplichtingen voldoet. De artikelen 7 en 8 bevatten de standaardmaatregelen voor de drie categorieën van gedragingen die verband houden met het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Op basis van jurisprudentie is het niet mogelijk een maatregel voor onbepaalde duur op te leggen. De standaardduur voor de hier bedoelde maatregelen is twee maanden. Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Verordening kan echter worden afgeweken van de voorgeschreven standaardmaatregelen. Dat kan er in specifieke situaties toe leiden dat een zwaardere of een lichtere maatregel dan de standaardmaatregel is aangewezen. Als het maatregelwaardige gedrag tussentijds hersteld wordt, wordt de maatregel met ingang van de daaropvolgende maand beëindigd. Dit kan er dus toe leiden dat de maatregel slechts voor één maand wordt opgelegd. Dit geldt echter niet voor maatregelen op grond van artikel 6, onderdeel c onder 2 en 3 aangezien dit gedragingen betreft die niet te herstellen zijn. Als het maatregelwaardige gedrag echter voortduurt na afloop van de opgelegde maatregel, wordt opnieuw bezien of een maatregel opgelegd kan/zal worden. Artikel 8, tweede lid Indien binnen één jaar na bekendmaking van het besluit waarbij een maatregel voor een eerste verwijtbare gedraging is opgelegd, sprake is van een herhaling van de verwijtbare gedraging, wordt de grotere mate van verwijtbaarheid tot uitdrukking gebracht in een verlenging van de duur van de maatregel met een maand. Met eerste verwijtbare gedraging wordt overigens de eerste gedraging verstaan die aanleiding is geweest tot een maatregel, ook indien de maatregel wegens dringende redenen niet is geëffectueerd (zie het vierde lid). Voor het bepalen van de aanvang van de termijn van 12 maanden geldt het tijdstip waarop het besluit waarmee de maatregel is opgelegd, bekend is gemaakt. Op basis van deze bepaling kan een recidivemaatregel slechts één keer worden toegepast. Indien belanghebbende na een tweede verwijtbare gedraging wederom hetzelfde verwijtbaar gedrag vertoont, zal de hoogte en de duur van de maatregel individueel moeten worden vastgesteld, waarbij gekeken zal moeten worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de individuele omstandigheden van de belanghebbende. Artikel 8, derde lid Van recidive is eveneens sprake, indien bij het voorgaande maatregelwaardige gedrag op grond van dringende redenen is afgezien van het opleggen van een maatregel. Artikel 9. Te laat verstrekken van gegevens Eerste lid Indien het college om voor de verlening van de bijstand van belang zijnde informatie of bewijsstukken verzoekt en de belanghebbende deze niet op tijd verstrekt, wordt hem een hersteltermijn gegeven (doorgaans onder toepassing van artikel 54, eerste lid, WWB: opschorting van het recht op bijstand). Als de gevraagde gegevens alsnog binnen de hersteltermijn worden verstrekt, wordt een maatregel opgelegd. De gegevens zijn immers niet na het eerste verzoek daartoe verstrekt en er is dus sprake van maatregelwaardig gedrag wegens het te laat verstrekken van gegevens. Dit lid regelt de hoogte van deze maatregel. Tweede lid en derde lid Voor een toelichting wordt verwezen naar het reeds opgemerkte bij respectievelijk artikel 8, tweede en derde lid. Pagina 11 van 35

12 Artikel 11. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand Eerste lid In dit artikel wordt de zogeheten nulfraude geregeld: het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen, zonder dat deze gedraging gevolgen heeft voor de hoogte van de bijstand. Voorbeelden van nulfraude zijn het niet opgeven van een vermogensbestanddeel onder de vermogensgrens of het niet melden van vrijwilligerswerk. Tot deze laatste categorie behoort ook het niet dan wel niet tijdig melden van feiten en omstandigheden waarvan belanghebbende duidelijk moet zijn dat zij van invloed zijn op zijn arbeidsinschakeling. Te denken valt aan de trajectdeelnemer, die door ziekte bij het reïntegratie bedrijf verstek laat gaan, echter niet meldt afwezig te zullen zijn. Tweede en derde lid Voor een toelichting wordt verwezen naar het al opgemerkte bij artikel 8, tweede en derde lid. Artikel 12. Schending van andere dan de in hoofdstuk 2 en 3 bedoelde verplichtingen Zoals al in de algemene toelichting aangestipt kunnen aan de bijstand aanvullende verplichtingen worden gekoppeld. Specifiek moet dan worden gedacht aan: - artikel 48, derde lid WWB: Het college kan aan het verlenen van bijstand in de vorm van een geldlening verplichtingen verbinden die zijn gericht op meerdere zekerheid voor de nakoming van de aan deze bijstand verbonden rente- en aflossingsverplichtingen; - artikel 55: Naast de verplichtingen die ingevolge hoofdstuk 2 in elk geval aan de bijstand verbonden zijn, dan wel daaraan door het college verbonden worden, kan het college vanaf de dag van melding als bedoeld in artikel 44, tweede lid, verplichtingen opleggen die strekken tot arbeidsinschakeling, dan wel die verband houden met aard en doel van een bepaalde vorm van bijstand en die strekken tot zijn vermindering of beëindiging. Een verplichting kan, op advies van een arts, inhouden het zich onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard; - artikel 56, eerste lid: Het instellen van een verzoek tot toekenning van een uitkering tot levensonderhoud voor kinderen verschuldigd krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek kan door het college als verplichting aan de bijstand worden verbonden, indien de belanghebbende hierop aanspraak heeft; - artikel 57: Indien en zolang er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen, kan het college: a. aan de bijstand de verplichting verbinden, dat de belanghebbende eraan meewerkt, dat het college in naam van de belanghebbende noodzakelijke betalingen uit de toegekende bijstand verricht; b. de bijstand in natura verstrekken. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het reeds beschrevene onder artikel 7 en 8, onder het kopje algemeen. Tweede en derde lid Voor een toelichting zie het reeds beschrevene onder artikel 8, tweede en derde lid. Vierde lid Indien belanghebbende weigert mee te werken aan zekerheidstelling (bv. bij het verstrekken van leenbijstand in verband met vermogen in de woning) wordt de bijstand geweigerd. Een en ander komt overeen met de vroegere regeling binnen de Abw. Pagina 12 van 35

13 Maatregelverordening gemeente Arnhem Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Arnhem Officiële naam regeling Maatregelverordening gemeente Arnhem Citeertitel Maatregelverordening gemeente Arnhem (nr. 2130) Besloten door gemeenteraad Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp 2130 Opmerkingen m.b.t. de regeling Deze verordening is vóór de inwerkingtreding reeds gewijzigd bij raadsbesluit d.d (IZ/STRA/2004/340), bekendmaking: Arnhemse Koerier, 22 december In de versie van 3 mei 2007 zijn bepalingen uit het per 3 april 2007 vervallen Besluit Nadere Regels verwerkt. Grondslagen 1. Gemeentewet, art Wet Werk en Bijstand, art. 8 en 18 Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Geen Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Art. 8, 9, 11 en 12 Tech. aanpassingen Ontstaansbron: datum ondertekening; bron bekendmaking Inwerkingtreding: datum ondertekening; bron bekendmaking Voorstel gemeenteraad B&W , art. 6, 7, 8 + redact.wijzigingen Arnhemse Koerier d.d art. 3a, 10, 13, (16) Arnhemse Koerier d.d nieuwe regeling Arnhemse Koerier d.d Arnhemse Koerier d.d Arnhemse Koerier d.d Arnhemse Koerier d.d B&W , B&W , B&W , IZ/Stra/2004/213 1 Pagina 13 van 35

14 Geconsolideerde tekst van de regeling DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 september 2004, dienst inwonerszaken, nummer IZ/STRA/2004/213; Gelet op artikel 147 Gemeentewet en de artikelen 8 en 18 van de Wet werk en bijstand; Besluit: vast te stellen de Maatregelverordening gemeente Arnhem. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. bijstand: algemene en bijzondere bijstand; c. algemene bijstand: de bijstand als bedoeld in artikel 5, onderdeel b van de wet; d. bijzondere bijstand: de bijstand als bedoeld in artikel 5, onderdeel d van de wet; e. langdurigheidstoeslag: de langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de wet; f. bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de wet; g. maatregel: het verlagen van de bijstand op grond van artikel 18, tweede lid van de wet; h. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem. Artikel 2. Het opleggen van een maatregel 1. Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan, dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid of artikel 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd. 2. Een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert. Artikel 3. Berekeningsgrondslag 1. De maatregel wordt toegepast op de bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid kan de maatregel ook worden toegepast op de bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag, indien; a. aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing van artikel 12 2 Pagina 14 van 35

15 van de wet; b. het beroep op bijzondere bijstand het gevolg is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid; c. belanghebbende de informatieplicht als bedoeld in artikel 9 heeft geschonden; dan wel d. belanghebbende zich zeer ernstig heeft misdragen als bedoeld in artikel 15. Artikel 3a. Ingangsdatum en tijdvak 1. De maatregel wordt opgelegd met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het besluit tot het opleggen van de maatregel is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid kan de maatregel met terugwerkende kracht worden opgelegd, voor zover de bijstand nog niet is uitbetaald. 3. Indien geen maatregel opgelegd kan worden of de reeds opgelegde maatregel niet of niet geheel kan worden uitgevoerd, omdat de bijstand wordt beëindigd, kan alsnog een maatregel worden opgelegd respectievelijk kan het nog niet uitgevoerde deel van de maatregel alsnog ten uitvoer worden gelegd, indien de belanghebbende binnen een termijn van twaalf maanden opnieuw recht op bijstand heeft. Artikel 4. Afzien van het opleggen van een maatregel 1. Het college ziet af van het opleggen van een maatregel, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. 2. Het college kan geheel of gedeeltelijk afzien van het opleggen van een maatregel, indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. 3. Indien het college afziet van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan. Artikel 5. Samenloop van gedragingen 1. Indien sprake is van verschillende gelijktijdig geconstateerde maatregelwaardige gedragingen van een belanghebbende, worden de daarop betrekking hebbende maatregelen, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, gelijktijdig opgelegd met een maximum van 50% van de bijstandsnorm per maand. 2. Indien het totaal aan maatregelen dat betrekking heeft op verschillende gelijktijdig geconstateerde maatregelwaardige gedragingen, meer dan 50% van de bijstandsnorm per maand bedraagt, wordt in afwijking van artikel 3a, eerste lid, het meerdere de daaropvolgende maand(en) opgelegd. Hoofdstuk 2. Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid Artikel 6. Indeling in categorieën Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 9 van de wet niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën: a. eerste categorie: 3 Pagina 15 van 35

16 1º. het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij de Centrale organisatie werk en inkomen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie, tenzij voor belanghebbende het inzetten van reïntegratievoorzieningen niet zinvol wordt geacht; 2º. het niet ondertekenen of het niet aan het college verstrekken van de bijlage bij het besluit tot toekenning of voortzetting van de bijstand; b. tweede categorie: 1º. het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; 2º. gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren; 3º. het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, waaronder begrepen sociale activering en het niet of onvoldoende meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van de voorziening; c. derde categorie: 1º. het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, waaronder begrepen sociale activering en het niet of onvoldoende meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de wet, voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van de voorziening; 2º. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; 3º. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Artikel 7. De hoogte van de maatregel Onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, wordt voor de gedragingen als bedoeld in artikel 6 de hoogte van de maatregel als volgt vastgesteld: a. 10% van de bijstandsnorm bij gedragingen van de eerste categorie; b. 20% van de bijstandsnorm bij gedragingen van de tweede categorie; c. 50% van de bijstandsnorm bij gedragingen van de derde categorie. Artikel 8. De duur van de maatregel 1. Een maatregel voor een gedraging als bedoeld in artikel 6 wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, opgelegd voor de duur van twee maanden. 2. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een nieuwe als verwijtbaar aan te merken gedraging van een zelfde of hogere categorie. 3. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. 4 Pagina 16 van 35

17 Hoofdstuk 3. Niet nakomen van de inlichtingenplicht Artikel 9. Te laat verstrekken van gegevens 1. Indien een belanghebbende de verplichting op grond van artikel 17 van de wet niet of niet volledig is nagekomen door informatie die van belang kan zijn voor de arbeidsinschakeling of de verlening van bijstand, dan wel voortzetting daarvan niet binnen de door het college daartoe gestelde termijn te verstrekken, wordt een maatregel opgelegd van 10% van de bijstandsnorm gedurende een maand, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid. 2. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. 3. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. Artikel 10. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de bijstand 1. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt een maatregel opgelegd, welke wordt afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid wordt de maatregel op de volgende wijze vastgesteld: a. bij een benadelingsbedrag tot 1.000,--: 10% van de bijstandsnorm gedurende een maand; b. bij een benadelingsbedrag van 1.000,-- tot 2.000,--: 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand; c. bij een benadelingsbedrag van 2.000,-- tot 4.000,--: 40% van de bijstandsnorm gedurende een maand; d. bij een benadelingsbedrag van 4.000,-- of meer: 50% van de bijstandsnorm gedurende een maand. 3. In afwijking van het eerste lid wordt van het opleggen van een maatregel afgezien: a. zolang de maatregelwaardige gedraging wordt onderzocht door het Openbaar Ministerie; b. zodra ter zake van de gedraging een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen; c. zodra het recht tot strafvervolging is vervallen, doordat het Openbaar Ministerie een schikking met belanghebbende heeft getroffen. 4. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. 5. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. 6. In afwijking van het vierde lid wordt een maatregel opgelegd voor de duur van drie maanden, indien in de 60 maanden voorafgaande aan het maatregelwaardige gedrag sprake is van twee of meer als verwijtbaar aan te merken gedragingen, als bedoeld in het eerste lid. 5 Pagina 17 van 35

18 7. Bij de bepaling van de hoogte van de in het zesde lid bedoelde maatregel worden de benadelingsbedragen in verband met de schending van de inlichtingenplicht van de laatste 60 maanden samengevoegd. Artikel 11. Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand 1. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van 5% van de bijstandsnorm gedurende een maand. 2. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. 3. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. Hoofdstuk 4. Schending van een van de overige aan de bijstand verbonden verplichtingen Artikel 12. Schending van andere dan de in hoofdstuk 2 en 3 bedoelde verplichtingen 1. Indien belanghebbende een van de overige aan de bijstandverlening verbonden verplichtingen schendt, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, een maatregel opgelegd van 20% van de bijstandsnorm gedurende twee maanden. 2. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. 3. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. 4. In afwijking van het eerste lid wordt de bijstand geweigerd, indien de belanghebbende geen medewerking verleent aan het stellen van zekerheid, zoals bedoeld in artikel 48, derde lid van de wet. Hoofdstuk 5. Betonen van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid Artikel 13. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Indien de belanghebbende op een andere wijze dan genoemd in hoofdstuk 2, 3 of 4 tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betoont, wordt een maatregel opgelegd van 20% van de bijstandsnorm. 2. De duur van de maatregel wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, op de volgende wijze afgestemd op de periode dat de belanghebbende als gevolg van zijn gedraging langer recht heeft op bijstand: a. bij een periode van 3 maanden of korter: 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand; 6 Pagina 18 van 35

19 b. bij een periode van 3 tot 6 maanden: 20% van de bijstandsnorm gedurende drie maanden; c. bij een periode van 6 maanden tot 12 maanden: 20% van de bijstandsnorm gedurende zes maanden; d. bij een periode van 12 maanden of langer: 20% van de bijstandsnorm gedurende 12 maanden. 3. De hoogte van de maatregel wordt verdubbeld, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. 4. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. Artikel 14. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in verband met beroep op bijzondere bijstand In afwijking van artikel 13 en onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid wordt de bijzondere bijstand geweigerd, indien het beroep op bijzondere bijstand het gevolg is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Hoofdstuk 6. Zeer ernstige misdragingen Artikel 15. Zeer ernstige misdragingen 1. Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college, zijn ambtenaren of medewerkers van andere organisaties die belast zijn met de uitvoering van de wet, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid een maatregel opgelegd van ten minste 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand. 2. Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid kan, indien sprake is van verbaal geweld, worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het verbale geweld plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing in verband met ernstige misdragingen is gegeven. 3. De duur van de maatregel wordt met een maand verlengd, indien binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel, als bedoeld in het eerste lid, is opgelegd, sprake is van een zelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging. 4. Met een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt gelijkgesteld het besluit om af te zien van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid. Hoofdstuk 7. Slotbepalingen Artikel 16. Nadere regelgeving Vervallen. 7 Pagina 19 van 35

20 Artikel 17. De inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari Artikel 18. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Maatregelverordening gemeente Arnhem. Vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Arnhem van 5 oktober 2004, nr. IZ/STRA/2004/213. Gewijzigd bij raadsbesluit van 13 december 2004, nr. IZ/STRA/2004/340. Gewijzigd bij raadsbesluit van 23 april 2007, doc.nr en zaaknummer Gewijzigd bij raadsbesluit van 25 februari 2008, doc. nr en zaaknummer Gewijzigd bij raadsbesluit van, doc. Nr en zaaknummer 8 Pagina 20 van 35

21 Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand Met de inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet (de artikelen 14 tot en met 14f, nader uitgewerkt in het Maatregelenbesluit en Boetebesluit) te vervallen. In plaats daarvan zullen gemeenten zelf hun sanctiebeleid moeten gaan vormgeven. De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de uitkering. De boete als sanctie voor uitkeringsgerechtigden die hun inlichtingenplicht hebben geschonden, verdwijnt. Artikel 18 WWB bevat de opdracht aan gemeenten om een maatregelenbeleid in een verordening vast te leggen. Dit artikel luidt: 1. het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende; 2. Indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan, dan wel de uit deze wet dan wel de artikelen 28, tweede lid of 29, eerste lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, verlaagt het college overeenkomstig de verordening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b de bijstand of de langdurigheidstoeslag. Van een verlaging wordt afgezien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. 3. Het college heroverweegt een besluit als bedoeld in het tweede lid binnen een door hem te bepalen termijn die ten hoogste drie maanden bedraagt. 4. Bij de toepassing van het eerste lid wordt onder belanghebbende mede verstaan het gezin. In het eerste lid van artikel 18 wordt gesproken over het afstemmen van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. In deze bepaling wordt benadrukt dat het vaststellen van de hoogte van de uitkering en de daaraan verbonden verplichtingen voor de uitkeringsgerechtigden maatwerk is, waarbij recht wordt gedaan aan de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van uitkeringsgerechtigden. In tweede lid wordt een directe koppeling gelegd tussen de rechten en verplichtingen van uitkeringsgerechtigden: het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de uitkering te worden. Dit betekent dat de vaststelling van de hoogte van de uitkering niet alleen afhangt van de toepasselijke uitkeringsnorm en de beschikbare middelen van de belanghebbende, maar ook van de mate waarin de opgelegde verplichtingen worden nagekomen. Wanneer het college tot het oordeel komt dat een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, wordt de uitkering verlaagd. De verlaging van de uitkering moet plaatsvinden overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Dit is de maatregelverordening. Alleen wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van zo n verlaging. De term maatregel Het verlagen van de bijstand op grond van het feit dat de belanghebbende zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate is nagekomen, wordt in de terminologie van de WWB aangeduid als het 9 Pagina 21 van 35

22 afstemmen van de uitkering op de mate waarin de belanghebbende de opgelegde verplichtingen nakomt. Met het begrip afstemmen wordt het uitgangspunt van de WWB benadrukt dat rechten en plichten één kant van dezelfde medaille vormen. Toch is er voor gekozen om het verlagen van de bijstand vanwege het niet of onvoldoende nakomen van verplichtingen aan te duiden als het opleggen van een maatregel. Daarmee wordt niet alleen aangesloten bij het spraakgebruik dat sinds de Wet Boeten en Maatregelen gangbaar is, maar wordt ook het sanctionerende karakter ervan benadrukt. Wel zal steeds voor ogen moeten worden gehouden dat het opleggen van een maatregel géén punitieve sanctie is, waarbij het leedtoevoegende karakter voorop staat, máár een reparatoire sanctie (ook wel herstelsanctie genoemd), gericht op het (weer) in overeenstemming brengen van de hoogte van de bijstand met de mate waarin de belanghebbende de aan de uitkering verbonden verplichtingen nakomt. In de Memorie van Toelichting bij het ontwerp van de WWB wordt steeds gesproken over de afstemmingsverordening. Om te onderstrepen dat de verordening de juridische grondslag vormt om maatregelen op te leggen wanneer een uitkeringsgerechtigde niet aan een verplichting voldoet, duiden wij de verordening aan als maatregelverordening. Het verlagen van de bijstand Op grond van artikel 18, tweede lid WWB kan zowel de bijstand (dat wil zeggen: algemene bijstand en bijzondere bijstand) als de langdurigheidstoeslag worden verlaagd. In de verordening is er voor gekozen dat maatregelen in beginsel worden opgelegd over de bijstandsnorm (de op belanghebbende van toepassing zijnde norm plus eventuele toeslagen). Er zijn echter een viertal uitzonderingen: a. de bijzondere bijstand voor jongeren van 18 tot 21 jaar. Deze groep ontvangt een lage algemene bijstandsuitkering die wordt aangevuld door middel van aanvullende bijzondere bijstand in de kosten van levensonderhoud. Indien de maatregel alleen op de lage jongerennorm wordt opgelegd, zou dit leiden tot rechtsongelijkheid ten opzichte van de 21- jarigen en ouder; b. een aanvraag bijzondere bijstand als gevolg van ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid. Indien van de aanvrager in redelijkheid had kunnen worden verlangd dat hij zich had verzekerd tegen de ontstane onkosten en hij dit heeft nagelaten, is dit ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid. Bijzondere bijstand voor aldus ontstane kosten wordt op basis van deze verordening, specifieke situaties daargelaten, uitgesloten. c. schending van de inlichtingenplicht bij aanvraag van bijzondere bijstand, dan wel een langdurigheidstoeslag. De verordening schept de mogelijkheid om daar waar de aanvrager de Dienst in eerste instantie verkeerd inlicht, de bijzondere bijstand, dan wel langdurigheidstoeslag bij uiteindelijke toekenning te verlagen; d. ernstige misdragingen samenhangende met een aanvraag bijzondere bijstand, dan wel langdurigheidstoeslag. De verordening schept aldus de mogelijkheid om ernstige misdragingen te sanctioneren van niet-uitkeringsgerechtigden die via het Loket Aanvullend Inkomen of het Bureau VOG een aanvraag bijzondere bijstand, dan wel langdurigheidstoeslag hebben lopen. De keuze om niet in zijn algemeenheid maatregelen toe te passen op de langdurigheidstoeslag houdt verband met artikel 36, eerste lid, sub c. Op grond van deze bepaling moet het college de langdurigheidstoeslag weigeren als iemand gedurende 60 maanden (= vijf jaar) naar het oordeel 10 Pagina 22 van 35

23 van het college onvoldoende heeft getracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en aanvaarden. De verplichting om de langdurigheidstoeslag te weigeren, verhoudt zich niet met een eventuele verplichting deze toeslag te verlagen. Het ligt niet voor de hand nietbijstandsgerechtigden die in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag een maatregel op te leggen. Gezien het karakter van de bijzondere bijstand ligt een verlaging van het uitkeringsbedrag wegens schending van een of meer verplichtingen ook niet in de rede. Wel kan bij de beoordeling of iemand als dan niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand het feit dat iemand zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate is nagekomen een rol spelen. Dit geldt dan vooral voor de plicht voldoende besef van verantwoordelijkheid tonen voor de voorziening in het bestaan. De relatie met de reïntegratieverordening De gemeente stelt ook een reïntegratieverordening vast. In deze verordening wordt vastgelegd hoe de gemeente de cliënten gaan ondersteunen bij de arbeidsinschakeling en hoe zij omgaat met het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. Voorbeelden van voorzieningen zijn: scholing, loonkostensubsidies, gesubsidieerde arbeid, sociale activering, premies, kinderopvang en stages. In beginsel wordt aan iedere cliënt de arbeidsverplichting opgelegd. De algemene verplichting staat in de wet genoemd. Gemeenten kunnen deze verplichting echter ook nader specificeren (invullen met specifieke voorzieningen) en de specificaties in de beschikking vastleggen. In de reïntegratieverordening wordt aandacht geschonken aan de voorzieningen die de gemeente kan inzetten. De vertaling daarvan vindt plaats in de individuele beschikking. Indien een cliënt de verplichtingen niet nakomt, leidt dit in beginsel tot een maatregel, waarvoor de basis is gelegd in de maatregelverordening. 11 Pagina 23 van 35

24 Artikelsgewijze toelichting Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB. Artikel 2. Het opleggen van een maatregel Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen. 1. Het tonen van voldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 18, tweede lid). 2. De plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 9). Deze plicht bestaat uit twee soorten verplichtingen: - de plicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en deze te aanvaarden; en - de plicht gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling. Deze verplichtingen zullen nader moeten worden uitgewerkt in specifieke verplichtingen die zijn toegesneden op de situatie en mogelijkheden van de belanghebbende. De reïntegratieverordening die elke gemeente moet opstellen, vormt de juridische basis voor opleggen van deze specifieke verplichtingen. Deze verplichtingen zullen in het besluit tot het verlenen van bijstand moeten worden neergelegd. 3. De informatieplicht (artikel 17, eerste lid). Op een uitkeringsgerechtigde rust de verplichting aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling en recht op bijstand. 4. De medewerkingsplicht (artikel 17, tweede lid). Dit is de plicht van uitkeringsgerechtigden om desgevraagd het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. De medewerkingplicht kan uit allerlei concrete verplichtingen bestaan, zoals: - het toestaan van huisbezoek; - het meewerken aan een psychologisch onderzoek. Artikel 18, tweede lid, noemt een gedraging die in ieder geval een schending van de medewerkingplicht inhoudt: het zich jegens het college zeer ernstig misdragen. 5. Enkele aanvullende verplichtingen, als dusdanig opgenomen in paragraaf 6.3 en artikel 48, derde lid WWB. De Wet SUWI legt ook verplichtingen op aan uitkeringsgerechtigden. Het betreft de verplichting om alle gevraagde gegevens en bewijsstukken aan de Centrale organisatie werk en inkomen te verstrekken die nodig zijn voor de beslissing door het college (artikel 28, tweede lid Wet SUWI) 12 Pagina 24 van 35

25 en de verplichting om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te delen aan de Centrale organisatie werk en inkomen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand, het geldend maken van het recht op bijstand of de hoogte of de duur van de bijstand. Tweede lid In de maatregelverordening zijn voor allerlei gedragingen die een schending van een verplichting betekenen, standaardmaatregelen vastgesteld in de vorm van een vaste (percentuele) verlaging van de bijstandsnorm. In het tweede lid is de hoofdregel neergelegd: het college dient een op te leggen maatregel af te stemmen op de individuele omstandigheden van de belanghebbende en de mate van verwijtbaarheid. Deze bepaling brengt met zich mee dat het college bij elke op te leggen maatregel zal moeten nagaan of gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken uitkeringsgerechtigde afwijking van de hoogte en de duur van de voorgeschreven standaardmaatregel geboden is. Afwijking van de standaardmaatregel kan zowel een verzwaring als een matiging betekenen. Dit betekent dat het college bij het beoordelen of een maatregel moet worden opgelegd, en zo ja welke, telkens de volgende drie stappen moet doorlopen: - stap 1: vaststellen van de ernst van de gedraging; - stap 2: vaststellen van de verwijtbaarheid; - stap 3: vaststellen van de omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in het standaardpercentage waarmee de bijstand wordt verlaagd. Wat betreft de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 4. Matiging van de opgelegde maatregel wegens persoonlijke omstandigheden kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen aan de orde zijn: - bijzondere financiële omstandigheden van de belanghebbende, zoals bijvoorbeeld hoge woonlasten of andere vaste lasten of uitgaven van bijzondere aard waarvoor geen financiële tegemoetkoming mogelijk is; - sociale omstandigheden; - bij een opeenstapeling van maatregelen: de zwaarte van het geheel van maatregelen is niet evenredig aan de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid. Artikel 3. De berekeningsgrondslag Eerste lid In dit lid is het uitgangspunt vastgelegd dat een maatregel wordt opgelegd over de bijstandsnorm. Onder de bijstandsnorm wordt verstaan de wettelijke norm, inclusief gemeentelijke toeslag of verlaging, inclusief vakantietoeslag. Tweede lid Voor een toelichting op het tweede lid wordt verwezen naar de algemene toelichting onder het kopje Het verlagen van de bijstand. 13 Pagina 25 van 35

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel - 2 - Class.nr.: -1.848 Nr.: 12 f. De raad der gemeente DANTUMADEEL; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Jaar: 2010 Nummer: 118 Besluit: B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM.

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen. De begrippen

Nadere informatie

Toelichting Afstemmingsverordening

Toelichting Afstemmingsverordening Toelichting Afstemmingsverordening Algemene toelichting Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696; gelet op artikel 8, lid 1 en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

1. Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.

1. Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. Algemene toelichting op de Maatregelenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 De regeling in de Wet werk en bijstand Artikel 8, eerste lid, onderdeel b, WWB bevat de opdracht aan de gemeenteraad om een maatregelenbeleid

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Bijlage bij nr. 2007-044 (gewijzigd) De raad van de gemeente Houten; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007; Gezien het advies van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2613_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 9 maart 2004; gelet op

Nadere informatie

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen.

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen. Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn Registratienummer: 10.17758 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND Algemene toelichting 1. Inleiding In de Wet werk en bijstand (WWB) wordt de gemeenteraad opgedragen een aantal verordeningen vast te stellen. Dit zijn een reïntegratieverordening,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010; GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Registratienummer: 10.17785 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

Nadere informatie

Verordening maatregelen Lelystad

Verordening maatregelen Lelystad Verordening maatregelen Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Algemene toelichting

Algemene toelichting Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand Sinds de inwerkingtreding van de WWB per 1 januari 2004 is het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet vervallen. In plaats

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010; D E RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet Werk en Bijstand; overwegende

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR212568_2 8 november 2016 AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum :

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum : 131 Raadsvoorstel Reg. nr : 0610023 Ag. nr : 14 Onderwerp Vaststelling van de nieuwe Afstemmingsverordening 2006 in het kader van de Wet werk en bijstand. Samenvatting De wijzigingen zijn nodig in verband

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende

Nadere informatie

: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005

: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005 Gemeente n Eergen op Zoom Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp : 2 8 APR, 2005 : SMD/05/04 : Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005 Aan de gemeenteraad, Voorstel De boeteverordening Wet inburgering

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004.

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. De regeling in de Wet werk en bijstand Met de inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet

Nadere informatie

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; GEZIEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 7 DECEMBER 2009, NR. -- /2009; GELET OP DE ARTIKEL 147, EERSTE LID VAN DE GEMEENTEWET, ARTIKEL 8, EERSTE

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2008 Citeertitel Maatregelenverordening Wet

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

VERORDENING MAATREGELEN WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag.1/14

VERORDENING MAATREGELEN WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag.1/14 Pag.1/14 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende: de persoon die recht heeft op een

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nr. 12B De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van

Nadere informatie

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog,

Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog; Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog, gelet op de artikelen

Nadere informatie

Algemene toelichting - 1 -

Algemene toelichting - 1 - Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand (WWB) Met de volledige inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet (de artikelen 14 tot

Nadere informatie

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting TOELICHTING T Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, IOAW, IOAZ,

Nadere informatie

-1- gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

-1- gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; -1- No.: 6.1/260804 De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen:

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen: Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 CVDR Officiële uitgave van Doetinchem. Nr. CVDR263478_1 17 oktober 2017 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort De raad van de gemeente Montfoort, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012, gelet op: artikel 147, eerste lid en artikel 108, tweede lid Gemeentewet, artikel 8, lid 1, onderdeel

Nadere informatie

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in WWB

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

Artikel 1 Begripsomschrijving

Artikel 1 Begripsomschrijving Bijlage 3: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2005' De raad van de gemeente Brunssum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2005 (Gemeenteblad nr. 2005/ 97 ), gelet

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606 Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606 Roden, 15 juni 2006 Onderwerp maatregelenverordening Wet Werk en Bijstand Voorstel verordening aanpassen Motivering De Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14493 1 oktober 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 september 2010, nr. IVV/I/2010/16440,

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR296918_1 13 maart 2018 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg De raad van de gemeente Doesburg; gehoord de commissie Maatschappelijke

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam De raad van de gemeente Werkendam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2013, met overneming van de daarin

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR39307_1. Maatregelenverordening Wet werk en bijstand

CVDR. Nr. CVDR39307_1. Maatregelenverordening Wet werk en bijstand CVDR Officiële uitgave van Noordenveld. Nr. CVDR39307_1 1 mei 2018 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WWB ISD BOLLENSTREEK 2013

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WWB ISD BOLLENSTREEK 2013 TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WWB ISD BOLLENSTREEK 2013 ALGEMEEN De regeling in de Wet werk en bijstand Artikel 8, eerste lid, onderdeel b, WWB bevat de opdracht aan de gemeenteraad om een maatregelenbeleid

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 30 september 2010, inzake

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Overbetuwe 2013 Ons kenmerk: 12RB000197 Nr. 8 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Rechten en plichten in de WWB De gemeenteraad heeft in de WWB een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling

Nadere informatie

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Woensdrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 juni 2004, nr. 2004.06.15, inzake het vaststellen van een maatregelen- en handhavingsverordening,

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 13R. 00044

RAADSBESLUIT 13R. 00044 RAADSBESLUIT 13R. 00044 Gemeente Woerden 13R.00044 ^ 359 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: 6. H-1 Onderwerp: vaststellen Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Woerden De raad van de gemeente

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 3 maart 2009,

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening afstemmingsbeleid WWB

Onderwerp : Verordening afstemmingsbeleid WWB Aan de Gemeenteraad Raad Status 5 maart 2009 Besluitvormend Onderwerp Verordening afstemmingsbeleid WWB Punt no. 7 Korte toelichting In verband met de nieuwe Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude moet artikel

Nadere informatie

Voorstel om te besluiten De "Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers" vast te stellen.

Voorstel om te besluiten De Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers vast te stellen. Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 14 juli 2004 / 153/2004 (gewijzigd: verordening) Onderwerp Wwb: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers Programma / Programmanummer

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en De Raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en gelet op artikel 8, lid 1, sub b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de gemeente bij verordening

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2009

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2009 CVDR Officiële uitgave van Hellendoorn. Nr. CVDR26605_1 29 maart 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2009 De raad van de gemeente Hellendoorn; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen No.: 55-II Onderwerp: Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 ---------------------------------------------------------------------- De raad van de gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het College,

Nadere informatie

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; Steenwijk, 5 oktober 2010 Nummer: 2010/90a De raad van de gemeente Steenwijkerland; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden. Dienst : SOZA SOZA SWMG

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden. Dienst : SOZA SOZA SWMG Aanbiedingsformulier Onderwerp Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Leiden In te vullen door afdeling Bestuursondersteuning B&W Nr: 04.1274/09-11- 2004 Agenda Ontwerper Parafanten Directeuren

Nadere informatie

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Oosterhout

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Oosterhout Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Oosterhout Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 2 december 2008 Nummer voorstel: 2008/120

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 2 december 2008 Nummer voorstel: 2008/120 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 2 december 2008 Nummer voorstel: 2008/120 Voor raadsvergadering d.d.: 16-12-2008 Agendapunt: 10

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW CVDR Officiële uitgave van Brunssum. Nr. CVDR194664_1 24 oktober 2017 Afstemmingsverordening WWB en IOAW Afstemmingsverordening WWB en IOAW ISD BOL 2012 De raad van de gemeente Brunssum; Gezien het voorstel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; gelet op de Wet werk en bijstand, Staatsblad 2003, nummer 375; gelet op

Nadere informatie