JURISPRUDENTIE PERSONEN- EN FAMILIERECHT UITSPRAKEN HOGE RAAD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JURISPRUDENTIE PERSONEN- EN FAMILIERECHT UITSPRAKEN HOGE RAAD"

Transcriptie

1 JURISPRUDENTIE PERSONEN- EN FAMILIERECHT UITSPRAKEN HOGE RAAD SPREKER MR. A.P. VAN DER LINDEN, KINDERRECHTER (IN DEELTIJD) RECHTBANK AMSTERDAM, RAADSHEER-PLAATSVERVANGER HOF S-HERTOGENBOSCH EN HOF DEN HAAG, MEDEWERKER FAMILIE- EN JEUGDRECHT UNIVERSITEIT UTRECHT 3 JUNI :30 13:30 UUR

2 Inhoudsopgave Mr. A.P. van der Linden Jurisprudentie HR 7 april 2015 ECLI:NL:HR:2015:905 (advisering mbt GBM) p. 3 HR 21 april 2015 ECLI:NL:HR:2015:1099 (geen strafverzwaring) p. 7 Hof Arnhem/Leeuwarden 11 november 2015 ECLI:NL:GHARL:2014:8591 (veroorzaken dodelijk ongeval door minderjarige) p. 13 Hof s-hertogenbosch 11 februari 2015 ECLI:NL:GHSHE:2015:464 (geen onderscheid [on]voltooid misdrijf minderjarige) p. 22 Rb Oost Brabant 5 november 2014 ECLI:NL:RBOBR:2014:6598 (toepassing 77c Sr) p. 31 Rb Den Haag 6 november 2014 ECLI:RBDHA:2014:13563 (toepassing 77c Sr) p. 50 Rb Noord Nederland 1 december 2014 ECLI:NL:RBNNE:2014:6187 (toepassing 77c Sr) p. 71 Rb Gelderland 6 januari 2015 ECLI:NL:RBGEL:2015:10 (verlenging PIJ-maatregel) p. 82 Rb Midden-Nederland 13 januari 2015 ECLI:NL:RBMNE:2015:126 (eis ovj om 77c Sr toe te passen niet gevolgd) p. 88 2

3 ECLI:NL:HR:2015:905 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/01262 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:392, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:4644, Bekrachtiging/bevestiging Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Jeugdzaak. Art. 77w Sr. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in zijn door het multidisciplinaire team van de Raad opgemaakte rapport geadviseerd verdachte een gedragsmaatregel a.b.i. art. 77w Sr (GBM) op te leggen. De psycholoog heeft in zijn separaat opgemaakte rapport geconcludeerd dat het opleggen aan de verdachte van een GBM een te zware maatregel is. Het Hof heeft het advies van de Raad voor de Kinderbescherming gevolgd. Het middel berust op de opvatting dat het onderhavige advies van de Raad voor de Kinderbescherming moet worden ondersteund door een separaat advies met een gelijkgerichte conclusie van een gedragsdeskundige. Die opvatting is onjuist. Tekst noch strekking van art. 77w.2 Sr rechtvaardigt die opvatting. Wetsverwijzingen Vindplaatsen Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht 77w Rechtspraak.nl SR-Updates.nl NJB 2015/762 RvdW 2015/526 3

4 Uitspraak NJ 2015/202 JIN 2015/91 met annotatie door M.L.C.C. de Bruijn-Lückers 7 april 2015 Strafkamer nr. 14/01262 J Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 17 december 2013, nummer 23/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. 2 Beoordeling van het middel 2.1. Het middel klaagt dat het Hof ten aanzien van de verdachte de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige heeft opgelegd terwijl het daartoe strekkende advies van de Raad voor de Kinderbescherming niet wordt ondersteund door een gedragskundige Het Hof heeft - voor zover in cassatie van belang - de verdachte veroordeeld tot 90 dagen jeugddetentie en voorts de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige (hierna: GBM) opgelegd voor de duur van twaalf maanden en daarbij bepaald dat deze maatregel zal bestaan uit (i) het zich houden aan de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, (ii) het meewerken aan begeleiding door Spirit in het kader van IFA (intensieve forensische aanpak) en aan behandeling bij de Waag of een soortgelijke instelling, zolang Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam dat nodig acht, (iii) het volgen van onderwijs en het meewerken aan een zinvolle vrijetijdsbesteding en (iv) het zich niet meer schuldig maken aan strafbare feiten, subsidiair vier maanden (vervangende) jeugddetentie Het Hof heeft met betrekking tot de op te leggen straf en maatregel het volgende overwogen: 4

5 "De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van vuurwapens en patronen in een auto. (...) Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan heling van een bromfiets en inbraak in een bedrijfspand. (...). Het hof heeft bij het bepalen van de straf acht geslagen op een de verdachte betreffend rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 14 februari 2013, op de verdachte betreffende rapporten van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam van 29 januari 2013 en 9 september 2013 en op het psychologisch pro justitia rapport van 18 oktober 2013 en op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep van 3 december 2013 ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte door de vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming is medegedeeld. Ten nadele van de verdachte weegt het hof mee dat hij, blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 28 november 2013, eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld. Het hof is, gelet op genoemde rapporten, in samenhang met hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep is medegedeeld, van oordeel dat het recidiverisico zonder begeleiding en behandeling groot is en dat behandeling in het kader van een maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige de beste manier is om de ontwikkeling van de verdachte ten goede te keren. Naar het oordeel van het hof geven de ernst van de begane misdrijven en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan aanleiding tot het opleggen van deze maatregel. Bovendien acht het hof deze maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Alles afwegende acht het hof, nu aan de wettelijke criteria is voldaan en gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, een jeugddetentie van na te melden duur in combinatie met de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige van na te melden duur passend en geboden." 2.4. Bij de beoordeling van het middel is art. 77w Sr van belang. Deze bepaling luidt: "1. De maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige kan slechts worden opgelegd, indien: a. de ernst van het begane misdrijf of de veelvuldigheid van de begane misdrijven of voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf hiertoe aanleiding geven, en b. de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. 2. De rechter legt de maatregel slechts op, nadat hij zich een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies heeft doen overleggen van de raad voor de kinderbescherming, dat wordt ondersteund door ten minste een gedragsdeskundige. Indien dit advies eerder dan een jaar voor de aanvang van de terechtzitting is gedagtekend kan de rechter hier slechts gebruik van maken met instemming van het openbaar ministerie en de verdachte. (...)" 2.5. Het gaat in deze zaak, kort gezegd, om het volgende. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in zijn door het multidisciplinaire team van de Raad opgemaakte rapport geadviseerd de verdachte een GBM op te leggen. De psycholoog Schipper heeft in zijn separaat opgemaakte rapport geconcludeerd dat het opleggen aan 5

6 de verdachte van een GBM een te zware maatregel is. Het Hof heeft het advies van de Raad voor de Kinderbescherming gevolgd Het middel berust op de opvatting dat het onderhavige advies van de Raad voor de Kinderbescherming moet worden ondersteund door een separaat advies met een gelijkgerichte conclusie van een gedragsdeskundige. Die opvatting is onjuist Tekst noch strekking van art. 77w, tweede lid, Sr rechtvaardigt die opvatting Het middel kan niet tot cassatie leiden. 3 Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 april

7 ECLI:NL:HR:2015:1099 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/00675 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:497, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:4108, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Vindplaatsen Strafverzwarende omstandigheid. Art. 43a Sr. HR verwijst naar ECLI:NL:HR:2002:AD6981. In art. 43a Sr is bepaald dat de op een misdrijf gestelde vrijheidsstraf kan worden verhoogd indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen 5 jrn. zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling tot gevangenisstraf. Art. 43a Sr kan dus niet worden toegepast na een vroegere veroordeling tot een andere straf dan gevangenisstraf, zoals jeugddetentie. Voorts kan de in art. 43a Sr voorziene grond voor strafverzwaring bij de strafoplegging slechts in aanmerking worden genomen inzien zij zondig alsnog op de voet van art. 312 Sv aan verdachte is tlgd. en d.m.v. wettige bewijsmiddelen is bewezen. I.c. kan de bewezenverklaring voor zover inhoudende dat tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf, in kracht van gewijsde is gegaan niet worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. Rechtspraak.nl SR-Updates.nl NJB 2015/879 7

8 Uitspraak 21 april 2015 Strafkamer nr. 14/00675 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 21 november 2013, nummer 23/ , in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het betreft de beslissingen over feit A1 en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam teneinde in zoverre op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige. 2 Beoordeling van het eerste middel 2.1. Het middel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring wat betreft - kort gezegd - de tenlastegelegde strafverzwarende omstandigheid van art. 43a Sr Ten laste van de verdachte is in de zaak met parketnummer 13/ onder 1 bewezenverklaard dat hij: "op 13 april 2012 te Amsterdam, toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1] en [verbalisant 2] verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht, op heterdaad ontdekt, hadden aangehouden en vast hadden teneinde hem ten spoedigste te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten Cellencomplex Noord West, Meer en Vaart 284, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig - zich met kracht los te trekken en te rukken of te trekken en - het dienstoverhemd van [verbalisant 2] vast te pakken en aan het dienstoverhemd van [verbalisant 2] te trekken, ten gevolge waarvan de opsporingsambtenaar [verbalisant 2] 8

9 van de trap is gevallen en enig lichamelijk letsel, een gekneusde pols, bekwam, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf, dat in kracht van gewijsde is gegaan." Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen: "1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 november Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven: Op 13 april 2012 werd ik door de politie aangehouden in een portiek van de [a-straat] 28 te Amsterdam. Ik heb geprobeerd om los te komen om weg te rennen. Eén van de politieagenten pakte mij vast en wij zijn samen van de trap gevallen. Ik heb gezegd: kankerneger. 2. Een proces-verbaal met nummer PL134H van 13 april 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina's 1-3 van proces-verbaal ). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant/verbalisanten (of één van hen): Op 13 april 2012 bevonden wij ons, in uniform gekleed en met assistentiedienst belast, te Amsterdam. Wij kregen de melding naar de [a-straat] 28 te gaan, alwaar een bewoonster een persoon had aangetroffen die op de vierde etage in het portiek lag te slapen. Ter plaatse aangekomen zagen wij op de vierde etage een matras met een deken liggen. Onder deze deken zagen wij een man liggen. Wij hebben de man aangesproken en kenbaar gemaakt dat wij van de politie zijn. Ik, [verbalisant 2], heb het legitimatiebewijs van de man gevorderd. Wij hoorden de man verklaren dat hij deze niet bij zich had. Ik, [verbalisant 2], heb een identiteitsfouillering uitgevoerd op de man en hem gevraagd of hij scherpe voorwerpen bij zich droeg. Wij zagen dat de man de gehele tijd zijn handen weer in zijn zakken wilde doen. Hierop hebben wij gezegd dat de man zijn handen zichtbaar moest houden voor ons. Wij zagen dat de man hier niet aan voldeed. In een jaszak van de man trof ik (het hof begrijpt: [verbalisant 2]) een identiteitskaart aan. Ik, [verbalisant 2], zag dat de foto op de identiteitskaart niet overeenkwam met de persoon die voor mij stond. Wij hebben de man aangehouden ter zake van het niet tonen van een legitimatiebewijs na vordering. Wij hebben de man bij zijn armen vastgepakt teneinde hem de transportboeien aan te leggen. Wij zagen en voelden dat de verdachte zich hierop met veel kracht lostrok. Wij zagen dat de verdachte zijn beide armen krachtig naar beneden trok en vervolgens wegrende. Ik, [verbalisant 2], heb de verdachte vastgepakt bij het keerpunt van de trap tussen de derde en de vierde verdieping. Bij het vastpakken van de verdachte zag en voelde ik dat hij zich met veel kracht los probeerde te trekken en hoorde ik dat hij meermalen schreeuwde dat ik hem los moest laten. Vervolgens zagen wij dat de verdachte met beide armen het dienstoverhemd van [verbalisant 2] vastpakte en vervolgens [verbalisant 2] naar beneden de trap af trok. 9

10 Hierop pakte ik, [verbalisant 2], de verdachte vast en viel ik samen met hem vanaf het keerpunt naar beneden, waarbij ik samen met de verdachte op de derde verdieping belandde. Onder aan de trap hebben wij met hulp van toegesnelde collega's de verdachte kunnen boeien. Tijdens het onder controle houden van de verdachte hoorde wij, verbalisanten, de verdachte in onze richting roepen: ik neuk je, ik maak je dood, ik maak je af kankerneger. Ik, [verbalisant 2], heb mij laten behandelen in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam. 3. Een proces-verbaal met nummer PL134IT van 13 april 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's van proces-verbaal ). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten: Op 13 april 2012 hielden wij op de locatie [a-straat] 28 te Amsterdam [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993, aan op heterdaad ter zake van artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht. [verbalisant 3] en [verbalisant 4], beiden hoofdagent van politie Amsterdam-Amstelland, brachten de verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over naar Cellencomplex Noord West, Meer en Vaart Een geschrift, zijnde een brief van T.L. Nosewicz, verbonden aan de Vakgroep Heelkunde van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam, van 13 april 2012, gericht aan M. Pen, huisarts te Purmerend (doorgenummerde pagina's van procesverbaal ), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Betreft: [verbalisant 2]. Uw bovengenoemde patiënt bezocht heden de afdeling Spoedeisende Hulp van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis. Diagnose: contusie pols links." Het Hof heeft het bewezenverklaarde gekwalificeerd als "wederspannigheid, terwijl het misdrijf enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan" en heeft de verdachte ter zake van onder meer dit feit veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden Art. 43a Sr luidt: "De op een misdrijf gestelde tijdelijke gevangenisstraf of hechtenis kan, onverminderd artikel 10, met een derde worden verhoogd indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is 10

11 gegaan. De termijn van vijf jaren wordt verlengd met de tijd waarin de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen." 2.4. In art. 43a Sr is bepaald dat - voor zover hier van belang - de op een misdrijf gestelde vrijheidsstraf kan worden verhoogd indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling tot gevangenisstraf. Art. 43a Sr kan dus niet worden toegepast na een vroegere veroordeling tot een andere straf dan gevangenisstraf, zoals jeugddetentie. Voorts kan de in art. 43a Sr voorziene grond voor strafverzwaring bij de strafoplegging slechts in aanmerking worden genomen indien zij - zonodig alsnog op de voet van art. 312 Sv - aan de verdachte is tenlastegelegd en door middel van wettige bewijsmiddelen is bewezen (vgl. HR 5 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD6981, NJ 2003/126, rov. 4.13) Aangezien de bewezenverklaring, voor zover inhoudende dat "tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf, dat in kracht van gewijsde is gegaan", niet kan worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen, is de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed Het middel is terecht voorgesteld. 3 Beoordeling van het tweede middel Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 4 Slotsom Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het derde middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist. 5 Beslissing De Hoge Raad: vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het in de zaak met parketnummer 13/ onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging, de beslissingen omtrent de vordering van de benadeelde partij [verbalisant 2] daaronder begrepen; wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan; verwerpt het beroep voor het overige. 11

12 Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 april

13 ECLI:NL:GHARL:2014:8591 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2014:2220, Meerdere afhandelingswijzen Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Verdachte heeft als gevolg van zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag een verkeersongeval veroorzaakt, waarbij het slachtoffer om het leven is gekomen. Rechtspraak.nl Afdeling strafrecht Parketnummer: Uitspraak d.d.: 11 november 2014 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden- Nederland van 3 juni 2014 met parketnummer in de strafzaak tegen [verdachte], 13

14 geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [1995], wonende te [woonplaats]. Het hoger beroep De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 28 oktober 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr J.A.P.F. Hoens, naar voren is gebracht. Het vonnis waarvan beroep Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen. De tenlastelegging Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanlegtenlastegelegd dat: primair: hij op of omstreeks 15 mei 2013 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden- Nederland, opzettelijk [slachtoffer] (geboortejaar 1936) van het leven heeft beroofd, immers is verdachte opzettelijk, met een (gestolen) personenauto, terwijl hij niet bevoegd was om zonder begeleiding van een meerderjarige een personenauto te besturen, met (veel te) hoge snelheid, op een voetgangersoversteekplaats op die [slachtoffer] ingereden, althans tegen die [slachtoffer] aangereden/gebotst, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden; subsidiair: hij op of omstreeks 15 mei 2013 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden- Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zijnde een motorrijtuig van de rijbewijscategorie B, daarmede rijdende over de weg, de Hessenweg, - gelegen binnen de bebouwde kom; - deel uitmakende van een zogenaamde 30 km zone, aangeduid door bord(en) A1 van de bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met daarin het cijfer 30 en de aanduiding zone ; - waar op het wegdek (nabij de Eurusweg) een voetgangersoversteekplaats was, aangeduid door bord L2 van de bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, welke duidelijk zichtbaar voor het naderende verkeer boven de rijbaan was aangebracht; 14

15 zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, - terwijl hij als 17 jarige in het bezit was van een rijbewijs B, terwijl naast hem geen in de begeleiderspas vermelde begeleider zat, en/of; - met hoge (tussen 68 en 108 kilometer per uur), althans hogere dan de ter plaatse toegestane snelheid, in elk geval, gegeven die verkeerssituatie en omstandigheden, met een te hoge snelheid heeft gereden en/of; - een op de (voornoemde) voetgangersoversteekplaats overstekende voetganger niet voor heeft laten gaan, en/of; - zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was hij niet in staat het door hem bestuurde motorrijtuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van een op de (voornoemde) voetgangersoversteekplaats bevindende voetganger, - waarna een aanrijding ontstond tussen het door hem bestuurde motorrijtuig en de voetganger, waardoor de voetganger (te weten [slachtoffer], geboren [1936]) zodanig zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, dat deze tengevolge van het verkeersongeval is overleden; meer subsidiair: hij op of omstreeks 15 mei 2013 te De Bilt, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zijnde een motorrijtuig van de rijbewijscategorie B, daarmede rijdende op de weg, de Hessenweg, - gelegen binnen de bebouwde kom; - deel uitmakende van een zogenaamde 30 km zone, aangeduid door bord(en) A1 van de bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met daarin het cijfer 30 en de aanduiding zone ; - waar op het wegdek (nabij de Eurusweg) een voetgangersoversteekplaats was, aangeduid door bord L2 van de bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, welke duidelijk zichtbaar voor het naderende verkeer boven de rijbaan was aangebracht; - terwijl hij als 17 jarige in het bezit was van een rijbewijs B, terwijl naast hem geen in de begeleiderspas vermelde begeleider zat, en/of; - met hoge (tussen 68 en 108 kilometer per uur), althans hogere dan de ter plaatse toegestane snelheid, in elk geval, gegeven die verkeerssituatie en omstandigheden, met een te hoge snelheid heeft gereden en/of; - een op de (voornoemde) voetgangersoversteekplaats overstekende voetganger niet voor heeft laten gaan, en/of; 15

16 - zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was hij niet in staat het door hem bestuurde motorrijtuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van een op de (voornoemde) voetgangersoversteekplaats bevindende voetganger, - waarna een aanrijding ontstond tussen het door hem bestuurde motorrijtuig en de voetganger, waardoor de voetganger (te weten [slachtoffer], geboren [1936]) zodanig zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, dat deze tengevolge van het verkeersongeval is overleden; door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd. Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Vrijspraak Primair is aan verdachte ten laste gelegd dat hij opzettelijk de dood van [slachtoffer] teweeg heeft gebracht. Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Met name kan niet worden bewezen dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk al dan niet in voorwaardelijke vorm - heeft aangereden waardoor het slachtoffer is overleden. Subsidiair wordt verdachte verweten dat hij schuld heeft aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet De vraag hierbij is of die schuld bestaat in roekeloosheid. Op grond van de huidige jurisprudentie van de Hoge Raad kan het rijgedrag van verdachte niet worden gekwalificeerd als roekeloosheid, zodat het hof verdachte hiervan eveneens zal vrijspreken. Bewezenverklaring Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: hij op of omstreeks 15 mei 2013 te De Bilt, althans in het arrondissement Midden- Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zijnde een motorrijtuig van de rijbewijscategorie B, daarmede rijdende over de weg, de Hessenweg, - gelegen binnen de bebouwde kom; - deel uitmakende van een zogenaamde 30 km zone, aangeduid door bord(en) A1 van de bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 met daarin het cijfer 30 en de aanduiding zone ; - waar op het wegdek (nabij de Eurusweg) een voetgangersoversteekplaats was, aangeduid door bord L2 van de bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en 16

17 Verkeerstekens 1990, welke duidelijk zichtbaar voor het naderende verkeer boven de rijbaan was aangebracht; zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, - terwijl hij als 17 jarige in het bezit was van een rijbewijs B, terwijl naast hem geen in de begeleiderspas vermelde begeleider zat, en/of; - met hoge (tussen 68 en 108 kilometer per uur), althans hogere dan de ter plaatse toegestane snelheid, in elk geval, gegeven die verkeerssituatie en omstandigheden, met een te hoge snelheid heeft gereden en/of; - een op de (voornoemde) voetgangersoversteekplaats overstekende voetganger niet voor heeft laten gaan, en/of; - zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was hij niet in staat het door hem bestuurde motorrijtuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van een op de (voornoemde) voetgangersoversteekplaats bevindende voetganger, - waarna een aanrijding ontstond tussen het door hem bestuurde motorrijtuig en de voetganger, waardoor de voetganger (te weten [slachtoffer], geboren [1936]) zodanig zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, dat deze tengevolge van het verkeersongeval is overleden. Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde het subsidiair bewezen verklaarde levert op: overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood. Het hof komt tot een andere kwalificatie dan de rechtbank nu de strafverzwarende omstandigheden van het derde lid van artikel 175 van de Wegenverkeerswet 1994 niet als zodanig ten laste zijn gelegd. De strafverzwarende omstandigheid geen voorrang verlenen is overigens hoe dan ook niet aan de orde, nu het bij een voetgangersoversteekplaats niet gaat om voorrang verlenen (art. 15 RVV 1990), maar om voor laten gaan (art. 49, lid 2 RVV 1990). Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn. Oplegging van straf en/of maatregel 17

18 De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna te noemen duur leiden dat verdachte achter het stuur is gaan zitten van een auto, terwijl hij niet werd vergezeld van een verplichte begeleider, en hij met hoge snelheid door een 30-km zone is gereden in De Bilt en zo bezig is geweest met (het uitproberen van) de auto, dat hij het slachtoffer dat op de voetgangersoversteekplaats overstak, niet op tijd heeft opgemerkt en dat hij niet op tijd heeft kunnen remmen om een aanrijding met die voetganger te voorkomen. Vervolgens is verdachte weggereden zonder zich om het slachtoffer te bekommeren. Het slachtoffer is ten gevolge van die aanrijding komen te overlijden. Het ongeval heeft niet alleen onherstelbaar leed veroorzaakt bij de nabestaanden van het slachtoffer, zoals nog eens is gebleken uit de slachtofferverklaring zoals de dochter van het slachtoffer die ter terechtzitting heeft voorgelezen, maar het rijgedrag van verdachte heeft ook voor grote beroering gezorgd in de regio waar het ongeval heeft plaatsgevonden. Bij de straftoemeting houdt het hof ten voordele van verdachte rekening met het feit dat verdachte niet voor een opzetdelict maar voor een schulddelict wordt veroordeeld. Het hof heeft verder ten nadele van verdachte rekening gehouden met het feit dat hij blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie van 14 oktober 2014 eerder is veroordeeld ter zake overtreding van de Wegenverkeerswet en ter zake van een overtreding van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens Daarnaast heeft het hof rekening gehouden met de over verdachte opgemaakte rapportages. Volgens het Pro Justitia rapport van 20 september 2013 van drs. I. Snijders, gezondheidszorgpsycholoog, is bij verdachte sprake van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met narcistische trekken, maar lijkt deze ontwikkeling niet van invloed te zijn geweest op het handelen van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde. De rapporteur adviseert om uit te gaan van een volledige toerekeningsvatbaarheid. Volgens het Pro Justitia rapport van 15 november 2013 van drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, kunnen kwetsbare plekken in de persoonlijkheid van verdachte, namelijk een narcistische kwetsbaarheid gecombineerd met een iets te sterke neiging tot externaliseren en somatiseren en een beperkt zelfinzicht, worden opgevat als een enigszins gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van verdachte. Gerritsen adviseert verdachte als toerekeningsvatbaar te beschouwen voor het tenlastegelegde. Het hof neemt deze adviezen over en maakt die tot de zijne. Verder heeft het hof kennis genomen van het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 20 januari 2014, waarin de Raad adviseert om verdachte een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de Jeugdreclassering in het kader van de Maatregel Hulp en Steun, en om de behandeling bij De Waag voort te zetten. Tenslotte heeft het hof in aanmerking genomen de rapportage van Bureau Jeugdzorg Utrecht van 7 mei 2014, waarin wordt geadviseerd om naast een voorwaardelijke gevangenisstraf als bijzondere voorwaarde de maatregel Hulp en Steun op te leggen, waarvan de eerste zes maanden ITB-plus. 18

19 Bij de bepaling van de op te leggen straf stelt het hof voorop dat als uitgangspunt bij minderjarigen geldt dat het jeugdstrafrecht wordt toegepast. Het hof ziet, mede gelet op de uitgebrachte gedragskundige rapportages, geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en toepassing te geven aan het meerderjarigenstrafrecht. Het hof neemt wel in aanmerking dat verdachte ten tijde van het plegen van het feit op minder dan drie maanden na de leeftijd van achttien jaar had bereikt. Alles afwegende acht het hof een deels onvoorwaardelijke jeugddetentie, waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het ondergane voorarrest, met eveneens na te melden algemene en bijzondere voorwaarden teneinde verdachte een steun in de rug te geven en daarbij van de jeugdreclassering hulp en steun te krijgen en een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van de hierna aan te geven duur, passend en geboden. Zoals hiervoor is overwogen, komt het hof tot een andere kwalificatie van het delict. Het hof komt echter niet tot een andere, lagere strafoplegging, nu in het bijzonder de aard, de ernst en de gevolgen van het bewezenverklaarde feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, na te melden straf, ook zonder kwalificatie van die strafverzwarende omstandigheden, passend en geboden doen zijn. Het hof zal de Bureau jeugdzorg afdeling jeugdreclassering, opdragen aan verdachte ter zake van de naleving van de bijzondere voorwaarden hulp en steun te verlenen. Het hof is, in het bijzonder gelet op het onverantwoorde gedrag van verdachte en de daarover uitgebrachte rapportages, van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Het hof zal daarom de dadelijke uitvoerbaarheid bevelen van de op te leggen algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden tot het verlenen van hulp en steun. Tenslotte acht het hof een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van drie jaren passend en geboden, gelet op het verkeersgedrag van verdachte, in het bijzonder het feit dat hij als jeugdige bestuurder die niet in het bezit was van een geldig rijbewijs, volstrekt onverantwoord heeft gereden op een 30 km weg en de zeer ernstige gevolgen van zijn verkeersgedrag. Om diezelfde redenen ziet het hof voor het verzoek van de verdediging om uit oogpunt van preventie en om verdachte een kans te geven zich te bewijzen, de ontzegging van de rijbevoegdheid weliswaar voor een langere periode, te weten vier jaar, op te leggen maar daarvan twee jaar voorwaardelijk, geen aanleiding. Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77r, 77x, 77y, 77z, 77za en 77aa van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht: Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij. 19

20 Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen. Bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot 81 (eenentachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. Stelt daarnaast als algemene voorwaarden dat verdachte - ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; - medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen. Stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte - zich in het kader van een maatregel Hulp en Steun gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdreclassering, zolang deze instelling dat nodig vindt, ook als dat inhoudt dat verdachte zich onder behandeling bij De Waag moet stellen of deze behandeling moet voortzetten; - in het kader van deze maatregel gedurende 6 maanden het programma van Intensieve Traject Begeleiding + (ITBplus) volgt. Draagt Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdreclassering, op aan verdachte ter zake van de naleving van de bijzondere voorwaarden hulp en steun te verlenen. Beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de algemene voorwaarden en van de bijzondere voorwaarden tot het verlenen van hulp en steun. Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 60 (zestig) dagen jeugddetentie. Ontzegt de verdachte ter zake van het subsidiair bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 (drie) jaren. 20

21 Aldus gewezen door mr E.A.K.G. Ruys, voorzitter, mr R.W. van Zuijlen en mr M. Keppels, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr H.J. Rosmalen-Jansen, griffier, en op 11 november 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken. 21

22 ECLI:NL:GHSHE:2015:464 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Poging tot diefstal in vereniging van een motor. 1. De verbalisanten hebben de verdachte op de camerabeelden herkend. Hoewel het hof zelf niet tot een herkenning kon komen, heeft het hof de overtuiging bekomen dat de verbalisanten de verdachte - door hun ervaring met de jeugdgroep en hun contacten met de verdachte - op de camerabeelden hebben kunnen herkennen en ook hebben herkend. Door die ervaring kan en mag op hun zintuigen worden vertrouwd. 2. De kinderrechter en de advocaat-generaal waren, anders dan nu het hof, uitgegaan van een voltooide diefstal. Desalniettemin volgt er een hogere straf. In dat verband wordt erop gewezen dat er in het jeugdstrafrecht niets aan in de weg staat om een even zware straf op te leggen als bij een voltooide diefstal, terwijl de ernst van de poging tot diefstal noch in de door de kinderrechter opgelegde noch in de door de advocaat-generaal gevorderde straf voldoende tot uitdrukking kwam. Rechtspraak.nl NJFS 2015/101 Afdeling strafrecht Parketnummer :

23 Uitspraak : 11 februari 2015 TEGENSPRAAK Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-hertogenbosch gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Oost-Brabant van 26 juni 2014 in de strafzaak met parketnummer 01/ tegen de verdachte: [naam van de verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [een datum in het jaar] 1996, wonende te [woonplaats], [adres]. Hoger beroep Bij voormeld vonnis is de verdachte ter zake van diefstal door twee of meer personen verenigde personen (het primair ten laste gelegde feit) veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen jeugddetentie, waarvan 40 uren subsidiair 20 dagen jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en toezicht van de jeugdreclassering als bijzondere voorwaarde. De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het primair ten laste gelegde feit bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 30 uren voorwaardelijk subsidiair 15 dagen vervangende jeugddetentie met een proeftijd van 2 jaren en reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde. De raadsman van de verdachte heeft bepleit dat de verdachte integraal van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, aangezien het hof anders dan de kinderrechter niet tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde zal komen. Tenlastelegging 23

24 Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - primair ten laste gelegd dat: hij op of omstreeks 28 maart 2014 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motor (Yamaha [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s); subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 28 maart 2014 te Eindhoven ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een motor (Yamaha met kenteken [kenteken]), geheel of ten dele toebehorende aan [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), met dat opzet met zijn mededader(s) het contactslot van die motor te forceren en/of die motor vast te pakken en/of (vervolgens) die motor uit de (fietsen)stalling te halen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit Anders dan de advocaat-generaal en de kinderrechter is het hof van oordeel dat er geen sprake is geweest van een voltooid delict. Weliswaar is de motor van zijn standplaats in de stalling gehaald en daarmee is een begin van uitvoering een gegeven, maar dat betekent nog niet zonder meer dat de daders ook als heer en meester over de motor hebben kunnen beschikken - zeker niet gezien de wijze waarop de medeverdachte in de stalling kon worden aangehouden. Het hof zal de verdachte daarom van het primair ten laste gelegde feit vrijspreken. Bewezenverklaring Het hof acht - op grond van de hierna vermelde bewijsmiddelen en -overwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: hij op 28 maart 2014 te Eindhoven ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een motor (Yamaha met kenteken [kenteken]), toebehorende aan [A], met dat opzet met zijn mededader die motor vast te pakken en vervolgens die motor uit de stalling te halen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. De bewijsmiddelen1 24

25 Op 28 maart 2014 heeft [A] aangifte gedaan van poging tot diefstal van zijn motorfiets. Die aangifte houdt - zakelijk weergegeven - het volgende in. Ik doe aangifte van poging tot diefstal [ ] van mijn motorfiets. De motorfiets [een blauw motorrijtuig van het merk Yamaha voorzien van het kenteken [kenteken]] behoort mij geheel in eigendom toe. [...] Ik ben werkzaam op de TUE, gelegen [ ] te Eindhoven. [ ] Op vrijdag 28 maart 2014, omstreeks 09:00 uur, stalde ik mijn motor in de stalling op het werk. Ik had mijn motor afgesloten middels het contactslot. Ik had mijn motor afgesloten en onbeschadigd achtergelaten. [ ] Omstreeks 16:30 hoorde ik een hoop geschreeuw vanuit de stalling. Ik keek uit het raam [en] ik zag dat mijn motor op de grond lag. Ik ben meteen naar mijn motor toegelopen. [ ] Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit. 2 Een medeverdachte die betrokken was bij de poging tot diefstal werd aangehouden door twee beveiligers van de Technische Universiteit. Een van die beveiligers was [B]. Hij heeft tegenover de politie zakelijk weergegeven -de volgende verklaring afgelegd. Ik werk als beveiliger bij de Technische Universiteit [ ] te Eindhoven. Mijn collega zag via beveiligingscamera s (het hof begrijpt: op vrijdag 28 maart 2014) dat jongens een motorfiets aan het stelen waren vanuit de stalling [ ]. Ik ben daar toen ter plaatse gegaan. Daar zag ik dat er 2 jongens een motorfiets uit de stalling aan het trekken waren. Ik zag dat een van de jongens wegrende [ ]. Ik zag dat de andere jongen de motor vasthield en [ ] die neergooide bij het zien van ons. Ik en mijn collega hielden die jongen aan. 3 De medeverdachte die werd aangehouden, is [naam van de medeverdachte].4 Hij heeft op 29 maart zakelijk weergegeven - de volgende verklaring tegenover de politie afgelegd. Gisteren [ ] moest [ik] de motor pakken. Die [bijnaam] of [bijnaam] of wat zijn bijnaam is, liep met me mee, deze zou de weg wijzen. [ ] Op een gegeven moment kwam [bijnaam] of [bijnaam] weer [ ] naar mij. Hij zei toen tegen mij: We moeten die motor pakken. Wij [ ] hebben die motor ook gepakt. [ ] Toen ik de motor pakte, moest ik achter die andere jongen aanlopen. Toen kwam direct een busje van de beveiliging en rende die andere jongen weg. Ik bleef tijdens de aanhouding staan. 5 De verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben op de camerabeelden de verdachte herkend als de andere dader. Zij hebben daarover - zakelijk weergegeven - het volgende gerelateerd. Op vrijdag 28 maart 2014 [ ] bekeken wij [ ] camerabeelden waarop een poging tot diefstal [van een motor] werden weergegeven. [ ] Op de beelden is zichtbaar dat één van de verdachten wegrent, nadat men betrapt werd door beveiligingsmedewerkers van het TU-terrein. [ ] Wij, verbalisanten, hebben de camerabeelden bekeken en herkennen de onbekende persoon als de ons ambtshalve bekende [de verdachte], geboren op 13 september 1996 [ ]. Wij herkennen [de verdachte] aan zijn gelaat en manier van lopen. Tevens heb ik, verbalisant [verbalisant 1], [de verdachte] kort geleden, zijnde binnen de afgelopen twee weken, gecontroleerd 25

26 en gesproken, waarbij hij exact dezelfde kleding droeg als de kleding welke hij ten tijde van de diefstal droeg. 6 De verbalisanten zijn ten aanzien van deze herkenning ter terechtzitting in hoger beroep als getuige gehoord. Bij die gelegenheid heeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende verklaard. Op het moment van de herkenning kende ik [de verdachte] ambtshalve. In die periode draaiden wij een project in Eindhoven-Noord. Dat project was op het moment van de herkenning ongeveer al een maand gaande. Ik was toen vijf dagen per week op straat en heb hem in dat verband dagdagelijks gezien; soms zelfs meerdere keren per dag. In die periode heb ik hem ook een keer gesproken. Ik herinner me nog dat ik hem kort voor het gebeuren met de motor had gecontroleerd en dat hij toen exact dezelfde kleding droeg als de persoon op de camerabeelden. Ik vind persoonlijk ook dat hij een opvallend uiterlijk heeft, ook in relatie tot de andere leden van de groep die wij observeerden. Ik heb het dan over zijn kleiding, zijn houding en zijn manier van doen. [ ] Ik heb hem herkend op de camerabeelden. Ik hecht eraan te benadrukken dat ik alleen een procesverbaal van herkenning opmaak wanneer ik de desbetreffende persoon voor 100% herken. Ik weet zeker dat de persoon op de beelden de persoon is die ik eerder had gecontroleerd; dat was [de verdachte]. Mij wordt gevraagd naar zijn manier van lopen. Ik doel dan op zijn slungelige houding, voorovergebogen [ ] Zijn manier van bewegen, zijn uitstraling, zijn manier van lopen en zijn gelaat maakten dat ik hem herkende als de persoon die bij een controle [de verdachte] bleek te zijn. 7 Verbalisant [verbalisant 2] heeft het volgende verklaard. Ik kende [de verdachte] ambtshalve op het moment dat ik het proces-verbaal van herkenning opmaakte. [ ] Ik nam in die periode deel aan een jeugdproject in Eindhoven, waarbij een aantal jeugdigen werden aangemerkt als personen die meer aandacht verdienden of behoefden. Het ging om een groep die zich ophield in de omgeving van [de verdachte]. Hij had veel contacten met die groep. [ ] Ik heb hem in die periode ook meer dan eens gesproken. Het project is midden februari 2014 gestart en heeft gelopen tot eind In die periode heb ik hem veelvuldig gezien. Ik kende hem van het project, dus van half februari tot eind maart: zo n 6 weken. [ ] Op de camerabeelden zijn twee personen bij een motor te zien. De man die is aangehouden, herkenden wij als [de medeverdachte]. De tweede persoon heb ik herkend als [de verdachte]. Ik weet niet meer of ik hem vol in het gezicht heb kunnen zien, maar als ik proces-verbaal van herkenning opmaak dan heb ik hem in ieder geval voor 100% herkend. Kenmerkend is ook zijn manier van lopen. Dat is een extra plusje. Het is een kenmerk dat hem voor ons ook onderscheid van de rest van de groep: hij loopt ietwat sjokkend. U, voorzitter, deelt mij mede dat ik met mijn schouders op een langzame manier van links naar rechts beweeg. Dat is voor mij opvallend. Ik wil wel benadrukken dat ik hem niet alleen herken aan zijn manier van lopen. Ik heb hem op de beelden herkend aan de hand van zijn hele voorkomen. [ ] Ik herinner me dat de camerabeelden niet van de allerscherpste kwaliteit waren, maar bij was er geen enkele twijfel: dat is [de verdachte]. [ ] Wij hebben de camerabeelden met - ik geloof - vier collega s bekeken. [ ] De beelden zijn in stilte bekeken. Of we iemand herkenden, hebben we in eerste instantie voor onszelf gehouden. Dat hebben we op een papierke geschreven. Naderhand bleek dat niet alleen ik, maar ook mijn collega [verbalisant 1], [de verdachte] had herkend. 8 De bewijsoverwegingen De raadsman heeft betoogd dat de verdachte ook van poging tot diefstal moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsman - kort gezegd - aangevoerd dat de herkenning van de verbalisanten het enige directe bewijs is voor de verdenking dat de verdachte de 26

ECLI:NL:GHARL:2014:8591

ECLI:NL:GHARL:2014:8591 ECLI:NL:GHARL:2014:8591 Instantie Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 11-11-2014 Zaaknummer 21-003539-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 Instantie Datum uitspraak 16-10-2009 Datum publicatie 03-12-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-001900-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-02-2008 Datum publicatie 12-03-2008 Zaaknummer 16-604030-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 09-12-2011 Datum publicatie 20-03-2012 Zaaknummer 21-002592-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187 Instantie Datum uitspraak 29-03-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 24-001133-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 08/955001-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:6481

ECLI:NL:GHARL:2017:6481 ECLI:NL:GHARL:2017:6481 Instantie Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer 21-002353-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 19-09-2012 Datum publicatie 19-09-2012 Zaaknummer 05/700235-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264

ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264 ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-05-2013 Datum publicatie 06-06-2013 Zaaknummer 22-001357-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 15-12-2005 Datum publicatie 15-12-2005 Zaaknummer 02/801139-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 21-02-2012 Datum publicatie 24-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/512509-11; 16/602702-08 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003352-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970 Instantie Datum uitspraak 04-03-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 21-003585-10 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960 ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-07-2004 Datum publicatie 03-08-2004 Zaaknummer 21-005715-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen: ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 Instantie Datum uitspraak 28-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860388-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 09/797150-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 Instantie Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 27-08-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860096-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8371

ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8371 ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8371 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 19-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 05/700947-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BT8778

ECLI:NL:HR:2012:BT8778 ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07-05-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 06-880059-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU5850

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU5850 ECLI:NL:GHSGR:2011:BU5850 Instantie Datum uitspraak 28-11-2011 Datum publicatie 28-11-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000718-10 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204

ECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204 ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157 ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157 Instantie Datum uitspraak 26-05-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-004149-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:2221 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 18-08-2015 Datum publicatie 18-08-2015 Zaaknummer 22-002511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkenhoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9844 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 02-12-2003 Datum publicatie 11-12-2003 Zaaknummer 01/025326.03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer 05/840573-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015. ECLI:NL:GHAMS:2015:563 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-02-2015 Datum publicatie 08-06-2015 Zaaknummer 23-005069-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5211 Instantie Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 03-12-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005280-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie